Hilti UH 700 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
UH 700 Slagboormachine
Lees de handleiding vóór het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 66
2 Beschrijving 67
3 Toebehoren 69
4 Technische gegevens 69
5 Veiligheidsinstructies 70
6 Inbedrijfneming 73
7 Bediening 74
8 Verzorging en onderhoud 76
9 Foutopsporing 77
10 Afval voor hergebruik recyclen 77
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 78
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 78
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding betekent »het apparaat«
steeds de slagboormachine UH 700.
Bedienings- en indicatie-elementen 1
@
Boorkop (snelspanopname of tandkransboorkop
met boorkopsleutel)
;
Zijhandgreep
=
Huls
%
Diepteaanslag
&
Blokkeerbout voor diepte-aanslag
(
Functiekeuzeschakelaar
)
Rechts-/linksloopschakelaar
+
Regelschakelaar met elektronische toerentalregeling
§
Vergrendelingsknop continuwerking
/
Voedingssnoer
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
nl
66
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
1
2
Gebodstekens
Helm dragen Veiligheids-
bril
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Oorbescher-
mers
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Symbolen
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Slagboren Boren
zonder slag
1e
versnelling
Boren
zonder slag
2e
versnelling
Ampère Hertz Volt Watt
Wissel-
stroom
Dubbel
geïsoleerd
Omwentelin-
gen per
minuut
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Type, artikelnummer, bouwjaar en technische stand
staan op het typeplaatje van uw apparaat. Het
seriekenmerk is op de onderkant van het motorhuis
vermeld. Neem deze gegevens over in uw handleiding en
geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging
of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is een handbediende slagboormachine met netvoeding om te slagboren, draaiboren en schroeven.
Het apparaat is onder bepaalde voorwaarden geschikt om te roeren (zie Toepassingen).
De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Neem de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
Het apparaat mag alleen in een droge omgeving worden gebruikt.
nl
67
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en brand bestaat.
2.2 Gereedschapopname
Snelspanboorkop of
Tandkransboorkop met boorkopsleutel
2.3 Schakelaar
Regelschakelaar met elektronische toerentalregeling
Vergrendelknop continuwerking
Functiekeuzeschakelaar
Rechts‑/ linksloopschakelaar
2.4 Handgrepen
Zijhandgreep met trillingsdemping en diepteaanslag
Handgreep met vibratiedemping
2.5 Toepassingen met slagfunctie
Toepassingen met slagfunctie
Gereedschaptype
Afmetingen 1e ver-
snelling/2e versnel-
ling
Afmetingen slagbo-
ren
Slagboren in metselwerk Boor met cilindrische
opname en hardmeta-
len kling
-
Max. 16 mm
2.6 Toepassingen zonder slagfunctie
Toepassingen
Gereedschaptype
Afmetingen 1e ver-
snelling
Afmetingen 2e ver-
snelling
Draaiboren in metaal Boor met cilindrische
opname
Max. 13 mm 1,5…8 mm
Getrapte boor (stepbit) Max. 35 mm Max. 8 mm
Draaiboren in hout Spiraalboor Max. 30 mm Max. 30 mm
Forstner-boor Max. 45 mm Max. 40 mm
Gatzagen Max. 80 mm Max. 40 mm
Slangboor Max. 30 mm
-
Vlakfreesboor (niet
zelfsnijdend)
Max. 40 Max. 40 mm
Roeren van latexverf, dunvloeibare
cementmortel, tegellijm, gips met
menggereedschap
TE‑MP 80 aanbevolen
-
TE‑MP 110 aanbevolen
-
2.7 Inbegrepen bij de levering van de standaarduitrusting zijn:
1 Apparaat met zijhandgreep
1 Diepteaanslag
1 Stofkap
1 Boorhoudersleutel (bij tandkransboorhouder)
1Handleiding
1 Hilti koffer of kartonnen verpakking
nl
68
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
2.8 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan
vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig
op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Snoerdiameter
1,5 mm² 2 m 2,5 mm² 3,5 m
Netspanning 100 V 30 m 50 m
Netspanning 110‑120 V 30 m 50 m
Netspanning 220‑240 V 90 m 140 m
Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm².
2.9 Verlengsnoer buiten
Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
2.10 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan met een generator of transformator van de bouwplaats worden aangedreven, wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van hetgeen op het
typeplaatje van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5 % en ‑15 % ten opzichte
vandenominalespanningteliggenendefrequentiemoet50tot60Hzenmagnooit meer dan 65 Hz bedragen, en er
dient een automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
Gebruik naast de generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten. Het in- en uitschakelen van
andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor het apparaat beschadigd
kan raken.
3 Toebehoren
Een lijst met gereedschappen vindt u in hoofdstuk 2 Beschrijving "Toepassingen".
Omschrijving
Afkorting Artikelnummer, beschrijving
Snelspanboorkop 274077
Tandkransboorkop 274079
Boorhoudersleutel (bij tandkrans-
boorhouder)
274081
Stofafzuiging TE DRS‑S 340602
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Nominale
spanning
100 V 110 V 120 V 220 V 230 V 240 V
Nominaal
ingangsver-
mogen
710W 710W 710W 710W 710W
Nominale
stroom
7,5A 6,9A 8A 3,5A 3,1A 3,1A
Apparaat UH 700
Netfrequentie 50…60 Hz
Gewicht apparaat zonder zijhandgreep 2,4 kg
Gewicht conform EPTA-Procedure 01/2003 2,6 kg
nl
69
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
Apparaat UH 700
Afmetingen (L x B x H) 342 mm X 86 mm X 205 mm
Toerental onbelast 1e versnelling 900/min
Toerental onbelast 2e versnelling 2.500/min
Slagfrequentie 40.000/min
Gereedschapopname 1,5…13 mm
Maximaal draaimoment 1e versnelling 80 Nm
Maximaal draaimoment 2e versnelling 29 Nm
Toerentalregeling Elektronisch via de regelschakelaar
Rechts-/linksloop Omschakelhendel met omschakelblokkering tijdens de
loop
Aanhaalmoment bij wisseling van de boorkop 120 Nm
AANWIJZING
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor
de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch apparaat. Als het elektrisch apparaat echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de
gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch apparaat en de gereedschappen, warmhouden
van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluids- en vibratie-informatie (gemeten volgensEN 60745‑1):
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau 109 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau 98 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A)
Triaxiale vibratiewaarden (vibratievectorsom) gemeten volgens EN 60745‑2‑1
Slagboreninbeton,a
h,ID
14,2 m/s²
Boren in metaal, a
h,D
4m/s²
Onzekerheid (K) voor triaxiale vibratiewaarden 1,5 m/s²
Apparaat- en toepassingsinformatie
Isolatieklasse Isolatieklasse II (dubbel geïsoleerd)
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
sen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschap-
nl
70
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik het elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangendekleding,sieradenenlangeharenkun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
neren en niet vastklemmen en of onderdelen ge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
nl
71
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Veiligheidsinstructies voor boormachines
a) Gebruik de extra handgrepen die bij de levering
van het apparaat zijn inbegrepen. Verlies van con-
trole kan tot lichamelijk letsel leiden.
b) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
5.3 Aanvullende veiligheidsinstructies
5.3.1 Veiligheid van personen
a) Houd het apparaat altijd met beide handen vast
aan de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
b) Zorg ervoor dat de zijhandgreep op de juiste ma-
nier is gemonteerd en volgens de voorschriften
bevestigd is.
c) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
d) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
e) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
f) Gebruik het apparaat alleen volgens de voor-
schriften en in optimale toestand.
g) Draag bij het wisselen van gereedschap
werkhandschoenen, omdat het gereedschap
heet wordt door het gebruik.
h) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk
altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit
vermindert het risico om over het snoer te vallen.
i) Gebruik geen beschadigd gereedschap.
j) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied
aan de overzijde van de werkzaamheden af te zet-
ten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar
beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk
letsel oplopen.
k) Gebruik bij het roeren altijd de eerste versnelling,
om te voorkomen dat het medium naar buiten
wordt geslingerd. Draag werkhandschoenen.
l) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
m) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
n) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of
een bankschroef om het werk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en
bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
b) Controleer of het gereedschap het bij het appa-
raat passende opnamesysteem heeft en correct
in de gereedschapopname vergrendeld is.
c) Bij een stroomonderbreking het apparaat uitscha-
kelen en de stekker uit het stopcontact halen,
eventueel de vergrendeling van de regelschake-
laar opheffen. Ditvoorkomtdathetapparaatper
ongeluk wordt ingeschakeld wanneer het weer onder
spanning komt te staan.
5.3.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
nl
72
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
schadigd is, dient dit door een speciaal vervaar-
digd en goedgekeurd netsnoer te worden vervan-
gen. Dit kan verkregen worden bij de klantenser-
vice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang deze in geval van beschadiging. Wordt
het net- of verlengsnoer tijdens de werkzaam-
heden beschadigd, dan mag u het snoer niet
aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact.
Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden
het risico van een elektrische schok in.
c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewer-
king van geleidend materiaal regelmatig door de
Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstan-
digheden tot een elektrische schok leiden.
d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap
werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met
behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar
(RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom
op het net is aangesloten. Het gebruik van een
lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico
van een elektrische schok.
e) In principe wordt het gebruik van een lekstroom-
beveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA
afschakelstroom aanbevolen.
5.3.4 Werkomgeving
a) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
b) Zorg voor een goede ventilatie van de werkom-
geving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als
gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de
gezondheid.
5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt bevin-
den, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een
geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers,
werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen.
6 Inbedrijfneming
6.1 Zijhandgreep monteren en positioneren 2
ATTENTIE
Om letsel te voorkomen dient u de diepteaanslag uit
de zijhandgreep en het gereedschap uit de boorhou-
der te verwijderen.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
3. ATTENTIE Er bij de UH 700 beslist op letten dat
de huls in de zijhandgreep gemonteerd is.
Schuif de zijhandgreep (spanband) tot de aanslag
over de boorkop op de tandwielkast.
4. ATTENTIE Erop letten dat de ribbels van de span-
band aangrijpen in de groeven van de tandwiel-
kast.
ATTENTIE Wanneer de zijhandgreep na een blok-
kade in de ondergrond doorglijdt, controleer hem
dan bij de tandwielkast op vormparing / ribbel-
vorming.Beschadigde onderdelen laten vervan-
gen. De draaimomenten kunnen anders niet meer
m.b.v. de zijhandgreep worden opgevangen.
Draai de zijhandgreep in de gewenste positie in
overeenstemming met de beschikbare arrêteringen.
5. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep
te draaien.
6.2 Gebruik van verlengsnoer en generator of
transformator
Zie het hoofdstuk "Beschrijving/toepassing van verleng-
kabel".
nl
73
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
7Bediening
GEVAAR
Gebruik de extra handgrepen die bij de levering van
het apparaat zijn inbegrepen. Verlies van controle kan
tot lichamelijk letsel leiden.
WAARSCHUWING
Het apparaat niet gebruiken als gereedschap voor het
losmaken van verbindingen of van in de ondergrond
vastzittend gereedschap, als het maximaal draaimo-
ment (zie Technische gegevens) bij linksloop niet vol-
doende is. Het gevaar bestaat dat de gereedschapop-
name loskomt.
WAARSCHUWING
De netspanning dient overeen te komen met de ge-
gevens op het typeplaatje van het apparaat.
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of
een bankschroef.
7.1 Voorbereiden
7.1.1 Diepteaanslag monteren en instellen 3
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. De blokkeerbout van de diepte-aanslag losmaken.
3. Schuif de diepteaanslag in de daarvoor bestemde
opening.
4. Stel de diepteaanslag en de gewenste boordiepte
in.
5. De blokkeerbout van de diepte-aanslag vastdraaien.
7.2 Gebruik
ATTENTIE
Door de bewerking van de ondergrond kan er materi-
aal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhand-
schoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt,
een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan licha-
melijk letsel en oogletsel veroorzaken.
ATTENTIE
Tijdens het werkproces wordt geluid geproduceerd.
Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor
beschadigen.
ATTENTIE
Het gereedschap en de boorhouder worden heet door
het gebruik. Gebruik werkhandschoenen voor het wis-
selen van gereedschap.
7.2.1 Snelspanboorkop
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
AANWIJZING
Eventueel moet de snelspanboorkop met de spil iets wor-
den gedraaid, zodat de geïntegreerde spilstop blokkeert.
AANWIJZING
Afhankelijk van de uitvoering van de boorkop moet de
brede verstelring of de achterste ring van de houder met
de hand worden vastgehouden.
7.2.1.1 Snelspanboorkop openen 4
1. Pak de draaibare bus vast.
2. Draaidebustegendewijzersvandeklokin.
AANWIJZING Als eerste stap wordt automatisch de
vergrendeling opgeheven.
3. Draai verder aan de bus tot het gereedschap los-
komt.
7.2.1.2 Snelspanboorkop sluiten 5
1. Open de snelspanboorkop tot de schacht van het
gereedschap voldoende plaats vindt.
2. Plaats het gereedschap in de snelspanboorkop.
3. Span het gereedschap door de draaibare bus stevig
metdewijzersvandeklokmeetedraaien.
4. Nadatdeklauwenvandesnelspanboorkoptegen
het gereedschap liggen, moet u krachtig met de
wijzers van de klok mee verder draaien tot de snel-
spanboorkop automatisch inklikt
AANWIJZING Het vergrendelen is duidelijk hoor-
baar door het meermaals klikken.
7.2.2 Tandkransboorkop
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
AANWIJZING
Gebruik de meegeleverde boorkopsleutel om de boorkop
te openen en het gereedschap aan te spannen.
7.2.2.1 Tandkransboorkop openen 6
1. Steek de boorkopsleutel in één van de drie boorga-
ten van de tandkransboorkop.
2. Om de tandkransboorkop te openen draait u de
boorkopsleutel tegen de wijzers van de klok in.
3. Neem het gereedschap uit de tandkransboorkop.
4. Neem de boorkopsleutel af.
7.2.2.2 Tandkransboorkop sluiten 7
1. Open de tandkransboorkop tot de schacht van het
gereedschap voldoende plaats vindt.
2. Plaats het gereedschap in de tandkransboorkop
3. Sluit de klauwen door aan de tandkransring te
draaien tot het gereedschap vastgezet is.
nl
74
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
4. Steek de boorkopsleutel in één van de drie boorga-
ten van de tandkransboorkop.
5. Draai de boorkopsleutel met de wijzers van de klok
mee om het gereedschap in de tandkransboorkop
vast te zetten.
6. Neem de boorkopsleutel af.
7.2.3 Toepassingen
ATTENTIE
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
ATTENTIE
Als de machine blokkeert, dient u onmiddellijk de motor
uit te schakelen. Als dit langer duurt dan 2-3 seconden
kan het apparaat beschadigd raken.
ATTENTIE
Tijdens bedrijf mag er niet aan de functiekeuzescha-
kelaar worden gedraaid.
AANWIJZING
De rechts‑/ linksloopschakelaar moet in de stand link-
sloop geschakeld zijn.
7.2.3.1 Slagboren 8
1. Draai de functieschakelaar in de stand "Slagboren"
tot hij inklikt, eventueel moet de spil hierbij licht
gedraaid worden.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Plaats het apparaat met de boor op het gewenste
boorpunt.
AANWIJZING Bij boren bovenhands bevelen wij
het gebruik van de stofkap aan om het stof in de
boorkop te reduceren.
5. Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met
een laag toerental, tot de boor in het boorgat ge-
centreerd is).
6. Om met volledige capaciteit verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
AANWIJZING De boorcapaciteit hangt bij deze
slagboormachine af van de aandrukkracht.
7. Om splinteren te voorkomen dient u bij het boren
van gaten het toerental en de aandrukkracht kort
voor de doorslag te verminderen.
7.2.3.2 Stofafzuiging (TE DRS‑S) 9
Bij de zijhandgreep/ diepteaanslag is een DRS afzuigkop
aangebracht. Het boorgruis wordt afgezogen met een
stofzuiger. Meer informatie over de bediening en het
gebruik van de stofafzuiging vindt u in de afzonderlijke
handleiding voor de TE DRS‑S.
7.2.3.3 Draaiboren 1e en 2e versnelling 
1. Draai de functieschakelaar op de stand draaiboren
1e of 2e versnelling tot hij inklikt, eventueel moet de
spil hierbij licht gedraaid worden.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Plaats het apparaat met de boor op het gewenste
boorpunt.
5. Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met
een laag toerental, tot de boor in het boorgat ge-
centreerd is).
6. Om met volledige capaciteit verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
7. Oefen zoveel aandrukkracht uit dat deze in overeen-
stemming is met de ondergrond, hierdoor bereikt u
een optimale voortgang bij het boren.
7.2.3.4 Roeren
1. Draai de functieschakelaar op de stand draaiboren
1e versnelling tot hij inklikt, eventueel moet de spil
hierbij licht gedraaid worden.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact.
4. Houd het menggereedschap in de container met het
mengmateriaal.
5. Druk om met roeren te beginnen langzaam op de
regelschakelaar.
6. Om met volledige capaciteit verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
7. Leid het roergereedschap op zo'n manier dat het
medium niet naar buiten wordt geslingerd.
7.2.3.5 Schroeven
AANWIJZING
Schakel de rechtsloop- of linksloopschakelaar in over-
eenstemming met de gewenste schroefwijze.
1. Draai de functieschakelaar op de stand draaiboren
1e of 2e versnelling tot hij inklikt, eventueel moet de
spil hierbij licht gedraaid worden.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Druk langzaam op de regelschakelaar tot de schroef
zich zelf in de ondergrond leidt.
5. Druk op de regelschakelaar en werk met een aan de
ondergrond aangepast vermogen.
6. Reduceer het toerental wanneer het schroeven bijna
beëindigd is om schade te voorkomen.
nl
75
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
7.2.4 Regelschakelaar met elektronische
toerentalregeling
Het toerental kan door langzaam op de regelschakelaar te
drukken traploos op maximale sterkte worden gebracht.
7.2.5 Vergrendelknop continuwerking
Met de vergrendelknop voor continuwerking wordt de re-
gelschakelaar in ingedrukte stand geblokkeerd. Hierdoor
loopt de motor onafgebroken met volledig toerental.
7.2.5.1 Continuwerking inschakelen 
1. Druk de regelschakelaar in en houd deze ingedrukt.
2. Druk de vergrendelknop in en houd deze ingedrukt.
3. Laat de regelschakelaar los.
4. Laat de vergrendelknop los.
7.2.5.2 Continuwerking uitschakelen
Door de regelschakelaar opnieuw in te drukken wordt de
blokkering opgeheven.
7.2.6 Rechts‑/linksloop 
ATTENTIE
Tijdens bedrijf mag er niet aan de rechts-
/linksloopschakelaar worden gedraaid.
Draai de schakelhendel op de stand "Rechtsloop" of
"Linksloop" in overeenstemming met de toepassing.
7.3 Wisseling van de boorkop
7.3.1 Demontage van de snelspanboorkop 
1. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
2. Plaats een ring- of steeksleutel SW19 op de zeskant
van de snelspanboorkop.
3. Met de steeksleutel SW19 tegen de wijzers van de
klok in draaien.
De snelspanboorkop wordt van de spil van het ap-
paraat geschroefd.
7.3.2 Demontage van de tandkransboorkop 
1. Steek een zeskantstaal in de tandkransboorkop en
klem dit met de boorkopsleutel via de boorkopklau-
wen vast.
2. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
3. Plaats een geschikte sleutel op het zeskantstaal.
4. Met de steeksleutel SW17 tegen de wijzers van de
klok in draaien.
De tandkransboorkop wordt van de spil van het
apparaat geschroefd.
7.3.3 Montage van de snelspanboorkop
1. Schroef de snelspanboorkop met de hand vast tot
de aanslag van de spil van het apparaat.
2. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
3. Plaats een ring- of steeksleutel SW19 op de zeskant
van de snelspanboorkop.
4. Zet hem vast met het gedefinieerde aanhaalmoment
(zie Technische gegevens).
7.3.4 Montage van de tandkransboorkop
1. Steek een zeskantstaal in de tandkransboorkop en
klem dit met de boorkopsleutel via de boorkopklau-
wen vast.
2. Schroef de tandkransboorkop met de hand vast tot
de aanslag van de spil van het apparaat.
3. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
4. Plaats een geschikte sleutel op het zeskantstaal.
5. Zet hem vast met het gedefinieerde aanhaalmoment
(zie Technische gegevens).
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Het apparaat mag niet aangesloten zijn op het elek-
triciteitsnet.
8.1 Verzorging van het gereedschap
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van
uw gereedschap tegen corrosie door het af en toe in te
wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek.
8.2 Reiniging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten,
schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het
apparaat binnendringt. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen.
8.3 Reparaties
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer regelmatig alle uitwendige delen van het ap-
paraat op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
nl
76
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
8.4 Controle na schoonmaak- en
reparatiewerkzaamheden
Na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden dient te
worden nagegaan of veiligheidsinrichtingen correct en
foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat loopt niet Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbren-
gen, functie controleren.
Netsnoer of stekker defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Regelschakelaar defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Slagmechanisme werkt niet. Functiekeuzeschakelaar op draaibo-
ren.
Functiekeuzeschakelaar op slagboren
zetten
Apparaat heeft geen volledig
vermogen
Verlengsnoer te lang en / of met te
geringe diameter.
Verlengsnoer met toegestane lengte
en / of met voldoende diameter ge-
bruiken.
Regelschakelaar niet helemaal door-
gedrukt.
Regelschakelaar tot de aanslag door-
drukken.
Boren heeft geen effect. Apparaat is in linksloop geschakeld. Apparaat in rechtsloop schakelen.
Boor is stomp of beschadigd Boor slijpen of vervangen
Boor draait niet mee Boorkop niet vast genoeg aange-
draaid
Boorkop vaster aandraaien
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Materialen afvoeren voor recycling
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
nl
77
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Slagboormachine
Type: UH 700
Bouwjaar: 2006
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: 2006/42/EG, 2011/65/EU, tot 19 april
2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU,
EN 60745‑1, EN 60745‑2‑1, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Tassilo Deinzer
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Executive Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Power
Tools & Accessories
08/2015 08/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
78
Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02

Documenttranscriptie

OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING UH 700 Slagboormachine Lees de handleiding vóór het eerste gebruik beslist door. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. nl Geef het apparaat alleen samen met de handleiding aan andere personen door. Inhoud 1 Algemene opmerkingen 2 Beschrijving 3 Toebehoren 4 Technische gegevens 5 Veiligheidsinstructies 6 Inbedrijfneming 7 Bediening 8 Verzorging en onderhoud 9 Foutopsporing 10 Afval voor hergebruik recyclen 11 Fabrieksgarantie op apparatuur 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Pagina 66 67 69 69 70 73 74 76 77 77 78 78 1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeeldingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding. In de tekst van deze handleiding betekent »het apparaat« steeds de slagboormachine UH 700. Bedienings- en indicatie-elementen 1 @ Boorkop (snelspanopname of tandkransboorkop met boorkopsleutel) ; Zijhandgreep = Huls % Diepteaanslag & Blokkeerbout voor diepte-aanslag ( Functiekeuzeschakelaar ) Rechts-/linksloopschakelaar + Regelschakelaar met elektronische toerentalregeling § Vergrendelingsknop continuwerking / Voedingssnoer 1 Algemene opmerkingen 1.1 Signaalwoorden en hun betekenis GEVAAR Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood leidt. WAARSCHUWING Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden. ATTENTIE Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden. AANWIJZING Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. 66 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige aanwijzingen Waarschuwingstekens Waarschuwing voor algemeen gevaar Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Gebodstekens Helm dragen Veiligheidsbril dragen Licht stofmasker dragen Oorbeschermers dragen Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat Type, artikelnummer, bouwjaar en technische stand staan op het typeplaatje van uw apparaat. Het seriekenmerk is op de onderkant van het motorhuis vermeld. Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie vraagt. Type: Serienr.: Werkhandschoenen dragen Vóór het gebruik de handleiding lezen nl Symbolen 1 2 Materialen afvoeren voor recycling Slagboren Boren zonder slag 1e versnelling Boren zonder slag 2e versnelling Ampère Hertz Volt Watt Wisselstroom Dubbel geïsoleerd Omwentelingen per minuut 2 Beschrijving 2.1 Gebruik volgens de voorschriften Het apparaat is een handbediende slagboormachine met netvoeding om te slagboren, draaiboren en schroeven. Het apparaat is onder bepaalde voorwaarden geschikt om te roeren (zie Toepassingen). De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw. Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan aangegeven. Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan. Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt. Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten. Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht. Neem de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht. Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt. Het apparaat mag alleen in een droge omgeving worden gebruikt. 67 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en brand bestaat. 2.2 Gereedschapopname Snelspanboorkop of Tandkransboorkop met boorkopsleutel 2.3 Schakelaar Regelschakelaar met elektronische toerentalregeling Vergrendelknop continuwerking Functiekeuzeschakelaar Rechts‑/ linksloopschakelaar 2.4 Handgrepen nl Zijhandgreep met trillingsdemping en diepteaanslag Handgreep met vibratiedemping 2.5 Toepassingen met slagfunctie Toepassingen met slagfunctie Gereedschaptype Slagboren in metselwerk Boor met cilindrische opname en hardmetalen kling Afmetingen 1e versnelling/2e versnelling Afmetingen slagboren - Max. 16 mm Afmetingen 1e versnelling Afmetingen 2e versnelling 2.6 Toepassingen zonder slagfunctie Toepassingen Gereedschaptype Draaiboren in metaal Boor met cilindrische opname Getrapte boor (stepbit) Max. 13 mm 1,5…8 mm Max. 35 mm Max. 8 mm Draaiboren in hout Spiraalboor Max. 30 mm Max. 30 mm Forstner-boor Max. 45 mm Max. 40 mm Gatzagen Max. 80 mm Slangboor Max. 30 mm Max. 40 mm - Vlakfreesboor (niet zelfsnijdend) TE‑MP 80 Max. 40 Max. 40 mm aanbevolen - TE‑MP 110 aanbevolen - Roeren van latexverf, dunvloeibare cementmortel, tegellijm, gips met menggereedschap 2.7 Inbegrepen bij de levering van de standaarduitrusting zijn: 1 1 1 Apparaat met zijhandgreep Diepteaanslag Stofkap 1 Boorhoudersleutel (bij tandkransboorhouder) 1 Hilti koffer of kartonnen verpakking 1 Handleiding 68 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 2.8 Gebruik van verlengsnoeren Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen. Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes: 1,5 mm² Snoerdiameter Netspanning 100 V 2 mm² 2,5 mm² 3,5 mm² 30 m 50 m Netspanning 110‑120 V 30 m 50 m Netspanning 220‑240 V 90 m 140 m Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm². 2.9 Verlengsnoer buiten nl Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren. 2.10 Het gebruik van een generator of transformator Dit apparaat kan met een generator of transformator van de bouwplaats worden aangedreven, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van hetgeen op het typeplaatje van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5 % en ‑15 % ten opzichte van de nominale spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn. Gebruik naast de generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten. Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor het apparaat beschadigd kan raken. 3 Toebehoren Een lijst met gereedschappen vindt u in hoofdstuk 2 Beschrijving "Toepassingen". Afkorting Omschrijving Artikelnummer, beschrijving Snelspanboorkop 274077 Tandkransboorkop 274079 Boorhoudersleutel (bij tandkransboorhouder) Stofafzuiging 274081 TE DRS‑S 340602 4 Technische gegevens Technische wijzigingen voorbehouden! Nominale spanning Nominaal ingangsvermogen Nominale stroom 100 V 110 V 710 W 710 W 7,5 A 6,9 A 120 V 8A 220 V 230 V 240 V 710 W 710 W 710 W 3,5 A 3,1 A 3,1 A Apparaat UH 700 Netfrequentie 50…60 Hz Gewicht apparaat zonder zijhandgreep 2,4 kg Gewicht conform EPTA-Procedure 01/2003 2,6 kg 69 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 nl Apparaat UH 700 Afmetingen (L x B x H) 342 mm X 86 mm X 205 mm Toerental onbelast 1e versnelling 900/min Toerental onbelast 2e versnelling 2.500/min Slagfrequentie 40.000/min Gereedschapopname ∅ 1,5…13 mm Maximaal draaimoment 1e versnelling 80 Nm Maximaal draaimoment 2e versnelling 29 Nm Toerentalregeling Elektronisch via de regelschakelaar Rechts-/linksloop Omschakelhendel met omschakelblokkering tijdens de loop 120 Nm Aanhaalmoment bij wisseling van de boorkop AANWIJZING Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch apparaat. Als het elektrisch apparaat echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch apparaat en de gereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden. Geluids- en vibratie-informatie (gemeten volgensEN 60745‑1): Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau 109 dB (A) Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau 98 dB (A) Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A) Triaxiale vibratiewaarden (vibratievectorsom) gemeten volgens EN 60745‑2‑1 Slagboren in beton, ah,ID 14,2 m/s² Onzekerheid (K) voor triaxiale vibratiewaarden 1,5 m/s² Boren in metaal, ah,D Apparaat- en toepassingsinformatie Isolatieklasse 4 m/s² Isolatieklasse II (dubbel geïsoleerd) 5 Veiligheidsinstructies voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel). 5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen a) WAARSCHUWING Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische gereedschappen met net- 70 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 5.1.1 Veiligheid op de werkplek Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b) Werk niet met het apparaat in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschapa) c) pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. 5.1.2 Elektrische veiligheid De aansluitstekker van het elektrisch gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrisch gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok. e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok. f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op stroomschokken. a) 5.1.3 Veiligheid van personen Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden. b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting, zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico op letsel. c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of a) draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden. e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuigsysteem kan de gevaren door stof beperken. 5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrisch gereedschap. d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om. Controleer of bewegende delen correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. zó als voor dit apparaat a) 71 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 nl is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. 5.1.5 Service a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap in stand blijft. 5.2 Veiligheidsinstructies voor boormachines nl Gebruik de extra handgrepen die bij de levering van het apparaat zijn inbegrepen. Verlies van controle kan tot lichamelijk letsel leiden. b) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen delen van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden. a) 5.3 Aanvullende veiligheidsinstructies 5.3.1 Veiligheid van personen Houd het apparaat altijd met beide handen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. b) Zorg ervoor dat de zijhandgreep op de juiste manier is gemonteerd en volgens de voorschriften bevestigd is. c) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een licht stofmasker te dragen. d) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. e) Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. f) Gebruik het apparaat alleen volgens de voorschriften en in optimale toestand. g) Draag bij het wisselen van gereedschap werkhandschoenen, omdat het gereedschap heet wordt door het gebruik. h) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit vermindert het risico om over het snoer te vallen. i) Gebruik geen beschadigd gereedschap. j) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied aan de overzijde van de werkzaamheden af te zetten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk letsel oplopen. a) 72 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 Gebruik bij het roeren altijd de eerste versnelling, om te voorkomen dat het medium naar buiten wordt geslingerd. Draag werkhandschoenen. l) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het apparaat geen speelgoed is. m) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen. n) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen door vakkundig personeel worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften bij de te bewerken materialen in acht nemen. k) 5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrische gereedschappen Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef om het werk vast te zetten. Op deze manier zit het beter vast dan met de hand, en bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat te bedienen. b) Controleer of het gereedschap het bij het apparaat passende opnamesysteem heeft en correct in de gereedschapopname vergrendeld is. c) Bij een stroomonderbreking het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen, eventueel de vergrendeling van de regelschakelaar opheffen. Dit voorkomt dat het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld wanneer het weer onder spanning komt te staan. a) 5.3.3 Elektrische veiligheid Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op verdekt liggende elektrische leidingen, gas- en waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar van een elektrische schok. b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het apparaat, en laat dit in geval van beschadiging vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer het netsnoer van het elektrisch gereedschap bea) schadigd is, dient dit door een speciaal vervaardigd en goedgekeurd netsnoer te worden vervangen. Dit kan verkregen worden bij de klantenservice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en vervang deze in geval van beschadiging. Wordt het net- of verlengsnoer tijdens de werkzaamheden beschadigd, dan mag u het snoer niet aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden het risico van een elektrische schok in. c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewerking van geleidend materiaal regelmatig door de Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van het apparaat hecht, met name van geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot een elektrische schok leiden. d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom op het net is aangesloten. Het gebruik van een lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok. e) In principe wordt het gebruik van een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom aanbevolen. 5.3.4 Werkomgeving Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied. b) Zorg voor een goede ventilatie van de werkomgeving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid. a) 5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting nl De gebruiker en personen die zich in de buurt bevinden, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers, werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen. 6 Inbedrijfneming 4. 6.1 Zijhandgreep monteren en positioneren 2 ATTENTIE Om letsel te voorkomen dient u de diepteaanslag uit de zijhandgreep en het gereedschap uit de boorhouder te verwijderen. 1. 2. 3. Haal de stekker uit het stopcontact. Open de houder van de zijhandgreep door aan de greep te draaien. ATTENTIE Er bij de UH 700 beslist op letten dat de huls in de zijhandgreep gemonteerd is. Schuif de zijhandgreep (spanband) tot de aanslag over de boorkop op de tandwielkast. 5. ATTENTIE Erop letten dat de ribbels van de spanband aangrijpen in de groeven van de tandwielkast. ATTENTIE Wanneer de zijhandgreep na een blokkade in de ondergrond doorglijdt, controleer hem dan bij de tandwielkast op vormparing / ribbelvorming.Beschadigde onderdelen laten vervangen. De draaimomenten kunnen anders niet meer m.b.v. de zijhandgreep worden opgevangen. Draai de zijhandgreep in de gewenste positie in overeenstemming met de beschikbare arrêteringen. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep te draaien. 6.2 Gebruik van verlengsnoer en generator of transformator Zie het hoofdstuk "Beschrijving/toepassing van verlengkabel". 73 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 7 Bediening 7.2.1 Snelspanboorkop ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. GEVAAR Gebruik de extra handgrepen die bij de levering van het apparaat zijn inbegrepen. Verlies van controle kan tot lichamelijk letsel leiden. nl WAARSCHUWING Het apparaat niet gebruiken als gereedschap voor het losmaken van verbindingen of van in de ondergrond vastzittend gereedschap, als het maximaal draaimoment (zie Technische gegevens) bij linksloop niet voldoende is. Het gevaar bestaat dat de gereedschapopname loskomt. AANWIJZING Eventueel moet de snelspanboorkop met de spil iets worden gedraaid, zodat de geïntegreerde spilstop blokkeert. AANWIJZING Afhankelijk van de uitvoering van de boorkop moet de brede verstelring of de achterste ring van de houder met de hand worden vastgehouden. 7.2.1.1 Snelspanboorkop openen 4 1. 2. WAARSCHUWING De netspanning dient overeen te komen met de gegevens op het typeplaatje van het apparaat. 3. ATTENTIE Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of een bankschroef. 1. 7.1 Voorbereiden 7.1.1 Diepteaanslag monteren en instellen 3 1. 2. 3. 4. 5. Haal de stekker uit het stopcontact. De blokkeerbout van de diepte-aanslag losmaken. Schuif de diepteaanslag in de daarvoor bestemde opening. Stel de diepteaanslag en de gewenste boordiepte in. De blokkeerbout van de diepte-aanslag vastdraaien. 7.2 Gebruik Pak de draaibare bus vast. Draai de bus tegen de wijzers van de klok in. AANWIJZING Als eerste stap wordt automatisch de vergrendeling opgeheven. Draai verder aan de bus tot het gereedschap loskomt. 7.2.1.2 Snelspanboorkop sluiten 5 2. 3. 4. Open de snelspanboorkop tot de schacht van het gereedschap voldoende plaats vindt. Plaats het gereedschap in de snelspanboorkop. Span het gereedschap door de draaibare bus stevig met de wijzers van de klok mee te draaien. Nadat de klauwen van de snelspanboorkop tegen het gereedschap liggen, moet u krachtig met de wijzers van de klok mee verder draaien tot de snelspanboorkop automatisch inklikt AANWIJZING Het vergrendelen is duidelijk hoorbaar door het meermaals klikken. 7.2.2 Tandkransboorkop ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. AANWIJZING Gebruik de meegeleverde boorkopsleutel om de boorkop te openen en het gereedschap aan te spannen. ATTENTIE Door de bewerking van de ondergrond kan er materiaal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhandschoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt, een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel veroorzaken. ATTENTIE Tijdens het werkproces wordt geluid geproduceerd. Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor beschadigen. ATTENTIE Het gereedschap en de boorhouder worden heet door het gebruik. Gebruik werkhandschoenen voor het wisselen van gereedschap. 74 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 7.2.2.1 Tandkransboorkop openen 6 1. 2. 3. 4. Steek de boorkopsleutel in één van de drie boorgaten van de tandkransboorkop. Om de tandkransboorkop te openen draait u de boorkopsleutel tegen de wijzers van de klok in. Neem het gereedschap uit de tandkransboorkop. Neem de boorkopsleutel af. 7.2.2.2 Tandkransboorkop sluiten 7 1. 2. 3. Open de tandkransboorkop tot de schacht van het gereedschap voldoende plaats vindt. Plaats het gereedschap in de tandkransboorkop Sluit de klauwen door aan de tandkransring te draaien tot het gereedschap vastgezet is. 4. 5. 6. Steek de boorkopsleutel in één van de drie boorgaten van de tandkransboorkop. Draai de boorkopsleutel met de wijzers van de klok mee om het gereedschap in de tandkransboorkop vast te zetten. Neem de boorkopsleutel af. 7.2.3 Toepassingen ATTENTIE Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereedschap. ATTENTIE Als de machine blokkeert, dient u onmiddellijk de motor uit te schakelen. Als dit langer duurt dan 2-3 seconden kan het apparaat beschadigd raken. ATTENTIE Tijdens bedrijf mag er niet aan de functiekeuzeschakelaar worden gedraaid. AANWIJZING De rechts‑/ linksloopschakelaar moet in de stand linksloop geschakeld zijn. 7.2.3.1 Slagboren 8 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Draai de functieschakelaar in de stand "Slagboren" tot hij inklikt, eventueel moet de spil hierbij licht gedraaid worden. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en volgens voorschrift bevestigd is. Steek de stekker in het stopcontact. Plaats het apparaat met de boor op het gewenste boorpunt. AANWIJZING Bij boren bovenhands bevelen wij het gebruik van de stofkap aan om het stof in de boorkop te reduceren. Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met een laag toerental, tot de boor in het boorgat gecentreerd is). Om met volledige capaciteit verder te werken, dient de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt. AANWIJZING De boorcapaciteit hangt bij deze slagboormachine af van de aandrukkracht. Om splinteren te voorkomen dient u bij het boren van gaten het toerental en de aandrukkracht kort voor de doorslag te verminderen. 7.2.3.2 Stofafzuiging (TE DRS‑S) 9 Bij de zijhandgreep/ diepteaanslag is een DRS afzuigkop aangebracht. Het boorgruis wordt afgezogen met een stofzuiger. Meer informatie over de bediening en het gebruik van de stofafzuiging vindt u in de afzonderlijke handleiding voor de TE DRS‑S. 7.2.3.3 Draaiboren 1e en 2e versnelling 10 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Draai de functieschakelaar op de stand draaiboren 1e of 2e versnelling tot hij inklikt, eventueel moet de spil hierbij licht gedraaid worden. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en volgens voorschrift bevestigd is. Steek de stekker in het stopcontact. Plaats het apparaat met de boor op het gewenste boorpunt. Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met een laag toerental, tot de boor in het boorgat gecentreerd is). Om met volledige capaciteit verder te werken, dient de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt. Oefen zoveel aandrukkracht uit dat deze in overeenstemming is met de ondergrond, hierdoor bereikt u een optimale voortgang bij het boren. 7.2.3.4 Roeren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Draai de functieschakelaar op de stand draaiboren 1e versnelling tot hij inklikt, eventueel moet de spil hierbij licht gedraaid worden. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en volgens voorschrift bevestigd is. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact. Houd het menggereedschap in de container met het mengmateriaal. Druk om met roeren te beginnen langzaam op de regelschakelaar. Om met volledige capaciteit verder te werken, dient de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt. Leid het roergereedschap op zo'n manier dat het medium niet naar buiten wordt geslingerd. 7.2.3.5 Schroeven AANWIJZING Schakel de rechtsloop- of linksloopschakelaar in overeenstemming met de gewenste schroefwijze. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Draai de functieschakelaar op de stand draaiboren 1e of 2e versnelling tot hij inklikt, eventueel moet de spil hierbij licht gedraaid worden. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en volgens voorschrift bevestigd is. Steek de stekker in het stopcontact. Druk langzaam op de regelschakelaar tot de schroef zich zelf in de ondergrond leidt. Druk op de regelschakelaar en werk met een aan de ondergrond aangepast vermogen. Reduceer het toerental wanneer het schroeven bijna beëindigd is om schade te voorkomen. 75 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 nl 3. 7.2.4 Regelschakelaar met elektronische toerentalregeling Het toerental kan door langzaam op de regelschakelaar te drukken traploos op maximale sterkte worden gebracht. 7.3.2 Demontage van de tandkransboorkop 14 7.2.5 Vergrendelknop continuwerking Met de vergrendelknop voor continuwerking wordt de regelschakelaar in ingedrukte stand geblokkeerd. Hierdoor loopt de motor onafgebroken met volledig toerental. 7.2.5.1 Continuwerking inschakelen 11 nl 1. 2. 3. 4. Druk de regelschakelaar in en houd deze ingedrukt. Druk de vergrendelknop in en houd deze ingedrukt. Laat de regelschakelaar los. Laat de vergrendelknop los. 7.2.5.2 Continuwerking uitschakelen Door de regelschakelaar opnieuw in te drukken wordt de blokkering opgeheven. rechts- Draai de schakelhendel op de stand "Rechtsloop" of "Linksloop" in overeenstemming met de toepassing. 7.3 Wisseling van de boorkop 7.3.1 Demontage van de snelspanboorkop 13 1. 2. 1. 2. 3. 4. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor bestemde sleutelvlak van de spil van het apparaat. Plaats een ring- of steeksleutel SW19 op de zeskant van de snelspanboorkop. Steek een zeskantstaal in de tandkransboorkop en klem dit met de boorkopsleutel via de boorkopklauwen vast. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor bestemde sleutelvlak van de spil van het apparaat. Plaats een geschikte sleutel op het zeskantstaal. Met de steeksleutel SW17 tegen de wijzers van de klok in draaien. De tandkransboorkop wordt van de spil van het apparaat geschroefd. 7.3.3 Montage van de snelspanboorkop 1. 2. 7.2.6 Rechts‑/linksloop 12 ATTENTIE Tijdens bedrijf mag er niet aan de /linksloopschakelaar worden gedraaid. Met de steeksleutel SW19 tegen de wijzers van de klok in draaien. De snelspanboorkop wordt van de spil van het apparaat geschroefd. 3. 4. Schroef de snelspanboorkop met de hand vast tot de aanslag van de spil van het apparaat. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor bestemde sleutelvlak van de spil van het apparaat. Plaats een ring- of steeksleutel SW19 op de zeskant van de snelspanboorkop. Zet hem vast met het gedefinieerde aanhaalmoment (zie Technische gegevens). 7.3.4 Montage van de tandkransboorkop 1. 2. 3. 4. 5. Steek een zeskantstaal in de tandkransboorkop en klem dit met de boorkopsleutel via de boorkopklauwen vast. Schroef de tandkransboorkop met de hand vast tot de aanslag van de spil van het apparaat. Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor bestemde sleutelvlak van de spil van het apparaat. Plaats een geschikte sleutel op het zeskantstaal. Zet hem vast met het gedefinieerde aanhaalmoment (zie Technische gegevens). 8 Verzorging en onderhoud ATTENTIE Het apparaat mag niet aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. 8.1 Verzorging van het gereedschap apparaat binnendringt. Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend water voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen. 8.2 Reiniging van het apparaat WAARSCHUWING Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van uw gereedschap tegen corrosie door het af en toe in te wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek. ATTENTIE Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten, schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen. Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleuven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het 76 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 8.3 Reparaties Controleer regelmatig alle uitwendige delen van het apparaat op beschadigingen en ga na of alle bedieningselementen correct functioneren. Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningselementen niet correct functioneren. Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. 8.4 Controle na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden Na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden dient te worden nagegaan of veiligheidsinrichtingen correct en foutloos functioneren. 9 Foutopsporing Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat loopt niet Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbrengen, functie controleren. Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Functiekeuzeschakelaar op slagboren zetten Verlengsnoer met toegestane lengte en / of met voldoende diameter gebruiken. Regelschakelaar tot de aanslag doordrukken. Apparaat in rechtsloop schakelen. Netsnoer of stekker defect. Regelschakelaar defect. Slagmechanisme werkt niet. Apparaat heeft geen volledig vermogen Functiekeuzeschakelaar op draaiboren. Verlengsnoer te lang en / of met te geringe diameter. Boren heeft geen effect. Regelschakelaar niet helemaal doorgedrukt. Apparaat is in linksloop geschakeld. Boor draait niet mee Boor is stomp of beschadigd Boor slijpen of vervangen Boorkop niet vast genoeg aangedraaid Boorkop vaster aandraaien 10 Afval voor hergebruik recyclen Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Materialen afvoeren voor recycling Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. 77 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 nl 11 Fabrieksgarantie op apparatuur Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale HILTI dealer. 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Omschrijving: Slagboormachine Type: UH 700 Bouwjaar: nl 2006 Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschriften en normen: 2006/42/EG, 2011/65/EU, tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, EN 60745‑1, EN 60745‑2‑1, EN ISO 12100. Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL‑9494 Schaan Paolo Luccini Head of BA Quality and Process Management Business Area Electric Tools & Accessories 08/2015 78 Printed: 03.12.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071288 / 000 / 02 Tassilo Deinzer Executive Vice President Business Unit Power Tools & Accessories 08/2015 Technische documentatie bij: Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198

Hilti UH 700 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding