5 BEDIENING
0463 276 001
- 11 -
© ESAB AB 2015
5.4 Oververhittingsbeveiliging
De lasstroombron heeft een uitschakelbeveiliging tegen thermische overbelasting die in
werking treedt wanneer de temperatuur te hoog wordt; de lasstroom wordt dan onderbroken
en er brandt een geel indicatielampje aan de voorzijde van de stroombron. De
uitschakelbeveiliging tegen thermische overbelasting wordt automatisch gereset wanneer de
temperatuur weer gedaald is tot de normale werktemperatuur.
LET OP!
Wanneer de stroombron te sterk wordt belast, kan deze
oververhit raken. Raadpleeg voor het maximaal
vermogen het hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS in
deze handleiding.
Als de luchtinlaat- of -uitlaat geblokkeerd is of verstopt is
door vuil of afval, kan de stroombron oververhit raken.
Controleer of de luchtstroom door de stroombron niet
belemmerd wordt.
5.5 MMA-lassen
5.5.1 De lasboog ontsteken
MMA-lassen wordt ook wel lassen met beklede elektroden genoemd. Door de lasboog te
ontsteken smelt de elektrode en de bekleding van de elektrode vormt de beschermende slak.
Wanneer bij het ontsteken van de lasboog de punt van de elektrode tegen het metaal wordt
gedrukt, smelt deze onmiddellijk en hecht zich aan het metaal, wat verder lassen onmogelijk
maakt. Daarom moet de lasboog op dezelfde wijze worden ontstoken als het aansteken van
een lucifer. Strijk de elektrode kort langs het metaal en hef haar daarna op om ongeveer de
gewenste booglengte (ca. 2 mm) te creëren. Als de boog te lang is, zal deze knetteren en
splijten alvorens helemaal uit te doven. Zodra de boog ontstoken is, moet u de elektrode van
links naar rechts bewegen. De elektrode moet een hoek van 60° maken met het metaal.
5.5.2 Beweging van de elektrode
Bij MMA-lassen zijn er drie bewegingen mogelijk aan de punt van de elektrode: de
verplaatsing van de elektrode naar het smeltbad langs de assen [1]; er kan een geringe
oscillatie nodig zijn om de gewenste breedte van het smeltbad te verkrijgen [2]; en de
verplaatsing van de elektrode langs het laspad [3].
De gebruiker kan de beweging van de elektrode kiezen op basis van de lasnaadvorm, de
laspositie, de specificatie van de elektrode, de lasstroom, zijn lasvaardigheid, etc.