Chicco Lite Way de handleiding

Categorie
Kinderwagens
Type
de handleiding
26
LITE WAY
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
BELANGRIJK: LEES DEZE INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
AANDACHTIG DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE
VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING.
LET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE PLA-
STIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN
EN GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET
BEREIK VAN KINDEREN.
WAARSCHUWINGEN
LET OP: DE VEILIGHEID VAN HET KIND HANGT OOK
VAN JOU AF!
LET OP: Kinderen moeten altijd met de vei-
ligheidsgordels worden vastgezet en mogen
nooit zonder toezicht worden gelaten.
LET OP: houd het kind bij de afstelwerkzaamhe-
den uit de buurt van de bewegende delen van de
wandelwagen.
Deze wandelwagen heeft periodiek onderhoud
nodig dat door de gebruiker moet worden verri-
cht.
Overbelasting, niet goed sluiten en het gebruik
van niet goedgekeurde accessoires kan de wan-
delwagen beschadigen of kapotmaken.
LET OP: het kan gevaarlijk zijn het kind zonder
toezicht te laten.
LET OP: controleer voor de montage dat het
artikel en zijn onderdelen niet beschadigd zijn
tijdens het transport. In dit geval mag het ar-
tikel niet worden gebruikt en dient het buiten
het bereik van kinderen te worden gehouden.
De wandelwagen mag worden gebruikt voor
kinderen vanaf de geboorte tot 36 maanden, en
tot een gewicht van maximaal 15 kg.
Voor kinderen vanaf de geboorte tot de leeftijd
van ongeveer 6 maanden moet de rugleuning op
de volledig neergelaten stand worden gebruikt.
LET OP: voor het gebruik dient u zich ervan te
verzekeren dat alle veiligheidsmechanismen
correct zijn aangebracht. Verzeker u er in het
bijzonder van dat de wandelwagen op de open
stand is geblokkeerd, door te controleren dat de
achterste kruiskoppeling is vergrendeld.
Laad niet meer dan 3 kg gewicht in de mand.
Vervoer niet meer dan één kind tegelijk.
Breng geen accessoires, reserveonderdelen of
onderdelen op de wandelwagen aan, die niet
door de fabrikant geleverd of goedgekeurd zijn.
LET OP: iedere tas of gewicht dat aan de han-
dgrepen is gehangen, kan de stabiliteit van de
wandelwagen in het gedrang brengen.
• LET OP: het gebruik van tussenbeenstukken en
veiligheidsgordels is nodig om de veiligheid van
het kind te garanderen. Gebruik de veiligheid-
sgordels altijd samen met het tussenbeenstuk.
Verzeker u ervan dat de gebruikers van de wan-
delwagen goed weten hoe hij werkt.
LET OP: verzeker u er bij het openen en ink-
lappen van dat het kind zich op een veilige af-
stand bevindt: sluit en open de wandelwagen
niet terwijl het kind erin zit. Verzeker u er bij de
regelhandelingen van dat de bewegende delen
van de wandelwagen niet in aanraking komen
met het lichaam van het kind.
Gebruik de rem iedere keer dat u stopt.
LET OP: laat de wandelwagen nooit met het kind
erin op een helling staan, ook al zijn de remmen
geactiveerd.
Zorg ervoor dat andere kinderen niet zonder
toezicht in de buurt van de wandelwagen spelen
of erop klimmen.
Om gevaar voor wurging te voorkomen, mag u
het kind geen voorwerpen met touwen geven of
ze binnen het bereik van het kind laten liggen.
LET OP: gebruik de wandelwagen niet op trap-
pen of roltrappen: u zou de controle erover on-
verwachts kunnen verliezen. Kijk goed uit als u
een trede of de stoep op- of afgaat.
Als u de wandelwagen gedurende lange tijd in
de zon laat staan, wacht dan tot hij afgekoeld is
voordat u het kind erin zet. Door lang in de zon
te staan, kunnen de materialen en stoffen van
kleur veranderen.
Gebruik het artikel niet als er onderdelen stuk of
gescheurd zijn of ontbreken.
LET OP: als de wandelwagen niet wordt ge-
bruikt, dient hij buiten het bereik van kinderen
te worden gehouden.
LET OP: De wandelwagen mag niet worden ge-
bruikt, terwijl u rent of (rol)schaatst.
Voorkom dat de wandelwagen in aanraking
komt met zout water, om roest te voorkomen.
Gebruik de wandelwagen niet op het strand.
• LET OP: dit product mag uitsluitend door een
volwassene worden gebruikt
.
REINIGINGS EN ONDERHOUDSTIPS
Dit artikel heeft periodiek onderhoud nodig.
Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door
een volwassene worden verricht.
REINIGEN
De stof kan van de wandelwagen verwijderd worden (raadpleeg
het hoofdstuk “De bekleding verwijderen”).
NL
27
Zie de wasetiketten om de stoffen gedeeltes te reinigen.
Vervolgens worden de wassymbolen met hun betekenis weer-
gegeven:
Met koud water op de hand wassen
Niet bleken
Niet mechanisch drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
Reinig de kunststof delen regelmatig met een vochtige doek.
Na eventuele aanraking met water moeten de metalen delen
afgedroogd worden om roestvorming te voorkomen.
ONDERHOUD
Smeer de bewegende delen indien nodig met droge siliconeno-
lie. Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd
ze vrij van stof en zand. Verzeker u ervan dat de kunststof delen
die over de metalen buizen lopen vrij zijn van stof, vuil en zand
om wrijving te voorkomen, wat de goede werking van de wan-
delwagen in het gedrang kan brengen.
Berg de wandelwagen op een droge plaats op.
ALGEMENE INSTRUCTIES
DE VOORWIELEN MONTEREN
1.Breng het voorwiel aan door het op de speciale pin te steken
tot u een klik hoort ten teken dat het vastzit (fi g. 1). Herhaal
deze handeling bij het andere wiel.
LET OP: verzeker u er voor het gebruik van dat de wielen goed
zijn vastgezet.
OPENEN
LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele
andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden.
Verzeker u er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van
de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van
het kind.
2. Open de sluitingshaak en duw de voorkant van de wan-
delwagen naar voren (fi g. 2).
3. Duw de achterste kruiskoppeling met de voet omlaag (fi g. 3).
Verzeker u ervan dat de wandelwagen goed open staat en cor-
rect is vergrendeld.
LET OP: verzeker u er voor het gebruik van dat de wandelwagen
op de open stand vergrendeld is en controleer dat de achterste
kruiskoppeling inderdaad vergrendeld is.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem met
vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouderbanden,
twee afstelknoopsgaten, een buikgordel en een tussenbeen-
stuk met gesp.
LET OP: om ze te gebruiken voor kinderen vanaf de geboorte
tot ongeveer 6 maanden moeten de schouderbanden eerst
door de twee afstelknoopsgaten worden gehaald.
4. Stel de hoogte van de schouderbanden af door ze, indien no-
dig, door de afstelopening te halen, zoals wordt getoond in -
guur 4. Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet, maakt
u de veiligheidsgordels vast door eerst de twee vorken door de
opening van de schouderbanden (fi g. 4A en 4B) te halen en ze
vervolgens in het tussenbeenstuk (fi g. 4C) te doen. Stel de len-
gte van de gordels af door ze op de schouders en het lichaam
van het kind aan te laten sluiten. Druk op de zijvorken en trek
eraan, om de buikgordel los te maken.
LET OP: om de veiligheid van uw kind te garanderen, dienen de
veiligheidsgordels altijd te worden gebruikt.
5. Voor meer veiligheid is de wandelwagen uitgerust met D-
vormige ringen om een extra veiligheidsgordel vast te kunnen
maken volgens de voorschriften BS 6684. De ringen bevinden
zich rechts en links aan de binnenkant van de passagierszitting,
zoals in fi guur 5 wordt getoond.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan op 5 standen worden afgesteld.
6. Bevestig de twee stoffen panelen met de twee drukknopen
aan de achterste buizen, zoals wordt getoond in guur 6.
7. Door op de knop op de rugleuning van de wandelwagen te
drukken, kan de schuine stand ervan worden afgesteld. Door
de knop los te laten, wordt de rugleuning op de dichtstbijzijnde
stand vastgezet (fi g. 7).
8. Om de rugleuning omhoog te halen, duwt u hem tot de
gewenste stand omhoog (fi g. 8).
LET OP: met het gewicht van het kind kunnen deze handelin-
gen moeilijker zijn.
DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
De voetensteun van de wandelwagen kan voor meer comfort
van het kind op 2 standen worden afgesteld.
9. Druk, zoals in fi guur 9 wordt getoond, tegelijkertijd op de
twee zijknoppen om de voetensteun op de gewenste stand af
te stellen.
ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met samenwerkende remmen,
waardoor met één enkel pedaal tegelijkertijd op beide achte-
rwielgroepen wordt geremd.
10. Om de wandelwagen te remmen, duwt u één van de twee
hendels in het midden van de achterste wielgroepen naar be-
neden, zoals wordt getoond in afbeelding 10.
11. Om het remsysteem te deblokkeren, duwt u één van de
twee hendels in het midden van de achterste wielgroepen naar
boven, zoals wordt getoond in afbeelding 11.
LET OP: Gebruik altijd de rem als u stopt. Laat de wandelwa-
gen nooit met het kind erin op een helling staan, ook al zijn de
remmen geactiveerd.
LET OP: na de remhendel te hebben aangetrokken, verzekert
u zich ervan dat de remmen goed op beide achterwielgroepen
geplaatst zijn.
ZWENKENDE VOORWIELEN
De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voorwie-
len. Aangeraden wordt de vaste wielen op bijzonder onregel-
matig terrein te gebruiken. De wielen op de zwenkstand wor-
den daarentegen aangeraden om de manoeuvreerbaarheid van
de wandelwagen op normale wegen te verhogen.
12. Om de voorwielen zwenkend te maken, duwt u de hendel
aan de voorkant omhoog, zoals wordt getoond in guur 12. Om
de voorwielen op de vaste stand te zetten, trapt u de hendel
met de voet omlaag. Het wiel wordt onafhankelijk van de stand
waarop het zich bevindt op de rechte stand vergrendeld.
LET OP: Beide wielen moeten altijd tegelijkertijd worden ver-
grendeld of ontgrendeld.
ZOMERWINTERKAP
13. Om de kap te bevestigen, maakt u de plastic clip op de spe-
ciale plaatsen vast, zoals wordt getoond in guur 13.
LET OP: De kap dient aan beide kanten van de wandelwagen te
worden bevestigd. Controleer dat hij goed is vastgezet.
28
14. Open de kap, zoals in afbeelding 14A wordt getoond, en zet
hem vast met de twee zijdelingse scharnieren (fi g.14B).
LET OP: als u de kap wilt sluiten, moeten altijd eerst de zijdelin-
gse scharnieren worden ontgrendeld.
15. De kap kan worden omgevormd tot een zomerse zonnekap.
Het achterpaneel kan met behulp van de scharnieren worden
verwijderd (fi g. 15).
SLUITEN
LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele
andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker
u er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wan-
delwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het
kind. Voordat u de wagen sluit, controleert u ook dat de bood-
schappenmand leeg is.
16. Als de kap geopend is, sluit u hem door de twee zijdelingse
scharnieren omhoog te halen (fi guur 16A) en de voorkant naar
u toe te trekken, zoals in afbeelding 16B wordt getoond.
17. Om de wandelwagen in te klappen, trekt u de achterste
kruiskoppeling (fi g. 17A) omhoog en deblokkeert u het pedaal
onder de rechterkant van de wandelwagen met de voet (zie
guur 17B).
18. Om het sluiten te voltooien, duwt u de handgrepen naar
voren (fi g. 18).
19. Als de wandelwagen is ingeklapt, blokkeert de haak op de
zijkant hem automatisch op de gesloten stand (zie g. 19) en
voorkomt dat hij ongewenst weer wordt geopend.
DE BEKLEDING VERWIJDEREN
De stof van de wandelwagen kan volledig verwijderd worden.
20. Om de stof te verwijderen, tilt u de voetensteun op (fi g.
20A). Vervolgens maakt u de gespen los (fi g. 20B) en opent u
de drukknopen op de zitting (fi g. 20C). Neem de hoes weg en
let erop dat u de veiligheidsgordels er doorheen haalt.
21. Maak de drukknopen los die zich op de achterste buizen van
de wandelwagen bevinden, zoals in guur 21A wordt getoond.
Maak drukknoop C open en neem de twee haken D en E on-
der het stoffen paneel op de zijkant van de wandelwagen weg
(fi g. 21B). Haal de hoes tenslotte van de rugleuning door hem
omhoog te trekken.
Om de hoes weer op de wandelwagen te doen, verricht u de
vervolgens beschreven handelingen.
22. Doe de hoes op de rugleuning van de wandelwagen.
23. Bevestig de twee haken D en E en maak drukknoop C dicht,
die in fi guur 22 worden getoond.
24. Bevestig de twee stoffen panelen met de twee drukknopen
aan de achterste buizen, zoals wordt getoond in guur 23.
25. Maak de drukknopen dicht (fi g. 24A). Doe de hoes op de
voetensteun, maak de gespen vast (fi g. 24B - 24C).
ACCESSOIRES
LET OP: Het kan zijn dat de vervolgens beschreven accessoires
bij enkele uitvoeringen van het product niet aanwezig zijn.
Lees de instructies betreffende de accessoires die aanwezig zijn
bij de door u gekochte uitvoering aandachtig door.
MULTIFUNCTIONELE MAND
De wandelwagen kan uitgerust zijn met een multifunctionele mand.
26. Bevestig de mand en laat de linten om de buizen van de
wandelwagen lopen. Maak de drukknopen op de getoonde
plaatsen dicht (fi g. 25).
27. De mand kan door de ouder ook als een handige rugzak
worden gebruikt, zoals in guur 26 wordt getoond.
LET OP: als het niet op de wandelwagen is gemonteerd, houdt
u dit accessoire buiten het bereik van kinderen.
LET OP: laad de mand met niet meer dan 3 kg.
REGENHOES
De wandelwagen kan worden uitgerust met regenhoes.
28. Voordat u de regenhoes vastmaakt, laat u de linten op de
plaatsen die in fi guur 27 worden getoond om de buizen van de
wandelwagen lopen.
Laat de hoes na het gebruik aan de lucht drogen (als hij nat zou
zijn geworden), voordat u hem opvouwt en opbergt.
LET OP: let bijzonder goed op tijdens het gebruik van de re-
genhoes.
LET OP: De regenhoes mag niet zonder kap of zonnekap op de
wandelwagen worden gebruikt, omdat het kind hierdoor kan
stikken. Als de regenhoes op de wandelwagen is aangebracht,
mag u hem, om gevaar voor oververhitting te voorkomen,
nooit met het kind erin in de zon zetten.
VOETENZAK
Sommige uitvoeringen kunnen worden uitgerust met voeten-
zak, ideaal voor een koud klimaat.
29. Plaats de voetenzak zoals in fi guur 28 wordt getoond en
maak de drukknopen op de getoonde plaatsen vast.
30. De bovenkant van de voetenzak is uitgerust met een com-
fortabele kap. Maak hem met de velcro open en dicht (fi g. 29).
31. De voetenzak is uitgerust met lussen om de veiligheidsgor-
dels doorheen te halen als hij wordt gebruikt (fi g. 30).
LET OP: gebruik de voetenzak altijd door de veiligheidsgordels
door de speciale openingen heen te halen.
VOETENBEDEKKING
32. De voetenzak kan met de ritssluiting in een voetenbe-
dekking worden omgevormd en door het onderste gedeelte
van fl eece te verwijderen (fi g. 31).
33. Om de beenbedekking aan te brengen, bevestigt u de clips
door de lussen om de stangen van de wandelwagen te laten
lopen op de plaatsen die worden getoond in afbeelding 32.
Belangrijke opmerking: de afbeeldingen en instructies in dit
boekje hebben betrekking op een bepaalde uitvoering van de
wandelwagen. Sommige onderdelen en functies die hier wor-
den beschreven, kunnen afhankelijk van de door u gekochte
uitvoering anders zijn.
VOOR MEER INFORMATIE:
Pharsana NV
Maccabilaan 34 – 2660 Hoboken – België
Tel 03/828 08 80 – Fax 03/828 40 59
Website: www.chicco.com

Documenttranscriptie

NL LITE WAY • LET OP: het gebruik van tussenbeenstukken en veiligheidsgordels is nodig om de veiligheid van het kind te garanderen. Gebruik de veiligheidsgordels altijd samen met het tussenbeenstuk. • Verzeker u ervan dat de gebruikers van de wandelwagen goed weten hoe hij werkt. LET OP: verzeker u er bij het openen en inklappen van dat het kind zich op een veilige afstand bevindt: sluit en open de wandelwagen niet terwijl het kind erin zit. Verzeker u er bij de regelhandelingen van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. • Gebruik de rem iedere keer dat u stopt. • LET OP: laat de wandelwagen nooit met het kind erin op een helling staan, ook al zijn de remmen geactiveerd. • Zorg ervoor dat andere kinderen niet zonder toezicht in de buurt van de wandelwagen spelen of erop klimmen. Om gevaar voor wurging te voorkomen, mag u het kind geen voorwerpen met touwen geven of ze binnen het bereik van het kind laten liggen. LET OP: gebruik de wandelwagen niet op trappen of roltrappen: u zou de controle erover onverwachts kunnen verliezen. Kijk goed uit als u een trede of de stoep op- of afgaat. • Als u de wandelwagen gedurende lange tijd in de zon laat staan, wacht dan tot hij afgekoeld is voordat u het kind erin zet. Door lang in de zon te staan, kunnen de materialen en stoffen van kleur veranderen. • Gebruik het artikel niet als er onderdelen stuk of gescheurd zijn of ontbreken. • LET OP: als de wandelwagen niet wordt gebruikt, dient hij buiten het bereik van kinderen te worden gehouden. • LET OP: De wandelwagen mag niet worden gebruikt, terwijl u rent of (rol)schaatst. • Voorkom dat de wandelwagen in aanraking komt met zout water, om roest te voorkomen. • Gebruik de wandelwagen niet op het strand. • LET OP: dit product mag uitsluitend door een volwassene worden gebruikt. BELANGRIJKE MEDEDELINGEN BELANGRIJK: LEES DEZE INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK AANDACHTIG DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING. LET OP: VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. WAARSCHUWINGEN • LET OP: DE VEILIGHEID VAN HET KIND HANGT OOK VAN JOU AF! • LET OP: Kinderen moeten altijd met de veiligheidsgordels worden vastgezet en mogen nooit zonder toezicht worden gelaten. • LET OP: houd het kind bij de afstelwerkzaamheden uit de buurt van de bewegende delen van de wandelwagen. Deze wandelwagen heeft periodiek onderhoud nodig dat door de gebruiker moet worden verricht. Overbelasting, niet goed sluiten en het gebruik van niet goedgekeurde accessoires kan de wandelwagen beschadigen of kapotmaken. • LET OP: het kan gevaarlijk zijn het kind zonder toezicht te laten. • LET OP: controleer voor de montage dat het artikel en zijn onderdelen niet beschadigd zijn tijdens het transport. In dit geval mag het artikel niet worden gebruikt en dient het buiten het bereik van kinderen te worden gehouden. • De wandelwagen mag worden gebruikt voor kinderen vanaf de geboorte tot 36 maanden, en tot een gewicht van maximaal 15 kg. • Voor kinderen vanaf de geboorte tot de leeftijd van ongeveer 6 maanden moet de rugleuning op de volledig neergelaten stand worden gebruikt. • LET OP: voor het gebruik dient u zich ervan te verzekeren dat alle veiligheidsmechanismen correct zijn aangebracht. Verzeker u er in het bijzonder van dat de wandelwagen op de open stand is geblokkeerd, door te controleren dat de achterste kruiskoppeling is vergrendeld. • Laad niet meer dan 3 kg gewicht in de mand. • Vervoer niet meer dan één kind tegelijk. • Breng geen accessoires, reserveonderdelen of onderdelen op de wandelwagen aan, die niet door de fabrikant geleverd of goedgekeurd zijn. • LET OP: iedere tas of gewicht dat aan de handgrepen is gehangen, kan de stabiliteit van de wandelwagen in het gedrang brengen. REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS Dit artikel heeft periodiek onderhoud nodig. Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door een volwassene worden verricht. 26 REINIGEN De stof kan van de wandelwagen verwijderd worden (raadpleeg het hoofdstuk “De bekleding verwijderen”). Zie de wasetiketten om de stoffen gedeeltes te reinigen. Vervolgens worden de wassymbolen met hun betekenis weergegeven: van het kind aan te laten sluiten. Druk op de zijvorken en trek eraan, om de buikgordel los te maken. LET OP: om de veiligheid van uw kind te garanderen, dienen de veiligheidsgordels altijd te worden gebruikt. 5. Voor meer veiligheid is de wandelwagen uitgerust met Dvormige ringen om een extra veiligheidsgordel vast te kunnen maken volgens de voorschriften BS 6684. De ringen bevinden zich rechts en links aan de binnenkant van de passagierszitting, zoals in figuur 5 wordt getoond. Met koud water op de hand wassen Niet bleken Niet mechanisch drogen Niet strijken DE RUGLEUNING AFSTELLEN De rugleuning kan op 5 standen worden afgesteld. 6. Bevestig de twee stoffen panelen met de twee drukknopen aan de achterste buizen, zoals wordt getoond in figuur 6. 7. Door op de knop op de rugleuning van de wandelwagen te drukken, kan de schuine stand ervan worden afgesteld. Door de knop los te laten, wordt de rugleuning op de dichtstbijzijnde stand vastgezet (fig. 7). 8. Om de rugleuning omhoog te halen, duwt u hem tot de gewenste stand omhoog (fig. 8). LET OP: met het gewicht van het kind kunnen deze handelingen moeilijker zijn. Niet chemisch laten reinigen Reinig de kunststof delen regelmatig met een vochtige doek. Na eventuele aanraking met water moeten de metalen delen afgedroogd worden om roestvorming te voorkomen. ONDERHOUD Smeer de bewegende delen indien nodig met droge siliconenolie. Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd ze vrij van stof en zand. Verzeker u ervan dat de kunststof delen die over de metalen buizen lopen vrij zijn van stof, vuil en zand om wrijving te voorkomen, wat de goede werking van de wandelwagen in het gedrang kan brengen. Berg de wandelwagen op een droge plaats op. DE VOETENSTEUN AFSTELLEN De voetensteun van de wandelwagen kan voor meer comfort van het kind op 2 standen worden afgesteld. 9. Druk, zoals in figuur 9 wordt getoond, tegelijkertijd op de twee zijknoppen om de voetensteun op de gewenste stand af te stellen. ALGEMENE INSTRUCTIES DE VOORWIELEN MONTEREN 1.Breng het voorwiel aan door het op de speciale pin te steken tot u een klik hoort ten teken dat het vastzit (fig. 1). Herhaal deze handeling bij het andere wiel. LET OP: verzeker u er voor het gebruik van dat de wielen goed zijn vastgezet. ACHTERSTE REMMEN De achterwielen zijn uitgerust met samenwerkende remmen, waardoor met één enkel pedaal tegelijkertijd op beide achterwielgroepen wordt geremd. 10. Om de wandelwagen te remmen, duwt u één van de twee hendels in het midden van de achterste wielgroepen naar beneden, zoals wordt getoond in afbeelding 10. 11. Om het remsysteem te deblokkeren, duwt u één van de twee hendels in het midden van de achterste wielgroepen naar boven, zoals wordt getoond in afbeelding 11. LET OP: Gebruik altijd de rem als u stopt. Laat de wandelwagen nooit met het kind erin op een helling staan, ook al zijn de remmen geactiveerd. LET OP: na de remhendel te hebben aangetrokken, verzekert u zich ervan dat de remmen goed op beide achterwielgroepen geplaatst zijn. OPENEN LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker u er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. 2. Open de sluitingshaak en duw de voorkant van de wandelwagen naar voren (fig. 2). 3. Duw de achterste kruiskoppeling met de voet omlaag (fig. 3). Verzeker u ervan dat de wandelwagen goed open staat en correct is vergrendeld. LET OP: verzeker u er voor het gebruik van dat de wandelwagen op de open stand vergrendeld is en controleer dat de achterste kruiskoppeling inderdaad vergrendeld is. GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem met vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouderbanden, twee afstelknoopsgaten, een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp. LET OP: om ze te gebruiken voor kinderen vanaf de geboorte tot ongeveer 6 maanden moeten de schouderbanden eerst door de twee afstelknoopsgaten worden gehaald. 4. Stel de hoogte van de schouderbanden af door ze, indien nodig, door de afstelopening te halen, zoals wordt getoond in figuur 4. Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet, maakt u de veiligheidsgordels vast door eerst de twee vorken door de opening van de schouderbanden (fig. 4A en 4B) te halen en ze vervolgens in het tussenbeenstuk (fig. 4C) te doen. Stel de lengte van de gordels af door ze op de schouders en het lichaam ZWENKENDE VOORWIELEN De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voorwielen. Aangeraden wordt de vaste wielen op bijzonder onregelmatig terrein te gebruiken. De wielen op de zwenkstand worden daarentegen aangeraden om de manoeuvreerbaarheid van de wandelwagen op normale wegen te verhogen. 12. Om de voorwielen zwenkend te maken, duwt u de hendel aan de voorkant omhoog, zoals wordt getoond in figuur 12. Om de voorwielen op de vaste stand te zetten, trapt u de hendel met de voet omlaag. Het wiel wordt onafhankelijk van de stand waarop het zich bevindt op de rechte stand vergrendeld. LET OP: Beide wielen moeten altijd tegelijkertijd worden vergrendeld of ontgrendeld. 27 ZOMER-WINTERKAP 13. Om de kap te bevestigen, maakt u de plastic clip op de speciale plaatsen vast, zoals wordt getoond in figuur 13. LET OP: De kap dient aan beide kanten van de wandelwagen te worden bevestigd. Controleer dat hij goed is vastgezet. 14. Open de kap, zoals in afbeelding 14A wordt getoond, en zet hem vast met de twee zijdelingse scharnieren (fig.14B). LET OP: als u de kap wilt sluiten, moeten altijd eerst de zijdelingse scharnieren worden ontgrendeld. 15. De kap kan worden omgevormd tot een zomerse zonnekap. Het achterpaneel kan met behulp van de scharnieren worden verwijderd (fig. 15). REGENHOES De wandelwagen kan worden uitgerust met regenhoes. 28. Voordat u de regenhoes vastmaakt, laat u de linten op de plaatsen die in figuur 27 worden getoond om de buizen van de wandelwagen lopen. Laat de hoes na het gebruik aan de lucht drogen (als hij nat zou zijn geworden), voordat u hem opvouwt en opbergt. LET OP: let bijzonder goed op tijdens het gebruik van de regenhoes. LET OP: De regenhoes mag niet zonder kap of zonnekap op de wandelwagen worden gebruikt, omdat het kind hierdoor kan stikken. Als de regenhoes op de wandelwagen is aangebracht, mag u hem, om gevaar voor oververhitting te voorkomen, nooit met het kind erin in de zon zetten. SLUITEN LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker u er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind. Voordat u de wagen sluit, controleert u ook dat de boodschappenmand leeg is. 16. Als de kap geopend is, sluit u hem door de twee zijdelingse scharnieren omhoog te halen (figuur 16A) en de voorkant naar u toe te trekken, zoals in afbeelding 16B wordt getoond. 17. Om de wandelwagen in te klappen, trekt u de achterste kruiskoppeling (fig. 17A) omhoog en deblokkeert u het pedaal onder de rechterkant van de wandelwagen met de voet (zie figuur 17B). 18. Om het sluiten te voltooien, duwt u de handgrepen naar voren (fig. 18). 19. Als de wandelwagen is ingeklapt, blokkeert de haak op de zijkant hem automatisch op de gesloten stand (zie fig. 19) en voorkomt dat hij ongewenst weer wordt geopend. VOETENZAK Sommige uitvoeringen kunnen worden uitgerust met voetenzak, ideaal voor een koud klimaat. 29. Plaats de voetenzak zoals in figuur 28 wordt getoond en maak de drukknopen op de getoonde plaatsen vast. 30. De bovenkant van de voetenzak is uitgerust met een comfortabele kap. Maak hem met de velcro open en dicht (fig. 29). 31. De voetenzak is uitgerust met lussen om de veiligheidsgordels doorheen te halen als hij wordt gebruikt (fig. 30). LET OP: gebruik de voetenzak altijd door de veiligheidsgordels door de speciale openingen heen te halen. VOETENBEDEKKING 32. De voetenzak kan met de ritssluiting in een voetenbedekking worden omgevormd en door het onderste gedeelte van fleece te verwijderen (fig. 31). 33. Om de beenbedekking aan te brengen, bevestigt u de clips door de lussen om de stangen van de wandelwagen te laten lopen op de plaatsen die worden getoond in afbeelding 32. DE BEKLEDING VERWIJDEREN De stof van de wandelwagen kan volledig verwijderd worden. 20. Om de stof te verwijderen, tilt u de voetensteun op (fig. 20A). Vervolgens maakt u de gespen los (fig. 20B) en opent u de drukknopen op de zitting (fig. 20C). Neem de hoes weg en let erop dat u de veiligheidsgordels er doorheen haalt. 21. Maak de drukknopen los die zich op de achterste buizen van de wandelwagen bevinden, zoals in figuur 21A wordt getoond. Maak drukknoop C open en neem de twee haken D en E onder het stoffen paneel op de zijkant van de wandelwagen weg (fig. 21B). Haal de hoes tenslotte van de rugleuning door hem omhoog te trekken. Belangrijke opmerking: de afbeeldingen en instructies in dit boekje hebben betrekking op een bepaalde uitvoering van de wandelwagen. Sommige onderdelen en functies die hier worden beschreven, kunnen afhankelijk van de door u gekochte uitvoering anders zijn. Om de hoes weer op de wandelwagen te doen, verricht u de vervolgens beschreven handelingen. 22. Doe de hoes op de rugleuning van de wandelwagen. 23. Bevestig de twee haken D en E en maak drukknoop C dicht, die in figuur 22 worden getoond. 24. Bevestig de twee stoffen panelen met de twee drukknopen aan de achterste buizen, zoals wordt getoond in figuur 23. 25. Maak de drukknopen dicht (fig. 24A). Doe de hoes op de voetensteun, maak de gespen vast (fig. 24B - 24C). ACCESSOIRES LET OP: Het kan zijn dat de vervolgens beschreven accessoires bij enkele uitvoeringen van het product niet aanwezig zijn. Lees de instructies betreffende de accessoires die aanwezig zijn bij de door u gekochte uitvoering aandachtig door. MULTIFUNCTIONELE MAND De wandelwagen kan uitgerust zijn met een multifunctionele mand. 26. Bevestig de mand en laat de linten om de buizen van de wandelwagen lopen. Maak de drukknopen op de getoonde plaatsen dicht (fig. 25). 27. De mand kan door de ouder ook als een handige rugzak worden gebruikt, zoals in figuur 26 wordt getoond. LET OP: als het niet op de wandelwagen is gemonteerd, houdt u dit accessoire buiten het bereik van kinderen. LET OP: laad de mand met niet meer dan 3 kg. VOOR MEER INFORMATIE: Pharsana NV Maccabilaan 34 – 2660 Hoboken – België Tel 03/828 08 80 – Fax 03/828 40 59 Website: www.chicco.com 28
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Chicco Lite Way de handleiding

Categorie
Kinderwagens
Type
de handleiding