Zanussi ZOU364X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
NL
Gebruiksaanwijzing 2
EN
User manual 16
FR
Notice d'utilisation 29
DE
Benutzerinformation 43
Oven
Oven
Four
Backofen
ZOU364
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Voor het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
Extra functies _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Nuttige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 14
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te
installeren of te gebruiken:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw ei-
gendommen
• Uit respect voor het milieu
• Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wan-
neer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroor-
zaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelij-
ke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een ge-
brek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan of instructies hebben gekregen over het veilig ge-
bruiken van het apparaat en indien zij de eventuele ge-
varen begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat
als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is.
Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk let-
sel.
• Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het ap-
paraat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen
en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
• Verander de specificaties van dit product niet. Risico
op letsel en beschadiging van het apparaat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd
achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat instal-
leren en aansluiten. Neem contact op met een erkend
servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele
schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens
het transport Sluit geen beschadigd apparaat aan.
Neem indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie
van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik
neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garan-
tie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van
kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt
dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoor-
schriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschrif-
ten met betrekking tot elektra of gas, etc.).
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het
stopcontact is getrokken tijdens de installatie.
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat.
Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshand-
schoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep
van zijn plaats.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat be-
vatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een minimale breedte van
3mm.
• U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzienin-
gen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekerin-
gen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
• De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden
bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder
gereedschap.
2
• Sommige delen van het apparaat staan onder stroom.
Sluit het apparaat aan op de meubels en zorg dat er
geen vrije ruimtes zijn. Dit voorkomt elektrische schok-
ken, omdat u niet per ongeluk gevaarlijke onderdelen
kunt aanraken.
• Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft
voordat u met de installatie begint.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige in-
stallaties wordt geïnstalleerd.
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en
units in acht.
• Installeer het apparaat met de achterkant en één zijkant
tegen het hogere apparaat. De andere kant moet wor-
den geplaatst tegen een apparaat met dezelfde hoogte.
• Het apparaat kan niet op een voetstuk worden ge-
plaatst.
• Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden
bevestigd met een speciaal aansluitsysteem. Om scha-
de aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een
apparaat te gebruiken met apparaten van dezelfde fabri-
kant.
Elektrische aansluiting
• Dit apparaat moet geaard worden.
• Zorg er voor dat het voltage en de frequentie op het ty-
peplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw
huis.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stop-
contact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elektrische appara-
ten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van
het apparaat.
• Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitingen en
verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander de hoofdkabels niet zelf. Neem
contact op met de service-afdeling.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepas-
sing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter
het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk
is na de installatie.
• Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen
van de netvoeding. Trek altijd aan de stekker - indien
van toepassing.
Gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk
gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of
industriële doeleinden.
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk
gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan
eigendommen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of
aanrecht.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die voch-
tig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekings-
producten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of
op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens ge-
bruik. Er kunnen brandwonden ontstaan. Gebruik
handschoenen wanneer u toebehoren of potten plaatst
of verwijdert.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van
toebehoren om schade aan de emaille van de oven te
voorkomen.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het
apparaat opent als deze aan staat. Er kan hete stoom
ontsnappen. Er kunnen brandwonden ontstaan.
• Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de
werking van het apparaat, het is dus geen defect in de
zin van het recht op garantie.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorko-
men:
– plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het
apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u
klaar bent met koken.
• Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met wa-
ter. Bedien het apparaat niet met natte handen.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken,
ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stop-
contact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u on-
derhoud verricht. Er kunnen brandwonden ontstaan. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
3
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van
vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorza-
ken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemate-
riaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te
voorkomen dat het fruitsap permanente vlekken maakt.
• Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van
uw eigendommen dient u het apparaat alleen met water
en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare produc-
ten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedruk-
reinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen,
schuursponzen en vlekverwijderaars
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een
ovenspray gebruikt.
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reini-
gingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebe-
stendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor bre-
ken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en
kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem con-
tact op met het servicecentrum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het
apparaat. De deur is zwaar!
• Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepas-
sing).
Brandgevaar
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoe-
gingen gebruikt, kan er een licht ontvlambaar alcohol-
luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het ap-
paraat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die voch-
tig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekings-
producten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of
op het apparaat.
Ovenlampje
• De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselec-
teerd en uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishou-
delijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt om
een ruimte in het huis volledig of gedeeltelijk te ver-
lichten.
• Als de lamp moet worden vervangen, moet u een lamp
gebruiken die hetzelfde vermogen heeft en uitsluitend
is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact
voordat u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico op
een elektrische schok.
Service-afdeling
• Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat
repareren. Neem contact op met de service-afdeling.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat
kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opge-
sloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
4
Beschrijving van het product
Algemeen overzicht
1
14
2 3 5 6 8 9
74
10
11
12
13
1 Bedieningspaneel
2 Knop voor de kookzone linksvoor
3 Knop voor de kookzone linksachter
4 Temperatuurlampje
5 Knop voor de temperatuur
6 Knop voor de ovenfuncties
7 Stroomindicatie
8 Knop voor de kookzone rechtsachter
9 Knop voor de kookzone rechtsvoor
10 Ventilatie-openingen
11 Grill
12 Ovenlampje
13 Ventilator
14 Typeplaatje
Ovenaccessoires
• Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes
• Braadpan
Om te bakken en te braden of om vet op te vangen.
Voor het eerste gebruik
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
• Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik
Let op! Gebruik geen schuurmiddelen! De
oppervlakken zouden beschadigd kunnen worden.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Voorverwarmen
1.
Stel de functie in op
en de maximumtemperatuur.
2. Laat het apparaat ongeveer 1 uur werken zonder een
gerecht in de oven.
3.
Stel de functie in op
en de maximumtemperatuur.
4. Laat het apparaat ongeveer 10 minuten werken zonder
een gerecht in de oven.
5.
Stel de functie in op
en de maximumtemperatuur.
6. Laat het apparaat ongeveer 10 minuten werken zonder
een gerecht in de oven.
Dit om de restanten in het apparaat te verbranden. De ac-
cessoires kunnen warmer worden dan gebruikelijk. Als u
het apparaat voor de eerste keer opwarmt, kan het appa-
raat stinken en roken. Dit is normaal. Zorg dat er voldoen-
de luchtcirculatie is.
5
Dagelijks gebruik
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Draai de knop voor de ovenfuncties naar een oven-
functie.
2. Draai de knop voor de temperatuur naar een tempera-
tuur.
Het stroomindicatielampje gaat aan als het apparaat
in werking is.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de tempera-
tuur in het apparaat stijgt.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor
de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de
uit-stand.
Kookzones
U bedient de kookplaat die u met de oven hebt geïn-
stalleerd met behulp van de knoppen voor de kook-
zones. Lees voor meer informatie over de kookplaat de ge-
bruiksaanwijzing bij de kookplaat.
Kookstanden
Bedieningsknop Functie
0 Uit-stand
Bedieningsknop Functie
1-9
Kookstanden
(1 = laagste kookstand; 9= hoog-
ste kookstand)
1. Draai de bedieningsknop in de gewenste kookstand.
2. Zet de bedieningsknop op stand 0 om het kookproces
uit te schakelen.
Gebruik van de dubbele zone (indien van
toepassing)
Waarschuwing! Draai de bedieningsknop met de
dubbele zone naar rechts om de dubbele zone aan te
zetten (draai de knop niet door naar de stoppositie).
1. Draai de bedieningsknop naar rechts, stand "9".
2.
Draai de bedieningsknop langzaam naar symbool
totdat u een klik hoort.
Nu zijn de twee kookzones ingeschakeld.
3. Voor de desbetreffende temperatuurinstelling, zie
"Kookstanden".
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Uitstand Het apparaat staat UIT.
Ontdooien
Voor het ontdooien van bevroren voedsel. De temperatuurknop moet in de uit-
stand staan
Hetelucht
Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde bereidings-
temperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken worden
overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Grill Groot
Het verwarmingselement van de grote grill is ingeschakeld. Voor het grillen van
plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast.
Bovenste verwar-
mingselement
Verwarmt alleen van de bovenkant van de oven. Voor het afbakken van gare ge-
rechten.
Onderwarmte
Verwarmt alleen van de onderkant van de oven. Voor het bakken van taarten met
een knapperige bodem.
6
Ovenfunctie Toepassing
Boven- en onder-
warmte
Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingselement.
Bakken en braden op één ovenniveau.
Extra functies
Koelventilator
Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt de koelventila-
tor automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het
apparaat koel te houden. Als u het apparaat uitschakelt,
schakelt de koelventilator uit.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
Nuttige aanwijzingen en tips
• Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de inzetni-
veaus vanaf de bodem van het apparaat.
• Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht
circuleert en voor doorlopende recycling van stoom
zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel
te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de
gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd en het energiever-
bruik tot een minimum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de glazen deuren con-
denseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van
het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de
werking opent. Om de condens te verminderen, dient u
het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
• Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
• Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het
apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie als u
kookt. Dit kan de bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
Taarten bakken
• De beste temperatuur voor het bereiden van gebak is
tussen de 150 °C en 200 °C.
• Verwarm de oven ongeveer 10 minuten voor.
• Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de
ingestelde baktijd is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijk gebruikt, houd dan één
niveau vrij tussen de platen.
Vlees en vis bereiden
• Bereid geen vlees met een gewicht van minder dan 1
kg. Het bereiden van te kleine hoeveelheden maakt het
vlees droog.
• Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch
sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen
op 200 °C-250 °C.
• Voor wit vlees, gevogelte en vis dient u de temperatuur
tussen de 150°C-175°C in te stellen.
• Gebruik een lekbak voor zeer vet voedsel, om te voor-
komen dat er vlekken op de oven komen die mogelijk
permanent zijn.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u
het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet wegloopt.
• Giet een beetje water in de lekbak om te veel rookvor-
ming in de oven te voorkomen tijdens roosteren. Om
rookcondensatie te voorkomen dient u telkens een
beetje water toe te voegen als dit opgedroogd is.
Bereidingstijden
Bereidingstijden zijn afhankelijk van het soort voedsel, de
structuur en het volume.
Houd de werking van de oven in de gaten tijdens de eerste
keren dat u het apparaat gebruikt. Op die manier ontdekt u
de beste instellingen (warmte-instelling, bereidingstijd
etc.) voor uw ovenschalen, recepten en hoeveelheden
wanneer u dit apparaat gebruikt.
7
Bak- en braadschema
GEBAK
SOORT GERECHT
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht
Bereidings-
tijd [min]
Ruimte voor aantekeningen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Schuimtaart 2 170 2 (1 en
3)
160 45-60 In cakevorm
Zandtaartdeeg 2 170 2 (1 en
3)
160 24-34 In cakevorm
Kwarktaart met
karnemelk
1 170 2 160 60-80 In cakevorm 26 cm
Appelgebak (ap-
peltaart)
1 170 2 (1 en
3)
160 100-120 2 cakevormen van 20 cm op het
bakrooster
Strudel 2 175 2 150 60-80 Op bakplaat
Geleitaart 2 170 2 160 30-40 In cakevorm van 26 cm
Fruitcake 2 170 2 155 60-70 In cakevorm van 26 cm
Biscuittaart (boter-
vrije biscuittaart)
2 170 2 160 35-45 In cakevorm van 26 cm
Kerstcake/rijke
fruitcake
2 170 2 160 50-60 In cakevorm van 20 cm
Pruimentaart 2 170 2 160 50-60
In broodvorm
1)
Kleine cakes 3 170 3 (1 en
3)
160 20-30 Op een platte bakplaat
Koekjes 3 150 3 150 20-30
Op vlakke bakplaat
1)
Schuimgebakjes 3 100 3 100 90-120 Op een platte bakplaat
Broodjes 3 190 3 180 15-20
Op vlakke bakplaat
1)
Soesjes 3 190 3 180 25-35
Op vlakke bakplaat
1)
Taartjes 3 180 2 170 45-70 In cakevorm van 20 cm
Victoriataart 1 of 2 180 2 170 40-55 Links + rechts in cakevorm van
20 cm
1) Warm de oven 10 minuten voor.
8
BROOD EN PIZZA
SOORT GERECHT
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht
Bereidings-
tijd [min]
Ruimte voor aantekeningen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Wit brood 1 190 1 190 60-70 1 -2 stukken, 500 gram per
stuk
1)
Roggebrood 1 190 1 180 30-45 In broodvorm
Broodjes 2 190 2 (1 en
3)
180 25-40 6 - 8 broodjes op een platte
bakplaat
1)
Pizza 1 190 1 190 20-30
Op een diepe braadpan
1)
Scones 3 200 2 190 10~20
Op vlakke bakplaat
1)
1) Warm de oven 10 minuten voor.
OPEN HARTIGE GERECHTEN
SOORT GERECHT
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht
Bereidings-
tijd [min]
Ruimte voor aantekeningen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Pasta 2 180 2 180 40-50 In vorm
Hartige groenten-
taart
2 200 2 175 45-60 In vorm
Quiches 1 190 1 190 40-50 In vorm
Lasagne 2 200 2 200 25-40 In vorm
Cannelloni 2 200 2 190 25-40 In vorm
Yorkshire pudding 2 220 2 210 20-30
6 puddingvormen
1)
1) Warm de oven 10 minuten voor.
VLEES
SOORT GERECHT
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht
Bereidings-
tijd [min]
Ruimte voor aantekeningen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Rundvlees 2 200 2 190 50-70 Op een ovenrooster en diepe
braadpan
Varkensvlees 2 180 2 180 90-120 Op een ovenrooster en diepe
braadpan
9
SOORT GERECHT
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht
Bereidings-
tijd [min]
Ruimte voor aantekeningen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Kalfsvlees 2 190 2 175 90-120 Op een ovenrooster en diepe
braadpan
Engelse rosbief
rood
2 210 2 200 44-50 Op een ovenrooster en diepe
braadpan
Engelse rosbief
medium
2 210 2 200 51-55 Op een ovenrooster en diepe
braadpan
Engelse rosbief
doorbakken
2 210 2 200 55-60 Op een ovenrooster en diepe
braadpan
Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 Op een diepe braadpan
Varkensschenkel 2 180 2 160 100-120 2 stukken op een diepe braad-
pan
Lamsvlees 2 190 2 190 110-130 Bout
Kip 2 200 2 200 70-85 Geheel op een diepe braadpan
Kalkoen 1 180 1 160 210-240 Geheel op een diepe braadpan
Eend 2 175 2 160 120-150 Geheel op een diepe braadpan
Gans 1 175 1 160 150-200 Geheel op een diepe braadpan
Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken gesneden
Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken gesneden
Fazant 2 190 2 175 90-120 Geheel op een diepe braadpan
VIS
SOORT GERECHT
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht
Bereidings-
tijd [min]
Ruimte voor aantekeningen
Niveau
Temp
[°C]
Niveau
Temp
[°C]
Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en
3)
175 40-55 3-4 vissen
Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en
3)
175 35-60 4-6 filets
Grillen
Verwarm de lege oven 10 minuten voor.
