Miller XMT 350 C de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Lasstroombron
XMT 350 CC/CV
Auto-Line
CE
OM-2254/dut 219485AE
201601
Processen
Beschrijving
Multiproces Lassen
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 7............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 INLEIDING 10................................................................
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-2. Technische gegevens 10.................................................................
3-3. Afmetingen en gewicht 10................................................................
3-4. Omstandigheden gebruik en opslag 10.....................................................
3-5. Inschakelduur en oververhitting 11........................................................
3-6. Stroom-spanningscurves 12..............................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 13..............................................................
4-1. Een locatie kiezen 13....................................................................
4-2. Keuze van kabeldiameters* 14............................................................
4-3. Klemmen lasuitgangen 14................................................................
4-4. Informatie over de 14-pin contrastekker 15..................................................
4-5. 115 V/AC duplex contrastekker en aanvullende beschermers 15...............................
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting 16....................................
4-7. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 17...............................................
4-8. Driefasen ingangsvermogen aansluiten 18..................................................
HOOFDSTUK 5 WERKING 20.................................................................
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 20...................................................
5-2. Instellingen van de functieschakelaar 21....................................................
HOOFDSTUK 6 TIG-LASSEN 22..............................................................
6-1. Meest gangbare aansluiting voor het TIG-proces 22..........................................
6-2. TIG lasfunctie met aanstrijkstart - TIG-proces 23.............................................
6-3. Lift-Arc TIG-lasfunctie - TIG-proces 24.....................................................
6-4. TIG-las stand - TIG-proces 25............................................................
HOOFDSTUK 7 GMAW/FCAW-LASSEN 26.....................................................
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoer apparaat met spanningsregeling
voor GMAW/FCAW-proces 26............................................................
7-2. MIG las stand - GMAW/FCAW-proces 27...................................................
7-3. Gangbare aansluiting van een draadaanvoer apparaat met spanningsregeling
voor GMAW-P-proces 28................................................................
7-4. Pulserend MIG las stand - GMAW-P proces 29..............................................
7-5. Standaard aansluiting voor draadaanvoer apparaten die werken op de lasspanning,
GMAW/FCAW-proces 30................................................................
7-6. V-Sense Feeder las stand - GMAW/FCAW-proces 31.........................................
HOOFDSTUK 8 SMAW/CAC-A-LASSEN 32.....................................................
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CAC-A proces 32.................................
8-2. CC las stand - SMAW/CAC-A proces 33...................................................
8-3. Beklede elektrodelasstand - SMAW/CAC-A proces 34........................................
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV) 35......................................
8-5. Functies bij verschillende configuraties 35..................................................
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 9 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 36.................................
9-1. Routineonderhoud 36...................................................................
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 36...........................................
9-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter 37.....................................................
9-4. Storingen 38...........................................................................
HOOFDSTUK 10 ELECTRISCH SCHEMA 40....................................................
GARANTIE
COMPLETE ONDERDELENLIJST - www.MillerWelds.com
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Stock Number
XMT 350 CC/CV W/AUX POWER, CE 907161012
Council Directives:
2014/35/EU Low Voltage
2014/30/EU Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Standards:
IEC 609741:2012 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 6097410:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
Signatory:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
May 12, 2015
271284A
OM-2254 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201509
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig op beschadigingen of blootliggende bedrading en
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig-
gende bedrading kan dodelijk zijn.
Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
Draag de kabels niet op uw lichaam.
Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
OM-2254 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te
bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de
dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en
deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
OM-2254 Pagina 3
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat
op te tillen en te ondersteunen.
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
OM-2254 Pagina 4
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
LEES DE INSTRUCTIES.
Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-2254 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per-
sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
beoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-2254 Pagina 6
OM-2254 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 201205
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle elektrische en elektronische apparatuur die niet langer wordt gebruikt (WEEE). Voer het
af naar een daarvoor inleverstation.
Neem contact op de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201205
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe2 201205
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe3 201205
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201205
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 201205
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren.
Safe8 201205
Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren.
Safe10 201205
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 201205
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een
toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 201205
OM-2254 Pagina 8
Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 201205
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201205
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe30 201205
Rondvliegende stukken van onderdelen kunnen letsel veroorzaken. Draag altijd een gezichtsscherm als u on-
derhoud pleegt aan een apparaat.
Safe27 201205
Draag altijd lange mouwen en knoop uw kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe28 201205
Nadat u de nodige voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kunt u de eenheid aansluiten op de stroom-
voorziening.
Safe29 201205
Het apparaat niet aan één handgreep optillen of ondersteunen.
Safe31 201205
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 201205
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Begin uw opleiding door de handleiding door te lezen vooraleer het
werk aan de machine aan te vatten of vóór het lassen.
Safe40 201205
>60s
V
V
V
Nadat de stroom is uitgezet, blijft er gevaarlijke spanning staan op de
primaire condensatoren. Volledig geladen condensatoren niet
aanraken. Wacht altijd 60 seconden na het uitzetten van de stroom
voordat u gaat werken aan de unit OF controleer eerst de spanning
op de primaire condensator en zorg dat deze nagenoeg 0 volt is
voordat u enig onderdeel aanraakt.
Safe43 201205
=
<
60°
Til het apparaat altijd aan beide handgrepen op en ondersteun het.
Houd de hoek van het heftoestel altijd kleiner dan 60 graden.
Gebruik een geschikte kar om het apparaat te verplaatsen.
