Endres+Hauser Proservo NMS81 Short Instruction

Type
Short Instruction
Products Solutions Services
Beknopte handleiding
Proservo NMS81
Tankniveaumeting
Deze handleiding is een beknopte handleiding en geen
vervanging voor de bedieningshandleiding die hoort bij het
instrument.
Gedetailleerde informatie over het instrument is opgenomen
in de bedieningshandleiding en de andere documentatie:
Beschikbaar voor alle instrumentversies via:
Internet: www.endress.com/deviceviewer
Smartphone/tablet: Endress+Hauser Operations App
KA01203G/15/NL/06.23-00
71636577
2023-10-31
Proservo NMS81
2 Endress+Hauser
Order code:
Ext. ord. cd.:
Ser. no.:
www.endress.com/deviceviewer Endress+Hauser
Operations App
XXXXXXXXXXXX
XXXXX-XXXXXX
XXX.XXXX.XX
Serial number
1.
3.
2.
A0023555
Proservo NMS81 Inhoudsopgave
Endress+Hauser 3
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................ 4
1.1 Symbolen ............................................................................ 4
1.2 Documentatie ......................................................................... 6
2 Fundamentele veiligheidsinstructies .............................................. 7
2.1 Voorwaarden voor het personeel ........................................................... 7
2.2 Bedoeld gebruik ....................................................................... 7
2.3 Arbeidsveiligheid ...................................................................... 8
2.4 Bedrijfsveiligheid ...................................................................... 8
2.5 Productveiligheid ...................................................................... 8
3 Productbeschrijving ............................................................... 9
3.1 Productopbouw ........................................................................ 9
4 Goederenontvangst en productidentificatie ...................................... 10
4.1 Goederenontvangst ................................................................... 10
4.2 Productidentificatie ................................................................... 10
4.3 Opslag en transport ....................................................................10
5 Installatie ....................................................................... 12
5.1 Voorwaarden ........................................................................ 12
5.2 Montage van het instrument ............................................................. 14
6 Elektrische aansluiting .......................................................... 27
6.1 Klembezetting ....................................................................... 27
6.2 Aansluitspecificaties ................................................................... 42
6.3 Waarborgen beschermingsklasse ..........................................................43
7 Inbedrijfname ................................................................... 44
7.1 Bedieningsmethoden .................................................................. 44
7.2 Terminologie gerelateerd aan tankmeting ................................................... 47
7.3 Initiële instellingen .................................................................... 48
7.4 Kalibratie ........................................................................... 51
7.5 Configuratie van de ingangen ............................................................ 59
7.6 Koppelen van meetwaarden aan tankvariabelen ............................................... 67
7.7 Configuratie van de alarmen (grenswaarden) ................................................. 68
7.8 Configuratie van de signaaluitgang ........................................................ 69
Over dit document Proservo NMS81
4 Endress+Hauser
1 Over dit document
1.1 Symbolen
1.1.1 Veiligheidssymbolen
GEVAAR
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden zal
ernstig of dodelijk lichamelijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan
ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan
licht of middelzwaar letsel ontstaan.
LET OP
Dit symbool bevat informatie over procedures of andere feiten, die niet kunnen resulteren in
persoonlijk letsel.
1.1.2 Elektrische symbolen
Wisselstroom
Gelijk- en wisselstroom
Gelijkstroom
Aardaansluiting
Een aardklem die, voor wat de operator betreft, is geaard via een aardingssysteem.
Randaarde (PE)
Aardklemmen die moeten worden aangesloten op aarde voordat enige andere aansluiting
wordt gemaakt.
De aardklemmen bevinden zich aan de binnen- en buitenkant van het instrument:
Interne aardklem: randaarde is aangesloten met de voedingsspanning.
Externe aardklem: instrument is aangesloten op het aardsysteem van de installatie.
1.1.3 Gereedschapssymbolen
Kruiskopschroevendraaier
Platte schroevendraaier
Proservo NMS81 Over dit document
Endress+Hauser 5
Torx-schroevendraaier
Inbussleutel
Steeksleutel
1.1.4 Symbolen voor bepaalde typen informatie en afbeeldingen
 toegestaan
Procedures, processen of handelingen die zijn toegestaan
Voorkeur
Procedures, processen of handelingen die de voorkeur hebben
 verboden
Procedures, processen of handelingen die verboden zijn
 Tip
Geeft aanvullende informatie
Verwijzing naar documentatie
Verwijzing naar afbeelding
Aan te houden instructie of individuele handelingsstap
1.
,
2.
,
3.
Handelingsstappen
Resultaat van de handelingsstap
Visuele inspectie
Bediening via bedieningstool
Schrijfbeveiligde parameter
1, 2, 3, ...
Positienummers
A, B, C, ...
Afbeeldingen
 Veiligheidsinstructies
Houd de veiligheidsinstructies in de bijbehorende bedieningshandleiding aan
 Temperatuurbestendigheid van de aansluitkabels
Geeft de minimale waarde van de temperatuurbestendigheid van de aansluitkabels aan
Over dit document Proservo NMS81
6 Endress+Hauser
1.2 Documentatie
De volgende documentatietypen zijn beschikbaar in de downloadsectie van de Endress
+Hauser website (www.endress.com/downloads):
Een overzicht van de omvang van de bijbehorende technische documentatie bieden:
Device Viewer (www.endress.com/deviceviewer): voer het serienummer van de
typeplaat in
De Endress+Hauser Operations App: voer het serienummer van de typeplaat in of scan
de matrixcode op de typeplaat.
1.2.1 Technische informatie (TI)
Planningshulp
Het document bevat alle technische gegevens over het instrument en geeft een overzicht van
de toebehoren en andere producten welke voor het instrument kunnen worden besteld.
1.2.2 Beknopte handleiding (KA)
Handleiding die u snel naar de 1e meetwaarde brengt
De beknopte bedieningshandleiding bevat alle essentiële informatie vanaf de
goederenontvangst tot de eerste inbedrijfname.
1.2.3 Bedieningshandleiding (BA)
De bedieningshandleiding bevat alle informatie welke nodig is gedurende de verschillende
fasen van de levenscyclus van het instrument: van de productidentificatie, goederenontvangst
en opslag, via montage, aansluiting, bediening en inbedrijfname tot en met problemen
oplossen, onderhoud en afvoeren.
Deze bevat ook een gedetailleerde uitleg van elke individuele parameter in het
bedieningsmenu (behalve het Expert-menu). De beschrijving is bedoeld voor diegene die
werken met het instrument gedurende de gehele levenscyclus en specifieke configuraties
uitvoeren.
1.2.4 Beschrijving van instrumentparameters (GP)
De beschrijving van de instrumentparameters geeft een gedetailleerde uitleg van elke
individuele parameter in het tweede deel van het bedieningsmenu: het Expert-menu. Het
bevat alle instrumentparameters en maakt directe toegang tot de parameters mogelijk door
het invoeren van een specifieke code. De beschrijving is bedoeld voor diegene die werken met
het instrument gedurende de gehele levenscyclus en specifieke configuraties uitvoeren.
1.2.5 Veiligheidsinstructies (XA)
Afhankelijk van de goedkeuring, worden de volgende veiligheidsinstructies (XA) geleverd met
het instrument. Deze zijn een integraal onderdeel van de bedieningshandleiding.
De typeplaat geeft de veiligheidsinstructies (XA) aan die voor het instrument gelden.
1.2.6 Montage-instructies (EA)
Montage-instructies worden gebruikt om een defect instrument te vervangen door een
functionerend instrument van hetzelfde type.
Proservo NMS81 Fundamentele veiligheidsinstructies
Endress+Hauser 7
2 Fundamentele veiligheidsinstructies
2.1 Voorwaarden voor het personeel
Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen:
Opgeleide, gekwalificeerde specialisten moeten een relevante kwalificatie hebben voor
deze specifieke functie en taak.
Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie.
Zijn bekend met de nationale/plaatselijke regelgeving.
Voor aanvang van de werkzaamheden: lees de instructies in het handboek en de
aanvullende documentatie en de certificaten (afhankelijk van de applicatie) en begrijp
deze.
Volg de instructies op en voldoe aan de algemene voorschriften.
2.2 Bedoeld gebruik
Applicatie en te meten stoffen
Afhankelijk van de bestelde uitvoering kan het meetinstrument ook potentieel explosieve,
ontvlambare, giftige of oxiderende media meten.
Meetinstrumenten voor gebruik in explosiegevaarlijke omgeving, in hygiënische applicaties of
in applicaties waar een verhoogd risico bestaat vanwege de procesdruk, zijn overeenkomstig
gemarkeerd op de typeplaat.
Om te waarborgen dat het meetinstrument gedurende de bedrijfstijd in optimale conditie
blijft:
Gebruik het meetinstrument alleen conform de specificaties op de typeplaat en de
algemene voorwaarden zoals opgenomen in de handleiding en de aanvullende
documentatie.
Controleer de typeplaat teneinde te verifiëren of het bestelde instrument kan worden
gebruikt in de betreffende gecertificeerde omgeving (bijv. explosieveiligheid,
drukvatveiligheid).
Gebruik het meetinstrument alleen voor media waartegen de materialen die in aanraking
komen met deze media, voldoende bestendig zijn.
Wanneer het meetinstrument niet wordt gebruikt onder atmosferische temperatuur, is het
voldoen aan de relevante basisvoorwaarden gespecificeerd in de bijbehorende
instrumentdocumentatie van essentieel belang.
Bescherm het meetinstrument continue tegen corrosie door omgevingsinvloeden.
Houd de grenswaarden in de "Technische informatie" aan.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door verkeerd gebruik of gebruik
niet conform de bedoeling.
Restrisico
Tijdens bedrijf kan de sensor een temperatuur aannamen die dicht bij de temperatuur van het
medium ligt.
Gevaar voor brandwonden door warme oppervlakken!
Bij hoge procestemperaturen: installeer een bescherming om brandwonden te voorkomen.
Fundamentele veiligheidsinstructies Proservo NMS81
8 Endress+Hauser
2.3 Arbeidsveiligheid
Bij werken aan en met het instrument:
Draag de benodigde persoonlijke beschermingsuitrusting conform de nationale/
bedrijfsvoorschriften.
2.4 Bedrijfsveiligheid
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Bedien het instrument alleen wanneer het in optimale technische conditie is, vrij van
fouten en storingen.
De operator is verantwoordelijk voor een storingsvrije werking van het instrument.
Explosiegevaarlijke omgeving
Om gevaar te voorkomen voor personen of de installatie indien het instrument wordt gebruikt
in explosiegevaarlijke omgeving (bijv. explosiebeveiliging):
Controleer de typeplaat teneinde te verifiëren of het bestelde instrument kan worden
gebruikt in de betreffende explosiegevaarlijke omgeving.
Houd de specificaties in de afzonderlijke aanvullende documentatie aan, welke een
integraal onderdeel is van deze handleiding.
2.5 Productveiligheid
Dit meetinstrument is conform de laatste stand van de techniek bedrijfsveilig geconstrueerd
en heeft de fabriek in veiligheidstechnisch optimale toestand verlaten. Het instrument voldoet
aan de algemene veiligheidsvoorschriften en de wettelijke bepalingen.
LET OP
Verlies van de beschermingsklasse door openen van het instrument in vochtige
omgevingen
Wanneer het instrument in een vochtige omgeving wordt geopend, is de
beschermingsklasse zoals opgegeven op de typeplaat niet langer geldig. Dit kan ook het
veilige bedrijf van het instrument beïnvloeden.
2.5.1 CE-markering
Het meetsysteem voldoet aan de wettelijke voorschriften van de geldende EG-richtlijnen. Deze
zijn opgenomen in de bijbehorende EU-conformiteitsverklaring samen met de toegepaste
normen.
De fabrikant bevestigt het succesvol testen van het instrument met het aanbrengen van de
CE-markering.
2.5.2 EAC-conformiteit
Het meetsysteem voldoet aan de wettelijke bepalingen van de geldende EAC-richtlijnen. Deze
zijn opgenomen in de bijbehorende EAC-conformiteitsverklaring samen met de toegepaste
normen.
De fabrikant bevestigt het succesvol testen van het instrument met het aanbrengen van de
EAC-markering.
Proservo NMS81 Productbeschrijving
Endress+Hauser 9
3 Productbeschrijving
3.1 Productopbouw
5
6
7
8
1
2
3
49
A0028866
 1 Configuratie van NMS81
1 Frontdeksel
2 Display
3 Modules
4 Sensoreenheid (detectoreenheid en kabel)
5 Behuizing
6 Meettrommel
7 Beugel
8 Behuizingsdeksel
9 Verdringer
Goederenontvangst en productidentificatie Proservo NMS81
10 Endress+Hauser
4 Goederenontvangst en productidentificatie
4.1 Goederenontvangst
Controleer het volgende na ontvangst van de goederen:
Zijn de bestelcodes op de pakbon en de productsticker hetzelfde?
Zijn de goederen niet beschadigd?
Komen de gegevens op de typeplaat overeen met de bestelinformatie op de pakbon?
Indien nodig (zie typeplaat): zijn de veiligheidsinstructies (XA) aanwezig?
Wanneer aan één van deze punten niet is voldaan, neem dan contact op met uw Endress
+Hauser-verkoopkantoor.
4.2 Productidentificatie
De volgende mogelijkheden staan voor de identificatie van het instrument ter beschikking:
Specificaties typeplaat
Voer het serienummer van de typeplaat in Device Viewer (www.endress.com/deviceviewer)
in: alle gegevens betreffende het instrument en een overzicht van de technische
documentatie zoals meegeleverd met het instrument worden getoond.
Voer het serienummer op de typeplaat in de Endress+Hauser Operations App in of scan de
2-D matrixcode (QR-code) op de typeplaat met de Endress+Hauser Operations App: alle
informatie over het meetinstrument en de technische documentatie die hoort bij het
instrument wordt getoond.
Een overzicht van de omvang van de bijbehorende technische documentatie bieden:
Device Viewer (www.endress.com/deviceviewer): voer het serienummer van de
typeplaat in
De Endress+Hauser Operations App: voer het serienummer van de typeplaat in of scan
de matrixcode op de typeplaat.
4.2.1 Adres fabrikant
Endress+Hauser Yamanashi Co., Ltd.
406-0846
862-1 Mitsukunugi, Sakaigawa-cho, Fuefuki-shi, Yamanashi
4.3 Opslag en transport
4.3.1 Opslagomstandigheden
Opslagtemperatuur: –50 … +80 °C (–58 … +176 °F)
Sla het instrument op in de originele verpakking.
Proservo NMS81 Goederenontvangst en productidentificatie
Endress+Hauser 11
4.3.2 Transport
LVOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel
Transporteer het meetinstrument naar het meetpunt in de originele verpakking.
Houd rekening met het zwaartepunt van het instrument om kantelen te voorkomen.
Houd de veiligheidsinstructies, transportvoorwaarden voor instrumenten zwaarder dan
18 kg (39,6 lb) aan (IEC 61010).
Installatie Proservo NMS81
12 Endress+Hauser
5 Installatie
5.1 Voorwaarden
5.1.1 Montage zonder geleidingssysteem
NMS8x is gemonteerd op een nozzle in het tankdak zonder geleidingssysteem. Er is voldoende
speling in de nozzle nodig voor de beweging van de verdringer.
A0026734
 2 Geen geleidingssysteem
D1Binnendiameter van de tanknozzle
d Diameter van de verdringer
1 Verdringer
Proservo NMS81 Installatie
Endress+Hauser 13
5.1.2 Montage met geleidingskabels
Het is ook mogelijk de verdringer met geleidingskabels te monteren om pendelen te
voorkomen.
2
1
3
7
4
8
12
13
9
10
11
5
6
100 (3.94)
A
B
C
D
A0026819
 3 Geleidingskabel; afmetingen mm (in)
Nr. Beschrijving
A Onderhoudskamer
B Veer en mof
C Geleidingskabel bus
D Crimp-gereedschap
1 NMS8x
Installatie Proservo NMS81
14 Endress+Hauser
Nr. Beschrijving
2 Reduceerplaat (incl. optie geleidingskabel)
3 Veer, 304 (incl. optie geleidingskabel)
4 Bus, 316 (incl. optie geleidingskabel)
5 Onderhoudskamer
6 Tank
7 Meetdraad
8 Geleidingskabel, 316 (incl. optie geleidingskabel)
9 Verdringer met ringen (incl. optie geleidingskabel)
10 Ankerplaat, 304 (incl. optie geleidingskabel)
11 Laspunt
12 Draadring, 316L
13 Flens
5.2 Montage van het instrument
De NMS8x wordt in twee verschillende soorten verpakking geleverd, afhankelijk van de
montagemethode van de verdringer.
Bij de all-in-one methode, wordt de verdringer gemonteerd op de meetdraad van de
NMS8x.
Bij de afzonderlijk verzonden verdringer is het noodzakelijk de verdringer op de meetdraad
in de NMS8x te installeren.
5.2.1 Mogelijke inbouwmethoden
De volgende inbouwmethoden zijn mogelijk voor de NMS8x.
Montage zonder geleidingssysteem
Montage met stilling well
Montage met geleidingskabel
Montage-
opties
Zonder geleidingssysteem
(montage in vrije ruimte) Met stilling well Met geleidingskabel
Tanktype
Inbouwtype All-in one
Verdringer separaat verzonden
Installatie verdringer via
kalibratievenster
All-in one
Verdringer separaat verzonden
Installatie verdringer via
kalibratievenster
Verdringer separaat
verzonden
Proservo NMS81 Installatie
Endress+Hauser 15
5.2.2 Verificatie van verdringer en meettrommel
Controleer voor de installatie van de NMS8x, of de serienummers op de verdringer en de
meettrommel overeenkomen met hetgeen is vermeld op de typeplaat op de behuizing.
316L
50
ml
70.8
ml
141.6
g
256.6
Ø
B
VD
VD
m
NMS8
Displacer
12345678901
Ser.no.:
712xxxxx
Spare part-no.:
HNBR
O-Ring
28m
Range
NMS8
98765432109
Ser. no.:
3
1.
2.
Spare part-no.: 712xxxxx
12345678901
712xxxxx
m 256.6g
D
V 141.6mL
D
V 70.8mL
B
!50 316L
mm
302.xxx
Cir.
NMS8
Wiredrum
98765432109
Ser.no.:
1.35g/10m
HNBR
28 m
WireWgt.
O-Ring
Range
Spare part-no.: 712xxxxx
A0028025
 4 Verificatie van verdringer en meettrommel
Installatie Proservo NMS81
16 Endress+Hauser
5.2.3 Installatie voor all-in-one
Het instrument kan worden geleverd via de all in-one methode.
De verdringer wordt afzonderlijk geleverd conform de volgende specificatie verzonden.
47 m (154,2 ft) Meetbereik
55 m (180,5 ft) Meetbereik
316L 30 mm (1,18 in) verdringer
316L 110 mm (4,33 in) verdringer
PTFE 30 mm (1,18 in) verdringer
PTFE 50 mm (1,97 in) verdringer
Geleidingskabel armatuur
Optie: gereinigd van olie en vet
Interne met FEP beklede behuizing
5
63
4
2
1
A0027013
 5 Verwijderen van de verpakkingsmaterialen
1 Plakband
2 Bevestigingsband
3 Houder verdringer
4 Aanslag meettrommel
5 Deksel meettrommelbehuizing
6 Schroeven en bouten
Proservo NMS81 Installatie
Endress+Hauser 17
Procedures Opmerkingen
1.
Houd het meetinstrument zodanig dat het
horizontaal tegen de flens aanligt.
Voer deze stappen uit voordat de NMS8x op de nozzle
wordt gemonteerd.
Kantel de NMS8x niet nadat de verdringerhouder is
verwijderd.
2.
Knip de bevestigingsbanden door [2].
3.
Verwijder de verdringerhouder [3] en het
verpakkingsmateriaal van de verdringer.
4.
Monteer de NMS8x op de nozzle. Waarborg dat de meetdraad verticaal hangt.
Waarborg dat er keen knikken of andere defecten in de
meetdraad aanwezig zijn.
5.
Verwijder de schroeven en M6-bouten [6] (M10-
bouten voor roestvaststalen behuizing) om het
deksel van de meettrommel te verwijderen[5].
Let erop, dat u de O-ring en de bevestigingsbouten voor het
deksel van de behuizing niet kwijtraakt.
6.
Maak de twee schroeven los en verwijder de
aanslag van de meettrommel [4].
7.
Verwijder het plakband [1] voorzichtig van de
meettrommel.
Verwijder het plakband met de hand om schade aan de
meettrommel te voorkomen.
Waarborg dat de meetdraad is opgewonden zodanig dat
deze correct in de groeven past.
8.
Monteer het deksel van de meettrommel. Controleer dat de O-ring aanwezig is in het deksel de
meettrommel.
9.
Schakel de voeding van de NMS8x in. Sensor-, referentie- en meettrommelkalibratie zijn
niet nodig omdat deze voor uitlevering zijn
uitgevoerd.
Installatie Proservo NMS81
18 Endress+Hauser
5.2.4 Methode voor installatie van afzonderlijk verzonden verdringer
Het is noodzakelijk, de meettrommel van NMS8x te verwijderen, de plakstrook van de
meettrommel te verwijderen, de meettrommel in de behuizing te monteren en de verdringer
op de meetdraad te installeren.
Gebruik blokken of een sokkel, om de NMS8x te zekeren en zorg voor een omgeving, waar de
NMS8x elektrische kan worden gevoed.
Procedures Afbeeldingen
1.
Zeker de NMS8x op de blokken of de sokkel.
200 (7.87)
200 (7.87)
130 (5.12) 130 (5.12)
Afmetingen mm (in)
2.
Zorg dat er voldoende ruimte onder de NMS8x aanwezig is.
Laat de NMS8x niet vallen.
3.
Verwijder de schroeven en M6-bouten [6] (M10-bouten
voor roestvaststalen behuizing).
6
1
2
4
5
3
A0027015
4.
Verwijder het deksel van de meettrommel [5], de aanslag
van de meetrommel [4] en de beugel [2].
5.
Verwijder de meettrommel [1] uit de
meettrommelbehuizing.
6.
Verwijder het plakband [3* van de meettrommel.
7.
Wikkel het meetdraad ongeveer 250 mm (9,84 in) af, zodat
de draadring onder de flens is gepositioneerd.
8.
Monteer de meettrommel op de NMS8x.
9.
Monteer de beugel.
Let er vooral op dat de meettrommel niet tegen de
behuizing slaat vanwege de sterke magnetische krachten.
Behandel de meetdraad voorzichtig. Het kan knikken.
Waarborg dat de draad correct in de groeven is gewikkeld.
Proservo NMS81 Installatie
Endress+Hauser 19
Procedures Afbeeldingen
10.
Haak de verdringer [3] aan de ring[2].
1
3
2
A0029115
Waarborg dat de draad correct in de groeven is gewikkeld.
Verwijder, indien dit niet het geval is, de verdringer en de
meettrommel en herhaal stap 7.
11.
Schakel de voeding van de NMS8x in.
1
2
3
4
5
A0027016
12.
Voer een sensorkalibratie uit
13.
Zet de verdringer [2] vast op de meetdraad [1] met de
borgdraad [4].
14.
Installeer de aarddraad [3] van de verdringer (voor meer
informatie van de aarddraadinstallatie van de verdringer
→  24).
15.
Voer een referentiekalibratie uit.
16.
Schakel de voeding uit.
17.
Monteer het deksel van de meettrommel [5].
Voor sensorkalibratie, →  53
Voor referentiekalibratie, →  56.
Installatie Proservo NMS81
20 Endress+Hauser
Procedures Afbeeldingen
18.
Monteer de NMS8x op de tanknozzle [1].
1
A0027018
19.
Waarborg dat de verdringer de binnenwand van de nozzle
niet raakt.
20.
Schakel de voeding in.
21.
Voer een trommelkalibratie uit.
Voor trommelkalibratie, →  57
Proservo NMS81 Installatie
Endress+Hauser 21
5.2.5 Installatie via kalibratievenster
In geval van een verdringer met diameter 50 mm (1,97 in), kan de verdringer worden
geïnstalleerd via het kalibratievenster.
Alleen de volgende verdringers kunnen door het kalibratievenster worden gemonteerd:
50 mm SUS, 50 mm alloy C, 50 mm PTFE
Procedures Afbeeldingen
1.
Verwijder het deksel van het kalibratievenster [1].
1
A0027019
2.
Verwijder de M6-bouten en schroeven [6] (M10-bouten voor
roestvaststalen behuizing).
2
1
3
4
5
6
A0029117
3.
Verwijder het deksel [5], de aanslag van de meettrommel [4]
en de beugel [3].
4.
Verwijder de meettrommel [1] uit de meettrommelbehuizing.
5.
Verwijder het plakband [2] dat de draad borgt.
Behandel de meetdraad voorzichtig. Het kan knikken.
6.
Houd de meettrommel [1] vast met één hand, wikkel de
meetdraad [3] ongeveer 500 mm (19,69 in) af.
3
4
2
1
A0027020
7.
Borg de draad [3] tijdelijk met het plakband [2].
8.
Plaats de draadring [4] in de meettrommelbehuizing.
9.
Trek de draadring naar buiten door het kalibratievenster.
Behandel de meetdraad voorzichtig.
Installatie Proservo NMS81
22 Endress+Hauser
Procedures Afbeeldingen
10.
Plaats de meettrommel [4] tijdelijk in de
meettrommelbehuizing.
1
2
3
4
A0027983
11.
Haak de verdringer [3] aan de draadring.
12.
Zet de verdringer vast op de meetdraad met de borgdraad [2].
13.
Installeer de aarddraad [1] van de verdringer (voor meer
informatie van de aarddraadinstallatie van de verdringer
→  24).
Let er vooral op dat de meettrommel niet tegen de
behuizing slaat vanwege de sterke magnetische krachten.
Behandel de meetdraad voorzichtig. Het kan knikken.
14.
Verwijder de meettrommel uit de meettrommelbehuizing en
wikkel de meetdraad ongeveer 500 mm (19,69 in) af.
2
1
A0027985
15.
Houd de meettrommel [1] omhoog en plaats de verdringer
[2] in het kalibratievenster.
16.
Houd de verdringer in het midden van het kalibratievenster.
17.
Houd de andere hand (meettrommel) omhoog om spanning
op de meetdraad uit te oefenen zodat de verdringer niet te
snel kan vallen.
18.
Laat de verdringer los [2].
2
3
4
5
1
A0027987
19.
Verwijder het plakband van de meettrommel [5].
20.
Plaats de meettrommel in de meettrommelbehuizing.
21.
Monteer de beugel [4].
Waarborg dat de draad correct in de groeven is gewikkeld.
22.
Schakel de voeding van de NMS8x in en beweeg de
verdringer omhoog met de Wizard Move displacer→  52
totdat de draadring zichtbaar is in het kalibratievenster.
Waarborg dat er keen knikken of andere defecten in de
meetdraad aanwezig zijn.
Waarborg dat de verdringer de binnenwand van de nozzle
niet raakt.
Proservo NMS81 Installatie
Endress+Hauser 23
Procedures Afbeeldingen
23.
Voer een sensorkalibratie uit.
Voor sensorkalibratie, →  53
24.
Voer een referentiekalibratie uit.
Voor referentiekalibratie, →  56.
25.
Monteer het deksel van de meettrommelbehuizing [3] en het
deksel van het kalibratievenster [1].
26.
Voer een trommelkalibratie uit.
Voor trommelkalibratie, →  57
Installatie Proservo NMS81
24 Endress+Hauser
Installatie aarddraad verdringer
Afhankelijk van de toepassing en de Ex-voorschriften, is de elektrische aarding van de
verdringer noodzakelijk. Daarvoor bestaan verschillende procedures, afhankelijk van het type
verdringer, welke hierna beschreven zijn.
