Huawei nova 2i Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Voorwoord
Het uitpakken van uw apparaat
De SIM-kaart en microSD-kaart plaatsen 2
Uw apparaat opladen. 2
De batterijstatus bekijken 4
Aan de slag
Initiële setup
5
Een SIM-kaart in- of uitschakelen 5
Een naam aan een SIM-kaart geven 6
De standaard-SIM voor mobiele gegevens selecteren 6
De standaard SIM-kaart instellen 6
Verbinding maken met internet 7
Scherm en display
Startscherm
8
Het scherm vergrendelen en ontgrendelen 17
Berichtenpaneel en statusbalk 19
Navigatiebalk 21
Thema's 23
Algemeen zoeken 24
Schermafdruk 25
Schermopname 30
Modus voor gesplitst scherm 32
Bewegingsgebaren gebruiken 36
Oogcomfortmodus 36
Weergave-instellingen 37
Netwerk en delen
Mobiel internet
40
Wi-Fi 42
Bluetooth 44
Huawei Share gebruiken om bestanden tussen twee Huawei-
apparaten uit te wisselen
46
Een USB-poort gebruiken om gegevens over te brengen 47
Beveiliging en back-up
Vingerafdrukherkenning
49
Meerdere gebruikersaccounts 50
Beveiligingsinstellingen 53
Camera en galerij
i
Camera-opties 55
Foto's en video-opnames 55
Modus Groot diafragma 59
Een perfecte foto maken in Portretmodus 59
Vervagen van de achtergrond van uw foto's 60
Bewegend beeldmodus gebruiken 60
Vertraagde opname 60
Tijdsverloopmodus 61
Watermerken aan foto's toevoegen 61
Audionotities 62
Opnamemodus selecteren 62
De camera-instellingen congureren 63
Foto's en video's bekijken 64
Albums organiseren 65
Een foto bewerken 67
Video's bewerken 69
Galerie congureren 70
Oproepen en contactpersonen
Bellen
72
Oproepen beantwoorden 74
Een telefonische vergadering starten 75
Gespreksopties 76
Beheer van telefoonlogboeken 78
Gespreksinstellingen 79
Een visitekaartje maken 81
Een nieuwe contactpersoon maken 82
Contactpersonen importeren en exporteren 83
Contactpersonen beheren 84
Zoeken naar contactpersonen 86
Contactpersonen delen 87
Een contactpersoon aan uw favorieten toevoegen 87
Contactfoto's wijzigen 88
Belrecords voor individuele contactpersonen maken 88
Een beltoon aan een contactpersoon toewijzen 88
Contactgroepen 89
Berichten en e-mail
Een bericht verzenden
90
Een bericht beantwoorden 90
Zoeken naar berichten 91
Berichtenthreads verwijderen 91
Berichten beheren 91
Terugkeren naar de bovenkant van de lijst 91
Inhoudsopgave
ii
Berichten bovenaan in de lijst vastzetten 92
Berichten als gelezen markeren 92
Spamberichten blokkeren 92
Een berichthandtekening toevoegen 92
De beltoon van berichten congureren 92
Een e-mailaccount toevoegen 93
E-mails verzenden 93
E-mails beantwoorden 94
E-mails beheren 94
Mail congureren 95
Agenda en notitieblok
De agendaweergave wijzigen
97
Wereldwijde vakanties bekijken 97
Verjaardagsherinneringen 98
Een afspraak maken 98
Afspraken delen 98
Een afspraak verwijderen 99
Zoeken naar afspraken 99
Uitnodigingen voor afspraken verzenden 99
Een notitie maken 99
Notities beheren 100
Muziek en video
Muziek beluisteren
101
Zoeken naar muziek 101
Muzieknummers verwijderen 102
Een afspeellijst maken 102
Een video afspelen 102
Telefoonbeheer
Prestaties optimaliseren
103
Snelheid verbeteren 103
Gegevensgebruik beheren 103
Intimidatielter 104
Batterijbeheer 105
Beheer van app-toestemmingen 106
Virusscanner 106
App coderen 107
Apps instellen om automatisch te sluiten wanneer het scherm wordt
vergrendeld
107
Congureren van Telefoonbeheer 107
Tools
U tegelijkertijd bij twee sociale media-accounts aanmelden
108
Inhoudsopgave
iii
Klok 108
Geluidsrecorder 110
Systeemfuncties en -instellingen
In- en uitschakeltimer 112
Apparaat opnieuw starten 112
De systeemtaal wijzigen 112
De invoermethode wijzigen 112
Invoermethode-instellingen 113
Tekst bewerken 113
Vliegtuigmodus 114
De geluidsinstellingen congureren 114
Eénhandsmodus 115
De niet-storen-modus 116
Geheugen- en opslaggegevens bekijken 117
De datum en tijd instellen 117
Locatietoegang inschakelen 118
Fabrieksinstellingen herstellen 118
OTA-updates 119
Productinformatie bekijken 119
Toegankelijkheidsfuncties 120
Hulp ontvangen
Persoonlijke gegevens en gegevensbeveiliging
Lijst met beveiligingsfuncties
Juridische kennisgeving
Inhoudsopgave
iv
Voorwoord
Lees deze handleiding aandachtig voordat u het apparaat gebruikt.
Alle afbeeldingen en illustraties in dit document zijn alleen bedoeld ter informatie en kunnen afwijken
van het uiteindelijke product.
Sommige functies in deze handleiding worden mogelijk niet door bepaalde apparaten of providers
ondersteund.
Symbolen en denities
Beschrijving
Markeert belangrijke informatie en tips en verschaft bijkomende
informatie.
Herinnering
Wijst op mogelijke problemen die kunnen opduiken wanneer er
onvoldoende zorg of aandacht wordt besteed, zoals toestelschade
of gegevensverlies.
Waarschuwing
Waarschuwt u over mogelijke gevaren die ernstig letsel kunnen
veroorzaken.
1
Het uitpakken van uw apparaat
De SIM-kaart en microSD-kaart plaatsen
Uw apparaat is uitgerust met een 2-in-1 SIM-kaartsleuf. U kunt twee nano-SIM-kaarten plaatsen of
één nano-SIM-kaart en één microSD-kaart.
l De SIM-kaartsleuf ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. Neem contact op met uw provider voor
een nieuwe of vervangende nano-SIM-kaart.
l Gebruik alleen standaard nano-SIM-kaarten om schade aan de SIM-kaartlade te voorkomen.
l Zorg ervoor dat de kaart in de juiste richting wijst en houd de kaartlade recht wanneer u deze in de
apparaat schuift.
l Zorg ervoor dat u zichzelf niet bezeert en de apparaat niet beschadigt wanneer u de SIM-uitwerppin
gebruikt.
l Bewaar de SIM-uitwerppin buiten het bereik van kinderen om onbedoeld doorslikken of letsel te
voorkomen.
l De SIM-uitwerppin mag alleen worden gebruikt voor het uitwerpen van de SIM-kaarthouder. Het
insteken van de SIM-uitwerppin in andere openingen kan uw apparaat beschadigen.
1 Houd de aan/uit-knop ingedrukt en raak vervolgens aan om uw apparaat uit te schakelen.
2 Voor het uitnemen van de kaartlade plaatst u de SIM-uitwerppin die bij uw apparaat wordt
meegeleverd in het kleine gaatje naast de kaartlade.
/BOP4*.
NJDSP4%
/BOP4*.
/BOP4*.
3 Plaats een SIM-kaart of microSD-kaart in de kaartlade.
4 Plaats de kaartlade weer in de juiste richting in uw apparaat.
Uw apparaat opladen.
Het apparaat geeft een waarschuwing wanneer de batterij bijna leeg is. Laad uw apparaat
onmiddellijk op om te voorkomen dat hij automatisch wordt uitgeschakeld.
2
Een lader gebruiken om uw apparaat op te laden
Sluit uw apparaat aan op een stopcontact met behulp van de door de fabriek meegeleverde lader en
USB-kabel.
l Als uw apparaat niet reageert wanneer u op de Aan/Uit-knop drukt, is de batterij waarschijnlijk
leeg. Laad uw batterij gedurende ten minste 10 minuten op (gebruik de lader die bij uw
apparaat is meegeleverd) en start uw apparaat opnieuw op.
l Uw apparaat voert automatisch een veiligheidscontrole uit wanneer u hem op een lader of
andere apparaten aansluit. Als uw apparaat detecteert dat de USB-poort nat is, wordt het
opladen automatisch stopgezet en verschijnt er een veiligheidsmelding. Als deze melding wordt
weergegeven, ontkoppelt u de USB-kabel van uw apparaat en laat u de USB-poort volledig
drogen om schade aan uw apparaat of de batterij te voorkomen.
Een USB-poort gebruiken om uw apparaat op te laden
Als u geen toegang tot een lader hebt, kunt u uw apparaat opladen door hem met een USB-kabel op
een computer aan te sluiten.
1 Wanneer u een USB-kabel gebruikt om uw apparaat op een computer of een ander apparaat aan
te sluiten, verschijnt Toegang verlenen tot apparaatgegevens? in een pop-upvenster.
2 Raak Nee, alleen opladen aan.
Als er een andere USB-verbindingsmodus is geselecteerd, veegt u omlaag vanaf de statusbalk om het
berichtenpaneel te openen. Raak Bestandsoverdracht via USB aan en selecteer dan Alleen
opladen.
Veiligheidsinformatie
l Gebruik uitsluitend originele Huawei-batterijen, -laders en -USB-kabels om uw apparaat op te laden.
Accessoires van derden vormen mogelijk een gevaar voor de veiligheid en kunnen een negatieve
invloed op de prestaties van uw apparaat hebben.
l U kunt uw batterij vele keren opladen, maar alle batterijen hebben een beperkte levensduur. Als u
merkt dat de levensduur van de batterij van uw apparaat aanzienlijk verslechtert, moet u een
nieuwe originele Huawei-batterij kopen. Probeer ingebouwde batterijen niet zelf te verwijderen. Als
uw apparaat een ingebouwde batterij heeft, neemt u contact op met een erkend Huawei-
servicecenter om deze te vervangen. Als de batterij kan worden verwijderd, vervangt u hem door
een authentieke Huawei-batterij.
l Uw apparaat kan warm worden na langdurig gebruik of bij blootstelling aan hoge
omgevingstemperaturen. Als uw apparaat te heet wordt om aan te raken, stopt u met opladen en
schakelt u onnodige functies uit. Plaats uw apparaat op een koele locatie en laat hem afkoelen tot
kamertemperatuur. Raak het oppervlak van het apparaat gedurende lange tijd niet aan wanneer het
heet wordt.
l De oplaadduur kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het resterende
batterijniveau.
Het uitpakken van uw apparaat
3
l Vermijd het gebruik van uw apparaat terwijl deze wordt opgeladen. U mag uw apparaat of de lader
niet bedekken.
Voor meer informatie over het opladen en de zorg voor uw batterij brengt u een bezoek aan
http://consumer.huawei.com/ en zoekt u naar de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Informatie over de batterijstatus
De batterijstatus wordt aangegeven door het indicatielampje van uw apparaat en het
batterijpictogram op de statusbalk.
Statuslampje
Batterijpictogr
am
Batterijstatus
Knipperend of
ononderbroken rood
Minder dan 4% resterend
Rood Bezig met opladen, minder dan 10% resterend
Oranje Bezig met opladen, 10-90% resterend
Groen Bezig met opladen, minimaal 90% resterend Als naast het
batterijpictogram in de statusbalk 100% wordt
weergegeven, of als op het vergrendelingsscherm een
bericht verschijnt dat het opladen is voltooid, geeft dit aan
dat het opladen is voltooid.
De batterijstatus bekijken
U kunt de batterijstatus bekijken en de statusbalk zodanig
congureren dat het percentage resterende
energie wordt weergegeven.
De batterijstatus bekijken
De batterijstatus wordt aangegeven door het batterijpictogram op de statusbalk.
Open Telefoonbeheer. Raak aan om het percentage resterende energie en de gebruikstijd te
bekijken.
Het percentage resterende energie in de statusbalk weergeven
U kunt het percentage resterende energie op twee manieren in de statusbalk weergeven:
l Open Telefoonbeheer.Raak aan en schakel Percentage resterende energie in.
l Open Instellingen. Raak Meldingen en statusbalk > Batterijpercentage aan. Selecteer
Naast pictogram of In pictogram om het percentage resterende energie in de gekozen locatie
weer te geven. Selecteer Niet tonen als u niet wilt dat het percentage resterende energie wordt
weergegeven.
Het uitpakken van uw apparaat
4
Aan de slag
Initiële setup
l Zorgt u ervoor dat de SIM-kaart op de juiste wijze is ingevoerd voordat u voor het eerst uw
telefoon gebruikt. Leest u de Snelstartgids voor meer informatie over het instellen van uw
telefoon.
l Houdt u de aan/uit-knop ingedrukt om uw apparaat aan te zetten. Volg de instructies op het
scherm om de initiële setup te voltooien.
1 Selecteert u uw taal en regio en tikt u dan op VOLGENDE.
2 Lees de inhoud goed door, accepteer de algemene voorwaarden en tik dan op AKKOORD >
AKKOORD.
3 Lees Over service-toestemmingen. Selecteert u of u het eens bent of niet en tik op VOLGENDE om
door te gaan.
4 Uw apparaat zal automatisch naar beschikbare Wi-Fi-netwerken zoeken. Volg de instructies op het
scherm om te verbinden met een netwerk.
5 Lees de Voorwaarden van dienstverlening van Google en tik op VOLGENDE.
6 U kunt uw apparaat op twee manieren
congureren:
l Als u uw apps en gegevens wilt behouden, selecteert u de eerste optie en volgt u de instructies
op het scherm om een back-up of kopie van een apparaat te herstellen.
l Als u Phone Clone wilt gebruiken om gegevens over te dragen selecteert u de tweede optie en
volgt u de instructies op het scherm. Als u de telefoon als nieuwe telefoon wilt instellen,
selecteert u de tweede optie en tikt u op OVERSLAAN > OK om deze stap over te slaan.
Als u ervoor kiest deze stap over te slaan kunt u later alsnog gegevens uit een ander
apparaat importeren door op Instellingen > Geavanceerde instellingen >
Gegevensoverdracht te tikken.
7 Uw apparaat heeft een vingerafdruksensor. Volgt u de instructies op het scherm om uw
vingerafdruk toe te voegen. Voordat u uw vingerafdruk toevoegt wordt u gevraagd om een PIN of
wachtwoord in te stellen, welke u kunt gebruiken om het scherm te ontgrendelen als
vingerafdrukherkenning mislukt.
8 Tik op AAN DE SLAG om de instellingen te voltooien. Uw apparaat is nu klaar voor gebruik.
Een SIM-kaart in- of uitschakelen
Schakel uw SIM-kaart in of uit voor eenvoudiger gebruik en beheer.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
1 Open Instellingen.
5
2 Raak Dual sim-beheer aan.
3 Druk op de schakelaar naast de SIM-kaart die u wilt beheren om deze SIM-kaart in of uit te
schakelen.
Uitgeschakelde SIM-kaarten kunnen niet worden gebruikt om mee te bellen, berichten te
verzenden of voor toegang tot het internet.
Een naam aan een SIM-kaart geven
Elke SIM-kaart heeft standaard de naam van de provider. U kunt uw SIM-kaart hernoemen om hem
gemakkelijker te kunnen
identiceren.
l Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
l Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open Instellingen.
2 Aanraken Dual sim-beheer
3 Selecteer een SIM-kaart. Voer een naam in en raak OK.
De standaard-SIM voor mobiele gegevens selecteren
U kunt een standaard SIM-kaart voor mobiele gegevensservices selecteren.
l Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
l Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Dual sim-beheer aan.
3 Druk op de schakelaar Standaard mobiele data naast de geselecteerde SIM-kaart.
De standaard SIM-kaart instellen
U kunt een standaard SIM-kaart voor uitgaande gesprekken selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons waarin twee SIM-kaarten kunnen worden
geplaatst.
1 Open Instellingen.
2 Raak Dual sim-beheer aan.
3 Raak Standaard SIM-kaart voor oproepen aan en selecteer uw gewenste SIM-kaart.
Nadat u de standaard SIM-kaart hebt geselecteerd, wordt SIM 1 en SIM 2 niet langer op de kiezer
weergegeven.
Aan de slag
6
Verbinding maken met internet
Moeiteloos verbinding maken tussen Wi-Fi-netwerken en uw apparaat.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2
Houd aangeraakt om het scherm Wi-Fi-instellingen te openen.
3
Schakel Wi-Fi in. Uw apparaat zal een lijst weergeven van alle beschikbare Wi-Fi-netwerken op uw
locatie.
4 Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding wilt maken. Als u een versleuteld netwerk
selecteert, moet u ook het Wi-Fi-wachtwoord in te voeren.
Verbinding maken met mobiele data
Voordat u mobiele gegevens gaat gebruiken, moet u zorgen dat uw een dataplan met uw
provider hebt afgesloten om bovenmatige datakosten te voorkomen.
1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Raak aan om mobiele data in te schakelen.
Schakel mobiele data uit wanneer dit niet nodig is om op batterij te besparen en het
datagebruik te reduceren.
Aan de slag
7
Scherm en display
Startscherm
Info over het startscherm
Gebruik het startscherm voor toegang tot uw apps en widgets.
Statusbalk:
Geeft meldings- en
statuspictogrammen weer
Weergavegebied:
Geeft app-pictogrammen,
mappen en widgets weer
Schermpositie-indicatie: Geeft aan welk
startscherm wordt weergegeven
Dock-balk: Geeft veelgebruikte apps weer
Basisschermgebaren
Gebruik eenvoudige touchscreengebaren om allerlei taken uit te voeren, zoals het starten van apps,
door lijsten bladeren en afbeeldingen vergroten.
Aanraken
: Raak een item een keer aan. Aanraken om
bijvoorbeeld een optie te selecteren of een app te openen.
Twee keer aanraken: Raak het doelgebied van het scherm
twee keer snel achter elkaar aan. Twee keer aanraken om
bijvoorbeeld een afbeelding in volledig scherm te zien of om
in of uit te zoomen.
8
Aanraken en vasthouden: Aanraken en het doelgebied
van het scherm minimaal 2 seconden vasthouden. Houd
bijvoorbeeld een leeg gebied op het startscherm aangeraakt
voor toegang tot de startscherm-editor.
Vegen: Veeg met uw vingers over het scherm. Veeg
verticaal of horizontaal om naar andere startschermen te
bladeren, door een document te bladeren en meer.
Slepen: Houd een item aangeraakt en verplaats het dan
naar een nieuwe positie. Gebruik dit gebaar bijvoorbeeld
om apps en widgets op het startscherm opnieuw te
schikken.
Vingers uit elkaar spreiden: Spreid twee vingers uit elkaar
op het scherm. Spreid bijvoorbeeld twee vingers uit elkaar
om op een foto of webpagina in te zoomen.
Vingers samenknijpen: Knijp twee vingers samen op het
scherm. Knijp bijvoorbeeld twee vingers samen om op een
afbeelding uit te zoomen.
Het Drawer Home-scherm inschakelen
Gebruik het Drawer Home-scherm om app-pictogrammen in een afzonderlijke app-lade op te slaan.
Het Drawer Home-scherm inschakelen
1 Open Instellingen.
2 Raak Startschermstijl > Lade aan.
App-snelkoppelingen aan het startscherm toevoegen
Voeg veelgebruikte apps aan het startscherm toe voor snelle toegang.
1 Raak
op het startscherm aan om de lijst met apps te bekijken.
2 Houd een app-pictogram aangeraakt totdat uw apparaat trilt en versleep het app-pictogram dan
naar de gewenste locatie op het startscherm.
Scherm en display
9
U moet voldoende ruimte op het startscherm hebben. Als er niet voldoende ruimte is, voegt u
een ander startscherm toe of maakt u wat ruimte vrij.
Het standaardscherm terugzetten
1 Open Instellingen.
2 Raak Startschermstijl > Standaard aan.
Overschakelen naar simpel startscherm
Simpel startscherm heeft een simpele lay-out en grote pictogrammen voor makkelijker gebruik.
1 Open
Instellingen.
2 Tik op Geavanceerde instellingen > Eenvoudige modus en tik op .
Scherm en display
10
3 Op simpel startscherm kunt u:
l Op app-pictogrammen tikken om deze te openen.
l Een pictogram aangetikt houden om de thuisscherm-editormodus te openen. In deze modus
kunt u apps toevoegen en verwijderen.
l Op Overige tikken om de app-lijst te openen en meer apps te openen en bekijken.
l Op Standaardmodus tikken om terug te schakelen naar standaard thuisscherm.
Meldingsbadges weergeven of verbergen
Meldingsbadges verschijnen in de rechterbovenhoek van app-pictogrammen. Het badgenummer duidt
het aantal nieuwe meldingen aan. Open de bijbehorende app om meldingsdetails te bekijken.
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak Instellingen > Badge app-pictogrammen aan.
3 Wissel de bijbehorende schakelaar om meldingsbadges in of uit te schakelen.
Startschermachtergrond instellen
Kies uit een groot aantal verschillende thema's en achtergronden om uw apparaat te personaliseren.
De achtergrond wijzigen
1 Open
Instellingen.
2 Raak Weergave > Achtergrond > Achtergrond instellen aan.
Scherm en display
11
3 Selecteer de gewenste achtergrond en volg de instructies op het scherm om dit in te stellen als
startscherm of vergrendelingsschermachtergrond (of beide).
De achtergrond automatisch wijzigen
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave > Achtergrond aan.
3
Schakel Startscherm achtergrond willekeurig wijzigen in of uit.
Wanneer het Willekeurig wijzigen van de achtergrond voor het startscherm is ingeschakeld,
kunt u Interval en Album om weer te geven dusdanig congureren dat uw achtergrond
verandert na een specieke interval.
Beheer van pictogrammen op het startscherm
U kunt apps gemakkelijk verplaatsen of verwijderen op het startscherm.
Pictogrammen op het startscherm verplaatsen
Op het startscherm houdt u een apppictogram of widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. U kunt
het apppictogram of widget vervolgens naar de gewenste locatie verslepen.
Apps verwijderen van het startscherm
Op het startscherm houdt u de app of widget die u wilt verwijderen aangeraakt totdat bovenaan
het scherm wordt weergegeven. Sleep de ongewenste app of widget naar en volg de instructie
op het scherm.
Scherm en display
12
Sommige vooraf geïnstalleerde apps kunnen niet worden verwijderd omdat ze nodig zijn om het
systeem goed te laten werken.
Uw apparaat schudden om pictogrammen automatisch uit te lijnen
Er verschijnen mogelijk openingen op het startscherm nadat u apps hebt verwijderd of naar mappen
hebt verplaatst. U kunt de functie Automatisch uitlijnen gebruiken om apps netjes op het startscherm
te organiseren.
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak Instellingen aan en schakel Schudden in.
3 Keer terug naar het startscherm en open de startscherm-editor nogmaals. Schud uw apparaat om
apps opnieuw te schikken, zodat de openingen worden opgevuld.
Beheer van startschermen
U kunt startschermen naar wens aanpassen.
Startschermen toevoegen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
Scherm en display
13
2 Raak helemaal links of helemaal rechts op het startscherm aan om een nieuw scherm toe te
voegen.
Startschermen verwijderen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak
op een leeg scherm aan om het te verwijderen.
U kunt een startscherm niet verwijderen als het apps of widgets bevat.
Scherm en display
14
Startschermen verplaatsen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Houd het startscherm dat u wilt verplaatsen aangeraakt en versleep het naar de gewenste locatie.
Het standaard startscherm instellen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak bovenaan een startscherm aan om het gekozen startscherm als standaard startscherm in
te stellen.
Beheer van widgets op het startscherm
Widgets vanaf het startscherm toevoegen, verplaatsen of verwijderen
Widgets toevoegen
1 Knijp op het startscherm twee vingers samen om de startscherm-editor te openen.
2 Raak Widgets aan. Selecteer een widget en sleep het naar een leeg gebied op het startscherm.
U moet voldoende ruimte op het startscherm hebben. Als er niet voldoende ruimte is, voegt u
een ander startscherm toe of maakt u wat ruimte vrij.
Widgets verplaatsen
Op het startscherm houdt u een widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. Versleep de widget
vervolgens naar de gewenste locatie.
Scherm en display
15
Widgets verwijderen
Op het startscherm houdt u een widget aangeraakt totdat uw apparaat trilt. Versleep de widget
vervolgens naar Verwijderen de gewenste locatie.
Beheer van startschermmappen
Organiseer uw apps in mappen, zodat u ze gemakkelijker kunt vinden.
Een map maken
Groepeer uw apps in gecategoriseerde mappen, zodat u ze gemakkelijker kunt vinden. U kunt
bijvoorbeeld een sociale map maken voor al uw sociale media-apps.
Op het startscherm sleept u een pictogram naar een ander pictogram om een map te maken waarin
beide apps zijn opgenomen.
Naam van mappen wijzigen
Als de naam van een map wilt wijzigen, opent u de map en raakt u de mapnaam aan.
Apps toevoegen aan een map
1 Open de map.
2 Raak
aan.
3 Selecteer de apps die u wilt toevoegen en raak OK aan.
Apps uit een map verwijderen
1 Open de map.
2 Raak
aan.
Scherm en display
16
3 Deselecteer de apps die u wilt verwijderen en raak OK aan.
U kunt ook een pictogram aangeraakt houden en buiten een map verslepen om hem te
verwijderen.
Mappen verwijderen
1 Open de map.
2 Raak
aan.
3 Maak de selectie van de apps ongedaan en raak OK aan. De map wordt automatisch verwijderd.
Het scherm vergrendelen en ontgrendelen
De schermvergrendelingsstijl wijzigen
Stel een schermvergrendelingswachtwoord in om ongeautoriseerde toegang tot uw apparaat te
voorkomen.
De schermvergrendelingsmethode wijzigen
Tijdschriftontgrendeling is ingesteld als standaard schermvergrendelingsstijl. Als u de
schermvergrendelingsstijl wilt wijzigen, raakt u
Instellingen > Schermvergrendeling en
wachtwoorden > Achtergrond schermvergr. aan en selecteert u een stijl.
Voor meer informatie over Magazineontgrendeling, raadpleegt u Magazineontgrendeling instellen
en beheren.
Het wachtwoord voor schermvergrendeling instellen
1 Open Instellingen.
2 Aanraken Schermvergrendeling en wachtwoorden > Schermvergrendelingsstijl
3 U kunt kiezen om het scherm te ontgrendelen met een ontgrendelingspatroon, PIN of
wachtwoord:
l Raak Patroon aan en verbind minimaal twee keer vier punten om een ontgrendelingspatroon
voor het scherm aan te maken.
l Raak PIN aan. Volg de instructies op het scherm om een pincode met minimaal vier cijfers te
maken en raak vervolgens OK aan.
l Raak Wachtwoord aan. Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord met minimaal
vier tekens te maken en raak vervolgens OK aan.
l
U kunt ook uw vingerafdruk gebruiken om het scherm te ontgrendelen. Raak Vastleggen
in het pop-upvenster aan om uw vingerafdruk toe te voegen. Voor meer informatie over het
gebruik van uw vingerafdruk om het scherm te ontgrendelen, raadpleegt u Vingerafdruk
instellen.
l Als u het vergrendelingswachtwoord voor het scherm wilt verwijderen, selecteert u Geen en
volgt u de instructies op het scherm.
Scherm en display
17
Het scherm vergrendelen
Vergrendel het scherm om stroomverbruik te verminderen en het onbedoeld indrukken van knoppen
of onbevoegde toegang tot uw gegevens te voorkomen.
l Handmatig vergrendelen: Druk op de Aan/Uit-knop om het scherm handmatig te vergrendelen.
l Automatisch vergrendelen: Het scherm wordt automatisch vergrendeld en gaat over op de
slaapstand na de vooraf ingestelde slaaptijd om stroomverbruik te reduceren en onbedoelde
handelingen te voorkomen.
Als u wilt wijzigen hoe lang het duurt voordat wordt overgegaan op de slaapstand, raakt u
Instellingen > Weergave > Slaapstand aan en selecteert u een tijd.
Het scherm ontgrendelen
1 Druk op de Aan/uit-knop om het scherm in te schakelen.
2 Veeg in een willekeurige richting over het scherm.
l Als u een ontgrendelingspatroon voor uw scherm, een pincode of een wachtwoord hebt
ingesteld, moet u het ontgrendelingspatroon tekenen of uw pincode/wachtwoord invoeren
om het scherm te ontgrendelen.
l Als uw apparaat een vingerafdruksensor heeft, kunt u het scherm ontgrendelen door uw
vinger op de vingerafdruksensor te plaatsen.
Magazineontgrendeling congureren
Magazineontgrendeling congureren om uw achtergronden voor vergrendelingsscherm aan te
passen.
Magazineontgrendelingsachtergronden delen
Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Magazineontgrendeling weer te geven en raak dan aan. Selecteer hoe u de achtergrond wilt
delen en volg de instructies op het scherm.
Ofine achtergronden toevoegen aan de weergavelijst
1 Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de optie van
Tijdschriftontgrendeling weer te geven.
2 Raak
aan om de weergavelijst te openen.
3 Raak .
4 Selecteer de gewenste afbeeldingen en raak vervolgens aan.
Magazineontgrendelingsomslagen bijwerken
1 Open Instellingen.
2 Raak Schermvergrendeling en wachtwoorden > Tijdschriftontgrendeling aan.
Scherm en display
18
3 Raak Inschrijvingen > Gedownload aan en selecteer Bijwerken om de achtergronden van uw
Magazineontgrendeling handmatig bij te werken.
Deze functie vereist een verbinding met het internet. Verbinding maken met een Wi-Fi-
netwerk om onnodige datakosten te voorkomen.
Hulpprogramma's openen vanuit het vergrendelingsscherm
Open apps rechtstreeks vanuit het vergrendelingsscherm.
1 Veeg vanaf de onderkant van het vergrendelingsscherm omhoog om de functies en
hulpprogramma's van het vergrendelingsscherm weer te geven.
2 Raak het pictogram van de snelkoppeling aan de onderkant van het scherm aan om de gewenste
app te openen.
Recorder
Calculator
Zaklamp
Scanner
Klok
Veeg omhoog op het pictogram van de camera op het vergrendelingsscherm om de camera
rechtstreeks te openen.
Uw vergrendelschermtekst congureren
Een vergrendelschermtekst congureren om uw vergrendelingsscherm te personaliseren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Schermvergrendeling en wachtwoorden > Vergrendingsscherm tekst aan.
3 Voer uw vergrendelschermtekst in en raak Opslaan aan.
Uw vergrendelschermtekst wordt weergegeven op het vergrendelingsscherm.
Berichtenpaneel en statusbalk
Scherm en display
19
Info over de statusbalk
Gebruik de statusbalk voor toegang tot het berichtenpaneel en controleer de status van uw apparaat.
Het berichtenpaneel en de statusbalk openen
Het berichtenpaneel en de statusbalk vanuit het vergrendelingsscherm openen
Schakel het scherm in en veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen.
Vervolgens kunt u snelschakelaars in- of uitschakelen snelkoppeling schakelaars of meldingsberichten
bekijken.
Het berichtenpaneel en de statusbalk openen wanneer het scherm is ontgrendeld
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen. Vervolgens kunt u
snelschakelaars in- of uitschakelen snelkoppeling schakelaars of meldingsberichten bekijken.
Info over meldings- en statuspictogrammen
Statuspictogrammen
Statuspictogrammen worden weergegeven aan de rechterkant van het noticatiegebied en vertellen u
meer over de status van uw apparaat, inclusief netwerkverbindingen, signaalsterkte, batterij en tijd.
Statuspictogrammen kunnen variëren, afhankelijk van uw regio of provider.
Signaalsterkte Geen signaal
Verbonden via 4G Verbonden via 3G
Verbonden via 2G Verbonden via HSPA
Verbonden via HSPA+ Verbonden via LTE
VoLTE ingeschakeld Geen SIM-kaart gevonden
Roamen Vliegtuigmodus ingeschakeld
Bluetooth ingeschakeld Verbonden via Wi-Fi
Wi-Fi-netwerk beschikbaar
Er worden locatiegegevens van GPS
ontvangen
Trillingsmodus ingeschakeld Stille modus ingeschakeld
Alarm ingeschakeld Opladen
Batterij vol Batterij bijna leeg
Hoofdtelefoon aangesloten
Scherm en display
20
Meldingspictogrammen
Meldingspictogrammen worden aan de linkerkant van de statusbalk weergegeven wanneer u een
nieuw bericht, een nieuwe melding of een herinnering ontvangt.
Gemiste oproepen Nieuwe e-mails
Verbonden met een VPN Nieuwe voicemail
Bezig met downloaden van
gegevens
Bezig met uploaden van gegevens
Komende afspraken Geheugen van het apparaat is vol
Gegevens synchroniseren Synchronisatie mislukt
Problemen met aanmelding of
synchronisatie
Meer meldingen
Meldingen congureren
U kunt de instellingen voor meldingen voor elke app congureren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meldingen en statusbalk > Meldingenbeheer aan.
3 Selecteer de app die u wilt
congureren en schakel de meldingen ervan naar wens in of uit.
Het scherm
congureren om in te schakelen wanneer u een melding ontvangt
Congureer dat het scherm wordt ingeschakeld wanneer u een nieuwe melding ontvangt om te
voorkomen dat u belangrijke informatie mist.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meldingen en statusbalk aan.
3 Schakel de schakelaar Scherm aanzetten bij meldingen om.
De statusbalk
congureren
Open Instellingen en raak Meldingen en statusbalk aan. Wissel tussen de schakelaars Naam
provider weergeven, Netwerksnelheid tonen of Batterijpercentage om te congureren welke
informatie in de statusbalk wordt weergegeven.
Navigatiebalk
Info over de navigatiebalk
De navigatiebalk bestaat uit drie virtuele toetsen: Terug, Home en Recent
Scherm en display
21
l Achterzijde: Aanraken om naar het vorige scherm terug te keren of een app te sluiten.
Wanneer u tekst invoert, raakt u dit aan om het schermtoetsenbord te sluiten.
l Start: Raak aan om naar het startscherm terug te keren.
l Recente: Raak aan om onlangs gebruikte apps weer te geven.
De stijl van de navigatiebalk wijzigen
1 Open Instellingen.
2 Raak Navigatietoets aan.
3 Selecteer de gewenste lay-out.
Als u een navigatiebalk met selecteert, kunt u aanraken om het berichtenpaneel
omlaag te trekken.
De navigatiebalk gebruiken
Het berichtenpaneel openen
Als u een navigatiebalk met
selecteert, kunt u aanraken om het berichtenpaneel omlaag te
trekken.
Bezig met verschaffen van toegang Google Search en modus voor gesplitst scherm
l Houd Startpagina aangeraakt om Google Search te openen.
l Houd Recente aangeraakt om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen.
Beheer van recente taken
Recente taken bekijken
Raak
Recente om recente taken weer te geven. Veeg omhoog en omlaag om erdoor te bladeren.
Schakelen tussen recente taken
1 Raak Recente aan.
2 Veeg omhoog of omlaag om de taak te vinden waar u naartoe wilt schakelen en selecteer deze.
Scherm en display
22
Recente taken eindigen
1 Raak Recente aan.
2 Als u een taak wilt beëindigen, veegt u hem naar links of rechts of raakt u het pictogram in
de rechterbovenhoek aan.
l Raak aan om alle taken te eindigen.
l Om te voorkomen dat een taak wordt beëindigd, raakt u het pictogram in de
rechterbovenhoek aan. De taak wordt dan vergrendeld. Om een taak te ontgrendelen, raakt
u het pictogram in de rechterbovenhoek aan.
Thema's
Info over thema's
Thema's helpen u uw startscherm te personaliseren door de achtergrond, app-pictogrammen en meer
te wijzigen.
Thema veranderen
1 Open Thema's.
2 U kunt:
l Selecteer een thema en volg de instructies op het scherm om de instellingen te congureren.
Scherm en display
23
l Raak Aanpassen aan om vergrendelingsschermethoden, achtergronden, app-pictogrammen en
meer te veranderen.
Algemeen zoeken
Info over algemeen zoeken
Gebruik algemeen zoeken om apps, contactpersonen en berichten op uw apparaat.
Veeg omlaag op het startscherm om het venster voor algemeen zoeken te openen en voer vervolgens
uw zoektermen in.
Zoeken naar inhoud op uw apparaat
Zoeken naar contactpersonen
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Raak de zoekbalk aan en typ de naam, initialen, telefoonnummer, e-mailadres of andere informatie
in van de contactpersoon. De overeenkomende zoekresultaten worden eronder weergegeven.
Voer ter verbetering van de nauwkeurigheid van de zoekresultaten, meer dan één trefwoord
in. Elk zoekwoord moet worden gescheiden door een spatie (bijvoorbeeld "John Smith New
York").
Zoeken naar sms-berichten
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
Open anderzijds Berichten en voer één of meer trefwoorden in de zoekbalk.
Scherm en display
24
Zoeken naar e-mails
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in (zoals het onderwerp van de e-mail). De resultaten worden
onder de zoekbalk weergegeven.
Zoeken naar apps
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
Wanneer u de schermindeling Drawer Home gebruikt, kunt u ook naar apps zoeken door
aan te raken en de app-naam in de zoekbalk in te voeren.
Zoeken naar instellingen
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in. Overeenkomende menuopties uit Instellingen worden
onder de zoekbalk weergeven.
Schermafdruk
Het volledige scherm vastleggen
Een schermafdruk nemen met de aan/uit-knop en de knop voor lager volume
Druk op de Aan/uit-knop en de knop voor lager volume om een volledige schermafdruk te maken.
Scherm en display
25
Snelkoppeling naar schermafdruk
Open het berichtenpaneel en raak dan in het tabblad Snelkoppelingen aan om een volledige
schermafdruk te maken.
Uw knokkel gebruiken om een schermafdruk te maken
Als u een schermafdruk van het volledige scherm wilt maken, tikt u twee keer met uw knokkel op het
scherm.
Een deel van het scherm vastleggen
Met deze functie kunt u een deel van het scherm vastleggen en opslaan als een afbeelding.
Scherm en display
26
Klop met uw knokkel op het scherm. Houd uw knokkel op het scherm gedrukt en teken het gebied
dat u wilt vastleggen. Het gebied binnen de blauwe lijn wordt vastgelegd.
Als u een vooraf gedenieerde vorm wilt gebruiken, selecteert u het schermafdrukvak bovenaan het
scherm en raakt u aan om de schermafdruk op te slaan.
Schermafdrukken worden standaard opgeslagen in Galerij in de map Schermafbeeldingen.
Raak aan om de schermafdruk te delen.
Meelopende schermafdruk maken
Gebruik knokkelgebaren of schuivende schermafdrukken om een afbeelding te maken van inhoud die
niet op het scherm past. Dit is handig voor het delen van chatgesprekken, webpagina's of grote
afbeeldingen.
Tabblad snelkoppelingen gebruiken
1 Open het berichtenpaneel en raak dan
aan om een standaard schermafdruk te maken.
2 Nadat u een schermafdruk hebt genomen, raakt u aan om een schuivende schermafdruk te
maken.
3 Het scherm zal automatisch naar beneden schuiven terwijl uw apparaat de schermafdruk vastlegt.
Scherm en display
27
Zorg dat u binnen 3 seconden na het nemen van de schermafdruk aanraakt.
Uw knokkel gebruiken
Klop het scherm met uw knokkels en houd deze ingedrukt. Teken met uw knokkel een 'S'-vorm op
het scherm en til uw knokkels op. Het scherm zal automatisch naar beneden schuiven terwijl uw
apparaat de schermafdruk vastlegt.
Raak het scherm aan om met bladeren te stoppen en de voorgaande inhoud vast te leggen.
Schermafdrukken bekijken, bewerken, verwijderen en delen
Scherm en display
28
Schermafdrukken bekijken
1 Open Galerij.
2 Op het tabblad Albums raakt u Schermafbeeldingen om uw schermafdrukken te bekijken.
Een schermafdruk bewerken
1 Na het nemen van een schermafdruk raakt u aan.
2 Kies de gewenste opties om de afbeelding te bewerken.
3 Raak aan om de wijzigen op te slaan.
Een schermafdruk delen
1 Open Galerij.
2 Raak Albums aan op het tabblad Schermafbeeldingen.
3 Selecteer de schermafdruk die u wilt delen en raak aan.
4 Kies hoe u de schermafdruk wilt delen en volg de instructies op het scherm.
Een schermafdruk verwijderen
1 Open
Galerij.
2 Raak Albums aan op het tabblad Schermafbeeldingen.
3 Selecteer de schermafdruk die u wilt verwijderen en raak
aan.
Scherm en display
29
Schermopname
Info over schermopnames
Gebruik de functie Schermopname om opnames te maken en te delen met vrienden.
Schermrecorder
De snelkoppelingsschakelaar van de schermrecorder gebruiken
Als u een schermopname wilt starten, opent u het berichtenpaneel en raakt u > aan.
Op knoppen drukken om op te nemen
Druk gelijktijdig op de knop voor hoger volume en de aan/uit-knop.
Scherm en display
30
Knokkelgebaren gebruiken om op te nemen
U start een schermopname door twee keer met twee knokkels op het scherm te tikken.
l Er wordt ook audio opgenomen, dus zorg dat u zich in een rustige omgeving bevindt.
l Het opnemen wordt automatisch stopgezet wanneer u iemand belt of gebeld wordt.
l Tijdens het maken van een schermopname kunt u de opnamefunctie niet in andere applicaties
gebruiken.
l Langere opnames nemen meer ruimte in het interne geheugen van uw apparaat in, dus zorg
voordat u begint met opnemen dat er voldoende ruimte is.
U kunt een schermopname op drie manieren stopzetten:
l Klop twee keer met twee knokkels op het scherm.
Scherm en display
31
l Druk gelijktijdig op de knoppen voor hoger en lager volume.
l Raak het pictogram voor de schermopname in de linkerbovenhoek van de statusbalk aan.
Schermopnames bekijken, delen en verwijderen
Schermopnames bekijken
Open Galerij en ga naar Schermafbeeldingen of Schermopnames om uw schermopnames te
bekijken.
Schermopnames delen
1 Open Galerij.
2 Op het tabblad Album raakt u Schermafbeeldingen of Schermopnames aan.
3 Selecteer de schermopname die u wilt delen en raak aan.
4 Kies hoe u de opname wilt delen en volg de instructies op het scherm.
Schermopnames verwijderen
1 Open
Galerij.
2 Op het tabblad Album raakt u Schermafbeeldingen of Schermopnames aan.
3 Houd de schermopname die u wilt verwijderen aangeraakt en selecteer
.
4 Raak Verwijderen aan.
De standaard opslaglocatie voor schermopnames congureren
Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
1 Plaats een microSD-kaart in uw apparaat.
2 Open Instellingen.
3 Raak Geheugen en opslag > Standaard locatie aan om de standaard opslaglocatie in te stellen
op Interne opslag of SD-kaart.
Modus voor gesplitst scherm
Info over de modus voor gesplitst scherm
Gebruik de modus voor gesplitst scherm om twee apps tegelijkertijd te gebruiken.
Modus voor gesplitst scherm inschakelen
De modus voor gesplitst scherm is niet voor alle apps beschikbaar. Sommige apps ondersteunen de
modus voor gesplitst scherm niet goed.
Scherm en display
32
Uw knokkel gebruiken om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen
Openen een app die de modus gesplitst scherm ondersteunt en klop op het scherm met één knokkel.
Houd uw knokkel ingedrukt en teken een lijn over het scherm.
Als het scherm zich in de staande weergave bevindt, trekt u een horizontale lijn; Als het scherm zich in
de liggende weergave bevindt, tekent u een verticale lijn.
De Recente toets gebruiken om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen
Open een app die de modus voor gesplitst scherm ondersteunt en houd dan ingedrukt.
Veeggebaren gebruiken om de modus voor gesplitst scherm in te schakelen
Open een app die de modus voor gesplitst scherm ondersteunt en veeg vervolgens met twee vingers
vanaf de onderkant van het scherm omhoog.
Scherm en display
33
Modus voor gesplitst scherm gebruiken
Overschakelen op modus Volledig scherm
In de modus voor gesplitst scherm houdt u aangeraakt en veegt u omhoog of omlaag om over te
schakelen op de modus voor volledig scherm.
Schermen verplaatsen
In de modus voor gesplitst scherm raakt u
aan en dan om de positie van de schermen te
veranderen.
Scherm en display
34
De schermstand wijzigen
Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen. Raak de schakelaar aan om
automatische schermrotatie in te schakelen.
Het startscherm openen
In de modus voor gesplitst scherm raakt u
aan voor toegang tot het startscherm.
Modus voor gesplitst scherm afsluiten
U kunt de modus voor gesplitst scherm verlaten door
aan te raken en te selecteren.
Scherm en display
35
Bewegingsgebaren gebruiken
Bewegingsgebaren maken het gemakkelijker om uw apparaat te bedienen.
Open Instellingen. Raak Slimme assistentie > Bewegingscontrole aan en selecteer vervolgens
de bewegingen die u wilt inschakelen.
Omdraaien: Geluiden dempen en trillingen uitschakelen voor inkomende oproepen, alarmen en
timers.
Oogcomfortmodus
De modus Oogcomfort verlaagt de hoeveelheid blauw licht dat uit het scherm wordt gestraald om
inspanning van de ogen te verminderen.
Oogcomfortmodus
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave > Oogcomfort aan en schakel Oogcomfort in.
Scherm en display
36
Wanneer oogcomfortmodus is ingeschakeld, wordt weergegeven in de statusbalk.
De kleurtemperatuur aanpassen
De oogcomfortmodus reduceert de hoeveelheid blauw licht dat van het scherm afkomstig is,
waardoor het scherm een lichte gele toon krijgt. U kunt de kleurtemperatuur aanpassen om de
hoeveelheid blauw licht te regelen.
Wanneer Oogcomfort is ingeschakeld, veegt u naar links of rechts op de kleurtemperatuurschuif om
de kleurtint van het scherm koeler of warmer te maken.
De oogcomfortmodus in- en uitschakelen
U kunt de snelkoppelingsschakelaar in het berichtenpaneel gebruiken om de oogcomfortmodus in of
uit te schakelen.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag. Raak aan om alle snelkoppelingsschakelaars weer te geven en
wissel dan de -schakelaar.
De timer congureren
Congureer de timer om de oogcomfortmodus automatisch op een vooraf ingesteld tijdstip in te
schakelen, zoals wanneer u klaar bent met werken of voordat u naar bed gaat.
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave > Oogcomfort aan.
3 Schakel Planning in en
congureer de Starttijd en Eindtijd.
Weergave-instellingen
De lettergrootte wijzigen
1 Open
Instellingen.
2 Raak Weergave > Tekstgrootte aan en kies een lettergrootte.
Scherm en display
37
Tik aan om letters
te verkleinen
Tik aan om letters
te vergroten
Versleep schuif om
lettergrootte aan
te passen
De helderheid van het scherm aanpassen
Pas de helderheid van het scherm op uw wensen aan.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Weergave > Helderheid aan en schakel Automatische helderheid in.
Wanneer automatische schermhelderheid is ingeschakeld, zal de helderheid van het scherm
automatisch op basis van de lichtomstandigheden worden aangepast.
De helderheid van het scherm aanpassen: Veeg vanaf de statusbalk omlaag. Raak aan.
Automatische schermhelderheid in- of uitschakelen. U kunt de helderheid van het scherm ook
handmatig aanpassen door de schuifregelaar te slepen. De helderheid van het scherm verandert
niet in verschillende verlichtingsomstandigheden als de automatische modus is niet ingeschakeld.
De schermrotatie-instellingen congureren
Wanneer u uw apparaat draait, passen sommige apps de schermstand automatisch aan voor
gemakkelijker gebruik.
1 Open Instellingen.
2 Raak Weergave aan en schakel Scherm automatisch draaien in.
Snel automatisch draaien inschakelen
: Veeg vanaf de statusbalk omlaag en open het
tabblad snelkoppelingsschakelaars en raak aan.
Scherm en display
38
Scherm en display
39
Netwerk en delen
Mobiel internet
Mobiele gegevens gebruiken
Mobiele data inschakelen
Voordat u mobiele data inschakelt, moet u zorgen dat mobiele data-services bij uw provider zijn
geactiveerd.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > Mobiel netwerk aan.
3 Schakel Mobiele data in om mobiele data in te schakelen.
Schakel mobiele data uit wanneer dit niet nodig is om op batterij te besparen en het
datagebruik te reduceren.
VoLTE inschakelen
Schakel VoLTE (Voice over LTE) in om hoogwaardige audio- en videogesprekken over 4G-netwerken te
kunnen voeren.
l Schakel 4G in voordat u VoLTE inschakelt.
l Zorg ervoor dat uw apparaat VoLTE ondersteunt en u deze functie hebt geactiveerd bij uw
provider.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > Mobiel netwerk aan.
3 Schakel VoLTE-oproepen in.
Gegevensroaming inschakelen
Schakel gegevensroaming in voor toegang tot het internet wanneer u naar het buitenland gaat.
U loopt mogelijk roaming-kosten op wanneer data roaming is ingeschakeld. Neem voor meer
informatie contact op met uw provider.