Safe44 201205
OM-2254 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
A
Stroomsterkte
Paneel
Wisselstroom (AC)
V
Spanning
Aan
Ingangsspanning
Aarding
Netaansluiting
Driefasen
invertertransorma
torgelijkrichter
X
Inschakelduur
%
Percent
Driefasen
LiftArc (TIG)
Afstandsbediening
Negatief
Inductantie
Voetbediening
MIG/MAG lassen
U
2
Conventionele be-
lastingsspanning
I
2
Nominale las-
stroom
Enkelfase
Verhogen
Automatische ze-
kering
TIG lassen
Positief
Constante
spanning
Beklede elektrode
lassen
U
1
Primaire spanning
IP
Beschermings-
graad
De werking van
een hefboog (Lift
Arc)toorts-
schakelaar met
houdfunctie (TIG)
I
1eff
Maximale effectie-
ve netstroom
Voeding via
spanningsdetectie
Uitgang
Uit
Gelijkstroom (DC)
Constante stroom
Boogkracht
U
0
Nominale nullast-
spanning (ge-
middeld)
Hz
Hertz
Pulserend
I
1max
Maximale nominale
netstroom
TIGlassen met
strijkstart
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 INLEIDING
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-2. Technische gegevens
Gebruik niet de informatie in de tabel met specificaties voor de eenheid om de elektrische onderhoudsvereisten te bepalen. Zie hoofdstukken 4-7
en 4-8 voor meer informatie over het aansluiten van de ingangsspanning.
Ingangsvermo-
gen
Nominale
opbrengst
Spanningsbe-
reik in de CV-
functie
Bereik stroom-
sterkte in de CC-
functie (constan-
te stroom)
Max. spanning
open circuit
RMS Amp ingangsvermogen
bij de nominale opbrengst:
50/60 Hz 3-fasen bij NEMA-
lastspanningen en Klasse I
KVA KW
230 V 380 V 400 V 460 V
3-fasen 350 A bij 34
V/DC, 60% in-
schakelduur
1038 V 5425 A 75 V/DC 36.1 22.3 20.6 17.8 14.2 13.6
*Zie Hoofdstuk 3-5 voor de inschakelduur.
3-3. Afmetingen en gewicht
Hole Layout Dimensions
610 mm
432 mm
318 mm
804 801-A
A
D
C
B
E
G
F
A 298 mm
B 42 mm
C 400 mm
D 485 mm
E 221 mm
F 39 mm
G 1/4-20 UNC -2B thread
Gewicht
42.4 kg
3-4. Omstandigheden gebruik en opslag
A. IP-graad
IP-graad
IP23
Deze apparatuur is ontworpen voor buitengebruik. Opslag is toegestaan, maar buiten lassen bij regen of andere neerslag mag alleen onder
een afdak.
IP23 201406
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 11
B. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 609741 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan IEC 61000311 en IEC 61000312 en kan worden aangesloten op het openbare laagspanningsnet, op
voorwaarde dat dit net op het gemeenschappelijk koppelpunt een systeemimpedantie Z
max
heeft van minder dan 46,39mW (of het
kortsluitvermogen S
sc
is groter dan 3.449.293VA). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de apparatuur om, zo nodig
door raadpleging van de netwerkbeheerder, zeker te stellen dat de systeemimpedantie aan de eisen voldoet.
ceemc 1 2014-07
6 minuten lassen 4 minuten rusten
3-5. Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat kan
lassen op nominale belasting zonder
oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, is er
geen uitgangsspanning meer,
verschijnt er een Help-melding en gaat
de koelventilator draaien. Wacht
vijftien minuten om het apparaat te
laten afkoelen. Verlaag de
stroomsterkte, de spanning of de
inschakelduur voor u gaat lassen.
LET OP Door overschrijding van de
inschakelduur kan het apparaat be-
schadigen en daarmee komt de ga-
rantie te vervallen.
60% inschakelduur
Oververhitting
0
15
OF
verlaag de inschakelduur
Minuten
Ref. 219 523-A
DRIEFASEN
% INSCHAKELDUUR
LASSTROOM
A of V
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 12
3-6. Stroom-spanningscurves
217 836-A / 217 837-B
De stroom/spanning grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van de voedingsbron
voor het lasapparaat. De grafieklijnen
van de andere instellingen vallen
tussen de aangegeven krommen.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
50%
75%
100 %
25%
0%
STROOMSTERKTE
VOLT
A. CC-functie (constante stroomsterkte)
TIG
MAX
BEKLEDE-
ELEKTRODE-
LASSEN MAX
BEKLEDE-ELEKTRODE-
LASSEN 80A
BOOGREGELING
TIG
MN
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
VOLT
B. CV-functie (constante spanning)
STROOMSTERKTE
MAX
MIN
Aantekeningen
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 13
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
! Mogelijk is een speciale in-
stallatie nodig, wanneer er benzi-
ne of vluchtige vloeistoffen aan-
wezig zijn zie NEC artikel 511 of
CEC sectie 20.
1 Hefvorken
Steek de vorken zo ver in, dat ze aan de
andere kant onder het apparaat uit-
steken.
2 Hefgrepen
Gebruik de hefgrepen om het apparaat
op te tillen.
3 Handkar
Gebruik een kar of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
4 Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van een
stroombron die de juiste voeding biedt.
4-1. Een locatie kiezen
4
18 inch
(460 mm)
18 in.ch
(460 mm)
OF
1
Locatie en luchtstroom
2
3
2
loc_med_dut 2015-04
Verplaatsing
! Verplaats het apparaat niet naar en gebruik
het niet op plaatsen waar het kan omvallen.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 14
4-2. Keuze van kabeldiameters*
LET OP De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de
stroombron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60mkolom
voor het bepalen van de kabelafmetingen.
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring net groter dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Lasstroom
10 60% in-
schakelduur
AWG (mm
2
)
60 100%
inschakel-
duur
AWG (mm
2
)
10 100% inschakelduur
AWG (mm
2
)
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks 2/0
(2x70)
2 stuks 2/0
(2x70)
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks 2/0
(2x70)
2 stuks 3/0
(2x95)
2 stuks 3/0
(2x95)
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks 2/0
(2x70)
2 stuks 3/0
(2x95)
2 stuks 3/0
(2x95)
2 stuks 4/0
(2x120)
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks 2/0
(2x70)
2 stuks 3/0
(2x95)
2 stuks 4/0
(2x120)
2 stuks 4/0
(2x120)
500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks 2/0
(2x70)
2 stuks 3/0
(2x95)
2 stuks 4/0
(2x120)
3 stuks 3/0
(3x95)
3 stuks 3/0
(3x95)
600 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks 2/0
(2x70)
2 stuks 3/0
(2x95)
2 stuks 4/0
(2x120)
3 stuks 3/0
(3x95)
3 stuks 4/0
(3x120)
3 stuks 4/0
(3x120)
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
die één maat groter is.
** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 cm/A.
( ) = mm
2
***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op
telefoonnr. 920-735-4505.
Ref. S-0007-L 201502
4-3. Klemmen lasuitgangen
! Schakel de elektrische voeding uit
vóór aansluiting op de klemmen
van de lasuitgangen.
! Gebruik geen versleten,
beschadigde, te dunne of
herstelde kabels.
1 Positieve (+) klem lasuitgang
2 Negatieve () klem lasuitgang
Zie voor aansluitingen van de
klemmen van de lasuitgangen
hoofdstuk 6-1 tot en met 8-1 voor
typische aansluitprocessen.
2
1
Ref. 803 692-C / output term1 201502
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 15
4-4. Informatie over de 14-pin contrastekker
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
14-pens
aansluiting
Pen* Pen informatie
24 volt AC
UITGANG
(CONTACTOR)
A 24 volt AC, beveiligd door CB2.
B Verbinding met contact A activeert het
uitgangsvermogen.
REGELING DOOR
AFSTANDS-
BEDIENING
C Uitgangsspanning naar afstandsbediening:
0 tot +10 V DC, +10 V DC in MIG.
D Massa van de afstandsbediening.
E 0 tot +10 V DC inkomend stuursignaal vanaf
afstandsbediening.
M CC/CV-instelling (constante stroom/spanning)
A/V
STROOM-
STERKTE
SPANNING
F Terugkoppeling stroom; +1 volt DC per 100 ampère.
H Terugkoppeling spanning; +1 V DC per 10 V
uitgangsspanning.
GND
G Massa van 24V AC circuits.
K Massa van behuizing.
*De overige contacten worden niet gebruikt.
4-5. 115 V/AC duplex contrastekker en aanvullende beschermers
1 115 V 60 Hz 10 A AC stekkerdoos
2 Beveiligingsautomaat CB1
3 Beveiligingsautomaat CB2
CB1 beveiligt de dubbele stekkerdoos tegen
overbelasting.
CB2 beveiligt de 24 volt AC van de 14-pens
stekkerdoos tegen overbelasting.
Druk op de knop om de beveiligingsautomaat
te resetten.
2 3
1
Ref. 803 879-C
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 16
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting
Schaf een gascilinder aan en bevestig
hem met een ketting aan de laswagen,
de wand of een andere vaste
ondersteuning, zodat de cilinder niet
kan vallen en de klep kan afbreken.
1 Cilinder
2 Gasontspanner/stroommeter
Installeer deze zodanig dat de voorzijde
verticaal zit.
3 Aansluiting gasslang
De fitting heeft 5/8-18 rechtsdraaiend
schroefdraad. Schaf een gasslang aan
en installeer deze.
4 Fitting Gas-in
5 Fitting Gas-uit
De gas-in en gas-uit fittingen hebben
5/8-18 rechtsdraaiend schroefdraad.
Schaf een slang aan van het juiste
formaat en type en met de juiste lengte
en maak de aansluitingen als volgt:
Sluit de slang vanaf de gasontspanner/
flowmeter van de beschermgastoevoer
aan op de gas-in fitting.
Sluit de slangkoppeling aan op de
toorts. Sluit één uiteinde van de
gasslang aan op de slangkoppeling.
Sluit het andere uiteinde van de
gasslang aan op de gas-uit fitting.
Bediening
De gasklep regelt de gasstroom tijdens
het TIG-proces als volgt:
Afstandsbediende TIG
De gasstroom start met de
afstandsbediende contactor aan.
De gasstroom stopt aan het einde van
de nastroom als er elektrische stroom
werd gedetecteerd, of met de
afstandsbediende contactor uit als er
geen elektrische stroom werd
gedetecteerd.
TIG-booglassen met ingedrukte
trekker
De gasstroom start wanneer de
uitvoerknop wordt ingedrukt.
De gasstroom stopt aan het einde van
de nastroom.
TIG-lassen met strijkstart
De gasstroom stopt wanneer er
elektrische stroom wordt gedetecteerd.
De gasstroom stopt aan het einde van
de nastroom.
De nastroomtijd is in de fabriek
ingesteld op 5 seconden per 100 A
lasstroom. De minimum nastroomtijd is
5 seconden. De maximum nastroomtijd
is 20 seconden (nastroominstellingen
kunnen niet worden bijgesteld door de
eindgebruiker).
4
3
1
2
GAS IN
GAS UIT
5
Ref. 803 705-B / Ref. 803 879-C
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 17
4-7. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
LET OP ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van de
nominale ingangsspanning.
LET OP De aansluitspanning mag niet meer afwijken dan 10% van de waarde, die is aangegeven in de lijst. Indien de voedingsspanning buiten dit
bereik valt, dan is mogelijk geen lasvermogen beschikbaar.
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
50/60 Hz driefasen
Ingaande spanning (V) 230 380 400 460
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A) 36.1 22.3 20.6 17.8
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onder-
breker in ampères
1
Met vertraging
2
40 25 25 20
Normaal
3
50 30 30 25
Min. afmeting invoerconductor in mm
2
,
4
6 4 4 2.5
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 29 48 53 46
Min. afmeting aardingsconductor in mm
2
,
4
6 4 4 2.5
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 201 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in deze Hoofdstuk geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur
conform NEC-tabel 310.15(B)(16). Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie
NEC-tabel 400.5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
Aantekeningen
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 18
4-8. Driefasen ingangsvermogen aansluiten
Input2 201205 Ref. 803 766-C / Ref. 802 136-A / Ref. 803 879-B
1
L1
2
1
L2
L3
3
3
4
5
6
7
= GND/PE aarding
Benodigde gereedschappen:
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 19
Input2 201205
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en vergrendel/schakel de
ingaande elektrische voeding uit
voordat u de voedingsdraden vanaf de
unit aansluit. Volg de gangbare
procedures voor wat betreft de
installatie en het verwijderen van
vergrendel/uitschakelapparaten.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele draad aan op een
massaklem en nooit op een
netaansluitklem.
LET OP Het automatischelijncircuit in dit
systeem past de voedingsbron automatisch
aan aan de primaire spanning die wordt
toegepast. Controleer de ingangsspanning
die op de werkplek voorhanden is. Dit sys-
teem kan aangesloten worden op elke bron
tussen 208 en 575 V/AC zonder dat de kap
hoeft te worden verwijderd om de voedings-
bron opnieuw te koppelen.
Kijk op het label op het apparaat voor de
stroomvereisten en controleer de
aansluitspanning die op de werkplek
beschikbaar is.
Voor driefase
1 Voedingskabel.
2 Werkschakelaar (getekend in de
UITstand).
3 Groene of groengele aarddraad
4 Aansluiting voor de veiligheidsaarde
van de netschakelaar
5 Ingaande draden (L1, L2 en L3)
6 Faseaansluitingen van de
werkschakelaar
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
aan op de aardklem van de werkschakelaar.
Sluit vervolgens de drie fasedraden L1, L2 en
L3 aan op de daarvoor bestemde klemmen
van de werkschakelaar.
7 Maximale stroombeveiliging
Bepaal het type en de maat van de maximale
stoombeveiliging aan de hand van hoofdstuk
4-7 (afgebeeld: gezekerde werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de deur van de
werkschakelaar. Volg de vastgelegde
vergrendelingsprocedures om de eenheid in
gebruik te nemen.
4-8. Driefasen ingangsvermogen aansluiten (vervolg)
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 20
HOOFDSTUK 5 WERKING
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
De hoofdstukken over de werking van het
lasproces beschrijven de functie van de
betreffende onderdelen (zie de
hoofdstukken 6-2 t/m 8-3).
De motor van de ventilator wordt
thermostatisch geregeld en draait alleen
wanneer er koeling nodig is.
1 14-pens stekkerdoos voor
afstandsbediening
Om de afstandsbediening te gebruiken, sluit
men deze aan op de 14-pens stekkerdoos. Bij
TIG en beklede elektrode regelt de
afstandsbediening een percentage van de
instelling op het frontpaneel. (Hoger als de
waarde ingesteld op het frontpaneel kan door
de afstandsbediening niet worden geregeld).
Bij MIG-lassen regelt de afstandsbediening
het volledige bereik van het apparaat,
ongeacht de instelling op het frontpaneel.
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
De meters geven de werkelijke
lasuitgangswaarden aan nadat de boog
is gestart. Deze blijven nog circa drie
seconden getoond nadat de boog is
gedoofd.
4 Regelknop
5 Boogregeling
DIG instellingen bij lassen met beklede
elektrode of CC (constante stroom). Bij de
laagste stand van de regelaar is de
kortsluitstroom bij een lage boogspanning
gelijk aan de normale lasstroom.
Bij de hoogste stand van de regelaar wordt de
kortsluitstroom bij een lage boogspanning
verhoogd om de boog makkelijker te starten
en om ’plakken’ tijdens het lassen te
voorkomen.
Kies de instelling die het meest geschikt is
voor de toepassing.
De regelaar stelt de inductantie in bij de keuze
van de MIG-stand of de Vsense-stand op de
functieschakelaar. De inductantie (0-100%)
bepaalt de “vloeibaarheid” van het lasbad. Bij
een inductantie-instelling in de buurt van het
maximum, neemt de “vloeibaarheid” toe.
Voor zelf beschermende draad (FCAW) stelt
u met de booginstelknop de FCAW-instelling
in.
Bij de keuze van pulserend MIG-lassen of een
van de TIG-instellingen heeft deze
schakelaar geen functie.
6 Aan/uit schakelaar
7 Functieschakelaar
De keuzeschakelaar bepaalt zowel het
lasproces als het in en uit schakelen van de
lasstroom (zie hoofdstuk 5-2).
Voor (CAC-A) snijden en gutsen moet de
schakelaar in stand voor beklede elektrode
(Stick) staan. Zet voor de beste resultaten de
boogregeling (DIG) op de maximumstand.
8 Klem lasuitgang (-)
9 Optionele gasklep-uitsparing
10 Klem lasuitgang (+)
803 692C /242 020A
6
4
7
5
1
23
8
9
10
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 21
5-2. Instellingen van de functieschakelaar
Schakelaar
stand
Proces Uitgangsregeling Paneelregeling
Regeling via
afstandsbediening
TIG-lassen
met strijkstart
TIG Elektrode Hot Stroomsterkte % A paneel
Lift Arc TIG TIG Elektrode Hot Stroomsterkte % A paneel
TIG TIG
14-polige
stekkeraansluiting voor
afstandsbediening
Stroomsterkte % A paneel
MIG GMAW
14-polige
stekkeraansluiting voor
afstandsbediening
Volt Volt
Pulserend MIG GMAW-P *
14-polige
stekkeraansluiting voor
afstandsbediening
N/A Booglengte (0-100)
CC
(constante stroom)
Beklede elektrode
CAC-A
14-polige
stekkeraansluiting voor
afstandsbediening
Stroomsterkte % A paneel
Beklede elektrode
Beklede elektrode
CAC-A
Elektrode Hot Stroomsterkte % A paneel **
Draadaanvoer
unit gevoed
door lasspanning
GMAW Elektrode Hot Volt Volt
* Extern puls apparaat vereist.
** Zie hoofdstuk 8-5, verschillende configuratiefuncties
Aantekeningen
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 22
HOOFDSTUK 6 TIG-LASSEN
6-1. Meest gangbare aansluiting voor het TIG-proces
264 339-A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 Voetbediening
2 Positieve (+) lasuitgang
3 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
Sluit zo nodig de gewenste
afstandsbediening aan op de daarvoor
bedoelde 14-pens stekkerdoos.
4 Aansluiting gastoevoer (optie)
5 Gascilinder
6 Aansluiting gasuitvoer (optie)
7 Negatieve (-) lasuitgang
8 TIG-toorts
9 Werkstuk
3
7
4
2
6
1
8
5
9
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 23
6-2. TIG lasfunctie met aanstrijkstart - TIG-proces
! De lasklemmen staan altijd onder
spanning in de TIG las stand met
aanstrijkstart.
1 Functieschakelaar
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor standaard
systeemaansluitingen.
Draai de functieschakelaar op de stand
SCRATCH START TIG zoals aangegeven.
De open spanning wordt weergegeven
in het linker scherm. De voor ingestelde
stroomsterkte wordt weergegeven in het
rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
voor ingestelde stroomsterkte in te stellen.
Als de afstandsbediening wordt
gebruikt voor het instellen van de
stroomsterkte, dan functioneert de
instelling als percentage van de voor
ingestelde stroomsterkte.
Voor de beste resultaten moet u de
wolfraamelektrode zacht over het
werkstuk strijken om een boog te
starten. Om boogflikkering aan het
einde van de las tot een minimum te
beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
242 020-A
4
1
23
84.5 85
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 24
6-3. Lift-Arc TIG-lasfunctie - TIG-proces
! De lasklemmen staan altijd onder
spanning in de Lift Arc TIG las stand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
4 Regelknop
5 Werkstuk
6 Wolfraamelektrode
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor standaard
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand LIFT-ARC TIG zoals aangegeven.
De open spanning wordt weergegeven in
het linker scherm. De voor ingestelde
stroomsterkte wordt weergegeven in het
rechterscherm.
De normale openspanning is pas aanwezig
als de elektrode het werkstuk raakt;
daarentegen is een lage meetspanning
aanwezig. Door de meetspanning kan
de elektrode het lasobject raken zonder
te oververhitten, vast te komen zitten
of vervuild te raken.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
voor ingestelde stroomsterkte in te stellen.
Als de afstandsbediening wordt
gebruikt voor het instellen van de
stroomsterkte, dan functioneert de
instelling als percentage van de voor
ingestelde stroomsterkte.
Maak voor het beste resultaat met het
werkstuk stevig contact met de
wolfraamelektrode op de plek waar de
las moet beginnen. Houd de elektrode
1 à 2 seconden op het werkstuk en til
de elektrode op. Er vormt zich nu een
boog. Om boogflikkering aan het einde
van de las tot een minimum
te beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
NIET aanstrijken als een lucifer!
6
5
“Aanraken”
1 - 2
seconden
242 020-A
4
1
23
13.5 85
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 25
6-4. TIG-las stand - TIG-proces
! De lasklemmen komen onder
spanning door de afstandsbediening
in de TIG las stand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor standaard
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar
de stand TIG zoals aangegeven.
De voor ingestelde stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
voor ingestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
Als de afstandsbediening een regeling
voor stroomsterkte heeft, dan
functioneert de instelling als percentage
van de voor ingestelde stroomsterkte.
Voor de beste resultaten moet u de
wolfraamelektrode zacht over het
werkstuk strijken om een boog te
starten. Om boogflikkering aan het
einde van de las tot een minimum te
beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
242 020-A
4
1
23
85
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 26
HOOFDSTUK 7 GMAW/FCAW-LASSEN
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoer apparaat met spanningsregeling
voor GMAW/FCAW-proces
264 343-A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 Aansluiting voor 14-pens stekkerdoos
2 Positieve (+) lasuitgang
3 Negatieve (-) lasuitgang
4 Nul leiding naar het werkstuk
5 Werkstuk
6 Pistool
7 Draadaanvoer apparaat
8 Gasslang
9 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is afhankelijk
van de draadsoort.
Het aansluitschema laat de DCEP
(omgekeerde polariteit) zien die
geschikt is voor alle draden met
uitzondering van zelf beschermd
FCAW. De meeste zelf beschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit).
3
4
5
6
7
8
9
1
2
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 27
7-2. MIG las stand - GMAW/FCAW-proces
! De lasklemmen komen onder
spanning door de afstandsbediening
in de MIG lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
4 Regelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 7-1 voor standaard
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar
de stand MIG zoals aangegeven.
De voor ingestelde spanning wordt
weergegeven in het linker scherm.
Bediening
Gebruik de afstelknop om de gewenste
voor ingestelde spanning in te stellen.
De voor ingestelde spanning kan
op afstand worden bijgesteld als het
draadaanvoer apparaat een
spanningsregeling heeft. Deze
spanningsregeling krijgt de voorkeur
boven de regelknop op de
lasstroombron.
Boogregeling (inductantie)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste inductantie-instelling te kiezen
van 0 tot 100. Gebruik de lagere
inductantie-instellingen om de boog harder
te maken en de vloeibaarheid van het
lasbad te verminderen. Gebruik de hogere
inductanties om de boog zachter te maken
en de vloeibaarheid van het lasbad
te verhogen.
242 020-A
4
1
23
25.0
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 28
7-3. Gangbare aansluiting van een draadaanvoer apparaat met spanningsregeling
voor GMAW-P-proces
264 347-A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 Optima - Extern puls apparaat
2 Aansluiting voor 14-pens stekkerdoos
3 Positieve (+) lasuitgang
4 Negatieve (-) lasuitgang
5 Nul leiding naar het werkstuk
6 Werkstuk
7 Pistool
8 Draadaanvoer apparaat
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is afhankelijk
van de draadsoort.
Het aansluitschema laat de DCEP
(omgekeerde polariteit) zien die
geschikt is voor alle draden met
uitzondering van zelf beschermd
FCAW. De meeste zelf beschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit). Bij gevulde draad
wordt pulseren niet toegepast. Er is
geen puls programma beschikbaar
voor FCAW.
4
5
6
7
8
9
10
3
2
1
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 29
7-4. Pulserend MIG las stand - GMAW-P proces
! De lasklemmen komen onder
spanning door de afstandsbediening
in de Pulserend MIG las stand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
4 Regelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 7-3 voor standaard
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar
de stand PULSED MIG zoals aangegeven.
Het linker- en rechterscherm toont
PPP PPP.
Bediening
Dit apparaat heeft een extern puls apparaat
nodig, bijvoorbeeld een Optima voor MIG
puls lassen. Zie de gebruikershandleiding
van de Optima voor meer informatie.
242 020-A
4
1
23
P P.P PPP
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 30
7-5. Standaard aansluiting voor draadaanvoer apparaten die werken op de lasspanning,
GMAW/FCAW-proces
264 348-A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 Positieve (+) lasuitgang
2 Negatieve (-) lasuitgang
3 Nul leiding naar het werkstuk
4 Werkstuk
5 Spanningssensorklem
6 Pistool
7 Stekkeraansluiting
voor de toortsschakelaar
8 Draadaanvoer apparaat
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is afhankelijk
van de draadsoort.
Het aansluitschema laat de DCEP
(omgekeerde polariteit) zien die
geschikt is voor alle draden met
uitzondering van zelf beschermd
FCAW. De meeste zelf beschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit).
2
3
9
10
8
7
5
6
4
1
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 31
7-6. V-Sense Feeder las stand - GMAW/FCAW-proces
! Op de lasklemmen staat altijd
spanning in de V-Sense las stand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
4 Regelknop
Instellen
Zie hoofdstuk 7-5 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de stand
V-SENSE FEEDER zoals aangegeven.
Het linker scherm geeft afwisselend
de open-spanning en de voor ingestelde
spanning weer.
Bediening
Gebruik de afstelknop om de gewenste
voor ingestelde spanning in te stellen.
Het wisselen van de weergave op het
linker scherm stopt even wanneer
de voor ingestelde spanning wordt
ingesteld.
Boogregeling (inductantie)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste inductantie-instelling te kiezen
van 0 tot 100. Gebruik de lagere
inductantie-instellingen om de boog harder
te maken en de vloeibaarheid van het
lasbad te verminderen. Gebruik de hogere
inductanties om de boog zachter te maken
en de vloeibaarheid van het lasbad
te verhogen.
242 020-A
4
1
23
25.0
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 32
HOOFDSTUK 8 SMAW/CAC-A-LASSEN
6
3
4
2
1
5
7
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CAC-A proces
264 349-A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 Elektrodehouder (koolstofboog)
Sluit voor het CAC-A proces de toorts
aan op de positieve lasuitgangs klem.
2 Elektrodehouder
3 Positieve (+) lasuitgang
4 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
Sluit zo nodig de gewenste afstands-
bediening aan op de daarvoor bedoelde
14-pens stekkerdoos.
5 Persluchtleiding
6 Negatieve (-) lasuitgang
7 Werkstuk
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 33
8-2. CC las stand - SMAW/CAC-A proces
! De lasklemmen komen onder
spanning door de afstandsbediening
in de CC las stand.
1 Functieschakelaar
2 Rechter Scherm
3 Regelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 8-1 voor standaard
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar
de stand CC zoals aangegeven.
De voor ingestelde stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechter scherm waarbij
het stroomsterkte-indicatielampje oplicht.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
voor ingestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
Als de afstandsbediening een
stroomregeling heeft, dan wordt
hiermee een percentage van op de
machine ingestelde waarde geregeld.
Als configuratie 3 is gekozen, wordt de
met de afstandsbediening gekozen
instelling getoond op het scherm.
Zie hoofdstuk 8-5 voor meer informatie
over de functies bij verschillende
configuraties.
Adaptive Hot Start verhoogt automatisch
de lasstroomsterkte bij het starten van de
las. Dit voorkomt dat de elektrode blijft
plakken bij het starten van de boog.
Voor de beste resultaten aan het einde
van de las moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten doven.
Boogregeling (Dig)
Verdraai de boogregelknop om de gewenste
Dig-instelling te kiezen van 0 tot 100.
Met de Dig-regeling kunnen de
karakteristieken van de boog - zacht tot
hard - worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes. Verlaag de
Dig-instelling voor soepel lopende
elektrodes als de E7018 en verhoog de
Dig-instelling voor stijvere, meer
penetrerende elektrodes als de E6010.
Gebruik deze stand voor ‘air carbon
arc’ (CAC-A) snijden en gutsen.
Voor de beste resultaten zet u de
boogregelknop (DIG) op maximum.
242 020-A
3
1
2
85
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 34
8-3. Beklede elektrodelasstand - SMAW/CAC-A proces
! Op de lasklemmen staat altijd
spanning in de Beklede elektrode
las stand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Scherm
3 Rechter Scherm
4 Regelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 8-1 voor standaard
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar
de stand STICK zoals aangegeven.
De open-spanning wordt weergegeven in
het linker scherm en de voor ingestelde
stroomsterkte wordt weergegeven in het
rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
voor ingestelde stroomsterkte in te stellen.
Als een afstandsbediening is aangesloten,
regelt men hiermee een percentage van de
voor ingestelde stroom. Bij de configuraties
2 en 3 wordt de afstandsbediening
genegeerd. De stroomsterkte wordt dan
alleen geregeld door het bedieningspaneel.
Zie hoofdstuk 8-5 voor meer informatie
over de verschillende configuraties.
Adaptive Hot Start verhoogt automatisch
de lasstroomsterkte bij het starten van de
las. Dit voorkomt dat de elektrode blijft
plakken bij het starten van de boog.
Voor de beste resultaten aan het einde
van de las moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten doven.
Boogregeling (Dig)
Verdraai de boogregelknop om de gewenste
Dig-instelling te kiezen van 0 tot 100.
Met de Dig-regeling kunnen de
karakteristieken van de boog - zacht tot
hard - worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes. Verlaag de
Dig-instelling voor soepel lopende
elektrodes als de E7018 en verhoog
de Dig-instelling voor stijvere, meer
penetrerende elektrodes als de E6010.
Gebruik deze stand voor ‘air carbon
arc’ (CAC-A) snijden en gutsen.
Voor de beste resultaten zet u de
boogregelknop (DIG) op maximum.
242 020-A
4
1
23
84.5 85
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 35
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV)
Werking met lage OCV
De machine kan als optie worden geconfigureerd voor bediening met lage open-spanning (OCV) in de beklede-elektrodestand en de TIG-functie
met aanstrijkstart. Als het systeem is geconfigureerd voor bediening met lage OCV, dan is er slechts een lage meetspanning (circa 15 V DC)
aanwezig tussen de elektrode en het werkstuk voordat de elektrode het werkstuk raakt. Raadpleeg een door de fabriek erkende service-agent
voor informatie over hoe u het systeem kunt configureren voor het lassen met lage open-spanning (OCV).
8-5. Functies bij verschillende configuraties
Configuratie 1 is de standaardwaarde. Het apparaat wordt in de fabriek
daarop ingesteld. Op de stand beklede elektrode wordt de
afstandsbediening automatisch herkend. Bij een CC-stand wordt de op
het paneel ingestelde waarde weergegeven in plaats van de instelling
op de afstandsbediening.
Configuratie 2 wijzigt de werking van de afstandsbediening bij lassen
met beklede elektrode. Bij configuratie 2 werkt het lassen met beklede
elektrode volgens de instellingen op het bedieningspaneel.
Een eventueel aangesloten afstandsbediening heeft geen uitwerking.
Als lassen met beklede elektrode actief is, staat er een decimale punt
op het stroomscherm.
Configuratie 3 verandert de werking van het scherm op de CC-stand.
In het stroomscherm staat dan het percentage van de voor ingestelde
stroom, zoals ingesteld met de afstandsbediening.
De maximumstroom is ingesteld op het bedieningspaneel. Als de
CC-stand actief is, staat er een decimale punt op het stroomscherm.
C 1
C 2
C 3
Er zijn 3 manieren om de afstandsbediening te configureren. De configuratie van de meters is te wijzigen door de lasprocesschakelaar
op de stand beklede elektrode te zetten, en dan de lasstroom binnen enkele seconden 3 tot 5 keer aan en uit te schakelen. Dit kan met
de toortsschakelaar op een draadaanvoer systeem, of met de aan-uitschakelaar van de afstandsbediening. Het stroomscherm zal kort
de keuzestand (mode) tonen en daarna terugkeren naar de voorinstelling.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 36
HOOFDSTUK 9 ONDERHOUD EN STORINGEN
VERHELPEN
9-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de voeding voordat
u met het onderhoud begint.
Geef vaker een onderhoudsbeurt
als het apparaat zwaar belast wordt.
= Controleer = Wijzig = Reinig = Vervang
Elke 3
Maan-
den
Vervang
beschadigde
of onleesbare
labels
Vervang behuizing waar
scheurtjes in zitten
Reparen of
vervangen
van kapotte
kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Elke 6
Maan-
den
Reinig de
aandrijfrollen
Blaas de
binnenzijde uit of
gebruik een
stofzuiger
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
! De kast niet verwijderen als u
de binnenzijde van het appa-
raat schoon blaast.
Om het apparaat schoon te blazen
moet u de luchtstroom op de
afgebeelde wijze door het
ventilatiekanaal blazen.
Ref. 803 879-C
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 37
9-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter
Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde van
het apparaat. Alle schakelingen waarnaar
wordt verwezen bevinden zich in het
apparaat.
Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire
stroomkring. Als dit scherm te zien is, neem
dan contact op met een door de fabrikant
erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische
beveiligingscircuit. Als dit scherm te zien is,
neem dan contact op met een door de fabrikant
erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat
oververhit is. Het apparaat is gestopt om de
ventilator de gelegenheid te geven om het af te
koelen (zie Hoofdstuk 3-5). Wanneer het
apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken.
Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van het apparaat
oververhit is. Het apparaat is gestopt om de
ventilator de gelegenheid te geven om het af te
koelen (zie Hoofdstuk 3-5). Wanneer het
apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken.
Hulpscherm 6
Geeft aan dat er op maximale ingaande
stroomsterkte wordt gewerkt. Het apparaat
heeft een maximaal toegestane ingaande
stroomsterkte. Naarmate de lijnspanning
toeneemt, neemt ook de vereiste ingaande
stroomsterkte toe. Als de lijnspanning te laag
is, wordt het uitgangsvermogen beperkt door
de ingaande stroomsterkte. Wanneer deze
grens wordt bereikt, verlaagt het apparaat
automatisch het uitgangsvermogen teneinde
door te kunnen werken. Als dit op het display te
zien is, laat dan een gediplomeerde elektricien
de ingaande spanning controleren.
Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundaire
stroomkring van het apparaat. Als dit scherm te
zien is, neem dan contact op met een door de
fabrikant erkende serviceagent.
Hulpscherm 25
Geeft aan dat de machine de grenzen van de
inschakelduur bereikt heeft (zie hoofdstuk
3-5). De machine moet ingeschakeld blijven
om de koelventilator van voeding te voorzien.
De ventilator blijft draaien tot de machine afge-
koeld is.
HELP
1
2
3
5
6
8
HELP
HELP
HELP
HELP
HELP
25
HELP
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 38
9-4. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het lassen; het
apparaat werkt totaal niet.
Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie Hoofdstuk 4-8).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker
weer in (zie Hoofdstuk 4-8).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 4-8).
Geen uitgangsspanning om te lassen; de
meter staat op ON.
De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie Hoofdstuks 4-8 en 4-7).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Hoofdstuk
3-5).
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Hoofdstuk 4-2).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer of de polariteit juist is.
Geen 115 V AC uitgangsspanning op de
dubbele stekkerdoos.
Reset beveiliging CB1 voor hulpapparatuur (zie hoofdstuk 4-5).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij de
“14”-contrastekker voor de afstandsbediening.
Aanvullende beschermer CB2 weer op de beginstand zetten (zie Hoofdstuk 4-5).
Aantekeningen
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
OM-2254 Pagina 39
Aantekeningen
OM-2254 Pagina 40
HOOFDSTUK 10 ELECTRISCH SCHEMA
Afbeelding 10-1. Stroomkringschema
OM-2254 Pagina 41
271 739-A
Aantekeningen
Aantekeningen
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2016 (Installaties waarvan het serienummer begint met “MG” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepalin-
gen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Appleton,
Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties die ver-
kocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie geen
materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VER-
VANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET
OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of
componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en
materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet bin-
nen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van
een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over
de garantieclaim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding
wordt ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een gede-
tailleerde omschrijving bevatten van de storing en de stappen die zijn
genomen om de defecte onderdelen en de oorzaak van het defect te
identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal
Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die hieron-
der zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag dat de in-
stallatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of 18 maanden nadat
de installatie naar een internationale distributeur gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen (uitgezonderd de
Classic-serie) (geen arbeidsloon)
* Lasapparaten/generatoren met motor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders
aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen arbeidsloon)
* Luchtdroogsysteem met droogmiddel
* Externe bewakingsapparatuur en sensoren
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt voor de
resterende garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar —
afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPMERKING: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken
* Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen
* Waterkoelingssystemen
* TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
* LiveArc- een computer las-help systeem
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*M
pistolen
* MIGtoortsen en Subarctoortsen (SAW)
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, mag-
neetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van
werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzon-
dering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraan-
gedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door ande-
ren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen val-
len onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of ver-
keerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die
geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of instal-
laties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepas-
singen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN GE-
BRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUIKERS EN
PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING HEBBEN MET
HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie, zullen
de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2) vervangen;
of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in bepaalde gevallen, (3)
de redelijke kosten van repareren of vervangen bij een goedgekeurd
Miller onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de aankoopprijs
(redelijke waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij
het retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip
van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in Appleton,
Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN ANDERE
VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE HIER
VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CONTRACTUEEL,
UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS, AAN-
SPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF
GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP DAT
DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE UITDRUKKELIJKE
GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS, EN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING M.B.T.
PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN CONTRACTUELE
WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE
DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE
TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE GEÏMPLICEERDE
GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking
tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade,
indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaan-
de beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze ga-
rantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook
andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat ver-
schillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra ga-
ranties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn op-
genomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk
niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien.
Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per pro-
vincie verschillen.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van de
woorden in het Engels voorrang.
miller warr_dut 201601
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2016 Miller Electric Mfg. Co 2016-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Wanneer u een dealer of servicebedrijf zoekt, ga naar
www.millerwelds.com of bel 18004AMiller
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Eigendomspapieren
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Miller XMT 350 C de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor