KOUDE START
Vergrendelt portieren en kofferdeksel en
activeert het alarm*.
Ontgrendelt portieren en achterklep en
deactiveert het alarm
1
.
Ontgrendelt kofferdeksel. (Deksel wordt
niet geopend.)
Activeert 30 seconden
2
lang de verlich-
ting van de buitenspiegels*, het interieur,
de voetruimte en de kentekenplaat. Rich-
tingaanwijzers en stadslichten vóór/ach-
terlichten branden.
“Paniek”-toets. In een noodsituatie de
toets ca. 3 seconden lang ingedrukt hou-
den om het alarm te laten afgaan. Het
alarm uitschakelen met de ontgrende-
lingstoets.
SLEUTEL EN AFSTANDSBEDIENING
1. Als geen van de portieren noch het kofferdeksel bin-
nen 2 minuten na ontgrendeling wordt geopend,
worden deze na enige tijd automatisch opnieuw ver-
grendeld.
AUTOSTART (geldt voor de 2.4, 2.4i, T5 en D5)
De contactsleutel/startknop naar stand III
draaien en loslaten. De motor start automatisch.
Een dieselmotor altijd laten voorgloeien in
stand II voordat u de motor start.
BEDIENINGSPANEEL OP BESTUURDERSPORTIER
Om te zorgen dat de uitlaatgasreiniging snel
op temperatuur komt, is het mogelijk dat de
motor korte tijd iets hogere stationaire toeren
maakt.
N.B.
SLEUTELBLAD
Te gebruiken om het dashboardkastje te ver-
grendelen/ontgrendelen of het slot in het be-
stuurdersportier te bedienen als de auto
bijvoorbeeld zonder stroom zit.
Buitenspiegel instellen, L of R druk-
ken. Instellen met hendeltje.
Buitenspiegels inklappen*. Tegelij-
kertijd L en R indrukken. Nogmaals in-
drukken om uit te klappen.
Elektrisch bediende ruiten handma-
tig openen/sluiten
Elektrisch bediende ruiten automa-
tisch openen
Achterste zijruiten en portieren ver-
grendelen* (kinderslot)
L R
2
1
2
2
1
2. De tijd is in te stellen op 30, 60 of 90 seconden (zie
instructieboekje).