1 Open Instellingen.
2 Raak Meer > Mobiel netwerk aan.
3 Schakel Gegevensroaming in.
Uw mobiele internetverbinding delen met andere apparaten
Een draagbare Wi-Fi-hotspot instellen
40
1
Open
Instellingen.
2 Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
3 Raak Draagbare Wi-Fi-hotspot aan en schakel de hotspot in.
4 Raak Wi-Fi-hotspot
congureren aan. Stel de naam, de versleutelingsmodus en het wachtwoord
van de Wi-Fi-hotspot in en raak vervolgens Opslaan aan.
Beperk de hoeveelheid gegevens die andere apparaten kunnen gebruiken: Raak
Datalimiet aan op het scherm Instellingen en volg de instructie op het scherm voor het
instellen van een datalimiet. Uw apparaat schakelt de Wi-Fi-hotspot automatisch uit wanneer
aangesloten apparaten deze limiet overschrijden.
USB-tethering gebruiken
Afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer moet u mogelijk een stuurprogramma
voor uw apparaat op de computer installeren of een netwerkverbinding tot stand brengen om
USB-tethering te kunnen gebruiken. Raadpleeg de instructies van uw besturingssysteem.
1 Sluit uw apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer.
2 Open Instellingen.
3 Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
4 Schakel USB-tethering in om uw mobiel internet te delen.
Bluetooth-tethering gebruiken
Netwerk en delen
41
Voordat u Bluetooth-tethering gebruikt, koppelt u uw apparaat met de apparaten waarop u mobiel
internet wilt gebruiken. Raadpleeg Verbinding met andere apparaten maken via Bluetooth voor meer
informatie.
1
Open
Instellingen.
2 Raak Meer > Tethering en draagbare hotspot aan.
3 Schakel Bluetooth-tethering in om uw mobiel internet te delen.
4 Op het scherm Bluetooth raakt u
naast het gekoppelde apparaat aan. Schakel vervolgens
Internettoegang in om uw mobiel internet te delen.
Wi-Fi
Info over Wi-Fi
Verbinden maken met een Wi-Fi-netwerk voor toegang tot het Internet op uw apparaat.
Om ongeautoriseerde toegang tot uw persoonlijke gegevens en
nanciële informatie te
voorkomen, altijd goed opletten wanneer u verbinding maakt met openbare Wi-Fi-netwerken.
Verbinding met het internet maken met behulp van Wi-Fi
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1 Ga naar
Instellingen.
2 Raak Wi-Fi aan en zet de schakelaar Wi-Fi aan. Op uw apparaat verschijnt een lijst met
beschikbare Wi-Fi-netwerken.
l Vernieuwd de lijst: Raak Scannen aan om de lijst van beschikbare Wi-Fi-netwerken te
vernieuwen.
l Handmatig een netwerk toevoegen: Veeg naar beneden naar het eind van het menu en raak
Netwerk toevoegen… aan. Volg de instructies op het scherm om handmatig het netwerknaam
en wachtwoord in te voeren.
3 Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding mee wilt maken:
l Als het Wi-Fi-netwerk geen wachtwoord vereist, maakt uw apparaat er automatisch verbinding
mee.
Netwerk en delen
42
l Als het netwerk beschermd is, voert u het wachtwoord in wanneer u daarom wordt gevraagd.
Vervolgens raakt u Verbinden aan.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk via Wi-Fi Protected Setup (WPS)
Met WPS kan uw apparaat verbinding maken met een voor WPS geschikte router zonder een
wachtwoord in te voeren.
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Wi-Fi aan en schakel Wi-Fi in.
3 Raak
> Geavanceerde Wi-Fi-instellingen aan. Er zijn twee opties:
l Raak WPS-verbinding aan en druk op de WPS-knop van de router.
l Raak Pincode voor WPS-verbinding aan om een PIN-code te genereren en voer de PIN-code
vervolgens in op de router.
Gebruik van Wi-Fi+
Wanneer Wi-Fi+ is ingeschakeld, schakelt uw apparaat Wi-Fi in of uit en maakt verbinding met het Wi-
Fi-netwerk met het beste signaal.
Er zijn mogelijk aanvullende kosten verbonden met het downloaden van grote bestanden of het
bekijken van online video's over mobiele data. Om het maken van bovenmatige gegevenskosten
te voorkomen, koopt u een databundel. Neem voor meer informatie contact op met uw provider.
1 Open Instellingen.
2 Raak Wi-Fi > Wi-Fi+ aan en zet de schakelaar Wi-Fi+ aan.
Wanneer Wi-Fi+ is ingeschakeld, legt uw apparaat de geschiedenis van uw Wi-Fi-verbinding vast en
bewaakt uw signaalsterkte en locatie. Deze informatie wordt vervolgens gebruikt om Wi-Fi in of uit te
schakelen en om verbinding te maken met het Wi-Fi-netwerk met het sterkste signaal.
Een QR-code gebruiken om uw Wi-Fi-hotspot te delen
Maak een QR-code aan voor het delen van de Wi-Fi-hotspot van uw apparaat met vrienden.
l
U kunt QR-codes genereren voor de volgende draadloze coderingsmethoden: WPA, WPA2,
WEP, WPA-PSK en WPA2-PSK. U kunt een QR-code niet gebruiken om verbinding te maken met
Wi-Fi-netwerken die met behulp van het EAP-protocol zijn gecodeerd.
l Zorg ervoor dat het verbindende apparaat QR-codes ondersteunt om Wi-Fi-netwerkreferenties
te importeren.
1 Ga naar Instellingen.
2 Selecteer Wi-Fi en zet de schakelaar Wi-Fi aan.
3 Eenmaal verbonden, raakt u de netwerknaam aan om een QR-code te genereren.
4 Raak op het verbindende apparaat het midden van het scherm aan en veeg naar beneden. Raak
aan om de QR-code te scannen en volg de instructies op het scherm om verbinding met de
Wi-Fi-hotspot te maken.
Netwerk en delen
43
Gegevens overdragen met behulp van Wi-Fi Direct
Met Wi-Fi Direct kunt u gegevens uitwisselen tussen twee Huawei-apparaten zonder verbinding te
maken met een Wi-Fi-netwerk. Wi-Fi Direct is vergelijkbaar met Bluetooth maar biedt hogere
overdrachtssnelheden, waardoor het geschikt is voor het delen van groter bestanden.
Wi-Fi Direct in- of uitschakelen
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Wi-Fi aan. Zet de switch Wi-Fi aan en raak dan aan.
3 Uw apparaat zal een lijst weergeven van beschikbare Wi-Fi Direct-apparaten. Selecteer het
apparaat waarmee u bestanden wilt delen en volg de instructies op het scherm om verbinding te
maken.
Om de verbinding met het ontvangende apparaat te verbreken, raakt u
aan en gaat u naar
het scherm Wi-Fi Direct. Selecteer het ontvangende apparaat en raak OK aan.
Wi-Fi Direct gebruiken voor het verzenden en ontvangen van bestanden
Zorg er eerst voor dat Wi-Fi Direct op beide apparaten is ingeschakeld.
1 Ga naar Bestanden en houd de afbeelding aangeraakt die wilt delen.
2 Raak Meer > Delen > Wi-Fi Direct aan. Uw apparaat zal een lijst weergeven van nabije Wi-Fi
Direct-apparaten. Selecteer het ontvangende apparaat.
3 Selecteer Accepteren in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het verzoek tot
bestandsoverdracht te accepteren.
Open het berichtenpaneel om de voortgang van de bestandsoverdracht weer te geven.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Wi-Fi Direct in Bestanden.
Bluetooth
Verbinding met andere apparaten maken via Bluetooth
Bluetooth inschakelen en paren met andere apparaten
1 Ga naar
Instellingen.
2 Tik op Bluetooth en schakel Bluetooth inschakelen in.
Zorg ervoor dat het apparaat dat u wilt koppelen zichtbaar is.
3 Selecteer het apparaat waarmee u wilt koppelen en volg de instructies op het scherm.
Bluetooth-apparaten ontkoppelen
1 Ga naar Instellingen.
2 Tik op Bluetooth en schakel Bluetooth inschakelen in.
Netwerk en delen
44
3 Raak het pictogram naast de apparaatnaam aan en selecteer Koppeling ongedaan maken.
Gegevens uitwisselen met behulp van Bluetooth
Bluetooth gebruiken om bestanden te delen
Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld op beide apparaten en dat beide apparaten zichtbaar
zijn.
1 Selecteer de bestanden die u wilt delen en raak Delen > Bluetooth aan. Uw apparaat zoekt
automatisch naar beschikbare Bluetooth-apparaten.
2 Selecteer het ontvangende apparaat.
3 Selecteer Accepteren in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het verzoek tot
bestandsoverdracht te accepteren. Open het berichtenpaneel om de voortgang van de
bestandsoverdracht weer te geven.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Bluetooth in Bestanden.
Foto's en video's snel delen met Bluetooth
Wanneer u foto's of video's in volledig scherm bekijkt, kunt u inhoud snel delen via Bluetooth.
Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld op beide apparaten en dat beide apparaten zichtbaar
zijn.
1 Ga naar Galerij.
2 Selecteer de foto of video die u wilt delen en open het in de volledige schermweergave. Raak
Delen > Overdracht > Start aan om het bestand te delen. Uw apparaat zal zoeken naar
beschikbare Bluetooth-apparaten in de buurt.
3 Selecteer het ontvangende apparaat.
4 Selecteer Accepteren in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het verzoek tot
bestandsoverdracht te accepteren. Open het berichtenpaneel om de voortgang van de
bestandsoverdracht weer te geven.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Bluetooth in Bestanden.
Bluetooth-instellingen
De naam van uw apparaat veranderen
Wanneer u Bluetooth inschakelt, wordt het model van uw apparaat gebruikt als standaardnaam van
het apparaat. Om de identicatie van uw apparaat gemakkelijker te maken, kunt u de naam van het
apparaat wijzigen.
1 Ga naar
Instellingen.
2 Raak Bluetooth > Apparaatnaam aan.
3 Voer een nieuwe naam in en raak Opslaan aan.
Netwerk en delen
45
Uw apparaat zichtbaar maken
1 Ga naar Instellingen.
2 Raak Bluetooth aan en schakel Zichtbaarheid in om uw apparaat zichtbaar te maken voor
andere Bluetooth-apparaten.
3 Raak Meer > Time-out voor zichtbaarheid aan en congureer de time-out voor zichtbaarheid.
Wanneer de zichtbaarheid time-out is verstreken, wordt Zichtbaarheid automatisch
uitgeschakeld en is uw apparaat niet langer zichtbaar.
Huawei Share gebruiken om bestanden tussen twee
Huawei-apparaten uit te wisselen
Huawei Share biedt een snelle en gemakkelijke methode om bestanden tussen twee Huawei-
apparaten te delen. Het combineert het gemak van Bluetooth-delen met de snelheid van de Wi-Fi-
overdracht.
Huawei Share inschakelen
1 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Raak Huawei Share aan.
l Raak de schakelaar Huawei Share aan. Dit schakelt Wi-Fi en Bluetooth automatisch in.
l Als u Wi-Fi of Bluetooth uitschakelt, wordt schakelaar Huawei Share automatisch
uitgezet.
Huawei Share gebruiken om bestanden over te dragen
Zorg dat Huawei Share op beide toestellen wordt ondersteund. Huawei Share moet op het
ontvangende apparaat zijn ingeschakeld en het scherm moet zijn ingeschakeld.
1 Selecteer de bestanden die u wilt delen op uw apparaat. Raak Delen aan.
2 Selecteer het ontvangende apparaat uit de lijst.
3 Selecteer ACCEPTEREN in het pop-upvenster van het ontvangende apparaat om het verzoek tot
bestandsoverdracht te accepteren. Open het berichtenpaneel om de voortgang van de
bestandsoverdracht weer te geven.
Als u het verzenden wilt annuleren, raakt u de naam van het ontvangende apparaat op uw
apparaat aan.
Standaard worden ontvangen bestanden opgeslagen in de map Huawei Share in Bestanden.
Netwerk en delen
46
Een USB-poort gebruiken om gegevens over te brengen
De USB-verbindingsmodus selecteren
1 Wanneer u een USB-kabel gebruikt om uw apparaat op een computer of een ander apparaat aan
te sluiten, verschijnt Toegang verlenen tot apparaatgegevens? in een pop-upvenster.
2 Raak Nee, alleen opladen aan.
3 Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen en raak vervolgens Opladen
via USB aan. U kunt kiezen uit de volgende USB-verbindingsmodi:
l Alleen opladen: alleen uw apparaat opladen.
l Bestandsbeheer toestel (MTP): Draag gegevens over tussen uw apparaat en een computer.
l Camera (PTP): afbeeldingen overdragen tussen uw apparaat en een computer. Als uw apparaat
MTP niet ondersteunt, wordt het PTP-protocol gebruikt om bestanden en afbeeldingen over te
dragen tussen uw apparaat en uw computer.
l MIDI: gebruik uw apparaat als MIDI-invoerapparaat en speel MIDI-bestanden op uw computer
af.
Gegevens overdragen tussen uw apparaat en een computer
Gebruik een USB-kabel om uw apparaat aan te sluiten op een computer en gegevens tussen de twee
apparaten over te dragen.
Bestanden overdragen
MTP (Media Transfer Protocol) is een protocol voor het overbrengen van mediabestanden. U kunt
MTP gebruiken om bestanden over te dragen tussen uw apparaat en een computer. Voordat u MTP
gaat gebruiken, moet u zorgen dat Windows Media Player 11 of later op uw computer is
geïnstalleerd.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen en stel dan de USB-
verbindingsmodus in op Bestandsbeheer toestel (MTP). Uw computer installeert automatisch de
benodigde drivers. Om op uw apparaat opgeslagen bestanden te bekijken, wacht u totdat de drivers
zijn geïnstalleerd en klikt u op het nieuwe stationspictogram dat op uw computer verschijnt (het
station heeft de naam van uw telefoonmodel). Als u een Windows-computer gebruikt, gebruikt u
Windows Media Player om op uw apparaat naar multimediacontent te bladeren.
Afbeeldingen overbrengen
PTP (Picture Transfer Protocol) is een overdrachtsprotocol voor afbeeldingen. Gebruik PTP om
afbeeldingen over te dragen tussen uw apparaat en een computer.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag om het berichtenpaneel te openen en stel dan de USB-
verbindingsmodus in op Camera (PTP). Uw computer installeert automatisch de benodigde drivers.
Om op uw apparaat opgeslagen afbeeldingen te bekijken, wacht u totdat de drivers zijn geïnstalleerd
Netwerk en delen
47
en klikt u op het nieuwe stationspictogram dat op uw computer verschijnt (het station heeft de naam
van uw telefoonmodel).
Gegevens uitwisselen tussen uw apparaat en een USB-opslagapparaat
USB OTG is ontworpen om gegevens rechtstreeks uit te wisselen tussen twee USB-apparaten (zoals
telefoons, tablets, digitale camera's en printers) zonder dat er een computer nodig is. Gebruik een
USB On-The-Go (OTG)-kabel om uw apparaat op een USB-opslagapparaat aan te sluiten en een back-
up van uw bestanden te maken.
Gegevens uitwisselen tussen uw apparaat en een USB-opslagapparaat
Uw apparaat kan toegang verkrijgen tot gegevens op USB-ashstations, kaartlezers en andere
opslagapparaten met behulp van een USB OTG-kabel.
l Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons die USB OTG-kabels ondersteunen.
l Als uw apparaat een USB-poort van het type-C gebruikt, koopt u een Micro-USB naar USB
Type-C-adapter of gebruikt u een USB OTG-kabel met een USB type-C-connector.
1 Uw apparaat verbinden met een USB-ashstation met behulp van een USB OTG-kabel.
USB On-The-Go-kabel
2 Raak Bestanden > Lokaal > USB-drive aan om door de gegevens op het ashstation te bladeren.
U kunt gegevens selecteren en naar een bestemmingsmap kopiëren.
3 Wanneer u klaar bent met bladeren, raakt u Instellingen > Geheugen en opslag > USB-drive >
Uitwerpen aan.
4 Koppel de USB OTG-kabel los van uw apparaat en het
USB-ashstation.
Netwerk en delen
48
Beveiliging en back-up
Vingerafdrukherkenning
Voor de eerste keer een vingerafdruk toevoegen
U kunt een vingerafdruk gebruiken om uw scherm te ontgrendelen, toegang krijgen tot vergrendelde
apps en de kluis, en om veilig te betalen.
Om uw privacy beter te beschermen, kunt u de functie voor ontgrendeling van het scherm met een
vingerafdruk alleen gebruiken wanneer de ontgrendelingsmethode is ingesteld op PIN of
Wachtwoord.
1 Raak Instellingen aan.
2 Raak Vingerafdruk-ID > Vingerafdrukbeheer > PIN of Wachtwoord aan, en stel een
ontgrendelingswachtwoord in met behulp van de scherminstructies.
3 Raak na het instellen van uw wachtwoord Nieuwe vingerafdruk aan om uw vingerafdruk toe te
voegen.
4 Plaats uw vingertop op de vingerafdruksensor. Druk voorzichtig op de sensor tot uw apparaat
begint te trillen. Herhaal deze stap met verschillende delen van uw vingertop.
5 Raak OK aan.
Plaats uw vingertop op de vingerafdruksensor om het scherm te ontgrendelen.
U moet uw reservepincode of -wachtwoord invoeren wanneer u uw apparaat opnieuw start of
wanneer de vingerafdruk niet wordt herkend.
Een vingerafdruk toevoegen, verwijderen of hernoemen
U kunt vijf vingerafdrukken toevoegen. U kunt vingerafdrukken ook verwijderen of hernoemen.
1
Raak
Instellingen aan.
2 Raak Vingerafdruk-ID > Vingerafdrukbeheer aan.
3 Voer het schermvergrendelingswachtwoord in en raak Volgende aan.
4 In het gedeelte Lijst vingerafdrukken kunt u het volgende doen:
l Raak Nieuwe vingerafdruk aan om andere vingerafdrukken toe te voegen.
l Tik op een eerder toegevoegde vingerafdruk om deze te hernoemen of te verwijderen.
l Raak Vingerafdrukherkenning aan om geregistreerde vingerafdrukken te
identiceren en te
markeren.
De kluis openen met uw vingerafdruk
Gebruik uw vingerafdruk om uw kluis te openen zonder een wachtwoord in te voeren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Vingerafdruk-ID > Vingerafdrukbeheer aan.
49
3 Voer het schermvergrendelingswachtwoord in en tik op Volgende.
4 Raak Toegang tot kluis aan en volg daarna de instructies op het scherm om uw kluiswachtwoord
in te voeren en de vingerafdrukherkenning in te schakelen.
Raak Bestanden > Kluis aan wanneer u de instellingen hebt gecongureerd. U kunt nu uw
vingerafdruk gebruiken om uw kluis te openen.
De appkluis openen met uw vingerafdruk
Gebruik uw vingerafdruk om snel apps te openen in uw Appkluis. U hoeft geen wachtwoord in te
voeren om de appkluis te openen.
1
Open Instellingen.
2 Raak Vingerafdruk-ID > Vingerafdrukbeheer aan.
3 Voer het schermvergrendelingswachtwoord in en raak Volgende aan.
4 Raak App-vergrendeling aan. Volg de instructies op het scherm om uw appkluiswachtwoord in
te voeren en vingerafdrukherkenning in te schakelen.
Tik na het
congureren van de instellingen op Telefoonbeheer > App-vergrendeling en plaats uw
vinger op de vingerafdruksensor om de status van de appkluis weer te geven. Tik op het pictogram
van een vergrendelde app en plaats uw vingertop op de vingerafdruksensor om de app te openen via
het startscherm.
Meerdere gebruikersaccounts
Informatie over meerdere gebruikersaccounts
Meerdere gebruikersaccounts maken om te voorkomen dat anderen uw vertrouwelijke gegevens
bekijken of om uw werk- en persoonlijke leven te scheiden.
Er zijn vier verschillende gebruikerstypen:
l
Eigenaar: Alleen de eigenaar kan zich bij deze account aanmelden. Als eigenaar kunt u alle
gebruikerstoestemmingen regelen. U kunt bijvoorbeeld gebruikers en gasten toevoegen of
verwijderen of andere gebruikers toestemming geven om oproep- en gebruikerstoestemmingen te
regelen.
l Subgebruiker: Geschikt voor naaste familie en vrienden. Subgebruikers kunnen de meeste functies
gebruiken, met uitzondering van de functies die invloed hebben op de eigenaar, zoals het herstellen
van de fabrieksinstellingen en het inschakelen van de modus 'Niet storen'.
l Gast: Gasten hebben slechts beperkte toegang tot de functies van uw apparaat.
l Privéruimte: U kunt een privéruimte aanmaken om informatie op te slaan die u niet wilt delen met
anderen. Nadat deze ruimte is aangemaakt, kunt u in deze ruimte apps installeren en gebruiken en
ze ontoegankelijk maken voor anderen.
Gebruikersaccounts maken
Meerdere gebruikersaccounts maken om uw werk- en persoonlijke leven te scheiden.
Beveiliging en back-up
50
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Gebruikers aan.
3 Raak Gebruiker toevoegen aan. Voer een bijnaam in en raak TOEVOEGEN aan.
4 Zodra u een gebruiker hebt toegevoegd, schakelt u over op de nieuwe gebruikersaccount en volgt
u de instructies op het scherm om de gebruikersinstellingen aan te passen.
l U kunt ook nieuwe gebruikersaccount maken vanuit het vergrendelingsscherm. Onder
Instellingen voor vergrendelscherm schakelt u Gebruikers toevoegen als apparaat is
vergrendeld aan. Vervolgens veegt u vanuit de statusbalk op het vergrendelingsscherm
omlaag.
l U kunt maximaal drie gebruikersaccounts toevoegen.
Gebruikersaccounts verwijderen
Ongebruikte accounts verwijderen om opslagruimte vrij te maken.
Aanmelden als eigenaar. U kunt een gebruikersaccount op twee manieren verwijderen:
l Veeg vanaf de statusbalk omlaag en raak
> Meer instellingen aan. Selecteer de gebruiker die u
wilt verwijderen en raak Gebruiker verwijderen > Verwijderen aan.
l Open Instellingen > Geavanceerde instellingen > Gebruikers. Selecteer de gebruiker die u wilt
verwijderen en raak Gebruiker verwijderen > Verwijderen aan.
Tussen gebruikersaccounts schakelen
Snel tussen gebruikersaccounts schakelen.
Als u naar een andere gebruikersaccount wilt overschakelen, veegt u vanuit de statusbalk omlaag,
raakt u aan en selecteert u een proelfoto of gebruikersnaam.
Open
Instellingen > Geavanceerde instellingen > Gebruikers. Selecteer de gebruiker waar u
naartoe wilt overschakelen en raak Andere gebruiker aan.
Gebruikersnamen en proelfoto's congureren
U kunt uw gebruikersnaam en proelfoto te allen tijde wijzigen.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Gebruikers aan.
3 Selecteer de gewenste gebruiker.
4 Raak
aan. U kunt:
l Selecteer Foto maken om een foto te nemen en deze als proelfoto gebruiken.
l Selecteer Foto kiezen in Galerij om een proelfoto uit de galerie te kiezen.
Beveiliging en back-up
51
5 Voer een nieuwe naam in en raak OK aan.
Een gastaccount maken
Maak een gastaccount aan, zodat uw vrienden uw apparaat kunnen gebruiken.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Gebruikers aan.
3
Raak Gast toevoegen > TOEVOEGEN aan.
U kunt ook een gastaccount maken vanuit het vergrendelingsscherm. Onder Instellingen voor
vergrendelscherm schakelt u Gebruikers toevoegen als apparaat is vergrendeld aan.
Vervolgens veegt u vanuit de statusbalk op het vergrendelingsscherm omlaag.
De gastaccount verwijderen
Aanmelden als eigenaar. U kunt de gastaccount op twee manieren verwijderen:
l Veeg vanaf de statusbalk omlaag, raak
> Meer instellingen aan en dan Gast > Gastgebruiker
verwijderen > Verwijderen.
l Open Instellingen > Geavanceerde instellingen > Gebruikers en raak Gast > Gastgebruiker
verwijderen > Verwijderen aan.
Gebruikers toestemming geven om oproepen te plaatsen en voor toegang tot
de oproepgeschiedenis
U kunt gebruikers autoriseren voor toegang tot uw contactpersonen, het telefoonlogboek en bel- en
berichtenfuncties.
Aanmelden als eigenaar. U kunt een gebruiker of gast toegang verlenen om oproepen te plaatsen en
uw contactpersonen te openen. U kunt dit op twee manieren doen:
l Veeg vanaf de statusbalk omlaag en raak > Meer instellingen aan. Selecteer een gebruiker en
raak Voor bellen, sms'en en communicatiegeschiedenis delen aan.
l Open Instellingen > Geavanceerde instellingen > Gebruikers, selecteer een gebruiker en raak
dan Voor bellen, sms'en en communicatiegeschiedenis delen aan.
PrivateSpace
Bent u bezorgd dat uw foto's, documenten, video's en andere gegevens zullen uitlekken als u uw
apparaat uitleent? Wanneer uw bestanden in PrivateSpace bewaard worden, kunt u alleen erbij
komen. Niemand anders zal toegang tot deze gegevens hebben, zelf als uw apparaat verloren is.
U zult geen PrivateSpace kunnen toevoegen als u reeds drie gebruikersaccounts hebt
aangemaakt. Verwijder een van de gebruikersaccounts om een PrivateSpace toe te voegen.
1 Open Instellingen.
2 Tik op Geavanceerde instellingen > Gebruikers.
3 Tik op PrivateSpace toevoegen en voert u uw PrivateSpace bijnaam in. Tik dan op
TOEVOEGEN.
Beveiliging en back-up
52
4 Volg de instructies op het scherm om de instellingen te voltooien en een vingerafdruk voor uw
PrivateSpace vast te leggen.
5 Tik op Schakelen om naar PrivateSpace te gaan wanneer het instellen voltooid is.
Als het type wachtwoord dat u gebruikt voor PrivateSpace en MainSpace hetzelfde is, kunt u snel
heen- en weerschakelen tussen MainSpace en PrivateSpace vanaf het vergrendelscherm met het
wachtwoord of de vingerafdruk.
U kunt ook op Instellingen > Geavanceerde instellingen > Gebruikers tikken en een
PrivateSpace selecteren die u hebt gemaakt, tik dan op Schakelen tussen Spaces om over te
schakelen naar die PrivateSpace.
Hoe kan ik PrivateSpace verwijderen of verlaten? Tik vanuit PrivateSpace op Instellingen >
Geavanceerde instellingen > Gebruikers, tik dan op of .
Beveiligingsinstellingen
De PIN-code van uw SIM-kaart instellen
Schakel de SIM-vergrendeling in om te voorkomen dat anderen uw SIM-kaart gebruiken. U moet
telkens als u uw apparaat inschakelt of uw SIM-kaart in een andere apparaat plaatst, de PIN van uw
SIM-kaart invoeren.
Zorg dat u de PIN van uw SIM-kaart van uw provider hebt gekregen voordat u de SIM-
vergrendeling inschakelt.
1 Open Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen aan en selecteer kaartvergrendeling om
de instellingen voor de SIM-vergrendeling te openen.
3 Schakel SIM-kaart vergrendelen in. Voer de PIN van uw SIM-kaart in en raak OK aan.
Als u de PIN van uw SIM-kaart wilt wijzigen, raakt u SIM PIN-code wijzigen aan en volgt u
de instructies op het scherm.
l U moet de PUK-code invoeren als u het maximale aantal incorrecte PIN-pogingen overschrijdt.
De SIM-kaart wordt permanent vergrendeld als u de PUK-code te vaak verkeerd invoert.
l Neem voor meer informatie over deze limieten contact op met uw provider.
Versleutelen van bestanden op de microSD-kaart
Versleutel bestanden op uw microSD-kaart om ze ontoegankelijk te maken op andere apparaten.
l
Verwijder tijdens het versleutelen of ontsleutelen van bestanden niet de microSD-kaart,
aangezien dit de bewerking kan afbreken of kan leiden tot gegevensverlies.
l Zorg ervoor dat u uw microSD-kaart ontsleutelt voordat u uw apparaat terugzet naar de
fabrieksinstellingen.
l Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
Beveiliging en back-up
53
1 Open Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen aan. Selecteer SD-kaart versleutelen
en volg de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen.
Om uw microSD-kaart te ontsleutelen, raakt u SD-kaart ontsleutelen aan en volgt u de instructies
op het scherm.
Wachtwoord van de microSD-kaart instellen
Codeer uw microSD-kaart om ongeautoriseerde toegang tot uw gegevens te voorkomen. Er wordt u
gevraagd een wachtwoord in te voeren wanneer de microSD-kaart in een ander apparaat wordt
geplaatst.
l Niet alle microSD-kaarten kunnen worden gecodeerd. Er wordt mogelijk een foutbericht
weergegeven wanneer u probeert niet-ondersteunde kaarten te coderen of ontgrendelen.
Vergeet niet een back-up van belangrijke gegevens te maken voordat u uw microSD-kaart
codeert.
l Gecodeerde microSD-kaarten worden niet herkend door apparaten die geen codering van
microSD-kaarten ondersteunen.
l Als u het wachtwoord van uw microSD-kaart vergeet, moet u alle gegevens op de kaart wissen.
l Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
1 Open Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Aanvullende instellingen > Wachtwoord SD-kaart instellen
aan en volg de instructies op het scherm voor het instellen van een wachtwoord.
Zodra u uw wachtwoord hebt ingesteld, kunt u het wachtwoord wijzigen of verwijderen:
l Raak Wachtwoord SD-kaart wijzigen aan om het wachtwoord te wijzigen.
l Raak Wachtwoord SD-kaart wissen aan om het wachtwoord van de microSD-kaart te
verwijderen en codering uit te schakelen.
Beveiliging en back-up
54
Camera en galerij
Camera-opties
Open Camera om de zoeker te vinden.
Schakelen tussen flitsermodi
Foto’s of video’s bekijken
Video opnemen
Foto nemen
Schakelen tussen camera voor en achter
Schakelen naar wijd diafragmamodus
Schakelen tussen beauty modes
Schakelknop voor Bewegend beeldmodus
Veeg op de zoeker naar rechts om de lijst met opnamemodi weer te geven.
Veeg op de zoeker naar links om de camera-instellingen te openen.
Foto's en video-opnames
Een foto nemen
Foto’s geotaggen
Schakel geotaggen in om de locatie van foto- en video-opnames vast te leggen. In Galerij kunt u de
opnamelocaties van foto’s en video’s bekijken. In Galerij kunt u alle foto’s en video’s weergeven op
een kaart.
1 Open
Camera.
Schakel locatiediensten in in het dialoogvenster wanneer u
Camera voor het eerst opent.
2 Veeg naar links op het scherm en schakel GPS-tag in.
55
In- en uitzoomen
Spreid twee vingers uit om in te zoomen of knijp ze samen om uit te zoomen. De kwaliteit van de
afbeelding kan beïnvloed worden als u blijft inzoomen nadat de maximale optische zoom is bereikt. U
kunt ook in- en uitzoomen door de schuif in de zoeker aan te passen. De schuif verschijnt in de zoeker
nadat u de zoomfunctie met uw vingers hebt uitgevoerd.
De belichting aanpassen
De camera past automatisch de belichting aan op het omgevingslicht. Een fellere belichting
produceert helderdere afbeeldingen.
Pas handmatig de belichting aan: Tik in de zoeker op het scherm en veeg omhoog of omlaag
om de belichting aan te passen.
De its aanzetten
Tik op het itsicoon in de linkerbovenhoek van de zoeker om de its aan te zetten. Tik op om
vier opties weer te geven:
l : Schakelt automatisch de its aan of uit op basis van het omgevingslicht.
l : Schakelt its uit.
l : Schakelt de its in.
l : Flits blijft aan wanneer u Camera opent.
Gebruik van lters om afbeeldingen te verbeteren
De camera heeft een aantal lters voor afbeeldingen om uw foto’s een unieke look te geven. Veeg
rechts op het scherm in de zoeker, u kunt:
Op tikken en dan een lter selecteren.
Ultra-snapshot
Druk twee keer op de knop voor lager volume om een foto te maken wanneer het scherm
vergrendeld is.
Camera en galerij
56
Deze functie is niet beschikbaar tijdens het afspelen van muziek.
1 Open Camera.
2 Veeg naar links en raak Ultra snapshot > Camera openen en snel foto maken aan.
3 Wanneer het scherm uit is, wijst u met de camera naar het gewenste object en drukt u twee keer
snel achter elkaar op de knop voor lager volume om een foto te nemen. De camera maakt
automatisch een foto en geeft de opnametijd weer.
Ultra-snapshot uitschakelen: Raak Ultra snapshot > Uit in de camera-instellingen aan.
Continu-opnames
Gebruik continu-opnames wanneer u een foto van een bewegend onderwerp wilt maken, zoals
tijdens een voetbalwedstrijd. De camera legt snel achtereenvolgend verscheidene afbeeldingen vast
en selecteert automatisch te beste foto.
Deze functie is niet beschikbaar in HDR-modus, Panoramamodus, Supernachtmodus en Lichte
schilderijmodus.
1 Open Camera.
2 Houd aangeraakt om de burstreeks te starten. Het aantal vastgelegde foto's wordt boven
weergegeven.
3 Laat los om het burst-schieten te stoppen.
U kunt in één burstreeks tot 20 foto's nemen, mits uw apparaat voldoende opslagruimte heeft.
De beste opnames selecteren: Raak de miniatuur van de afbeelding aan om de foto in Galerij
te bekijken en raak vervolgens aan om een foto te selecteren. Raak aan en volg de
instructies op het scherm om de foto op te slaan.
Camera en galerij
57
Zelfontspanner
Gebruik een zelfontspanner om uzelf in foto's op te nemen.
1 Open Camera. Veeg op het scherm naar links om de camera-instellingen te openen.
2 Raak Timer aan om de afteltijd in te stellen.
3 Ga terug naar de zoeker Plaats uw apparaat op een stabiele ondergrond en zet het beeld op dat u
wilt vastleggen.
4 Raak aan om de afteltimer te starten. Uw apparaat neemt automatisch een foto wanneer de
afteltijd is verlopen.
Foto's maken met spraakopdrachten
Gebruik spraakopdrachten om de camera extern te bedienen of stel de camera in op het nemen van
een foto wanneer er een hard geluid wordt gedetecteerd.
1 Open Camera.
2 Veeg op het scherm naar links om de camera-instellingen te openen.
3 Raak Spraakbesturing en schakel Spraakbesturing in.
4 Hierna kunt u het volgende doen:
l Zeg 'cheese' om foto's te nemen: Stel de camera dusdanig in zodat het een foto maakt
wanneer u een spraakopdracht geeft.
De camera zal alleen foto's maken wanneer de standaard spraakopdracht Cheese wordt
gedetecteerd. U kunt geen aangepaste spraakopdrachten congureren.
l Foto's nemen wanneer uw stem een vooraf ingesteld decibelniveau bereikt: De camera
instellen op het maken van een foto wanneer het omgevingsgeluid een bepaald geluidsniveau
bereikt.
5 Kader het beeld dat u wilt vastleggen. Uw apparaat maakt automatisch een foto wanneer u een
spraakopdracht verstrekt of als het apparaat een luid geluid detecteert.
Een video opnemen
Een video opnemen
1 Open Camera.
2 Raak
aan om naar de opnamemodus te gaan.
3 Raak aan op de opname te starten.
4 Gedurende het proces kunt u de volgende taken uitvoeren:
l Raak aan om de opname te stoppen. Raak aan om verder te gaan met de opname.
l Raak aan om de huidige scène als foto op te slaan.
5 Raak om de opname te voltooien.
Camera en galerij
58
In- en uitzoomen
Spreid twee vingers om in te zoomen of knijp ze samen om uit te zoomen. De beeldkwaliteit kan
worden beïnvloed als u ver inzoomt nadat de maximale optische zoom is bereikt.
De itser inschakelen
Raak het itspictogram in de linkerbovenhoek van de zoeker aan. Er zijn twee opties:
l : Laat de itser aan wanneer u opneemt.
l : Schakel de itser uit.
Modus Groot diafragma
Gebruik de modus Groot diafragma voor close-ups van voorwerpen en personen. Na het maken van
een foto kunt u het scherpstelpunt aanpassen om de achtergrond te vervagen en het onderwerp eruit
te laten springen.
Voor optimale resultaten zorgt u dat het onderwerp zich niet meer dan 2 meter van de camera
bevindt.
1 Open Camera.
2 Raak aan op het bovenste scherm om de modus Groot diafragma te openen.
De modus Groot diafragma is alleen beschikbaar in de modi Foto.
3 Raak de zoeker aan om op een bepaald gebied scherp te stellen.
4 Raak aan in de zoeker en veeg links of rechts om het diafragma aan te passen.
5 Raak aan om een foto te maken.
De vervaging van de achtergrond aanpassen: Open Galerij en raak een foto aan die gelabeld is
met en raak vervolgens aan om het scherpstelpunt en diafragma aan te passen. Raak
aan om de foto op te slaan.
Een perfecte foto maken in Portretmodus
In Portretmodus kunt u uw onderwerpen verfraaien zodat iedereen op de foto er goed uit ziet.
Portretmodus inschakelen voor de camera aan de voorzijde
1 Open
Camera.
2 Tik boven in het scherm op om over te schakelen op de camera aan de voorzijde.
3 Tik boven in het scherm op .
4 Tik in de zoeker op en sleep de schuif dan naar links of rechts om de sterkte van het
schoonheidsniveau in te stellen.
Camera en galerij
59
5 Tik op om de foto te nemen.
Portretmodus inschakelen voor de camera aan de achterzijde
1 Open Camera.
2 Tik boven in het scherm op om over te schakelen naar de camera aan de achterzijde.
3
Tik boven in het scherm op .
4 In de zoeker kunt u:
l Tik op om het bokeh-effect toe te passen.
l Op tikken en de schuif naar links of rechts slepen om de sterkte van het
schoonheidsniveau te selecteren.
5 Tik op om de foto te nemen.
Vervagen van de achtergrond van uw foto's
U kunt de achtergrond van uw foto's vervagen met een bokeh-effect zodat het onderwerp meer
opvalt.
1 Open
Camera.
2 Tik boven in het scherm op .
3 Tik in de zoeker op om de achtergrond te verzachten zodat het onderwerp meer opvalt.
4 Tik op om de foto te nemen.
Bewegend beeldmodus gebruiken
Bewegend beeldmodus neemt beweging op precies wanneer de foto wordt genomen om deze tot
leven te brengen.
1 Open Camera.
2 Tik boven in het scherm op
.
3 Richt, zoals gewoonlijk, de camera op het onderwerp en tik op om de foto te nemen.
Tik op om het bewegend beeld te bekijken.
Vertraagde opname
Neem video's in slow motion op om snel-bewegende scènes in detail te bekijken.
1 Open Camera.
Camera en galerij
60
2 Veeg op het scherm naar rechts en raak vervolgens Slow-mo aan.
3 Raak aan om een video-opname te starten. Raak het scherm aan om tijdens de opname
scherp te stellen op een voorwerp of gebied.
4 Raak aan om de opname te beëindigen.
Opnames in slow motion werken het beste in heldere omgevingen. Om het gedeelte van de
videoclip te selecteren die moet worden afgespeeld in slow motion, raadpleegt u Slow motion-
video's bijsnijden.
Tijdsverloopmodus
Met de modus Tijdsverloop kunt u subtiele veranderingen in de natuur vastleggen en versnellen. U
kunt bijvoorbeeld het openen van een bloem of de beweging van wolken vastleggen.
1 Open
Camera. Veeg naar rechts en raak Tijdsverloop aan.
2 Plaats uw apparaat op een stabiele ondergrond of gebruik een statief. Raak aan om een
video-opname te starten.
De camera selecteert automatisch een framesnelheid in overeenstemming met de lengte van
de opname. De zoom kan tijdens het opnemen niet worden aangepast.
3 Raak aan om de opname te beëindigen.
Wanneer u de video Galerij afspeelt, wordt deze op een hogere framesnelheid afgespeeld. De
framesnelheid wordt automatisch door de camera bepaald en kan niet worden aangepast.
Watermerken aan foto's toevoegen
Voeg watermerken toe om uw foto's een persoonlijk tintje te geven en gemakkelijker te kunnen
onthouden waar ze zijn gemaakt.
1 Open Camera.
2 Veeg naar rechts en raak Watermerk aan.
Wanneer u voor het eerst een watermerk toevoegt, wordt u gevraagd een verbinding met het
internet te maken om informatie over het weer en uw locatie te verkrijgen.
3 Raak aan en selecteer het gewenste watermerktype (zoals tijd of locatie).
U kunt tekst aan bepaalde watermerken toevoegen. Raak het knipperende tekstvak aan, voer
de gewenste tekst in en raak vervolgens aan.
4 Versleep het watermerk om de positie aan te passen.
Raak of aan om een voorbeeld van andere watermerken te bekijken.
5 Raak aan om een foto te maken.
Camera en galerij
61
Audionotities
Voor audionotities toe om uw foto's tot leven te brengen.
1 Open Camera.
2 Veeg naar rechts en raak Audionotitie aan.
3
Kader het beeld dat u wilt vastleggen. Raak aan om een foto met een audionotitie te maken.
4 De camera neemt een korte audioclip van tot 10 seconden op om aan uw foto toe te voegen.
Raak aan om de opname te stoppen.
Foto's met audionotities worden aangeduid door het pictogram
in Galerij.
Wanneer u een foto met een audionotitie bekijkt, raakt u aan om de audionotitie af te spelen.
Opnamemodus selecteren
De lijst met opnamemodi herschikken
Verplaats uw favoriete opnamemodi naar de bovenkant van de lijst, zodat u ze gemakkelijker kunt
vinden.
1 Open Camera.
2 Veeg naar rechts om de lijst met opnamemodi weer te geven.
3 Raak
aan.
4 Sleep moduspictogrammen naar de gewenste positie. Raak aan om de instellingen op te
slaan.
Opnamemodi bijwerken
Werk de opnamemodi van uw camera bij tot de meest recente versie voor verbeterde functies en een
betere beeldkwaliteit.
Open Camera en ga naar de lijst met opnamemodi. Er wordt een rode stip op het pictogram
weergegeven wanneer er een update beschikbaar is. Raak aan en selecteer de opnamemodus die
u wilt bijwerken. Uw apparaat zal nu de meest recente versie downloaden en installeren.
Opnamemodi verwijderen
Verwijder ongewenste opnamemodi om opslagruimte vrij te maken.
Voorgeïnstalleerde opnamemodi kunnen niet worden verwijderd.
1 Open Camera.
2 Veeg naar rechts om de lijst met opnamemodi weer te geven en raak aan.
Camera en galerij
62
3 Opnamemodi die kunnen worden verwijderd, worden aangeduid door het pictogram . Raak
gewoon aan.
4 Raak aan om de geselecteerde modi te verwijderen.
De camera-instellingen congureren
Congureer
de camera-instellingen naar uw wensen.
Instellen van de foto- en videoresoluties
Verhoog de resolutie voor hogere kwaliteit afbeeldingen en video’s. Afbeeldingen met hoge resolutie
nemen meer ruimte in beslag op uw apparaat. Het aanpassen van de resolutie zal ook de dimensies
van de afbeelding wijzigen.
Sommige resoluties kunnen in sommige opnamemodi niet worden ondersteund.
Open Camera. Veeg naar links en tik op Resolutie om de resolutie te wijzigen.
Standaard opslaglocatie voor foto’s en video’s congureren
Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
Open Camera. Veeg naar links en tik op Met prioriteit opslaan op SD-kaart om de standaard
opslaglocatie te veranderen naar de microSD-kaart.
Deze optie is enkel beschikbaar wanneer het apparaat microSD-kaarten ondersteunt en er een
microSD-kaart is ingevoegd. Als de microSD-kaart vol is zullen foto’s worden opgeslagen in de
interne opslag van uw apparaat.
Een raster toevoegen
Voeg een spiraal of raster toe in de zoeker om u te helpen bij het nemen van uw foto.
Sommige opnamemodi ondersteunen het gebruik van rasters niet.
Open
Camera. Veeg naar links op het scherm, tik op Cameraraster en selecteer dan een raster.
Tik op Uit om het raster uit te schakelen.
De volumeknopfunctie congureren
De volumeknop fungeert standaard als de sluiterknop. U kunt de functie van de volumeknop wijzigen
om de zoom of focus ermee aan te passen.
Open Camera. Veeg naar links op het scherm. Tik op Functie volumeknop en selecteer naar uw
wens Sluiter, Zoomen, of Brandpuntsafstand vergrendelen.
Aantik-instellingen voor de sluiter congureren
Houd, in de standaard instelling, de sluiter aangetikt om burst-opnames te nemen. U kunt de functie
van de sluiter wijzigen om de brandpuntsafstand te vergrendelen.
Camera en galerij
63
Open Camera. Veeg naar links op het scherm. Tik op Sluiterknop vasthouden en selecteer naar
uw wens Burst-modus of Brandpuntsafstand vergrendelen.
Andere camera-instellingen
Uw camera heeft ook andere instellingen om u te helpen met het nemen van afbeeldingen van hoge
kwaliteit in diverse scenario’s.
Sommige instellingen kunnen in sommige opnamemodi niet worden ondersteund.
Veeg links op de zoeker om de volgende instellingen te congureren:
l Tik aan voor opname: Tik op de zoeker om een foto te nemen.
l Glimlach opnemen: De camera zal automatisch een foto nemen wanneer die een glimlach
detecteert.
l Voorwerp volgen: Tik op het object waarop u de focus wilt hebben. De camera zal de focus op
het geselecteerde object houden en dat volgen.
l Aanpassing afbeelding: Pas verzadiging, contrast en helderheid aan.
Foto's en video's bekijken
Foto's in de modus voor volledig scherm bekijken
Open
Galerij en raak een foto aan om deze in volledig scherm te bekijken. Raak het scherm aan
om het menu te tonen of verbergen.
Wanneer u foto's in de modus voor volledig scherm bekijkt, kunt u:
l In- of uitzoomen: Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen of knijp twee vingers samen om
uit te zoomen.
l Afbeeldingsdetails bekijken: Raak aan om de afbeeldingsdetails, zoals het ISO,
belichtingscompensatie en de resolutie.
l Foto hernoemen: Raak > Hernoemen aan. Voer een nieuwe naam in en selecteer OK.
l Stel een foto in als achtergrond voor het startscherm of wijs de foto toe aan een
contactpersoon: Raak > Instellen als > Achtergrond or Foto van contactpersoon aan.
l Automatisch draaien inschakelen: In
Galerij raakt u > Instellingen > Fotostand >
Altijd draaien aan om foto's te draaien wanneer u de schermstand wijzigt.
Foto's en video's in chronologische volgorde bekijken
Ga naar het tabblad Foto's. De foto's en video's worden automatisch in chronologische volgorde
weergegeven. Raak > Instellingen aan en schakel Tijd weergeven in om de datum weer te
geven waarop de foto is genomen.
Op het tabblad Foto's kunt u in/uitzoomen om tussen maand- en dagweergave te schakelen.
Camera en galerij
64
Foto's weergeven per locatie
Als GPS-tag in Camera is ingeschakeld, kunt u foto's en video's op locatie bekijken in Galerij.
Ga naar het tabblad Foto's en raak aan om uw foto's met geotags op een kaart te bekijken.
Foto's en video's album voor album bekijken
Ga naar het tabblad Albums. Foto's en video's worden automatisch in de standaardmappen
gesorteerd. Video's die u bijvoorbeeld met de camera opneemt, worden automatisch toegevoegd aan
de map Cameravideo’s en schermafdrukken aan de map Schermafbeeldingen.
Raak > Albums verbergen aan en schakel de schakeloptie naast de albums die u wilt
verbergen in. Deze albums worden niet weergegeven in de albumlijst.
Foto's weergeven als diapresentatie
Gaar naar de het tabblad Foto's en raak > Diavoorstelling aan. Raak het scherm aan om
diapresentatie te stoppen.
Albums organiseren
Foto's of video's aan een nieuw album toevoegen
1 Open Galerij.
2 Raak op het Albums-tabblad aan. Voer de naam van het album in en raak OK aan.
3 Selecteer de afbeeldingen of video's die u aan het nieuwe album wilt toevoegen en raak
vervolgens aan.
4 Raak Kopiëren of Verplaatsen aan om geselecteerde bestanden toevoegen aan het nieuwe
album.
Als u de bestanden naar een nieuw album kopieert, worden de oorspronkelijke bestanden
opgeslagen. Als u de bestanden naar een nieuw album verplaatst, worden de oorspronkelijke
bestanden verwijderd.
Verplaatsen van foto’s en video’s
Combineer foto’s en video’s uit verschillende albums.
1 Open
Galerij.
2 Ga naar het Albums-tab en open het gewenste fotoalbum. Houdt u de foto of video die u wilt
verplaatsen aangetikt tot
verschijnt en selecteert u dan de bestanden die u wilt verplaatsten.
3 Tik op .
4 Selecteer het album van bestemming.
Bestanden worden verwijderd in het originele album nadat deze zijn verplaatst.
