CL200A-nl-NL_v9.0 5/17
Opslaan van metingen
1. Druk op de toets MODE om een meting op te slaan. Het nummer van de geheugenlocatie zal
getoond worden, gevolgd door de opgeslagen meting en de “HOLD”-indicator.
2. Er kan slechts een meting opgeslagen worden tijdens de meetcyclus van 120 seconden.
3. Druk nogmaals op de MODE-toets om terug te keren naar de normale werking.
4. Als meer dan 15 metingen opgeslagen zijn, zullen de vroegere opgeslagen metingen (startend
vanaf nummer 1) overschreven worden.
Oproepen van opgeslagen metingen
1. Druk op de CAL-toets en druk vervolgens op de MODE-toets onmiddellijk nadat CAL verschijnt. Het nummer
van de geheugenpositie (1 tot 15) zal knipperen.
2. De laatst opgeslagen meting zal eerst getoond worden. Om de opgeslagen metingen te doorlopen, op de
MODE-toets drukken. Het nummer van de geheugenpositie wordt eerst getoond, gevolgd door de meting die
op die plaats opgeslagen is.
3. Om de geheugenmodus te verlaten, op de toets CAL drukken en vervolgens zal de CL200 terugkeren naar de
normale werking.
Nota: Als de batterijen verwijderd worden, zullen alle opgeslagen metingen verloren gaan
.
Wijziging van de temperatuureenheden
Druk op de CAL-toets en houd deze gedurende circa 3 seconden ingedrukt om de eenheid voor
de temperatuur te wijzigen.
Autom. stroomuitschakeling
De functie voor de automatische uitschakeling schakelt de CL200 automatisch uit als hij 10 minuten
nadat de laatste toets ingedrukt werd niet meer gebruikt werd.
Indicatie lage batterijstand
Als de batterijen zwak worden, zal de icoon “BAT” op het scherm verschijnen. Raadpleeg het
hoofdstuk over het Onderhoud voor meer informatie over het vervangen van de batterij.
kalibratie instelprocedure
De CL200 vereist periodieke kalibratie te zorgen dat nauwkeurige metingen.
1. Met behulp van een chloor-standaard met een bekende concentratie (CL207) Voer de normale
bemonsteringsprocedure (raadpleeg de meetprocedures) met 20 ml van de oplossing en een
regent tablet. Wacht tot het display "HOLD" (ca. 2 minuut bemonsteringstijd).
2. Druk terwijl de meter nog in de oplossing zit ca. 5 seconden lang op de Mode/Hold-toets, totdat
de aanduiding “CO” onderaan het scherm verschijnt.
3. De concentratiewaarde op het scherm kan nu verhoogd of verlaagd worden, zodat de waarde
overeenkomt met de concentratie van de oplossing zoals bekend.
4. Druk op de MODE/HOLD-toets om de waarde te verhogen of druk op de CAL/RECALL-toets om
de waarde te verlagen.
5. Wanneer de uitlezing aangepast is tot de gewenste waarde drukt u kort op de ON/OFF-toets.
De aanduiding “SA” verschijnt op het scherm, gevolgd door “END”. Dit geeft aan dat de
aangepaste waarde in het geheugen is opgeslagen.
6. Schakel de meter uit en vervolg de meetprocedure zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing.