Dolmar AL-3630 de handleiding

Categorie
Grastrimmers
Type
de handleiding
41
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van het onderdelenoverzicht
TECHNISCHE GEGEVENS
Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
Specificaties en accu’s kunnen van land tot land verschillen.
Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Symbolen
END020-1
Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap
worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze
betekenen alvorens de accu te gebruiken.
................... Besteed bijzondere zorg en aandacht.
........ Lees de gebruiksaanwijzing.
.................. Gevaar: wees bedacht op opgeworpen
voorwerpen.
.................. De afstand tussen het gereedschap en
omstanders moet minstens 15 meter te
zijn.
........... Houd omstanders uit de buurt.
.......... Blijf minstens 15 meter uit de buurt.
................... Draag een veiligheidshelm,
veiligheidsbril en gehoorbescherming.
................... Draag veiligheidshandschoenen.
.................. Draag stevige schoenen met
antislipzolen. Veiligheidsschoenen met
stalen neuzen worden aanbevolen.
................... Stel het gereedschap niet bloot aan
vocht.
.................... Toegestaan maximumtoerental.
........... Gebruik nooit een metalen snijblad.
............. Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap en accu’s
niet met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/
EC inzake oude elektrische en
elektronische apparaten, 2006/66/EC
inzake batterijen en accu’s en oude
batterijen en accu’s en de toepassing
daarvan binnen de nationale
wetgeving, dienen gebruikt elektrisch
gereedschap en accu’s gescheiden te
worden ingezameld en te worden
afgevoerd naar een recyclebedrijf dat
voldoet aan de geldende milieu-eisen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES GEB092-4
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
1. Accu
2. Indicatorlampje
3. Aan/uit-schakelaar
4. Handgrepen
5. Beschermkap
6. Snijgarnituur
7. Rode deel
8. Knop
9. Uit-vergrendelknop
10. Omkeerschakelaar
11. Draaisnelheid-keuzeschakelaar
12. Status van lampjes
13. Meest effectieve maaigebied
14. CHECK-knop
15. Afstandshouder
16. Nylondraad-snijkop
17. Bouten
18. Beschermstuk
19. Borgspie
20. Snijkophouder
21. Deksel
22. Vergrendelnokken
23. Drukken
24. Draadspoel
25. Voor rechtsom draaien
26. Inkepingen
27. Oogjes
28. Uitsteeksel (niet zichtbaar)
29. Sleuf naar het oogje
Model AL-3630
Onbelast toerental
Hoog 0 - 7.000 min
-1
Laag 0 - 5.100 min
-1
Totale lengte 1.720 mm
Maaidiameter met nylondraad-snijkop 300 mm
Netto gewicht 5,1 kg
Nominale spanning 36 V gelijkstroom
Standaardaccu(’s)
Waarschuwing: Gebruik uitsluitend de aangegeven accu(’s).
AP-363 en AP-3622
Cd
Ni-MH
Li-ion
42
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te kunnen
raadplegen.
1. Zorg dat u vertrouwd bent met de
bedieningselementen en het juiste gebruik van het
gereedschap.
2. Na het uitschakelen van de motor blijft het
snijgarnituur nog even ronddraaien.
3. Laat in geen geval het gereedschap gebruiken
door kinderen of personen die niet bekend zijn
met de instructies.
4. Onderbreek het gebruik van het gereedschap
wanneer andere personen, met name kinderen, of
huisdieren in de buurt komen.
5. Gebruik het gereedschap alleen bij daglicht of
voldoende kunstlicht.
6. Vóór gebruik van het gereedschap en na iedere
botsing, controleert u op tekenen van slijtage of
beschadiging, en repareert u het gereedschap zo
nodig.
7. Wees voorzichtig dat u geen letsel oploopt door
het mesje voor het op lengte afsnijden van de
nylondraad. Nadat u de nylondraad hebt
uitgetrokken, zet u het gereedschap altijd eerst
terug rechtop voordat u hem inschakelt.
8. Monteer nooit een metalen snijgarnituur.
9. Dit gereedschap is niet geschikt voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met een
verminderd lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk
vermogen, of gebrek aan kennis en ervaring,
behalve indien zij instructies hebben gehad en
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
dienen onder toezicht te staan om ervoor te
zorgen dat zij niet met het gereedschap spelen.
10. Gebruik het gereedschap met de hoogstmogelijke
zorg en aandacht.
11. Gebruik het gereedschap alleen als u in goede
lichamelijke conditie bent. Werk altijd rustig en
voorzichtig. Gebruik uw gezond verstand en denk
eraan dat de gebruiker van het gereedschap
verantwoordelijk is voor ongelukken en gevaren
die personen of hun eigendommen kunnen
overkomen.
12. Bedien het gereedschap nooit wanneer u
vermoeid bent, zich ziek voelt, of onder invloed
bent van alcohol of drugs.
13. Het gereedschap moet onmiddellijk uitgeschakeld
worden als tekenen van een ongebruikelijke
werking merkbaar zijn.
Bedoeld gebruik van het gereedschap
1. Gebruik het juiste gereedschap. De
accugraskantmaaier is uitsluitend bedoeld voor
het maaien van gras en kleine onkruiden. Het mag
niet worden gebruikt voor enig ander doel, zoals
heggen snoeien, aangezien dit tot letsel kan
leiden.
Persoonlijke-veiligheidsuitrusting (zie afb. 1 en 2)
1. Draag geschikte kleding. De te dragen kleding
dient functioneel en geschikt te zijn, d.w.z.
nauwsluitend zonder te hinderen. Draag geen
juwelen of kleding die verstrikt kunnen raken in
hoog gras. Draag een haarbedekking om lang haar
uit de weg te houden.
2. Draag altijd stevige schoenen met een antislipzool
wanneer u het gereedschap gebruikt. Dit
beschermt u tegen letsel en garandeert dat u
stevig staat.
3. Draag een veiligheidsbril of een spatscherm.
Elektrische veiligheid en accu
1. Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik het
gereedschap niet op vochtige of natte plaatsen en
stel het niet bloot aan regen. Als water
binnendringt in het gereedschap, wordt de kans
op een elektrische schok groter.
2. Laad alleen op met de acculader aanbevolen door
de fabrikant. Een acculader die geschikt is voor
een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
3. Gebruik het gereedschap uitsluitend met de
daarvoor bestemde accu. Als u een andere accu
erin gebruikt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel
of brand.
4. Werp de accu niet in een vuur. De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
5. Open of vervorm de accu niet. Het elektrolyt is
agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen en
huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
Het gereedschap inschakelen (zie afb. 3)
1. Controleer of er geen kinderen of andere mensen
aanwezig zijn binnen een werkbereik van 15 meter
en let ook op of er geen dieren in de
werkomgeving zijn. Als dat het geval is, stopt u
met het gebruik van het gereedschap.
2. Controleer voor gebruik altijd of het gereedschap
veilig is om te gebruiken. Controleer de veiligheid
van het snijgarnituur en de beschermkap, en
controleer of de aan/uit-schakelaar goed werkt en
gemakkelijk kan worden bediend. Controleer of de
handgrepen schoon en droog zijn en test de
werking van de aan/uit-schakelaar.
3. Controleer op beschadigde onderdelen voordat u
het gereedschap verder gebruikt. Een
beschermkap of ander onderdeel day beschadigd
is, moet nauwkeurig worden onderzocht om te
beoordelen of het goed werkt en zijn beoogde
functie kan uitvoeren. Controleer of bewegende
delen goed uitgelijnd zijn en niet vastgelopen zijn,
of onderdelen niet kapot zijn en stevig
gemonteerd zijn, en enige andere situatie die van
invloed kan zijn op de werking van het
gereedschap. Een beschermkap of ander
onderdeel dat beschadigd is, dient vakkundig te
worden gerepareerd of vervangen door een
erkend servicecentrum, behalve indien anders
aangegeven in deze gebruiksaanwijzing.
