Afstellen van het spouwmes (Fig. 4)
Gebruik de dopsleutel voor het losdraaien van de
zeskante bout voor afstelling van het spouwmes en
breng dan de veiligheidskap omhoog. Beweeg het
spouwmes omhoog of omlaag over de twee uitsteek-
sels voor afstelling (zie de afbeelding), zodat de juiste
afstand tussen het spouwmes en het zaagblad wordt
verkregen.
LET OP:
Het spouwmes moet zodanig worden afgesteld dat:
De afstand tussen het spouwmes en de getande rand
van het zaagblad niet meer dan 5 mm bedraagt.
De getande rand niet meer dan 5 mm onder de
onderste rand van het spouwmes uitsteekt.
Afstellen van zaagdiepte (Fig. 5)
Zet de hendel op de dieptegeleider los en beweeg de
grondplaat op of neer. Zet de grondplaat op de
gewenste diepte vast door de hendel vast te zetten.
LET OP:
•
Gebruik een geringe zaagdiepte voor het zagen van
dunne werkstukken, om veiliger te zagen en scho-
nere zaagsneden te krijgen.
•
Na het afstellen van de zaagdiepte, dient u de
hendel altijd stevig vast te zetten.
Afstelling voor verstekzagen (Fig. 6)
•
Draai de vleugelmoeren vooraan en achteraan los
en zet dan de machine in de gewenste hoek voor
verstekzagen (0 – 45°). Na afstelling, de vleugel-
moeren vooraan en achteraan stevig vastdraaien.
(5603R, 5703R, 5903R, 5103R)
•
Draai de vleugelmoer vooraan los en zet dan de
machine in de gewenste hoek voor verstekzagen (0
– 60°). Na afstelling, de vleugelmoer vooraan stevig
vastdraaien. (5143R)
Zaaghoek instellen (5603R, 5703R) (Fig. 7)
Voor rechte zaagsneden, laat de zaaglijn op het
werkstuk samenvallen met de rechter inkeping op de
voorkant van de grondplaat.
Voor 45° schuine zaagsneden, laat de zaaglijn op het
werkstuk samenvallen met de linker inkeping.
Bovengeleider (5903R, 5103R) (Fig. 8)
Laat uw richtlijn samenvallen met de 0° inkeping voor
rechte zaagsneden of de 45° inkeping voor 45°
schuine zaagsneden.
Bovengeleider (5143R) (Fig. 9)
Laat uw richtlijn samenvallen met de 0° inkeping voor
rechte zaagsneden, de 30° inkeping voor 30° schuine
zaagsneden, de 45° inkeping voor 45° schuine
zaagsneden, of de 60° inkeping voor 60° schuine
zaagsneden.
Werking van de trekkerschakelaar (Fig. 10)
Een vergrendelingsknop is voorzien om te voorkomen
dat de trekkerschakelaar per toeval wordt ingedrukt.
Om de machine aan te zetten, de vergrendelingsknop
indrukken en dan de trekkerschakelaar indrukken.
Om de machine af te zetten, de trekkerschakelaar
loslaten.
LET OP:
•
Alvorens de stekker in een stopcontact te steken,
altijd eerst controleren of de trekkerschakelaar juist
werkt en terugkeert naar de ‘‘OFF’’ stand wanneer
hij wordt losgelaten.
Bediening (Fig. 11)
Houd de machine stevig vast. Zet de grondplaat op
het te zagen werkstuk zonder dat het zaagblad ermee
in contact komt. Zet dan de machine aan en wacht tot
het zaagblad op volle snelheid is gekomen. Beweeg
nu gewoon de machine naar voren over het oppervlak
van het werkstuk; houd hierbij de machine vlak en
beweeg deze langzaam totdat het zagen is voltooid.
Om schone zaagsneden te krijgen, dient u uw zaaglijn
recht te houden en de machine met gelijkmatige
snelheid naar voren te bewegen.
LET OP:
•
Gebruik altijd het spouwmes, behalve voor
zaagsneden die in het midden van het werkstuk
beginnen.
•
Stop het zaagblad niet door zijwaartse kracht op de
schijf uit te oefenen.
Richtliniaal (Fig. 12 en 13)
Het handige richtliniaal stelt u in staat uiterst nauw-
keurige rechte zaagsneden te krijgen. Schuif gewoon
het richtliniaal omhoog tot vlak tegen de zijkant van
het werkstuk en zet het vast met de schroef op de
voorkant van de grondplaat. Met het richtliniaal kunt u
ook herhaaldelijk zaagsneden van dezelfde breedte
zagen.
Koppelstuk (Fig. 14, 15 en 16)
(voor het aansluiten van een stofzuiger)
Om schoon te werken, kunt u een stofzuiger op uw
machine aansluiten. Monteer het koppelstuk op de
machine met behulp van de schroef, en sluit dan de
slang van een stofzuiger erop aan.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
werken aan de machine uit te voeren.
Opdat het gereedschap veilig in betrouwbaar blijft,
dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te
worden uitgevoerd in een erkend Makita service
centrum.
5603R-5143R (Nl) (’99. 6. 14)
27