Voor meer informatie over de installatie van de verdringer →  14
Standaard installatie verdringer
1. Monteer de verdringer [3] aan de draadring [1].
2. Wikkel de borgdraad [4] om de draadhaak.
3. Wikkel de aarddraad [2] tweemaal tussen de borgringen [5].
Sla deze stap over, Indien aarding voor niet-Ex toepassingen niet nodig is..
4. Zet de moer [6] vast met een sleutel [7].
Hiermee is de procedure voor de installatie van de verdringer afgerond.
1
2
3
4
2
5
6
7
1. 2. 3. 4.
A0028694
 6 Installatie verdringer
1 Draadring
2 Aarddraad
3 Verdringer
4 Borgdraad
5 Ring
6 Moer
7 Sleutel
Installatie PTFE-verdringer
1. Verwijder de schroef [1] met een platte schroevendraaier.
2. Monteer de verdringer [4] aan de Teflonring [2].
Proservo NMS81 Installatie
Endress+Hauser 25
3. Verwijder de met PFA beklede ader ongeveer 3,5 … 4,0 mm (0,14 … 0,16 in) voor
geleidbaarheid.
PFTE ader: Installeer de aarddraad [6] op de verdringer door deze zodanig in de
draadinvoeropening [3] te brengen tot de aarddraad contact maakt met de wand
van het schroefgat [5].
SUS ader: Installeer de aarddraad [6] op de verdringer door deze zodanig in de
draadinvoeropening [3] te brengen tot de aarddraad contact maakt met de wand
van het schroefgat [5]. Installeer vervolgens de aardader 10 mm (0,39 in).
4. Installeer de aarddraad [6] op de verdringer door deze zodanig in de
draadinvoeropening [3] te brengen tot de aarddraad contact maakt met de wand van
het schroefgat [5].
5. Zet de schroef vast [1].
Houd de aarddraad vast met de vingertoppen zodat de draad niet uit de opening
glijdt.
6. Til de verdringer met een schroevendraaier op en zorg ervoor, dat de aarddraad niet uit
de opening komt.
Hiermee is de installatie van de PTFE-verdringer.
Installatie Proservo NMS81
26 Endress+Hauser
1. 2.
3. 4.
5. 6.
12
3
45
3.5 - 4.0
(0.14 - 0.16)
6
A0028696
 7 Installatie PTFE-verdringer; afmetingen mm (in)
1 Schroef
2 Met PFA-beklede ring
3 Draadinvoeropening
4 Verdringer
5 Schroefgat
6 Aarddraad
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 27
6 Elektrische aansluiting
6.1 Klembezetting
D
E
G
F
C
B
A
1
1
1
1
1! ! ! 3
2
2
2! ! ! 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
i
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
G1 N
G3 L
AC 85...264 V
A0027012
 8 Klemmencompartiment (typisch voorbeeld) en aardklemmen
Schroefdraad behuizing
De schroefdraad van het elektronica- en het aansluitcompartiment kunnen worden
gecoat met een antiwrijvings-coating.
Het volgende geldt voor alle behuizingsmaterialen:
Het schroefdraad van de behuizing NIET smeren.
Klemmen A/B/C/D (slots voor I/O-modules)
Module: tot maximaal vier I/O-modules, afhankelijk van de bestelcode
Modules met vier klemmen kunnen in elk van deze slots worden geplaatst.
Modules met acht klemmen kunnen in slot B of C worden geplaatst.
De exacte toekenning van de modules aan de slots is afhankelijk van de instrumentversie
→  32.
Klemmen E
Module: HART Ex i/IS interface
E1: H+
E2: H-
Klemmen F
Separaat display
F1: VCC (aansluiten op klem 81 op het separaat display)
F2: signaal B (aansluiten op klem 84 op het separaat display)
F3: signaal A (aansluiten op klem 83 op het separaat display)
F4: Gnd (aansluiten op klem 82 op het separaat display)
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
28 Endress+Hauser
Klemmen G (voor hoogspanning AC-voeding en laagspanning AC-voeding)
G1: N
G2: niet aangesloten
G3: L
Klemmen G (voor laagspanning DC-voeding)
G1: L-
G2: niet aangesloten
G3: L+
Klemmen: randaarde
Module: randaardeaansluiting (M4-schroef)
A0018339
 9 Klemmen: randaarde
6.1.1 Voedingsspanning
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
F1 3
2 4
HR
WP
SIM
G1
3
2
POWER
4
A0033413
G1 N
G2 Niet aangesloten
G3 L
4 Groene LED: geeft actieve voedingsspanning aan
De voedingsspanning is ook vermeld op de typeplaat.
Voedingsspanning
Hoogspanning AC-voeding:
Bedrijfswaarde:
100 … 240 VAC (- 15 % + 10 %) = 85 … 264 VAC , 50/60 Hz
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 29
Laagspanning AC-voeding:
Bedrijfswaarde:
65 VAC (- 20 % + 15 %) = 52 … 75 VAC , 50/60 Hz
Laagspanning DC-voeding:
Bedrijfswaarde:
24 … 55 VDC (- 20 % + 15 %) = 19 … 64 VDC
Opgenomen vermogen
Maximaal vermogen hangt af van de configuratie van de modules. Omdat de waarde een
maximaal schijnbaar vermogen aangeeft, moeten de kabels overeenkomstig worden
geselecteerd. Het werkelijk verbruikte arbeidsvermogen is 12 W.
Hoogspanning AC-voeding:
28,8 VA
Laagspanning AC-voeding:
21,6 VA
Laagspanning DC-voeding:
13,4 W
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
30 Endress+Hauser
6.1.2 Separate display- en bedieningsmodule DKX001
1
3
Vcc
Gnd
A B
2
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
Vcc
Gnd
A
B
81 82 83 84
F1 F2 F3 F4
F1 3
2 4
A0037025
 10 Aansluiting van de separate display- en bedieningsmodule DKX001 op het tankmeetinstrument
(NMR8x, NMS8x of NRF8x)
1 Separate display- en bedieningsmodule
2 Aansluitkabel
3 Tankmeetinstrument (NMR8x, NMS8x of NRF8x)
De separate display- en bedieningsmodule DKX001 is leverbaar als accessoire. Zie voor
meer informatie SD01763D.
De meetwaarde wordt tegelijkertijd getoond op de DKX001 en op de lokale display- en
bedieningsmodule.
Het bedieningsmenu kan niet op beide modules tegelijkertijd worden geopend. Indien
het bedieningsmenu op een van beide modules wordt geopend, is de andere module
automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling blijft actief tot het menu in de eerste
module weer wordt gesloten (terug naar meetwaardedisplay).
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 31
6.1.3 HART Ex i/IS-interface
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
E1
1
2
CDI
i
3
A0033414
E1 H+
E2 H-
3 Oranje LED: geeft actieve data-communicatie aan
Deze interface werkt altijd als de HART-master voor aangesloten HART-slave-
transmitters. De analoge I/O-modules, aan de andere kant, kunnen worden
geconfigureerd als een HART-master of -slave →  35 →  38.
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
32 Endress+Hauser
6.1.4 Slots voor I/O-modules
Het aansluitcompartiment bevat vier slots (A, B, C en D) voor I/O-modules. Afhankelijk van de
instrumentversie (bestelcodes 040, 050 en 060) bevatten deze slots verschillende I/O-
modules. De slottoekenning voor het betreffende instrument is ook gespecificeerd op een label
aan de achterzijde van het deksel aan de achterkant van de displaymodule.
Spare parts for: Proservo NMS81
Ser.-no.:8A21AC098AF4
Spare part Spare no./structure
Displacer
Wire Drum
Additional information:
XPF0002-AABICR+
AAEAEBEFLALC76
XPF0002-AABEFEG+
XPF0002-AABEFEG+
XPF0002-AABEFEG+
XPF0002-AABEFEG+
XPF0002-AABEFEG+
XPF0002-AABEFEG+
XPF0002-AABEFEG+
XPF0002-AABEFEG+
71273689
7122xxxx
XPF0002-AABEFEG+
AAAAACDEFEG+
XPF0002-AAACABADJ+
AAHAHCHRIJJAJBKP
71023451
71023451
71023451
Cover
IOM-V1
IOM-A/RTD
IOM-D
Slot A
Slot B
Slot C
Slot D
IO Mod FF
Display
Display asm.
Detector
Main electr.
SMS electr.
6
7
8
9
10
11
12
5
4
3
2
1
www.endress.com/deviceviewer
9
4-8
2,3
1
11
10
12
D
C
B
A
1
A0030120
1 Label die (onder andere) de modules in de slots A t/m D aangeeft.
A Kabelinvoer voor slot A
B Kabelinvoer voor slot B
C Kabelinvoer voor slot C
D Kabelinvoer voor slot D
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 33
6.1.5 Klemmen van de "Modbus"-module, "V1"-module of "WM550"-module
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
A1 2 3 4
A1-4
i
D1234
D1-4
A0031200
 11 Toekenning van de "Modbus", "V1" of "WM550" modules (voorbeelden) afhankelijk van de
instrumentversie kunnen de modules ook in slot B of C zitten.
Afhankelijk van de instrumentversie, kunnen de "Modbus" en/of "V1" en/of "WM550" module
in verschillende slots in het klemmencompartiment zitten. In het bedieningsmenu worden de
"Modbus" en "V1" of "WM550" interfaces geïdentificeerd aan de hand van de betreffende slot en
de klemmen in deze slot: A1-4, B1-4, C1-4, D1-4.
Klemmen van de "Modbus" module
Identificatie van de module in het bedieningsmenu: Modbus X1-4; (X = A, B, C of D)
• X1 1)
Klemnaam: S
Beschrijving: kabelafscherming aangesloten via een condensator op AARDE
• X2 1)
Klemnaam: 0V
Beschrijving: gemeenschappelijke referentie
• X3 1)
Klemnaam: B-
Beschrijving: niet inverterende signaalkabel
• X4 1)
Klemnaam: A+
Beschrijving: inverterende signaalkabel
1) Hier staat "X" voor één van de slots "A", "B", "C" of "D".
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
34 Endress+Hauser
Klemmen van de "V1" en "WM550" module
Identificatie van de module in het bedieningsmenu: V1 X1-4 of WM550 X1-4; (X = A, B, C of
D)
• X1 2)
Klemnaam: S
Beschrijving: kabelafscherming aangesloten via een condensator op AARDE
• X2 1)
Klemnaam: -
Beschrijving: niet aangesloten
• X3 1)
Klemnaam: B-
Beschrijving: protocol meetcircuitsignaal -
• X4 1)
Klemnaam: A+
Beschrijving: protocol meetcircuitsignaal +
2) Hier staat "X" voor één van de slots "A", "B", "C" of "D".
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 35
6.1.6 Aansluiting van de "Analoge I/O" module voor passief bedrijf
Bij het passieve bedrijf moet de voedingsspanning voor de communicatieverbinding
worden geleverd door een externe bron.
De bedrading moet worden uitgevoerd conform de gewenste bedrijfsmodus van de
analoge I/O-module, zie de tekeningen hierna.
"Bedrijfsmodus" = "4..20mA output" or "HART slave +4..20mA output"
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
ca
b
-
+
!
E
G
F
1
1 3
2
2 4
HR
CDI
on
i
C
B
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
G1
3
2
A0027931
 12 Passief bedrijf van de Analoge I/O-module in de uitgangsmodus
a Voedingsspanning
b HART-signaaluitgang
c Analoge signaalverwerking
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
36 Endress+Hauser
"Bedrijfsmodus" = "4..20mA input" or "HART master+4..20mA input"
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
E
G
F
1
1 3
2
2 4
HR
CDI
on
i
C
B
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
G1
3
2
b
a
+
!
A0027933
 13 Passief bedrijf van de Analoge I/O-module in de ingangsmodus
a Voedingsspanning
b Extern instrument met 4...20 mA en/of HART-signaaluitgang
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 37
"Bedrijfsmodus" = "HART master"
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
a
+
!
E
G
F
1
1 3
2
2 4
HR
CDI
on
i
C
B
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
G1
3
2
b
A0027934
 14 Passief bedrijf van de Analoge I/O-module in de HART-mastermodus
a Voedingsspanning
b Maximaal 6 externe instrumenten met HART-signaaluitgang
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
38 Endress+Hauser
6.1.7 Aansluiting van de "Analoge I/O" module voor actief bedrijf
In actief bedrijf wordt de voedingsspanning voor de communicatieverbinding door het
instrument zelf geleverd. Een externe voeding is niet nodig.
De bedrading moet worden uitgevoerd conform de gewenste bedrijfsmodus van de
analoge I/O-module, zie de tekeningen hierna.
Maximale stroomverbruik van de aangesloten HART-instrumenten: 24 mA
(bijv. 4 mA per instrument wanneer 6 instrumenten zijn aangesloten).
Uitgangsspanning van de Ex-d module: 17,0 V@4 mA tot 10,5 V@22 mA
Uitgangsspanning van de Ex-ia module: 18,5 V@4 mA tot 12,5 V@22 mA
"Bedrijfsmodus" = "4..20mA output" or "HART slave +4..20mA output"
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
-+
E
G
F
1
1 3
2
2 4
HR
CDI
on
i
C
B
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
G1
3
2
b
a
A0027932
 15 Actief bedrijf van de Analoge I/O-module in de uitgangsmodus
a HART-signaaluitgang
b Analoge signaalverwerking
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 39
"Bedrijfsmodus" = "4..20mA input" or "HART master+4..20mA input"
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
E
G
F
1
1 3
2
2 4
HR
CDI
on
i
C
B
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
G1
3
2
-
+
a
A0027935
 16 Actief bedrijf van de Analoge I/O-module in de ingangsmodus
a Extern instrument met 4...20 mA en/of HART-signaaluitgang
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
40 Endress+Hauser
"Bedrijfsmodus" = "HART master"
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
i
G1
3
2
POWER
E
G
F
1
1 3
2
2 4
HR
CDI
on
i
C
B
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
G1
3
2
-+
a
A0027936
 17 Actief bedrijf van de Analoge I/O-module in de HART-mastermodus
a Maximaal 6 externe instrumenten met HART-signaaluitgang
Het maximale stroomverbruikt van de aangesloten HART-instrumenten is 24 mA (bijv.
4 mA per instrument wanneer 6 instrumenten zijn aangesloten).
6.1.8 Aansluiting van een RTD
ACB
1 112 22
3 33
4 445 556 667 778 88
A0026371
A 4-draads RTD-aansluiting
B 3-draads RTD-aansluiting
C 2-draads RTD-aansluiting
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 41
6.1.9 Klemmen van de "Digitale I/O"-module
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
i
C12345 6 7
C1-2 C3-4
A1-2 A3-4
A1 2 3 4
A0026424
 18 Toekenning van de digitale ingangen of uitgangen (voorbeelden)
Elke digitale I/O-module voorziet in twee digitale ingangen of uitgangen.
In het bedieningsmenu wordt elke ingang of uitgang toegekend via de betreffende slot en
twee klemmen in deze slot. A1-2, bijvoorbeeld staat voor klemmen 1 en 2 van slot A.
Hetzelfde geldt voor slots B, C en D wanneer deze een digitale I/O-module bevatten.
Voor elk van deze klemmenparen, kan een van de volgende bedieningsmodi worden
geselecteerd in het bedieningsmenu:
• Gedeactiveerd
Passieve uitgang
Passieve ingang
Actieve ingang
Elektrische aansluiting Proservo NMS81
42 Endress+Hauser
6.2 Aansluitspecificaties
6.2.1 Kabelspecificatie
Klemmen
Aderdiameter 0,2 … 2,5 mm2 (24 … 13 AWG)
Gebruik voor klemmen met functie: signaalkabel en voedingsspanning
Veerklemmen (NMx8x-xx1...)
Schroefklemmen (NMx8x-xx2...)
Aderdiameter max. 2,5 mm2 (13 AWG)
Gebruik voor klemmen met functie: aardklem in aansluitcompartiment
Aderdiameter max. 4 mm2 (11 AWG)
Gebruik voor klemmen met functie: aardklem op behuizing
Voedingskabel
Standaard installatiekabel is voldoende voor de voedingskabel.
HART-communicatiekabel
Standaard installatiekabel is voldoende wanneer alleen het analoge signaal wordt gebruikt.
Afgeschermde kabel wordt geadviseerd bij gebruik van het HART-protocol. Houd het
aardingsconcept van de installatie aan.
Modbus-communicatiekabel
Houd de kabelvoorschriften van de TIA-485-A, Telecommunications Industry Association,
aan.
Aanvullende voorwaarde: gebruik afgeschermde kabel.
V1-communicatiekabel
2-draads twisted pair, afgeschermde of niet afgeschermde kabel
Weerstand in een kabel: ≤ 120 Ω
Capaciteit tussen de kabels: ≤ 0,3 µF
Proservo NMS81 Elektrische aansluiting
Endress+Hauser 43
6.3 Waarborgen beschermingsklasse
Om de gespecificeerde beschermingsklasse te garanderen, moeten de volgende stappen
worden uitgevoerd na de elektrische aansluiting:
1. Controleer of de afdichtingen van de behuizing schoon zijn en correct zijn geplaatst.
Droog, reinig of vervang de afdichtingen indien nodig.
2. Zet alle behuizingsschroeven en schroefdeksels vast.
3. Zet de kabelwartels stevig vast.
4. Installeer de kabel zodanig dat er een lus naar beneden hangt voor de kabelwartel
("waterafvoer") om het binnendringen van vocht in de kabelwartel te voorkomen.
A0029278
5. Plaats blindpluggen die passen bij de classificatie van het instrument (bijv. Ex d/XP).
Inbedrijfname Proservo NMS81
44 Endress+Hauser
7 Inbedrijfname
7.1 Bedieningsmethoden
7.1.1 Bediening via het lokaal display
XX X X XX XX X
mm
1
2
A0028345
 19 Display- en bedieningselementen
1 Liquid crystal display (LCD)
2 Optische toetsen; kunnen worden bediend door het glas heen. Plaats bij gebruik zonder afdekglas uw
vinger voor de optische sensor om deze te activeren. Druk niet te hard.
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 45
Standaardweergave (meetwaardedisplay)
X X X X X X XX X
5
2
8
1
3
6
mm
4841.00
Levelbal.
F
4
7
#
A0028702
 20 Typisch uiterlijk van de standaardweergave (meetwaardedisplay)
1 Displaymodule
2 Instrument-tag
3 Statusgebied
4 Displaygebied voor meetwaarden
5 Displaygebied voor meetwaarde en statussymbolen
6 Statusindicatie meetinstrument
7 Statussymbool meetinstrument
8 Statussymbool meetwaarde
Zie voor de betekenis van de displaysymbolen de bedieningshandleiding (BA) van het
instrument.
Navigatieweergave (bedieningsmenu)
Ga als volgt te werk voor toegang tot het bedieningsmenu (navigatieweergave):
1. Druk in de standaardweergave gedurende tenminste twee seconden op E.
Er verschijnt een contextmenu.
2. Kies Toetsenvergrendeling uit uit het contextmenu en bevestig dit door E.
3. Druk nogmaals op E om het bedieningsmenu te openen.
3
12
/../Setup 00215-1
10,000.00 mm
Empty
Set level
Calibration
A0047115
 21 Navigatiescherm
1 Actuele submenu of wizard
2 Snelle wachtwoord
3 Displaygebied voor navigatie
Inbedrijfname Proservo NMS81
46 Endress+Hauser
7.1.2 Bediening via service interface en FieldCare/DeviceCare
2
3
CDI
1
A0026993
 22 Bediening via service-interface
1 Service interface (CDI = Endress+Hauser Common Data Interface)
2 Commubox FXA291
3 Computer met "FieldCare" bedieningstool en "CDI Communication FXA291" COM DTM
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 47
7.2 Terminologie gerelateerd aan tankmeting
4
13
A
B
C
D
E
F
G
5
H
1
2
14
15
16
17
10
11
12
6
7
8
9
3
A0026916
 23 Terminologie betreffende NMS8x installatie (bijv. NMS81)
A Vloeistof niveau
B Bovenste scheidingslaag
C Onderste scheidingslaag
D Gasfase
E Bovenfase
F Middenfase
Inbedrijfname Proservo NMS81
48 Endress+Hauser
G Onderfase
H Tankbodem
1 Referentiehoogte meetinstrument
2 Empty
3 Leeginregeling
4 Tank ullage
5 Tank level
6 Tank reference height
7 High stop level
8 Displacer position
9 Standby level
10 Upper interface level
11 Lower interface level
12 Low stop level
13 Referentie voor peilmeting
14 Mechanische stop
15 Slow hoist zone
16 Afstand
17 Referentiepositie
7.3 Initiële instellingen
Afhankelijk van de specificatie van de NMS8x, kunnen bepaalde initiële instellingen zoals
hierna beschreven niet nodig zijn.
7.3.1 Instellen van de displaytaal
Instellen van de displaytaal via de displaymodule
1. Druk in de standaardweergave () op "E". Kies, indien nodig Toetsenvergrendeling uit uit
het contextmenu en druk nogmaals op "E".
De Language verschijnt.
2. Open Language en kies de displaytaal.
Instellen van de displaytaal via een bedieningstool (bijv. FieldCare)
1. Ga naar: Setup → Uitgebreide setup → Display → Language
2. Kies de displaytaal.
Deze instelling heeft alleen invloed op de taal op de displaymodule. Gebruik voor het
instellen van de taal in de bedieningstool de taalinstelfunctionaliteit van FieldCare of
DeviceCare.
7.3.2 Instellen van de real-time klok
Instellen van de real-time klok via de displaymodule
1. Ga naar: Setup → Uitgebreide setup → Date / time → Datum instellen
2. Gebruik de volgende parameters voor het instellen van de real-time klok op de actuele
datum en tijd: Year, Month, Day, Hour, Minutes.
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 49
Instellen van de real-time klok via een bedieningstool (bijv. FieldCare)
1. Ga naar: Setup → Uitgebreide setup → Date / time
2.
Ga naar Datum instellen en kies Start.
3.
Gebruik de volgende parameters om de datum en tijd in te stellen: Year, Month, Day,
Hour, Minutes.
Inbedrijfname Proservo NMS81
50 Endress+Hauser
4.
Ga naar Datum instellen en kies Confirm time.
De real-time klok is ingesteld op de actuele datum en tijd.
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 51
7.4 Kalibratie
Na het installeren van de NMS8x of onderdelen daarvan (sensormodule, detectorunit,
meettrommel of meetdraad), moeten de volgende kalibraties in de genoemde volgorde
worden uitgevoerd.
1. Sensorkalibratie
2. Referentiekalibratie
3. Trommelkalibratie
Niet alle kalibratiestappen hoeven nodig te zijn, afhankelijk of het instrument is geïnstalleerd,
ingesteld of vervangen (zie de tabel hierna).
Type installatie/vervanging Kalibratiestap
1 Sensorkalibratie 2 Referentiekalibratie 3 Trommelkalibratie
All-in one Niet nodig Niet nodig Niet nodig
Verdringer separaat verzonden Nodig Nodig Nodig
Installatie verdringer via
kalibratievenster
Nodig Nodig Nodig
Vervanging/
onderhoud
Meettrommel Nodig Nodig Nodig
Verdringer Niet nodig Nodig Nodig
Sensormodule/
Detectoreenheid
Nodig Nodig Nodig
7.4.1 Verificatie van verdringer en meettrommel
Waarborg voor de installatie van de NMS8x, dat de volgende gegevens van de verdringer en
de meettrommel op de typeplaat overeenkomen met hetgeen is geprogrammeerd in het
instrument.
Parameters die moeten worden bevestigd
Parameters Ga naar:
Displacer diameter Setup → Uitgebreide setup → Sensor config → Displacer → Displacer diameter
Displacer weight Setup → Uitgebreide setup → Sensor config → Displacer → Displacer weight
Displacer volume Setup → Uitgebreide setup → Sensor config → Displacer → Displacer volume
Displacer balance volume Setup → Uitgebreide setup → Sensor config → Displacer → Displacer balance volume
Drum circumference Setup → Uitgebreide setup → Sensor config → Wiredrum
Wire weight Expert → Sensor → Sensor config → Wiredrum → Wire weight
Inbedrijfname Proservo NMS81
52 Endress+Hauser
Dataverificatie
Procedure dataverificatie
1. Controleer de diameter van de verdringer, het gewicht, het volume en het volumesaldo
voor de parameters Displacer diameter, Displacer weight, Displacer volume en de
Displacer balance volume.
2. Controleer de trommelomtrek en het draadgewicht in Drum circumference en Wire
weight.
Hiermee is de procedure voor de dataverificatie afgerond.
/../Displacer 08010-1
256.6g
Displacer diamet
Displacer weight
Displacer volume
316L
50
ml
70.8
ml
141.6
g
256.6
Ø
B
VD
VD
m
NMS8
Displacer
mm
302.xxxCir.
NMS8
Wiredrum
1.35g/10m
HNBR
28 m
WireWgt.
O-Ring
Range
Spare part-no.: 712xxxxx
Ser.no.: 12345678901
Ser.no.: 12345678901
Spare part-no.: 712xxxxx
A0028697
 24 Dataverificatie
7.4.2 Bewegen verdringer
De procedure "bewegen verdringer" is optioneel en kan worden gebruikt om de huidige positie
van de verdringer te veranderen om het uitvoeren van de kalibratiestappen gemakkelijker te
maken.
1. Waarborg dat de aanslag van de meettrommel is verwijderd.
2. Ga naar: Setup → Kalibratie → Move displacer → Move distance
3. Voer de relatieve bewegingsafstand in bij Move distance.
4. Kies Move down of Move up
5. Kies de ja.
Hiermee is de procedure voor het bewegen van de verdringer afgerond.
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 53
A0029119
 25 Bewegen verdringer
7.4.3 Sensorkalibratie
De sensorkalibratie past de gewichtsmeting van de detectoreenheid aan. De kalibratie bestaat
uit drie stappen.
ADC nulpuntskalibratie
ADC offsetkalibratie
ADC bereikkalibratie
Voor de ADC-offset gewichtskalibratie kan 0 g of een offset-gewicht (0 tot 100 g) worden
gebruikt.
Het gebruikt van een offset-gewicht anders dan 0 g verdient aanbeveling voor
dichtheidsmeting.
Inbedrijfname Proservo NMS81
54 Endress+Hauser
mS
mO2
mz
m
B
mO1
A0029472
 26 Concept van sensorkalibratie
m Gewicht van de verdringer
B Binaire waarde van AD-converter
mSBereik gewicht
mo1 Offset gewicht in geval van 0 … 100 g (50 g wordt geadviseerd.)
mo2 Offset gewicht in geval van 0 g
mzNulgewicht
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 55
Kalibratieprocedure
Stap Gebruik verdringer Gebruik offset-gewicht Beschrijving
1.
A0028000 A0028000
Ga naar: Setup → Kalibratie → Sensor kalibratie
→ Sensor kalibratie
Voer het offset-gewicht voor Offset weight in, die is
gebruikt in stap 3 (0,0 g wanneer alleen een
verdringer wordt gebruikt).
Voer de waarde voor Span weight in, die is gebruikt in
stap 4 (gewicht van verdringer aangegeven op
typeplaatje).
2.
A0027999 A0028001
Houd de verdringer omhoog of verwijder deze.
Kies voor de volgende parameter.
Measuring zero weight wordt getoond op het display.
Wacht tot Zero calibration Gereed toont en de
kalibratiestatus "Idle" wordt getoond.
Wanneer de verdringer omhoog wordt gehouden,
laat deze dan niet los tot deze stap is afgerond.
3.
A0027999 A0028002
Bevestig dat de Offset calibration de optie Place offset
weight toont.
Houd de verdringer omhoog of bevestig het offset-
gewicht.
Kies voor de volgende parameter.
Measuring offset weight wordt getoond op het
display.
Wacht tot Offset calibration Gereed toont en de
kalibratiestatus "Idle" wordt getoond.
Wanneer de verdringer omhoog wordt gehouden,
laat deze dan niet los tot deze stap is afgerond.
4.
A0028000 A0028000
Laat de verdringer los of monteer deze op de
meetring wanneer een offset-gewicht in de vorige
stap is gebruikt.
Kies voor de volgende parameter.
Measuring span weight wordt getoond op het display.
Controleer of Span calibration Gereed toont en de
kalibratiestatus "Idle" wordt getoond.
Kies de Volgende.
Controleer of Sensor kalibratie Gereed toont en de
kalibratiestatus "Idle" wordt getoond.
Hiermee is de sensorkalibratieprocedure afgerond.
Slinger de verdringer niet heen en weer en houd
deze zo stabiel mogelijk in positie.
Inbedrijfname Proservo NMS81
56 Endress+Hauser
7.4.4 Referentiekalibratie
De referentiekalibratie definieert de nulafstandspositie van de verdringer tot de mechanische
aanslag.
1. Ga naar: Setup → Kalibratie → Reference calibration → Reference calibration
2. Kies Start
3. Controleer de referentiepositie (bijv. 70 mm (2,76 in)).
De referentiepositie is vooringesteld voor de uitlevering.
4. Waarborg dat de verdringer correct is bevestigd aan de meetdraad.
5. De referentiekalibratie start automatisch.
Hiermee is de referentiekalibratie afgerond.
1
R
1.1. 2. 3.
A0029121
 27 Volgorde referentiekalibratie
1 Mechanische stop
R Referentiepositie
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 57
7.4.5 Trommelkalibratie
1. Ga naar: Setup → Kalibratie → Drum calibration → Drum calibration
2. Zorg voor een afstand van 500 mm (19,69 in) of meer tot de bodem van de verdringer
of het vloeistofniveau.
3. Waarborg dat het verdringergewicht in Set high weight correct is.
4. Kies de Start.
De trommelkalibratie start automatisch.
De trommelkalibratie registreert vijftig punten hetgeen ongeveer elf minuten in
beslag neemt.
5. Kies zoals normaal Nee voor de parameter Make low table.
Kies, om een onderste tabel te maken voor speciale toepassingen, de optie ja en
gebruik 50 g gewicht.
Hiermee is de trommelkalibratieprocedure afgerond.
Druk tegelijkertijd op  +  om een kalibratieprocedure af te breken. Wanneer de
trommelkalibratie wordt geannuleerd terwijl er een nieuwe tabel wordt gemaakt, blijft
de oude tabel van kracht. Wanneer het maken van een nieuwe tabel mislukt door een
obstructie, zal de NMS8x de nieuwe tabel niet accepteren en een foutmelding weergeven.
123
50
A0029122
 28 Trommeltabel maken
Inbedrijfname Proservo NMS81
58 Endress+Hauser
7.4.6 Inbedrijfnamecontrole
Deze procedure dient om te controleren dat alle kalibratiestappen correct zijn afgerond.
De inbedrijfnamecontrole start op de positie waar de voorgaande meettrommelkalibratie is
uitgevoerd. Voer de meettrommelkalibratie uit, wanneer de referentiepositie is gewijzigd..
Wanneer de meettrommelkalibratie wordt overgeslagen, moet worden gecontroleerd, of er
geen obstructies of storende objecten zijn, voordat de inbedrijfnamecontrole wordt uitgevoerd.
De inbedrijfnamecontrole bestaat uit elf stappen zoals hierna beschreven.
De controleposities voor de inbedrijfnamecontrole moeten in de volgende volgorde worden
uitgevoerd.
Het verdringergewicht op het eerste punt ligt binnen de drempelwaarde (binnen de
gespecificeerde waarde:5 g (0,01 lb)).
Tien van de vijftig punten, resulterende toen de vorige trommeltabel werd gemaakt, worden
geselecteerd en vergelijken met het resultaat van de actuele gewichtstabel en het
gedetecteerde gewicht wordt bevestigd.
Bevestig dat het verdringergewicht binnen de drempelwaarde (binnen de gespecificeerde
waarde:5 g (0,01 lb)) ligt op elk punt.
Wanneer het verdringergewicht de drempelwaarde in de tien stappen overschrijdt, stopt de
inbedrijfnamecontrole en de meetstatus verandert in stop.
Geef om door te gaan met de niveaumeting, het meetcommando.
De volgende drie posities worden bevestigd in de laatste stap.
Het verschil van de naastgelegen twee punten ligt binnen de drempelwaarde (binnen de
gespecificeerde waarde:2 g (0,004 lb)).
De piek-piek-waarde van de compensatiewaarde in de trommeltabel ligt binnen
20 g (0,04 lb).
De maximale compensatiewaarde in de trommeltabel ligt binnen 40 g (0,09 lb).
Te hoge spanning wordt niet bevestigd tijdens het uitvoeren van de inbedrijfnamecontrole.
Waarborg voor de meettrommelkalibratie, dat er geen interferentie is met waar de
voorgaande meettrommelkalibratie was uitgevoerd.
1. Ga naar: Diagnose → Instrumenttest → Commissioning check → Commissioning check
2. Kies Start.
Executing wordt getoond bij "Verify drum tabel".
3. Kies Start.
4. Bevestig dat de Commissioning check de optie Gereed toont.
5. Controleer of de parameters Result drum check doorstaan is.
Hiermee is de procedure voor de inbedrijfnamecontrole afgerond.
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 59
7.5 Configuratie van de ingangen
7.5.1 Configuratie van de HART-ingangen
Aansluiten en adresseren HART-instrumenten
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
i
B
B1-3 B4-8
12345678
C12345678
C1-3 C4-8
A0032955
 29 Mogelijke klemmen voor HART-circuits
B Analoge I/O-module in slot B (beschikbaarheid afhankelijk van de instrumentversie)
C Analoge I/O-module in slot C (beschikbaarheid afhankelijk van de instrumentversie)
E De uitgang is HART Ex (leverbaar in alle instrumentversies)
HART-instrumenten moeten worden geconfigureerd en een uniek HART-adres krijgen
via de eigen gebruikersinterface voordat deze worden aangesloten op de Proservo
NMS8x 3).
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Input/output → Analog I/O
Parameter Betekenis/actie
Bedrijfsmodus Kies:
HART master+4..20mA input wanneer slechts één HART-instrument is aangesloten op dit
circuit. In dit geval kan het 4-20 mA-signaal worden gebruikt naast het HART-signaal.
HART master wanneer maximaal 6 HART-instrumenten zijn aangesloten op dit circuit.
3) actuele software ondersteunt geen HART-instrumenten met adres 0 (nul).
Inbedrijfname Proservo NMS81
60 Endress+Hauser
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Input/output → HART devices → HART Device(s) 1) 2)
Parameter Betekenis/actie
Output pressure Wanneer het instrument een druk meet: kies welke van de HART-variabelen (PV, SV, TV
of QV) de druk bevat.
Anders: behoud de fabrieksinstelling: No value
Output density Wanneer het instrument een dichtheid meet: kies welke van de HART-variabelen (PV,
SV, TV of QV) de dichtheid bevat.
Anders: behoud de fabrieksinstelling: No value
Output temperature Wanneer het instrument een temperatuur meet: kies welke van de HART-variabelen (PV,
SV, TV of QV) de temperatuur bevat.
Anders: behoud de fabrieksinstelling: No value
Output vapor
temperature
Wanneer het instrument de damptemperatuur meet: kies welke van de HART-variabelen
(PV, SV, TV of QV) de damptemperatuur bevat.
Anders: behoud de fabrieksinstelling: No value
Output level Wanneer het instrument een niveau meet: kies welke van de HART-variabelen (PV, SV,
TV of QV) het niveau bevat.
Anders: behoud de fabrieksinstelling: No value
1) Er is een HART Device(s) voor elk aan gesloten HART-instrument.
2) Deze instelling kan worden overgeslagen voor een aangesloten Prothermo NMT5xx NMT8x of Micropilot
FMR5xx omdat voor deze instrumenten het type meetwaarde automatisch wordt herkend.
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 61
7.5.2 Configuratie van de 4-20 mA-ingangen
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
i
B
B1-3 B4-8
12345678
C12345678
C1-3 C4-8
A0032464
 30 Mogelijke locaties van de analoge I/O-modules, welke kunnen worden gebruikt als een 4-20 mA-
ingang. De bestelcode van het instrument bepaalt welke van deze modules momenteel aanwezig
is.
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Input/output → Analog I/O 1)
Parameter Betekenis/actie
Bedrijfsmodus Kies 4..20mA input of HART master+4..20mA input
Process variable Kies welke procesvariabele door het aangesloten instrument wordt overgedragen.
Analog input 0% value Definieer welke waarde van de procesvariabele overeenkomt met een ingangsstroom van
4 mA.
Analog input 100% value Definieer welke waarde van de procesvariabele overeenkomt met een ingangsstroom van
20 mA.
Process value Controleer of de getoonde waarde overeenkomt met het werkelijke waarde van de
procesvariabele.
1) Er is een Analog I/O voor elke analoge I/O-module van het instrument.
Inbedrijfname Proservo NMS81
62 Endress+Hauser
4mA
1
20mA
0% 2100%
I [mA]
A0029264
 31 Schaalinstelling van de 4-20 mA ingang op de procesvariabele
1 Input value in mA
2 Process value
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 63
7.5.3 Configuratie van een aangesloten RTD
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1 2 3 4 5 6 7 8
POWER
i
1 2 3 4 5 6 7 8
B
B1-3 B4-8
12345678
C12345678
C1-3 C4-8
A0032465
 32 Mogelijke locaties van de analoge I/O-modules, waarop een RTD kan worden aangesloten. De
bestelcode van het instrument bepaalt welke van deze modules momenteel aanwezig is.
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Input/output → Analog IP
Parameter Betekenis/actie
RTD type Specificeer het type van de aangesloten RTD.
RTD connection type Specificeer het type aansluiting van de RTD (2-, 3- of 4-draads).
Input value Controleer of de getoonde waarde overeenkomt met de werkelijke temperatuur.
Minimum probe temperature Specificeer de toegestane minimale temperatuur van de aangesloten RTD.
Maximum probe temperature Specificeer de toegestane maximale temperatuur van de aangesloten RTD.
Probe position Voer de montagepositie van de RTD in (gemeten vanaf het leegniveau).
Inbedrijfname Proservo NMS81
64 Endress+Hauser
2
1
3
A0029269
1 Leeginregeling
2 RTD
3 Probe position
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 65
7.5.4 Configuratie van de digitale ingangen
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
i
C12345 6 7
C1-2 C3-4
A1-2 A3-4
A1 2 3 4
A0026424
 33 Mogelijke locaties van de digitale I/O-modules (voorbeelden); de bestelcode definieert het aantal
en de locatie van de digitale ingangsmodules.
Er is een Digital Xx-x voor elke digitale I/O-module van het instrument. "X" staat voor het slot
in het aansluitcompartiment, "x-x" voor de klemmen in deze slot. De belangrijkste parameters
van dit submenu zijn Bedrijfsmodus en Contact type.
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Input/output → Digital Xx-x
Parameter Betekenis/actie
Bedrijfsmodus Kies de bedrijfsmodus (zie diagram hierna).
Input passive
De DIO-module meet de spanning die wordt geleverd door een externe bron. Afhankelijk van de
status van de externe schakelaar, is deze spanning 0 (schakelaar open) of overschrijdt deze een
bepaalde grensspanning (schakelaar gesloten). Deze twee statussen representeren het digitale
signaal.
Input active
De DIO-module levert een spanning en gebruikt deze om te detecteren of de externe schakelaar
open of gesloten is.
Contact type Bepaalt hoe de status van de externe schakelaar wordt gekoppeld aan de interne statussen van de
DIO-module (zie tabel hieronder). De interne status van de digitale ingang kan dan worden
overgedragen naar een digitale uitgang of kan worden gebruikt om de meting te regelen.
Inbedrijfname Proservo NMS81
66 Endress+Hauser
DIO
2/4
+
_
2/4
1/3 1/3
ADIO
B
A0029262
A "Bedrijfsmodus" = "Input passive"
B "Bedrijfsmodus" = "Input active"
Status van de externe schakelaar Interne status van de DIO-module
Contact type = Maakcontact Contact type = Verbreekcontact
Open Inactief Actief
Gesloten Actief Inactief
Gedrag in speciale situaties:
Tijdens opstarten Onbekend Onbekend
Storing in de meting Fout Fout
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 67
7.6 Koppelen van meetwaarden aan tankvariabelen
Meetwaarden moeten aan tankvariabelen worden gekoppeld voordat deze kunnen worden
gebruikt in een tankniveaumeetapplicatie.
Afhankelijk van de toepassing zullen niet alle parameters relevant zijn in de gegeven
situatie.
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Applicatie → Tank configuration → Niveau
Parameter Definieert de bron van de volgende tankvariabelen
Level source Productniveau
Water level source Waterniveau bodem
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Applicatie → Tank configuration → Temperatuur
Parameter Definieert de bron van de volgende tankvariabelen
Liquid temp source Gemiddelde of punttemperatuur van het product
Air temperature source Temperatuur van de lucht rondom de tank
Vapor temp source Temperatuur van de damp boven het product
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Applicatie → Tank configuration → Druk
Parameter Definieert de bron van de volgende tankvariabelen
P1 (bottom) source Bodemdruk (P1)
P3 (top) source Bovendruk (P3)
Inbedrijfname Proservo NMS81
68 Endress+Hauser
7.7 Configuratie van de alarmen (grenswaarden)
Een grenswaardedetectie kan worden geconfigureerd voor maximaal 4 tankvariabelen. De
grenswaardedetectie geeft een alarm wanneer de waarde een bovengrenswaarde overschrijdt
of een ondergrenswaarde onderschrijdt. De grenswaarden kunnen door de gebruiker worden
gedefinieerd.
AB
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 10
A0029539
 34 Principe van de grenswaardedetectie
A Alarm mode = Aan
B Alarm mode = Latching
1 HH alarm value
2 H alarm value
3 L alarm value
4 LL alarm value
5 HH alarm
6 H alarm
7 L alarm
8 LL alarm
9 "Clear alarm" = "ja" of voeding aan-uit
10 Hysteresis
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 69
Voer passende waarden in de volgende parameters in, om een alarm te configureren:
Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Applicatie → Alarm → Alarm 1 … 4
Parameter Betekenis/actie
Alarm mode Uit
Er worden geen alarmen gegenereerd.
Aan
Een alarm verdwijnt wanneer de alarmconditie niet langer aanwezig is (rekening houdend
met de hysterese).
Latching
Alle alarmen blijven actief tot de gebruiker Clear alarm = ja kiest.
Alarm value source Selecteer de procesvariabele die wordt bewaakt op grenswaardeoverschrijding.
HH alarm value
H alarm value
L alarm value
LL alarm value
Stel passende grenswaarden in (zie diagram hiervoor).
7.8 Configuratie van de signaaluitgang
7.8.1 Analoge uitgang 4 … 20 mA uitgang
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
i
B
B1-3 B4-8
12345678
C12345678
C1-3 C4-8
A0032464
 35 Mogelijke locaties van de analoge I/O-modules, welke kunnen worden gebruikt als een 4 … 20 mA
uitgang. De bestelcode van het instrument bepaalt welke van deze modules momenteel aanwezig
is.
Inbedrijfname Proservo NMS81
70 Endress+Hauser
Elke analoge I/O-module van het instrument kan worden geconfigureerd als 4 … 20 mA
analoge uitgang. Stel daarvoor passende waarden in voor de volgende parameters:
Setup → Uitgebreide setup → Input/output → Analog I/O
Parameter Betekenis/actie
Bedrijfsmodus Een keuze van 4..20mA output of HART slave +4..20mA output 1)→  71.
Analog input source Kies welke tankvariabele wordt overgedragen via de analoge uitgang.
Analog input 0% value Specificeer welke waarde van de tankvariabele overeenkomt met een uitgangsstroom van
4 mA.
Analog input 100% value Specificeer welke waarde van de tankvariabele overeenkomt met een uitgangsstroom van
20 mA.
1) "HART slave +4..20mA output " betekent dat de analoge I/O-module werkt als HART-slave welke cyclisch
maximaal vier HART-variabelen naar een HART-master stuurt. Voor de configuratie van de HART-uitgang:
Proservo NMS81 Inbedrijfname
Endress+Hauser 71
7.8.2 HART-uitgang
Dit hoofdstuk geldt alleen voor Bedrijfsmodus = HART slave +4..20mA output.
Setup → Uitgebreide setup → Communicatie → HART output → Configuratie
Parameter Betekenis/actie
System polling address Stel het HART-communicatie-adres voor het instrument in.
Toekennen SV
Toekennen derde meetwaarde
Toewijzen QV
Kies welke tankvariabelen moeten worden overgedragen door de HART-
variabelen.
Standaard draagt de PV dezelfde variabele over als de analoge uitgang en
hoeft dus niet te worden toegekend.
Inbedrijfname Proservo NMS81
72 Endress+Hauser
7.8.3 Modbus, V1 of WM550 uitgang
D
E
F
C
B
A
1
1
1
1 3
2
2 4
1
HR
CDI
WP
on
SIM
2
2
3
3
4
4
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
POWER
A1 2 3 4
A1-4
i
D1234
D1-4
A0031200
 36 Mogelijke locaties van de Modbus of V1 modules (voorbeelden) kunnen, afhankelijk van de
instrumentversie, ook slot B of C zijn.
Afhankelijk van de bestelcode kan het instrument één of twee Modbus- of V1-communicatie-
interfaces hebben. Deze worden in de volgende submenu's geconfigureerd:
Modbus
Setup → Uitgebreide setup → Communicatie → Modbus X1-4 →Configuratie
V1
Setup → Uitgebreide setup → Communicatie → V1 X1-4 → Configuratie
Setup → Uitgebreide setup → Communicatie → V1 X1-4 → V1 input selector
WM550
Setup → Uitgebreide setup → Communicatie → WM550 X1-4 → Configuratie
Setup → Uitgebreide setup → Communicatie → WM550 X1-4 → WM550 input selector
www.addresses.endress.com
*71636577*
71636577
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Endres+Hauser Proservo NMS81 Short Instruction

Type
Short Instruction