NL
- 43 -
kant van het medische implantaat te consulteren
voordat de machine wordt bediend.
Beperk de werktijd.
Daarbij rekening houden met alle aandelen van
de bedrijfscyclus (bijvoorbeeld tijden waarin het
elektrisch gereedschap uitgeschakeld is, en tijden
waarin het gereedschap weliswaar ingeschakeld
is maar zonder belasting loopt).
5. Vóór inbedrijfstelling
Lees absoluut de volgende instructies voordat u
uw accu-schroevendraaier in gebruik neemt:
1. Laad de accu met de meegeleverde lader.
2. Alleen scherpe boren en foutloze en geschik-
te schroefbits gebruiken.
3. Bij het boren en schroeven in wanden en
muren moet u deze controleren op verborgen
stroom-, gas- en waterleidingen.
6. Bediening
6.1 Laden van de LI-accupack (afb. 2-3)
1. Accupack (5) uit de handgreep trekken, terwi-
jl u de grendelknop (8) naar beneden drukt.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (6) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Schuif de accu op de lader.
Onder punt 10 (indicatie lader) vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie aan
de lader.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan:
•
of aan het stopcontact de netspanning aan-
wezig is.
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
van de lader voorhanden is.
Indien het laden van de accupack nog altijd niet
mogelijk is, dan verzoeken wij u
•
de lader en de laadadapter
•
en de accupack
op te sturen aan onze klantendienst.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack valt het aan te raden om tijdig voor het
herladen van de LI-accupack te zorgen. Dit is
in elk geval noodzakelijk, indien u vaststelt dat
het vermogen van de accu-schroevendraaier
afneemt.
6.2 Instelling van het koppel (afb. 4/pos. 1).
Opgelet! Stelring voor het koppel alleen in-
stellen bij stilstand.
De accu-schroevendraaier is uitgerust met een
mechanische koppelafstelling.
Het koppel voor een bepaalde schroefgrootte
wordt ingesteld aan de stelring (1). Het koppel is
afhankelijk van meerdere factoren:
•
van het soort en de hardheid van het te be-
werken materiaal.
•
van het soort en de lengte van de gebruikte
schroeven.
•
van de eisen die worden gesteld aan de
schroefverbinding.
Het bereiken van het koppel wordt gesignaleerd
door het ratelende ontkoppelen van de koppeling.
6.3 Boren (afb. 4/pos. 1)
Om te boren zet u de instelring voor het koppel
op de laatste stand „Boor“. In de stand boren is
de slipkoppeling buiten bedrijf. Bij het boren is het
maximale koppel beschikbaar.
6.4 Draairichtingsschakelaar (afb. 5/pos. 3).
Met de schuifschakelaar boven de Aan/Uit-
schakelaar kunt u de draairichting van de accu-
schroevendraaier instellen en de schroeven-
draaier beveiligen tegen ongewild inschakelen. U
kunt kiezen tussen links- en rechtsloop. Om een
beschadiging van de transmissie te vermijden
mag de draairichting alleen in stilstand worden
omgeschakeld. Als de schuifschakelaar zich in
de middelste stand bevindt, dan is de Aan/Uit-
schakelaar geblokkeerd.
6.5 Aan/Uit-schakelaar (afb. 5/pos. 4).
Met de Aan-/Uitschakelaar kunt u het toerental
traploos regelen. Hoe verder u de schakelaar in-
drukt, des te hoger het toerental.
6.6 Omschakeling trap 1 - trap 2
(afb. 4/pos. 7)
Al naargelang de stand van de omschakelaar
kunt u werken met een hoger of lager toerental.
Om een beschadiging van de transmissie te ver-
mijden mag de versnellingsschakeling alleen in
stilstand worden omgeschakeld.
Anl_TE_CD_12_1_Li_SPK2.indb 43Anl_TE_CD_12_1_Li_SPK2.indb 43 17.10.2019 09:40:2917.10.2019 09:40:29