Dell Vostro 3252 de handleiding

Type
de handleiding
Dell Vostro 3252
Gebruiksaanwijzing
Regelgevingsmodel: D14S
Regelgevingstype: D14S001
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en
waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de
computer.
WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel
gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen,
lichamelijk letsel of overlijden.
Copyright © 2015 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden. Dit product wordt beschermd door wetgeving voor
auteursrecht en intellectueel eigendom binnen en buiten de VS. Dell
en het Dell-logo zijn handelsmerken van Dell
Inc. in de Verenigde Staten en/of andere jurisdicties. Alle overige merken en namen in dit documenten kunnen
handelsmerken van hun respectieve eigenaren zijn.
2015 - 08
Ver. A00
Inhoudsopgave
1 Aan de computer werken.................................................................................... 5
Voordat u aan de computer gaat werken............................................................................................ 5
Uw computer uitschakelen...................................................................................................................6
Nadat u aan de computer hebt gewerkt.............................................................................................. 7
2 Het verwijderen en installeren van onderdelen..............................................8
Aanbevolen hulpmiddelen.................................................................................................................... 8
De kap verwijderen................................................................................................................................8
De kap installeren..................................................................................................................................9
Het montagekader aan de voorkant verwijderen................................................................................ 9
Het montagekader aan de voorkant installeren...................................................................................9
Het geheugen verwijderen....................................................................................................................9
Het geheugen plaatsen.......................................................................................................................10
De knoopbatterij verwijderen............................................................................................................. 10
De knoopbatterij plaatsen...................................................................................................................10
De harde schijf verwijderen................................................................................................................ 10
De harde schijf plaatsen...................................................................................................................... 12
Het optische station verwijderen........................................................................................................ 12
Het optische station plaatsen............................................................................................................. 14
De warmteafleider verwijderen...........................................................................................................14
De warmteafleider installeren............................................................................................................. 15
De WLAN-kaart verwijderen................................................................................................................15
De WLAN-kaart plaatsen.....................................................................................................................16
Indeling van het moederbord............................................................................................................. 16
Het moederbord verwijderen..............................................................................................................17
Het moederbord plaatsen...................................................................................................................18
3 Problemen oplossen.......................................................................................... 20
Diagnostische Stroom led-codes...................................................................................................... 20
Diagnostische foutmeldingen.............................................................................................................21
Systeemfoutberichten.........................................................................................................................26
4 Overzicht voor Systeeminstallatie.................................................................. 28
Systeeminstellingen openen...............................................................................................................28
Opties voor Systeeminstallatie........................................................................................................... 28
5 Specifications...................................................................................................... 32
3
6 Contact opnemen met Dell.............................................................................. 35
4
1
Aan de computer werken
Voordat u aan de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen
mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document
van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft, worden geïnstalleerd door
de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Koppel alle voedingsbronnen los voordat u de computerbehuizing of -panelen opent.
Zodra u klaar bent met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle
panelen en schroeven terug voordat u de computer weer aansluit op de voedingsbron.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u
werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over
veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op
www.dell.com/
regulatory_compliance .
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend servicemonteur
worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals
toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het on line of
telefonische team voor service en ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat
niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies
die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een
aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals een
connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en
de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen
bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan
de pinnen.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken
en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u
dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert.
Trek connectoren in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectoren op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur
die in dit document is afgebeeld.
5
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de
computer gaat werken.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast
raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen).
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector
van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen
van het netwerkapparaat.
3. Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
4. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd
om het moederbord te aarden.
6. Verwijder de kap.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd
metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen
voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw
computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische
elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te
slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de
computer uitzet.
1. Sluit het besturingssysteem af:
In Windows 8.1:
Het gebruik van een apparaat met aanraakfunctie:
a. Beweeg vanaf de rechterrand van het scherm om het Charms-menu te openen en
selecteer Settings (Instellingen).
b. Selecteer het en selecteer vervolgens Shut down (Afsluiten).
Of
* Tik op het Startscherm op en selecteer vervolgens Shut down (Afsluiten).
Het gebruik van een muis:
a. Wijs naar de hoek rechtsboven in het scherm en klik op Settings.(Instellingen).
b. Klik op het en selecteer Shut down (Afsluiten).
Of
* Klik op het Startscherm op en selecteer vervolgens Shut down (Afsluiten).
In Windows 7:
6
1. Klik op Start .
2. Klik op Shutdown (Afsluiten).
of
1. Klik op Start .
2. Klik op de pijl in de rechteronderhoek van het menu Start, zoals hieronder wordt getoond,
en klik vervolgens op Shutdown (Afsluiten). .
2. Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop
zes seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten,
kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
1. Plaats de kap terug.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het
netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
4. Zet de computer aan.
5. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren.
7
2
Het verwijderen en installeren van
onderdelen
Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden
geïnstalleerd in uw computer.
Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kleine sleufkopschroevendraaier
Kruiskopschroevendraaier
Klein plastic pennetje
De kap verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Volg de stappen om de kap te verwijderen:
a. Verwijder de schroeven waarmee de kap aan de computer vastzit [1].
b. Schuif de computerkap naar de achterkant van de computer [2].
c. Til de kap omhoog om hem uit de computer te verwijderen [3].
8
De kap installeren
1. Schuif de kap aan de achterkant van de computer totdat de vergrendelingen vastklikken.
2. Draai de schroeven aan om de kap vast te zetten.
3. Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
Het montagekader aan de voorkant verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de kap.
3. Volg de stappen om de kap te verwijderen:
a. Til de borgklemmen [ 1] omhoog en maak het montagekader [ 2] los.
b. Til het montagekader omhoog en verwijder deze uit de computer [ 3].
Het montagekader aan de voorkant installeren
1. Houd het montagekader vast en zorg ervoor dat de haken op het kader in de inkepingen in de
computer vastklikken.
2. Draai het montagekader naar de computer toe.
3. Druk op het montagekader totdat de lipjes vastklikken.
4. Plaats de kap.
5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het geheugen verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de kap.
9
3. Peuter de borgklemmen weg van de geheugenmodule tot deze omhoog komt. Til en de
geheugenmodule omhoog en verwijder deze van zijn socket op het moederbord.
Het geheugen plaatsen
1. Lijn de inkeping op de geheugenkaart uit met het lipje in de connector van het geheugen.
2. Plaats de geheugenmodule in de geheugensocket en druk de module vast.
3. Plaats de kap.
4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De knoopbatterij verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder de kap.
3. Druk op de vergrendeling en de knoopbatterij komt naar buiten. Til de knoopbatterij uit de computer.
De knoopbatterij plaatsen
1. Plaats de knoopbatterij in de sleuf op het moederbord.
2. Druk de knoopbatterij omlaag totdat het ontgrendellipje terug op zijn plaats veert en de batterij
vastzet.
3. Plaats de kap.
4. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De harde schijf verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder:
a. kap
b. montagekader vooraan
3. Koppel de stroom- en gegevenskabels los van de harde schijf.
10
4. Volg de stappen om de harde schijf te verwijderen:
a. Verwijder de schroeven waarmee de harde schijf aan het compartiment van de harde schijf vastzit
[1].
b. Til de hendel van het stationcompartiment omhoog [2] en schuif deze uit het
stationcompartiment [3].
5. Volg de stappen om de beugel van de harde schijf te verwijderen:
a. Verwijder de schroeven waarmee de harde schijf aan de bracket is bevestigd [1].
b. Schuif de harde schijf uit de beugel [2].
11
OPMERKING: Verwijder de beugel van de harde schijf alleen als u deze vervangt door een
nieuwe harde schijf. Negeer stap 5 als de harde schijf alleen moet worden verwijderd om
andere onderdelen te kunnen verwijderen.
De harde schijf plaatsen
1. Schuif de harde schijf in de beugel.
2. Draai de schroeven vast waarmee de harde schijf aan de beugel wordt bevestigd.
3. Houd het handvat vast en schuif de harde schijf in het stationcompartiment.
4. Draai de schroeven aan waarmee de harde schijf in de computer vastzit.
5. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op de harde schijf.
6. Plaats:
a. montagekader vooraan
b. kap
7. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het optische station verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder:
a. kap
b. montagekader vooraan
c. harde schijf
3. Volg de stappen om het optische station los te maken:
a. Koppel de stroom- en gegevenskabels los van het optische station [1].
b. Verwijder de schroef waarmee het optische station aan het stationscompartiment is bevestigd [2].
12
4. Volg de stappen om het optische station te verwijderen:
a. Druk op het blauwe lipje om het optische station los te maken[ 1].
b. Schuif het optische station [2] en til hem uit het chassis [ 3].
5. Volg de stappen om de beugel van het optische station te verwijderen.
a. Verwijder de schroeven waarmee de beugel aan het optische station is bevestigd.
b. Schuif het optische station uit de beugel.
13
OPMERKING: Verwijder de beugel van het optische station alleen als u het vervangt door een
nieuw optisch station. Negeer stap 5 en stap 6 als het optische station alleen moet worden
verwijderd om andere onderdelen te kunnen verwijderen.
Het optische station plaatsen
1. Schuif het optische station in het compartiment totdat deze vastklikt.
2. Draai de schroef vast waarmee het station op het chassis wordt bevestigd.
3. Sluit de gegevenskabel en de stroomkabel aan op het optische station.
4. Plaats:
a. harde schijf
b. montagekader vooraan
c. kap
5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De warmteafleider verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder:
a. kap
b. montagekader vooraan
c. harde schijf
d. optisch station
3. Volg de stappen om de warmteafleider te verwijderen:
a. Koppel de kabel van de warmteafleider los van het moederbord [1].
b. Verwijder de schroeven om de processorventilator en de warmteafleider los te maken [2].
c. Til de warmteafleider uit de computer [3].
14
De warmteafleider installeren
1. Plaats de warmteafleider in de sleuf door hem uit te lijnen met de schroefgaten.
2. Draai de geborgde schroeven vast waarmee de warmteafleider aan het moederbord wordt bevestigd.
3. Sluit de kabel van de warmteafleider aan op het moederbord.
4. Plaats:
a. optisch station
b. harde schijf
c. montagekader vooraan
d. kap
5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De WLAN-kaart verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder:
a. kap
b. montagekader vooraan
3. Voer de volgende stappen uit om de WLAN-kaart te verwijderen:
a. Schuif de afdekplaat van de WLAN-antennekabel van de kabels [ 1] af.
b. Verwijder de schroef waarmee de WLAN-kaart aan het moederbord is bevestigd.
c. Koppel de antennekabels van de WLAN-kaart los.
d. Trek de WLAN-kaart uit de connector op het moederbord.
15
De WLAN-kaart plaatsen
1. Schuif de WLAN-kaart om hem op het moederbord te plaatsen.
2. Sluit de antennekabels aan op de WLAN-kaart.
3. Draai de schroef vast om de WLAN-kaart op het moederbord vast te zetten.
4. Plaats de kap.
5. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Indeling van het moederbord
16
1. NGFF connector 2. Connector voor lichtbalk
3. SATA-stroomconnector 4. SATA-connector
5. SATA-connector 6. Knoopbatterij
7. Gelijkspanningsingang 8. Netwerk- en USB 2.0-connectoren (2)
9. USB 2.0-connectoren (2) 10. HDMI-connector
11. VGA-connector 12. Connectoren voor lijningang, lijnuitgang en
microfoon
13. Ventilatorconnector 14. Geheugensleuf
15. Connector voor aan-uitknop 16. Connector voor SD-kaart
17. Connector voor headset 18. USB 3.0-connector
19. USB 3.0-connector
Het moederbord verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2. Verwijder:
a. kap
b. montagekader vooraan
c. harde schijf
d. optisch station
e. knoopbatterij
f. warmteafleider
g. WLAN-kaart
3. Koppel de kabels los van het moederbord.
4. Volg de stappen om het I/O-paneel los te maken:
a. Verwijder de schroef waarmee het I/O-paneel aan het chassis vastzit [1].
b. Druk op het lipje om het I/O-paneel los te maken van het chassis [ 2].
c. Trek aan het I/O-paneel om het I/O-paneel los te maken.
17
5. Volg de stappen om het moederbord te verwijderen:
a. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis vastzit [1].
b. Til het moederbord van het chassis af.
Het moederbord plaatsen
1. Plaats het moederbord en zorg ervoor dat poorten zijn uitgelijnd met de gaten op het achterpaneel.
2. Duw het I/O-paneel in de oorspronkelijke positie totdat deze vastklikt.
3. Draai de schroef vast om de I/O-kaart aan de computer vast te maken.
4. Sluit de kabels op het moederbord aan.
5. Plaats:
a. WLAN-kaart
b. warmteafleider
c. knoopbatterij
d. optisch station
18
e. harde schijf
f. montagekader vooraan
g. kap
6. Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
19
3
Problemen oplossen
Eventuele problemen met uw computer kunt oplossen met aanduidingen, zoals diagnostische lampjes,
piepcodes en foutmeldingen die eventueel tijdens het werken met de computer optreden.
Diagnostische Stroom led-codes
Tabel 1. Diagnostische Stroom led-codes
Status
van de
aan-
uitledlam
pjes
Mogelijke oorzaak Stappen voor het oplossen van problemen
Uit De computer is uitgeschakeld of krijgt geen
stroom of staat in de slaapstand.
Steek de stroomkabel weer in de
stroomconnector aan de achterkant van
de computer en in het stopcontact.
Als de computer is aangesloten op een
stekkerdoos, moet u nagaan of deze
stekkerdoos is aangesloten op een
stopcontact en is ingeschakeld.
Bovendien moet u geen
voedingsbeschermingsapparaten,
stekkerdozen en verlengkabels gebruiken
om na te gaan of de computer correct
goed inschakelt.
Controleer de stroomvoorziening van het
stopcontact door er een ander apparaat,
zoals een lamp, op aan te sluiten.
Constant/
knipperen
d oranje
Computer kan POST niet voltooien of de
processor is defect.
Verwijder eventuele kaarten en plaats ze
vervolgens terug.
Verwijder de grafische kaart en plaats
deze terug (indien van toepassing).
Ga na of de stroomkabel is aangesloten
op het moederbord en de processor.
Knipperen
d wit
lampje
De computer staat in de slaapstand.
Druk op de aanuit-knop om de computer
uit de slaapstand te halen.
Ga na of alle stroomkabels goed zijn
aangesloten op het moederbord.
Controleer of het netsnoer en de kabel
van het bedieningspaneel goed zijn
aangesloten op het moederbord.
Ononder
broken
wit
De computer is volledig functioneel en
ingeschakeld.
Als de computer niet reageert, doet u het
volgende:
Ga na of het beeldscherm is aangesloten
en ingeschakeld is.
20
Status
van de
aan-
uitledlam
pjes
Mogelijke oorzaak Stappen voor het oplossen van problemen
Als het beeldscherm is aangesloten en
ingeschakeld, moet u een pieptooncode
horen.
Diagnostische foutmeldingen
Tabel 2. Diagnostische foutmeldingen
Foutmeldingen Beschrijving
AUXILIARY DEVICE FAILURE (Fout in hulpapparaat) Het touchpad of de externe muis kan defect zijn.
Controleer de kabelaansluiting bij een externe
muis. Schakel de optie Pointing Device
(Aanwijsapparaat) in het System Setup-
programma in.
BAD COMMAND OR FILE NAME (Onjuiste opdracht
of bestandsnaam)
Controleer of u de opdracht correct hebt gespeld,
spaties op de juiste plaats hebt gezet en de correct
padnaam hebt gebruikt.
CACHE DISABLED DUE TO FAILURE (Cache
uitgeschakeld wegens fout)
Er is een fout opgetreden in de primaire cache van
de microprocessor. Contact Dell (Neem contact
op met Dell).
CD DRIVE CONTROLLER FAILURE (Fout in
controller van cd-station)
Het optische station reageert niet meer op
opdrachten van de computer.
DATA ERROR (Gegevensfout) De gegevens kunnen niet door de harde schijf
worden gelezen.
DECREASING AVAILABLE MEMORY (Afnemend
beschikbaar geheugen)
Een of meer geheugenmodules zijn mogelijk
defect of zijn niet goed geplaatst. Plaats de
geheugenmodules opnieuw of vervang ze zo
nodig.
DISK C: FAILED INITIALIZATION (Initialisatie schijf
C: mislukt)
De initialisatie van de harde schijf is mislukt. Voer
de vasteschijftesten uit in de Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
DRIVE NOT READY (Station niet gereed) Deze bewerking kan alleen worden uitgevoerd als
het compartiment een harde schijf bevat. Plaats
een harde schijf in het compartiment van de harde
schijf.
ERROR READING PCMCIA CARD (Fout bij lezen
van PCMCIA-kaart)
De computer kan de ExpressCard niet
identificeren. Plaats de kaart terug of probeer een
andere kaart.
EXTENDED MEMORY SIZE HAS CHANGED
(Hoeveelheid uitgebreid geheugen is gewijzigd)
De hoeveelheid geheugen die wordt vastgelegd in
een niet-vluchtig geheugen (NVRAM), komt niet
21
Foutmeldingen Beschrijving
overeen met het geheugen dat in de computer is
geïnstalleerd. Start de computer opnieuw op. Als
de fout nogmaals verschijnt, moet u contact
opnemen met Dell.
THE FILE BEING COPIED IS TOO LARGE FOR THE
DESTINATION DRIVE (Het bestand dat wordt
gekopieerd, is te groot voor het doelstation)
U kunt het bestand niet kopiëren, omdat het te
groot is voor de schijf of omdat de schijf te vol is.
Probeer het bestand naar een andere schijf te
kopiëren of gebruik een schijf met een grotere
capaciteit.
A FILENAME CANNOT CONTAIN ANY OF THE
FOLLOWING CHARACTERS: \ / : * ? " < > | - (De
volgende tekens mogen niet voorkomen in een
bestandsnaam: \ / : * ?)
Gebruik deze tekens niet in bestandsnamen.
GATE A20 FAILURE (Fout in poort A20) Een geheugenmodule zit mogelijk niet goed vast.
Plaats de geheugenmodules opnieuw of vervang
ze zo nodig.
GENERAL FAILURE (Algemene fout) Het besturingssysteem kan de opdracht niet
uitvoeren. Dit bericht wordt gewoonlijk gevolgd
door specifieke informatie, zoals Printer out of
paper (Papier is op). Neem de juiste maatregel.
HARD-DISK DRIVE CONFIGURATION ERROR
(Configuratiefout vaste-schijfstation)
De computer kan het stationstype niet
identificeren. Schakel de computer uit, verwijder de
harde schijf en start de computer op vanaf een
optisch station. Schakel de computer vervolgens
weer uit, plaats de harde schijf terug en start de
computer opnieuw op. Voer de hardeschijftests uit
in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
HARD-DISK DRIVE CONTROLLER FAILURE 0 (Fout
in controller vaste-schijfstation 0)
De harde schijf reageert niet op opdrachten van de
computer. Schakel de computer uit, verwijder de
harde schijf en start de computer op vanaf een
optisch station. Schakel de computer vervolgens
weer uit, plaats de harde schijf terug en start de
computer opnieuw op. Als het probleem aanhoudt,
moet u een andere schijf proberen. Voer de
hardeschijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
HARD-DISK DRIVE FAILURE (Fout in vaste-
schijfstation)
De harde schijf reageert niet op opdrachten van de
computer. Schakel de computer uit, verwijder de
harde schijf en start de computer op vanaf een
optisch station. Schakel de computer vervolgens
weer uit, plaats de harde schijf terug en start de
computer opnieuw op. Als het probleem aanhoudt,
moet u een andere schijf proberen. Voer de
hardeschijftests uit in Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
22
Foutmeldingen Beschrijving
HARD-DISK DRIVE FAILURE (Fout bij het lezen van
de harde schijf)
De harde schijf is mogelijk defect. Schakel de
computer uit, verwijder de harde schijf en start de
computer op vanaf een optisch station. Schakel de
computer vervolgens weer uit, plaats de harde
schijf terug en start de computer opnieuw op. Als
het probleem aanhoudt, moet u een andere schijf.
Voer de hardeschijftests uit in Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek).
INSERT BOOTABLE MEDIA (Plaats een opstartbaar
medium)
Het besturingssysteem probeert op te starten vanaf
niet-opstartbare media, zoals een diskette of
optisch station. Plaats een opstartbaar medium.
INVALID CONFIGURATION INFORMATION-PLEASE
RUN SYSTEM SETUP PROGRAM (Ongeldige
configuratiegegevens - voer System Setup-
programma uit)
De systeemconfiguratiegegevens komen niet
overeen met die van de hardwareconfiguratie. Het
bericht verschijnt meestal na installatie van een
geheugenmodule. Schakel de juiste opties in het
System Setup-programma in.
KEYBOARD CLOCK LINE FAILURE (Fout in kloklijn
toetsenbord)
Controleer bij externe toetsenborden de
kabelaansluiting. Voer de Keyboard Controller-test
(Test voor toetsenbordcontroller) uit in Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek).
KEYBOARD CONTROLLER FAILURE (Fout in
toetsenbordcontroller)
Controleer bij externe toetsenborden de
kabelaansluiting. Start de computer opnieuw op en
raak het toetsenbord of de muis tijdens de
opstartroutine niet aan. Voer de Keyboard
Controller-test (Test voor toetsenbordcontroller)
uit in Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
KEYBOARD DATA LINE FAILURE (Fout in datalijn
toetsenbord)
Controleer bij externe toetsenborden de
kabelaansluiting. Voer de Keyboard Controller-test
(Test voor toetsenbordcontroller) uit in Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek).
KEYBOARD STUCK KEY FAILURE
(Toetsenbordtoets zit vast)
Controleer bij externe toetsenborden de
kabelaansluiting. Start de computer opnieuw op en
raak het toetsenbord of de toetsen tijdens de
opstartroutine niet aan. Voer de Stuck Key-test
(Test voor geblokkeerde toets) in Dell Diagnostics
(Dell-diagnostiek) uit.
LICENSED CONTENT IS NOT ACCESSIBLE IN
MEDIADIRECT (Gelicentieerde inhoud is niet
toegankelijk in MediaDirect)
Dell MediaDirect kan de DRM-beperkingen (Digital
Rights Management) op het bestand niet
controelren. Het bestand kan daarom niet worden
afgespeeld.
MEMORY ADDRESS LINE FAILURE AT ADDRESS,
READ VALUE EXPECTING VALUE (Adreslijnfout
geheugen in (adres), gelezen waarde verwacht
(waarde))
Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet
goed geplaatst. Plaats de geheugenmodule
opnieuw of vervang deze zo nodig.
23
Foutmeldingen Beschrijving
MEMORY ALLOCATION ERROR
(Geheugentoewijzingsfout)
Er is mogelijk een conflict tussen de software die u
wilt uitvoeren en het besturingssysteem, een ander
programma of hulpprogramma. Schakel de
computer uit, wacht nog 30 seconden en start
deze opnieuw op. Voer het programma opnieuw
uit. Als het foutbericht nog steeds verschijnt, moet
u de softwaredocumentatie raadplegen.
MEMORY DOUBLE WORD LOGIC FAILURE AT
ADDRESS, READ VALUE EXPECTING VALUE
(Geheugenfout dubbele woordlogica op adres, las
waarde verwacht waarde)
Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet
goed geplaatst. Plaats de geheugenmodule
opnieuw of vervang deze zo nodig.
MEMORY ODD/EVEN LOGIC FAILURE AT
ADDRESS, READ VALUE EXPECTING VALUE
(Adreslijnfout geheugen in (adres), gelezen waarde
verwacht (waarde))
Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet
goed geplaatst. Plaats de geheugenmodule
opnieuw of vervang deze zo nodig.
MEMORY WRITE/READ FAILURE AT ADDRESS,
READ VALUE EXPECTING VALUE (Geheugenfout
lezen/schrijven op adres, las waarde verwachte
waarde)
Een geheugenmodule is mogelijk defect of is niet
goed geplaatst. Plaats de geheugenmodule
opnieuw of vervang deze zo nodig.
NO BOOT DEVICE AVAILABLE (Geen opstartbron
beschikbaar)
De computer kan de harde schijf niet vinden. Als
de harde schijf uw opstartbron is, moet u nagaan
of de schijf is geïnstalleerd, correct is geplaatst en
is gepartitioneerd als opstartbron.
NO BOOT SECTOR ON HARD DRIVE (Geen
opstartsector op harde schijf)
Het besturingssysteem is mogelijk beschadigd.
Neem contact op met Dell.
NO TIMER TICK INTERRUPT (Geen
timertikonderbreking)
Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet
goed. Voer de System Set-tests (Tests voor
systeem instellen) uit in Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
NOT ENOUGH MEMORY OR RESOURCES. EXIT
SOME PROGRAMS AND TRY AGAIN (Onvoldoende
geheugen of bronnen; sluit een aantal
programma's af en probeer het opnieuw)
Er zijn te veel programma's geopend. Sluit alle
vensters en open het programma dat u wilt
gebruiken.
OPERATING SYSTEM NOT FOUND
(Besturingssysteem niet gevonden)
Plaats de harde schijf terug. Als het probleem zich
blijft voordoen, dient u contact met Dell op te
nemen .
OPTIONAL ROM BAD CHECKSUM (Onjuiste
controlesom optionele ROM)
Er zit een fout in de optionele ROM. Neem contact
op met Dell.
SECTOR NOT FOUND (Sector niet gevonden) Het besturingssysteem kan geen sector op de
harde schijf vinden. Mogelijk is er een defecte
sector of beschadigde FAT op de harde schijf. Voer
het Windows-hulpprogramma voor foutcontrole
uit om de bestandsstructuur op de harde schijf te
controleren. Zie Help en ondersteuning van
24
Foutmeldingen Beschrijving
Windows voor instructies (klik op Start > Help en
ondersteuning). Als er een groot aantal sectoren
defect zijn, maakt u (indien mogelijk) een back-up
van de gegevens en formatteert u de harde schijf
opnieuw.
SEEK ERROR (Zoekfout) Het besturingssysteem kan een bepaald spoor op
de harde schijf niet vinden.
SHUTDOWN FAILURE (Fout bij afsluiten) Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet
goed. Voer de System Set-tests (Tests voor
systeem instellen) uit in Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
TIME-OF-DAY CLOCK LOST POWER (Dagtijdklok
heeft geen voeding meer)
Er zijn systeemconfiguratie-instellingen
beschadigd. Sluit de computer aan op een
stopcontact om de batterij op te laden. Als het
probleem aanhoudt, moet u proberen de gegevens
te herstellen door het System Setup-programma te
openen. Sluit het programma daarna direct af.
Neem contact op met Dell als deze melding
verschijnt.
TIME-OF-DAY CLOCK STOPPED (Dagtijdklok is
gestopt)
Mogelijk moet de reservebatterij worden
opgeladen, die de systeemconfiguratie-instellingen
ondersteunt. Sluit de computer aan op een
stopcontact om de batterij op te laden. Als het
probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op
met Dell.
TIME-OF-DAY NOT SET-PLEASE RUN THE SYSTEM
SETUP PROGRAM (Dagtijd is niet ingesteld; voer
het System Setup-programma uit)
De in het System Setup-programma ingestelde tijd
of datum komt niet overeen met die van de
systeemklok. Corrigeer de instellingen voor de
opties Datum en tijd.
TIMER CHIP COUNTER 2 FAILED (Fout bij teller 2
timerchip)
Mogelijk werkt een chip op het moederbord niet
goed. Voer de System Set-tests (Tests voor
systeem instellen) uit in Dell Diagnostics (Dell-
diagnostiek).
UNEXPECTED INTERRUPT IN PROTECTED MODE
(Onverwachte onderbreking in veilige modus)
De toetsenbordcontroller is mogelijk defect of er
zit een geheugenmodule niet goed vast. Voer de
System Memory tests (Tests voor
systeemgeheugen) en de Keyboard Controller test
(Test voor toetsenbordcontroller) uit in de System
Setup of neem contact op met Dell.
X:\ IS NOT ACCESSIBLE. THE DEVICE IS NOT
READY (X:\ is niet toegankelijk. Het apparaat is niet
gereed.)
Plaats een schijf in het station en probeer het
opnieuw.
25
Systeemfoutberichten
Tabel 3. Systeemfoutberichten
Systeembericht Beschrijving
Alert! Previous attempts at booting this system
have failed at checkpoint [nnnn]. For help in
resolving this problem, please note this checkpoint
and contact Dell Technical Support
(Waarschuwing! Eerdere pogingen om deze
computer op te starten zijn mislukt bij
controlepunt [nnnn]. Noteer dit controlepunt en
neem contact op met de ondersteuningsafdeling
van Dell om dit probleem op te lossen).
De computer is er drie keer achtereen niet in
geslaagd om de opstartprocedure uit te voeren
vanwege dezelfde fout.
CMOS checksum error (Fout in CMOS-checksum) RTC is reset, BIOS Setup default has been loaded
(RTC is gereset, de standaardinstellingen van het
BIOS zijn geladen).
CPU fan failure (Defecte processorventilator) CPU fan has failed (Processorventilator is defect)
System fan failed (Storing in de ventilator) Systeemventilator is defect
Hard-disk drive failure (Fout in vaste-schijfstation) Mogelijke storing in de harde schijf tijdens de POST
Keyboard failure (Toetsenbordfout) Het toetsenbord functioneert niet of de kabel zit
los. Vervang het toetsenbord als het opnieuw
aansluiten van de kabel het probleem niet oplost.
No boot device available (Geen opstartbron
beschikbaar)
De harde schijf bevat geen opstartpartitie, de kabel
van de harde schijf losgeraakt of er is geen
opstartapparaat.
Als de harde schijf als opstartapparaat is
ingesteld, moet u controleren of alle kabels op
de juiste wijze zijn aangesloten en of het station
op de juiste wijze is geïnstalleerd en als
opstartapparaat is gepartitioneerd.
Open de system setup en controleer of de
opstartvolgorde juist is.
No timer tick interrupt (Geen timertikonderbreking) Mogelijk is een chip op het moederbord of het
moederbord zelf defect.
NOTICE - Hard Drive SELF MONITORING SYSTEM
has reported that a parameter has exceeded its
normal operating range. Dell recommends that
you back up your data regularly. A parameter out
of range may or may not indicate a potential hard
drive problem (WAARSCHUWING - Het
ZELFCONTROLEREND SYSTEEM van de harde
schijf heeft aangegeven dat een van de parameters
het normale gebruiksbereik heeft overschreden.
Dell raadt u aan regelmatig een reservekopie van
S.M.A.R.T-fout, mogelijke vaste-schijffout.
26
Systeembericht Beschrijving
uw gegevens te maken. Als een parameter buiten
het bereik ligt, kan dit duiden op een mogelijk
probleem met de harde schijf.)
27
4
Overzicht voor Systeeminstallatie
Met Systeeminstallatie kunt u:
de informatie van de systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware-wijzigingen in uw computer
heeft aangebracht (toevoegen, wijzigen, verwijderen).
een instelbare optie, zoals het gebruikerswachtwoord instellen of wijzigen.
de huidige hoeveelheid geheugen lezen of het type harde schijf dat geïnstalleerd is, instellen.
Voordat u Systeeminstallatie gebruikt, wordt aanbevolen dat u de scherminformatie van
Systeeminstallatie noteert voor gebruik in de toekomst.
WAARSCHUWING: Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor dit programma
niet te wijzigen. Bepaalde wijzigingen kunnen ervoor zorgen dat uw computer niet meer goed
functioneert.
Systeeminstellingen openen
1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw.
2. Druk onmiddellijk op <F2> of <F12> als het witte Dell-logo verschijnt.
De System Setup-pagina wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven,
moet u blijven wachten tot het bureaublad wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af
of start u de computer opnieuw en probeert u het opnieuw.
Opties voor Systeeminstallatie
Tabel 4. — Hoofdmenu
System Time Geeft de systeemtijd weer. Hiermee kunt u de tijd van de interne klok
van de computer resetten.
System Date Geeft de systeemdatum weer. Hiermee kunt u de datum van de
interne kalender van de computer resetten.
BIOS Version Dit toont de BIOS-versie.
Product Name Geeft het nummer van het computermodel weer
Service Tag Dit toont de servicetag van uw computer.
Asset Tag Dit toont het inventarislabel van uw computer (mits aanwezig).
CPU Type Dit toont het type processor.
CPU Speed Geeft de snelheid van de processor weer.
28
CPU ID Geeft de processor-id weer.
CPU Cache Toont de L1 en L2 cachegrootte van de processor.
SATA 0 Dit toont het modelnummer en de capaciteit van de harde schijf.
SATA 1 Dit toont het modelnummer en de capaciteit van de harde schijf.
AC Adapter Type Toont het type adapter.
System Memory Toont de grootte van het geplaatste geheugen.
Memory Speed Toont de snelheid van het geplaatste geheugen.
Tabel 5. — Geavanceerd
Intel (R) SpeedStep (TM) Hiermee kunt u de Intel SpeedStep technologie in-
of uitschakelen.
Standaard: Ingeschakeld
Virtualization Hiermee kunt u de virtualisatiefunctie in- of
uitschakelen.
Standaard: Ingeschakeld
Integrated NIC Hiermee kunt u het geïntegreerde netwerk in- of
uitschakelen.
Standaard: Ingeschakeld
SATA Operation Hiermee kunt u de SATA-modus wijzigen.
Standaard: AHCI
Adapter Warnings Hiermee kunt u de waarschuwingen van de
adapter in- of uitschakelen.
Standaard: Ingeschakeld
Internal WLAN Hiermee kunt u de interne WLAN-functie in- of
uitschakelen.
Standaard: Ingeschakeld
Optical Device Hiermee kunt u de opstartoptie in- of uitschakelen.
Standaard: Uitgeschakeld
USB Configuration Hiermee kunt u de USB-poorten in- of
uitschakelen.
Front USB Ports: Enabled (USB-poorten voorzijde:
ingeschakeld)
Rear USB Ports: Enabled (USB-poorten achterzijde:
ingeschakeld)
USB debug: Enabled (Ingeschakeld)
Power Options Hiermee kunt u de energieopties wijzigen.
Wake up by Integrated LAN/WLAN: Disabled
(Uitgeschakeld)
29
AC Recovery: Power Off (Voedingsherstel:
uitschakelen)
Deep Sleep Control: Ingeschakeld in modi S4 en
S5
Auto Power On: Uitgeschakeld
Auto Power On Mode: hiermee selecteert u de dag
(Standaard: uitgeschakeld)
Auto Power On Date: hiermee selecteert u de
datum
Auto Power On Time hiermee selecteert u de tijd
SMART Settings
Hiermee kunt u de SMART-functie in- of
uitschakelen.
Standaard: Uitgeschakeld
Tabel 6. — Beveiliging
Unlock Setup Status Hiermee kunt u de system setup vergrendelen of
ontgrendelen.
Standaard: Ontgrendeld
Admin Password Status Toont de status en geeft aan of het
beheerderswachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: niet ingesteld
System Password Status Toont de status en geeft aan of het
systeemwachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: niet ingesteld
HDD Password Status Toont de status en geeft aan of het
systeemwachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: niet ingesteld
Asset Tag
Admin Password
HDD Password
Password Change Hiermee kunt u de optie instellen om het
wachtwoord te wijzigen.
Standaard: Toegestaan
Password Bypass Hiermee kunt u de optie instellen om het
wachtwoord te negeren.
Standaard: Uitgeschakeld
Secure Boot Mode Hiermee kunt u beveiligd opstartbeheer
inschakelen of uitschakelen.
30
Standaardinstelling: standaard
HDD Protection Hiermee kunt u de functie HDD Protection
wijzigen.
Standaard: Ingeschakeld
Tabel 7. — Starten
Boot List Option Toont de opstartmodi.
(Standaardinstelling: UEFI)
Opstartoptie Bestandsbrowser toevoegen en
Opstartoptie Bestandsbrowser verwijderen zijn
ingeschakeld.
Secure Boot Hiermee kunt u beveiligd opstartbeheer in- of
uitschakelen.
Standaard: Ingeschakeld
Legacy Option ROMs Hiermee kunt u de legacy-optie ROM's laden.
Standaard: Uitgeschakeld
Boot Option Priorities Toont de prioriteiten van de opstartoptie.
Opstartoptie 1: Windows Boot Manager
Opstartoptie 2: Onboard NIC (IPV4)
Opstartoptie 3: Onboard NIC (IPV6)
Tabel 8. — Sluiten
Save Changes and Reset Hiermee kunt u de wijzigingen die zijn aangebracht
in de System Setup opslaan of herstellen.
1. Hiermee kunt u de wijzigingen die zijn
aangebracht in de System Setup negeren.
2. Hiermee kunt u de system setup-opties
terugzetten naar standaard.
3. Hiermee kunt u de wijzigingen die zijn
aangebracht in de System Setup negeren.
4. Hiermee kunt u de wijzigingen die zijn
aangebracht in de System Setup opslaan.
31
5
Specifications
NOTE: Aanbiedingen kunnen per regio verschillen. De volgende specificaties worden in naleving
van de wet bij de computer meegeleverd. Ga voor meer informatie over de configuratie van uw
computer naar Help en ondersteuning in uw Windows-besturingssysteem en selecteer de optie om
informatie over uw computer te bekijken.
Table 9. — Processor
Type
Intel Pentium
Intel Celeron
Table 10. — System Information
Chipset Integrated on processor
Table 11. — Memory
Memory module connector one SoDIMM slot
Memory module capacity 2 GB, 4 GB, and 8 GB
Type 1600 MHz DDR3 (non-ECC)
Minimum memory 2 GB
Maximum memory 8 GB
Table 12. — Video
Type
Controller Intel HD graphics
Integrated video memory shared system memory
Table 13. — Audio
Type Integrated 5.1 high-definition audio
Table 14. — Network
Type Realtek 10/100/1000 Mbps Ethernet
Table 15. — Expansion Bus
Bus speed
SATA 6 Gbps for hard drive; 3 Gbps for optical drive
32
USB 2.0 480 Mbps
USB 3.0 5 Gbps
Table 16. — Drives
Externally accessible:
5.25-inch drive bays one
Internally accessible:
3.5-inch/2.5 inch drive bays one
Table 17. — External Connectors
Audio
Back panel three
Front Panel one headset connector
Network one RJ-45 connector
USB
Back panel four USB 2.0 connectors
Front Panel two USB 3.0 connectors
Video
one 15-hole VGA connector
one 19-pin HDMI connector
Table 18. — Control Lights And Diagnostic Lights
power button light
white light — solid white light indicates power-
on state.
blinking white light — solid white light indicates
sleep state of the computer; steady / blinking
amber light indicates a problem with the
system board.
drive activity light white light — blinking white light indicates that the
computer is reading data from, or writing data to
the hard drive.
Table 19. — Power
Coin-cell battery 3 V CR2032 lithium coin-cell
Input voltage 100 VAC — 240 VAC
Input frequency 50 Hz — 60 Hz
Input current 1.7 A / 2.5 A
Output current 3.34 A / 4.62 A
Maximum heat dissipation
33
NOTE: Hitteverspreiding wordt berekend aan de hand van de wattagewaarde voor de voeding.
Table 20. — Physical Dimensions of Chassis
Height 290 mm (11.42 inches)
Width 92.60 mm (3.65 inches)
Depth 293 mm (11.53 inches)
Weight (Minimum) 3.17 kg (6.99 pounds)
Table 21. — Environmental Specifications
Temperature
Operating 10 °C to 35 °C (50 °F to 95 °F)
Storage –40 °C to 65 °C (–40 °F to 149 °F)
Relative humidity 20 % to 80 % (non-condensing)
Altitude
Operating –15.20 m to 5000 m (–50 ft to 10,000 ft)
Storage –15.20 m to 10668 m (–50 ft to 35,000 ft)
Airborne contaminant level G1 as defined by ISA-S71.04–1985
34
6
Contact opnemen met Dell
OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden op de
factuur, de pakbon of in de productcatalogus van Dell.
Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid
verschilt per land en product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u
met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop, technische ondersteuning of de
klantenservice:
1. Ga naar dell.com/support.
2. Selecteer uw ondersteuningscategorie.
3. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Choose a Country/Region (Kies een land/
regio) onderaan de pagina.
4. Selecteer de gewenste service- of ondersteuningslink.
35
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35

Dell Vostro 3252 de handleiding

Type
de handleiding