10
Hoeveelheid Grillen
Bereidingstijd (minuten)
GERECHT Stuks gr
niveau
Temp. (°C) 1e kant 2e kant
Tournedos 4 800 3 250 12-15 12-14
Biefstuk 4 600 3 250 10-12 6-8
Worstjes 8 / 3 250 12-15 10-12
Varkenskotelet 4 600 3 250 12-16 12-14
Kip (in 2 helften) 2 1000 3 250 30-35 25-30
Spiesen 4 / 3 250 10-15 10-12
Kippenborst 4 400 3 250 12-15 12-14
Hamburger 6 600 3 250 20-30
Visfilet 4 400 3 250 12-14 10-12
Geroosterde sandwich-
es
4-6 / 3 250 5-7 /
Geroosterd brood 4-6 / 3 250 2-4 2-3
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie
kan het intensief bruinen van levensmiddelen (met name
in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden
adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage
temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te
veel te bruinen.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een
zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel
reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Ver-
ontreinigingen laten zich dan het makkelijkst verwijde-
ren en kunnen dan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreini-
ger.
• Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met
een zachte doek en een warm sopje en een reinigings-
middel en laat ze drogen.
• Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden
schoon gemaakt met een agressieve reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat.
Hierdoor kan de antiaanbaklaag onherstelbaar worden
beschadigd!
De afdichting van de deur schoonmaken
• Voer regelmatig een controle van de afdichting van de
deur uit. De afdichting van de deur bevindt zich rond-
om het frame van de binnenkant van de oven. Gebruik
het apparaat niet als de afdichting van de deur is be-
schadigd. Neem contact op met de service-afdeling.
• Voor meer informatie over het schoonmaken van de af-
dichting van de deur, raadpleegt u de algemene infor-
matie over reiniging.
11
Inschuifrails
Inschuifrails uitnemen
1
Trek de rails bij de
voorkant uit de zijwand.
1
2
2
Trek de rails bij de
achterkant uit de zijwand
en verwijder deze.
Installeren van de inschuifrails
Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
De afgeronde uiteinden van de inschuifrails moeten
naar voren wijzen!
Ovenlampje
Waarschuwing! Wees voorzichtig! Er bestaat risico
op elektrische schokken!
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• De oven uitschakelen
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast of scha-
kel de stroomonderbreker uit.
Leg een doek op de bodem van de oven om het
ovenlampje en het afdekglaasje te beschermen.
1. Draai het afdekglas naar rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje door een geschikt 300 °C
hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
De ovendeur reinigen
De ovendeur beschikt over twee glasplaten. U kunt de
ovendeur en de interne glasplaat uit de oven verwijderen
om ze schoon te maken.
De ovendeur kan dichtslaan als u de binnenste glas-
plaat probeert te verwijderen voordat u de ovendeur
hebt verwijderd.
1
Open de deur volledig
en houd de twee deur-
scharnieren vast.
2
Til de hendels op de
twee scharnieren omhoog
en draai ze.
3
Sluit de ovendeur in de
eerste openingsstand (half-
open). Trek hem daarna
naar voren en haal hem uit
zijn zitting.
4
Leg de deur op een
zachte doek op een stabiele
ondergrond.
5
Maak het vergrende-
lingssysteem open om de
binnenste glasplaat te ver-
wijderen.
90°
6
Draai de twee bevesti-
gingen 90° en verwijder ze
uit hun zittingen.
12
1
2
7
Til de glasplaat voor-
zichtig op (stap 1) en ver-
wijder de glasplaat uit de
deur (stap 2).
Reinig de glasplaat met een sopje. Droog de glasplaat
voorzichtig af.
De deur en de glasplaten terugplaatsen
Wanneer u de glasplaat met een decoratief frame mon-
teert, moet u zorgen dat de bedrukte zijde naar de binnen-
kant van de deur is gericht. Zorg ervoor dat het oppervlak
van de glasplaat op de bedrukte zijde na de installatie niet
ruw aanvoelt.
Zorg ervoor dat u de interne glasplaat correct in de uitspa-
ringen plaatst (zie afbeelding).
Problemen oplossen
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookzones functioneren
niet.
Zie de gebruikshandleiding van de kookplaat.
Het apparaat wordt niet
warm.
Het apparaat is uitgeschakeld.
Schakel het apparaat in. Raadpleeg "Dagelijks ge-
bruik".
De zekering in de zekeringkast is
doorgebrand.
Controleer de zekering. Als de zekering meer dan
een keer doorslaat, moet u contact opnemen met
een bevoegde elektricien.
Het ovenlampje brandt
niet.
Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het einde van de baktijd niet lan-
ger dan 15-20 minuten in de oven staan.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan
contact op met uw verkoper of de klantenservice.
De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op
het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de voor-
kant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
13
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
Montage
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Inbouw
Waarschuwing! De installatie van het apparaat mag
uitsluitend worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd en deskundig persoon. Als u geen
gekwalificeerd of deskundig persoon gebruikt, vervalt de
garantie bij het ontstaan van schade.
Voordat u het apparaat inbouwt, dient u het te installeren
met de geschikte kookplaat uit de tabel.
Type Maximaal vermogen
ZVD 868 7600 W
ZK 630 7600 W
ZC 6695 6400 W
ZC 6675 5800 W
560
570
540
20
590
594
7
550 min
600
560-570
80÷100
A
B
Elektrische installatie
Waarschuwing! De elektrische installatie mag
uitsluitend worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd en deskundig persoon.
De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze
veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsin-
formatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en netsnoer.
De kabel
Kabeltypes die van toepassing zijn op de installatie of ver-
vanging: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05
V2V2-F (T90), H05 BB-F.
Voor het deel van de kabel raadpleegt u het totale vermo-
gen (op het typeplaatje) en de tabel:
Totaal vermogen Deel van de kabel
maximaal 1380 W 3 x 0,75 mm²
maximaal 2300 W 3 x 1 mm²
maximaal 3680 W 3 x 1,5 mm²
De massakabel (groene/gele kabel) moet 2 cm langer zijn
dan de fase- en neutrale kabels (blauwe en bruine kabels).
14
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking.
Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en ge-
schikt voor hergebruik Kunststofonderdelen worden aan-
geduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc.
Gooi het verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor be-
stemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
15

Documenttranscriptie

NL EN FR DE Gebruiksaanwijzing User manual Notice d'utilisation Benutzerinformation Oven Oven Four Backofen ZOU364 2 16 29 43 Inhoud Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Voor het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Extra functies _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2 5 5 6 7 Nuttige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7 Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11 Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13 Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 14 Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken: • Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen • Uit respect voor het milieu • Voor de correcte werking van het apparaat. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel. • Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel. • Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten. Algemene veiligheid • Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat na elk gebruik uit. 2 Montage • Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen. • Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier. • Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken. • De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.). • Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie. • Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm. • U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap. • Sommige delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat aan op de meubels en zorg dat er geen vrije ruimtes zijn. Dit voorkomt elektrische schokken, omdat u niet per ongeluk gevaarlijke onderdelen kunt aanraken. • Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie begint. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. • Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht. • Installeer het apparaat met de achterkant en één zijkant tegen het hogere apparaat. De andere kant moet worden geplaatst tegen een apparaat met dezelfde hoogte. • Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst. • Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aansluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant. Elektrische aansluiting • Dit apparaat moet geaard worden. • Zorg er voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stopcontact. • Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van het apparaat. • Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan. • Vervang of verander de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met de service-afdeling. • Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat. • Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie. • Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen van de netvoeding. Trek altijd aan de stekker - indien van toepassing. Gebruik • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden. • Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan. • De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er kunnen brandwonden ontstaan. Gebruik handschoenen wanneer u toebehoren of potten plaatst of verwijdert. • Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de emaille van de oven te voorkomen. • Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Er kunnen brandwonden ontstaan. • Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus geen defect in de zin van het recht op garantie. • Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen: – plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie; – plaats heet water niet direct in het apparaat; – haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. • Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met natte handen. • Oefen geen kracht uit op een geopende deur. • De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen. Onderhoud en reiniging • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. 3 • Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken. • Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat. • Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap permanente vlekken maakt. • Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het apparaat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten. • Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars • Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt. • Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren. • Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum. • Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar! • Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing). Brandgevaar • Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht ontvlambaar alcoholluchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan. 4 • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Ovenlampje • De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt om een ruimte in het huis volledig of gedeeltelijk te verlichten. • Als de lamp moet worden vervangen, moet u een lamp gebruiken die hetzelfde vermogen heeft en uitsluitend is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. • Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico op een elektrische schok. Service-afdeling • Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met de service-afdeling. • Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Afvalverwerking van het apparaat • Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen – Trek de stekker uit het stopcontact. – Snijd het netsnoer door en gooi het weg. – Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking. Beschrijving van het product Algemeen overzicht 4 2 3 7 5 6 8 9 1 10 11 12 13 14 Ovenaccessoires • Bakrooster Voor kookgerei, bak- en braadvormen. • Vlakke bakplaat 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Bedieningspaneel Knop voor de kookzone linksvoor Knop voor de kookzone linksachter Temperatuurlampje Knop voor de temperatuur Knop voor de ovenfuncties Stroomindicatie Knop voor de kookzone rechtsachter Knop voor de kookzone rechtsvoor Ventilatie-openingen Grill Ovenlampje Ventilator Typeplaatje Voor gebak en koekjes • Braadpan Om te bakken en te braden of om vet op te vangen. Voor het eerste gebruik Waarschuwing! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Eerste reiniging • Verwijder alle onderdelen van het apparaat. • Reinig het apparaat voor het eerste gebruik Let op! Gebruik geen schuurmiddelen! De oppervlakken zouden beschadigd kunnen worden. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Voorverwarmen 1. Stel de functie in op en de maximumtemperatuur. 2. Laat het apparaat ongeveer 1 uur werken zonder een gerecht in de oven. 3. Stel de functie in op en de maximumtemperatuur. 4. Laat het apparaat ongeveer 10 minuten werken zonder een gerecht in de oven. 5. Stel de functie in op en de maximumtemperatuur. 6. Laat het apparaat ongeveer 10 minuten werken zonder een gerecht in de oven. Dit om de restanten in het apparaat te verbranden. De accessoires kunnen warmer worden dan gebruikelijk. Als u het apparaat voor de eerste keer opwarmt, kan het apparaat stinken en roken. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is. 5 Dagelijks gebruik Waarschuwing! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Het apparaat aan- en uitzetten 1. Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie. 2. Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur. Het stroomindicatielampje gaat aan als het apparaat in werking is. Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat stijgt. 3. Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit-stand. Kookzones U bedient de kookplaat die u met de oven hebt geïnstalleerd met behulp van de knoppen voor de kookzones. Lees voor meer informatie over de kookplaat de gebruiksaanwijzing bij de kookplaat. Kookstanden Bedieningsknop 0 Bedieningsknop 1-9 Functie Kookstanden (1 = laagste kookstand; 9= hoogste kookstand) 1. Draai de bedieningsknop in de gewenste kookstand. 2. Zet de bedieningsknop op stand 0 om het kookproces uit te schakelen. Gebruik van de dubbele zone (indien van toepassing) Waarschuwing! Draai de bedieningsknop met de dubbele zone naar rechts om de dubbele zone aan te zetten (draai de knop niet door naar de stoppositie). 1. Draai de bedieningsknop naar rechts, stand "9". 2. Draai de bedieningsknop langzaam naar symbool totdat u een klik hoort. Nu zijn de twee kookzones ingeschakeld. 3. Voor de desbetreffende temperatuurinstelling, zie "Kookstanden". Functie Uit-stand Ovenfuncties Ovenfunctie 6 Toepassing Uitstand Het apparaat staat UIT. Ontdooien Voor het ontdooien van bevroren voedsel. De temperatuurknop moet in de uitstand staan Hetelucht Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken worden overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Grill Groot Het verwarmingselement van de grote grill is ingeschakeld. Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast. Bovenste verwarmingselement Verwarmt alleen van de bovenkant van de oven. Voor het afbakken van gare gerechten. Onderwarmte Verwarmt alleen van de onderkant van de oven. Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem. Ovenfunctie Boven- en onderwarmte Toepassing Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingselement. Bakken en braden op één ovenniveau. Extra functies Koelventilator Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Als u het apparaat uitschakelt, schakelt de koelventilator uit. delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. Veiligheidsthermostaat Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder- Nuttige aanwijzingen en tips • Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de inzetniveaus vanaf de bodem van het apparaat. • Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht circuleert en voor doorlopende recycling van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. • Vocht kan in het apparaat of op de glazen deuren condenseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de werking opent. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen. • Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat. • Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie als u kookt. Dit kan de bakresultaten veranderen en de emaillelaag beschadigen. Taarten bakken • De beste temperatuur voor het bereiden van gebak is tussen de 150 °C en 200 °C. • Verwarm de oven ongeveer 10 minuten voor. • Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de ingestelde baktijd is verstreken. • Als u twee bakplaten tegelijk gebruikt, houd dan één niveau vrij tussen de platen. Vlees en vis bereiden • Bereid geen vlees met een gewicht van minder dan 1 kg. Het bereiden van te kleine hoeveelheden maakt het vlees droog. • Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen op 200 °C-250 °C. • Voor wit vlees, gevogelte en vis dient u de temperatuur tussen de 150°C-175°C in te stellen. • Gebruik een lekbak voor zeer vet voedsel, om te voorkomen dat er vlekken op de oven komen die mogelijk permanent zijn. • Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet wegloopt. • Giet een beetje water in de lekbak om te veel rookvorming in de oven te voorkomen tijdens roosteren. Om rookcondensatie te voorkomen dient u telkens een beetje water toe te voegen als dit opgedroogd is. Bereidingstijden Bereidingstijden zijn afhankelijk van het soort voedsel, de structuur en het volume. Houd de werking van de oven in de gaten tijdens de eerste keren dat u het apparaat gebruikt. Op die manier ontdekt u de beste instellingen (warmte-instelling, bereidingstijd etc.) voor uw ovenschalen, recepten en hoeveelheden wanneer u dit apparaat gebruikt. 7 Bak- en braadschema GEBAK Boven- en onderwarmte Hetelucht Bereidingstijd [min] Ruimte voor aantekeningen 160 45-60 In cakevorm 2 (1 en 3) 160 24-34 In cakevorm 170 2 160 60-80 In cakevorm 26 cm 1 170 2 (1 en 3) 160 100-120 2 cakevormen van 20 cm op het bakrooster Strudel 2 175 2 150 60-80 Op bakplaat Geleitaart 2 170 2 160 30-40 In cakevorm van 26 cm Fruitcake 2 170 2 155 60-70 In cakevorm van 26 cm Biscuittaart (botervrije biscuittaart) 2 170 2 160 35-45 In cakevorm van 26 cm Kerstcake/rijke fruitcake 2 170 2 160 50-60 In cakevorm van 20 cm Pruimentaart 2 170 2 160 50-60 In broodvorm 1) Kleine cakes 3 170 3 (1 en 3) 160 20-30 Op een platte bakplaat Koekjes 3 150 3 150 20-30 Op vlakke bakplaat1) Schuimgebakjes 3 100 3 100 90-120 Op een platte bakplaat Broodjes 3 190 3 180 15-20 Op vlakke bakplaat1) Soesjes 3 190 3 180 25-35 Op vlakke bakplaat1) Taartjes 3 180 2 170 45-70 In cakevorm van 20 cm 1 of 2 180 2 170 40-55 Links + rechts in cakevorm van 20 cm SOORT GERECHT Niveau Temp [°C] Niveau Temp [°C] Schuimtaart 2 170 2 (1 en 3) Zandtaartdeeg 2 170 Kwarktaart met karnemelk 1 Appelgebak (appeltaart) Victoriataart 1) Warm de oven 10 minuten voor. 8 BROOD EN PIZZA SOORT GERECHT Boven- en onderwarmte Hetelucht Bereidingstijd [min] Ruimte voor aantekeningen Niveau Temp [°C] Niveau Temp [°C] Wit brood 1 190 1 190 60-70 Roggebrood 1 190 1 180 30-45 In broodvorm Broodjes 2 190 2 (1 en 3) 180 25-40 6 - 8 broodjes op een platte bakplaat 1) Pizza 1 190 1 190 20-30 Op een diepe braadpan1) Scones 3 200 2 190 10~20 Op vlakke bakplaat1) Bereidingstijd [min] Ruimte voor aantekeningen 1 -2 stukken, 500 gram per stuk1) 1) Warm de oven 10 minuten voor. OPEN HARTIGE GERECHTEN SOORT GERECHT Boven- en onderwarmte Hetelucht Niveau Temp [°C] Niveau Temp [°C] Pasta 2 180 2 180 40-50 In vorm Hartige groententaart 2 200 2 175 45-60 In vorm Quiches 1 190 1 190 40-50 In vorm Lasagne 2 200 2 200 25-40 In vorm Cannelloni 2 200 2 190 25-40 In vorm Yorkshire pudding 2 220 2 210 20-30 6 puddingvormen 1) Bereidingstijd [min] Ruimte voor aantekeningen 1) Warm de oven 10 minuten voor. VLEES SOORT GERECHT Boven- en onderwarmte Hetelucht Niveau Temp [°C] Niveau Temp [°C] Rundvlees 2 200 2 190 50-70 Op een ovenrooster en diepe braadpan Varkensvlees 2 180 2 180 90-120 Op een ovenrooster en diepe braadpan 9 SOORT GERECHT Boven- en onderwarmte Hetelucht Bereidingstijd [min] Ruimte voor aantekeningen Niveau Temp [°C] Niveau Temp [°C] Kalfsvlees 2 190 2 175 90-120 Op een ovenrooster en diepe braadpan Engelse rosbief rood 2 210 2 200 44-50 Op een ovenrooster en diepe braadpan Engelse rosbief medium 2 210 2 200 51-55 Op een ovenrooster en diepe braadpan Engelse rosbief doorbakken 2 210 2 200 55-60 Op een ovenrooster en diepe braadpan Varkensschouder 2 180 2 170 120-150 Op een diepe braadpan Varkensschenkel 2 180 2 160 100-120 2 stukken op een diepe braadpan Lamsvlees 2 190 2 190 110-130 Bout Kip 2 200 2 200 70-85 Geheel op een diepe braadpan Kalkoen 1 180 1 160 210-240 Geheel op een diepe braadpan Eend 2 175 2 160 120-150 Geheel op een diepe braadpan Gans 1 175 1 160 150-200 Geheel op een diepe braadpan Konijn 2 190 2 175 60-80 In stukken gesneden Haas 2 190 2 175 150-200 In stukken gesneden Fazant 2 190 2 175 90-120 Geheel op een diepe braadpan Bereidingstijd [min] Ruimte voor aantekeningen VIS SOORT GERECHT Boven- en onderwarmte Hetelucht Niveau Temp [°C] Niveau Temp [°C] Forel/zeebrasem 2 190 2 (1 en 3) 175 40-55 3-4 vissen Tonijn/zalm 2 190 2 (1 en 3) 175 35-60 4-6 filets Grillen Verwarm de lege oven 10 minuten voor. 10 Hoeveelheid GERECHT Grillen Stuks gr niveau Tournedos 4 800 Biefstuk 4 Worstjes Varkenskotelet Bereidingstijd (minuten) Temp. (°C) 1e kant 2e kant 3 250 12-15 12-14 600 3 250 10-12 6-8 8 / 3 250 12-15 10-12 4 600 3 250 12-16 12-14 Kip (in 2 helften) 2 1000 3 250 30-35 25-30 Spiesen 4 / 3 250 10-15 10-12 Kippenborst 4 400 3 250 12-15 12-14 Hamburger 6 600 3 250 20-30 Visfilet 4 400 3 250 12-14 10-12 Geroosterde sandwiches 4-6 / 3 250 5-7 / Geroosterd brood 4-6 / 3 250 2-4 2-3 Informatie over acrylamides Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen. Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. • Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreinigingen laten zich dan het makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen. • Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agressieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag onherstelbaar worden beschadigd! De afdichting van de deur schoonmaken • Voer regelmatig een controle van de afdichting van de deur uit. De afdichting van de deur bevindt zich rondom het frame van de binnenkant van de oven. Gebruik het apparaat niet als de afdichting van de deur is beschadigd. Neem contact op met de service-afdeling. • Voor meer informatie over het schoonmaken van de afdichting van de deur, raadpleegt u de algemene informatie over reiniging. 11 Inschuifrails Inschuifrails uitnemen 2 1 1 Trek de rails bij de voorkant uit de zijwand. 1 Open de deur volledig en houd de twee deurscharnieren vast. 2 Til de hendels op de twee scharnieren omhoog en draai ze. 2 Trek de rails bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze. Installeren van de inschuifrails Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde. De afgeronde uiteinden van de inschuifrails moeten naar voren wijzen! Ovenlampje Waarschuwing! Wees voorzichtig! Er bestaat risico op elektrische schokken! 3 Sluit de ovendeur in de 4 Leg de deur op een eerste openingsstand (half- zachte doek op een stabiele open). Trek hem daarna ondergrond. naar voren en haal hem uit zijn zitting. Voordat u het ovenlampje vervangt: • De oven uitschakelen • Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast of schakel de stroomonderbreker uit. 90° Leg een doek op de bodem van de oven om het ovenlampje en het afdekglaasje te beschermen. 1. Draai het afdekglas naar rechts en verwijder het. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang het ovenlampje door een geschikt 300 °C hittebestendig ovenlampje. Gebruik hetzelfde ovenlamptype. 4. Plaats het afdekglas terug. De ovendeur reinigen De ovendeur beschikt over twee glasplaten. U kunt de ovendeur en de interne glasplaat uit de oven verwijderen om ze schoon te maken. De ovendeur kan dichtslaan als u de binnenste glasplaat probeert te verwijderen voordat u de ovendeur hebt verwijderd. 12 5 Maak het vergrendelingssysteem open om de binnenste glasplaat te verwijderen. 6 Draai de twee bevestigingen 90° en verwijder ze uit hun zittingen. kant van de deur is gericht. Zorg ervoor dat het oppervlak van de glasplaat op de bedrukte zijde na de installatie niet ruw aanvoelt. Zorg ervoor dat u de interne glasplaat correct in de uitsparingen plaatst (zie afbeelding). 1 2 7 Til de glasplaat voorzichtig op (stap 1) en verwijder de glasplaat uit de deur (stap 2). Reinig de glasplaat met een sopje. Droog de glasplaat voorzichtig af. De deur en de glasplaten terugplaatsen Wanneer u de glasplaat met een decoratief frame monteert, moet u zorgen dat de bedrukte zijde naar de binnen- Problemen oplossen Waarschuwing! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. Probleem Mogelijke oorzaak De kookzones functioneren niet. Het apparaat wordt niet warm. Oplossing Zie de gebruikshandleiding van de kookplaat. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in. Raadpleeg "Dagelijks gebruik". De zekering in de zekeringkast is doorgebrand. Controleer de zekering. Als de zekering meer dan een keer doorslaat, moet u contact opnemen met een bevoegde elektricien. Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het einde van de baktijd niet langer dan 15-20 minuten in de oven staan. Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de klantenservice. De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) ......................................... 13 Productnummer (PNC) ......................................... Serienummer (S.N.) ......................................... Montage Waarschuwing! Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'. A Inbouw B Waarschuwing! De installatie van het apparaat mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd en deskundig persoon. Als u geen gekwalificeerd of deskundig persoon gebruikt, vervalt de garantie bij het ontstaan van schade. Voordat u het apparaat inbouwt, dient u het te installeren met de geschikte kookplaat uit de tabel. Maximaal vermogen ZVD 868 7600 W ZK 630 7600 W ZC 6695 6400 W ZC 6675 5800 W 540 De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt. De kabel Kabeltypes die van toepassing zijn op de installatie of vervanging: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F. Voor het deel van de kabel raadpleegt u het totale vermogen (op het typeplaatje) en de tabel: 560 594 Totaal vermogen 7 560 -570 600 in 550 m 14 Waarschuwing! De elektrische installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd en deskundig persoon. Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en netsnoer. 570 590 20 Type Elektrische installatie 00 ÷1 80 Deel van de kabel maximaal 1380 W 3 x 0,75 mm² maximaal 2300 W 3 x 1 mm² maximaal 3680 W 3 x 1,5 mm² De massakabel (groene/gele kabel) moet 2 cm langer zijn dan de fase- en neutrale kabels (blauwe en bruine kabels). Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Verpakkingsmateriaal Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonderdelen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst. 15
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Zanussi ZOU364X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding