Genius MILORD 424 ENV Manual For The Installer

Categorie
Poortopener
Type
Manual For The Installer

Deze handleiding is ook geschikt voor

MILORD 424 ENV
MILORD 824 ENV
GIuDa pER L’INstaLLatORE - GuIDE fOR thE INstaLLER
uIDE pOuR L’INstaLLatEuR - Guía paRa EL INstaLaDOR
LEItfaDEN füR DEN INstaLLatEuR - GIDs VOOR DE INstaLLatEuR
MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV
NEDERLANDS
Gids voor de gebruiker
Page 7Page 7
Lees de instructies aandachtig door alvorens het product
te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige
raadpleging.
VEILIGHEIDSNORMEN
Het automatische systeem MILORD ENV garandeert, als het op
correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van
veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels
accidentele ongemakken voorkomen:
Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta
niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt
staan, vooral als hij in werking is.
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers
buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het auto-
matische systeem per ongeluk kan worden bediend.
Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spe-
len.
Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen.
Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet
kunnen hinderen.
Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar
zijn.
Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst
ontgrendeld is.
In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om
toegang mogelijk te maken, en wacht op de technische assi-
stentie van een gekwalificeerd technicus.
Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische
voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de
normale werking te hervatten.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van
het automatische systeem.
Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend
u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel.
Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheid-
svoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar
controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Het automatische systeem MILORD ENV is ideaal om de toegang
van voertuigen in wooncomplexen te controleren.
MILORD ENV voor schuifpoorten is een elektromechanische aan-
drijving die de beweging van de vleugel overbrengt door middel
van een rondsel met een tandheugel.
Raadpleeg een Installatietechnicus voor het gedetailleerde ge-
drag van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s.
Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (foto-
cellen) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich
een obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt.
Het systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer de
motor niet in werking is, en daarom is het niet noodzakelijk een
vergrendeling te installeren.
Een handig handbediend ontgrendelingsmechanisme zorgt
ervoor dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-
out of een storing.
Doordat de motor continu door de besturingseenheid (virtuele
encoder) wordt gecontroleerd, is het automatische systeem
in staat constant de positie van de poort te controleren, en de
beweging ervan stil te zetten als er obstakels zijn.
De elektronische apparatuur is ingebouwd in de motorreductor.
Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is.
HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de
stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet
goed werkt, dient het ontgrendelingmechanisme te worden
gebruikt, en wel als volgt:
Schakel de voeding naar het systeem uit.
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de
wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 1 ref. a).
Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 1 ref. b.
Beweeg de poort met de hand.
Fig. 1
HERVATTING NORMALE WERKING
Handel als volgt om de normale werking te herstellen:
Schakel de voeding naar het systeem uit.
Zet de poort ongeveer half open.
Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand;
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen de
wijzers van de klok in tot deze blokkeert;
Schakel de voeding naar het systeem in.
Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld
een commando voor een volledige openingscyclus.
Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort
niet met de hand kan worden bewogen..
MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 22
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 98/37/EG)
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio- Bergamo - ITALIE
Verklaart dat: De aandrijving mod. MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV
is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de
zin van de Richtlijn 98/37/EG;
in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit.
En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of
waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 89/392/EEG en daaropvolgende
wijzigingen, zoals overgenomen in de nationale wetgeving bij presidentieel besluit DPR n. 459 van 24 juli 1996, is verklaard.
Grassobbio, September 15, 2009
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni
Opmerkingen voor het lezen van de instructies
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat
te houden.
Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product.
INHOUDSOPGAVE
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.23
2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN pag.23
3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.23
3.1. CONTROLES VOORAF pag.23
3.2. INSTALLAZIONE DELL’OPERATORE pag.23
3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL pag.24
3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS pag.24
4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN pag.24
5. INBEDRIJFSTELLING pag.24
6. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.24
7. HANDBEDIENDE WERKING pag.24
8. BIJZONDERE TOEPASSINGEN pag.25
9. ONDERHOUD pag.25
10. REPARATIE pag.25
11. KIT BATTERIE (Optional) pag.25
MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 23
Wij danken u dat u ons product hebt gekozen. Genius weet zeker
dat het product u alle prestaties zal leveren die u nodig heeft. Al
onze producten zijn het resultaat van jarenlange ervaringen op
het gebied van automatische systemen, en bovendien maken wij
deel uit van de groep die marktleider op wereldniveau is.
Het middendeel van dit boekje kan eruit worden gehaald,
het bevat alle afbeeldingen voor de installatie.
Het automatische systeem MILORD ENV voor residentiële schui-
fpoorten is een elektrisch-mechanische aandrijving die de bewe-
ging op de vleugel overbrengt via een rondsel in combinatie met
een tandheugel die op de poort is bevestigd.
Het onomkeerbare systeem garandeert de mechanische blo-
kkering wanneer de motor niet in werking is, en daarom is het
niet noodzakelijk een vergrendeling te installeren. Een handig
ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor dat het hek kan worden
bewogen in geval van een black-out of een storing.
Doordat de motor continu door de besturingseenheid (virtuele
encoder) wordt gecontroleerd, is het automatische systeem
in staat constant de positie van de poort te controleren, en de
beweging ervan stil te zetten als er obstakels zijn.
Alle eigenschappen en gedragingen die in deze handleiding
aangegeven worden, hebben betrekking op homogene
installaties, alle onderdelen van het automatische systeem
zijn door GENIUS vervaardigd.
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE
EIGENSCHAPPEN
Met verwijzing naar figuur 1
Pos Beschrijving
a
Motorreductor
b
Bedekkingskap
c
Bedieningscentrale
d
Rondsel
e
Basisplaat
f
Magneetsensor
g
Ontgrendelingsmechanisme
h
Batterijen-kit (Optioneel)
i
Behuizing motor
teChnisChe eigensChappen aandrijvingen
Model
Milord 324
ENV
Milord 824
ENV
Voeding 230/115 V~ 50/60Hz
Voeding motor 24 Vdc
Opgenomen vermogen 60 W 80 W
Rondsel Z16 M4
Max. koppel 13.5 Nm 24 Nm
Koppel 9 Nm 16 Nm
Max. duwkracht 40 daN 65 daN
Opeenvolgende cycli
30 cycli
a
Gebruiksfrequentie een 20°C Residentieel
Aanbevolen cycli per dag 80 cycli 150 cycli
Omgevingstemperatuur -20°C +55°C
Gewicht aandrijving 10.5 Kg 11 Kg
Beschermingsgraad IP44
Max. gewicht poort 400 Kg 800 Kg
Snelheid poort 12 m/min
Max. lengte poort 10 m
Afmetingen 240 x 290 x 270 mm
a
Aantal opeenvolgende cycli bij poorten met een maximale
lengte van 5 meter.
Alle in de tabel weergegeven technische eigenschappen
worden alleen gegarandeerd wanneer de motorreductor
in combinatie met de besturingselektronica GENIUS wordt
gebruikt.
2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN
Met verwijzing naar figuur 2
Pos Beschrijving N°/diam. kabels
a
Motorreductor 3x1.5 mm
2
b
Fotocellen TX 2x0.5 mm
2
c
Fotocellen RX 4x0.5 mm
2
d
Sleutelschakelaar 3 / 2x0.5 mm
2
e
Lichtsignaal 2x1.5 mm
2
f
Externe antenne Bijgeleverde coaxkabel
Gebruik harde en/of flexibele buizen bij het aanleggen
van de elektriciteitskabels.
Houd de laagspanningskabels voor de aansluiting van de
accessoires altijd gescheiden van die van die voedingska-
bels met 230 V~. Gebruik verschillende beschermingsman-
tels om iedere interferentie te vermijden
3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
3.1. CONTROLES VOORAF
Voor een goede werking van het automatische systeem moet de
structuur van de bestaande of de te installeren poort de volgende
eigenschappen hebben:
Het gewicht en de afmetingen van de poort moeten ove-
reenkomen met hetgeen is aangegeven in de tabel met de
technische eigenschappen;
Controleer of er een goede aarding is voor de elektriciteitsaan-
sluiting van de aandrijving;
De mechanische elementen van de constructie moeten in ove-
reenstemming zijn met de normen EN12604 en EN12605;
Glad oppervlak van de vleugel (geen uitstekende delen);
Geleidelijke en gelijkmatige beweging van de vleugels, zonder
haperingen, gedurende heel de manoeuvre;
Vleugel slingert niet in de zijrichting;
De schuifsystemen boven en onder verkeren in uitstekende staat.
Het gebruik van een rail op de grond met een afgeronde sleuf
heeft de voorkeur voor minder wrijving bij het schuiven.
Slechts twee wieltjes aanwezig;
Mechanische eindaanslagen ter beveiliging om te voorkomen
dat de poort uit de rails loopt; deze aanslagen moeten goed
op de grond of op de onderste rail, op ongeveer 40 mm achter
de eindschakelaar, worden bevestigd.
Geen mechanische vergrendelingen.
Het wordt aangeraden eventueel smeedwerk te laten ver-
richten alvorens het automatische systeem te installeren.
De toestand van de structuur houdt rechtstreeks verband met
de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatische
systeem.
3.2. INSTALLAZIONE DELL’OPERATORE
Assembeer de basisplaat zoals in Fig. 3.
Graaf een gat voor de basisplaat zoals aangeduid in fig. 4.
De basisplaat moet worden geplaatst zoals aangeduid in fig.
5 (sluiting rechts) of fig. 6 (sluiting links) om ervoor te zorgen
dat het rondsel en de tandheugel goed in elkaar grijpen.
Zet de flexibele leidingen waar de verbindingskabels tussen
de motorreductor, de accessoires en de elektrische voeding
door moeten lopen, op hun plaats. De flexibele leidingen
moeten ongeveer 3 cm uit het gat in de plaat steken.
Metsel de plaat perfect waterpas vast.
Wacht tot het cement in het gat is gehard.
Maak de elektriciteitskabels voor de aansluiting van acces-
soires en de elektrische voeding gereed (paragraaf 2). Zorg
dat, om de elektriciteitsaansluitingen op de elektronische
apparatuur te vereenvoudigen, de elektriciteitskabels onge-
veer 20 cm uit het gat in de basisplaat steken.
Bevestig de aandrijving op de basisplaat met behulp van de
bijgeleverde schroeven en rondsels zoals aangegeven in fig
7. In fig. 8 is aangegeven hoe de aandrijving moet worden
geplaatst. Haal tijdens deze handeling de elektriciteitskabels
door het speciale gat aan de onderkant van de behuizing
van de motorreductor.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 24
Haal de kabels voor de elektriciteitsaansluitingen door het
speciale gat in de basis van de apparatuur, en gebruik
daarbij de bijgeleverde kabelklem.
Sluit de elektriciteitkabels aan op de elektronische bedie-
ningsapparatuur overeenkomstig de instructies van de
apparatuur.
1) Sluit de aardingskabel van de installatie aan.
2) De aandrijving wordt geleverd voor een installatie die,
van binnenuit gezien, de poort sluit naar de rechterkant
van de aandrijving (fig. 5) In geval van een links sluitende
poort moeten de voedingskabels van de motor en van de
magnetische sensor worden omgedraaid, zie instructies
elektronische apparatuur.
3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL
Maak de tandheugel gereed (leverbaar op verzoek), met
de bijgeleverde schroeven TE M8 x 25 en vast te lassen
afstandsstukken, zoals in fig.9. Om te voorkomen dat de
afstandsstukken op de poort worden gelast zijn er holle
afstandsstukken verkrijgbaar met bevestigingsschroeven TE
M8 x 50.
Het is raadzaam de bevestigingsschroeven van de tan-
dheugel vast te zetten in de bovenkant van het gat. Vanuit
positie kan de tandheugel naar boven worden verplaatst
wanneer in de loop der tijd de poort neigt te zakken.
Ontgrendel de aandrijving (zie paragraaf 7).
Zet de vleugel met de hand helemaal open.
Zet het eerste element van de tandheugel op het rondsel ter
hoogte van het eerste afstandsstuk (fig. 10).
Bevestig het element van de tandheugel met een klem op
de vleugel (fig 10).
Schuif de vleugel met de hand verder dicht tot hij bij het
derde afstandsstuk van de tandheugel komt, en zet hem
vast met een laspunt.
Soldeer de drie afstandsstukken definitief op de poort. Om
de andere elementen van de tandheugel die nodig zijn om
de poort helemaal te sluiten op correcte wijze te bevestigen,
moet als volgt worden gehandeld:
Zet een ander element van de tandheugel naast het laatste
bevestigde element, en gebruik daarbij een stuk van de
tandheugel om de tanden van de twee elementen op
elkaar af te stemmen (fig. 11).
Schuif de vleugel langzaam met de hand verder dicht tot hij
met het derde afstandsstuk van het te bevestigen element
bij het rondsel komt (fig. 11).
Controleer of, als u van boven naar de motor kijkt, alle ele-
menten van de tandheugel midden op de tanden van het
rondsel komen. Als dat niet het geval is, pas dan de positie
van de motorreductor aan.
Las de drie afstandsstukken van het element vast (fig. 11).
a) De elementen van de tandheugel mogen absoluut niet op
de afstandsstukken, noch aan elkaar worden vastgelast.
b) Gebruik absoluut geen vet of andere smeermiddelen
tussen het rondsel en de tandheugel.
Voor een correcte speling tussen het rondsel en de tandheu-
gel moet de motorreductor 1,5 mm lager worden gezet door
aan de steunmoeren van de basisplaat te draaien. Zet, na
het afstellen, de bevestigingsmoeren van de aandrijving
altijd goed vast.
Bij een nieuw te installeren poort moet deze speling (fig 12)
een aantal maanden na installatie worden gecontro-
leerd.
Controleer met de hand of de poort vrij helemaal kan
worden geopend, en of de vleugel gelijkmatig en zonder
haperingen beweegt
3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS
De aandrijving is uitgerust met een magnetische eindschakelaar,
die de motor van de poort het commando geeft te stoppen op
het moment waarop de magneet, die in het bovenste deel van
de tandheugel is bevestigd, de sensor activeert. De bij de aan-
drijving geleverde magneten hebben een specifieke polariteit,
8.
9.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
a–
b–
c–
d–
e–
en schakelen slechts één contact van de sensor in, het contact
voor het sluiten of die voor het openen. Op de magneet die het
contact voor het openen van de poort inschakelt is een open slot
afgebeeld, en omgekeerd, op de magneet die het contact voor
het sluiten van de poort activeert staat het symbool van een ge-
sloten slot. VVoor de correcte werking van de besturingseenheidVVoor de correcte werking van de besturingseenheid
moet de magneet met het open slotje vlakbij de openingsrand
van de poort worden gezet, en andersom, de magneet met het
gesloten slotje moet vlakbij de sluitingsrand van de poort staan,
zie de figuren 13 en 14.
Handel als volgt om de twee magneten van de eindschakelaar
op correcte wijze te op hun plaats te zetten:
Assembleer de twee magneten zoals aangegeven in figuur
13 en 14.
Zet de aandrijving op handmatige bediening, zie paragraaf
7, en schakel de voeding naar het systeem in.
Open de poort met de hand tot ongeveer 40 mm van de
mechanische eindaanslag voor het openen.
Schuif de magneet met het open slot over de tandheugel
in de openingsrichting, zie figuur 15. Schuif, zodra de led van
de eindschakelaar voor het openen op de kaart dooft, de
magneet nog 10 mm verder en zet hem voorlopig vast met
de speciale schroeven.
Herhaal de handelingen vanaf punt 3 met de magneet voor
het sluiten.
Vergrendel opnieuw het systeem (zie paragraaf 7).
Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort
niet met de hand kan worden bewogen.
Geef het commando voor een complete cyclus om te con-
troleren of de eindschakelaars goed werken.
- Om te voorkomen dat de aandrijving beschadigd raakt en/
of de werking van het automatische systeem wordt onder-
broken, moet ongeveer 40 mm afstand worden gehouden
van de mechanische eindaanslagen ter beveiliging.
- Controleer aan het einde van de manoeuvre, zowel die voor
opening als die voor sluiting, of het bijbehorende contact
actief blijft (led uit).
Wijzig de positie van de magneten en zet ze definitief vast.
4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN
Sluit de aardingsdraad van de voedingslijn aan op de bevesti-
gingsschroeven van de houder van de kaart, zoals aangeduid
in fig. 16.
5. INBEDRIJFSTELLING
Programmeer de elektronische apparatuur naar eigen wen-
sen volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de
toestand van de leds zoals in de tabel in de gebruiksaanwij-
zing van de elektronische apparatuur.
Zet, na het automatische systeem te hebben getest (par. 6),
de beschermingskap op de aandrijving met behulp van de
bijgeleverde schroeven zoals aangeduid in fig. 17.
6. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer vervolgens of het automatische systeem en alle daa-
rop aangesloten accessoires goed werken.
Geef de klant de pagina Gebruikersgids” en toon hoe het
automatische systeem moet werken en hoe hij moet worden
gebruikt.
7. HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de
stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet
goed werkt, dient het ontgrendelingmechanisme te worden
gebruikt, en wel als volgt:
Schakel de voeding naar het systeem uit.
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de
wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 18 ref. a).
Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 18 ref. b.
Beweeg de poort met de hand.
Handel als volgt om de normale werking te herstellen:
Schakel de voeding naar het systeem uit.
Zet de poort ongeveer half open.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
1.
2.
3.
MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV
NEDERLANDS
Gids voor de installateur
Page 25
Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand;
Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen de
wijzers van de klok in tot deze blokkeert;
Schakel de voeding naar het systeem in.
Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld
een commando voor een volledige openingscyclus.
Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort
niet met de hand kan worden bewogen.
8. BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven
zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN.
9. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen is het beter om ieder half jaar
een algemene controle op de installatie uit te voeren. In het
boekje Gebruikersgids” is een formulier voorgedrukt om ingrepen
te registeren.
10. REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden
tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een
erkend GENIUS-servicecentrum.
11. KIT BATTERIE (Optional)
Met de bufferbatterijen-kit kan het automatische systeem blijven
werken als de stroom uitvalt.
Volg voor de plaatsing van de batterijen-kit aan boord van de
motorreductor de volgende instructies:
Verwijder de behuizing van de motor, Fig. 19 ref. a.
Plaats de batterijen-kit in de hiervoor bestemde behuizing,
Fig. 19 ref. b.
Zet de behuizing van de motor weer op zijn plaats, Fig. 19
ref. c.
Voor de aansluiting van de batterijen-kit, zie de instructies van de
bedieningscentrale.
De batterijen treden in werking wanneer de netspanning
wegvalt. De werking van het automatisch systeem met de
batterijen-kit moet als een noodsituatie worden beschou-
wd.
Het aantal cycli dat met het automatisch systeem op bat-
terijen kan worden uitgevoerd wordt rechtstreeks beïnvloed
door de staat van de batterijen, de tijd die is verstreken
nadat de netvoeding is uitgevallen, de structuur van de
poort enz...
1.
2.
3.
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflama-
bles constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las
Normas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar
cualquier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas
de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento,
arrastre, corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así
como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor,
además de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del
sistema de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe
entenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung auf-
merksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb
des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen
aufmerksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnun-
gsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus
wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung
empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen
Vorschriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller
Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschun-
gen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem
Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten
Vorrichtungen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des
Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das
dem Produkt beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen
und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kunden-
dienstzentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorge-
sehen sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt
opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen
ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van
het product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik
van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou
het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalin-
gen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen
zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor ver-
vormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en
EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt
geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpo-
lige onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is ge-
plaatst met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklem-
ming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient
echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden
vermeld onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe
ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.

Documenttranscriptie

MILORD 424 ENV MILORD 824 ENV Giuda per l’installatore - Guide for the installer uide pour l’installateur - Guía para el instalador Leitfaden für den Installateur - Gids voor de installateur MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV Page  Gids voor de gebruiker Lees de instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken, en bewaar ze voor eventuele toekomstige raadpleging. VEILIGHEIDSNORMEN Het automatische systeem MILORD ENV garandeert, als het op correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken voorkomen: • Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan, en sta niet toe dat kinderen, personen of voorwerpen er in de buurt staan, vooral als hij in werking is. • Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem per ongeluk kan worden bediend. • Sta niet toe dat kinderen met het automatische systeem spelen. • Houd niet opzettelijk de beweging van de vleugels tegen. • Zorg dat takken of struiken de beweging van de vleugels niet kunnen hinderen. • Zorg dat de lichtsignalen altijd goed werken en goed zichtbaar zijn. • Probeer de poort niet met de hand te bewegen als hij niet eerst ontgrendeld is. • In geval van storing moet de poort worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht op de technische assistentie van een gekwalificeerd technicus. • Als de handbediende werking is ingesteld, moet de elektrische voeding naar de installatie worden uitgeschakeld alvorens de normale werking te hervatten. • Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het automatische systeem. • Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en wend u uitsluitend tot gekwalificeerd personeel. • Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel. BESCHRIJVING Het automatische systeem MILORD ENV is ideaal om de toegang van voertuigen in wooncomplexen te controleren. MILORD ENV voor schuifpoorten is een elektromechanische aandrijving die de beweging van de vleugel overbrengt door middel van een rondsel met een tandheugel. Raadpleeg een Installatietechnicus voor het gedetailleerde gedrag van de schuifpoort met de verschillende bedrijfslogica’s. Automatische systemen hebben veiligheidsvoorzieningen (fotocellen) die verhinderen dat de poort weer sluit wanneer er zich een obstakel in het door hen beveiligde gebied bevindt. Het systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer de motor niet in werking is, en daarom is het niet noodzakelijk een vergrendeling te installeren. Een handig handbediend ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor dat het hek kan worden bewogen in geval van een blackout of een storing. Doordat de motor continu door de besturingseenheid (virtuele encoder) wordt gecontroleerd, is het automatische systeem in staat constant de positie van de poort te controleren, en de beweging ervan stil te zetten als er obstakels zijn. De elektronische apparatuur is ingebouwd in de motorreductor. Het lichtsignaal geeft aan dat de poort in beweging is. Fig. 1 HERVATTING NORMALE WERKING Handel als volgt om de normale werking te herstellen: • Schakel de voeding naar het systeem uit. • Zet de poort ongeveer half open. • Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand; • Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen de wijzers van de klok in tot deze blokkeert; • Schakel de voeding naar het systeem in. Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld een commando voor een volledige openingscyclus. Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen.. NEDERLANDS HANDBEDIENDE WERKING Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient het ontgrendelingmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt: • Schakel de voeding naar het systeem uit. • Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 1 ref. a). • Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 1 ref. b. • Beweeg de poort met de hand. Page 22 MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV Gids voor de installateur INHOUDSOPGAVE 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.23 2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN pag.23 3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.23 3.1. CONTROLES VOORAF pag.23 3.2. INSTALLAZIONE DELL’OPERATORE pag.23 3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL pag.24 3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS pag.24 4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN pag.24 5. INBEDRIJFSTELLING pag.24 6. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM pag.24 7. HANDBEDIENDE WERKING pag.24 8. BIJZONDERE TOEPASSINGEN pag.25 9. ONDERHOUD pag.25 10. REPARATIE pag.25 11. KIT BATTERIE (Optional) pag.25 CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 98/37/EG) Fabrikant: GENIUS S.p.A. Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio- Bergamo - ITALIE Verklaart dat: De aandrijving mod. MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV NEDERLANDS • is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te vormen in de zin van de Richtlijn 98/37/EG; • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen: • 2006/95/EG Laagspanningsrichtijn. • 2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit. • En verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 89/392/EEG en daaropvolgende wijzigingen, zoals overgenomen in de nationale wetgeving bij presidentieel besluit DPR n. 459 van 24 juli 1996, is verklaard. Grassobbio, September 15, 2009 De Algemeen Directeur D. Gianantoni Opmerkingen voor het lezen van de instructies Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden. Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product. MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV Page 23 Gids voor de installateur Het middendeel van dit boekje kan eruit worden gehaald, het bevat alle afbeeldingen voor de installatie. Het automatische systeem MILORD ENV voor residentiële schuifpoorten is een elektrisch-mechanische aandrijving die de beweging op de vleugel overbrengt via een rondsel in combinatie met een tandheugel die op de poort is bevestigd. Het onomkeerbare systeem garandeert de mechanische blokkering wanneer de motor niet in werking is, en daarom is het niet noodzakelijk een vergrendeling te installeren. Een handig ontgrendelingsmechanisme zorgt ervoor dat het hek kan worden bewogen in geval van een black-out of een storing. Doordat de motor continu door de besturingseenheid (virtuele encoder) wordt gecontroleerd, is het automatische systeem in staat constant de positie van de poort te controleren, en de beweging ervan stil te zetten als er obstakels zijn. Alle eigenschappen en gedragingen die in deze handleiding aangegeven worden, hebben betrekking op homogene installaties, alle onderdelen van het automatische systeem zijn door GENIUS vervaardigd. 1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Met verwijzing naar figuur 1 Pos a b c d e f g h i Beschrijving Motorreductor Bedekkingskap Bedieningscentrale Rondsel Basisplaat Magneetsensor Ontgrendelingsmechanisme Batterijen-kit (Optioneel) Behuizing motor Technische eigenschappen aandrijvingen Milord 324 Milord 824 ENV ENV Voeding 230/115 V~ 50/60Hz Voeding motor 24 Vdc Opgenomen vermogen 60 W 80 W Rondsel Z16 M4 Max. koppel 13.5 Nm 24 Nm Koppel 9 Nm 16 Nm Max. duwkracht 40 daN 65 daN Opeenvolgende cycli 30 cycli a Gebruiksfrequentie een 20°C Residentieel Aanbevolen cycli per dag 80 cycli 150 cycli Omgevingstemperatuur -20°C +55°C Gewicht aandrijving 10.5 Kg 11 Kg Beschermingsgraad IP44 Max. gewicht poort 400 Kg 800 Kg Snelheid poort 12 m/min Max. lengte poort 10 m Afmetingen 240 x 290 x 270 mm a Aantal opeenvolgende cycli bij poorten met een maximale lengte van 5 meter. Model Alle in de tabel weergegeven technische eigenschappen worden alleen gegarandeerd wanneer de motorreductor in combinatie met de besturingselektronica GENIUS wordt gebruikt. 2. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN Met verwijzing naar figuur 2 Pos a b c d e f Beschrijving Motorreductor Fotocellen TX Fotocellen RX Sleutelschakelaar Lichtsignaal Externe antenne N°/diam. kabels 3x1.5 mm2 2x0.5 mm2 4x0.5 mm2 3 / 2x0.5 mm2 2x1.5 mm2 Bijgeleverde coaxkabel Gebruik harde en/of flexibele buizen bij het aanleggen van de elektriciteitskabels. Houd de laagspanningskabels voor de aansluiting van de accessoires altijd gescheiden van die van die voedingskabels met 230 V~. Gebruik verschillende beschermingsmantels om iedere interferentie te vermijden 3. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 3.1. CONTROLES VOORAF Voor een goede werking van het automatische systeem moet de structuur van de bestaande of de te installeren poort de volgende eigenschappen hebben: • Het gewicht en de afmetingen van de poort moeten overeenkomen met hetgeen is aangegeven in de tabel met de technische eigenschappen; • Controleer of er een goede aarding is voor de elektriciteitsaansluiting van de aandrijving; • De mechanische elementen van de constructie moeten in overeenstemming zijn met de normen EN12604 en EN12605; • Glad oppervlak van de vleugel (geen uitstekende delen); • Geleidelijke en gelijkmatige beweging van de vleugels, zonder haperingen, gedurende heel de manoeuvre; • Vleugel slingert niet in de zijrichting; • De schuifsystemen boven en onder verkeren in uitstekende staat. Het gebruik van een rail op de grond met een afgeronde sleuf heeft de voorkeur voor minder wrijving bij het schuiven. • Slechts twee wieltjes aanwezig; • Mechanische eindaanslagen ter beveiliging om te voorkomen dat de poort uit de rails loopt; deze aanslagen moeten goed op de grond of op de onderste rail, op ongeveer 40 mm achter de eindschakelaar, worden bevestigd. • Geen mechanische vergrendelingen. Het wordt aangeraden eventueel smeedwerk te laten verrichten alvorens het automatische systeem te installeren. De toestand van de structuur houdt rechtstreeks verband met de betrouwbaarheid en de veiligheid van het automatische systeem. 3.2. INSTALLAZIONE DELL’OPERATORE 1. Assembeer de basisplaat zoals in Fig. 3. 2. Graaf een gat voor de basisplaat zoals aangeduid in fig. 4. De basisplaat moet worden geplaatst zoals aangeduid in fig. 5 (sluiting rechts) of fig. 6 (sluiting links) om ervoor te zorgen dat het rondsel en de tandheugel goed in elkaar grijpen. 3. Zet de flexibele leidingen waar de verbindingskabels tussen de motorreductor, de accessoires en de elektrische voeding door moeten lopen, op hun plaats. De flexibele leidingen moeten ongeveer 3 cm uit het gat in de plaat steken. 4. Metsel de plaat perfect waterpas vast. 5. Wacht tot het cement in het gat is gehard. 6. Maak de elektriciteitskabels voor de aansluiting van accessoires en de elektrische voeding gereed (paragraaf 2). Zorg dat, om de elektriciteitsaansluitingen op de elektronische apparatuur te vereenvoudigen, de elektriciteitskabels ongeveer 20 cm uit het gat in de basisplaat steken. 7. Bevestig de aandrijving op de basisplaat met behulp van de bijgeleverde schroeven en rondsels zoals aangegeven in fig 7. In fig. 8 is aangegeven hoe de aandrijving moet worden geplaatst. Haal tijdens deze handeling de elektriciteitskabels door het speciale gat aan de onderkant van de behuizing van de motorreductor. NEDERLANDS Wij danken u dat u ons product hebt gekozen. Genius weet zeker dat het product u alle prestaties zal leveren die u nodig heeft. Al onze producten zijn het resultaat van jarenlange ervaringen op het gebied van automatische systemen, en bovendien maken wij deel uit van de groep die marktleider op wereldniveau is. Page 24 MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV Gids voor de installateur 8. Haal de kabels voor de elektriciteitsaansluitingen door het speciale gat in de basis van de apparatuur, en gebruik daarbij de bijgeleverde kabelklem. 9. Sluit de elektriciteitkabels aan op de elektronische bedieningsapparatuur overeenkomstig de instructies van de apparatuur. en schakelen slechts één contact van de sensor in, het contact voor het sluiten of die voor het openen. Op de magneet die het contact voor het openen van de poort inschakelt is een open slot afgebeeld, en omgekeerd, op de magneet die het contact voor het sluiten van de poort activeert staat het symbool van een gesloten slot. VVoor ��������������������������������������������������� de correcte werking van de besturingseenheid moet de magneet met het open slotje vlakbij de openingsrand van de poort worden gezet, en andersom, de magneet met het gesloten slotje moet vlakbij de sluitingsrand van de poort staan, zie de figuren 13 en 14. Handel als volgt om de twee magneten van de eindschakelaar op correcte wijze te op hun plaats te zetten: 1. Assembleer de twee magneten zoals aangegeven in figuur 13 en 14. 2. Zet de aandrijving op handmatige bediening, zie paragraaf 7, en schakel de voeding naar het systeem in. 3. Open de poort met de hand tot ongeveer 40 mm van de mechanische eindaanslag voor het openen. 4. Schuif de magneet met het open slot over de tandheugel in de openingsrichting, zie figuur 15. Schuif, zodra de led van de eindschakelaar voor het openen op de kaart dooft, de magneet nog 10 mm verder en zet hem voorlopig vast met de speciale schroeven. 5. Herhaal de handelingen vanaf punt 3 met de magneet voor het sluiten. 6. Vergrendel opnieuw het systeem (zie paragraaf 7). 1) Sluit de aardingskabel van de installatie aan. 2) De aandrijving wordt geleverd voor een installatie die, van binnenuit gezien, de poort sluit naar de rechterkant van de aandrijving (fig. 5) In geval van een links sluitende poort moeten de voedingskabels van de motor en van de magnetische sensor worden omgedraaid, zie instructies elektronische apparatuur. 3.3. MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL 1. Maak de tandheugel gereed (leverbaar op verzoek), met de bijgeleverde schroeven TE M8 x 25 en vast te lassen afstandsstukken, zoals in fig.9. Om te voorkomen dat de afstandsstukken op de poort worden gelast zijn er holle afstandsstukken verkrijgbaar met bevestigingsschroeven TE M8 x 50. Het is raadzaam de bevestigingsschroeven van de tandheugel vast te zetten in de bovenkant van het gat. Vanuit positie kan de tandheugel naar boven worden verplaatst wanneer in de loop der tijd de poort neigt te zakken. 2. Ontgrendel de aandrijving (zie paragraaf 7). 3. Zet de vleugel met de hand helemaal open. 4. Zet het eerste element van de tandheugel op het rondsel ter hoogte van het eerste afstandsstuk (fig. 10). 5. Bevestig het element van de tandheugel met een klem op de vleugel (fig 10). 6. Schuif de vleugel met de hand verder dicht tot hij bij het derde afstandsstuk van de tandheugel komt, en zet hem vast met een laspunt. 7. Soldeer de drie afstandsstukken definitief op de poort. Om de andere elementen van de tandheugel die nodig zijn om de poort helemaal te sluiten op correcte wijze te bevestigen, moet als volgt worden gehandeld: a– Zet een ander element van de tandheugel naast het laatste bevestigde element, en gebruik daarbij een stuk van de tandheugel om de tanden van de twee elementen op elkaar af te stemmen (fig. 11). b– Schuif de vleugel langzaam met de hand verder dicht tot hij met het derde afstandsstuk van het te bevestigen element bij het rondsel komt (fig. 11). Controleer of, als u van boven naar de motor kijkt, alle elementen van de tandheugel midden op de tanden van het rondsel komen. Als dat niet het geval is, pas dan de positie van de motorreductor aan. c– Las de drie afstandsstukken van het element vast (fig. 11). a) De elementen van de tandheugel mogen absoluut niet op de afstandsstukken, noch aan elkaar worden vastgelast. b) Gebruik absoluut geen vet of andere smeermiddelen tussen het rondsel en de tandheugel. NEDERLANDS d– Voor een correcte speling tussen het rondsel en de tandheugel moet de motorreductor 1,5 mm lager worden gezet door aan de steunmoeren van de basisplaat te draaien. Zet, na het afstellen, de bevestigingsmoeren van de aandrijving altijd goed vast. Bij een nieuw te installeren poort moet deze speling (fig 12) een aantal maanden na installatie worden gecontroleerd. e– Controleer met de hand of de poort vrij helemaal kan worden geopend, en of de vleugel gelijkmatig en zonder haperingen beweegt 3.4. PLAATSEN VAN MAGNETEN EINDSCHAKELAARS De aandrijving is uitgerust met een magnetische eindschakelaar, die de motor van de poort het commando geeft te stoppen op het moment waarop de magneet, die in het bovenste deel van de tandheugel is bevestigd, de sensor activeert. De bij de aandrijving geleverde magneten hebben een specifieke polariteit, Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen. 7. Geef het commando voor een complete cyclus om te controleren of de eindschakelaars goed werken. - Om te voorkomen dat de aandrijving beschadigd raakt en/ of de werking van het automatische systeem wordt onderbroken, moet ongeveer 40 mm afstand worden gehouden van de mechanische eindaanslagen ter beveiliging. - Controleer aan het einde van de manoeuvre, zowel die voor opening als die voor sluiting, of het bijbehorende contact actief blijft (led uit). 8. Wijzig de positie van de magneten en zet ze definitief vast. 4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN Sluit de aardingsdraad van de voedingslijn aan op de bevestigingsschroeven van de houder van de kaart, zoals aangeduid in fig. 16. 5. INBEDRIJFSTELLING 1. Programmeer de elektronische apparatuur naar eigen wensen volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing. 2. Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de toestand van de leds zoals in de tabel in de gebruiksaanwijzing van de elektronische apparatuur. 3. Zet, na het automatische systeem te hebben getest (par. 6), de beschermingskap op de aandrijving met behulp van de bijgeleverde schroeven zoals aangeduid in fig. 17. 6. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM Controleer vervolgens of het automatische systeem en alle daarop aangesloten accessoires goed werken. Geef de klant de pagina “Gebruikersgids” en toon hoe het automatische systeem moet werken en hoe hij moet worden gebruikt. 7. HANDBEDIENDE WERKING Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet goed werkt, dient het ontgrendelingmechanisme te worden gebruikt, en wel als volgt: • Schakel de voeding naar het systeem uit. • Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 18 ref. a). • Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 18 ref. b. • Beweeg de poort met de hand. Handel als volgt om de normale werking te herstellen: • Schakel de voeding naar het systeem uit. • Zet de poort ongeveer half open. MILORD 424 ENV - MILORD 824 ENV Page 25 Gids voor de installateur • Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand; • Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen de wijzers van de klok in tot deze blokkeert; • Schakel de voeding naar het systeem in. Geef wanneer de voedingsspanning wordt ingeschakeld een commando voor een volledige openingscyclus. Vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven, dat de poort niet met de hand kan worden bewogen. 8. BIJZONDERE TOEPASSINGEN Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN. 9. ONDERHOUD Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen is het beter om ieder half jaar een algemene controle op de installatie uit te voeren. In het boekje “Gebruikersgids” is een formulier voorgedrukt om ingrepen te registeren. 10. REPARATIE De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 11. KIT BATTERIE (Optional) Met de bufferbatterijen-kit kan het automatische systeem blijven werken als de stroom uitvalt. Volg voor de plaatsing van de batterijen-kit aan boord van de motorreductor de volgende instructies: 1. Verwijder de behuizing van de motor, Fig. 19 ref. a. 2. Plaats de batterijen-kit in de hiervoor bestemde behuizing, Fig. 19 ref. b. 3. Zet de behuizing van de motor weer op zijn plaats, Fig. 19 ref. c. Voor de aansluiting van de batterijen-kit, zie de instructies van de bedieningscentrale. De batterijen treden in werking wanneer de netspanning wegvalt. De werking van het automatisch systeem met de batterijen-kit moet als een noodsituatie worden beschouwd. NEDERLANDS Het aantal cycli dat met het automatisch systeem op batterijen kan worden uitgevoerd wordt rechtstreeks beïnvloed door de staat van de batterijen, de tijd die is verstreken nadat de netvoeding is uitgevallen, de structuur van de poort enz... indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 25. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. 26. De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. 27. Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
1 / 1

Genius MILORD 424 ENV Manual For The Installer

Categorie
Poortopener
Type
Manual For The Installer
Deze handleiding is ook geschikt voor