Camera en galerij
65
Hoogtepunten
Uw apparaat zal foto’s en video’s selecteren uit Galerie om gepersonaliseerde albums te maken
waarvan dan automatisch diavoorstellingen zullen worden gemaakt. Het herbeleven van uw favoriete
momenten was nog nooit zo makkelijk.
l Schakel GPS-tag in voor het nemen van een foto om geotagging in te schakelen.
l Deze functie vereist een internetverbinding.
l Hoogtepunten worden alleen gemaakt wanneer uw apparaat oplaadt en het batterijniveau ten
minste 10% is.
1
Open Galerij.
2 Ga naar het Ontdek meer-tab om uw hoogtepunten te bekijken.
l Tik op om diavoorstellingen te bekijken in HOOGTEPUNTEN. U kunt op de opties onderin
het scherm tikken om het sjabloon en de achtergrondmuziek voor uw video’s te personaliseren,
dan opslaan en uw video’s delen.
l Tik op om de naam van een album te wijzigen en volg de instructies op het scherm.
l Tik op om een album te verwijderen en volg de instructies op het scherm.
l Houd een foto in een album aangetikt om een album te delen of verplaatsen en volg de
instructies op het scherm.
Albums verplaatsen
Schoon uw fotoverzameling op door minder belangrijke albums te verplaatsen en samen te voegen in
één album.
l De albums Camera, Cameravideo’s en Schermafbeeldingen kunnen niet worden verplaatst
naar Andere.
l Als u een album gemaakt door een derde app verplaatst naar Andere, zal de app blijven
functioneren.
1 Open Galerij.
2 Op de tab Albums, houd de doelalbum aangeraakt en selecteer de albums die hiernaar moeten
worden verplaatsen.
3 Raak
aan om het/de geselecteerde album(s) te verplaatsen naar Andere.
In Andere houd een album aangeraakt en raak vervolgens aan om het album terug te zetten
naar zijn oorspronkelijke locatie.
Albums herschikken
Verander de volgorde waarin albums worden weergegeven, zodat u altijd uw favoriete foto's kunt
vinden.
Camera en galerij
66
U kunt Camera of Schermafbeeldingen niet herschikken.
1 Open Galerij.
2 Ga naar de tab Albums en houd vervolgens een album aangeraakt totdat links van al uw
albums verschijnt.
3 Houd naast het album dat u wilt verplaatsen aangeraakt en sleep het naar de gewenste
locatie. Sluit af om de wijzigingen op te slaan.
Foto's en video's verwijderen
1 Open
Galerij.
2 Houd een afbeelding of album aangeraakt om de interface voor bestandsselectie te openen en
selecteer dan de bestanden die u wilt verwijderen.
3 Raak > Verwijderen aan.
Een foto bewerken
De Galerie-app bevat krachtige fotobewerkingsprogramma's die u kunt gebruiken om grafti te
tekenen, watermerken toe te voegen of lters toe te passen.
1 Open
Galerij.
2 Raak een afbeelding aan om deze op volledig scherm weer te geven. In de volledige
schermweergave, raak aan om de foto-editor te openen en bewerk uw foto met behulp van
de beschikbare tools.
l Een afbeelding draaien: Raak aan en veeg over het scherm om de draaihoek aan te
passen.
Camera en galerij
67
Wijzigingen ongedaan maken
Verticaal roteren
Spiegelafbeelding
Over het scherm vegen om de
afbeelding te draaien
Gedeelte van afbeelding dat na rotatie
bewaard moet blijven
l Een afbeelding bijsnijden : Raak aan om de bijsnijverhouding te selecteren. Sleep de
stippelranden om de afbeelding bij te snijden tot de gewenste afmetingen.
l Een lter toevoegen: Raak aan en selecteer het gewenste lter.
l Kleuren accentueren: Tik op en selecteer een deel van de foto om de kleur te
accentueren. Alle andere delen worden in zwart-wit getoond.
Camera en galerij
68
l Een afbeelding vervagen: Raak aan. Sleep de schuifbalk om de hoeveelheid vervaging
aan te passen. Sleep de cirkel naar het deel van de afbeelding dat u niet wilt vervagen.
l Afbeeldingsparameters aanpassen: Raak aan. U kunt de helderheid, het contrast, de
verzadiging en andere aspecten aanpassen om een afbeelding er levendiger uit te laten zien.
l Gezichtsverbeteringseffecten toepassen: Raak
aan om gezichtsverbeteringseffecten op
personen in een afbeelding toe te passen. U kunt kiezen uit verschillende huid- en
oogverbeteringseffecten.
l Mozaïekeffecten toepassen: Raak aan en selecteer het gewenste mozaïekeffect.
l Grafti tekenen: Raak aan om de kwast en kleur te selecteren.
l Een watermerk toevoegen: Raak aan om een watermerk toe te voegen en uw foto te
personaliseren. U kunt kiezen uit tijd, locatie, weer, activiteit en andere watermerken.
l Een label toevoegen: Raak aan en selecteer het gewenste labeltype en lettertype. U kunt
labels gebruiken om uw gemoedstoestand of gedachten vast te leggen.
Video's bewerken
Een video bewerken
Selecteer hoogtepunten uit video's en sla ze op als afzonderlijke bestanden.
Camera en galerij
69
Lengte van bijgesneden video
Wijzigingen afbreken
Wijzigingen opslaan
Toets afspelen/pauzeren
Resolutie-instellingen
Bijgesneden video
Videobijsnijdschuif
1 Open Galerij.
2 Selecteer de video die u wilt bewerken en raak aan.
3 Op het videobewerkingsscherm versleept u de schuifknoppen voor het selecteren van het gedeelte
van de video dat u wilt behouden.
U kunt aanraken om een voorbeeld van de video te bekijken.
4 Raak aan om de video bij te snijden en op te slaan.
Als u de resolutie wilt wijzigen, selecteert u een resolutie op het videobewerkingsscherm. Video's met
hogere resolutie nemen meer ruimte in op uw apparaat.
Slow motion-video's bijsnijden
Gebruik het videobewerkingstool in Galerie om slow motion-video's bij te snijden.
1 Open Galerij.
2 Raak de slow motion-video aan die u wilt bewerken en raak
om de weergave te starten.
3 Raak het scherm aan om de bewerkingsinterface voor slowmotions weer te geven. Sleep de
schuifknoppen om het gedeelte te selecteren die u in slow motion wilt bekijken.
U kunt de bewerkte slow motion-video als afzonderlijke video opslaan door >
Vertraagde opname opslaan op de bewerkingsinterface aan te raken.
Galerie congureren
Opnametijd en locatie weergeven
U kunt de opnametijd en locatie zien bij het bekijken van de foto's.
Camera en galerij
70
1 Open Galerij.
2 Raak > Instellingen aan.
3 U kunt de volgende twee instellingen congureren:
l Schakel Locatie weergeven in. Wanneer u een foto met geotag bekijkt, wordt de locatie van
de foto weergegeven.
l Schakel Tijd weergeven in. Wanneer u een foto bekijkt, wordt de datum en tijd waarop de foto
werd genomen, weergegeven.
Camera en galerij
71
Oproepen en contactpersonen
Bellen
Slim kiezen
Voer de naam, de initialen of het nummer van een contact in de kiezer in. Uw apparaat geeft de
overeenkomende resultaten weer.
1 Open Telefoon.
2 Voer de naam, de initialen of het nummer van een contact in de kiezer in (bijvoorbeeld Jan Smit of
JS). Uw apparaat doorzoekt uw contactpersonen en telefoonlogboek en toont de resultaten boven
de kiezer.
Kiezer verbergen
Backspace
3 Selecteer de contactpersoon die u wilt bellen in de lijst. Als uw apparaat twee SIM-kaarten
ondersteunt, raakt u
1
of
2
aan om een oproep te plaatsen.
De oproepstatus wordt op het scherm weergegeven (bijvoorbeeld belt of oproep
doorschakelen).
4 Raak aan om de oproep te beëindigen.
Om een oproep te beëindigen met behulp van de aan/uit-knop, gaat u naar Telefoon,
raakt u > Instellingen aan en schakelt u Aan/uit-knop beëindigt oproep in.
Een oproep plaatsen vanuit contactpersonen
1 Open
Contacten.
72
2 Raak de zoekbalk aan en voer de naam of initialen in van de persoon die u wilt bellen.
3 Raak het contactnummer aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
1
of
2
aan om een oproep te plaatsen.
Een oproep plaatsen vanuit het telefoonlogboek
1 Open Telefoon.
2 Veeg de lijst omhoog en omlaag om alle oproepen te bekijken. Raak de naam of het nummer aan
van de persoon die u wilt bellen. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
1
of
2
aan om een oproep te plaatsen.
Contactpersonen bellen wanneer het scherm is uitgeschakeld
U kunt personen snel bellen wanneer het scherm is uitgeschakeld.
1 Open Telefoon.
2 Raak > Instellingen > Snel bellen aan en schakel Snel bellen in.
Houd de knop voor lager volume een seconde ingedrukt wanneer het scherm is uitgeschakeld.
Wanneer u het waarschuwingsgeluid hoort, laat u de knop voor lager volume los en zegt u de naam
van de contactpersoon die u wilt bellen. Het apparaat zal hun nummer kiezen.
Een noodoproep plaatsen
In een noodgeval kunt u noodoproepen plaatsen vanaf uw apparaat, zelfs zonder SIM-kaart. U moet
zich echter wel in een gebied met mobiele dekking bevinden.
1 Open
Telefoon.
U kunt ook
Noodoproep aanraken vanaf uw vergrendelingsscherm.
2 Voer het alarmnummer voor uw locatie in de kiezer in en raak vervolgens aan.
Oproepen en contactpersonen
73
De mogelijkheid om noodoproepen te plaatsen is afhankelijk van de lokale voorschriften en
providers in uw regio. Een slechte netwerkdekking of interferentie vanuit de omgeving kunnen
voorkomen dat uw oproep verbonden wordt. Vertrouw in een noodsituatie voor essentiële
communicatie nooit uitsluitend op uw apparaat.
Oproepen beantwoorden
Een oproep beantwoorden of weigeren
Druk op de volumeknop om de beltoon te dempen wanneer een oproep binnenkomt.
Als het scherm vergrendeld is:
l Sleep naar rechts om de oproep te beantwoorden.
l Sleep naar links om de oproep te weigeren.
l Tik op om de oproep te weigeren en een SMS te sturen.
l Tik op om een herinnering in te stellen om later terug te bellen.
Als het scherm niet vergrendeld is:
l Tik op om de oproep te beantwoorden.
l Tik op om de oproep te weigeren.
l Tik op om de oproep te weigeren en een SMS te sturen.
l Tik op om een herinnering in te stellen om later terug te bellen.
Oproepen en contactpersonen
74
Als u een oproep ontvangt wanneer u tekst invoert of terwijl u volledig schermmodus gebruikt
(bijvoorbeeld wanneer u een afbeelding bekijkt of een game speelt) zal de inkomende oproep
bovenin het scherm in een zwevend venster worden weergegeven. Tik op om de oproep te
beantwoorden of op om de oproep te weigeren.
Schakelen tussen gesprekken
Zorg dat u Oproep in wacht hebt ingeschakeld voordat u deze functie gaat gebruiken. Neem voor
meer informatie contact op met uw mobiele provider.
1 Als u een binnenkomende oproep ontvangt terwijl u een ander gesprek voert, raakt u aan. U
kunt de binnenkomende oproep nu beantwoorden terwijl de andere lijn in de wacht wordt gezet.
2 U kunt tussen de twee gesprekken wisselen door
aan te raken of het gesprek dat in de wacht
staat te selecteren.
Een telefonische vergadering starten
Zet een telefonische vergadering op met behulp van de functie voor het bellen van meerdere partijen.
Bel het nummer van een van de contactpersonen (of ontvang een oproep) en bel dan een ander
nummer om dit aan de telefonische vergadering toe te voegen.
Telefonisch vergaderen moet door uw provider worden ondersteund. Controleer of u deze service
hebt geactiveerd. Neem voor meer informatie contact op met uw mobiele provider.
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Zodra de oproep is verbonden, raakt u aan en kiest u het nummer van de tweede deelnemer.
De eerste deelnemer wordt in de wacht gezet.
Oproepen en contactpersonen
75
3 Wanneer de tweede oproep is verbonden, raakt u aan om een telefonische vergadering te
starten.
4 Herhaal stap 2 en 3 om meer mensen aan de vergadering toe te voegen.
5 Tijdens een gesprek raakt u aan om de lijst met deelnemers weer te geven. U kunt:
l Raak naast een contactpersoon aan om die contactpersoon uit het gesprek te verwijderen.
l Raak naast een contactpersoon aan om de contactpersoon uit de telefonische vergadering
te verwijderen en in een afzonderlijk gesprek te houden.
l Raak aan om naar het hoofdscherm voor gesprekken terug te keren.
6 Raak aan om de telefonische vergadering te beëindigen.
Gespreksopties
Bedek de microfoon niet tijdens een oproep.
Tijdens een oproep geeft uw apparaat een belmenu weer.
Oproepen en contactpersonen
76
Geluid gesprek
dempen
Drieweggesprek
beginnen
Numeriek display
weergeven/verbergen
Oproep beëindigen
Contactpersonen
weergeven
Aantekeningen
bekijken
Kalender bekijken
Dit gesprek in de
wacht zetten
Hands-freemodus
inschakelen
l Verberg het belmenu: Tik op Home of Terug. Tik op de groene statusbalk bovenin het
scherm om terug te keren naar het belmenu.
l Start een oproep met drie personen: Neemt u contact op met uw provider voor meer informatie
over deze functie.
l Volume aanpassen: Druk op de volume-omhoogknop om het volume te verhogen of de volume-
omlaagknop om het te verlagen.
Oproepen en contactpersonen
77
Beheer van telefoonlogboeken
Gemiste oproepen bekijken
1 Open Telefoon.
2 Om alle gemiste oproepen weer te geven, raakt u het tabblad Gemist aan en sleept u naar
beneden in het telefoonlogboek.
U kunt gemiste oproepen ook in het tabblad Alle bekijken. Gemiste oproepen worden in rood
gemarkeerd.
3 Raak naast een telefoonlogboek aan om terug te bellen, een bericht te sturen en meer.
Beheer van onbekende nummers in het telefoonlogboek
1 Open
Telefoon.
2 Raak Onbekend aan.
3 Selecteer een nummer en raak aan. U kunt:
l Het nummer aan uw contactpersonen toevoegen: Raak
aan om een nieuwe
contactpersoon te maken of raak aan om het nummer aan een bestaande contactpersoon
toe te voegen.
l Nummer aan zwarte lijst toevoegen: Raak > Voeg toe aan zwarte lijst aan.
l Nummer delen: Raak > Nummer verzenden aan om het nummer als sms te verzenden.
Telefoonlogboeken samenvoegen
Telefoonlogboeken die tot dezelfde contactpersoon of hetzelfde nummer behoren samenvoegen om
uw telefoonlogboek georganiseerd te houden.
1 Open
Telefoon.
2 Raak > Instellingen > Telefoonlogboek organiseren aan.
3 Raak Op contact aan. Uw apparaat voegt telefoonlogboeken die bij dezelfde contactpersoon of
hetzelfde nummer horen, automatisch samen. Raak
naast een telefoonlogboek aan om de
gedetailleerde informatie van het telefoonlogboek te bekijken.
De oproepgeschiedenis wissen
Open
Telefoon. U kunt het telefoonlogboek op twee manieren wissen:
l Eén vermelding verwijderen: Houd een logboekvermelding aangeraakt en raak vervolgens
Invoer verwijderen aan.
Oproepen en contactpersonen
78
l Meerdere vermeldingen verwijderen: Raak aan. Selecteer de vermeldingen die u wilt
verwijderen en raak vervolgens aan.
Back-up van telefoonlogboek maken
1 Open Back-up.
2 Raak Back-up > SD-kaart of Interne opslag aan om een back-up van het telefoonlogboek op
een microSD-kaart of in het interne geheugen van uw apparaat op te slaan.
3 Selecteer Oproeplogboek en raak Back-up aan.
4 Volg de instructies op het scherm om een wachtwoord te
congureren.
Gespreksinstellingen
Oproep doorschakelen inschakelen
Als u niet in staat bent een oproep aan te nemen, kunt u uw apparaat congureren om oproepen
door te schakelen naar een ander nummer.
1 Open Telefoon.
2 Raak > Instellingen aan.
3 Raak Oproep doorschakelen aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u SIM 1
of SIM 2 aan. Vervolgens raakt u Oproep doorschakelen aan.
4 Selecteer een methode van het doorsturen van de oproep. Voer het nummer van de bestemming
in en raak Inschakelen aan.
Wanneer oproep doorschakelen is ingeschakeld, schakelt uw apparaat bepaalde oproepen (zoals
onbeantwoorde oproepen) door naar het opgegeven nummer.
Oproep in wacht inschakelen
Met de functie Oproep in wacht kunt u een binnenkomende oproep aannemen terwijl u al een
gesprek voert, en tussen de twee gesprekken wisselen.
U moet mogelijk contact met uw provider opnemen om deze functie in te schakelen.
1 Open Telefoon.
2 Raak
> Instellingen aan.
3 Raak Aanvullende instellingen en schakel Wisselgesprek in. Als uw apparaat twee SIM-kaarten
ondersteunt, raakt u SIM 1 of SIM 2 aan. Vervolgens raakt u Aanvullende instellingen aan en
schakelt u Wisselgesprek in.
Als u een binnenkomende oproep ontvangt terwijl u al een gesprek voert, raakt u aan om de
nieuwe oproep te beantwoorden en
om tussen de twee gesprekken te wisselen.
Oproepen en contactpersonen
79
Zakmodus inschakelen
Schakel de pocket-modus in om te zorgen dat u geen oproepen mist wanneer u uw apparaat in uw
zak hebt. Het beltoonvolume zal geleidelijk toenemen wanneer u een oproep ontvangt.
1 Open Telefoon.
2 Raak > Instellingen aan.
3
Schakel Pocket-modus in.
Wanneer de zakmodus is ingeschakeld, zal het beltoonvolume geleidelijk toenemen wanneer u een
oproep ontvangt terwijl uw apparaat in uw zak of in een tas zit.
Oproepen weigeren met een sms
Stuur een vooraf gedenieerde sms wanneer u niet beschikbaar bent om een oproep te
beantwoorden.
1 Open Telefoon.
2 Raak > Instellingen > Oproepen weigeren met SMS aan.
3 Raak een vooraf
gedenieerde sms aan om de inhoud van het bericht te bewerken. Als u klaar
bent, raakt u OK aan om de sms op te slaan.
Wanneer u niet beschikbaar bent om een binnenkomende oproep te beantwoorden, raakt u aan
en selecteert u een vooraf gedenieerde sms om naar de beller te sturen.
Het intimidatielter congureren
Het intimidatielter blokkeert automatisch oproepen en sms-berichten van onbekende nummers of
nummers op de zwarte lijst.
1 Open Telefoon.
2 Raak > Geblokkeerd aan.
3 Raak
aan om de instellingen van het intimidatielter en de zwarte lijst te congureren.
Oproepen en contactpersonen
80
U kunt de instellingen van het intimidatielter en de zwarte lijst ook congureren in Telefoon
beheer > Geblokkeerd > .
De beltoon van oproepen congureren
Kies uit een selectie systeembeltonen of kies een liedje uit uw muziekbibliotheek.
Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open Telefoon.
2 Ga naar > Instellingen > Beltoon telefoon. Kies een systeembeltoon of selecteer een liedje
uit uw muziekbibliotheek.
U kunt in plaats daarvan ook naar Instellingen > Geluid gaan, Beltoon en trillen aanraken en
vervolgens de instellingen van de beltoon
congureren.
Een visitekaartje maken
Maak een visitekaartje om uw contactgegevens snel te delen. U kunt uw contactgegevens delen door
de QR-code te scannen of door het visitekaartje te verzenden met behulp van een chatdienst zoals
WhatsApp.
1 Open
Contacten.
2 Raak Mij aan.
3 Stel uw
proelfoto in. Voer uw naam, het bedrijf, telefoonnummer en andere contactgegevens in
en raak dan aan. Uw apparaat maakt automatisch een visitekaartje aan met een QR-code.
Uw visitekaartje delen: Raak aan. Selecteer de indeling van het kaartje en de deelmethode.
Volg verder de instructies op het scherm.
Oproepen en contactpersonen
81
Een nieuwe contactpersoon maken
Een contactpersoon maken
1 Open Contacten.
2 Raak aan. Raak Contact aanmaken aan als u voor het eerst een contactpersoon maakt.
3
Selecteer een locatie in het optiemenu om de contactpersoon op te slaan.
Het aantal contactpersonen dat u op uw apparaat kunt opslaan, hangt af van de grootte van
het interne geheugen op uw apparaat. Het aantal SIM-kaartcontactpersonen die u kunt
opslaan varieert afhankelijk van de opslagcapaciteit van uw SIM-kaart.
4 Raak de proelfoto van de contactpersoon aan om een foto te kiezen. Voer de naam van de
contactpersoon, het bedrijf, het telefoonnummer en andere contactgegevens in en raak vervolgens
aan.
l Als u de verjaardag van de contactpersoon toevoegt, zal uw apparaat automatisch in
Agenda een herinnering aan de verjaardag maken.
l De foto van de contactpersoon wordt weergegeven wanneer deze persoon u belt. Andere
contactgegevens, zoals bedrijfsnaam en functienaam, worden ook weergegeven.
U kunt ook telefoonnummers, e-mail adressen en andere contactgegevens toevoegen aan uw
contactpersonen in het telefoonlogboek Berichten of E-mail.
Snel contactdetails toevoegen
U kunt contactgegevens sneller op uw apparaat invoeren. U kunt eenvoudig visitekaartjes scannen of
er een foto van maken en automatisch namen, telefoonnummers en andere informatie aan uw
contact toevoegen.
1 Open
Contacten.
2 Raak Visitekaartjes > Scannen aan.
3 U kunt:
l Een foto van één kaartje maken: Plaats het visitekaartje op een plat oppervlak. Pas het
zoekerkader aan zodat het kaartje tussen de hulplijnen past. Vervolgens raakt u
aan.
Oproepen en contactpersonen
82
l Een foto van meerdere kaartjes maken: Schakel over op de modus Burst en volg de
instructies op het scherm.
Als u klaar bent met het scannen of maken van foto's, wordt de contactgegevens automatisch
opgeslagen naar Visitekaartjes.
Uw QR-code delen
Deel uw QR-code met uw vrienden, zodat ze uw contactpersonen snel kunnen toevoegen. Raak op
het scherm met contactgegevens de QR-code boven aan het scherm aan om uw persoonlijke QR-code
weer te geven.
Contactpersonen importeren en exporteren
Contactpersonen importeren vanaf een opslagapparaat
1 Open
Contacten.
2 Raak
> Importeren/Exporteren > Importeren uit opslag aan.
Oproepen en contactpersonen
83
3 Selecteer een of meer .vcf-bestanden en raak vervolgens OK aan.
Contactpersonen exporteren naar een opslagapparaat
1 Open Contacten.
2 Raak > Importeren/Exporteren > Exporteren naar opslag > Exporteren aan.
3 Geef aan waar u de contactpersonen vandaan wilt exporteren en raak OK aan.
Standaard wordt het geëxporteerde .vcf-bestand opgeslagen in de bronmap in het interne geheugen
van uw apparaat. Open Bestanden om het geëxporteerde bestand te bekijken.
Contactpersonen importeren vanaf een SIM-kaart
1 Open
Contacten.
2 Raak
> Importeren/Exporteren > Importeren vanaf SIM aan. Als uw apparaat dual-SIM
ondersteuning heeft, raakt u > Importeren/Exporteren aan en kiest u de SIM-kaart waaruit
u uw contactpersonen wilt importeren.
3 Selecteer de contactpersonen die u wenst te importeren en raak vervolgens aan.
4 Kies de locatie. Uw apparaat zal de contactpersonen automatisch importeren.
Contactpersonen exporteren naar een SIM-kaart
1 Open Contacten.
2 Raak > Importeren/Exporteren > Exporteren naar SIM aan. Als uw apparaat meerdere
SIM-kaarten ondersteunt, raakt u aan > Importeren/Exporteren en kiest u de SIM-kaart
waaruit u uw contactpersonen wilt exporteren.
3 Selecteer de contactpersonen die u wenst te exporteren en raak vervolgens aan.
4 Raak Doorgaan aan.
Contactpersonen beheren
Een contactpersoon bewerken
Na het maken van een contact kunt u de contactinformatie op elk gewenst moment bewerken. U
kunt onder andere standaardgegevens toevoegen of verwijderen, zoals telefoonnummers of e-
mailadressen. U kunt een aangepaste beltoon kiezen en een verjaardag, bijnaam of foto toevoegen.
Contactfoto's kunnen niet worden toegevoegd voor contactpersonen die op uw SIM-kaart zijn
opgeslagen.
1 Open Contacten.
2 Houd de te bewerken contactpersoon aangeraakt en raak vervolgens Bewerken aan.
Oproepen en contactpersonen
84
3 Raak het portret van de contactpersoon aan om een andere foto te kiezen. Werk de informatie
van de contactpersoon bij en raak dan aan.
Meerdere nummers aan één contactpersoon toevoegen: Selecteer een contactpersoon in de
lijst met contactpersonen en raak Bewerken > Telefoonnummer toevoegen aan.
Dubbele contactpersonen samenvoegen
Wanneer u contactpersonen vanuit verschillende bronnen aan uw apparaat toevoegt, kan het zijn dat
u met dubbele vermeldingen komt te zitten. Deze dubbele vermeldingen kunnen worden
samengevoegd om uw contacten overzichtelijk te houden.
1
Open Contacten.
2 Raak > Contacten organiseren > Dubbele contacten samenvoegen aan.
3 Selecteer de contactpersonen die u wilt samenvoegen en raak vervolgens aan.
Contactpersonen verwijderen
1 Open
Contacten.
2 Raak > Contacten organiseren > Verwijder contacten per groep aan.
3 Selecteer de contactpersonen die u wilt verwijderen en raak vervolgens
aan.
4 Raak Verwijderen aan.
Houd in plaats daarvan een contactpersoon aangetikt totdat er een pop-upvenster verschijnt.
Selecteer van hieruit Verwijderen om de contactpersoon te verwijderen.
Contactgeschiedenis verwijderen
Verwijder belrecords en sms-berichten per contactpersoon om uw privacy te beschermen.
1 Open Contacten.
2 Selecteer een contactpersoon en raak
> Spoor wissen > Wissen aan.
Uw apparaat verwijdert alle belrecords en sms-berichten voor de geselecteerde contactpersoon.
Contactpersonen aan de zwarte lijst toevoegen
1 Open
Contacten.
2 Houd de contactpersoon die u aan de zwarte lijst wilt toevoegen ingedrukt en raak dan Voeg toe
aan zwarte lijst aan.
Uw apparaat blokkeert dan automatisch binnenkomende oproepen en sms-berichten van
contactpersonen op de zwarte lijst.
Oproepen en contactpersonen
85
l Contactpersonen op de zwarte lijst bekijken: Open Telefoonbeheer en raak
Geblokkeerd > aan. Raak Zwarte lijst met nummers aan om de contactpersonen op de
zwarte lijst te bekijken.
l Contactpersonen uit de zwarte lijst verwijderen: Open Contacten. Houd de
contactpersoon die u uit de zwarte lijst wilt verwijderen ingedrukt en raak dan Verwijderen
van zwarte lijst aan.
Contactpersonen met onvolledige informatie identiceren
1 Open Contacten.
2 Raak > Contacten organiseren > Contacten met onvolledige informatie aan.
3 Uw apparaat geeft een lijst weer met contactpersonen waarvan de informatie onvolledig is. U kunt
dan kiezen of u de ontbrekende informatie wilt toevoegen of de ongewenste contactpersonen wilt
verwijderen.
Zoeken naar contactpersonen
U kunt zoeken naar contactpersonen die zijn opgeslagen in het apparaat, op de SIM-kaart of die aan
een online account zijn gekoppeld.
Contactpersonen zoeken
1 Open Contacten.
Om completere zoekresultaten te ontvangen, zorgt u ervoor dat Contactpersonen is
gecongureerd voor het weergeven van al uw contactpersonen. Op het
contactpersonenscherm raakt u > Weergavevoorkeuren aan en selecteert u Alle
contacten.
2 Op de lijst met contactpersonen kunt u:
l Veeg in de contactlijst omhoog of omlaag.
l Veeg in de index aan de rechterkant van het scherm omhoog of omlaag om door uw
contactpersonen te bladeren.
l Voer de naam, de initialen, het telefoonnummer, het e-mailadres of andere informatie in de
zoekbalk boven aan de contactlijst in. De zoekresultaten worden eronder weergegeven.
U kan meerdere trefwoorden invoeren, zoals "Tom New York". Het systeem zal de
contactpersonen vinden die aan de zoekcriteria voldoen.
3 Selecteer een contact. Vervolgens kunt u de contactpersonen bellen of sms'en, of de
contactgegevens bewerken.
Als er een foutbericht verschijnt of als u een contactpersoon niet kunt vinden, raakt u >
Contacten organiseren aan en selecteert u Indexgegevens opnieuw aanmaken.
Oproepen en contactpersonen
86
Vanuit het startscherm naar een contactpersoon zoeken
1 Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven.
2 Voer een of meerdere trefwoorden in (zoals de naam van de contactpersoon of het e-mailadres).
De zoekresultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
U kan meerdere trefwoorden invoeren, zoals "Tom New York". Het systeem zal
contactpersonen vinden die aan de zoekcriteria voldoen.
3 Selecteer een contact. Vervolgens kunt u de contactpersonen bellen of sms'en, of kunt u de
contactinformatie bewerken.
Contactpersonen delen
vCard van contactpersoon delen
1 Open Contacten.
2 Raak
> Importeren/Exporteren > Contacten delen aan.
3 Selecteer de contactpersonen die u wilt delen of raak Alles selecteren aan om alle
contactpersonen te selecteren en raak vervolgens Delen aan.
4 Kies uw deelmethode en volg de instructies op het scherm.
QR-code van een contactpersoon delen
1 Open
Contacten
2 Selecteer de contactpersoon die u wilt delen. Raak de QR-code aan en selecteer Delen.
3 Kies uw deelmethode en volg de instructies op het scherm.
Als het andere apparaat een camera heeft die QR-codes kan scannen, kunt u een
contactpersoon ook delen door de QR-code van de contactpersoon te scannen.
Een contactpersoon aan uw favorieten toevoegen
Voeg mensen waar u vaak contact mee hebt toe aan uw favorieten, zodat u ze gemakkelijker kunt
vinden.
1 Open
Contacten.
2 Houd de contactpersoon die u aan uw favorieten wilt toevoegen aangeraakt en raak vervolgens
Toevoegen aan favorieten aan.
Raak tijdens het bekijken van uw contactpersonen ingedrukt om de contactpersoon aan
uw favorieten toe te voegen.
Oproepen en contactpersonen
87
l Contactpersonen toevoegen aan uw favorieten in batch: Raak Toevoegen aan en kies de
contactpersoon die u wilt toevoegen. Raak vervolgens aan. Als de contactpersoon al is
toegevoegd, raakt u aan om de contactpersoon aan uw favorieten toe te voegen.
l Uw favorieten bewerken: Raak Bewerken aan op het favorieten-scherm. Sleep naast een
contactpersoon om de positie van de contactpersoon in uw favorietenlijst te veranderen.
l contactpersonen uit uw favorieten verwijderen: Raak Bewerken aan op het favorieten-scherm.
Selecteer de contactpersonen die u uit uw favorieten wilt verwijderen en raak Verwijderen aan.
Contactfoto's wijzigen
Contactfoto's kunnen niet worden toegevoegd voor contactpersonen die op uw SIM-kaart zijn
opgeslagen.
1 Open Contacten.
2 Houd de te bewerken contactpersoon aangeraakt en raak vervolgens Bewerken aan.
3 Raak de foto van de contactpersoon aan. U kunt kiezen om een foto uit de galerij te selecteren of
een foto met de camera te maken.
4 Raak
aan.
De foto van de contactpersoon wordt weergegeven wanneer deze persoon u belt.
Belrecords voor individuele contactpersonen maken
1 Open
Contacten.
2 Selecteer de gewenste contactpersoon en raak vervolgens Telefoonlogboek aan.
3 Veeg omhoog in de lijst om alle vermeldingen te bekijken. U kunt:
l Raak een vermelding aan om de contactpersoon te bellen.
l Raak
> Verwijderen aan om alle contactpersonen te verwijderen.
l Hou een contactpersoon aangeraakt om het te verwijderen of om te bewerken alvorens te
bellen.
Een beltoon aan een contactpersoon toewijzen
U kunt een unieke beltoon aan veelgebruikte contactpersonen toewijzen, zodat u gemakkelijk herkent
wie contact met u opneemt.
1 Open Contacten.
2 Selecteer de gewenste contactpersoon en raak vervolgens Beltoon aan.
3 Selecteer de gewenste beltoon of muziekbestand en raak vervolgens
aan.
Oproepen en contactpersonen
88
Contactgroepen
Een groep maken
1 Open Contacten.
2 Raak Groepen aan en selecteer .
3
Voer de groepsnaam in (bijvoorbeeld Familie of Vrienden) en raak vervolgens OK aan.
4
Raak aan. Selecteer de contactpersonen die u aan de groep wilt toevoegen en raak
vervolgens aan.
Slimme groepen gebruiken
Gebruik slimme groepen om contactpersonen automatisch te groeperen op bedrijf, locatie of
contactfrequentie.
1 Open Contacten.
2 Raak Groepen aan.
3 Open een groep onder Slimme groepen en raak dan
aan om een groepsbericht te
verzenden of om een groepse-mail te verzenden.
Een groep bewerken
U kunt personen uit een groep verwijderen, aan een groep toevoegen of de groepsnaam wijzigen.
1 Open Contacten.
2 Raak Groepen aan en selecteer de groep die u wilt bewerken.
3 Raak
aan en voeg nieuwe leden aan de groep toe.
4 Raak aan. Er zijn drie opties:
l Raak Leden verwijderen aan om leden uit de groep te verwijderen.
l Raak Groep verwijderen aan om de groep te verwijderen.
l Raak Hernoemen aan om de naam van de groep te bewerken.
Een groeps-sms of e-mail verzenden
1 Open Contacten.
2 Raak Groepen aan en selecteer de groep waar u een sms of e-mail naar wilt verzenden.
3 Raak aan om een sms te verzenden of raak aan om een e-mail te verzenden.
Oproepen en contactpersonen
89
Berichten en e-mail
Een bericht verzenden
U kunt een scala aan verschillende soorten inhoud toevoegen aan berichten, zoals emoticons,
afbeeldingen en opnames.
1 Open Berichten.
2 Tik in de berichtenlijst op .
3 Selecteer het tekstvak van de ontvanger en voer de contactnaam of het telefoonnummer in. U
kunt ook op
tikken om uw contactenlijst te openen en een contact of contactengroep te
kiezen.
4 Selecteer het tekstvak om uw bericht te schrijven. Als u meer dan twee regels tekst invoert, tikt u
op om op volledig schermmodus over te schakelen.
l Tik op om een bijlage bij uw bericht te voegen.
l Tik op Terug om het bericht als concept op te slaan.
5 Tik op . Als uw apparaat duale SIM ondersteunt, tikt u op
1
1
of
2
2
.
Een bericht annuleren: Tik op > Instellingen in de berichtenlijst en zet Verzending annuleren
aan. U kunt een bericht annuleren tot 6 seconden nadat het is verzonden.
Een bericht beantwoorden
1 Open
Berichten.
2 Raak een bericht aan om de inhoud van de sms te bekijken. Uw apparaat zal automatisch
telefoonnummers, webadressen, e-mailadressen, tijden en andere informatie markeren. Raak
gemarkeerde informatie aan om een reeks snelkoppelingen te openen. U kunt ook:
l
Berichtbijlagen opslaan: Houd de bijlage aangeraakt die u wilt opslaan en raak dan
Opslaan aan.
l De afzender bellen: Raak aan bovenaan het bericht.
l Het nummer van de beller aan uw contactpersonen toevoegen: Raak >
Contactpersoon aanmaken of Opslaan naar bestaand contact aan bovenaan het
bericht.
3 Om een antwoord te sturen, selecteert u het tekstveld en voert u uw bericht in. Vervolgens raakt u
aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, raakt u
1
1
of
2
2
aan.
90
Snel antwoorden op een bericht: Nieuwe berichten worden weergegeven in het
berichtenpaneel. Raak de knop aan om een antwoord op te stellen.
Zoeken naar berichten
Er zijn twee manieren om berichten te zoeken:
l In de lijst met berichtenthreads raakt u de zoekbalk bovenaan het scherm aan en voert u een of
meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
l Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven. Raak de zoekbalk aan en voer een
of meerdere trefwoorden in. De resultaten worden onder de zoekbalk weergegeven.
Berichtenthreads verwijderen
Verwijder ongewenste of oude threads om uw berichtenlijst op te schonen.
Verwijderde threads kunnen niet meer worden opgehaald, dus doe dit voorzichtig.
U kunt een berichtenthread op twee manieren verwijderen:
l Als u een enkele thread wilt verwijderen, veegt u links op de thread die u wilt verwijderen en raakt u
aan.
l Als u meerdere threads wilt verwijderen, houd u een van de threads die u wilt verwijderen,
aangeraakt. Selecteer de andere threads en raak > Verwijderen aan.
Berichten beheren
Verwijder ongewenste berichten, stuur berichten door naar andere contactpersonen, kopieer
berichtinhoud en plak dit en vergrendel berichten om te voorkomen dat ze per ongeluk worden
verwijderd.
1
Open
Berichten.
2 Raak in de lijst met berichtenthreads de naam of het nummer van een contactpersoon aan om uw
conversaties weer te geven.
3 Houd een bericht aangetikt en volg de instructies op het scherm om het bericht door te sturen, te
archiveren, te vergrendelen of te delen.
Terugkeren naar de bovenkant van de lijst
Als uw lijst met berichten erg lang is, gebruikt u een snelkoppeling om naar de bovenkant van de lijst
terug te keren zonder over het scherm te vegen.
1 Open
Berichten.
2 Dubbeltik in de lijst met berichtenthreads op de balk bovenaan het scherm. Uw apparaat keert nu
automatisch terug naar de bovenkant van de lijst of geeft ongelezen berichten weer.
Berichten en e-mail
91
Berichten bovenaan in de lijst vastzetten
Zet belangrijke berichten bovenaan uw berichtenlijst vast, zodat u ze snel kunt openen.
1 Open Berichten.
2 Houd in de lijst met berichtenthreads het bericht dat u bovenaan wilt vastzetten, aangeraakt.
3
Selecteer het gewenste bericht en raak aan. Vastgezette berichten worden onder
berichtwaarschuwingen weergegeven.
Berichten als gelezen markeren
Markeer ongewenste berichten als gelezen om uw postvak-in georganiseerd te houden.
Open Berichten. In de lijst met berichtenthreads kunt u:
l Alle berichten als gelezen markeren: Raak > Alles als gelezen markeren aan.
l Een bericht als gelezen markeren: Veeg links op het bericht dat u als gelezen wilt markeren en
raak dan aan.
Spamberichten blokkeren
1 Open
Berichten.
2 Tik op > Geblokkeerd in lijst met de berichtenthreads.
3 Raak
aan om de instellingen van het intimidatielter en de zwarte lijst te congureren.
Open anderzijds Telefoonbeheer en raak Geblokkeerd > aan om de instellingen van de
intimidatielter en de zwarte lijst te congureren.
Een berichthandtekening toevoegen
Voeg een berichthandtekening toe om tijd te besparen bij het verzenden van sms-berichten.
1 Open
Berichten.
2 Raak in de lijst met berichtenthreads > Instellingen > Geavanceerd > Handtekening aan en
schakel dan Handtekening bijvoegen in.
3 Raak Handtekening bewerken aan. Voer uw handtekening in en selecteer OK.
De beltoon van berichten congureren
1 Open Berichten.
Berichten en e-mail
92
2 Raak in de lijst met berichten > Instellingen > Beltonen en trillen aan.
3 Raak Toon voor meldingen aan. Als uw apparaat twee SIM-kaarten ondersteunt, selecteert u
Meldingstoon sim 1 of Meldingstoon sim 2. U kunt vervolgens een systeembeltoon kiezen of
een muziekbestand.
Een e-mailaccount toevoegen
Als u uw accountinstellingen niet weet, vraagt u dit aan de serviceprovider van uw e-mail.
Een persoonlijke e-mailaccount toevoegen
1
Open E-mail.
2 Kies een type e-mailprovider of raak Overige aan.
3 Geef uw e-mailadres en wachtwoord op en raak vervolgens Aanmelden aan.
4 Volg de instructies op het scherm voor het
congureren uw account. Het systeem maakt
automatisch verbinding met de server en controleert uw instellingen.
Uw Postvak IN wordt weergegeven wanneer uw account eenmaal is opgezet.
Een Exchange-account toevoegen
Microsoft Exchange is een zakelijke oplossing voor het beheren van e-mail. Sommige e-
mailserviceproviders leveren ook Exchange-accounts voor individuen en familie.
1 Open E-mail.
2 Raak Exchange aan.
3 Voer uw e-mailadres, gebruikersnaam en wachtwoord in. Raak Aanmelden aan.
4 Volg de instructies op het scherm voor het
congureren uw account. Het systeem maakt
automatisch verbinding met de server en controleert uw instellingen.
Uw Postvak IN wordt weergegeven wanneer uw account eenmaal is opgezet.
E-mails verzenden
1 Open E-mail.
2 Raak aan.
3 In Aan: voert u een of meerdere ontvangers in.
4 Raak Cc/Bcc, Van: aan om Cc- en Bcc-ontvangers toe te voegen en selecteer de e-mailaccount die
u wilt gebruiken.
5 Voer het onderwerp en de hoofdtekst van de e-mail in. Raak
aan om een bijlage toe te
voegen.
6 Raak om de e-mail te verzenden.
Berichten en e-mail
93
De serviceprovider van uw e-mail beperkt mogelijk de grootte van bijlagen. Als bijlagen deze
limiet overschrijden, kunt u ze in afzonderlijke e-mails verzenden.
Als u uw e-mail als concept wilt opslaan en later wilt verzenden, raakt u en vervolgens raakt u
Opslaan aan.
E-mails beantwoorden
1 Open E-mail.
2 Open de e-mail waarop u antwoord wilt geven en raak aan.
Als u een antwoord wilt geven aan alle ontvangers van de oorspronkelijke e-mail, raakt u
aan.
3 Na het maken van een concept van uw bericht, raakt u om de e-mail te verzenden.
Snelle antwoorden congureren: Raak > Instellingen aan. Selecteer een account en raak
Snelle reacties aan om een snel antwoord te maken of bewerken.
E-mails beheren
E-mails bekijken
U kunt uw e-mails controleren, beantwoorden, doorsturen of verwijderen na het maken van een
persoonlijke e-mailaccount.
1 Open E-mail.
2 Op het scherm Postvak IN raakt u aan en selecteert u de account die u wilt gebruiken. Veeg
omlaag om uw Postvak IN te vernieuwen en nieuwe e-mails te downloaden.
Op Postvak IN raakt u aan om de e-mail een ster te geven.
3 U kunt uw e-mails controleren, beantwoorden, doorsturen of verwijderen. Open een e-mail en
veeg naar links of rechts op het scherm om de vorige of volgende e-mail weer te geven.
Als u meerdere e-mails wilt verwijderen, gaat u naar het scherm
Postvak IN. Selecteer de foto
van een contactpersoon of houd een e-mail aangeraakt om de interface voor e-mailbeheer te
activeren. Selecteer de e-mails die u wilt verwijderen en raak aan.
E-mailbijlagen opslaan
Open een e-mail en raak
aan om een voorbeeld van de bijlage te bekijken. Raak aan om de
bijlage op uw apparaat op te slaan.
Voor grote bijlagen opent u de link die in de e-mail wordt vermeld om te downloaden.
Berichten en e-mail
94
E-mails synchroniseren
Op het scherm Postvak IN veegt u omlaag om uw Postvak IN te vernieuwen.
1 Open E-mail.
2 Raak
> Instellingen aan.
3 Selecteer de account die u wilt
congureren. Schakel E-mail synchroniseren in.
Als u uw e-mails automatisch wilt synchroniseren, raakt u Synchronisatieschema aan en
selecteert u een synchronisatie-interval.
Mail congureren
Automatische antwoorden congureren
Congureer automatische antwoorden wanneer u niet op kantoor bent.
U moet u aanmelden bij uw Exchange-account om deze functie te kunnen gebruiken.
1 Open E-mail.
2 Raak > Instellingen aan.
3 Kies de Exchange-account die u wilt
congureren en schakel Automatische antwoorden in.
4 Schakel Automatische antwoorden in om een bericht te congureren en stel de begin- en
eindtijd in.
5 Raak Gereed aan.
Een e-mailhandtekening
congureren
1 In het scherm Postvak IN raakt u > Instellingen aan.
2 Selecteer de account die u wilt congureren en raak Handtekening aan.
3 Voer een handtekening in en raak OK aan.
Meldingen via e-mail
congureren
1 In het scherm Postvak IN raakt u > Instellingen aan.
2 Selecteer de account die u wilt congureren en schakel Meldingen via e-mail in.
3 Selecteer een geluid voor meldingen of schakel waarschuwingen via trillingen in.
De e-mailweergave
congureren
In het scherm Postvak IN raakt u > Instellingen > Algemeen aan. U kunt het volgende
congureren:
l Bijlagen alleen via Wi-Fi downloaden: Schakel Laad geen foto's via mobiel netwerk in.
l Groepse-mails met dezelfde titel: Schakel Ordenen op onderwerp in.
l Afbeeldingen van contactpersonen weergeven: Schakel Proelfoto afzender in om
afbeeldingen van contactpersonen naast e-mails weer te geven.
Berichten en e-mail
95
Congureren hoe e-mails worden gesorteerd
Op het scherm Postvak IN raakt u > Sorteren op aan en selecteert u een sorteermethode.
Berichten en e-mail
96
Agenda en notitieblok
De agendaweergave wijzigen
Ga naar vandaag
Zoeken in kalender
Weeknummer
Vandaag
Deze dag
Gebeurtenis
Toon gebeurtenissen voor deze dag
Schakelen tussen maand-,
week- en dagweergave
Gebeurtenis toevoegen
Als u uw planning voor een specieke dag wilt bekijken, raakt u > Ga naar aan, selecteert u
een datum en raakt u vervolgens Gereed aan.
Open Agenda en raak > Instellingen aan. U kunt:
l De weekendinstellingen congureren: Raak Weekend aanpassen aan en congureer de
instellingen.
l De eerste dag van de week congureren: Raak Week begint op aan en congureer de
instellingen.
Wereldwijde vakanties bekijken
Schakel wereldwijde vakanties in om de informatie over nationale vrije dagen voor verschillende
landen te bekijken.
Deze functie vereist een verbinding met het internet.
1 Open Agenda.
2 Raak > Instellingen > Feest- en vakantiedagen wereldwijd aan.
3 Raak de schakelaar aan naast het land waarvan u de vakantiedagen wilt weergeven. Uw apparaat
downloadt automatisch vakantie-informatie over het betreffende land.
97
Verjaardagsherinneringen
Congureer de Agenda om de verjaardagsinformatie van uw contactpersonen te importeren en
automatisch verjaardagsherinneringen te maken.
Controleer voordat u deze functie gaat gebruiken dat u de verjaardagsinformatie aan uw
contactpersonen hebt toegevoegd. Raadpleeg Een contactpersoon maken voor meer informatie.
1 Open Agenda.
2 Raak aan en selecteer Verjaardag contacten.
Als u deze functie hebt ingeschakeld, importeert de Agenda automatisch de verjaardagsinformatie van
uw contactpersonen en stuurt u verjaardagsherinneringen.
Een afspraak maken
Voeg afspraken toe en stel herinneringen in om uzelf te helpen vooruit te plannen.
1 Open Agenda.
2 Tik op
.
3 Voer de naam, locatie en start- en eindtijd van de afspraak in. Tik op Meer > Herinneren om een
herinnering te maken.
4 Tik op om de afspraak op te slaan.
l U kunt tot 5 herinneringen instellen voor een afspraak. Tik op Herinnering toevoegen om
een herinnering toe te voegen.
l Houd in week- of dagmodus een gedeelte op het scherm aangetikt om een afspraak te maken
op de overeenkomstige datum en tijd.
Afspraken delen
U kunt afspraken met uw contactpersonen delen.
1 Open Agenda.
2 Open de afspraak die u wilt delen en raak
aan.
3 Kies hoe u de afspraak wilt delen en volg de instructies op het scherm.
U kunt verjaardagsherinneringen die automatisch zijn gemaakt, niet delen. Als u
verjaardagsinformatie wilt delen, maakt u handmatig een afspraak en deelt u de afspraak met uw
vrienden.
Agenda en notitieblok
98
Een afspraak verwijderen
Open Agenda. U kunt een afspraak op twee manieren verwijderen:
l Een enkele afspraak verwijderen: Open de afspraak die u wilt verwijderen en raak aan.
l Meerdere afspraken verwijderen: Raak aan en houd vervolgens een afspraak aangeraakt
om de interface voor afsprakenbeheer te activeren. Selecteer de afspraken die u wilt verwijderen en
raak aan.
Als u een verjaardagsherinnering wilt verwijderen, gaat u naar Contacten en verwijdert u de
verjaardagsinformatie van de contactpersoon of de bijbehorende contactpersoon.
Zoeken naar afspraken
U kunt op twee manieren naar afspraken zoeken:
l In Agenda raakt u
aan. Voer een of meerdere trefwoorden in de zoekbalk in, zoals de naam
van de afspraak of de locatie.
l Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven. Voer een of meerdere trefwoorden
in, zoals de naam van de afspraak of de locatie.
Uitnodigingen voor afspraken verzenden
Stuur een uitnodigingen voor een afspraak naar uw vrienden of collega's om bij te houden wie
aanwezig zal zijn.
Voordat u gebruik maakt van deze functie, meldt u zich aan bij uw Exchange-account.
1 Open Agenda.
2 Raak aan. Voer de afspraaknaam, de locatie en de begin- en eindtijd in.
3 Raak Meer aan. Onder Gasten voert u de Exchange-accounts in van de personen die u wilt
uitnodigen.
4 Raak
aan om de afspraak op te slaan en de uitnodigingen te verzenden.
Uitnodigingen voor afspraken worden in het berichtenpaneel weergegeven. Als u op een
uitnodiging wilt reageren, raakt u E-mailen aan gasten aan.
Een notitie maken
1 Open
Kladblok.
2 Raak aan en voer uw notitie in.
Agenda en notitieblok
99
Tekst bewerken
Tag toevoegen
Notitie opslaan
Notitie bewerken
Notitie sluiten
Taak toevoegen
Afbeelding invoegen
Een foto maken
3 Raak aan om de notitie op te slaan.
Notities beheren
Een notitie aan favorieten toevoegen
Open
Kladblok. U kunt op twee manieren een notitie aan uw favorieten toevoegen:
l In de lijst met notities veegt u op een notitie naar links en raakt u aan.
l Raak de notitie aan die u aan uw favorieten wilt toevoegen, en raak dan aan.
Een notitie delen
In de lijst met notities opent u de notitie die u wilt delen en raakt u aan. Kies uw deelmethode en
volg de instructies op het scherm.
Een notitie verwijderen
U kunt een notitie op drie manieren verwijderen:
l In de lijst met notities veegt u naar links op de notitie die u wilt verwijderen. Raak daarna aan.
l Houd een notitie aangeraakt om de interface voor notitiebeheer te activeren. Selecteer de notities
die u wilt verwijderen en raak aan.
l Raak de notitie aan die u wilt verwijderen, en raak > Verwijderen aan.
Uw notities zoeken
U kunt op twee manieren naar uw notities zoeken:
l In de lijst met notities raakt u de zoekbalk aan en voert u een of meerdere trefwoorden in.
l Veeg op het startscherm omlaag om de zoekbalk weer te geven en voer dan een of meerdere
trefwoorden in.
Agenda en notitieblok
100
Muziek en video
Muziek beluisteren
U kunt kiezen om te luisteren naar uw favoriete lokale nummers .
1 Open Muziek.
2 U kunt vervolgens muziek afspelen die opgeslagen is op uw apparaat, nummers toevoegen aan de
persoonlijke liedboek, een nummer afspelen in de persoonlijke afspeellijst of luisteren naar onlangs
afgespeelde nummers.
3 U kunt gedurende het proces nummers afspelen, onderbreken of veranderen.
DTS inschakelen
Sleep naar links of naar
rechts om het afspeelvol-
ume aan te passen
Afspeelvolgorde
veranderen
Schakelen tussen
afspelen en pauzeren
Toevoegen aan favorieten
Volgend nummer
Vorig nummer
Toevoegen aan afspeellijst
Sleep naar links of naar rechts
om te wisselen tussen
afspeellijst en songtekstscherm
Zoeken naar muziek
Zoeken naar muziek op het interne geheugen of de microSD-kaart van uw apparaat
Sorteer uw muziek op categorie of zoek er met een trefwoord naar om snel uw muziekbestanden te
vinden.
1 Open
Muziek.
2 Raak Alle nummers aan.
3 Raak
aan om op uw apparaat opgeslagen muziek te zoeken en bekijken.
4 U kunt ervoor kiezen uw muziek te ordenen op songnaam, artiest, albumnaam of map. Als u naar
een speciek nummer wilt zoeken, raakt u aan en voert u de naam van het nummer, de
artiest, of het album in de zoekbalk in.
101
Muzieknummers verwijderen
Verwijder ongewenste muzieknummers om opslagruimte vrij te maken.
1 Open Muziek.
2 Raak Alle nummers aan.
3 Ga naar het tabblad Nummers. Houd de lijst met muzieknummers aangeraakt en selecteert de
nummers die u wilt verwijderen.
4 Raak > Verwijderen aan.
5 Raak Verwijderen aan.
Een afspeellijst maken
Organiseer uw muziek door aangepaste afspeellijsten met uw favoriete nummers te maken.
1 Open
Muziek
2 Raak Afspeellijsten > Nieuwe afspeellijst aan.
3 Geef de afspeellijst een naam en raak Opslaan aan.
4 Raak Toevoegen aan in het dialoogvenster.
5 Selecteer de nummers die u wilt toevoegen en raak
aan.
Raak naast de afspeellijst aan om de afspeellijst te Naam wijzigen of te Verwijderen.
Een video afspelen
Een video afspelen
1 Open
Video's.
2 Raak de miniatuur aan om de video te starten.
Tijdens het afspelen kunt u:
l De afspeelsnelheid aanpassen: Raak 1.0X aan en sleep de schuifregelaar voor de snelheid.
l De helderheid van het scherm aanpassen: Op de linkerkant van het scherm omhoog of
omlaag vegen. Veeg omhoog om de helderheid te verhogen of veeg omlaag om de helderheid
te verlagen.
l Het volume aanpassen: Op de rechterkant van het scherm omhoog of omlaag vegen. Veeg
omhoog om het volume te verhogen of veeg omlaag om het volume te verlagen.
l Terugspoelen of snel vooruitspoelen: De voortgangsbalk naar links verslepen om terug te
spoelen en naar rechts om snel vooruit te spoelen.
Muziek en video
102
Telefoonbeheer
Prestaties optimaliseren
Gebruik Telefoonbeheer om uw apparaat sneller te laten werken en de prestaties te optimaliseren.
Open Telefoonbeheer en raak OPTIMALISEREN aan. Uw apparaat zal de prestaties
automatisch optimaliseren, de beveiliging verbeteren en het stroomverbruik reduceren.
Snelheid verbeteren
Maak het app-cache leeg en verwijder resterende bestanden en systeemafval om prestaties te
optimaliseren.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Raak Opschonen aan om het app-cache en systeemafval te legen.
Als u meer opslagruimte vrij wilt maken, kunt u:
l Raak Opslagbeheer aan om grote bestanden, afbeeldingen en app-gegevens te wissen.
l De fabrieksinstellingen van een app herstellen. Raak App-reset aan. Selecteer de app die u
wilt herstellen en raak > Verwijderen aan. De standaardinstellingen van de app
worden hersteld en alle app-specieke gegevens worden verwijderd.
3 Raak Voltooien aan om af te sluiten.
Gegevensgebruik beheren
Telefoonbeheer biedt een gegevensbeheerfuncties waarmee u het gegevensgebruik kunt bijhouden
en kunt voorkomen dat u het tegoed van uw mobiele abonnement overschrijdt.
Open Telefoonbeheer en raak Mobiele data aan. U kunt gedetailleerde statistieken over het
gegevensgebruik weergeven of de volgende instellingen congureren:
103
l Rangorde gegevensverbruik: gegevensgebruik voor elke app bekijken.
l Apps in netwerk: toestemmingen voor internettoegang voor elke app beheren.
l Maandelijks datalimiet: Raak > Maandelijks datalimiet aan om uw databundelinstellingen
en herinneringen aan gegevensgebruik te congureren. Uw apparaat berekent uw mobiele
gegevensgebruik en uw resterende tegoed voor de opgegeven factuurperiode. Wanneer u uw
maandelijkse bundel hebt opgebruikt, ontvangt u een herinnering of schakelt uw apparaat mobiele
gegevens uit.
l Gegevensbesparing: Schakel Gegevensbesparing in en kies de apps waarvoor u de gegevens niet
wilt beperken.
Intimidatielter
Telefoonbeheer biedt een intimidatielterfunctie die u kunt helpen om ongewenste oproepen en
berichten te blokkeren.
Open
Telefoonbeheer. Raak Geblokkeerd > aan en volg de instructies op het scherm om
de zwarte en witte lijst, sleutelwoorden op de zwarte lijst en spaminstellingen te congureren.
Telefoonbeheer
104
Filterregels configureren
Filtermeldingen configureren
Berichten van vreemdelingen met
trefwoorden op de zwarte lijst
worden geblokkeerd
Oproepen en berichten van nummers
op de zwarte lijst worden geblokkeerd
Oproepen en berichten van
nummers op de witte lijst worden niet
geblokkeerd
Batterijbeheer
Statistieken over batterijverbruik bekijken
De batterij van mijn apparaat loopt erg snel leeg, aan welke apps ligt dat? Hoe kan ik mijn
energieverbruik verminderen? Gebruik Telefoonbeheerom gedetailleerde statistieken over
batterijverbruik te bekijken voor elke app.
Open Telefoonbeheer. Tik op resterend om naar het scherm voor batterijbeheer te gaan. Hier
kunt u:
l Op Batterijverbruik tikken om gedetailleerde statistieken over batterijverbruik te bekijken.
l Op Consumptie tikken om de hardware en software te bekijken die het meeste energie kosten.
l Op Optimaliseren tikken om op problemen met energieverbruik te controleren en prestaties te
optimaliseren.
l Percentage resterende energie aanzetten om het resterend batterijpercentage weer te geven op
de statusbalk.
Energieverbruik verlagen
Hoe kan ik effectief het energieverbruik van mijn apparaat verminderen? Gebruik Telefoonbeheer om
prestaties te optimaliseren en energieverbruik te verminderen.
Open Telefoonbeheer en tik op resterend om:
l Prestaties te optimaliseren: Tik op Optimaliseren. Uw apparaat zal op problemen met
energieverbruik controleren en prestaties optimaliseren. Raadpleeg, om energieverbruik verder te
verminderen, items moeten handmatig worden geoptimaliseerd, tik op Tonen of Optim. om
handmatig energie-instellingen aan te passen.
Telefoonbeheer
105
l Achtergrond-apps te beperken: Tik op Vergrendelscherm opschonen en schakel de
wisselknoppen naast de apps waarvan u niet wilt dat ze in de achtergrond actief zijn wanneer het
scherm vergrendeld is uit.
l Energie-intensieve apps te sluiten: Tik op Energie-intensieve apps en selecteer de apps die u
wilt sluiten.
Er zal in het meldingenpaneel een bericht verschijnen als er energie-intensieve apps actief zijn in
de achtergrond. Tik op en zet Stroomintensieve prompt uit als u deze meldingen niet
wilt ontvangen.
l Schermresolutie te verminderen: Zet Lage resolutie voor energiebesparing aan om de
schermresolutie te verminderen en energieverbruik te verlagen.
l Energie-intensieve apps automatisch te sluiten: Tik op en zet Extreem stroomintensieve
apps sluiten aan.
Beheer van app-toestemmingen
Telefoonbeheer bevat toestemmingsmanager. U kunt dit gebruiken om app-toestemmingen te
beperken en uw persoonlijke gegevens te beschermen.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Raak Toestemmingen aan en
congureer de gewenste toestemmingen.
Virusscanner
Telefoonbeheer biedt een virusscanner-functie waarmee u malware kunt verwijderen.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Raak Virusscan aan. Uw apparaat zal malware automatische identiceren en verwijderen.
Raak aan. U kunt:
l Schakel Cloud-scan in om uw apparaat te scannen met behulp van de meest recente
antivirus-database. Voor toegang tot de online database is een internetverbinding nodig.
l Schakel Scan-herinnering in om een melding te ontvangen wanneer u langer dan 30
dagen geen virusscan hebt uitgevoerd.
l Selecteer een scanmodus. De Snelle scan scant alleen belangrijke bestanden en
geïnstalleerde apps. De Volledige scan neemt meer tijd in beslag en scant op schadelijke
bestanden.
l Schakel Automatisch bijwerken en Alleen bijwerken via Wi-Fi in om de antivirus-
database automatisch bij te werken wanneer u bent verbonden via Wi-Fi.
Telefoonbeheer
106
App coderen
Gebruik App-vergrendeling om apps te coderen en ongeautoriseerde toegang te voorkomen.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Touch App-vergrendeling aan. Wanneer u App-vergrendeling voor het eerst opent, volgt u de
instructies op het scherm om een viercijferige PIN-code en een herinnering aan het wachtwoord in
te stellen.
3 Schakel de schakelaar naast de apps die u wilt coderen, in. U moet de PIN dan telkens invoeren als
u een gecodeerde app opent.
Op het App-vergrendelingsscherm raakt u aan om het wachtwoord te wijzigen of om de
app-vergrendeling uit te schakelen.
Apps instellen om automatisch te sluiten wanneer het
scherm wordt vergrendeld
Kies welke apps u wilt sluiten wanneer het scherm wordt vergrendeld om stroomverbruik en het
gebruik van mobiele data te beperken.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Touch Vergrendelscherm opschonen aan.
3 Schakel de schakelaar naast de apps die u wilt sluiten, in.
De geselecteerde apps sluiten automatisch wanneer het scherm wordt vergrendeld. U
ontvangt mogelijk geen nieuwe berichten van e-mail-, berichten- en sociale netwerk-apps
ontvangen nadat ze zijn gesloten.
Congureren van Telefoonbeheer
Snelkoppeling toevoegen voor telefoonbeheer
Maak snelkoppelingen op het startscherm aan voor veelgebruikte functies van het apparaatbeheer.
1 Open Telefoonbeheer.
2 Raak
> Snelkoppelingen aan en schakel de functie in die u aan het startscherm wilt
toevoegen.
Telefoonbeheer
107
Tools
U tegelijkertijd bij twee sociale media-accounts
aanmelden
Meld u aan bij twee WhatsApp of Facebook-accounts tegelijkertijd om uw werk en persoonlijke leven
gescheiden te houden.
Deze functie werkt alleen met Facebook en WhatsApp.
1 Open Instellingen.
2 Raak App-tweeling aan. Schakel de Facebook- of WhatsApp-schakelaars naar wens in.
l Wanneer App-tweeling voor een app is ingeschakeld, verschijnen er twee app-
pictogrammen op het startscherm, zodat u zich tegelijkertijd bij twee accounts kunt
aanmelden.
l Houd de app-twin-pictogram ingedrukt om de functie uit te schakelen.
Klok
De wereldklok congureren
Voeg meerdere klokken toe om de tijd in verschillende steden van de wereld te bekijken.
1 Open
Klok.
2 Vanaf het tabblad Wereldklok kunt u het volgende doen:
l Een stad toevoegen: Raak aan. Voer de naam van een stad in of selecteer een stad in de
lijst.
l De systeemdatum en -tijd instellen: Raak
> Datum en tijd aan en congureer de
instellingen.
l Een stad verwijderen: Houd de stad die u wilt verwijderen aangeraakt. Raak naast de stad
aan en raak dan aan.
108
Thuistijd
Stad toevoegen
Mijn steden
Datum, tijd en
eigen tijdzone
instellen
Dubbele klok inschakelen
Uw apparaat geeft standaard de netwerktijd weer. Schakel Dubbele klok in om de tijd in uw huidige
tijdzone en uw eigen tijdzone op het vergrendelingsscherm weer te geven.
1 Open Klok.
2 Onder Wereldklok, raakt u
> Datum en tijd aan.
3 Schakel Dubbele klok in. Raak Woonplaats aan en selecteer uw lokale tijdzone uit de lijst van
steden.
Tijdzone van het
huidige netwerk
Eigen tijdzone
Er wordt slechts één klok weergegeven wanneer de lokale tijdzone hetzelfde is als de eigen
tijdzone.
Tools
109
Geluidsrecorder
Geluid opnemen
1 Raak Recorder aan.
2 Raak Start aan om de opname te starten.
3 Raak Pauzeren of Hervatten aan om de opname te onderbreken of hervatten.
Een tag toevoegen: Voeg een Snel taggen of Foto taggen toe voor gemakkelijke referentie.
4 Raak Stoppen aan en voer een naam in. Raak vervolgens Opslaan aan.
l Uw apparaat rinkelt niet als u tijdens het opnemen een oproep ontvangt.
l Wanneer de recorder-app geluid op de achtergrond opneemt, gebruikt u de controller in het
berichtenpaneel om de opname te Pauzeren, Hervatten of Stoppen.
Een opname afspelen
Speel geluid af vanuit een bepaalde richting of start met afspelen op een punt waar een tag zit.
1 Open Recorder.
2 Selecteer Opnames.
3 Selecteer een opname. Op het afspeelscherm kunt u:
l Een tag selecteren: Veeg naar links over het afspeelscherm om opname-tags te bekijken en
selecteer dan een tag om te starten met afspelen vanaf het betreffende punt.
l De afspeelmodus wijzigen: Schakel tussen Oorstuk en Luidspreker.
Gebruik de knoppen in het meldingenpaneel om de opname af te spelen, te pauzeren of te
annuleren wanneer de Opname-app in de achtergrond een opname afspeelt.
Opnames beheren
Opnames delen, hernoemen en sorteren.
1 Raak Recorder aan.
2 Selecteer Opnames.
3 In het scherm Bestandsbeheer kunt u opnames sorteren, delen en hernoemen.
Tools
110
Aangeraakt houden om
opnamen te beheren
Aanraken om nieuwe
opname te maken
Aanraken om te
wisselen tussen afspelen
via luidspreker of oorstuk
Omlaag vegen om
zoekvak te openen
Aanraken om
opname af te spelen
Audio-opnamen
sorteren
Tools
111
Systeemfuncties en -instellingen
In- en uitschakeltimer
Gebruik de timer voor in- en uitschakelen om het stroomverbruik te verminderen en te voorkomen dat
u tijdens uw slaap wordt gestoord.
Open Instellingen en raak Slimme assistentie > Geplande in- en uitschakeling aan. Schakel
Geplande uitschakeling en Geplande inschakeling in en congureer dan de tijd- en
herhalingsinstellingen voor het in- en uitschakelen. Uw apparaat wordt automatisch op het vooraf
ingestelde tijdstip in- of uitgeschakeld.
Schakel de timer uit door Geplande uitschakeling en Geplande inschakeling uit te schakelen.
Apparaat opnieuw starten
U merkt mogelijk minder goede prestaties wanneer uw apparaat gedurende lange tijd ingeschakeld is
geweest. Start uw apparaat regelmatig opnieuw op om bestanden in cache te wissen en optimale
prestaties te waarborgen.
Als u uw apparaat opnieuw wilt starten, houdt u de Aan/Uit-knop 3 seconden ingedrukt en raakt u
vervolgens Opnieuw opstarten aan.
Als u het opnieuw starten van uw apparaat wilt forceren, houd u de aan/uit-knop ingedrukt
totdat uw apparaat trilt.
De systeemtaal wijzigen
1 Open
Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Taal en invoer aan.
3 Raak Taal aan en selecteer de gewenste taal.
Als de taal die u zoekt, niet wordt vermeld, dan raakt u
Een taal toevoegen aan om naar een
taal te zoeken, waarna u de taal aan de lijst kunt toevoegen.
De invoermethode wijzigen
Schakel naar wens tussen tekstinvoermethoden.
1 Veeg over het tekstinvoerscherm omlaag vanaf de statusbalk om het berichtenpaneel te openen.
2 Raak Invoermethode selecteren aan en selecteer de gewenste invoermethode.
Als u een invoermethode wilt toevoegen, opent u Instellingen. Raak Geavanceerde
instellingen > Taal en invoer > Standaard toetsenbord > Invoermethoden congureren
aan en schakel de gewenste invoermethode in.
112
Invoermethode-instellingen
Een toetsenbord toevoegen
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Taal en invoer aan en selecteer Virtueel toetsenbord onder
Toetsenbord en invoermethoden.
3 Raak Een virtueel toetsenbord toevoegen aan en schakel het toetsenbord dat u wilt toevoegen
in.
Na het toevoegen van een toetsenbord kunt u de toetsenbordinstellingen naar wens
congureren.
De standaard invoermethode selecteren
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Taal en invoer aan. Onder Toetsenbord en
invoermethoden raakt u Standaard toetsenbord aan en selecteert u de gewenste
invoermethode. Uw apparaat zal de standaard invoermethode automatisch inschakelen wanneer u
tekst invoert.
Tekst bewerken
Tekst selecteren, knippen, kopiëren, plakken en delen.
l Tekst selecteren: Houd de tekst aangeraak tot verschijnt. Sleep en om een deel van
de tekst te selecteren of raak Alles selecteren aan om de hele tekst te selecteren.
l Tekst kopiëren: Selecteer de tekst die u wilt kopiëren en raak Kopiëren aan om het naar het
klembord te kopiëren.
l Tekst knippen: Selecteer de tekst die u wilt knippen en raak Knippen aan om het naar het
klembord te verplaatsen.
l Tekst plakken: Houd de plaats aangeraakt waar u de tekst wilt invoegen en raak vervolgens
Plakken aan.
Systeemfuncties en -instellingen
113
De geplakte tekst blijft in het klembord beschikbaar totdat u andere inhoud knipt of kopieert.
l Tekst delen: Selecteer de tekst die u wilt delen en raak Delen aan. Kies hoe u de tekst wilt delen
en volg de instructies op het scherm.
Vliegtuigmodus
Om interferentie te voorkomen, schakelt u de vliegtuigmodus in wanneer u aan boord van een
vliegtuig bent. Wanneer ingeschakeld, worden bellen, mobiele gegevens, Bluetooth en Wi-Fi
uitgeschakeld. U kunt Bluetooth en Wi-Fi handmatig inschakelen.
Gebruik een van de volgende methoden om de vliegmodus in of uit te schakelen:
l De snelkoppelingsschakelaar gebruiken: Veeg omlaag vanaf de statusbalk om het
berichtenpaneel te openen. Raak
aan om alle snelkoppelingsschakelaars weer te geven en
schakel dan in.
l Ga naar instellingen: Open Instellingen en schakel de schakeloptie Vliegmodus om.
Wanneer vliegtuigmodus is ingeschakeld, wordt het pictogram vliegtuigmodus weergegeven in
de statusbalk .
De geluidsinstellingen congureren
Het systeemvolume aanpassen
Pas de beltoon, de media, het alarm en het belvolume op uw wensen aan.
1 Open Instellingen.
Systeemfuncties en -instellingen
114
2 Raak Geluid > Volume aan om de beltoon, de media, het alarm en het belvolume aan te passen.
Stille modus inschakelen
Schakel de stille modus in om te voorkomen dat u anderen in rustige omgevingen stoort, zoals
wanneer u een vergadering bijwoont.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geluid en schakel Stille modus in.
Trillen in stille modus: Wanneer Stille modus is ingeschakeld en Trillen in stille modus is
aangezet, trilt uw apparaat wanneer u een binnenkomende oproep of bericht ontvangt.
Snel schakelen tussen stilte modus, trilling, geluidsmodus
Snel schakelen tussen stille modus, trilling, geluidsmodus vanaf de statusbalk.
Veeg vanaf de statusbalk omlaag en open de tab snelkoppelingen. Raak aan om te schakelen
tussen de modi Geluid, Stil en Trillen.
De standaard meldingstoon instellen
Kies een vooraf ingestelde beltoon of een lokaal muziekbestand als meldingstoon voor berichten, e-
mail en andere meldingen.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Geluid > Melding aan en kies een nieuwe meldings-Muziek (uit opslag) of een Muziek -
bestand.
Aanraaktonen op het toetsenblok congureren
1 Open Instellingen.
2 Raak Geluid > Kiezertonen aan en selecteer Standaard, Melodie of Geen.
Eénhandsmodus
Schakel de minischermweergave of het verschuivende toetsenbord in om het gemakkelijker voor u te
maken om uw apparaat met één hand te bedienen.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Slimme assistentie > Gebruikersinterface voor gebruik met één hand aan. U kunt:
Systeemfuncties en -instellingen
115
l Het scherm kleiner maken: Schakel Minischermweergave in. De minischermweergave zal
teksten en afbeeldingen kleiner weergeven voor een gemakkelijkere bediening. U kunt schakelen
tussen minischerm en normale scherm door links of rechts te slepen op de virtuele navigatiebalk.
l Het verschuivende toetsenbord inschakelen: Schakel Verschuivend toetsenbord in. Het ,
de kiezer, het menu tijdens een gesprek en het toetsenblok van het vergrendelingsscherm
worden in de hoek van het scherm klein zodat u gemakkelijker met één hand kunt typen. Raak
de pijl naast het toetsenbord aan om het toetsenbord naar de andere kant van het scherm te
verplaatsen.
De niet-storen-modus
In de modus 'Niet storen' kunt u ongestoord en in alle stilte werken of ontspannen. Uw apparaat
meldt alleen belangrijkste oproepen of berichten.
1 Open Instellingen.
2 Raak Niet storen en schakel Nu inschakelen in.
3 Raak Niet storen-modus aan. U kunt:
l De instellingen voor inkomende oproepen en berichten
congureren: Selecteer Alleen
onderbrekingen met prioriteit. Raak Prioriteitsonderbrekingen deniëren aan en raak
vervolgens Oproepen en Berichten aan om de contactpersonen te bepalen van wie u oproepen
of berichten wilt ontvangen.
Door
Alleen witte lijst te selecteren wordt alleen het bereik van contactpersonen bepaald.
Selecteer Witte lijst oproepen/berichten om specieke contactpersonen in te stellen.
Systeemfuncties en -instellingen
116
l Beltonen voor alarm in de niet-storen-modus inschakelen: Selecteer Alleen alarmen om
alleen alarmbeltonen toe te staan.
l Alle onderbrekingen uitschakelen: Selecteer Niet onderbreken om alle beltonen en het
trillen uit te schakelen. Het scherm gaat niet aan voor binnenkomende oproepen, berichten of
alarmen.
l Om de niet-storen-modus voor een bepaalde periode in te schakelen, raakt u Tijd aan.
l Om de niet-storen-modus voor een bepaalde gebeurtenis in te schakelen, raakt u Gebeurtenis
aan.
Geheugen- en opslaggegevens bekijken
Bekijk informatie met betrekking tot opslag en geheugen, wijzig de standaard opslaglocatie en
formatteer de microSD-kaart.
Niet alle apparaten ondersteunen microSD-kaarten.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geheugen en opslag aan om informatie met betrekking tot uw interne opslag en microSD-
kaart te bekijken.
3 Hier kunt u het volgende doen:
l Formatteer de microSD-kaart: Raak SD-kaart > Formatteren > Wissen en formatteren aan
om alle gegevens van uw microSD-kaart te wissen. Maak een back-up van uw bestanden voor
het formatteren om verlies van uw gegevens te voorkomen.
l Standaard opslaglocatie instellen: Raak Standaard locatie aan en stel de standaard
opslaglocatie in op de interne opslag of microSD-kaart.
De datum en tijd instellen
Uw apparaat stelt de datum en tijd automatisch in met behulp van door het netwerk aangeleverde
waarden. U kunt de tijd ook handmatig instellen en weergeven in 12- of 24-uurindeling.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Datum en tijd aan. U kunt:
l De tijd en datum automatisch instellen met behulp van door het netwerk geleverde
waarden: Schakel Automatische tijd en datum in.
l De tijdzone automatisch instellen met behulp van door het netwerk geleverde waarden:
Schakel Automatische tijdzone in.
l Tijdsformaat instellen: Schakel de 24-uurindeling in om de tijd weer te geven in de 24-
uurindeling. De tijd wordt standaard in 12-uurindeling weergegeven.
Systeemfuncties en -instellingen
117
Locatietoegang inschakelen
Schakel op locatie gebaseerde diensten in om te zorgen dat de kaart, navigatie en weerapps toegang
tot uw locatiegegevens hebben.
De locatie-instellingen congureren
Afhankelijk van uw provider kunnen de functies variëren.
1 Open Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Locatiediensten aan.
3 Door Toegang tot mijn locatie in te schakelen, kunt u
l GPS, Wi-Fi en mobiele netwerken gebruiken: gebruikt GPS en de internetverbinding van uw
apparaat. Schakel deze optie in voor uiterst nauwkeurige positionering.
l Wi-Fi en mobiele netwerken gebruiken: gebruikt alleen de internetverbinding van uw
apparaat. Schakel deze optie in voor verminderd stroomverbruik en langere stand-bytijden.
l Alleen GPS gebruiken: vereist geen verbinding met het internet. Schakel deze functie in om
het mobiele gegevensgebruik te beperken.
De nauwkeurigheid van positionering binnen vergroten
Uw apparaat gebruikt Wi-Fi en Bluetooth voor een meer nauwkeurige positionering wanneer u
binnen bent.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Beveiliging & privacy > Locatiediensten aan.
3 Door
> Scaninstellingen aan te raken, kunt u:
l Schakel Wi-Fi-scannen in. Locatie-apps en -services scannen voortdurend naar Wi-Fi-netwerken
voor positionering die nauwkeuriger is.
l Schakel Bluetooth-scannen in. Locatie-apps en -services zoeken naar Bluetooth-apparaten voor
positionering die nauwkeuriger is.
Fabrieksinstellingen herstellen
Herstel de fabrieksinstellingen als uw apparaat crasht of langzaam reageert.
Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden uw persoonlijke gegevens van uw apparaat gewist,
inclusief accountinformatie, gedownloade apps en systeeminstellingen. Maak een back-up van
belangrijke gegevens op uw apparaat voordat u de fabrieksinstellingen herstelt.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Backup en Fabrieksinstellingen aan.
3 Raak Terug naar fabrieksinstellingen aan en kies of u uw interne opslag wilt formatteren.
Systeemfuncties en -instellingen
118
Als u Interne geheugen wissen selecteert, worden alle bestanden uit de interne opslag
verwijderd, bijvoorbeeld muziek en foto's. Ga verder op eigen risico.
4 Raak Telefoon opnieuw instellen aan om de fabrieksinstellingen van uw apparaat te herstellen.
OTA-updates
Werk het systeem van uw apparaat bij naar de meest recente versie om de prestaties van uw apparaat
te verbeteren.
Deze functie vereist een verbinding met het internet. Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
om onnodige datakosten te voorkomen.
l Het gebruik van ongeautoriseerde software van derden voor het bijwerken van uw apparaat
kan uw apparaat onbruikbaar maken of uw persoonlijke gegevens in gevaar brengen. Gebruik
voor optimale resultaten de OTA-updatefunctie of breng uw apparaat naar uw dichtstbijzijnde
Huawei-servicecentrum.
l Tijdens een systeemupdate kunnen uw persoonlijke gegevens worden gewist. Maak altijd een
back-up van belangrijke gegevens voordat u uw apparaat bijwerkt.
l Zorg ervoor dat uw apparaat tijdens de update over minimaal 20% resterend batterijvermogen
beschikt.
l Na de update kunt u merken dat sommige apps van derden niet compatibel zijn met uw
systeem, zoals applicaties voor internetbankieren of games. Dit komt doordat ontwikkelaars
van applicaties van derden enige tijd nodig hebben voor het ontwikkelen van release-updates
voor nieuwe Android-releases. Wacht totdat er een nieuwe versie van de applicatie wordt
uitgegeven.
Raak Instellingen > Over telefoon > Build-nummer aan om het versienummer van uw
apparaat te bekijken.
1 Open Instellingen.
2 Raak Systeemupdate aan. Uw apparaat controleert automatisch op updates.
3 Selecteer de nieuwste versie om het updatepakket te downloaden.
4 Als de download is voltooid, raakt u Bijwerken aan. Het updateproces kan enige tijd in beslag
nemen. Gebruik uw apparaat niet voordat de update is voltooid. Wanneer de update is voltooid,
wordt uw apparaat automatisch opnieuw gestart.
Productinformatie bekijken
De naam van uw apparaat veranderen
Geef uw apparaat een andere naam om uw apparaat gemakkelijker te kunnen vinden wanneer u
andere apparaten verbindt met uw draagbare Wi-Fi-hotspot of wanneer u andere apparaten via
Bluetooth wilt paren.
Systeemfuncties en -instellingen
119
1 Open Instellingen.
2 Raak Over telefoon > Apparaatnaam aan en geef uw apparaat een andere naam.
Uw modelnummer en versie-informatie bekijken
Bekijk uw modelnummer en de systeemversie-informatie.
1 Open Instellingen.
2 Raak Over telefoon aan om uw modelnummer, het versienummer, de EMUI-versie en Android-
versie te bekijken.
Uw IMEI bekijken
Alle apparaten hebben een unieke 15-cijferige IMEI die u kunt gebruiken om te controleren of uw
apparaat authentiek is.
1 Open Instellingen.
2 Raak Over telefoon aan om de IMEI te bekijken.
Apparaten met twee SIMs hebben twee IMEI's.
De specicaties van uw apparaat bekijken
Bekijk de specicaties van uw apparaat met behulp van een paar eenvoudige stappen. U kunt
informatie over uw processor, geheugen, schermresolutie en meer bekijken.
1 Open Instellingen.
2 Raak Over telefoon aan. Veeg op het scherm omhoog of omlaag om informatie over de
processor, het RAM, het interne geheugen, de schermresolutie en meer te bekijken.
Toegankelijkheidsfuncties
TalkBack inschakelen
TalkBack biedt hoorbare aanwijzingen en bijschriften om visueel gehandicapte gebruikers bij te staan.
Als TalkBack is ingeschakeld, geeft uw apparaat hoorbare aanwijzingen voor alle inhoud die u
aanraakt, selecteert of inschakelt.
Hoorbare aanwijzingen zijn niet in alle talen beschikbaar. Als uw taal niet beschikbaar is, kunt u
een spraaksynthesemechanisme van een derde downloaden. Raadpleeg Tekst-naar-spraak (TTS)-
uitvoer voor meer informatie.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid > TalkBack aan.
3 Schakel TalkBack in en raak OK aan.
Systeemfuncties en -instellingen
120
Een zelfstudie wordt afgespeeld wanneer u TalkBack voor het eerst inschakelt. Als u de
zelfstudie nogmaals wilt afspelen, raakt u aan om de TalkBack-instellingen te openen en
de zelfstudie te selecteren.
4 Raak aan en schakel Verkennen via aanraking in.
Als Verkennen via aanraking is ingeschakeld, geeft uw apparaat hoorbare aanwijzingen
voor de inhoud die u aanraakt.
TalkBack uitschakelen:Druk op de aan/uit-knop totdat uw apparaat trilt, houd vervolgens het
scherm aangeraakt voor 3 seconden.
TalkBack gebruiken om uw apparaat te bedienen
Nadat u TalkBack hebt ingeschakeld, gebruikt u gebaren voor het volgende:
Bladeren op het scherm: Veeg omhoog of omlaag met twee vingers om door menulijsten te
scrollen. Veeg naar links of rechts om tussen schermen te schakelen.
Een item selecteren: Raak een item met één vinger aan om het te selecteren (het item wordt niet
geopend). Uw apparaat leest de inhoud van het geselecteerde item voor.
Een item openen: Raak een deel van het scherm twee keer met één vinger aan om uw selectie uit de
vorige stap te bevestigen.
Systeemfuncties en -instellingen
121
Als u bijvoorbeeld Instellingen wilt openen, raakt u het pictogram Instellingen één keer aan met
één vinger en raakt u vervolgens een deel van het scherm twee keer aan.
De TalkBack-instellingen congureren
1
Open
Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid > TalkBack > aan.
3 Volg de instructie op het scherm om het feedback-volume, hoorbare feedback-instellingen,
gebarenbediening enz. aan te passen.
Tekst-naar-spraak (TTS)-uitvoer
Deze functie converteert tekst naar spraak voor gebruikers met een beperkt gezichtsvermogen. Voor
Tekst-naar-spraak-uitvoer (TTS) moet TalkBack zijn ingeschakeld.
1 Open
Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid aan. Schakel Spraakuitvoer in en
selecteer dan de gewenste spraaksynthesemachine en spraaksnelheid.
Kleurcorrectie
In de kleurcorrectiemodus worden de kleuren aangepast zodat personen met kleurenblindheid
gemakkelijker onderscheid kunnen maken tussen de verschillende onderdelen van het scherm.
Ga zorgvuldig met deze functie om, aangezien het de prestaties van uw apparaat kan
beïnvloeden.
1 Open Instellingen.
2 Raak Geavanceerde instellingen > Toegankelijkheid > Kleurcorrectie aan en schakel
Kleurcorrectie in.
3 Raak Correctiemodus aan en selecteer de gewenste modus voor kleurcorrectie.
Systeemfuncties en -instellingen
122
Hulp ontvangen
Lees de Snelstartgids die bij uw apparaat wordt meegeleverd.
Raak Instellingen > Over telefoon > Juridische informatie aan om de juridische informatie te
lezen.
Bezoek http://consumer.huawei.com/en/ voor meer informatie.
123
Persoonlijke gegevens en
gegevensbeveiliging
Het gebruik van bepaalde functies of applicaties van derden op uw apparaat kan ertoe leiden dat uw
persoonlijke gegevens en/of andere gegevens verloren raken of toegankelijk worden voor anderen.
Neem de volgende maatregelen om uw persoonlijke gegevens te helpen beschermen:
l Bewaar uw apparaat op een veilige plek om ongeautoriseerd gebruik te voorkomen.
l Vergrendel het scherm van uw apparaat en stel een wachtwoord of ontgrendelingspatroon in.
l Maak regelmatig een back-up van de persoonlijke gegevens die zijn opgeslagen op uw SIM-kaart,
uw geheugenkaart of in het geheugen van het apparaat. Als u een nieuw apparaat in gebruik
neemt, zorgt u dat u alle persoonlijke gegevens op uw oude apparaat verplaatst of verwijdert.
l Maak regelmatig een back-up van de persoonlijke gegevens die zijn opgeslagen op uw
geheugenkaart of in het geheugen van het apparaat. Als u een nieuw apparaat in gebruik neemt,
zorgt u dat u alle persoonlijke gegevens op uw oude apparaat verplaatst of verwijdert.
l Open geen sms- of e-mailberichten van vreemden, om te voorkomen dat uw apparaat geïnfecteerd
raakt met een virus.
l Wanneer u uw apparaat gebruikt om te internetten, bezoekt u geen websites die een
beveiligingsrisico kunnen inhouden, om te voorkomen dat uw persoonlijke gegevens worden
gestolen.
l Als u gebruikmaakt van diensten als draagbare Wi-Fi-hotspot of Bluetooth, stelt u voor deze
diensten een wachtwoord in om ongeoorloofde toegang tegen te gaan. Schakel deze diensten uit
wanneer u ze niet gebruikt.
l Installeer beveiligingssoftware op uw apparaat en scan regelmatig op virussen.
l Gebruik alleen apps van derden uit een legitieme bron. Scan gedownloade apps van derden op
virussen.
l Installeer beveiligingssoftware of -patches die worden uitgegeven door Huawei of geautoriseerde
app-leveranciers.
l Het gebruik van ongeautoriseerde software van derden voor het updaten van uw apparaat kan uw
apparaat beschadigen of uw persoonlijke gegevens in gevaar brengen. Het wordt aanbevolen uw
apparaat te updaten met behulp van de online updatefunctie of door het downloaden van
ofciële
updatepakketten voor uw apparaatmodel van Huawei.
l Sommige apps vereisen en verzenden informatie over uw locatie. Hierdoor zijn derden mogelijk in
staat om de gegevens over uw locatie te delen.
l Bepaalde externe app-leveranciers kunnen detectie- en diagnostische gegevens van uw apparaat
verzamelen ter verbetering van hun producten en diensten.
124
Lijst met beveiligingsfuncties
Huawei-telefoons worden geleverd met een aantal beveiligingsfuncties om uw gegevens beveiligd te
houden.
Vingerafdrukherkenning
Gebruik een vingerafdruk om uw scherm te ontgrendelen, versleutelde
bestanden te openen, apps te ontgrendelen en veilig te betalen. Raadpleeg
Vingerafdrukherkenning voor meer informatie.
Bestanden beveiligd
opslaan
Schakel de functie Kluis in, stel een wachtwoord in en voeg dan uw
vertrouwelijke bestanden toe om ongeautoriseerde toegang te voorkomen.
U kunt bestanden te allen tijde uit een kluis verwijderen. Raadpleeg
Bestanden beveiligd opslaan voor meer informatie.
De PIN-code van uw
SIM-kaart instellen
Schakel de SIM-vergrendeling in om te voorkomen dat anderen uw SIM-
kaart gebruiken. U moet telkens als u uw apparaat inschakelt of uw SIM-
kaart in een ander apparaat plaatst, de PIN van uw SIM-kaart invoeren.
Raadpleeg De PIN-code van uw SIM-kaart instellen voor meer informatie.
Beveiligd toetsenbord
Wanneer u een wachtwoord invoert, geeft uw apparaat automatisch het
beveiligde toetsenbord weer voor verbeterde beveiliging. Raadpleeg
Beveiligde toetsenbord inschakelen voor meer informatie.
Detectie van een
pseudo-basisstation
Uw apparaat kan automatisch pseudo-basisstations detecteren en alle
inkomende oproepen, berichten en andere content blokkeren om u tegen
fraude te beschermen.
Wi-Fi-beveiliging
Uw apparaat vraagt hier automatisch om wanneer u probeert een
verbinding tot stand te brengen met een Wi-Fi-netwerk met
beveiligingskwetsbaarheden. Ga voorzichtig verder voordat u een
verbinding met het netwerk tot stand brengt.
Appkluis
Gebruik de App-vergrendeling in Telefoonbeheer om apps te vergrendelen
en ongeautoriseerde toegang te voorkomen. Het wachtwoord van App-
vergrendeling is nodig om vergrendelde apps te openen. Raadpleeg App
coderen voor meer informatie.
Gegevensgebruik
beheren
Gebruik de gegevensbeheerfunctie in Telefoonbeheer om het gebruik van
uw mobiele data bij te houden. Mobiele data wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer u de vooraf ingestelde limiet bereikt, om te
voorkomen dat u bovenmatige gegevenskosten oploopt. Raadpleeg
Gegevensgebruik beheren voor meer informatie.
Virusscanner
Gebruik de virusscanner in Telefoonbeheer om malware te verwijderen.
Raadpleeg Virusscanner voor meer informatie.
125
Mijn apparaat zoeken
Schakel Mijn apparaat vinden in om uw apparaat te vinden, vergrendelen
en op afstand gegevens van uw apparaat te verwijderen, als u uw apparaat
kwijt bent. Zodra uw apparaat is vergrendeld, hebt u uw Huawei-ID en het
wachtwoord nodig om hem te ontgrendelen. Raadpleeg Mijn apparaat
vinden voor meer informatie.
TrustSpace
TrustSpace is een beveiligde container die uw betalings- en bankapps tegen
malware beschermt. Raadpleeg TrustSpace voor meer informatie.
Lijst met beveiligingsfuncties
126
Juridische kennisgeving
Copyright © Huawei Technologies Co., Ltd. 2017. Alle rechten voorbehouden.
Het is niet toegestaan onderdelen van deze handleiding in enige vorm of op enige manier te
reproduceren of verzenden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Huawei Technologies
Co., Ltd. en haar partners ("Huawei").
Het product dat in deze handleiding wordt beschreven, kan software van Huawei en mogelijke
licentiegevers bevatten waarop het auteursrecht van toepassing is. Klanten mogen deze software op
geen enkele wijze reproduceren, distribueren, wijzigen, decompileren, ontmantelen, decoderen,
uitpakken, aan reverse engineering onderwerpen, leasen, toewijzen of in sublicentie geven, behalve
indien dergelijke restricties toegelaten zijn door de toepasselijke wetgeving of indien dergelijke
handelingen goedgekeurd werden door de respectieve eigenaars van auteursrechten.
Handelsmerken en vergunningen
, en zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Huawei Technologies
Co., Ltd.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc.
Het woordmerk Bluetooth
®
en de bijbehorende logo's zijn gedeponeerde handelsmerken van
Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Huawei Technologies Co., Ltd. vindt
plaats onder licentie.
Overige handelsmerken, product-, dienst- en bedrijfsnamen die worden genoemd, kunnen het
eigendom zijn van hun respectieve eigenaren.
Kennisgeving
Sommige functies van het product en de bijbehorende accessoires zoals in dit document beschreven,
zijn afhankelijk van de geïnstalleerde software, mogelijkheden en instellingen van het lokale netwerk
en kunnen daarom mogelijk niet geactiveerd worden of kunnen beperkt worden door plaatselijke
telefoonmaatschappijen of aanbieders van netwerkdiensten.
Daardoor komen de beschrijvingen in dit document wellicht niet exact overeen met het product dat of
de accessoires die u hebt aangeschaft.
Huawei behoudt zich het recht voor om de informatie of specicaties in deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving en zonder enige aansprakelijkheid te wijzigen.
Verklaring met betrekking tot software van derden
Huawei is niet de eigenaar van het intellectuele eigendom van de software en toepassingen van
derden die met dit product worden meegeleverd. Daarom biedt Huawei geen enkele garantie voor
software en toepassingen van derden. Huawei biedt geen ondersteuning aan klanten die van deze
software en applicaties van derden gebruik maken en is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de
functies van de software en toepassingen van derden.
127
Toepassingen en diensten van derden kunnen op elk gewenst moment worden onderbroken of
beëindigd en Huawei geeft geen garantie af met betrekking tot de beschikbaarheid van enige inhoud
of dienst. Inhoud en diensten worden door derden aangeboden via netwerk- of
overdrachtsprogramma's die niet onder de controle van Huawei vallen. Voor zover toestaan door het
toepasselijk recht, wordt nadrukkelijk gesteld dat Huawei geen vergoeding biedt of aansprakelijk kan
worden gesteld voor diensten die door derden worden verleend, noch voor de onderbreking of
beëindiging van de inhoud of diensten van derden.
Huawei kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de wettelijkheid, kwaliteit of enige andere
aspecten van software die op dit product is geïnstalleerd, of voor werk van derden dat wordt
geïnstalleerd of gedownload in welke vorm dan ook, met inbegrip van maar niet beperkt tot teksten,
afbeeldingen, video's of software etc. Klanten dragen het risico voor alle effecten, waaronder
incompatibiliteit tussen de software en dit product, die het gevolg zijn van het installeren van
software of het uploaden of downloaden van het werk van derden.
Dit product is gebaseerd op het open-sourceplatform Android™. Huawei heeft de nodige wijzigingen
aan het platform aangebracht. Daarom ondersteunt dit product mogelijk niet alle functies die worden
ondersteund door het standaard Android-platform of is het mogelijk niet compatibel met software
van derden. Huawei biedt geen enkele garantie en verklaring af in verband met een dergelijke
compatibiliteit en sluit elke vorm van aansprakelijkheid in verband daarmee uitdrukkelijk uit.
UITSLUITING VAN GARANTIE
ALLE INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING WORDT ALS ZODANIG AANGEBODEN. BEHALVE INDIEN
VEREIST DOOR TOEPASSELIJK RECHT, WORDEN ER GEEN GARANTIES AFGEGEVEN VAN WELKE AARD
DAN OOK, HETZIJ EXPLICIET OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT GARANTIES
VAN HANDELBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, MET BETREKKING TOT DE
NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING.
VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJK RECHT KAN HUAWEI
IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK GESTELD WORDEN VOOR EVENTUELE SPECIALE, INCIDENTELE,
INDIRECTE GEVOLGSCHADE, VERLOREN WINSTEN, BEDRIJFSACTIVITEITEN, INKOMSTEN, GEGEVENS,
GOODWILL OF VERWACHTE BESPARINGEN.
DE MAXIMALE AANSPRAKELIJKHEID (DEZE BEPERKING IS NIET VAN TOEPASSING OP DE
AANSPRAKELIJKHEID VOOR PERSOONLIJK LETSEL TOT DE MATE WAARIN DE WET EEN DERGELIJKE
BEPERKING VERBIEDT) VAN HUAWEI DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT, ZOALS
BESCHREVEN IN DEZE HANDLEIDNG ZAL WORDEN BEPERKT TOT DE HOOGTE VAN HET DOOR DE
KLANTEN BETAALDE BEDRAG VOOR DE AANSCHAF VAN DIT PRODUCT.
Import- en exportregelgeving
Klanten moeten alle toepasselijke export- en importwetten en -regelgeving naleven en zijn
verantwoordelijk voor het verkrijgen van alle noodzakelijke overheidsvergunningen en licenties om het
product dat vermeld wordt in deze handleiding, inclusief de software en de technische gegevens, te
exporteren, te herexporteren of te importeren.
Juridische kennisgeving
128
V100R001_01
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld ter referentie. Het daadwerkelijke product,
met inbegrip van maar niet beperkt tot de kleur, de afmetingen en de
schermindeling, kan hiervan afwijken. Geen van de verklaringen, informatie en
aanbevelingen in deze handleiding houden enige vorm van garantie in, hetzij
expliciet of impliciet.
RNE-L21
Model: RNE-L01
Surf naar http://consumer.huawei.com/en/support/hotline voor een recent
bijgewerkt hotline- en e-mailadres in uw land of regio.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134

Huawei nova 2i Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding