NAD Electronics C 425, C425 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de NAD Electronics C 425 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
28
ENGLISH FRANÇAIS
DEUTSCH
NEDERLANDS
ESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
SVENSKA
OPMERKINGEN BETREFFENDE DE INSTALLATIE
De NAD C 425 dient op een stevige, effen oppervlakte worden
geplaatst. Plaats het apparaat niet in direct zonnelicht, en niet in de
nabijheid van hittebronnen of vochtigheid, of op een plaats met
onvoldoende luchtstroming. Het apparaat wordt geleverd met RCA-
snoeren voor het aansluiten aan de versterker. De kabels en connectors
mogen niet zijn beschadigd en alle connectors dienen goed aangesloten
te zijn.
Indien het apparaat langere tijd niet zal gebruikt worden, trek de stekker
dan uit het stopcontact (wisselstroom). Indien er vocht in de NAD C 425
zou terechtkomen, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit
het stopcontact (wisselstroom). Laat het apparaat door een erkende
monteur controleren, alvorens het weer te gebruiken.
VERWIJDER DE AFDEKKING NIET. IN HET APPARAAT
BEVINDEN ER ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE
GEBRUIKER KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN.
Reinig het apparaat met een droge, zachte doek. Bevochtig de doek,
indien nodig, licht met een sopje. Gebruik geen oplossingen die benzyl
of andere vluchtige middelen bevatten.
SNELSTART
Gebruik het RCA-naar-RCA snoer om de linker- en rechteruitgangen van
de NAD C 425 aan de Tuner-ingang van uw versterker aan te sluiten.
1 Sluit de uitgang van de C 425 aan op de versterker.
2 Sluit de AM- en FM-antenne aan (fig. 3).
3 Sluit het netsnoer (wisselstroom) aan.
4 Druk op de POWER-toets (Nr 1) om de NAD C 425 in te schakelen.
5 Druk op de AM/FM-toets (Nr 6) om AM- of FM-signalen te
ontvangen.
6 Druk op de toets PRESET/TUNE [Voorinstelling / Afstemmen] zodat
"PRESET" op de display niet wordt verlicht, en de Tuner bevindt zich
nu in de Tune-modus [afstemmodus].
7 Druk op TUNE/PRESET [Afstemmen / Voorinstelling] of º
om de radiozender te seleteren.
AANSLUITINGEN OP HET ACHTERPANEEL (FIG. 1)
1 FM-ANTENNE - Het apparaat omvat een bijgeleverde FM-
lintantenne die met behulp van de bijgeleverde balun-adapter moet
worden aangesloten op de FM-antenne-ingang achterop het
apparaat (fig. 3). De lintantenne moet zo op een verticaal oppervlak
worden geplaatst zodat deze een "T" vormt. Zet de antenne op
verschillende plaatsen om te kijken waar de signalen het best worden
ontvangen en waar er de minste achtergrondruis is. Bij een FM-
signaal van onvoldoende kwaliteit, is er gewoonlijk sprake van veel
ruis, vooral bij de stereofunctie, en storing van externe electrische
bronnen. In gebieden waar de FM-band slecht te ontvangen is, kan
een externe FM-antenne de kwaliteit van de radioklank sterk
verbeteren. Een erkende antenne-installateur zal u kunnen adviseren
over een goede antenne voor uw omstandigheden en deze kunnen
installeren.
2 AM-ANTENNE - Voor AM-ontvangst is de AM-loopantenne die bij
de NAD C 425 wordt meegeleverd nodig. Om de AM-antenne aan
te sluiten, druk de klemmen over de antenne-aansluitingen naar
beneden. Steek de ongeïsoleerde antennedraden in de twee
aansluitgaten en druk de klemmen weer naar boven om een goede
aansluiting te verkrijgen (zie fig. 3). Zet de antenne in verschillende
standen om te kijken in welke stand de signalen het best worden
ontvangen; plaats de loop echter altijd verticaal voor de beste
ontvangst. Indien de antenne dichtbij grote metalen voorwerpen,
zoals metalen schappen of radiateurs, wordt geplaatst, kan de
ontvangst verslechteren.
3 UITGANG - Met behulp van de dubbele RCA-naar-RCA snoeren,
sluit de linkse (wit) en rechtse (rood) audio-uitgangen aan op de
"Tuner"-ingang of een andere ingang op lijnniveau zoals bijv. de
"Aux"-ingang van uw versterker. Sluit deze kabel niet aan op de
"Phono"-ingang van uw versterker.
4 IR IN - Opdrachten van andere apparaten met IR OUT-connectors
verlopen via de IR- IN-connector. Op deze manier is een
gecentraliseerde regeling van een volledige installatie mogelijk.
Bovendien kunnen sommige standaardfuncties van andere NAD-
onderdelen (zoals een CD-speler of een cassettespeler), die ook over
een IR IN beschikken, met een NAD-afstandsbediening worden
aangestuurd. Sluit de IR IN van de C 425 aan op de IR OUT van het
andere apparaat, zodat de C 425 met dergelijke apparaten samen
kan werken. IR IN-connectors kunnen worden doorgelust, IN op OUT,
zodat een hele installatie met de afstandsbediening van één apparaat
kan worden geregeld.
N.B.
De NAD C 425 beschikt over een ingebouwde receiver voor
opdrachten van een afstandsbediening, wat betekent dat deze niet
afhankelijk is van een IR IN voor bediening op afstand. Aanbevolen
wordt de IR IN niet aan te sluiten indien de andere apparaten met
hun eigen ingebouwde receivers voor opdrachten van de
afstandsbediening zijn gegroepeerd en allemaal in de "gezichtslijn"
van de afstandsbediening staan. Indien u niet zeker weet of dit het
geval is, probeer de producten dan eerst zonder IR IN te gebruiken.
Indien het apparaat op de opdracht van de afstandsbediening
reageert, hoeft de IR IN niet te worden aangesloten.
5 12V TRIGGER IN - Dankzij deze ingang kan de C 425 van op
afstand op Stand-by [slaapstand] worden gezet of worden
ingeschakeld [On] door aangesloten apparatuur, zoals bijv. een
eindversterker of een voorversterker, een AV-processor, enz, die ook
zijn uitgerust met een 12V-trigger-uitgang. Om de C 425 met behulp
van een extern toestel op Stand-by/Power On te schakelen, dient u
de 12V-trigger-ingang van de C 425 aan de DC-uitgangsaansluiting
van het remote apparaat aan te sluiten. Hiervoor is een standaard
3,5mm mini-stekker (mono) nodig. De spits is de aansluiting die
onder stroom staat of de + aansluiting, de koker van de
ingangsaansluiting is de 12V-trigger - aansluiting of de aarding.
N.B.
De 12V-trigger van de C 425 functioneert in een bereik van 6 tot 15
V gelijkstroom en verbruikt normaal minder dan 10mA stroom.
Controleer de technische gegevens van de Trigger-
uitgangsaansluiting op het remote apparaat om zeker te stellen dat
het compatibel is met de 12V-trigger-ingang van de C 425. NAD-
apparaten die zijn uitgerust met 12V-uitgang-triggers zijn geheel
compatibel met de 12V-trigger-ingang van de C 425. Alvorens iets
aan te sluiten aan een 12V-trigger- ingang of -uitgang, dient u zeker
te stellen dat alle onderdelen van het lichtnet (wisselstroom) zijn
afgesloten. Indien bovenstaande richtlijnen niet worden opgevolgd,
kunnen de NAD C 425 of hierop aangesloten componenten
beschadigd raken. Indien u onzeker bent van deze aansluitingen, de
installatie of de werking van de 12V- trigger-uitgang, gelieve contact
op te nemen met uw NAD-verdeler.
C425 072006.qxd 7/28/2006 11:31 AM Page 28
29
ENGLISH
FRANÇAISDEUTSCH
NEDERLANDSESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
SVENSKA
6 NETSNOER (AC=wisselstroom) - Steek het lichtnetsnoer [AC =
wisselstroom] in een wandstopcontact dat onder stroom staat, of
aan een speciale AC-aansluiting die achterop de versterker is
voorzien.
7 RS-232 - Sluit deze aan op de seriële poort RS-232 van een home-
automation-systeem of een pc (zie "Systeemintegratie" hieronder).
BEDIENINGSELEMENTEN OP HET FRONTPANEEL (FIG. 2)
1 POWER ON/OFF (VOEDING AAN / UIT) (TNR 1 fig. 3) - De
POWER-toets schakelt de tuner in en uit. Druk op de Power-toets om
de Tuner in te schakelen en de display en de Power-controlelamp (Nr
2) gaat aan. Druk opnieuw op de Power-toets om het apparaat uit te
schakelen.
N.B.
De C 425 omvat een ingebouwde receiver om opdrachten te
ontvangen van een afstandsbediening. De meeste NAD-
afstandsbedieningen die over een aan- / uit-toets beschikken of over
twee verschillende toetsen voor het in- en uitschakelen kunnen de
tuner normaal gezien vanuit Stand-by [slaapstand] inschakelen en
omgekeerd.
De C 425 beschikt over een back-up-geheugen om de Preset-
gegevens [voorinstellingen] op te slaan. Deze informatie blijft
meerdere weken in het geheugen opgeslagen, zelfs wanneer het
apparaat volledig is uitgeschakeld of wanneer de stekker is
uitgetrokken. Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, schakelt
de C 425 terug naar de laatste radiozender die was ingesteld voordat
het apparaat werd uitgeschakeld. Zo kan u de tijd van opnames
instellen met behulp van een externe timer en opnemer.
2 POWER-CONTROLELAMP - De groene Power-controlelamp gaat
aan wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. Wanneer de tuner in
Stand-by-modus staat (op slaapstand geschakeld d.m.v. een
afstandsbediening of de 12V-trigger-ingang) wordt de controlelamp
oranje. Wanneer het apparaat volledig is uitgeschakeld, gaat deze
controlelamp uit.
3 BLEND [Mengen] (TNR 1 fig. 3) - De signalen van zwakke of
verre stereo-radiozenders worden soms ontvangen met ruis of met
een fluitend geluid daar de signalen te zwak zijn. Door de tuner op
mono in te stellen kan u deze ruis of dit fluitend geluid verminderen
maar dit heeft wel als gevolg dat u de stereo-signalen verliest. De
BLEND-functie [Mengen] van NAD biedt u de mogelijkheid deze ruis
en dit fluitend geluid te verminderen en, in tegenstelling met mono,
tegelijkertijd een zekere hoeveelheid van de stereo-afscheiding te
behouden. De Blend-toets schakelt de mengfunctie in en uit, en
wanneer BLEND is ingeschakeld, gaat de "BLEND"-controlelamp aan
op de display.
N.B.
U kan de "Blend"-stand voor de verschillende vooringestelde radiozenders opslaan.
Voor nadere informatie, gelieve het Hoofdstuk "Opslaan, oproepen en het benamen
van voorinstellingen" te raadplegen.
4 MEMORY [Geheugen] - Het geheugen dient om de verschillende
vooringestelde radiozenders op te slaan en om de namen, die u aan
vooringestelde radiozenders zonder RDS informatie heeft
toegewezen, op te slaan. Wanneer u bij normaal gebruik op Memory
drukt, knippert het nummer van de Preset [voorinstelling] en de rode
"MEMORY"-controlelamp op de display. Indien er in minder dan 12
seconden geen andere toets wordt ingedrukt, schakelt de tuner
eenvoudigweg terug naar zijn vroegere stand. Voor nadere
informatie, gelieve het Hoofdstuk "Opslaan, oproepen en het
benamen van voorinstellingen" te raadplegen.
5 FM MUTE/MODE (TNR 1 fig. 3) - Deze toets heeft twee functies.
Hij schakelt de tuner van stereo naar mono en schakelt tegelijkertijd
het dempcircuit uit. Het dempcircuit zorgt ervoor dat de tuner stil is
gedurende het zoeken naar en het afstemmen van radiozenders. Zo
vermijdt u het geruis terwijl u de radio afstemt. Let wel dat het
dempcircuit de signalen van zeer zwakke radiozenders kan
onderdrukken. Indien een zwakke radiozender op stereo staat, is er
ook veel achtergrondruis. Door naar de modus Mono over te
schakelen en door het dempcircuit uit te schakelen door op de FM
MUTE/MODE-toets te drukken, kan u de radiozender toch horen en
bovendien verdwijnt het grootste gedeelte van de achtergrondruis
ook.
Bij normaal gebruik, is het dempcircuit ingeschakeld, en de display
geeft "FM MUTE" weer. Druk op de FM Mute/Mode-toets om het
dempcircuit uit te schakelen en om van stereo- naar mono-ontvangst
te schakelen. Het licht van "FM MUTE" zal uitgaan op de display.
Druk opnieuw op de FM Mute/Mode-toets om het toestel weer op
Auto Stereo FM te stellen.
N.B.
U kan de "FM Mute/Mode"-stand voor de verschillende
voorinstellingen opslaan. Voor nadere informatie, gelieve het
Hoofdstuk "Opslaan, oproepen en het benamen van
voorinstellingen" te raadplegen.
6 AM/FM (TNR 1 fig. 3) - De AM/FM-toets schakelt de tuner van de
AM-band naar de FM-band en omgekeerd. De display geeft de
frequentie van de afgestemde radiozender weer zowel als de
geselecteerde band. Het afstemmen op FM tuning verloopt in
stappen van 0.05 MHz, en het afstemmen op AM verloopt in
stappen van 9 kHz of 10 kHz, naargelang het model.
7 DISPLAY (TNR 1 fig. 3) - In het geval van radiozenders die RDS-
informatie uitzenden, schakelt de DISPLAY-toets tussen de drie
verschillende display-modi, en met elke opeenvolgende druk op de
toets geeft de display de volgende van de drie modi weer:
a) In de default-modus wordt de RDS-naam van de radiozender
weergegeven, Program Service (PS; normaal gezien zijn dit de
initialen van de radiozender, zoals bijv. BBC R3).
b) In de default-modus, druk eenmaal op de toets om Radio Text
(RT) af te lezen. Dit kan extra informatie zijn, zoals bijv. de naam
van de speaker of de naam van het programma; welk lied er
wordt gespeeld enz. Deze tekst scrolt continu over de 8
alfanumerieke displaysegmenten.
c) Druk de display-toets in RT-modus om de radiofrequentie te
kunnen aflezen. Druk opnieuw op de toets om terug naar de
default-modus (a) te schakelen.
Wanneer u afstemt op een radiozender die geen RDS-
informatie uitzendt - De Display-toets schakelt de display zodat
u ofwel de frequentie van de radiozender of de naam van de
radiozender die de gebruiker zelf heeft toegewezen kan aflezen.
Indien de gebruiker geen naam heeft toegewezen, verschijnt er "NO
RDS" op de display. De Display-toets dient ook om een naam toe te
wijzen aan radiozenders die geen RDS-informatie uitzenden. Voor
nadere informatie, gelieve het Hoofdstuk "Opslaan, oproepen en het
benamen van voorinstellingen" te raadplegen.
C425 072006.qxd 7/28/2006 11:31 AM Page 29
30
ENGLISH FRANÇAIS
DEUTSCH
NEDERLANDS
ESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
SVENSKA
8 PRESET/TUNE [Voorinstelling / Afstemmen] - De toets
Search/Preset schakelt tussen twee verschillende modi:
a) Preset-modus: In deze modus kan u de PRESET/TUNE-toets (Nr
10) activeren om een Preset [Voorinstelling] te selecteren.
Wanneer u de Preset-modus heeft geselecteerd, scrolt het woord
"PRESET" éénmaal op de display en de PRESET-controlelamp
gaat aan op de display.
b) Tune-modus: Door het bedieningselement PRESET/TUNE (10)
of te activeren, kan u het automatisch of handmatig
hoger of lager op de frequentieband afstemmen, instellen.
Wanneer u de Tune-modus heeft geselecteerd, scrolt het woord
"TUNE" éénmaal op de display.
9 DISPLAY [Weergave] - De display geeft de belangrijkste
informatie weer over de toestand van de tuner.
Gegevens die worden weergegeven:
De bandwijdte en de frequentie van de huidige zender, RDS PS
(naam van de radiozender), of RDS Radio Text. Deze laatste twee
gegevens zijn slechts beschikbaar indien RDS beschikbaar is;
selecteer d.m.v. de Display-toets (Nr 7).
Indien er een FM Stereo-uitzending wordt ontvangen.
Indien de FM-radiozender ook RDS-informatie uitzendt.
Indien "Memory" [Geheugen] is geactiveerd
Het nummer van de Preset [voorinstelling] indien de huidige
radiozender is opgeslagen in het geheugen van de tuner.
Indien Blend [Mengen] en FM Mute/Mode zijn ingeschakeld.
De sterkte van het radiosignaal. De strepen die juist onder
"ANTENNA" verschijnen, geven de sterkte van de radiozender
aan. Hoe meer strepen er worden verlicht, hoe sterker de
radiozender.
N.B.
De infrarode sensor, die opdrachten van de afstandsbediening
ontvangt, bevindt zich links op de display. De ruimte tussen de
afstandsbediening en dit venster moet leeg zijn; indien er zich hier
hindernissen bevinden, kan het zijn dat de afstandsbediening niet
werkt.
10 Bedieningselement PRESET/TUNE [Voorinstelling /
Afstemmen] (TNR 1 fig. 3) - De functie van dit
bedieningselement hangt af van de geselecteerde afstemmodus die
met de PRESET/TUNE-toets (Nr. 8) is geselecteerd. De PRESET/TUNE-
toets schakelt tussen de twee gebruiksmodi:
a Preset-modus (weergegeven op de display): Draai het
bedieningselement PRESET/TUNE linksom om naar een lagere
Preset [voorinstelling] te scrollen; draai het bedieningselement
PRESET/TUNE rechtsom om naar een hogere Preset te scrollen.
Dit is een "overslagfunctie", zodat de tuner vanaf de hoogste
voorinstelling naar de laagste voorinstelling schakelt en
omgekeerd wanneer u de radio opwaarts en neerwaarts afstemt.
b Tune-modus: [Afstemmen] Draai het bedieningselement
PRESET/TUNE langer dan 1 seconde linksom of rechtsom om het
automatisch afstemmen respectievelijk hoger of lager op de
frequentieband in te stellen. De tuner zoekt automatisch het
eerste redelijk sterke radiosignaal, waarop hij dan stopt. Draai het
bedieningselement PRESET/TUNE opnieuw voor 1 seconde om
opnieuw beginnen te zoeken.
Door het bedieningselement PRESET/TUNE [Voorinstelling /
Afstemmen] kort rechtsom of linksom te draaien, kan u de tuner
handmatig respectievelijk hoger of lager op de frequentieband
afstemmen om een radiofrequentie precies in te stellen. Met elke
kleine draai, maakt de tuner stappen van 0,05 MHz op FM zodat u
de gewenste frequentie precies kan instellen. Voor AM zijn deze
stappen ingesteld op 10 kHz (versie van 120V) of 9 kHz (versie van
230V).
Deze wijze van afstemmen is ook nuttig wanneer u een bepaalde
radiozender probeert te ontvangen, waarvan het signaal te zwak is
voor de automatische zoekmodus. Wanneer u de radio precies op
een radiozender heeft ingesteld, gaat het licht van "TUNED" aan op
de display. Let wel dat het dempcircuit zeer zwakke radiozenders
misschien zal onderdrukken. Indien zulk een zeer zwak station in
stereo is, dan is er ook veel achtergrondruis. Het station wordt
hoorbaar en het achtergrondruis wordt geëlimineerd door naar
Mono over te schakelen en het dempcircuit uit te schakelen door op
de FM MUTE/MODE-toets (Nr. 5) te drukken.
N.B.
Automatisch afstemmen is zowel beschikbaar voor FM als AM.
Sommige NAD-afstandsbedieningen, die compatibel zijn met de
NAD C 425, beschikken over de functies "Preset Up and Down"
[Voorinstelling Op en Neer]. Zelfs wanneer de C 425 zich in de
afstemmodus bevindt, zullen de toetsen "Preset Up and Down"
[Voorinstelling Op en Neer] enkel de voorinstellingen wijzigen. De
toetsen PRESET/TUNE en worden ook samen gebruikt
met de geheugentoets Memory (Nr 4) en Display (Nr 7) om de door
de gebruiker gekozen namen van de voorinstellingen toe te voegen
en in het geheugen op te slaan. Voor nadere informatie, gelieve het
Hoofdstuk "Opslaan, oproepen en het benamen van
voorinstellingen" te raadplegen.
11 SLAAPFUNCTIE (TNR 1 fig. 3) - De timer voor de slaapfunctie
schakelt de C425 na een vooraf aantal ingestelde minuten
automatisch over op standby. Door eenmaal op de toets SLEEP
(slapen) op de TNR 1 te drukken, worden de verhogingsstappen voor
de slaaptijd aangegeven. Door binnen 3 seconden nogmaals op de
toets SLEEP te drukken, veranderen de verhogingsstappen in stappen
van 30 minuten. Wanneer deze tijd is verlopen, schakelt de C425
automatisch over op standby.
De inschakelvertraging voor de slaapstand kan worden gewijzigd
door tweemaal op de toets SLEEP op de TNR 1 te drukken: de eerste
keer om de slaaptijdverhogingsstappen te tonen en de tweede keer
om de slaaptijdverhogingsstap te wijzigen. Iedere keer wanneer er
vervolgens op de toets wordt gedrukt, wordt de slaaptijd in stappen
van 30 minuten verhoogd (minimum 30 minuten en maximum 90
minuten). De slaapfunctie wordt uitgeschakeld door de toets SLEEP
op de TNR 1 te blijven indrukken tot “OFF” in het VFD wordt
aangegeven. Ook wanneer de C425 met de toets OFF op de C425
of de toets POWER op de C425 naar standby wordt geschakeld,
wordt de slaapfunctie geannuleerd.
12 DIMMER (TNR 1 fig. 3) - De helderheid van de VFD van de C425
kan aan de verlichting in de ruimte worden aangepast. Druk een keer
op deze toets om de VFD op halve helderheid in te stellen, nogmaals
om de VFD volledig donker te maken, en een derde keer om de
maximale helderheid weer in te schakelen. De helderheid wordt weer
op maximaal gezet, wanneer de unit wordt uit- en ingeschakeld.
C425 072006.qxd 7/28/2006 11:31 AM Page 30
31
ENGLISH
FRANÇAISDEUTSCH
NEDERLANDSESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
SVENSKA
OPSLAAN, OPROEPEN EN HET BENAMEN VAN
VOORINSTELLINGEN
U kan maximum 30 voorinstellingen in het geheugen van de C 425
opslaan. Deze kunnen zowel AM- en FM-radiozenders zijn. Wanneer u
door de voorinstellingen scrolt, zal de radio de lege voorinstellingen
automatisch overslagen. Het is dus mogelijk van voorinstelling Nr 4 naar
Nr 7 over te gaan zonder de voorinstellingen Nr 5 en Nr 6 te hebben
gezien. Met de voorinstellingen kan u ook opslaan, zelfs wanneer u de
Blend-functie (Nr 3) en FM Mute/Mode (Nr 5) wil activeren en ook elke
maal dat u een voorinstelling wil oproepen.
EEN VOORINSTELLING OPSLAAN
Stem de tuner af op een radiozender die u als een "Preset"
[voorinstelling] wil invoeren (hiervoor verwijzen wij u naar rubriek
10 van dit hoofdstuk). Indien de zender RDS-informatie uitzendt,
dan gaat het licht van de RDS-controlelamp aan en de initialen
van de zender of de naam worden weergegeven op de display.
Indien u een zender zonder RDS-informatie vindt, dan zal de
display enkel de frequentie weergeven.
Selecteer Blend (Nr 3) [Mengen] of FM Mute/Mode (Nr 5) indien
gewenst.
Om deze zender als een Voorinstelling op te slaan, druk op
MEMORY (Nr. 4). Het nummer van de voorinstelling en de rode
controlelamp "MEMORY" [geheugen] knipperen op de display.
Het laagste beschikbare nummer voor de voorinstelling verschijnt
op de display. Indien u binnen de volgende 12 seconden op geen
andere toetsen drukt, schakelt de tuner automatisch terug naar
zijn vroegere stand.
Druk opnieuw op Memory [Geheugen] om de voorinstelling op te
slaan. Indien u een ander nummer aan de zender wenst toe te
wijzen, draai het bedieningselement PRESET/TUNE linksom of
rechtsom om het gewenste nummer te selecteren. U kan een
reeds ingevoerde voorinstelling overschrijven. Indien het nummer
van de voorinstelling reeds is toegewezen, knippert "MEMORY"
niet meer, maar de voorinstelling blijft verder knipperen. Wanneer
u het gewenste voorinstellingsnummer heeft geselecteerd, druk
dan opnieuw op de toets Memory om de radiozender op te slaan.
N.B.
U kan een nieuwe zender in een ongebruikte voorinstelling invoeren
of een reeds in het geheugen geprogrammeerde voorinstelling
overschrijven. Door de voorinstelling te overschrijven, vervangt u al de
gegevens die vroeger onder die voorinstelling waren opgeslagen.
Wanneer u gedurende de normale werking de toets Memory indrukt,
knippert het nummer van de voorinstelling en de rode controlelamp
"MEMORY" op de display. Indien u binnen 12 seconden geen andere
toetsen indrukt, schakelt de tuner automatisch terug naar zijn
vroegere stand. De voorinstellingen die zijn opgeslagen in het
geheugen zijn beveiligd d.m.v. een geheugen-backupsysteem, zodat
de installatie ze verschillende weken bewaart zelfs als de tuner is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken.
EEN VOORINSTELLING OPROEPEN
Om een vooringestelde radiozender te selecteren, dient de C442
in de Preset-modus te staan (de display geeft "PRESET" aan).
Indien hij zich niet in de Preset-modus bevindt, druk dan op de
toets PRESET/TUNE Mode (Nr 8); het licht van "PRESET" gaat aan
op de display.
Draai het bedieningselement PRESET/TUNE (Nr 10) linksom of
rechtsom totdat u de juiste voorinstelling heeft gevonden en
deze op de display verschijnt. Alle ongebruikte voorinstellingen
worden automatisch overgeslagen; zo hoeft u dus niet door de
lege voorinstellingen te scrollen.
EEN VOORINSTELLING UIT HET GEHEUGEN WISSEN
U kan een voorinstelling leegmaken door de opgeslagen informatie te
wissen:
Selecteer de voorinstelling die u wil wissen.
Druk twee seconden lang op de toets Memory (Nr 4) en op de
toets Display (Nr7). Het nummer van de voorinstelling en het
woord "DELETE" knippert op de display.
Daarna hoeft u enkel op de toets Display te drukken (binnen een
voorgeprogrammeerde tijd van 5 seconden) om te bevestigen
dat u deze voorinstelling wenst te wissen. Het woord "DELETED"
en "—" als het nummer van de voorinstelling verschijnen een
paar seconden op de display.
EEN VOORINSTELLING BENAMEN
Wanneer een radiozender RDS-gegevens uitzendt, geeft uw NAD C 425
de initialen van de radiozender automatisch weer wanneer de
voorinstelling van deze radiozender wordt gebruikt. Alhoewel de Tuner
de frequentie van elke vooringestelde AM- of niet-RDS-radiozender
weergeeft, kan u de naam van de radiozender ook intypen zodat u
makkelijk weet welke radiozender er in de voorinstelling is opgeslagen.
Een naam invoeren:
1 Selecteer de voorinstelling waaraan u een naam wenst toe te wijzen.
2 Druk de toets Display (Nr 7) twee seconden lang in. De eerste spatie
in het veld voor de radiozendergegevens knippert dan op de display.
3 Draai het bedieningselement PRESET/TUNE (Nr 10) linksom of
rechtsom om te scrollen en het eerste teken te selecteren (zie de
onderstaande lijst van tekens voor informatie).
4 Druk op de toets Display om één stap naar rechts te bewegen om het
volgende gewenste teken in te voeren.
5 Draai opnieuw aan het bedieningselement PRESET/TUNE om het
volgende teken van de naam te selecteren en druk op Memory om
het op te slaan.
6 Herhaal stappen 3 tot 5 totdat de volledige naam is ingevoerd of
totdat alle acht spaties vol zijn (maximum 8 tekens).
7 Druk éénmaal op Memory om het benamingsprocedure te
beëindigen. Druk opnieuw op Memory om de hele naam op te slaan.
Er zijn 37 tekens beschikbaar, een blanco spatie inbegrepen.
N.B.:
Deze functie is alleen beschikbaar voor non-RDS-stations. Bij RDS-
stations wordt altijd de verzonden naam aangegeven en deze kan
niet worden overschreven.
SPACE
A B C D E F G H I
J K L M N O P Q R S
T U V W X Y Z 0 1 2
3 4 5 6 7 8 9
C425 072006.qxd 7/28/2006 11:31 AM Page 31
32
ENGLISH FRANÇAIS
DEUTSCH
NEDERLANDS
ESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
SVENSKA
INSTELLING VOOR AANGEPASTE EN MULTI-ZONE-
INSTALLATIES
CODES VOOR AFSTANDSBEDIENINGEN
De NAD C 425 beschikt over een receiver voor het ontvangen van
opdrachten van de meeste NAD-afstandsbedieningen. Zo heeft u
toegang tot de meeste basisfuncties, zoals preset up/down
[voorinstelling op / neer].
Vooral i.g.v. aangepaste installaties kan de NAD C 425 op andere
opdrachten reageren die normaal niet op de NAD-afstandsbedieningen
beschikbaar zijn. De onderstaande tabel omvat alle opdrachten die door
de C 425 worden herkend.
De NAD C 425 gebruikt het NEC-formaat voor de IR-transmissie; de
klantencode is 877C, en de overeenkomstige hex-codes bevinden zich
naast de IR-opdracht:
Functie Hex-code
Preset [Voorinstelling] D2
Preset [Voorinstelling] D1
Tune [Afstemmen] D4
Tune [Afstemmen] D3
Preset 1 [Voorinstelling] 8A
Preset 2 [Voorinstelling] 8E
Preset 3 [Voorinstelling] 92
Preset 4 [Voorinstelling] 94
Preset 5 [Voorinstelling] 8B
Preset 6 [Voorinstelling] 8F
Preset 7 [Voorinstelling] 03
Preset 8 [Voorinstelling] 97
Preset 9 [Voorinstelling] 98
Preset 0 [Voorinstelling] C7
Power On [AAN] F0
Standby [Slaapstand] F1
FM Mute/Mode 37
Blend 35
Sleep F3
Dimmer F2
Display 26
AM 82
FM 81
12V TRIGGER IN
NAD-apparaten die zijn uitgerust met 12V-uitgang-triggers zijn volledig
compatibel met de 12V-trigger-ingang van de C 425.
Stekkertype: 3,5mm mono mini-stekker
Werkbereik: 6 tot 15 V gelijkstroom
Energieverbruik: <10mA
Centrale pen = +
Koker =
SYSTEEMINTEGRATIE (RS-232)
Via de RS-232-poort van de C425 is een uitgebreide integratie met
geavanceerde mediasystemen en home-automation-systemen mogelijk.
Via deze poort kunnen alle functies van de C425 worden bediend. Ook
kan de C425 via deze poort op een willekeurig ander apparaat met een
RS-232-poort worden aangesloten, zoals bijvoorbeeld een pc of een
home-automation-systeem. Iedere opdracht of functie die vanaf het
frontpaneel of de TNR 1-afstandsbediening mogelijk is, kan via de RS-
232-poort worden uitgevoerd. Ook wordt er informatieterugkoppeling
over de huidige instellingen van de C425 gegeven.
TECHNISCHE INFORMATIE
Bij de RS-232-poort wordt van de volgende standaardpenbezetting
gebruik gemaakt:
N.B.
Gebruik voor de verbinding tussen uw Windows® PC en de
C425 een standaard DB-9 male-naar-DB-9 female seriële
kabel van het type RS-232.
Gebruik niet het nulmodem-type van de RS-232-kabel.
Niet alle Windows® PC’s zijn voorzien van een seriële
connector van het type RS-232. Als uw PC geen RS-232-
connector heeft, gebruik dan een in de winkel verkrijgbare
RS-232-USB-adapter voor de aansluiting op uw PC. Volg
voor het instellen van het RS-232 naar USB-adapter de
begeleidende instructies.
De systeeminstallateur of uw dealer kan u van advies dienen
bij het opzetten en configureren van de RS-232-interface.
Er wordt bij de C425 niet een seriële kabel van het type DB-
9 RS-232 en ook niet een RS-232-naar-USB-adapter geleverd.
Bezoek www.nadelectronics.com voor de laatste nieuwe
versie van de software voor de bediening van de C425-
interface.
DB-9 Pen nr.
Functie
2 Gegevens verzenden
3
Gegevens ontvangen
5 Aarding signaal
Toewijzing DB-9 pen-uit
C425 072006.qxd 7/28/2006 11:31 AM Page 32
33
ENGLISH
FRANÇAISDEUTSCH
NEDERLANDSESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
SVENSKA
Probleem
GEEN KLANK
GEEN KLANK OP EEN KANAAL
RUIS, FLUITEND GELUID
DISTORTIE
FLUITEND OF ZOEMEND GELUID OP FM EN AM
FLUITEND OF ZOEMEND GELUID OP AM
GEEN RDS-INFORMATIE
Oorzaak
Netsnoer niet aangesloten of apparaat niet
ingeschakeld
De signaalsnoeren zijn niet correct aangesloten
Radiozender niet geselecteerd of zwak signaal
terwijl FM Mute is geactiveerd
Inwendige zekering gesprongen
De signaalsnoeren aan de versterker zijn niet
correct aangesloten of zijn beschadigd
Zwak signaal
Multipadsignalen of storing van andere zender
Storingen veroorzaakt door andere electrische
bronnen:- computers, spelen, consoles
Storing van fluorescerend licht of electrische
motors
Zendersignaal te zwak
De radiozender zendt geen RDS-gegevens uit
Oplossing
Controleer het netsnoer (wisselstroom)
Controleer de aansluitingen aan de versterker
Opnieuw afstemmen of FM Mute uitschakelen
Verdeler raadplegen
Controleer de snoeren en de aansluitingen
Controleer afstemming. Stel de antenne in of
vervang hem.
Controleer afstemming. Stel de antenne in of
vervang hem.
Controleer afstemming. Schakel electrische
storingsbron uit of verplaats deze.
Controleer afstemming. Stel de AM-antenne in
of vervang hem.
Controleer dat de zender juist is afgestemd of
vervang de antenne
Geen oplossing
PROBLEMEN OPLOSSEN
C425 072006.qxd 7/28/2006 11:31 AM Page 33
34
ENGLISH FRANÇAIS
DEUTSCH
NEDERLANDS
ESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
SVENSKA
TECHNISCHE GEGEVENS
AM-TUNER-DEEL
Gebruikbare gevoeligheid (999/1000kHz) 30dBµ
Signaal-ruisverhouding (5mV in) 38dB
Totale Harmonische Distorsie (5mV in) <3%
I.F. Verwerping (450kHz) >36dB
Beeldverwerping (F+2xIF) 28dB
Selectiviteit 17dB
Uitgang 130 mV ±20mV
Loopgevoeligheid (20dB S/R)
999/1000 kHz 66 dB
603/600 kHz 66 dB
1404/1400 kHz 66 dB
Frequentieweergave (100 - 2.3 kHz, 5mV) ±6 dB
FM-TUNER-DEEL Europese versie / Noord-Amerikaanse versie
Gebruikbare gevoeligheid (98 MHz) 6 dBµ / 6 dBµ
Signaal-ruisverhouding Mono >72 dB / 72 dB
(60 dBµ, IHF-gewogen) Stereo >66 dB / 66 dB
Frequentieweergave (20 Hz - 15 kHz, 60 dBµ) ±1,0 dB / ±1,0 dB
Kanaalscheiding (60 dBµ)
30 Hz >33 dB / 33 dB
1 kHz >42 dB / 42 dB
10 kHz >35 dB / 35 dB
Alternatief Kanaalgevoeligheid (40 dBµ, ±400 kHz) 60 dB / 45 dB
Vangstverhouding (40 dBµ) 1,5 dB / 1,5 dB
AM Onderdrukking (60 dBµ, 100% Mod.FM, 30% Mod.AM) 65 dB / 65 dB
Beeldverwerping (119.4 MHz) 85 dB / 85 dB
I.F. Verwerping (10.7 MHz) 80 dB / 100 dB
Loodsonderdrukking (60 dBµ) 60 dB / 60 dB
Total Harmonische Distorsie (60 dBµ, L=R 75 kHz for AH, 40 kHz Dev for C)
Mono 0,20% / 0,20%
Stereo 0,25% / 0,25%
Zoekloopgevoeligheid
Aan 24 dBµ / 24 dBµ,
Uit 15 dBµ / 15 dBµ
RDS-Decodeergevoeligheid 25 dBµ / 25 dBµ
AFMETINGEN EN GEWICHT VAN DE APPARATUUR
Afmetingen (B x H x D) 435 x 80 x 285 mm
Netto gewicht 3,7 kg (8,2 lbs)
Verzendingsgewicht 5,1 kg (11,22 lbs)
NAD behoudt zich het recht de technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaand bericht.
C425 072006.qxd 7/28/2006 11:31 AM Page 34
/