4. Schakel de motor alleen in wanneer de handen en
voeten uit de buurt van het snijgarnituur zijn.
5. Controleer vóór het starten of het snijgarnituur
geen contact maakt met harde voorwerpen, zoals
takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten het
snijgarnituur zal ronddraaien.
43
Gebruiksmethode
1. Gebruik het gereedschap nooit met beschadigde
beschermkappen of zonder aangebrachte
beschermkappen.
2. Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht en
zicht. Wees in de winter bedacht op gladde of
natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor
uitglijden). Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
3. Wees voorzichtig uw handen en voeten niet te
verwonden aan het snijgarnituur.
4. Houd altijd handen en voeten uit de buurt van het
snijgarnituur, met name bij het inschakelen van de
motor.
5. Maai nooit boven heuphoogte.
6. Sta nooit op een ladder met draaiend
gereedschap.
7. Werk nooit op onstabiele oppervlakken.
8. Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand
en goede lichaamsbalans.
9. Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen
uw werkbereik vindt. Vreemde voorwerpen
kunnen het snijgarnituur beschadigen en
opgeworpen worden waardoor ernstig persoonlijk
letsel kan worden veroorzaakt.
10. Als het snijgarnituur stenen of andere harde
voorwerpen raakt, moet u de motor onmiddellijk
uitschakelen en het snijgarnituur controleren.
11. Voordat u begint te maaien, moet het snijgarnituur
op maximaal toerental draaien.
12. Houd tijdens gebruik het gereedschap altijd met
twee handen vast. Houd het gereedschap tijdens
het gebruik nooit met slechts één hand vast. Zorg
er altijd voor dat u stevig staat.
13. De volledige veiligheidsuitrusting, zoals een
beschermkap die bij het gereedschap wordt
geleverd, moeten tijdens het werk worden
gebruikt.
14. Behalve in noodgevallen mag u het gereedschap
nooit op de grond laten vallen of weggooien
omdat hierdoor het gereedschap zwaar
beschadigd kan raken.
15. Sleep het gereedschap nooit over de grond
wanneer u het wilt verplaatsen omdat hierdoor het
gereedschap kan worden beschadigd.
16. Verwijder altijd de accu uit het gereedschap:
iedere keer als u het gereedschap onbeheerd
achterlaat;
voordat u een verstopping opheft;
voordat u het gereedschap controleert, reinigt
of er werkzaamheden aan gaat verrichten;
voordat u enige afstelling maakt, een
accessoire vervangt of het gereedschap
opbergt;
als het gereedschap op ongebruikelijke manier
begint te trillen;
wanneer u het gereedschap gaat vervoeren.
17. Forceer het gereedschap niet. Het gereedschap
werkt beter en met een kleinere kans op letsel op
de manier waarvoor het is ontworpen.
Onderhoudsinstructies
1. De toestand van het snijgarnituur, de
veiligheidsuitrusting moet worden gecontroleerd
voor aanvang van de werkzaamheden.
2. Schakel de motor uit en verwijder de accu voordat
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, het
snijgarnituur vervangt, of het gereedschap
schoonmaakt.
3. Verwijder na gebruik de accu van het gereedschap
en controleer op beschadigingen.
4. Controleer op loszittende bevestigingen en
beschadigde onderdelen, zoals bijna half-
doorgescheurd in het snijgarnituur.
5. Wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt,
bergt u het op op een droge plaats die op slot kan
of buiten bereik van kinderen ligt.
6. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant
aanbevolen vervangingsonderdelen en
accessoires.
7. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen altijd vrij
zijn van vuil.
8. Inspecteer en onderhoud het gereedschap
regelmatig, met name vóór en na gebruik. Laat het
gereedschap alleen repareren door een erkend
servicecentrum.
9. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vetten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ENC007-7
VOOR ACCU’S
1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u
eerst alle instructies en
waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2)
de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt
aangebracht.
2. Haal de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden,
stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan
dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een explosie.
4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit
met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk
een arts. Dit kan leiden tot verlies van
gezichtsvermogen.
5. Sluit de accu niet kort:
(1) Raak de accupolen niet aan met enig
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze
in aanraking kan komen met andere metalen
voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
44
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge
stroomsterkte, oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een defect.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50 °C of hoger.
7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze
al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De
accu kan in een vuur exploderen.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of
ergens tegenaan stoot.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Tips voor een lange levensduur van de
accu
1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
4. Laad de accu ieder half jaar op als u deze
gedurende een lange tijd niet gebruikt.
Beschrijving van de onderdelen
(zie afb 4)
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld
en dat de accu is verwijderd voordat u de werking
van het gereedschap aanpast of controleert. Als het
gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet
uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per
ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 5)
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
eraf.
Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan totdat het rode deel
niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu
per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen
in uw omgeving verwonden.
Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet
gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze
niet goed aangebracht.
In- en uitschakelen
WAARSCHUWING:
Controleer altijd, voordat u de accu in het
gereedschap steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de
uit-stand nadat deze is losgelaten. Knijp de aan/uit-
schakelaar niet hard in zonder de uit-
vergrendelknop te bedienen. Hierdoor kan de aan/
uit-schakelaar stuk gaan. Het gebruik van
gereedschap met een schakelaar die niet goed werkt,
kan leiden tot verlies van controle en ernstige
verwondingen (zie afb. 6).
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de uit-
vergrendelknop in en knijpt u daarna de aan/uit-
schakelaar in. De draaisnelheid van het gereedschap
neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de aan/uit-
schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los om het
gereedschap te stoppen.
Omkeerschakelaar voor verwijderen van
vuil (zie afb. 7)
Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar.
Omkering van de draairichting wordt allen gebruikt
wanneer onkruid of vuil verstrikt zit in het gereedschap.
Om het gereedschap te bedienen moet normaal
gesproken op de “A”-kant van de schakelaar zijn
ingedrukt.
Als onkruid of vuil verstrikt zit rond het draaiende
snijgarnituur, kan de draairichting worden omgekeerd
door de “B”-kant van de schakelaar in te drukken. In de
stand voor de omgekeerde draairichting werkt het
gereedschap slechts een korte tijd, waarna het
gereedschap automatisch wordt uitgeschakeld.
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd voordat u
onkruid of vuil verwijdert dat verstrikt zit rond het
snijgarnituur en niet werd verwijderd door
bediening van de omkeerschakelaar. Als het
gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet
uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per
ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
KENNISGEVING:
Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen.
Verander de draairichting niet terwijl de snijkop nog
45
draait omdat hierdoor het gereedschap kan worden
beschadigd.
De snelheid veranderen (zie afb. 8)
Twee draaisnelheidsbereiken kunnen vooraf worden
ingesteld met behulp van de draaisnelheid-
keuzeschakelaar.
Door de draaisnelheid-keuzeschakelaar in stand “1” te
zetten, wordt het gereedschap in het lage
draaisnelheidsbereik gezet, en door hem in stand “2” te
zetten, wordt het gereedschap in het hoge
draaisnelheidsbereik gezet.
Accu- en motorbeveiligingssysteem
Het gereedschap en de accu zijn voorzien van
veiligheidsfuncties die automatisch de voeding zullen
verminderen of uitschakelen wanneer zich een
overbelastingssituatie voordoet waarin het gereedschap
of de accu kan worden beschadigd.
Voor het geval het gereedschap overbelast wordt, maar
niet geblokkeerd wordt, is een beveiligingsinrichting
aanwezig die het toerental verlaagt om de motor te
beschermen. In dat geval zullen de twee lampjes,
beschreven in de onderstaande tabel, niet branden of
knipperen.
Alle andere veiligheidsfuncties kunnen worden
geïdentificeerd door de lampjes beschreven in de
onderstaande tabel (zie afb. 9).
010823
Nylondraad-snijkop
KENNISGEVING:
Probeer niet de snijkop op de grond te stoten om
nylondraad aan te voeren terwijl het gereedschap op
een hoog toerental draait. Als het gereedschap bij een
hoog toerental op de grond wordt gestoten, kan de
nylondraad-snijkop worden beschadigd.
Het aanvoeren van nylondraad zal niet goed werken
wanneer de snijkop niet draait (zie afb. 10).
De nylondraad-snijkop is een dubbele-draadkop uitgerust
met een stoot-aanvoermechanisme.
Om nylondraad aan te voeren, stoot u de snijkop op de
grond terwijl deze op een laag toerental draait. De
nylondraad wordt automatisch afgesneden op de juiste
lengte door de mesjes in de beschermkap.
OPMERKING:
Als de nylon draad niet automatisch wordt aangevoerd
wanneer de snijkop op de grond wordt gestoten, volgt u
de procedures die zijn beschreven onder “Onderhoud
om de nylondraad opnieuw op te wikkelen of te
vervangen.
Stoot het gereedschap niet tegen een betonnen of
asfalt ondergrond. Als u tegen dergelijke ondergronden
stoot, kan het gereedschap worden beschadigd.
Indicator voor resterende acculading
(alleen voor de modellen met accu
AP-3622)
Accu AP-3622 is uitgerust met een indicator voor de
resterende acculading (zie afb. 11).
Druk op de CHECK-knop om de resterende acculading te
zien. De indicatorlampjes branden gedurende ongeveer
drie seconden.
Toestand van accu/gereedschap Te nemen maatregelen
Knippert De acculading is bijna opgebruikt.
Vervang de accu door een volledig
opgeladen accu.
–Brandt
De accubeschermer schakelt de stroom
uit - de acculading is volledig opgebruikt.
Vervang de accu door een volledig
opgeladen accu.
Knippert
De overbelastingsbeveiliging schakelt de
stroom uit - de motor wordt geblokkeerd.
Laat de aan/uit-schakelaar los en hef de
oorzaak van de motorblokkering of
overbelasting op. Als het snijgarnituur
geblokkeerd wordt door verstrikt onkruid
of iets dergelijks, verwijdert u altijd de
accu voordat u de blokkering opheft.
Brandt
De oververhittingsbeveiliging schakelt de
stroom uit - oververhitting.
Laat het gereedschap enige tijd
afkoelen.
Knippert Knippert Elektrische of elektronische storing
Vraag uw plaatselijk erkende
servicecentrum het gereedschap te
repareren.
46
011713
Wanneer alleen het onderste lampje knippert (naast de
letter “E”), of wanneer geen van de lampjes branden, is
de acculading op en werkt het gereedschap niet meer.
In dit geval, laadt u de accu op of vervangt u de lege
accu door een volledig opgeladen accu.
Wanneer twee of meer lampjes niet branden, ook niet
nadat het opladen voltooid is, betekent dit dat de accu
het einde van zijn levensduur bereikt heeft.
Wanneer de bovenste twee en de onderste twee
lampjes beurtelings branden, kan een storing in de
accu opgetreden zijn. Neem contact op met u uw
plaatselijk, erkend Dolmar-servicecentrum.
OPMERKING:
De aangegeven acculading kan lager zijn de werkelijke
accuading tijdens gebruik of onmiddellijk na gebruik
van het gereedschap.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
WAARSCHUWING:
Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens
enige werkzaamheden aan het gereedschap te
verrichten. Als het gereedschap niet wordt
uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap
wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Start het gereedschap nooit voordat het op de
juiste wijze is gemonteerd. Door het gereedschap in
een gedeeltelijk gemonteerde toestand te laten
werken, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
De handgreep aanbrengen (zie afb. 12)
Monteer de handgreep op de pijpas en zet hem met twee
schroeven vast. Zorg ervoor dat de afstandshouder zich
op de pijpas bevindt tussen de beugelhandgreep en de
achterhandgreep. Verwijder of verkort de afstandshouder
niet.
OPMERKING:
In sommige landen wordt de afstandshouder niet bij
het gereedschap geleverd. Lijn in dat geval de
handgreep uit met de verste lijn aangegeven door de
pijlmarkeringen.
De beschermkap aanbrengen (zie afb. 13)
WAARSCHUWING:
Gebruik het gereedschap nooit zonder dat de
beschermkap is aangebracht, zoals aangegeven in
de afbeelding. Als u zich hier niet aan houdt, kan
ernstig persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
LET OP:
Wees tijdens het aanbrengen voorzichtig dat u het
scherpe mesje in de beschermkap voor het
afsnijden van de nylondraad niet aanraakt.
Aanraking van het mesje kan leiden tot persoonlijk
letsel (zie afb. 14).
Plaats de beschermkap zodanig dat de rib van de schacht
valt in de groef van de beschermkap. Bevestig daarna de
beschermkap en het beschermstuk aan de klem met twee
bouten, zoals afgebeeld. Draai de linker- en rechterbout
gelijkmatig vast.
De nylondraad-snijkop aanbrengen
LET OP:
Gebruik de nylondraad-snijkop uitsluitend met
aangebrachte beschermkap. Als u dat niet doet, kan
dit leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
OPMERKING:
Gebruik altijd een originele nylondraad-snijkop van
Dolmar.
Draai het gereedschap ondersteboven zodat u de
nylondraad-snijkop gemakkelijk kunt vervangen (zie
afb. 15).
Voordat u de nylondraad-snijkop aanbrengt, draait u de
snijkop-houder totdat u een sleuf kunt zien onder het gat.
Steek de borgspie door het gat zodat de aandrijfas niet
kan draaien.
Draai daarna de snijkop rechtsom op de aandrijfas terwijl
u de borgspie vasthoudt totdat de snijkop stevig vastzit.
Nadat de snijkop is aangebracht, verwijdert u de borgspie.
Zorg ervoor dat de snijkop stevig bevestigd is voordat u
het gereedschap gebruikt.
Om de nylondraad-snijkop eraf te halen, draait u hem
linksom terwijl u de borgspie vasthoudt.
LET OP:
Als de nylondraad-snijkop tijdens gebruik per
ongeluk een steen of hard voorwerp raakt, schakelt
u het gereedschap uit en controleert u het op
beschadigingen. Als de nylondraad-snijkop
beschadigd is, vervangt u hem onmiddellijk. Anders
kan hij uit elkaar vliegen en ernstig persoonlijk letsel
veroorzaken.
Status van lampjes
Resterende acculading
Brandt Uit Knippert
E F
70% t/m 100%
45% t/m 70%
20% t/m 45%
0% t/m 20%
Laad de accu op.
Er kan een storing in
de accu zijn
opgetreden.
47
BEDIENING
BEDIENING
LET OP:
Maai lang gras niet in één keer. Als u lang gras in
één keer vlak boven de grond afmaait, kan door
rondgewikkeld gras de motor overbelast raken en het
gereedschap worden beschadigd.
Zorg ervoor dat de snijkop de grond niet raakt.
Hierdoor kan de motor overbelast raken waardoor het
gereedschap wordt beschadigd.
Duw de graskantmaaier niet het dichtbegroeide gras in
(zie afb. 16).
LET OP:
Zorg ervoor dat de graskantmaaier niet de grond in
maait.
Gras maaien naast een boom, betonblok,
tuinmuur, siersteen of dergelijke (zie
afb. 17)
Kantel het gereedschap en let erop dat het gereedschap
de grond niet raakt. Breng de punt van de nylondraad in
aanraking met het gras. Het kan nodig zijn nylondraad
aan te voeren omdat de punt van de nylondraad de grond
raakt en sneller slijt dan gebruikelijk.
OPMERKING:
Als de graskantmaaier te dicht bij een boom,
betonblok, tuinmuur, siersteen of dergelijke komt
tijdens het maaien van grasranden of soortgelijke
werkzaamheden, kan de nylondraad halverwege
binnenin de snijkop worden afgesneden. Schakel in dat
geval het gereedschap uit, verwijder de snijkop en
breng de snijkop vervolgens op de juiste wijze aan.
Voor informatie over het correct aanbrengen van de
nylondraad, raadpleegt u de tekst onder “Onderhoud”.
Wij adviseren u het gereedschap op meer dan 5 cm
afstand te houden van een boom, betonblok, tuinmuur,
siersteen en dergelijke zodat de punt van de nylondraad
het harde voorwerp niet raakt en het gereedschap op zijn
best presteert.
Schakel de graskantmaaier in voordat deze het te maaien
gras raakt.
Maai het gras met de punt van de nylondraad door de
graskantmaaier van rechts naar links te bewegen en
langzaam vooruit te gaan, waarbij u de graskantmaaier
onder een hoek van 30° ten opzichte van de grond houdt.
Maai hoog gras in lagen en begin altijd bovenaan en werk
stapsgewijs omlaag.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u
een inspectie of onderhoud aan het gereedschap
uitvoert. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld
en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd,
kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
OPMERKING:
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz.
Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten.
De nylondraad vervangen
WAARSCHUWING:
Controleer of het deksel van de nylondraad-snijkop
goed op de behuizing is bevestigd, zoals hieronder
beschreven. Als u het deksel niet stevig bevestigt, kan
de nylondraad-snijkop uit elkaar vliegen en ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken (zie afb. 18).
Druk de vergrendelnokken van de behuizing naar binnen
om het deksel eraf te tillen. Gooi eventueel resterende
nylondraad weg (zie afb. 19).
Haak het midden van de nieuwe nylondraad in de
inkeping in het midden van de draadspoel tussen de
2 kanalen waarin de nylondraad moet worden
opgewikkeld. Eén uiteinde van de nylondraad moet
ongeveer 80 mm langer zijn dan het andere uiteinde.
Wikkel beide uiteinden stevig op de draadspoel in de
richting aangegeven op de snijkop met RH voor
rechterwikkelrichting. (zie afb. 20).
Wikkel op 100 mm na de volledige lengte van de
nylondraad op de draadspoel, en haak de uiteinden
tijdelijk in de inkeping in de zijkant van de draadspoel. (zie
afb. 21).
Plaats de draadspoel in de behuizing zodat de groeven en
uitsteeksels op de spoel overeenkomen met die in de
behuizing. Zorg ervoor dat de zijkant van de draadspoel
waarop de letters staan naar buiten wijst. Maak
vervolgens de uiteinden van de nylondraad los uit hun
tijdelijke positie en voer de nylondraden door de oogjes
zodat ze uit de behuizing steken (zie afb. 22).
Lijn het uitsteeksel op de onderkant van het deksel uit met
de sleuven naar de oogjes. Druk daarna het deksel stevig
op de behuizing zodat hij wordt vergrendeld. Controleer of
de vergrendelnokken zich volledig spreiden in het deksel.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Dolmar-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Dolmar-
vervangingsonderdelen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens om reparatie te verzoeken, voert u eerst zelf een
inspectie uit. Als u een probleem ondervindt dat niet in
deze handleiding wordt beschreven, mag u niet proberen
het gereedschap uit elkaar te halen. Vraag in plaats
daarvan een erkend Dolmar-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Dolmar-
vervangingsonderdelen, het gereedschap te repareren.
48
012856
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Dolmar-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Dolmar-servicecentrum.
Originele Dolmar-accu en -lader
Accuomvormer AA-3618CL
OPMERKING:
Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Geluid
ENG905-1
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN786:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 82 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 90 dB (A)
Onzekerheid (K): 0,4 dB (A)
Draag gehoorbescherming
Trilling
ENG904-1
De trillingsemissiewaarde is bepaald volgens EN786:
Trillingsemissie (a
h
): 5,5 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Toestand tijdens defect Oorzaak Handeling
Motor loopt niet.
De accu is niet aangebracht. Breng de accu aan.
Probleem met de accu (lage spanning).
Laad de accu op. Als het opladen niet
helpt, vervangt u de accu.
De aandrijving werkt niet goed.
Vraag uw plaatselijk erkende
servicecentrum het gereedschap te
repareren.
De motor stopt na kort te hebben
gedraaid.
De draairichting is omgekeerd.
Verander de draairichting met de
omkeerschakelaar.
De accu is bijna leeg.
Laad de accu op. Als het opladen niet
helpt, vervangt u de accu.
Oververhitting.
Stop het gebruik van het gereedschap
en laat het afkoelen.
Het gereedschap bereikt het
maximale toerental niet.
De accu is niet goed aangebracht.
Breng de accu aan zoals beschreven in
deze gebruiksaanwijzing.
Het accuvermogen neemt af.
Laad de accu op. Als het opladen niet
helpt, vervangt u de accu.
De aandrijving werkt niet goed.
Vraag uw plaatselijk erkende
servicecentrum het gereedschap te
repareren.
De nylondraad wordt niet
aangevoerd.
De nylondraad is opgebruikt of binnenin
de draadspoel in de knoop geraakt.
Wikkel de nylondraad opnieuw op.
De nylondraad is niet op de juiste
lengte afgesneden.
Het mesje in de beschermkap is
beschadigd of ontbreekt.
Vraag uw plaatselijk erkende
servicecentrum het gereedschap te
repareren.
De nylondraad steekt buiten de
beschermkap uit.
Wikkel de nylondraad opnieuw op.
De snijkop draait niet:
Schakel het gereedschap
onmiddellijk uit!
Een vreemd voorwerp, zoals een tak, zit
vastgeklemd tussen de beschermkap en
de nylondraad-snijkop.
Verwijder het vreemde voorwerp.
De aandrijving werkt niet goed.
Vraag uw plaatselijk erkende
servicecentrum het gereedschap te
repareren.
Abnormale trillingen:
Schakel het gereedschap
onmiddellijk uit!
Een van de nylondraden is gebroken en
de snijkop is uit balans geraakt.
Stoot de nylondraad-snijkop tegen de
grond terwijl deze draait zodat nieuwe
nylondraad wordt aangevoerd.
De aandrijving werkt niet goed.
Vraag uw plaatselijk erkende
servicecentrum het gereedschap te
repareren.
De snijkop en de motor kunnen niet
stoppen:
Verwijder de accu onmiddellijk!
Elektrische of elektronische storing.
Verwijder de accu en vraag uw
plaatselijk erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.
49
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Alleen voor Europese landen
ENH222-1
EU-verklaring van conformiteit
Ondergetekenden, Tamiro Kishima en Rainer
Bergfeld, als erkende vertegenwoordigers van Dolmar
GmbH, verklaren dat de DOLMAR-machine(s):
Aanduiding van de machine:
Accugraskantmaaier
Modelnr./Type: AL-3630
Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE
GEGEVENS”.
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EC en 2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745, EN60335
De technische documentatie wordt bewaard door:
Dolmar GmbH,
Jenfelder Straße 38, Abteilung FZ,
D-22045 Hamburg
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door
Richtlijn 2000/14/EC was is Overeenstemming met annex
VI.
Officiële instantie:
TÜV Rheinland LGA Products GmbH
Tillystraße 2
90431 Nürnberg, Duitsland
Identificatienummer 0197
Gemeten geluidsvermogenniveau: 90 dB (A)
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 91 dB (A)
29. 12. 2011
Tamiro Kishima Rainer Bergfeld
Hoofddirecteur Hoofddirecteur

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van het onderdelenoverzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Accu Indicatorlampje Aan/uit-schakelaar Handgrepen Beschermkap Snijgarnituur Rode deel Knop Uit-vergrendelknop Omkeerschakelaar Draaisnelheid-keuzeschakelaar Status van lampjes Meest effectieve maaigebied CHECK-knop Afstandshouder Nylondraad-snijkop Bouten Beschermstuk Borgspie Snijkophouder 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. Deksel Vergrendelnokken Drukken Draadspoel Voor rechtsom draaien Inkepingen Oogjes Uitsteeksel (niet zichtbaar) Sleuf naar het oogje TECHNISCHE GEGEVENS Model Onbelast toerental AL-3630 Hoog 0 - 7.000 min-1 Laag 0 - 5.100 min-1 Totale lengte 1.720 mm Maaidiameter met nylondraad-snijkop 300 mm Netto gewicht 5,1 kg Nominale spanning 36 V gelijkstroom Standaardaccu(’s) Waarschuwing: Gebruik uitsluitend de aangegeven accu(’s). AP-363 en AP-3622 • Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving. • Specificaties en accu’s kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003 Symbolen END020-1 Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze betekenen alvorens de accu te gebruiken. ................... Besteed bijzondere zorg en aandacht. ........ Lees de gebruiksaanwijzing. .................. Gevaar: wees bedacht op opgeworpen voorwerpen. .................. De afstand tussen het gereedschap en omstanders moet minstens 15 meter te zijn. ........... Houd omstanders uit de buurt. .......... Blijf minstens 15 meter uit de buurt. ................... Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en gehoorbescherming. ................... Stel het gereedschap niet bloot aan vocht. .................... Toegestaan maximumtoerental. ........... Gebruik nooit een metalen snijblad. Cd Ni-MH ............. Alleen voor EU-landen Li-ion Geef elektrisch gereedschap en accu’s niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/ EC inzake oude elektrische en elektronische apparaten, 2006/66/EC inzake batterijen en accu’s en oude batterijen en accu’s en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dienen gebruikt elektrisch gereedschap en accu’s gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclebedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. ................... Draag veiligheidshandschoenen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .................. Draag stevige schoenen met antislipzolen. Veiligheidsschoenen met stalen neuzen worden aanbevolen. WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. GEB092-4 41 Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. 1. Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningselementen en het juiste gebruik van het gereedschap. 2. Na het uitschakelen van de motor blijft het snijgarnituur nog even ronddraaien. 3. Laat in geen geval het gereedschap gebruiken door kinderen of personen die niet bekend zijn met de instructies. 4. Onderbreek het gebruik van het gereedschap wanneer andere personen, met name kinderen, of huisdieren in de buurt komen. 5. Gebruik het gereedschap alleen bij daglicht of voldoende kunstlicht. 6. Vóór gebruik van het gereedschap en na iedere botsing, controleert u op tekenen van slijtage of beschadiging, en repareert u het gereedschap zo nodig. 7. Wees voorzichtig dat u geen letsel oploopt door het mesje voor het op lengte afsnijden van de nylondraad. Nadat u de nylondraad hebt uitgetrokken, zet u het gereedschap altijd eerst terug rechtop voordat u hem inschakelt. 8. Monteer nooit een metalen snijgarnituur. 9. Dit gereedschap is niet geschikt voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met een verminderd lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk vermogen, of gebrek aan kennis en ervaring, behalve indien zij instructies hebben gehad en onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen dienen onder toezicht te staan om ervoor te zorgen dat zij niet met het gereedschap spelen. 10. Gebruik het gereedschap met de hoogstmogelijke zorg en aandacht. 11. Gebruik het gereedschap alleen als u in goede lichamelijke conditie bent. Werk altijd rustig en voorzichtig. Gebruik uw gezond verstand en denk eraan dat de gebruiker van het gereedschap verantwoordelijk is voor ongelukken en gevaren die personen of hun eigendommen kunnen overkomen. 12. Bedien het gereedschap nooit wanneer u vermoeid bent, zich ziek voelt, of onder invloed bent van alcohol of drugs. 13. Het gereedschap moet onmiddellijk uitgeschakeld worden als tekenen van een ongebruikelijke werking merkbaar zijn. Bedoeld gebruik van het gereedschap 1. Gebruik het juiste gereedschap. De accugraskantmaaier is uitsluitend bedoeld voor het maaien van gras en kleine onkruiden. Het mag niet worden gebruikt voor enig ander doel, zoals heggen snoeien, aangezien dit tot letsel kan leiden. Persoonlijke-veiligheidsuitrusting (zie afb. 1 en 2) 1. Draag geschikte kleding. De te dragen kleding dient functioneel en geschikt te zijn, d.w.z. nauwsluitend zonder te hinderen. Draag geen juwelen of kleding die verstrikt kunnen raken in 42 hoog gras. Draag een haarbedekking om lang haar uit de weg te houden. 2. Draag altijd stevige schoenen met een antislipzool wanneer u het gereedschap gebruikt. Dit beschermt u tegen letsel en garandeert dat u stevig staat. 3. Draag een veiligheidsbril of een spatscherm. Elektrische veiligheid en accu 1. Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik het gereedschap niet op vochtige of natte plaatsen en stel het niet bloot aan regen. Als water binnendringt in het gereedschap, wordt de kans op een elektrische schok groter. 2. Laad alleen op met de acculader aanbevolen door de fabrikant. Een acculader die geschikt is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar opleveren indien gebruikt met een ander type accu. 3. Gebruik het gereedschap uitsluitend met de daarvoor bestemde accu. Als u een andere accu erin gebruikt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of brand. 4. Werp de accu niet in een vuur. De accu kan exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor mogelijke speciale verwerkingsvereisten. 5. Open of vervorm de accu niet. Het elektrolyt is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken. Het gereedschap inschakelen (zie afb. 3) 1. Controleer of er geen kinderen of andere mensen aanwezig zijn binnen een werkbereik van 15 meter en let ook op of er geen dieren in de werkomgeving zijn. Als dat het geval is, stopt u met het gebruik van het gereedschap. 2. Controleer voor gebruik altijd of het gereedschap veilig is om te gebruiken. Controleer de veiligheid van het snijgarnituur en de beschermkap, en controleer of de aan/uit-schakelaar goed werkt en gemakkelijk kan worden bediend. Controleer of de handgrepen schoon en droog zijn en test de werking van de aan/uit-schakelaar. 3. Controleer op beschadigde onderdelen voordat u het gereedschap verder gebruikt. Een beschermkap of ander onderdeel day beschadigd is, moet nauwkeurig worden onderzocht om te beoordelen of het goed werkt en zijn beoogde functie kan uitvoeren. Controleer of bewegende delen goed uitgelijnd zijn en niet vastgelopen zijn, of onderdelen niet kapot zijn en stevig gemonteerd zijn, en enige andere situatie die van invloed kan zijn op de werking van het gereedschap. Een beschermkap of ander onderdeel dat beschadigd is, dient vakkundig te worden gerepareerd of vervangen door een erkend servicecentrum, behalve indien anders aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. 4. Schakel de motor alleen in wanneer de handen en voeten uit de buurt van het snijgarnituur zijn. 5. Controleer vóór het starten of het snijgarnituur geen contact maakt met harde voorwerpen, zoals takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten het snijgarnituur zal ronddraaien. Gebruiksmethode 1. Gebruik het gereedschap nooit met beschadigde beschermkappen of zonder aangebrachte beschermkappen. 2. Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht en zicht. Wees in de winter bedacht op gladde of natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor uitglijden). Zorg er altijd voor dat u stevig staat. 3. Wees voorzichtig uw handen en voeten niet te verwonden aan het snijgarnituur. 4. Houd altijd handen en voeten uit de buurt van het snijgarnituur, met name bij het inschakelen van de motor. 5. Maai nooit boven heuphoogte. 6. Sta nooit op een ladder met draaiend gereedschap. 7. Werk nooit op onstabiele oppervlakken. 8. Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand en goede lichaamsbalans. 9. Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen uw werkbereik vindt. Vreemde voorwerpen kunnen het snijgarnituur beschadigen en opgeworpen worden waardoor ernstig persoonlijk letsel kan worden veroorzaakt. 10. Als het snijgarnituur stenen of andere harde voorwerpen raakt, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur controleren. 11. Voordat u begint te maaien, moet het snijgarnituur op maximaal toerental draaien. 12. Houd tijdens gebruik het gereedschap altijd met twee handen vast. Houd het gereedschap tijdens het gebruik nooit met slechts één hand vast. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. 13. De volledige veiligheidsuitrusting, zoals een beschermkap die bij het gereedschap wordt geleverd, moeten tijdens het werk worden gebruikt. 14. Behalve in noodgevallen mag u het gereedschap nooit op de grond laten vallen of weggooien omdat hierdoor het gereedschap zwaar beschadigd kan raken. 15. Sleep het gereedschap nooit over de grond wanneer u het wilt verplaatsen omdat hierdoor het gereedschap kan worden beschadigd. 16. Verwijder altijd de accu uit het gereedschap: – iedere keer als u het gereedschap onbeheerd achterlaat; – voordat u een verstopping opheft; – voordat u het gereedschap controleert, reinigt of er werkzaamheden aan gaat verrichten; – voordat u enige afstelling maakt, een accessoire vervangt of het gereedschap opbergt; – als het gereedschap op ongebruikelijke manier begint te trillen; – wanneer u het gereedschap gaat vervoeren. 17. Forceer het gereedschap niet. Het gereedschap werkt beter en met een kleinere kans op letsel op de manier waarvoor het is ontworpen. Onderhoudsinstructies 1. De toestand van het snijgarnituur, de veiligheidsuitrusting moet worden gecontroleerd voor aanvang van de werkzaamheden. 2. Schakel de motor uit en verwijder de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, het snijgarnituur vervangt, of het gereedschap schoonmaakt. 3. Verwijder na gebruik de accu van het gereedschap en controleer op beschadigingen. 4. Controleer op loszittende bevestigingen en beschadigde onderdelen, zoals bijna halfdoorgescheurd in het snijgarnituur. 5. Wanneer het gereedschap niet wordt gebruikt, bergt u het op op een droge plaats die op slot kan of buiten bereik van kinderen ligt. 6. Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen en accessoires. 7. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen altijd vrij zijn van vuil. 8. Inspecteer en onderhoud het gereedschap regelmatig, met name vóór en na gebruik. Laat het gereedschap alleen repareren door een erkend servicecentrum. 9. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vetten. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende product altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet volgen van de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ENC007-7 VOOR ACCU’S 1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u eerst alle instructies en waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2) de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt aangebracht. 2. Haal de accu niet uit elkaar. 3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden, stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een explosie. 4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk een arts. Dit kan leiden tot verlies van gezichtsvermogen. 5. Sluit de accu niet kort: (1) Raak de accupolen niet aan met enig geleidend materiaal. (2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze in aanraking kan komen met andere metalen voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. 43 6. 7. 8. 9. Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge stroomsterkte, oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een defect. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50 °C of hoger. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De accu kan in een vuur exploderen. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of ergens tegenaan stoot. Gebruik nooit een beschadigde accu. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. Tips voor een lange levensduur van de accu 1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is. Wanneer u merkt dat het gereedschap minder vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en laadt u eerst de accu op. 2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op. Te lang opladen verkort de levensduur van de accu. 3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst afkoelen voordat u deze oplaadt. 4. Laad de accu ieder half jaar op als u deze gedurende een lange tijd niet gebruikt. Beschrijving van de onderdelen (zie afb 4) BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES WAARSCHUWING: • Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het gereedschap aanpast of controleert. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. De accu aanbrengen en verwijderen (zie afb. 5) LET OP: • Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. • Houd het gereedschap en de accu stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden veroorzaakt. Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu eraf. Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een 44 klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht. LET OP: • Breng de accu altijd helemaal aan totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden. • Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze niet goed aangebracht. In- en uitschakelen WAARSCHUWING: • Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten. Knijp de aan/uitschakelaar niet hard in zonder de uitvergrendelknop te bedienen. Hierdoor kan de aan/ uit-schakelaar stuk gaan. Het gebruik van gereedschap met een schakelaar die niet goed werkt, kan leiden tot verlies van controle en ernstige verwondingen (zie afb. 6). Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht. Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de uitvergrendelknop in en knijpt u daarna de aan/uitschakelaar in. De draaisnelheid van het gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de aan/uitschakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen. Omkeerschakelaar voor verwijderen van vuil (zie afb. 7) Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar. Omkering van de draairichting wordt allen gebruikt wanneer onkruid of vuil verstrikt zit in het gereedschap. Om het gereedschap te bedienen moet normaal gesproken op de “A”-kant van de schakelaar zijn ingedrukt. Als onkruid of vuil verstrikt zit rond het draaiende snijgarnituur, kan de draairichting worden omgekeerd door de “B”-kant van de schakelaar in te drukken. In de stand voor de omgekeerde draairichting werkt het gereedschap slechts een korte tijd, waarna het gereedschap automatisch wordt uitgeschakeld. WAARSCHUWING: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd voordat u onkruid of vuil verwijdert dat verstrikt zit rond het snijgarnituur en niet werd verwijderd door bediening van de omkeerschakelaar. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. KENNISGEVING: • Controleer altijd de draairichting alvorens het gereedschap te gebruiken. • Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Verander de draairichting niet terwijl de snijkop nog draait omdat hierdoor het gereedschap kan worden beschadigd. De snelheid veranderen (zie afb. 8) Twee draaisnelheidsbereiken kunnen vooraf worden ingesteld met behulp van de draaisnelheidkeuzeschakelaar. Door de draaisnelheid-keuzeschakelaar in stand “1” te zetten, wordt het gereedschap in het lage draaisnelheidsbereik gezet, en door hem in stand “2” te zetten, wordt het gereedschap in het hoge draaisnelheidsbereik gezet. Accu- en motorbeveiligingssysteem Het gereedschap en de accu zijn voorzien van veiligheidsfuncties die automatisch de voeding zullen verminderen of uitschakelen wanneer zich een overbelastingssituatie voordoet waarin het gereedschap of de accu kan worden beschadigd. Voor het geval het gereedschap overbelast wordt, maar niet geblokkeerd wordt, is een beveiligingsinrichting aanwezig die het toerental verlaagt om de motor te beschermen. In dat geval zullen de twee lampjes, beschreven in de onderstaande tabel, niet branden of knipperen. Alle andere veiligheidsfuncties kunnen worden geïdentificeerd door de lampjes beschreven in de onderstaande tabel (zie afb. 9). Toestand van accu/gereedschap – Knippert – Brandt De acculading is bijna opgebruikt. Te nemen maatregelen Vervang de accu door een volledig opgeladen accu. De accubeschermer schakelt de stroom Vervang de accu door een volledig uit - de acculading is volledig opgebruikt. opgeladen accu. Knippert – Laat de aan/uit-schakelaar los en hef de oorzaak van de motorblokkering of De overbelastingsbeveiliging schakelt de overbelasting op. Als het snijgarnituur stroom uit - de motor wordt geblokkeerd. geblokkeerd wordt door verstrikt onkruid of iets dergelijks, verwijdert u altijd de accu voordat u de blokkering opheft. Brandt – De oververhittingsbeveiliging schakelt de Laat het gereedschap enige tijd stroom uit - oververhitting. afkoelen. Knippert Knippert Elektrische of elektronische storing Vraag uw plaatselijk erkende servicecentrum het gereedschap te repareren. 010823 Nylondraad-snijkop KENNISGEVING: • Probeer niet de snijkop op de grond te stoten om nylondraad aan te voeren terwijl het gereedschap op een hoog toerental draait. Als het gereedschap bij een hoog toerental op de grond wordt gestoten, kan de nylondraad-snijkop worden beschadigd. • Het aanvoeren van nylondraad zal niet goed werken wanneer de snijkop niet draait (zie afb. 10). De nylondraad-snijkop is een dubbele-draadkop uitgerust met een stoot-aanvoermechanisme. Om nylondraad aan te voeren, stoot u de snijkop op de grond terwijl deze op een laag toerental draait. De nylondraad wordt automatisch afgesneden op de juiste lengte door de mesjes in de beschermkap. Indicator voor resterende acculading (alleen voor de modellen met accu AP-3622) Accu AP-3622 is uitgerust met een indicator voor de resterende acculading (zie afb. 11). Druk op de CHECK-knop om de resterende acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedurende ongeveer drie seconden. OPMERKING: • Als de nylon draad niet automatisch wordt aangevoerd wanneer de snijkop op de grond wordt gestoten, volgt u de procedures die zijn beschreven onder “Onderhoud” om de nylondraad opnieuw op te wikkelen of te vervangen. • Stoot het gereedschap niet tegen een betonnen of asfalt ondergrond. Als u tegen dergelijke ondergronden stoot, kan het gereedschap worden beschadigd. 45 Status van lampjes Resterende acculading Brandt E Uit Knippert F 70% t/m 100% 45% t/m 70% 20% t/m 45% 0% t/m 20% Laad de accu op. Er kan een storing in de accu zijn opgetreden. 011713 • Wanneer alleen het onderste lampje knippert (naast de letter “E”), of wanneer geen van de lampjes branden, is de acculading op en werkt het gereedschap niet meer. In dit geval, laadt u de accu op of vervangt u de lege accu door een volledig opgeladen accu. • Wanneer twee of meer lampjes niet branden, ook niet nadat het opladen voltooid is, betekent dit dat de accu het einde van zijn levensduur bereikt heeft. • Wanneer de bovenste twee en de onderste twee lampjes beurtelings branden, kan een storing in de accu opgetreden zijn. Neem contact op met u uw plaatselijk, erkend Dolmar-servicecentrum. OPMERKING: • De aangegeven acculading kan lager zijn de werkelijke accuading tijdens gebruik of onmiddellijk na gebruik van het gereedschap. • Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de aangegeven acculading verschilt van de werkelijke acculading. ONDERDELEN AANBRENGEN/ VERWIJDEREN WAARSCHUWING: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens enige werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. • Start het gereedschap nooit voordat het op de juiste wijze is gemonteerd. Door het gereedschap in een gedeeltelijk gemonteerde toestand te laten werken, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. De handgreep aanbrengen (zie afb. 12) Monteer de handgreep op de pijpas en zet hem met twee schroeven vast. Zorg ervoor dat de afstandshouder zich op de pijpas bevindt tussen de beugelhandgreep en de achterhandgreep. Verwijder of verkort de afstandshouder niet. 46 OPMERKING: • In sommige landen wordt de afstandshouder niet bij het gereedschap geleverd. Lijn in dat geval de handgreep uit met de verste lijn aangegeven door de pijlmarkeringen. De beschermkap aanbrengen (zie afb. 13) WAARSCHUWING: • Gebruik het gereedschap nooit zonder dat de beschermkap is aangebracht, zoals aangegeven in de afbeelding. Als u zich hier niet aan houdt, kan ernstig persoonlijk letsel worden veroorzaakt. LET OP: • Wees tijdens het aanbrengen voorzichtig dat u het scherpe mesje in de beschermkap voor het afsnijden van de nylondraad niet aanraakt. Aanraking van het mesje kan leiden tot persoonlijk letsel (zie afb. 14). Plaats de beschermkap zodanig dat de rib van de schacht valt in de groef van de beschermkap. Bevestig daarna de beschermkap en het beschermstuk aan de klem met twee bouten, zoals afgebeeld. Draai de linker- en rechterbout gelijkmatig vast. De nylondraad-snijkop aanbrengen LET OP: • Gebruik de nylondraad-snijkop uitsluitend met aangebrachte beschermkap. Als u dat niet doet, kan dit leiden tot ernstig persoonlijk letsel. OPMERKING: • Gebruik altijd een originele nylondraad-snijkop van Dolmar. Draai het gereedschap ondersteboven zodat u de nylondraad-snijkop gemakkelijk kunt vervangen (zie afb. 15). Voordat u de nylondraad-snijkop aanbrengt, draait u de snijkop-houder totdat u een sleuf kunt zien onder het gat. Steek de borgspie door het gat zodat de aandrijfas niet kan draaien. Draai daarna de snijkop rechtsom op de aandrijfas terwijl u de borgspie vasthoudt totdat de snijkop stevig vastzit. Nadat de snijkop is aangebracht, verwijdert u de borgspie. Zorg ervoor dat de snijkop stevig bevestigd is voordat u het gereedschap gebruikt. Om de nylondraad-snijkop eraf te halen, draait u hem linksom terwijl u de borgspie vasthoudt. LET OP: • Als de nylondraad-snijkop tijdens gebruik per ongeluk een steen of hard voorwerp raakt, schakelt u het gereedschap uit en controleert u het op beschadigingen. Als de nylondraad-snijkop beschadigd is, vervangt u hem onmiddellijk. Anders kan hij uit elkaar vliegen en ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. BEDIENING BEDIENING LET OP: • Maai lang gras niet in één keer. Als u lang gras in één keer vlak boven de grond afmaait, kan door rondgewikkeld gras de motor overbelast raken en het gereedschap worden beschadigd. • Zorg ervoor dat de snijkop de grond niet raakt. Hierdoor kan de motor overbelast raken waardoor het gereedschap wordt beschadigd. • Duw de graskantmaaier niet het dichtbegroeide gras in (zie afb. 16). LET OP: • Zorg ervoor dat de graskantmaaier niet de grond in maait. Gras maaien naast een boom, betonblok, tuinmuur, siersteen of dergelijke (zie afb. 17) Kantel het gereedschap en let erop dat het gereedschap de grond niet raakt. Breng de punt van de nylondraad in aanraking met het gras. Het kan nodig zijn nylondraad aan te voeren omdat de punt van de nylondraad de grond raakt en sneller slijt dan gebruikelijk. OPMERKING: • Als de graskantmaaier te dicht bij een boom, betonblok, tuinmuur, siersteen of dergelijke komt tijdens het maaien van grasranden of soortgelijke werkzaamheden, kan de nylondraad halverwege binnenin de snijkop worden afgesneden. Schakel in dat geval het gereedschap uit, verwijder de snijkop en breng de snijkop vervolgens op de juiste wijze aan. Voor informatie over het correct aanbrengen van de nylondraad, raadpleegt u de tekst onder “Onderhoud”. Wij adviseren u het gereedschap op meer dan 5 cm afstand te houden van een boom, betonblok, tuinmuur, siersteen en dergelijke zodat de punt van de nylondraad het harde voorwerp niet raakt en het gereedschap op zijn best presteert. Schakel de graskantmaaier in voordat deze het te maaien gras raakt. Maai het gras met de punt van de nylondraad door de graskantmaaier van rechts naar links te bewegen en langzaam vooruit te gaan, waarbij u de graskantmaaier onder een hoek van 30° ten opzichte van de grond houdt. Maai hoog gras in lagen en begin altijd bovenaan en werk stapsgewijs omlaag. ONDERHOUD OPMERKING: Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten. De nylondraad vervangen WAARSCHUWING: • Controleer of het deksel van de nylondraad-snijkop goed op de behuizing is bevestigd, zoals hieronder beschreven. Als u het deksel niet stevig bevestigt, kan de nylondraad-snijkop uit elkaar vliegen en ernstig persoonlijk letsel veroorzaken (zie afb. 18). Druk de vergrendelnokken van de behuizing naar binnen om het deksel eraf te tillen. Gooi eventueel resterende nylondraad weg (zie afb. 19). Haak het midden van de nieuwe nylondraad in de inkeping in het midden van de draadspoel tussen de 2 kanalen waarin de nylondraad moet worden opgewikkeld. Eén uiteinde van de nylondraad moet ongeveer 80 mm langer zijn dan het andere uiteinde. Wikkel beide uiteinden stevig op de draadspoel in de richting aangegeven op de snijkop met RH voor rechterwikkelrichting. (zie afb. 20). Wikkel op 100 mm na de volledige lengte van de nylondraad op de draadspoel, en haak de uiteinden tijdelijk in de inkeping in de zijkant van de draadspoel. (zie afb. 21). Plaats de draadspoel in de behuizing zodat de groeven en uitsteeksels op de spoel overeenkomen met die in de behuizing. Zorg ervoor dat de zijkant van de draadspoel waarop de letters staan naar buiten wijst. Maak vervolgens de uiteinden van de nylondraad los uit hun tijdelijke positie en voer de nylondraden door de oogjes zodat ze uit de behuizing steken (zie afb. 22). Lijn het uitsteeksel op de onderkant van het deksel uit met de sleuven naar de oogjes. Druk daarna het deksel stevig op de behuizing zodat hij wordt vergrendeld. Controleer of de vergrendelnokken zich volledig spreiden in het deksel. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Dolmar-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Dolmarvervangingsonderdelen. PROBLEMEN OPLOSSEN Alvorens om reparatie te verzoeken, voert u eerst zelf een inspectie uit. Als u een probleem ondervindt dat niet in deze handleiding wordt beschreven, mag u niet proberen het gereedschap uit elkaar te halen. Vraag in plaats daarvan een erkend Dolmar-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Dolmarvervangingsonderdelen, het gereedschap te repareren. WAARSCHUWING: • Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of onderhoud aan het gereedschap uitvoert. Als het gereedschap niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per ongeluk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel. 47 Toestand tijdens defect Oorzaak Handeling De accu is niet aangebracht. Breng de accu aan. Probleem met de accu (lage spanning). Laad de accu op. Als het opladen niet helpt, vervangt u de accu. De aandrijving werkt niet goed. Vraag uw plaatselijk erkende servicecentrum het gereedschap te repareren. De draairichting is omgekeerd. Verander de draairichting met de omkeerschakelaar. De accu is bijna leeg. Laad de accu op. Als het opladen niet helpt, vervangt u de accu. Oververhitting. Stop het gebruik van het gereedschap en laat het afkoelen. De accu is niet goed aangebracht. Breng de accu aan zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Het accuvermogen neemt af. Laad de accu op. Als het opladen niet helpt, vervangt u de accu. De aandrijving werkt niet goed. Vraag uw plaatselijk erkende servicecentrum het gereedschap te repareren. De nylondraad is opgebruikt of binnenin de draadspoel in de knoop geraakt. Wikkel de nylondraad opnieuw op. Het mesje in de beschermkap is beschadigd of ontbreekt. Vraag uw plaatselijk erkende servicecentrum het gereedschap te repareren. De nylondraad steekt buiten de beschermkap uit. Wikkel de nylondraad opnieuw op. Motor loopt niet. De motor stopt na kort te hebben gedraaid. Het gereedschap bereikt het maximale toerental niet. De nylondraad wordt niet aangevoerd. De nylondraad is niet op de juiste lengte afgesneden. De snijkop draait niet: Schakel het gereedschap onmiddellijk uit! Abnormale trillingen: Schakel het gereedschap onmiddellijk uit! Een vreemd voorwerp, zoals een tak, zit vastgeklemd tussen de beschermkap en Verwijder het vreemde voorwerp. de nylondraad-snijkop. De aandrijving werkt niet goed. Vraag uw plaatselijk erkende servicecentrum het gereedschap te repareren. Stoot de nylondraad-snijkop tegen de Een van de nylondraden is gebroken en grond terwijl deze draait zodat nieuwe de snijkop is uit balans geraakt. nylondraad wordt aangevoerd. De aandrijving werkt niet goed. De snijkop en de motor kunnen niet stoppen: Elektrische of elektronische storing. Verwijder de accu onmiddellijk! Vraag uw plaatselijk erkende servicecentrum het gereedschap te repareren. Verwijder de accu en vraag uw plaatselijk erkende servicecentrum het gereedschap te repareren. 012856 VERKRIJGBARE ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Dolmar-gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiksdoeleinden. Mocht u meer informatie willen hebben over deze accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Dolmar-servicecentrum. • Originele Dolmar-accu en -lader • Accuomvormer AA-3618CL 48 OPMERKING: • Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als standaard toebehoren. Zij kunnen van land tot land verschillen. Geluid ENG905-1 De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten volgens EN786: Geluidsdrukniveau (LpA): 82 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 90 dB (A) Onzekerheid (K): 0,4 dB (A) Draag gehoorbescherming Trilling ENG904-1 De trillingsemissiewaarde is bepaald volgens EN786: Trillingsemissie (ah): 5,5 m/s2 Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). Alleen voor Europese landen ENH222-1 EU-verklaring van conformiteit Ondergetekenden, Tamiro Kishima en Rainer Bergfeld, als erkende vertegenwoordigers van Dolmar GmbH, verklaren dat de DOLMAR-machine(s): Aanduiding van de machine: Accugraskantmaaier Modelnr./Type: AL-3630 Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS”. in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2000/14/EC en 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745, EN60335 De technische documentatie wordt bewaard door: Dolmar GmbH, Jenfelder Straße 38, Abteilung FZ, D-22045 Hamburg De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EC was is Overeenstemming met annex VI. Officiële instantie: TÜV Rheinland LGA Products GmbH Tillystraße 2 90431 Nürnberg, Duitsland Identificatienummer 0197 Gemeten geluidsvermogenniveau: 90 dB (A) Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 91 dB (A) 29. 12. 2011 Tamiro Kishima Hoofddirecteur Rainer Bergfeld Hoofddirecteur 49
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Dolmar AL-3630 de handleiding

Categorie
Grastrimmers
Type
de handleiding