Nederlands
33
automatisch in de stand (initiële instelhoek) gezet
die wordt aangegeven in (Afb. 2).
(Afb. 1)
(Afb. 2)
Na de installatie
Voer na de installatie de initiële instelling uit aan
de hand van de gebruiksaanwijzing.
¤
• De montage en het aansluiten van de kabels
vereist kennis en ervaring. Laat de bevestiging
en bedrading om veiligheidsredenen door vaklui
uitvoeren.
• Zorg dat het toestel op een negatieve 12 Volt
gelijkstroomvoeding is geaard.
• Installeer het toestel niet op plaatsen die aan
direct zonlicht, hitte of extreme vochtigheid
blootstaan. Vermijd ook plaatsen waar het
zeer stoffig is of waar gevaar bestaat voor
waterspatten.
• Gebruik bij het installeren uitsluitend de
bijgeleverde schroeven. Gebruik uitsluitend de bij
het toestel geleverde schroeven. Het gebruik van
verkeerde schroeven kan het toestel beschadigen.
• Wanneer de stroom niet is ingeschakeld
(“PROTECT” wordt weergegeven), is er mogelijk
een kortsluiting in de luidsprekerkabel of raakt
de kabel het chassis van het voertuig en werd
mogelijk het beveiligingscircuit geactiveerd.
Controleer in dit geval de luidsprekerkabel.
• Als het contact van uw auto geen ACC-stand
heeft, moet u de ontstekingskabels met een
voedingsbron verbinden die gelijk met het
contact van de auto wordt in- en uitgeschakeld.
Als u de ontstekingskabel op een voedingsbron
met een constante spanning aansluit, kan de accu
net als het geval is met accukabels leeglopen.
• Als de console een deksel heeft, moet u er bij
de installatie van het toestel op letten dat het
voorpaneel bij het openen en sluiten het deksel
niet raakt.
• Als de zekering is doorgebrand, controleert u
eerst of de kabels elkaar niet raken en zo een
kortsluiting veroorzaken en vervangt u vervolgens
de oude zekering door een nieuwe met dezelfde
stroomsterkte.
• Isoleer niet-aangesloten kabels met isolatieband
of ander geschikt materiaal. Voorkom kortsluiting
door de kapjes op het uiteinde van de niet-
aangesloten kabels of aansluitingen niet te
verwijderen.
• Sluit de luidsprekerkabels juist met de
overeenkomende aansluitingen aan. Het apparaat
kan beschadigd raken of niet langer werken
als u de --draden deelt of deze aardt met een
metalen onderdeel van het voertuig.
• Wanneer er slechts twee luidsprekers op
het systeem worden aangesloten, sluit
de connectoren dan aan op beide voor-
uitgangsaansluitingen of beide achter-
uitgangsaansluitingen (meng de voor- en achter-
uitgangsaansluitingen niet). Als u de connector
van de linker luidspreker + bijvoorbeeld op
een voor-uitgangsaansluiting aansluit, sluit
de connector dan - niet aan op een achter-
uitgangsaansluiting.
• Controleer na het installeren van het toestel of de
remlichten, richtingaanwijzers, ruitenwissers enz.
van de auto juist functioneren.
• Installeer het toestel onder een maximale hoek
van 30˚.
• Dit toestel is uitgerust met een ventilator (pagina
35) om de binnentemperatuur te verminderen.
Plaats het toestel niet zodanig dat de ventilator
wordt geblokkeerd. Wanneer deze openingen
worden geblokkeerd, kan de binnentemperatuur
oplopen en het toestel defect raken.
• Duw niet te hard op het paneeloppervlak tijdens
de installatie van het toestel in het voertuig. Dat
kan leiden tot krassen, schade of het niet goed
meer functioneren.
• De ontvangst wordt mogelijk slechter wanneer
zich metalen voorwerpen bevinden in de buurt
van de Bluetooth-antenne.
Bluetooth-antenne
¤ LET OP
Installeer dit apparaat in de console van uw
voertuig.
Raak de metalen onderdelen van dit apparaat
niet aan tijdens en kort na het gebruik van
het apparaat. Metalen onderdelen zoals de
warmteafvoer en behuizing worden heet.