3-237-692-41(1)
Portable
MiniDisc Recorder
Gebruiksaanwijzing
©2001 Sony Corporation
MZ-R909
WALKMAN is een
handelsmerk van
Sony Corporation.
2
Stel het apparaat niet bloot aan
regen of vocht, om brand en
elektrische schokken te
voorkomen.
Maak de behuizing niet open, om
elektrische schokken te vermijden.
Laat onderhoud en reparaties
alleen verrichten door vaklui.
Om brand te voorkomen mag u de
ventilatieopeningen van het apparaat niet
bedekken met kranten, kleedjes, gordijnen
e.d. Zet ook geen brandende kaarsen op
het apparaat.
Om brand en elektrische schokken te
voorkomen, mag u geen voorwerpen op
het apparaat neerzetten die met
vloeistoffen zijn gevuld, zoals
bloemenvazen.
Afgedankte batterijen dient u mee te
geven met het klein chemisch afval.
Neem voor meer informatie contact op uw
gemeente.
Voor de Klanten in Nederland
Gooi de batterij niet
weg, maar lever hem
in als KCA.
Let op!
Wanneer u dit apparaat gebruikt in
combinatie met optische instrumenten,
neemt de kans op oogbeschadiging toe.
LET OP!
— ONZICHTBARE
LASERSTRALING INDIEN GEOPEND
VERMIJD CONTACT MET DE
LASERSTRAAL
Informatie
Het CE-merkteken op het
apparaat geldt alleen voor
producten die worden verkocht
in de Europese Unie.
Plaats het apparaat niet in een gesloten
ruimte, zoals een boekenrek of
ingebouwde kast.
WAARSCHUWING
DE VERKOPER IS IN GEEN ENKEL
GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR
ENIGE DIRECTE OF INDIRECTE
SCHADE VAN WELKE AARD DAN
OOK, ONGEVALLEN, VERLIEZEN
OF ONKOSTEN DIE WORDEN
VEROORZAAKT DOOR EEN
DEFECT APPARAAT OF DOOR
HET GEBRUIK VAN WELK
PRODUCT DAN OOK.
3
4
Inhoudsopgave
De bediening ..................................................... 8
De Jog Dial ...........................................................................................11
De menu’s .............................................................................................11
Menufuncties ..................................................................................11
Overzicht van de menu’s op de recorder ........................................13
Overzicht van de menu’s op de afstandsbediening ........................17
Voorbereidingen ............................................. 19
Meteen een MD opnemen! .............................. 22
Meteen een MD afspelen! ............................... 25
Verschillende manieren van opnemen ........... 27
Twee manieren om een geluidsbron aan te sluiten ...............................27
Opnemen via de analoge ingang (m.b.v. lijnkabel) ..............................28
Langdurige opnamen maken .................................................................29
Als u niet wilt dat “LP:” automatisch aan het begin van een
muziekstuknaam wordt toegevoegd ................................29
Muziekstukken opnemen met de groepsfunctie
(Groepsmodusopname) ....................................................................30
De groepsmodus activeren .............................................................31
Een muziekstuk opnemen in een nieuwe groep .............................31
Een muziekstuk opnemen in een bestaande groep .........................32
De opname synchroon met de bronspeler starten en stoppen
(Synchroonopname) ........................................................................32
Opnemen zonder bestaand materiaal te overschrijven .........................33
Opnemen via een microfoon .................................................................34
De gevoeligheid van de microfoon selecteren ................................34
Automatisch een muziekstukmarkering toevoegen op gespecificeerde
intervallen (Automatische tijdmarkering) .............................................35
Het opnameniveau met de hand regelen (Handmatig opnemen) ..........36
De resterende tijd of de opnamepositie controleren .............................37
Op de recorder ................................................................................37
Op de afstandsbediening .................................................................38
De klok instellen om de opnametijd vast te leggen ..............................39
CD-tekstinformatie kopiëren tijdens het opnemen (Joint Text) ...........40
5
Verschillende manieren van afspelen ............ 42
Snel een bepaald muziekstuk of punt opzoeken (Snel zoeken) ........... 42
Een muziekstuk opzoeken terwijl u de nummers of namen van
de muziekstukken in de gaten houdt (Indexzoeken) ...... 42
Een bepaald punt opzoeken terwijl u de verstreken tijd in de
gaten houdt (Tijdzoeken) ................................................ 43
De groepsfunctie gebruiken (Groepsmodus) ....................................... 43
Muziekstukken in een bepaalde groep beluisteren (afspelen in
groepsmodus) .................................................................. 43
Groepen selecteren en afspelen (Groepsselectiemodus) ................ 44
De afspeelstand wijzigen ..................................................................... 45
Op de recorder ............................................................................... 45
Op de afstandsbediening ................................................................ 46
De geluidskwaliteit regelen (Digitale geluidsvoorkeuren) .................. 48
De geluidskwaliteit selecteren ....................................................... 48
De geluidskwaliteit regelen ........................................................... 48
De afspeelsnelheid wijzigen (Snelheidsinstelling) .............................. 50
De instellingen per disc apart opslaan (Persoonlijk discgeheugen) ..... 51
Op de recorder ............................................................................... 51
Op de afstandsbediening ................................................................ 51
De resterende afspeeltijd of de afspeelpositie controleren ................... 52
Op de recorder ............................................................................... 52
Op de afstandsbediening ................................................................ 53
Aansluiten op een stereo-installatie (LINE OUT) ............................... 54
6
Opgenomen muziekstukken bewerken .......... 55
Opnamen benoemen .............................................................................55
Op de recorder ................................................................................56
Op de afstandsbediening .................................................................58
Teksten opslaan die regelmatig worden gebruikt bij het benoemen .....60
Op de recorder ................................................................................60
Op de afstandsbediening .................................................................62
Muziekstukken of groepen als een nieuwe groep instellen
(Groepsinstelling) ............................................................................64
Een groepsinstelling opheffen ..............................................................65
Opgenomen muziekstukken verplaatsen ..............................................66
Op de recorder ................................................................................66
Op de afstandsbediening .................................................................67
Een muziekstuk naar een andere groep verplaatsen .............................67
Op de recorder ................................................................................67
Op de afstandsbediening .................................................................68
De groepsvolgorde op een disc wijzigen (Groepen verplaatsen) .........68
Op de recorder ................................................................................68
Op de afstandsbediening .................................................................69
Een muziekstukmarkering toevoegen ...................................................69
Een muziekstukmarkering wissen ........................................................70
Muziekstukken of groepen wissen ........................................................71
Een muziekstuk wissen ...................................................................71
De hele disc wissen ........................................................................71
Een groep wissen ............................................................................72
Andere functies ..............................................73
Het overslaan van geluid onderdrukken (G-PROTECTION) ...............73
Het alarm gebruiken (Melodietimer) ....................................................73
Op de recorder ................................................................................73
Op de afstandsbediening .................................................................74
Uw gehoor beschermen (AVLS) ..........................................................75
Op de recorder ................................................................................75
Op de afstandsbediening .................................................................76
De pieptoon uitschakelen ......................................................................76
Op de recorder ................................................................................76
Op de afstandsbediening .................................................................76
Het contrast van het uitleesvenster regelen (Contrastregeling) ............77
De bediening vergrendelen (HOLD) ....................................................77
7
Stroombronnen ............................................... 78
Gebruiksduur van de batterij .......................................................... 78
Aanvullende informatie .................................. 79
Voorzorgsmaatregelen ......................................................................... 79
Verhelpen van storingen ...................................................................... 82
Systeembeperkingen ............................................................................ 86
Meldingen ............................................................................................ 88
Technische gegevens ............................................................................ 91
Wat is een MD? .................................................................................... 92
8
De bediening
Raadpleeg de tussen haakjes vermelde pagina’s voor meer informatie.
De recorder
A Uitleesvenster (11) (32) (45) (55)
(73)
B T MARK-toets (39) (57) (69)
C END SEARCH-toets (23) (31) (61)
D Batterijcompartiment (19)
E REC-schakelaar (opnemen) (23) (28)
F HOLD-schakelaar (achterzijde) (20)
(77)
G Aansluitingen voor batterijhouder
droge batterijen (20)
H DC IN 3V-aansluiting (19) (22)
I OPEN-toets (21)
J N-toets (afspelen/invoeren) (23)
(25) (56)
X-toets (pauzeren) (24) (26) (36)
(43) (56)
./>-toetsen (REW/FF)
(achteruitspoelen/vooruitspoelen)
(23) (25) (32) (43) (56) (70)
x/CHG-toets (stoppen/opladen) (21)
(23) (25) (40) (48) (56)
K GROUP/CANCEL-toets (31) (43)
(57) (62)
L Jog Dial (MENU/ENTER) (11) (29)
(40) (42) (57) (73)
M LINE IN (OPT)-aansluiting (22) (28)
N MIC (PLUG IN POWER)-aansluiting
(34)
De MIC (PLUG IN POWER)-
aansluiting heeft een voelbare punt.
O VOL +/– -toets (25) (56)
De VOL +/– -toets heeft een voelbare
punt.
P i/LINE OUT-aansluiting
(koptelefoon/lijnuitgang) (20) (40)
(54)
1
2
3
4
5
6
qg
qh
qf
qs
qa
qd
9
8
7
J
9
Het uitleesvenster van de recorder
A Tekenvenster (11) (37) (45) (55) (73)
Toont namen van de disc en
muziekstukken, foutmeldingen,
nummers van muziekstukken enz.
B Groepsindicatie (31) (43) (57)
C Timerindicatie (73)
D Discindicatie (32) (45) (55) (73)
Geeft aan of de disc draait voor het
opnemen, afspelen of bewerken van
een MD.
E Indicatie afspeelstand (45)
Toont de afspeelstand van de MD
(shuffle-afspelen, geprogrammeerd
afspelen, herhaald afspelen enz.).
F Batterij-indicatie (19) (78)
Toont bij benadering de toestand van
de batterij.
G SYNC-indicatie (synchroonopnemen)
(32)
H Niveaumeter (36) (45)
I Indicaties voor STEREO (SP-stereo),
LP2 (LP2-stereo), LP4 (LP4-stereo)
en MONO (mono) (29)
J Pauze-indicatie
K Geluidsindicatie (48)
Licht op als de Digitale
geluidsvoorkeuren zijn ingeschakeld.
L REC-indicatie (23) (36)
Licht op tijdens het opnemen. Als
deze indicatie knippert, is de recorder
in de wachtstand.
1324567
qsqaq;98
10
De koptelefoon/oortelefoon met afstandsbediening
A DISPLAY-toets (31) (38) (42) (53)
(58) (74)
B PLAYMODE-toets (44) (47) (58)
C RPT/ENT-toets (afspelen/invoeren)
(47) (49)
D SOUND-toets (49)
E Clip
F X-toets (pauzeren) (26) (42) (58)
(63)
G Bedieningsknop (./N>) (25)
(31) (42) (49) (58) (74)
N> : afspelen, AMS, FF
. : REW
Draaien of draaien en vasthouden om
af te spelen, vooruit te spoelen,
achteruit te spoelen enz.
H Bedieningsknop (VOL +/–) (25) (58)
Uittrekken en draaien om het volume
te regelen.
I Uitleesvenster (38) (47) (74)
J HOLD-schakelaar (20) (77)
K x-toets (stoppen)
1)
(25) (31) (42)
(58) (74)
1)
Afhankelijk van de functie die actief is, kan
deze toets worden gebruikt als “Enter”-toets.
Het uitleesvenster van de afstandsbediening
A Uitleesvenster muziekstuknummer
(38) (47) (74)
B Tekenvenster (38) (47) (53) (74)
C Discindicatie (38) (47) (74)
D Timerindicatie (74)
E Indicatie afspeelstand (47)
F Batterijniveau-indicatie (38) (47) (74)
G REC-indicatie (23) (38)
H SOUND-indicatie (49)
+
–
A B C DE
K
F
IJ
G
H
F
HG
A
BCDE
11
De Jog Dial
De Jog Dial op de recorder kan worden gebruikt voor allerlei bewerkingen tijdens het
afspelen, opnemen, bewerken en als de recorder is gestopt.
Uitleesvenster tijdens het selecteren van de menu-items
Druk op de Jog Dial om de menu-items op het uitleesvenster op de recorder weer te geven.
Draai de Jog Dial omlaag om naar beneden te bladeren en draai de Jog Dial omhoog om
naar boven te bladeren. U kunt een item selecteren door op de Jog Dial te drukken terwijl
het betreffende item op het uitleesvenster knippert.
De menu’s
Menufuncties
Druk op de Jog Dial op de recorder of druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de
afstandsbediening om een menu te openen.
Menu op de
recorder
1)
Menu op de
afstands-
bediening
1)
Functies
EDIT EDIT Bewerkingen selecteren (muziekstukken, discs of groepen
benoemen, wissen enz.) (pagina 56 t/m 62, 65 t/m 68, 71
en 72).
DISPLAY — De verstreken afspeeltijd, de resterende afspeeltijd enz.
weergeven (pagina 38 en 52).
PLAY MODE — De afspeelstand selecteren (herhaald afspelen, shuffle
enz.) (pagina 45).
RecVolume — Automatische of handmatige opnameniveauregeling
selecteren (pagina 36).
Draai eraan om een
item te selecteren
Druk erop om uw
keuze in te voeren
Jog Dial
EDIT
DISPLAY
DISPLAY
EDIT
PLAY MODE
PLAY MODE
DISPLAY
REC MODE
Draai de Jog Dial omlaag om
naar beneden te bladeren
Draai de Jog Dial omhoog
om naar boven te bladeren
12
REC MODE — De opnamestand selecteren (SP-stereo, LP2-stereo, LP4-
stereo of mono) (pagina 29).
M-TIMER M-TIMER Het alarm instellen (Melodietimer) (pagina 73).
AUDIO OUT — De i/LINE OUT-uitgang selecteren (pagina 54).
SOUND —“SOUND 1” of “SOUND 2” (Digitale geluidsvoorkeuren)
selecteren (pagina 48).
— SPEED De afspeelsnelheid tijdens het afspelen wijzigen
(pagina 50).
— GROUP De groepsfunctie in- en uitschakelen (pagina 31).
PERSONAL PERSONAL Discinformatie in het Persoonlijk discgeheugen opslaan of
verwijderen (pagina 51).
SYNC REC —“ON” of “OFF” voor synchroonopnamen selecteren
(pagina 32).
TIME MARK — Automatische tijdmarkering instellen (pagina 35).
MIC SENS — De microfoongevoeligheid selecteren (pagina 34).
— SEARCH Indexzoeken (zoeken terwijl u de namen of nummers van
de muziekstukken in de gaten houdt) of Tijdzoeken
(zoeken terwijl u de verstreken tijd in de gaten houdt)
selecteren (pagina 42).
OPTION OPTION • AVLS (Automatic Volume Limiter System) — “AV LS
ON” of “AVL S OFF ” selecteren (pagina 75).
• BEEP (pieptoon koptelefoon/oortelefoon) — “BEEP
ON” of “BEEP OFF” selecteren (pagina 76).
—•REC-Posi — Beginpunt selecteren tijdens het opnemen
(pagina 33).
• LP Stamp — “Stamp ON” (“LP:” wordt aan het begin
van de muziekstuknaam toegevoegd) of “Stamp OFF”
selecteren (pagina 29).
• CONTRAST — Het contrast van het uitleesvenster
regelen (pagina 77).
• CLOCK SET — De klok instellen (pagina 39).
1)
De menu-items waar u uit kunt kiezen, variëren afhankelijk van het al dan niet actief zijn van de
groepsmodus of van de bedieningsstatus van de recorder.
z
Voor de menufuncties DISPLAY (pagina 38 en 53), PLAYMODE (pagina 46), RPT (herhalen)
(pagina 47) en SOUND (pagina 48) op de afstandsbediening, kunt u de desbetreffende toetsen
gebruiken.
Menu op de
recorder
1)
Menu op de
afstands-
bediening
1)
Functies
13
Overzicht van de menu’s op de recorder
Op deze en volgende pagina’s vindt u voor elke bedieningsstatus de menu-items die op de
recorder beschikbaar zijn. Elk schema laat verschillende menu’s en menu-items zien die op
elk menuniveau kunnen worden geselecteerd. Zie “Menufuncties” (pagina 11) voor meer
informatie over de menubewerkingen. De menu’s en menu-items worden afwisselend op
het uitleesvenster weergegeven.
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder is gestopt
:Name
EDIT
:Set :Release
1)
Name Bank BankErase
:Erase
1)
:Erase
Shuf. Rep
LapTime
DISPLAY
RecRemain GP Remain
1)
AllRemain Clock
SOUND OFF
SOUND
SOUND 1 SOUND 2
HeadPhone
AUDIO OUT
LINE OUT
2)
OFF
M-TIMER
ON
Normal
PLAY MODE
AllRepeat 1 Track 1 Repeat
PGMRepeat PGM
TIMER 3
TIMER 1 TIMER 2
Shuffle
SP
REC MODE
LP2 LP4 MONO
, : Op de Jog Dial drukken
h : Aan de Jog Dial draaien
vervolgd op de volgende pagina
(pagina 73)
(pagina 48)
14
1)
Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus wordt afgespeeld en vervolgens gestopt.
2)
Verschijnt niet als de meegeleverde afstandsbediening is verbonden met de i/LINE OUT-aansluiting.
3)
Kan alleen worden geselecteerd als de groepsmodus is uitgeschakeld.
Druk op CANCEL op de recorder als u een menubewerking wilt annuleren.
AVLS
OPTION
BEEP REC-Posi
3)
LP Stamp
AVLS OFF AVLS ON
BEEP ON BEEP OFF
From Here From End
Stamp ON Stamp OFF
CONTRAST
SYNC OFF
SYNC REC
SYNC ON
MIC SENS
CLOCK SET
SENS HIGH SENS LOW
Entry?
PERSONAL
Erase?
, : Op de Jog Dial drukken
h : Aan de Jog Dial draaien
vervolgd van de vorige pagina
(pagina 77)
(pagina 39)
15
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder afspeelt
1)
Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus wordt afgespeeld en vervolgens gestopt.
2)
Verschijnt niet als de meegeleverde afstandsbediening is verbonden met de i/LINE OUT-aansluiting.
Druk op CANCEL op de recorder als u een menubewerking wilt annuleren.
:Name
EDIT
Name Bank
AVLS
OPTION
BEEP
AVLS OFF AVLS ON
BEEP ON BEEP OFF
Entry?
PERSONAL
Erase?
:Erase
Shuf. Rep
LapTime
DISPLAY
1 Remain GP Remain
1)
:Name
1)
AllRemain Rec Date
SOUND OFF
SOUND
SOUND 1 SOUND 2
AUDIO OUT
HeadPhoneLINE OUT
3)
OFF
M-TIMER
ON
Normal
PLAY MODE
AllRepeat 1 Track 1 Repeat
PGMRepeat PGM
TIMER 3
TIMER 1 TIMER 2
Shuffle
:Move
:Move
1)
, : Op de Jog Dial drukken
h : Aan de Jog Dial draaien
(pagina 48)
(pagina 73)
16
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder opneemt
1)
Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus wordt afgespeeld en vervolgens gestopt.
2)
Verschijnt niet als de meegeleverde afstandsbediening is verbonden met de i/LINE OUT-aansluiting.
3)
Kan alleen worden geselecteerd als de groepsmodus is uitgeschakeld.
Druk op CANCEL op de recorder als u een menubewerking wilt annuleren.
:Name
EDIT
Name Bank
AVLS
OPTION
AVLS OFF AVLS ON
OFF
TIME MARK
5 min. ON 10 min. ON 15 min. ON
SYNC OFF
SYNC REC
MIC SENS
SYNC ON
SENS HIGH SENS LOW
LapTime
DISPLAY
RecRemain Clock
:Name
1)
SOUND OFF
SOUND
SOUND 1 SOUND 2
AUDIO OUT
HeadPhone
LINE OUT
3)
SP
REC MODE
2)
LP2 LP4 MONO
Auto REC
Rec Volume
2)
ManualREC
:Name
, : Op de Jog Dial drukken
h : Aan de Jog Dial draaien
(pagina 48)
17
Overzicht van de menu’s op de afstandsbediening
Op deze en volgende pagina’s vindt u voor elke bedieningsstatus de menu-items die op de
afstandsbediening beschikbaar zijn. Elk schema laat verschillende menu’s en menu-items
zien die op elk menuniveau kunnen worden geselecteerd. Zie “Menufuncties” (pagina 11)
voor meer informatie over de menubewerkingen. De menu’s en menu-items worden
afwisselend op het uitleesvenster weergegeven.
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder is gestopt
1)
Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus wordt afgespeeld en vervolgens gestopt.
Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de afstandsbediening om een menubewerking
te annuleren.
:Name
EDIT
GP:Set GP:Release
1)
Name Bank BankErase
GROUP OFF
GROUP
GROUP ON
OFF
M-TIMER
ON
TIMER 3
TIMER 1 TIMER 2
AVLS
OPTION
BEEP
AVLS OFF AVLS ON BEEP ON BEEP OFF
Index
SEARCH
Time
Entry?
PERSONAL
Erase?
, : Op x drukken
h : Aan de bedieningsknop draaien
(pagina 74)
18
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder afspeelt
1)
Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus wordt afgespeeld en vervolgens gestopt.
Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de afstandsbediening om een menubewerking
te annuleren.
Beschikbare menu’s en menu-items als de recorder opneemt
1)
Verschijnt alleen als de recorder in de groepsmodus wordt afgespeeld en vervolgens gestopt.
Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY op de afstandsbediening om een menubewerking
te annuleren.
:Name
EDIT
GP:Name
1)
:Move GP:Move
1)
Name Bank
GROUP OFF
GROUP
GROUP ON
SPEED
OFF
M-TIMER
ON
TIMER 3
TIMER 1 TIMER 2
AVLS
OPTION
BEEP
Index
SEARCH
Time
Entry?
PERSONAL
Erase?
:Erase
AVLS OFF AVLS ON BEEP ON BEEP OFF
(pagina 74)
(pagina 50)
, : Op x drukken
h : Aan de bedieningsknop draaien
:Name
EDIT
GP:Name
1)
Name Bank:Name
, : Op x drukken
h : Aan de bedieningsknop draaien
19
Voorbereidingen
Laad de oplaadbare batterij op voordat u de recorder in gebruik neemt.
Als de oplaadbare batterij niet is opgeladen, kunt u de recorder alleen
gebruiken als de netspanningsadapter is aangesloten.
1
De oplaadbare batterij plaatsen
2
De oplaadbare batterij opladen
e
E
Plaats de oplaadbare batterij met de
minuszijde eerst.
De oplaadsteun voor de
batterijen in elkaar zetten
Zorg ervoor dat alle onderdelen
van de oplaadsteun goed op
elkaar zijn aangesloten.
Meegeleverde
netspanningsadapter
Controleer of het
CHARGE-lampje brandt.
Naar DC IN 3V
1
Sluit de meegeleverde netspanningsadapter aan op DC IN 3V.
2
Plaats de recorder op de oplaadsteun.
Volledig opladen neemt ongeveer 6 uur in beslag. Het CHARGE-
lampje gaat uit als het opladen is voltooid.
Naar een
stopcontact
20
U moet de recorder niet bedienen als deze op de oplaadsteun wordt
geplaatst of zolang deze wordt opgeladen. Als u dat toch doet, kan de
recorder storingen gaan vertonen of wordt de batterij niet opgeladen.
3
De afstandsbediening aansluiten
en ontgrendelen
1
Sluit de koptelefoon/oortelefoon via de
afstandsbediening aan op i/LINE OUT.
2
Schuif HOLD in de richting van de pijl
(.) in de afbeelding om de
bediening te ontgrendelen.
1
2
De droge batterij gebruiken
Bevestig de batterijhouder aan de recorder.
Plaats de batterij met de minuszijde eerst.
Plaats een droge LR6-alkalinebatterij (AA-formaat).
Om zo lang mogelijk achter elkaar gebruik te kunnen maken van de recorder, plaatst u de
droge batterij tezamen met een volledig opgeladen oplaadbare batterij.
4
3
HOLD
stevig aandrukken
Naar i/LINE OUT
21
4
Plaats een MD
(Gebruik een onbespeelde
MD voor opnemen.)
1
Druk op OPEN om het deksel te openen.
2
Plaats een MD met het label naar boven
en druk op het deksel om het te sluiten.
z
U kunt de batterij ook opladen door de
meegeleverde netspanningsadapter rechtstreeks
op de recorder aan te sluiten.
1 Sluit de meegeleverde netspanningsadapter
aan op DC IN 3V op de recorder. Druk
vervolgens op x/CHG terwijl de recorder
is gestopt.
“Charging” en e verschijnen op het
uitleesvenster, en het opladen begint.
Volledig opladen neemt ongeveer
drieënhalf uur in beslag. Het opladen is
voltooid als e verdwijnt. De oplaadtijd is
afhankelijk van de toestand van de batterij.
2 Haal de netspanningsadapter uit het
stopcontact.
Opmerkingen
• De meegeleverde oplaadsteun kan uitsluitend
bij deze recorder worden gebruikt. Alle andere
modellen kunnen hiermee niet worden
opgeladen.
• Gebruik de recorder niet om andere batterijen
op te laden dan de meegeleverde batterij of
batterijen die voor deze recorder zijn bedoeld
(NH-14WM).
• De oplaadsteun en de batterij worden heet
tijdens het opladen. Dit brengt echter geen
gevaar met zich mee.
• Zorg ervoor dat u de meegeleverde
netspanningsadapter gebruikt.
• Als de oplaadbare batterij voor het eerst is
opgeladen of als deze wordt opgeladen na
lange tijd niet te zijn gebruikt, gaat de batterij
minder lang mee dan normaal. Herhaal enkele
malen het ontladen en opladen. Daarna moet
de batterij weer een normale tijd meegaan. De
oplaadbare batterij kan ongeveer 300 keer
worden opgeladen.
• Als de tijd die een volledig geladen
oplaadbare batterij meegaat, ongeveer is
gehalveerd ten opzicht van de normale tijd,
dient u de batterij te vervangen.
• Zodra het opladen is voltooid, dient u de
recorder van de oplaadsteun te halen en de
netspanningsadapter van het stopcontact los te
koppelen. Als de recorder lange tijd met de
stroombron blijft verbonden, kan de efficiënte
werking van de batterij negatief worden
beïnvloed.
• Neem de volgende punten in acht, als u de
batterij rechtstreeks via de meegeleverde
netspanningsadapter oplaadt.
—Als u op x/CHG drukt, onmiddellijk nadat
het opladen is voltooid, begint het opladen
opnieuw. Als dat gebeurt, drukt u nogmaals
op x/CHG om het opladen te stoppen,
aangezien de batterij al volledig is
opgeladen.
—Het opladen wordt beëindigd als u probeert
de recorder tijdens het opladen te bedienen.
• Als u de recorder tijdens het opladen langer
dan 3 à 4 seconden van de oplaadsteun haalt
en deze daarna weer terugplaatst, gaat het
CHARGE-lampje pas na ongeveer 6 uur weer
uit, ongeacht hoe lang de recorder tot op dat
moment op de oplaadsteun heeft gestaan.
Denk er echter aan dat de recorder volledig is
opgeladen als de totale oplaadtijd van
ongeveer 6 uur is bereikt (dat wil zeggen de
tijd voordat u de recorder van de steun hebt
gehaald plus de tijd nadat u de recorder hebt
teruggeplaatst), ook al gaat het CHARGE-
lampje dan niet uit.
22
Meteen een MD opnemen!
Voor het maken van digitale opnamen sluit u de recorder door middel
van een optische kabel aan op een digitale bron. Het is zelfs mogelijk
digitale opnamen te maken van digitale apparatuur die werkt met
andere aftastfrequenties, zoals een DAT-deck of een BS-tuner, dankzij
de ingebouwde aftastfrequentie-converter (zie “Opmerking over
digitaal opnemen” (pagina 80)). Wilt u opnemen vanaf een analoge
bron, raadpleeg dan “Opnemen via de analoge ingang
(m.b.v. lijnkabel)” (pagina 28). Als u in een bestaande groep wilt
opnemen, zie dan “Muziekstukken opnemen met de groepsfunctie
(Groepsmodusopname)” (pagina 30). We raden u aan om tijdens het
opnemen gebruik te maken van de meegeleverde netspanningsadapter.
1
Aansluitingen
(Sluit de kabels stevig en
volledig aan op de daarvoor bestemde
aansluitingen.)
Optische kabel
naar LINE IN (OPT)
Optische stekker
Optische
ministekker
CD-speler, MD-
speler, DVD-
speler enz.
Draagbare
CD-speler
enz.
naar een
stopcontact
Netspanningsadapter
naar DC IN 3V
naar DIGITAL
OUT (OPTICAL)
23
2
Het opnamepunt bepalen
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“OPTION” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals op
de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat REC-Posi
op het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op de Jog Dial.
3
Als u wilt voorkomen dat u over
bestaand materiaal opneemt, draai dan
aan de Jog Dial totdat “From End” op
het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op de Jog Dial.
Al het nieuwe materiaal wordt dan
opgenomen vanaf het eind van de
huidige inhoud.
Als u over bestaand materiaal wilt
opnemen, draai dan aan de Jog Dial
totdat “From Here” op het
uitleesvenster knippert. Daarna drukt u
op de Jog Dial.
De huidige opnamen worden dan
overschreven, zodra er nieuw materiaal
wordt opgenomen.
3
Een MD opnemen
1
Druk op REC en schuif deze knop naar
rechts.
“REC” en de REC-indicator op de REC-
schakelaar lichten op en het opnemen
begint.
2
Speel de CD of de cassette af die u wilt
opnemen.
Druk op
x
om de opname te
beëindigen.
Als u op x hebt gedrukt om te stoppen,
schakelt de recorder na ca. 10 seconden
automatisch uit (bij gebruik van batterijen) of
na ca. 5 minuten (bij gebruik van de
netspanningsadapter).
Jog Dial
REC
x
Om dit te doen Drukt u hierop
Opnemen vanaf het eind van het huidige
materiaal
1)
END SEARCH en druk vervolgens op REC
en schuif deze knop naar rechts.
Opnemen vanaf een bepaald punt in de
vorige opname
1)
N, . of > om het startpunt voor de
opname te zoeken en druk op x om te
stoppen.
Druk vervolgens op REC en schuif deze knop
naar rechts.
24
Als het opnemen niet begint
• Zorg ervoor dat de speler niet is vergrendeld
(pagina 20, 77).
• Zorg ervoor dat de MD niet is beveiligd tegen
opnemen (pagina 80).
• Bij voorbespeelde MD’s is het niet mogelijk
om over de muziekstukken op te nemen.
Voor modellen waarbij een
verloopstekker is meegeleverd
Gebruik de verloopstekker als de
netspanningsadapter niet in het stopcontact
past.
Opmerkingen
• “Data Save” of “TOC Edit” knippert terwijl de
gegevens van de opname (de begin- en
eindpunten van het muziekstuk en dergelijke)
worden opgeslagen. Beweeg de recorder niet,
stoot er niet tegenaan en schakel ook de
stroomvoorziening niet uit zolang de indicator
op het uitleesvenster knippert.
• Het deksel gaat niet open zolang “TOC Edit”
op het uitleesvenster staat.
• Als de stroomvoorziening wordt onderbroken
(d.w.z. de batterij wordt verwijderd of raakt
leeg, of de netspanningsadapter wordt
losgekoppeld) tijdens een opname of een
bewerking, of terwijl “TOC Edit” op het
uitleesvenster staat, kan het deksel niet
worden geopend tot de stroomvoorziening is
hersteld.
• U kunt alleen digitale opnamen maken vanaf
een optische uitgang.
• Als u opneemt van een draagbare CD-speler,
zet de CD-speler dan in de pauzestand en volg
de opnameprocedure op de recorder.
• Let op het volgende als u opneemt van een
draagbare CD-speler:
—Bij sommige draagbare CD-spelers wordt
het digitale uitvoersignaal uitgeschakeld als
de speler niet gebruik maakt van
netspanning. Sluit in zo’n geval de
netspanningsadapter aan op de draagbare
CD-speler om netspanning als stroombron
te gebruiken.
—Bij sommige draagbare CD-spelers wordt
geen optisch signaal uitgevoerd als er een
stabiliseerfunctie zoals ESP* is
ingeschakeld. Schakel in zo’n geval de
stabiliseerfunctie uit.
∗ Electronic Shock Protection (elektronische
bescherming tegen schokken)
z
• LINE IN (OPT) is een aansluiting die geschikt
is voor zowel digitale als analoge invoer. De
recorder herkent automatisch het gebruikte
kabeltype en schakelt over op digitale of
analoge invoer.
• Het opnameniveau wordt automatisch
ingesteld. Zie “Het opnameniveau met de
hand regelen (Handmatig opnemen)”
(pagina 36) als u het opnameniveau
handmatig wilt instellen.
• Tijdens de opname kunt u het geluid
controleren. Sluit de meegeleverde
koptelefoon/oortelefoon aan op i/LINE OUT
en druk op VOL +/– om het geluidsvolume te
regelen. Dit heeft geen invloed op het
opnameniveau.
Pauzeren X
2)
Druk nogmaals op X om de opname te
hervatten.
De MD verwijderen x en open het deksel.
3)
(Het deksel gaat niet
open zolang “TOC Edit” op het
uitleesvenster knippert.)
1)
Als u “REC-Posi” instelt op “From End”, begint de opname altijd vanaf het eind van het ervoor
opgenomen materiaal (pagina 33).
2)
Als u nogmaals op X drukt om na de pauze de opname te hervatten, wordt een nieuw muziekstuk
toegevoegd; hierdoor wordt de rest van het muziekstuk als een nieuw muziekstuk aangemerkt.
3)
Als u het deksel opent terwijl “REC-Posi” is ingesteld op “From Here”, begint het opnemen de
volgende keer als u opneemt bij het eerste muziekstuk. Controleer op het uitleesvenster het startpunt
van de opname.
Om dit te doen Drukt u hierop
25
Meteen een MD afspelen!
1
Een MD afspelen
1
Druk op N. Draai de bedieningsknop
op de afstandsbediening naar N>.
Als u de bediening uitvoert via de
afstandsbediening, hoort u een korte
pieptoon in de koptelefoon/oortelefoon.
2
Druk op VOL +/– om het volume te
regelen. Trek de bedieningsknop op de
afstandsbediening uit en draai de knop
naar VOL +/–.
Het volume wordt op het uitleesvenster
weergegeven. Als u het volume hebt
geregeld, drukt u de bedieningsknop
weer in.
Om het afspelen te stoppen, drukt u
op
x
.
Als u de bediening uitvoert via de
afstandsbediening, hoort u een lange pieptoon
in de koptelefoon/oortelefoon.
Het afspelen begint vanaf het punt waar u het laatst met afspelen bent opgehouden. Als u wilt afspelen
vanaf het begin van de disc, druk dan ten minste 2 seconden op N op de recorder, of draai de
bedieningsknop op de afstandsbediening naar N> en houd deze daar ten minste 2 seconden vast.
Als u op x hebt gedrukt om te stoppen, schakelt de recorder na ca. 10 seconden automatisch uit (bij
gebruik van batterijen) of na ca. 5 minuten (bij gebruik van de netspanningsadapter).
VOL +/–
Bedieningsknop
x
N/x
Om dit te doen Drukt u hierop (Pieptonen in de koptelefoon/
oortelefoon
3)
)
Het begin van het huidige
muziekstuk vinden
1)
.. Draai de bedieningsknop op de
afstandsbediening naar .. (Drie korte pieptonen)
Het begin van het volgende
muziekstuk vinden
2)
>. Draai de bedieningsknop op de
afstandsbediening naar N> . (Twee korte
pieptonen)
Achteruitspoelen tijdens het
afspelen
. en deze toets ingedrukt houden. Draai op de
afstandsbediening de bedieningsknop naar . en
houd deze daar vast.
Vooruitspoelen tijdens het
afspelen
> en deze toets ingedrukt houden. Draai op de
afstandsbediening de bedieningsknop naar N> en
houd deze daar vast.
26
Als het afspelen niet begint
Zorg ervoor dat de speler niet is vergrendeld
(pagina 20, 77).
Als u de koptelefoon/oortelefoon
gebruikt, sluit deze dan rechtstreeks
aan op de recorder
De VOL +/– -toetsen en Digitale
geluidsvoorkeuren werken mogelijk niet meer.
Volg in dat geval de hieronder beschreven
procedure.
1 Druk op de Jog Dial en draai eraan totdat
“AUDIO OUT” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna nogmaals op de Jog
Dial.
2 Draai aan de Jog Dial totdat “HeadPhone”
op het uitleesvenster knippert.
3 Druk nogmaals op de Jog Dial.
z
• De afspeelstand schakelt automatisch over op
de overeenkomstige opnamestand van het
geluidsmateriaal (SP-stereo, LP2-stereo, LP4-
stereo of mono).
• Zie “De groepsfunctie gebruiken
(Groepsmodus)” (pagina 43) als u uitsluitend
muziekstukken in een bepaalde groep wilt
afspelen.
• De volume-instelling kan worden opgeslagen
in het Persoonlijk discgeheugen (pagina 51).
Opmerking
Wanneer de stroomvoorziening wordt
onderbroken (bijvoorbeeld als de batterij wordt
verwijderd of leegraakt, of als de
netspanningsadapter wordt losgekoppeld), mag
het deksel niet worden geopend totdat de
stroomvoorziening is hersteld.
Pauzeren X (Onafgebroken korte pieptonen)
Druk nogmaals op X om het afspelen te hervatten.
De MD verwijderen x en open het deksel.
4)
1)
Als u tijdens het eerste muziekstuk van de disc op . drukt, gaat de recorder naar het begin van het
laatste muziekstuk van de disc.
2)
Als u tijdens het eerste muziekstuk van de disc op > drukt, gaat de recorder naar het begin van het
laatste muziekstuk van de disc.
3)
U kunt de pieptoon uitschakelen (pagina 76).
4)
Zodra u het deksel opent, wordt het startpunt voor afspelen gewijzigd in het begin van het eerste
muziekstuk (behalve als de discinformatie is opgeslagen in het Persoonlijk discgeheugen).
Om dit te doen Drukt u hierop (Pieptonen in de koptelefoon/
oortelefoon
3)
)
27
Verschillende manieren van opnemen
Twee manieren om een geluidsbron aan te sluiten
De ingang van deze recorder werkt zowel digitaal als analoog. Sluit de recorder aan op een
CD-speler of een cassettedeck via de digitale (optische) ingang of de analoge (lijn)ingang.
Zie “Meteen een MD opnemen!” (pagina 22) voor het opnemen via de digitale (optische)
ingang, en “Opnemen via de analoge ingang (m.b.v. lijnkabel)” (pagina 28) voor het
opnemen via de analoge (lijn)ingang.
Het verschil tussen digitale (optische) en analoge (lijn)ingangen
Opmerking
Muziekstukmarkeringen kunnen foutief worden gekopieerd:
• als u via de digitale (optische) ingang opneemt van bepaalde CD-spelers of CD-wisselaars.
• als de bron tijdens het opnemen via de digitale (optische) ingang gebruikmaakt van de Shuffle- of de
Program Play-stand. Speel in dat geval af in de afspeelstand Normal.
• als er via de digitale (optische) ingang BS- of CS-programma’s worden opgenomen.
Verschil Digitale (optische) ingang Analoge (lijn)ingang
Geschikte
bron
Apparatuur met een digitale (optische)
uitgang
Apparatuur met een analoge
(lijn)uitgang
Geschikte
aansluit-
kabel
Optische kabel (met een optische
stekker of een optische ministekker)
(pagina 22)
Lijnkabel (met 2 audiostekkers
of een stereoministekker)
(pagina 28)
Signaal van
de bron
Digitaal Analoog
Zelfs als hier een digitale bron
(zoals een CD) hier is
aangesloten, wordt een analoog
signaal naar de recorder
verzonden.
Opgenomen
muziekstuk-
nummers
Worden automatisch gemarkeerd
(gekopieerd)
• op dezelfde posities als in de bron
(als de bron een CD of een MD is).
• als er meer dan 2 seconden geen of
een zwak signaal wordt doorgegeven
(als de bron geen CD of MD is).
• als de recorder pauzeert tijdens het
synchroonopnemen (de recorder
pauzeert automatisch als deze een
deel tegenkomt waarop langer dan
3 seconden geen geluidssignaal
wordt gedetecteerd).
Na het opnemen kunt u overbodige
markeringen wissen. (“Een
muziekstukmarkering wissen”,
pagina 70).
Worden automatisch gemarkeerd
• als er meer dan 2 seconden
geen of een zwak signaal wordt
doorgegeven.
• als de recorder pauzeert tijdens
het opnemen.
• automatisch met bepaalde
tussenpozen als de
Automatische tijdmarkering is
ingeschakeld.
Na het opnemen kunt u
overbodige markeringen wissen
(“Een muziekstukmarkering
wissen”, pagina 70).
Opgenomen
geluids-
niveau
Gelijk aan de bron.
Kan ook handmatig worden geregeld
(Digitale REC-niveauregeling) (“Het
opnameniveau met de hand regelen
(Handmatig opnemen)”, pagina 36).
Automatisch geregeld. Kan ook
handmatig worden geregeld
(“Het opnameniveau met de hand
regelen (Handmatig opnemen)”,
pagina 36).
28
Opnemen via de
analoge ingang
(m.b.v. lijnkabel)
Het geluid wordt als analoog signaal
verzonden vanaf het aangesloten apparaat,
maar wordt digitaal op de disc
opgeslagen.
Als u de recorder wilt aansluiten op een
geluidsbron, hebt u een apart verkrijgbare
lijnkabel nodig. Als u deze kabel aansluit,
zorg er dan voor dat u de stekkers stevig
aandrukt.
1
Plaats een onbespeelde MD en druk
vervolgens op REC en schuif deze
knop naar rechts.
“REC” en de REC-indicator lichten
op op het uitleesvenster en het
opnemen begint.
2
Speel de bron af waar u een opname
van wilt maken.
Zie “Meteen een MD opnemen!”
(pagina 22) voor verdere
aanwijzingen met betrekking tot het
maken van opnamen.
z
LINE IN (OPT) is een aansluiting die geschikt
is voor zowel digitale als analoge invoer.
De recorder herkent automatisch het gebruikte
kabeltype en schakelt over op digitale of
analoge invoer.
Opmerking
Als u een opname wilt onderbreken, drukt u
op X. Op dat punt wordt een muziekstuk-
markering toegevoegd zodra u nogmaals op X
drukt om het opnemen te hervatten. De opname
wordt voortgezet als nieuw muziekstuk.
CD-speler,
cassetterecorder
enz. (bron)
R (rood)
L (wit)
Lijnkabel*
naar LINE IN (OPT)
naar LINE OUT
REC
∗ Gebruik de aansluitkabels zonder een
signaalverzwakker. Gebruik de
RK-G136-kabel om een draagbare
CD-speler met een aansluiting voor
stereoministekkers aan te sluiten.
Zie “Verkrijgbare accessoires”
(pagina 92) voor meer informatie over
het aansluiten van kabels.
29
Langdurige opnamen
maken
Selecteer een opnamestand die
overeenkomt met de door u gewenste
opnametijd.
U kunt 2 keer (LP2) of 4 keer (LP4)
langer dan normaal (SP-stereo) stereo-
opnamen maken. Verder is het mogelijk
om met 2 keer de normale
opnamesnelheid in mono op te nemen.
MD’s die in mono, LP2 of LP4 zijn
opgenomen, kunnen alleen worden
afgespeeld op MD-spelers of
-recorders die zijn voorzien van een
mono-, LP2- of LP4-afspeelstand.
1
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “REC MODE” op het
uitleesvenster knippert. Druk daarna
nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial om de gewenste
opnamestand te kiezen.
3
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
4
Speel de bron af waar u een opname
van wilt maken.
Druk op x om de opname te
beëindigen.
Wanneer u een volgende keer weer een
opname maakt, schakelt de recorder
automatisch terug naar stereo-opname.
Als u niet wilt dat “LP:”
automatisch aan het begin
van een muziekstuknaam
wordt toegevoegd
Als “LP:” aan het begin van een
muziekstuknaam is toegevoegd, wordt
“LP:” weergegeven zodra wordt
geprobeerd de disc af te spelen of te
bewerken op een apparaat dat MDLP niet
ondersteunt. Het uitleesvenster laat u dan
weten dat het afspelen of bewerken van
het muziekstuk op het betreffende
apparaat niet mogelijk is. In de fabriek is
de recorder zo ingesteld dat “LP:”
(“Stamp ON”) aan het begin van iedere
muziekstuknaam wordt toegevoegd.
Als u niet wilt dat “LP:” aan het begin van
muziekstuknamen wordt toegevoegd, ga
dan als volgt te werk.
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“OPTION” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals
op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “LP
Stamp” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
Opname-
stand
1)
1)
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u
opneemt in de normale stereostand (SP-
stereo) of in de LP2-stereostand.
Het
uitlees-
venster
op de
recorder
3)
Opname-
tijd
4)
SP-stereo SP ca. 80 min.
LP2-stereo LP2 ca. 160 min.
LP4-stereo LP4 ca. 320 min.
Mono
2)
2)
Als u een mono-opname maakt van een
stereobron, worden de geluiden van links en
rechts gemengd.
MONO ca. 160 min.
Jog Dial
REC
3)
Menu-items die via de Jog Dial zijn
geselecteerd.
4)
Als u een onbespeelde MD van 80 minuten
gebruikt.
vervolgd
30
3
Draai aan de Jog Dial totdat “Stamp
OFF” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
Als u wilt dat “LP:” wordt
toegevoegd, selecteert u “Stamp ON”
in stap 3. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
z
• Als u de recorder zo instelt dat “LP:” niet aan
het begin van de muziekstuknaam wordt
toegevoegd, kunt u langere muziekstuknamen
invoeren, omdat u dan de volledige lengte van
de tekenreeks voor dit doel kunt benutten
(pagina 55).
• Audio-apparaten die de LP2- of LP4-
stereostanden ondersteunen, zijn voorzien van
de logo’s of .
• U krijgt bij het opnemen in de SP-stereostand
(of in mono) een geluid van hoge kwaliteit
met rijke tonen dankzij de nieuw ontwikkelde
DSP TYPE-R voor ATRAC (Adaptive
TRansform Acoustic Coding).
Wat is de nieuw ontwikkelde DSP
TYPE-R voor ATRAC?
“TYPE-R” is een hoogwaardige Sony-
technologie die wordt gebruikt in de Digital
Signal Processor (DSP), die het hart vormt
van het MiniDisc-geluid. Deze technologie
geeft de MiniDisc-recorder tweemaal zoveel
signaalverwerkingscapaciteit als eerdere
MiniDisc Walkman-modellen, met een
geluidskwaliteit die bijna net zo goed is als die
van MiniDisc-decks.
Opmerkingen
• We raden u aan om bij het maken van
langdurige opnamen gebruik te maken van de
meegeleverde netspanningsadapter.
• Als u via de digitale (optische) ingang een
mono-opname maakt van een stereobron, kunt
u het opgenomen geluid nog steeds in stereo
controleren. U moet dan gebruik maken van
een koptelefoon/oortelefoon die is
aangesloten op de i/LINE OUT-aansluiting.
• Als u opneemt in de LP4-stereostand, kan het
in zeer zeldzame gevallen voorkomen dat er
bij bepaalde geluidsbronnen een kortstondig
bijgeluid wordt geproduceerd. Dit wordt
veroorzaakt door de speciale digitale
audiocompressietechnologie, waardoor u
4 keer langer kunt opnemen dan normaal. Als
dit bijgeluid wordt geproduceerd, raden wij u
aan op te nemen in de normale stereostand of
in de LP2-opnamestand om zo een betere
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Muziekstukken
opnemen met de
groepsfunctie
(Groepsmodusopname)
Wat is de groepsfunctie
(groepsmodus)?
Dit is een functie waarmee u een aantal
muziekstukken op een disc kunt
groeperen, zodat u deze apart kunt
afspelen, opnemen of bewerken.
END SEARCH
./
>/x
GROUP
DISPLAY
x
Bedieningsknop
REC
123456
7
89
123
1234
12
Als de Groepsmodus op UIT staat.
Disc
Muziekstuknummer
Disc
Als de Groepsmodus op AAN staat.
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Muziek-
stuk-
nummer
Muziek-
stuk-
nummer
Muziek-
stuk-
nummer
31
Dit komt bijvoorbeeld van pas als u
meerdere CD’s wilt kunnen beheren die u
via MDLP (LP2-stereo/LP4-stereo) op
één enkele MD hebt opgenomen.
Hoe worden de
groepsgegevens opgenomen?
Als u opneemt in de groepsmodus,
worden de groepsgegevens opgeslagen in
gebied waar ook de discnaam wordt
opgeslagen.
Deze gegevens bestaan uit tekenreeksen
die zijn opgebouwd volgens onderstaand
voorbeeld.
Opnamegebied discnaam
Vandaar dat bovenstaande tekenreeks in
zijn geheel als discnaam wordt
weergegeven als u een MD die in de
groepsmodus is opgenomen, laadt in een
systeem dat de groepsmodus niet
ondersteunt, of als u de inhoud van een
disc op deze recorder probeert te
bewerken terwijl de groepsmodus is
uitgeschakeld.
Denk eraan dat u de groepsfunctie
voor die MD waarschijnlijk niet
langer kunt gebruiken als u deze
tekenreeks per ongeluk overschrijft
bij het uitvoeren van de procedure
voor “Muziekstukken opnieuw
benoemen” van “Opnamen
benoemen” (pagina 60).
Opmerkingen
• De instellingen voor de groepsfunctie worden
ook opgeslagen als u de MD eruit haalt of als
u de recorder uitschakelt.
• In de groepsmodus rekent de recorder alle
muziekstukken zonder groepsinstellingen toe
aan de laatste groep op de disc. De laatste
groep wordt op het uitleesvenster van de
recorder weergegeven als “Group --”. Binnen
een groep worden de muziekstukken
weergegeven in de volgorde zoals ze op de
disc staan; niet in volgorde binnen de groep.
De groepsmodus activeren
Als u muziekstukken in de groepsmodus
wilt opnemen, moet u eerst de
groepsmodus inschakelen en pas daarna
beginnen met opnemen.
Op de recorder
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“” licht op en de groepsmodus is
ingeschakeld.
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP om de groepsmodus te
annuleren.
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY en draai de
bedieningsknop naar . of naar
N> totdat “GROUP” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “GROUP ON”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
“G” licht op op het uitleesvenster.
Selecteer “GROUP OFF” in stap 2
om de groepsmodus te annuleren.
Een muziekstuk opnemen in
een nieuwe groep
1
Terwijl de recorder is gestopt, drukt u
ten minste 2 seconden op GROUP.
2
Druk op END SEARCH.
123
1
Discnaam: “Favorites”.
2
Groepsnaam voor muziekstukken 1 t/m
5: “Rock”.
3
Groepsnaam voor muziekstukken 6 t/m
9: “Pops”.
Voorbeeld
vervolgd
32
3
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
4
Speel de geluidsbron af.
Druk op x om de opname te
beëindigen.
Het materiaal dat reeds was opgenomen
voordat u op x drukte, wordt ingevoerd
als nieuwe groep.
Een muziekstuk opnemen in
een bestaande groep
1
Terwijl de recorder is gestopt, drukt u
ten minste 2 seconden op GROUP.
2
Druk licht op GROUP.
“” knippert op het uitleesvenster
en u kunt rechtstreeks een groep
selecteren (groepsselectiemodus)
(pagina 44).
3
Druk binnen 5 seconden enkele malen
op . of > totdat de groep
waarin u het muziekstuk wilt
onderbrengen, verschijnt.
4
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
5
Speel de geluidsbron af.
Opmerkingen
• Zelfs als “REC-Posi” is ingesteld op “From
Here”, worden nieuw opgenomen
muziekstukken na de bestaande
muziekstukken in de opgegeven groep
ingevoegd, zonder dat daarbij het bestaande
materiaal wordt overschreven.
• Als er binnen 5 seconden niets gebeurt, wordt
in stap 3 de groepsselectiemodus automatisch
uitgeschakeld. Als u de procedure wilt
voortzetten, voer dan stap 2 nogmaals uit.
z
Als u een muziekstuk dat wordt afgespeeld, aan
een groep wilt toevoegen, dient u het afspelen
van het muziekstuk eerst te stoppen. Daarna
volgt u de procedure vanaf stap 4.
De opname synchroon
met de bronspeler
starten en stoppen
(Synchroonopname)
Het is eenvoudig om digitale opnamen op
een MD te maken vanaf een digitale bron.
Voordat u met de synchroonopname
begint, sluit u de recorder via een digitale
kabel aan op een digitale bron, en plaatst
u een onbespeelde MD.
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“SYNC REC” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals
op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “SYNC
ON” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
CD-spelers
enz.
x
REC
Jog Dial
007
30:03
Indicatie synchroonopnemen
33
“SYNC” verschijnt op het
uitleesvenster.
“SYNC” verschijnt niet als de
optische kabel niet op de recorder is
aangesloten.
3
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts.
De recorder is nu gereed voor het
opnemen.
4
Speel de geluidsbron af.
De recorder begint met opnemen
zodra deze het afgespeelde geluid
ontvangt.
Stoppen met opnemen
Druk op x.
Synchroonopnemen annuleren
Volg de procedure totdat in stap 2 “SYNC
OFF” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
z
• Wanneer er tijdens de synchroonopname meer
dan 3 seconden geen geluid wordt ontvangen,
schakelt de recorder automatisch over op de
wachtstand. Zodra de speler weer geluid
produceert, hervat de recorder de
synchroonopname. Als de recorder 5 minuten
of langer in de wachtstand staat, stopt de
recorder automatisch.
• Als u langere opnamen wilt maken, volg dan
stap 1 van “Langdurige opnamen maken”
(pagina 29) om de opnamestand te selecteren,
en volg daarna de procedure voor
synchroonopnemen.
Opmerkingen
• Tijdens synchroonopnamen is het niet
mogelijk om de pauzefunctie handmatig in of
uit te schakelen. Druk op x om de opname te
beëindigen.
• Verander de “SYNC REC”-instelling niet
tijdens het opnemen. De opname kan dan
mislukken.
• Zelfs wanneer de geluidsbron geen
opgenomen geluid meer produceert, kan het
zijn dat er tijdens de synchroonopname niet
automatisch wordt gepauzeerd als gevolg van
ruis die door de geluidsbron wordt
uitgezonden.
• Als tijdens een synchroonopname een stil
gedeelte van ongeveer 2 seconden wordt
gedetecteerd, afkomstig van een geluidsbron
anders dan een CD of een MD, wordt er
automatisch een muziekstukmarkering
toegevoegd op het punt waar het stille
gedeelte eindigt.
• Een synchroonopname kan niet worden
uitgevoerd wanneer de aansluitkabel geen
optische kabel is, of wanneer de kabel is
aangesloten op de MIC (PLUG IN POWER)-
aansluiting.
• Het is niet mogelijk om tijdens het opnemen
de opnamestand te wijzigen.
Opnemen zonder
bestaand materiaal te
overschrijven
Volg onderstaande procedure als u wilt
vermijden dat de huidige inhoud van een
MD wordt overschreven. Al het nieuwe
materiaal wordt dan opgenomen vanaf het
eind van de huidige inhoud. Bij aflevering
is de recorder zo ingesteld dat bestaand
materiaal wordt overschreven.
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“OPTION” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals
op de Jog Dial.
2
Draai net zo lang aan de Jog Dial
totdat “REC-Posi” op het
uitleesvenster knippert. Daarna drukt
u op de Jog Dial.
3
Draai net zo lang aan de Jog Dial
totdat “From End” op het
uitleesvenster knippert. Daarna drukt
u op de Jog Dial.
Jog Dial
34
Het opnemen starten vanaf
het huidige punt
Selecteer “From Here” in stap 3.
z
Als u voorlopig niet over bestaand materiaal
wilt opnemen, drukt u vóór het begin van de
opname op END SEARCH. De opname begint
dan na het laatste muziekstuk, ook al is “REC-
Posi” ingesteld op “From Here”
(fabrieksinstelling). Als u op END SEARCH
drukt, wordt de resterende opnametijd van de
disc op het uitleesvenster weergegeven.
Opmerkingen
• Deze instelling blijft bewaard, ook nadat de
stroom is uitgeschakeld.
• Als u begint met opnemen terwijl de recorder
in de pauzestand staat, begint het opnemen
vanaf het punt waarop de opname is
onderbroken.
• Als de groepsmodus in ingeschakeld, begint
de opname altijd na het huidige materiaal.
Opnemen via een
microfoon
1
Sluit een stereomicrofoon aan op de
MIC (PLUG IN POWER)-
aansluiting.
De recorder schakelt automatisch
over op microfooninvoer.
2
Plaats een onbespeelde MD en druk
vervolgens op REC en schuif deze
knop naar rechts.
Zie “Meteen een MD opnemen!”
(pagina 22) voor verdere
aanwijzingen met betrekking tot het
maken van opnamen.
Stoppen met opnemen
Druk op x.
z
Zie “Verkrijgbare accessoires” (pagina 92) voor
meer informatie over stereomicrofoons.
De gevoeligheid van de
microfoon selecteren
1
Druk op de Jog Dial als de recorder
aan het opnemen is of is gestopt.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “MIC
SENS” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat “SENS
HIGH” of “SENS LOW” op het
uitleesvenster verschijnt.
Als u een zacht geluid of een geluid
uit de verte opneemt, stel de
gevoeligheid dan in op “SENS
HIGH”. Als u een luid geluid of een
geluid van dichtbij opneemt, stel de
gevoeligheid dan in op “SENS
LOW”.
4
Druk op de Jog Dial.
Opmerkingen
• Het is niet mogelijk om een opname via de
microfoon te maken zolang er een optische
kabel is aangesloten op de LINE IN (OPT)-
aansluiting. Koppel in dat geval de optische
kabel los van de LINE IN (OPT)-aansluiting.
De recorder kiest automatisch een
invoersignaal in deze volgorde: optische
invoer, microfooninvoer, analoge invoer.
• Het is mogelijk dat de microfoon
bedieningsgeluiden van de recorder zelf
opneemt. Houd in zo’n geval de microfoon
weg van de recorder. Gebruik niet een te korte
microfoonkabel, omdat dan de bedienings-
geluiden van de recorder kunnen worden
opgenomen.
naar MIC (PLUG IN POWER)
Stereomicrofoon
(niet meegeleverd)
REC
35
Automatisch een
muziekstukmarker-
ing toevoegen op
gespecificeerde inter-
vallen (Automatische
tijdmarkering)
Met deze functie kunt u automatisch
muziekstukmarkeringen toevoegen op
gespecificeerde intervallen terwijl u
opneemt via de analoge ingang of via een
microfoon.
1
Druk op de Jog Dial terwijl de
recorder opneemt of in de pauzestand
is.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “TIME
MARK” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat het
gewenste tijdinterval op het
uitleesvenster knippert.
Selecteer een van de volgende
intervallen.
4
Druk op de Jog Dial.
De Automatische
tijdmarkering annuleren
Selecteer “OFF” in stap 3, en druk
vervolgens op de Jog Dial, of stop de
opname.
Automatische tijdmarkering
gebruiken om muziekstuk-
markeringen toe te voegen
tijdens het opnemen
De verstreken opnametijd
overschrijdt het tijdinterval voor
Automatische tijdmarkering:
Vanaf dit punt voegt de recorder elke keer
dat de tijdinterval is verstreken een
opnamemarkering toe.
Voorbeeld: er zijn reeds 8 minuten
opgenomen als de tijdinterval voor
Automatische tijdmarkering wordt
ingesteld op 5 minuten.
Er wordt op het punt 13 minuten na de
start van de opname een opname-
markering toegevoegd en verder elke
5 minuten daarna.
Het tijdinterval dat is ingesteld voor
Automatische tijdmarkering
overschrijdt de verstreken
opnametijd:
De recorder voegt een opnamemarkering
toe als de ingesteld tijdinterval voor
Automatische tijdmarkering is verstreken.
Voorbeeld: er zijn reeds 3 minuten
opgenomen als de tijdinterval voor
Automatische tijdmarkering wordt
ingesteld op 5 minuten.
Er wordt op het punt 5 minuten na de start
van de opname een opnamemarkering
toegevoegd en verder elke 5 minuten
daarna.
z
“T” verschijnt voor het tijdvenster op de
recorder wanneer de muziekstukmarkeringen
zijn toegevoegd door Automatische
tijdmarkering; op de afstandsbediening
verschijnt “T” achter het tijdvenster.
Opmerkingen
• De automatische muziekstukmarkering via
Automatische tijdmarkering begint zodra u
een normale muziekstukmarkering op de disc
toevoegt (d.w.z. wanneer u op T MARK of X,
enz. drukt).
• Deze instelling gaat verloren zodra de opname
is beëindigd.
Uitleesvenster Tijd
OFF —
5 min. ON Ca. 5 min.
10 min. ON Ca. 10 min.
15 min. ON Ca. 15 min.
Jog Dial
36
Het opnameniveau met
de hand regelen
(Handmatig opnemen)
Tijdens het opnemen wordt het opname-
niveau automatisch geregeld. Zo nodig
kunt u zowel tijdens analoge als digitale
opnamen het opnameniveau handmatig
instellen (via de Digitale REC-
niveauregeling).
1
Druk, terwijl u X ingedrukt houdt, op
REC en schuif deze knop naar rechts.
De recorder is nu gereed voor het
opnemen.
2
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “RecVolume” op het
uitleesvenster knippert. Druk daarna
nogmaals op de Jog Dial.
3
Draai net zo lang aan de Jog Dial
totdat “ManualREC” op het
uitleesvenster knippert. Daarna drukt
u op de Jog Dial.
Om terug te schakelen naar de
automatische bediening volgt u
nogmaals de procedure vanaf stap 2.
Daarna draait u aan de Jog Dial totdat
“Auto REC” op het uitleesvenster
knippert en drukt u op de Jog Dial.
4
Speel de bron af.
5
Regel het opnameniveau door aan de
Jog Dial te draaien, terwijl u de
niveaumeter op het uitleesvenster in
de gaten houdt.
Stel het niveau zo in dat de segmenten
van de meter oplichten tussen A en
B. Als B oplicht, stel dan een lager
ingangsniveau in.
De niveaumeters geven het volgende
weer.
Bovenste — Invoerniveau L-kanaal
Onderste — Invoerniveau R-kanaal
Het opnemen begint niet bij deze stap.
Als u opneemt van extern aangesloten
apparatuur, zorg er dan voor dat de
bron zich aan het begin van het op te
nemen geluidsmateriaal bevindt,
voordat u begint met afspelen.
6
Druk nogmaals op X om de opname
te beginnen.
Terugschakelen naar de
automatische instelling van
het opnameniveau
Selecteer “Auto REC” in stap 3.
z
Zelfs tijdens het opnemen kunt u het
opnameniveau met de hand te regelen.
Opmerkingen
• Als u tijdens het opnemen op x drukt, keert
de recorder terug naar de automatische
opnameniveauregeling, wanneer u de
volgende keer een opname begint.
• Tijdens synchroonopnamen is het niet
mogelijk om “RecVolume” te kiezen in stap 2.
Volg onderstaande procedure als u tijdens een
synchroonopname het opnameniveau met de
hand wilt regelen.
1 Selecteer “SYNC OFF” in stap 2 van “De
opname synchroon met de bronspeler
starten en stoppen (Synchroonopname)”
(pagina 32).
2 Volg stap 1 t/m 5 van de procedure voor
handmatig opnemen. Daarna volgt u de
procedure vanaf stap 1 en selecteert u
“SYNC ON” in stap 2 van de procedure
voor het maken van synchroonopnamen
(pagina 32).
De opname begint automatisch zodra de
bron wordt afgespeeld.
REC
X
Jog Dial
Auto REC
ManualREC
004
REC 23/30
AB
37
De resterende tijd of de
opnamepositie
controleren
Tijdens het opnemen of als het opnemen
is gestopt, kunt u de resterende tijd, het
muziekstuknummer enz. controleren. De
items die betrekking hebben op de groep,
worden alleen weergegeven als een
muziekstuk met groepsinstellingen wordt
afgespeeld en vervolgens wordt gestopt.
Op de recorder
1
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “DISPLAY” op het
uitleesvenster knippert. Druk daarna
op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat de
gewenste informatie op het
uitleesvenster knippert.
Het uitleesvenster verandert als volgt.
LapTime (De verstreken tijd van
het huidige muziekstuk.)
r
RecRemain (De resterende tijd
op de disc na het huidige
muziekstuk.)
r
GP Remain (De resterende tijd in
een groep na het huidige
muziekstuk.)
r
AllRemain (De resterende tijd na
het huidige muziekstuk.)
r
Clock (Huidige tijd.)
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus of van de
bedieningsstatus van de recorder, kan het zijn
dat niet alle items kunnen worden geselecteerd.
3
Druk op de Jog Dial.
Het uitleesvenster verandert als volgt.
De items in stap 2 verschijnen in het
C-deel van het uitleesvenster. Als u
“LapTime” selecteert in stap 2,
verschijnt er niets in C.
Het uitleesvenster op de recorder
Uitleesvenster A/B/C
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus, of van de
bedieningsstatus van de recorder, of van de
opname-instellingen, kan het zijn dat sommige
items anders worden weergegeven.
REC-indicator
Jog Dial
ABC
Muziekstuk-
nummer
Ver s tr e ken
tijd
—
(LapTime)
Muziekstuk-
nummer
Resterende
opnametijd
RecRemain
Aantal
muziek-
stukken in de
groep na het
huidige
muziekstuk
Resterende
tijd in de
groep na de
huidige
positie
GP Remain
Aantal
muziek-
stukken na
het huidige
muziekstuk
Resterende
tijd na de
huidige
positie
AllRemain
Huidige
datum
Huidige tijd Clock
A
B
C
38
z
De uitlezing die op de afstandsbediening
verschijnt, verschilt van de uitlezing op de
recorder. Zie “Op de afstandsbediening”
(pagina 38) om te zien welke uitlezingen op de
afstandsbediening worden weergegeven.
De opname-instelling
achterhalen
De indicator licht op of knippert,
afhankelijk van de opname-instelling.
z
Zie pagina 52 wanneer u tijdens het afspelen de
afspeelpositie of de naam van het muziekstuk
wilt zien.
Op de afstandsbediening
1
Druk tijdens het opnemen of in de
stopstand op DISPLAY.
Telkens als u op de toets drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt.
Uitleesvenster op de afstands-
bediening
Indicatie
D
/
E
Tijdens het opnemen
Muziekstuknummer/Verstreken
tijd
r
Muziekstuknummer/Resterende
opnametijd
r
—/Huidige tijd
In de stopstand
Muziekstuknummer/Verstreken
tijd
r
Muziekstuknummer/
Muziekstuknaam
r
Aantal muziekstukken in de groep/
Groepsnaam
r
—/Discnaam
r
—/Huidige tijd
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus, de bedieningsstatus
van de recorder, of van de opname-instellingen,
kan het zijn dat sommige items anders worden
weergegeven of dat niet alle items kunnen
worden geselecteerd.
z
• Zie pagina 53 wanneer u tijdens het afspelen
de afspeelpositie of de naam van het
muziekstuk wilt zien.
• De uitlezing die op de recorder verschijnt,
verschilt van de uitlezing op de
afstandsbediening. Zie “Op de recorder”
(pagina 37) om te zien welke uitlezingen op
de recorder worden weergegeven.
Opnamesituatie REC-indicator
Tijdens het
opnemen
licht op
knippert
afhankelijk van de
geluidssterkte van
de bron bij het
opnemen via een
microfoon
(stemindicatie)
Opname in
wachtstand
knippert
Minder dan
3minuten
opnametijd
beschikbaar
knippert langzaam
Muziekstuk-
markering is
toegevoegd (alleen
bij bediening via
de recorder)
gaat kortstondig uit
DISPLAY
D E
39
De klok instellen om de
opnametijd vast te
leggen
Voordat u de datum en de tijd op de MD
kunt vastleggen tijdens de opname, moet
u de klok instellen.
Als u de klok eenmaal hebt ingesteld, legt
de recorder telkens wanneer u iets
opneemt, de opnametijd vast. Als u de
opnametijd niet op het muziekstuk wilt
vastleggen, slaat u deze procedure over.
1
Druk op de Jog Dial als de recorder is
gestopt.
2
Draai aan de Jog Dial totdat
“OPTION” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat “CLOCK
SET” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
De cijfers van het jaar gaan
knipperen.
4
Wijzig het huidige jaar door aan de
Jog Dial te draaien, en vervolgens op
de Jog Dial te drukken.
Het cijfer van de maand gaat
knipperen.
5
Herhaal stap 4 om de maand, de dag,
het uur en de minuten in te voeren.
Zodra u op de Jog Dial drukt om de
minuten in te voeren, begint de klok
te lopen.
Als u een fout maakt tijdens
het instellen van de klok
Druk op CANCEL en stel de klok
opnieuw in vanaf stap 1. U kunt een stap
overslaan door op de Jog Dial te drukken.
De huidige tijd weergeven
Als de recorder niet draait of als deze
bezig is met opnemen, drukt u op de Jog
Dial en draait u eraan totdat “DISPLAY”
op het uitleesvenster verschijnt. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
Draai aan de Jog Dial totdat “Clock” op
het uitleesvenster knippert. Daarna drukt
u nogmaals op de Jog Dial. De huidige
tijd verschijnt op het uitleesvenster.
De tijd weergeven volgens het
24-uurssysteem
Druk op T MARK terwijl u de klok
instelt. Druk opnieuw op T MARK om de
tijd weer te geven volgens het
12-uurssysteem.
De juiste tijd bewaren
Als u de klok eenmaal hebt ingesteld, blijft de
juiste tijd bewaard zolang de recorder is
aangesloten op een stroombron, zoals de
oplaadbare batterij, de droge alkalinebatterij of
de netspanningsadapter. Als er echter geen
stroombron is aangesloten, keert de
klokinstelling na ongeveer 3 minuten terug naar
de fabrieksinstelling.
Als u een oplaadbare batterij of een droge
alkalinebatterij wisselt, zorg dan dat u dat
binnen 3 minuten doet.
Opmerkingen
• Zorg dat de tijd juist is ingesteld als u wilt dat
de tijdmarkering bij belangrijke opnamen
correct wordt opgenomen.
• Onder normale omstandigheden kan de klok
ongeveer 3 minuten per maand afwijken.
Jog Dial
01y 1m 1d
12:00am
Clock
40
CD-tekstinformatie
kopiëren tijdens het
opnemen (Joint Text)
Als u muziekstuk- en discnamen
automatisch wilt kopiëren tijdens het
opnemen, moet u de recorder aansluiten
op een draagbare Sony-CD-speler die
Joint Text (de kopieerfunctie voor
CD-tekst) ondersteunt (de D-E999 enz.).
Behalve dat u een CD-TEXT-kabel nodig
hebt (RK-TXT1), dient u ervoor te zorgen
dat de recorder op de draagbare
CD-speler is aangesloten door middel van
een optische kabel.
1
Druk op REC en schuif deze knop
naar rechts om met de opname te
beginnen, en speel de CD in de
draagbare CD-speler af.
“SYNC” en “REC” lichten op op het
uitleesvenster.
“CD TEXT” verschijnt gedurende
enkele seconden. Daarna verschijnt
“001 TEXT?” en knippert
“PushENTER” op het uitleesvenster.
“NO TEXT” verschijnt nu als de CD
geen gegevens over
muziekstuknamen bevat. In dat geval
wordt de naam van het muziekstuk
niet gekopieerd.
2
Druk op de Jog Dial.
De naam van het muziekstuk scrollt
over het uitleesvenster. Vervolgens
verschijnt de naam van het
muziekstuk en knippert
“PushENTER” op het uitleesvenster.
3
Druk op de Jog Dial.
De naam van het muziekstuk scrollt
over het uitleesvenster terwijl de
naam wordt gekopieerd.
4
Volg de stappen 2 en 3 om iedere
nieuwe muziekstuknaam die
verschijnt, te kopiëren.
5
Druk op x op de recorder, op het
punt dat u met de opname wilt
stoppen.
“000 TEXT?” verschijnt en
“PushENTER” knippert op het
uitleesvenster.
Als u de discnaam niet wilt kopiëren,
druk dan opnieuw op x. De opname
wordt beëindigd zonder dat de
discnaam wordt gekopieerd.
“NO TEXT” verschijnt er nu als er op
de CD geen gegevens zijn over de
discnaam. In dat geval, wordt de
opname beëindigd zonder dat er een
discnaam wordt gekopieerd.
U hebt een CD-TEXT-kabel,
een CD die CD-TEXT
ondersteunt en een
CD-speler die Joint Text
ondersteunt, nodig
Jog Dial
Naar de
i/LINE OUT-
aansluiting
x
REC
Naar de
LINE IN
(OPT)-
aansluiting
RK-TXT1 (niet
meegeleverd)
Draagbare
CD-speler
(D-E999, enz.)
Naar de LINE
OUT (OPTICAL)-
aansluiting
POC-15B enz. (niet
meegeleverd)
Naar de i/
REMOTE-
aansluiting
41
6
Druk op de Jog Dial.
De discnaam scrollt over het
uitleesvenster. Vervolgens verschijnt
de discnaam en knippert
“PushENTER” op het uitleesvenster.
7
Druk op de Jog Dial.
“TOC Edit” knippert.
Daarna scrollt de discnaam over het
uitleesvenster.
z
Als in stap 1 de discnaam of de naam van het
muziekstuk op het uitleesvenster verschijnt,
wordt bij sommige CD’s de tekstinformatie van
de muziekstukken en de CD automatisch van
het begin tot het eind meegekopieerd. Als het
een CD van dit type betreft, druk dan op x op
de recorder op het punt dat u met de opname
wilt stoppen, of nadat alle muziekstukken zijn
opgenomen. “TOC Edit” knippert. Daarna
scrollt de discnaam over het uitleesvenster.
Opmerkingen
• Als u de discnaamgegevens naar een disc
kopieert waarop reeds een discnaam is
opgeslagen, wordt de oude discnaam
vervangen door de nieuwe.
• Wanneer de CD-tekstkopieerfunctie is
ingeschakeld, kunnen diverse instellingen en
bewerkingsfuncties niet worden geactiveerd
met de Jog Dial.
• Als u de tekstinformatie met behulp van de
CD-tekstkopieerfunctie als één groep wilt
opnemen, schakel dan vóór stap 1 (pagina 31)
de groepsmodus in. De discnaam wordt dan
gekopieerd als de naam van de groep.
z
Tijdens de opname kunt u het geluid
controleren.
Sluit de koptelefoon/oortelefoon via de
afstandsbediening aan op de CD-TEXT-kabel
en regel het volume door op de VOL +/–
-toetsen op de recorder te drukken.
Opmerkingen
• De CD-tekstkopieerfunctie kan alleen worden
gebruikt bij apparatuur die voorzien is van
onderstaand logo.
• Het kopiëren van CD-tekst is alleen mogelijk
van CD’s die CD-TEXT ondersteunen.
• De CD-TEXT-kabel RK-TXT1 is exclusief
ontworpen om te gebruiken tussen deze
recorder en draagbare CD-spelers van Sony
(D-E990 enz.). Gebruik geen ander kabeltype
voor het kopiëren van CD-tekstinformatie.
• De afstandsbediening werkt niet als de CD-
TEXT-kabel (RK-TXT1) op de recorder is
aangesloten.
• Als het afspelen op de CD-speler wordt
beëindigd, of als er wordt gepauzeerd, zal de
recorder automatisch pauzeren. Als u de
opname hervat, wordt er automatisch een
nieuwe muziekstukmarkering ingevoegd.
• De naam van het muziekstuk dat wordt
afgespeeld, wordt niet opgenomen als u het
afspelen van de CD stopt of pauzeert tijdens
het kopieerproces naar de recorder.
• De naam van de bron-CD wordt gekopieerd
als discnaam als de groepsmodus is
uitgeschakeld, en als groepsnaam als de
groepsmodus is ingeschakeld.
Sluit de koptelefoon/oortelefoon aan
op de afstandsbediening
Audioapparaten die de CD-
tekstkopieerfunctie
ondersteunen:
D-EJ01, D-EJ925, D-EJ915, D-EJ825,
D-EJ815, D-EJ725, D-EJ721, D-EJ715,
D-EJ711, D-FJ75TR (augustus 2001)
42
Verschillende manieren van afspelen
Snel een bepaald
muziekstuk of punt
opzoeken (Snel zoeken)
U kunt op twee manieren snel zoeken.
• Indexzoeken — Snel zoeken terwijl u de
nummers of namen van de
muziekstukken in de gaten houdt.
• Tijdzoeken — Snel zoeken terwijl u de
verstreken tijd in de gaten houdt.
De zoekmodus selecteren
De zoekmodus kan alleen via de
afstandsbediening worden geselecteerd
terwijl de recorder is gestopt, afspeelt, of
pauzeert tijdens het afspelen.
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “SEARCH” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “Index”
(indexzoeken) of “Time” (tijdzoeken)
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
Bij aflevering is de recorder ingesteld op
“Index”.
Een muziekstuk opzoeken
terwijl u de nummers of
namen van de muziekstukken
in de gaten houdt
(Indexzoeken)
Als u wilt indexzoeken, volg dan de
procedure voor “De zoekmodus
selecteren” en selecteer “Index” in stap 3.
Op de recorder
1
Draai aan de Jog Dial totdat het
gewenste muziekstuk op het
uitleesvenster knippert. Daarna drukt
u op de Jog Dial.
De naam van het gekozen muziekstuk
verschijnt op het uitleesvenster en de
recorder begint af te spelen als er op
de Jog Dial wordt gedrukt.
Als het muziekstuk geen naam heeft,
verschijnt het muziekstuknummer op
het uitleesvenster.
Op de afstandsbediening
1
Druk tijdens het afspelen van een disc
op X.
Het afspelen pauzeert.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of N> en houd deze daar vast
totdat het nummer of de naam van het
gewenste muziekstuk op het
uitleesvenster verschijnt.
3
Druk op X om het pauzeren te
annuleren.
Het afspelen begint vanaf het
geselecteerde muziekstuk.
z
• Als u de procedures uitvoert terwijl de
recorder in de shuffle-stand staat, begint het
afspelen in willekeurige volgorde met het
muziekstuk dat u hebt geselecteerd.
• Als de recorder het eerste of laatste
muziekstuk van de disc bereikt terwijl u op dat
moment aan de Jog Dial of de bedieningsknop
draait, keert de recorder terug naar
respectievelijk het laatste of eerste
muziekstuk.
Jog Dial
DISPLAY
Bedieningsknop
./>/X
X
x
43
Een bepaald punt opzoeken
terwijl u de verstreken tijd in
de gaten houdt (Tijdzoeken)
Als u wilt tijdzoeken, volg dan de
procedure voor “De zoekmodus
selecteren” en selecteer “Time” in stap 3.
Op de recorder
1
Druk tijdens het afspelen van een disc
op X.
Het afspelen pauzeert.
2
Blijf op . of > drukken totdat
het gewenste punt op het
uitleesvenster verschijnt.
3
Druk op X om het pauzeren te
annuleren.
Het afspelen begint vanaf het
geselecteerde punt.
Op de afstandsbediening
1
Druk tijdens het afspelen van een disc
op X.
Het afspelen pauzeert.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of N> en houd deze daar vast
totdat het gewenste punt op het
uitleesvenster verschijnt.
3
Druk op X om het pauzeren te
annuleren.
Het afspelen begint vanaf het
geselecteerde punt.
z
• Als u de procedures uitvoert terwijl de
recorder in de shuffle-stand staat, begint het
afspelen in willekeurige volgorde met het
muziekstuk dat u hebt geselecteerd.
• Als u het eerste of laatste muziekstuk van de
disc bereikt terwijl u op dat moment tijdens
het tijdzoeken aan de Jog Dial of de
bedieningsknop draait, gaat de recorder
pauzeren aan het begin van respectievelijk het
eerste of laatste muziekstuk.
De groepsfunctie
gebruiken
(Groepsmodus)
De recorder kan een disc op verschillende
manieren afspelen als deze voorzien is
van groepsinstellingen. Zie “Muziekstuk-
ken opnemen met de groepsfunctie
(Groepsmodusopname)” (pagina 30) voor
meer informatie over de groepsmodus.
Muziekstukken in een
bepaalde groep beluisteren
(afspelen in groepsmodus)
Op de recorder
1
Plaats een disc met groepsinstellingen
in de recorder en speel deze af.
2
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“” en “GROUP ON” lichten op
op het uitleesvenster en de
groepsmodus is ingeschakeld.
Het afspelen stopt aan het eind van
het laatste muziekstuk van de
geselecteerde groep.
Zie “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 44)
voor informatie over het selecteren
van een andere groep.
Jog Dial
DISPLAY
x
PLAYMODE
GROUP
Bedieningsknop
44
Op de afstandsbediening
1
Plaats een disc met groepsinstellingen
in de recorder en speel deze af.
2
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY en draai de
bedieningsknop naar . of naar
N> totdat “GROUP” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “GROUP ON”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
De verstreken tijd van het muziekstuk
en “G” (groepsmodus) verschijnen op
het uitleesvenster en de groepsmodus
wordt ingeschakeld.
Het afspelen stopt aan het eind van
het laatste muziekstuk van de
geselecteerde groep.
Zie “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 44)
voor informatie over het selecteren
van een andere groep.
z
• In de geselecteerde groep kunt u ook de
afspeelstand wijzigen (herhaald, shuffle- of
geprogrammeerd afspelen). U volgt dan na de
hiergenoemde procedures de stappen in “De
afspeelstand wijzigen” (pagina 45).
• Als u in de groepsmodus tijdens het laatste
muziekstuk van de groep op > op de
recorder of op N> op de
afstandsbediening drukt, gaat de recorder
verder met afspelen van het eerste muziekstuk
van de groep. En als u tijdens het eerste
muziekstuk van de groep op . op de
recorder of de afstandsbediening drukt, gaat
de recorder verder met afspelen van het laatste
muziekstuk van de groep.
• Deze instellingen kunnen worden opgeslagen
in het Persoonlijk discgeheugen (pagina 51).
De groepsfunctie uitschakelen
Houd GROUP op de recorder nogmaals
ten minste 2 seconden ingedrukt.
Selecteer “GROUP OFF” op de
afstandsbediening in stap 3 en druk
vervolgens op x.
Opmerking
In de groepsmodus rekent de recorder alle
muziekstukken zonder groepsinstellingen toe
aan de laatste groep op de disc. De laatste groep
wordt op het uitleesvenster van de recorder
weergegeven als “Group --”. Binnen een groep
worden de muziekstukken weergegeven in de
volgorde zoals ze op de disc staan; niet in
volgorde binnen de groep.
Groepen selecteren en
afspelen (Groepsselectie-
modus)
Als een disc groepsinstellingen heeft,
kunt u springen van de groep die op dat
moment wordt afgespeeld, naar een van
de andere groepen op de disc. U kunt de
gewenste groep rechtstreeks selecteren
met behulp van de Jog Dial op de
recorder.
Op de recorder
1
Plaats een disc met groepsinstellingen
in de recorder en speel deze af. Druk
vervolgens licht op GROUP.
“” knippert op het uitleesvenster
en de groepsselectiemodus is
ingeschakeld.
2
Draai binnen 5 seconden aan de Jog
Dial om de gewenste groep te
selecteren en druk daarna op de Jog
Dial.
De recorder begint het eerste
muziekstuk in de groep af te spelen.
z
Het is ook mogelijk een groep te selecteren via
de ./>-toetsen in stap 2.
Op de afstandsbediening
1
Plaats een disc met groepsinstellingen
in de recorder en speel deze af.
2
Druk op PLAYMODE en houd deze
toets ingedrukt totdat “– – –” op het
uitleesvenster knippert.
De groepsselectiemodus is
ingeschakeld.
45
3
Draai binnen 5 seconden de
bedieningsknop naar . of N>
om de gewenste groep te selecteren.
Als u afspeelt in de groepsmodus,
begint het afspelen van de gewenste
groep met het eerste muziekstuk van
die groep en eindigt het afspelen met
het laatste muziekstuk van die groep.
Als u niet in de groepsmodus afspeelt,
begint het afspelen van de
geselecteerde groep met het eerste
muziekstuk van die groep en eindigt
het afspelen met het laatste
muziekstuk van de disc.
Opmerkingen
• Als u binnen 5 seconden na stap 1 niets doet,
wordt de groepsselectiemodus geannuleerd en
kunt u de daaropvolgende stap 2 niet
uitvoeren. Als u op dat punt door wilt gaan
met stap 1, moet u de procedure weer van
begin af aan uitvoeren.
• Het is niet mogelijk de groepsselectiemodus te
gebruiken als de disc geen groepsinstellingen
heeft.
z
De groepsselectiemodus werkt ook als de
groepsmodus is uitgeschakeld.
De afspeelstand
wijzigen
U kunt muziekstukken op drie manieren
herhaald afspelen — alles herhalen, één
herhalen, en shuffle-herhalen.
Op de recorder
Een afspeelstand selecteren
1
Als de recorder aan het afspelen is,
drukt u op de Jog Dial en draait u
eraan totdat “PLAY MODE” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial om de
afspeelstand te selecteren en druk
vervolgens op de Jog Dial.
Telkens als u aan de Jog Dial draait,
verandert het item A op het
uitleesvenster zoals hieronder is
aangegeven.
Als u op de Jog Dial drukt terwijl het
item knippert, wordt de betreffende
afspeelstand gewijzigd.
De nieuwe afspeelstand wordt in het
venster aangegeven door B.
geeft aan dat herhaald afspelen is
geactiveerd.
Het uitleesvenster op de recorder
Jog Dial
003
20:51
B
Shuffle
Shuf.Rep
PGM
A
Als u aan de Jog Dial draait, wordt A
gewijzigd.
Als u op de Jog Dial drukt, verschijnt B.
vervolgd
46
Indicatie
A
/
B
(Afspeelstand
)
Normal/— (Alle muziekstukken
worden één maal afgespeeld.)
r
AllRepeat/ (Alle
muziekstukken worden herhaald
afgespeeld.)
r
1 Track/1 (Er wordt één
muziekstuk afgespeeld.)
r
1 Repeat/ 1 (Er wordt één
muziekstuk herhaald afgespeeld.)
r
Shuffle/SHUF (Nadat het
gekozen muziekstuk is afgespeeld,
worden de overige muziekstukken
in willekeurige volgorde
afgespeeld.)
r
Shuf. Rep/ SHUF (Nadat het
gekozen muziekstuk is afgespeeld,
worden de overige muziekstukken
in willekeurige volgorde herhaald
afgespeeld.)
r
PGM/PGM (De muziekstukken
worden in de door u opgegeven
volgorde afgespeeld.)
r
PGMRepeat/ PGM (De
muziekstukken worden in de door
u opgegeven volgorde herhaald
afgespeeld.)
Een programma maken
(Geprogrammeerd afspelen)
1
Druk op de Jog Dial terwijl “PGM”
op het uitleesvenster knippert in stap
2 van “Een afspeelstand selecteren”
(pagina 45).
2
Draai aan de Jog Dial om een
muziekstuk te selecteren.
3
Druk op de Jog Dial om een
muziekstuknummer in te voeren.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u meer
muziekstukken wilt programmeren.
5
Druk ten minste 2 seconden op de Jog
Dial.
Het programma is nu gereed en het
afspelen begint vanaf het eerste
muziekstuk.
z
• Het programma blijft in het geheugen
opgeslagen, ook als het afspelen gereed is of
is onderbroken.
• U kunt maximaal 20 muziekstukken
programmeren.
• Deze instellingen kunnen worden opgeslagen
in het Persoonlijk discgeheugen (pagina 51).
• Als de groepsmodus is ingeschakeld, kunt u
de afspeelstand voor een geselecteerde groep
opgeven. Zie “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 44) voor het
activeren van de groepsmodus.
• De afspeelstand kan ook worden geselecteerd
als de recorder is gestopt.
Opmerkingen
• Als het deksel van de recorder wordt geopend,
gaan alle programma-instellingen verloren.
• Als u het programmeren 5 minuten
onderbreekt terwijl de recorder is gestopt,
worden de muziekstukken die tot dan toe zijn
geselecteerd, als programma ingevoerd.
• Als de tijdens het programmeren probeert de
groepsmodus in of uit te schakelen, verschijnt
“SORRY” op het uitleesvenster. Deze
wijziging wordt niet geaccepteerd.
• Als u tijdens het geprogrammeerd afspelen de
groepsmodus inschakelt, worden de
programma-instellingen geannuleerd.
Op de afstandsbediening
Met de PLAYMODE- en RPT/ENT-
toetsen op de afstandsbediening kunt u de
verschillende afspeelstanden selecteren.
PLAYMODE
RPT/ENT
Bedieningsknop
47
Een afspeelstand selecteren
1
Druk op PLAYMODE terwijl de
recorder afspeelt.
Telkens als u op de toets drukt,
verandert de indicatie voor de
afspeelstand zoals hieronder is
aangegeven. Het afspelen begint dan
in de geselecteerde afspeelstand.
Uitleesvenster op de
afstandsbediening
Indicatie (Afspeelstand)
— (Alle muziekstukken worden
één maal afgespeeld.)
r
1 (Er wordt één muziekstuk
afgespeeld.)
r
SHUF (Nadat het gekozen
muziekstuk is afgespeeld, worden
de overige muziekstukken in
willekeurige volgorde afgespeeld.)
r
PGM (De muziekstukken worden
in de door u opgegeven volgorde
afgespeeld.)
Een programma maken
(Geprogrammeerd afspelen)
1
Als de recorder aan het afspelen is,
druk dan enkele malen op
PLAYMODE totdat “PGM ” op het
uitleesvenster knippert.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> om een
muziekstuknummer te selecteren.
3
Druk op RPT/ENT om een
muziekstuknummer in te voeren.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u meer
muziekstukken wilt programmeren.
5
Druk ten minste 2 seconden op RPT/
ENT.
Herhaald afspelen
1
Druk tijdens het afspelen op RPT/
ENT.
“” verschijnt op het uitleesvenster
en de recorder speelt herhaaldelijk af
in de geselecteerde speelstand.
z
• Het programma blijft in het geheugen
opgeslagen, ook als het afspelen gereed is of
is onderbroken.
• U kunt maximaal 20 muziekstukken
programmeren.
• Deze instellingen kunnen worden opgeslagen
in het Persoonlijk discgeheugen (pagina 51).
• Als de groepsmodus is ingeschakeld, kunt u
de afspeelstand voor een geselecteerde groep
opgeven. Zie “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 44) voor het
activeren van de groepsmodus.
• De afspeelstand kan ook worden geselecteerd
als de recorder is gestopt.
Opmerkingen
• Als het deksel van de recorder wordt geopend,
gaan alle programma-instellingen verloren.
• Als u het programmeren 5 minuten
onderbreekt terwijl de recorder is gestopt,
worden de muziekstukken die tot dan toe zijn
geselecteerd, als programma ingevoerd.
• Het is niet mogelijk om tijdens het
programmeren de groepsmodus in of uit te
schakelen.
• Als u tijdens het geprogrammeerd afspelen de
groepsmodus inschakelt, worden het
geprogrammeerd afspelen geannuleerd.
Indicatie afspeelstand
Muziek-
stuknummer
Programmanummer
48
De geluidskwaliteit
regelen (Digitale
geluidsvoorkeuren)
U kunt de geluidskwaliteit aan uw eigen
smaak aanpassen. U kunt twee sets van
deze geluidsvoorkeuren opslaan.
De geluidskwaliteit selecteren
De fabrieksinstelling van
Digitale geluidsvoorkeuren
De fabrieksinstelling van Digitale
geluidsvoorkeuren is als volgt:
• “SOUND 1”: lage tonen +1, hoge tonen
±0
• “SOUND 2”: lage tonen +3, hoge tonen
±0
Een vooringesteld geluid
selecteren
Op de recorder
1 Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “SOUND” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna nogmaals op de
Jog Dial.
2 Draai aan de Jog Dial totdat “SOUND
1” of “SOUND 2” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
Op de afstandsbediening
1 Druk enkele malen op SOUND om
“SOUND 1” of “SOUND 2” op het
uitleesvenster te selecteren.
De geluidskwaliteit regelen
Op de recorder
1
Als de recorder aan het afspelen is,
drukt u op de Jog Dial en draait u
eraan totdat “SOUND” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat
“SOUND 1” of “SOUND 2” op het
uitleesvenster knippert.
Op het uitleesvenster worden de hoge
tonen (“T”) en de lage tonen (“B”)
weergegeven die op dit moment zijn
ingesteld.
Selecteer “T” of “B” door op x of X
te drukken (waardoor u de cursor
respectievelijk naar beneden of naar
boven verplaatst).
U kunt het item regelen waarop de
cursor op dat moment knippert.
x
/
X
Jog Dial
x
SOUND
Bedieningsknop
SOUND 1
T-=== ==+
B-==== =+
Selecteer “T” als u de hoge tonen wilt
regelen. Selecteer “B” als u de lage
tonen wilt regelen.
49
3
Draai aan de jog Dial om het
geluidsniveau te regelen.
Druk op x om de cursor van “T” naar
“B” te verplaatsen (van de middelste
rij naar de onderste rij van het
uitleesvenster) en druk op X om de
cursor van “B” naar “T” te
verplaatsen (van de onderste rij naar
de middelste rij van het
uitleesvenster).
Als u wilt overschakelen van
“SOUND 1” naar “SOUND 2”,
verplaatst u de cursor naar de
bovenste rij door op X te drukken
terwijl de cursor op de “T”-rij
knippert. Daarna draait u aan de Jog
Dial.
4
Druk op de Jog Dial.
De geluidsvoorkeuren worden
opgeslagen en het afspeelvenster
verschijnt weer.
z
U kunt het niveau van “T” en “B” ook instellen
door in stap 3 de .- of >-toets te
gebruiken.
Op de afstandsbediening
1
Druk enkele malen op SOUND om
“SOUND 1” of “SOUND 2” te
selecteren.
2
Druk tijdens het afspelen ten minste
2 seconden op SOUND.
De recorder komt nu in de stand voor
het instellen van B (lage tonen). Als u
de SOUND-toets nogmaals ten
minste 2 seconden indrukt, keert de
recorder terug in de stand voor het
instellen van T (hoge tonen).
3
Draai de bedieningsknop enkele
malen naar . of naar N> om
de lage of hoge tonen in te stellen.
Als u de SOUND-toets ten minste
2 seconden ingedrukt houdt, wisselt
het uitleesvenster tussen “SOUND 1”
en “SOUND 2”. Als u tijdens het
regelen van T (hoge tonen) of B (lage
tonen) kort op SOUND drukt, wordt
de gekozen instelling ingevoerd en
schakelt het uitleesvenster over op de
andere geluidsinstelling.
4
Druk op x.
De geluidsvoorkeuren worden
opgeslagen en het afspeelvenster
verschijnt weer.
De digitale geluidsvoorkeuren
annuleren
• Op de recorder
Selecteer “SOUND OFF” in stap 2.
• Op de afstandsbediening
Druk enkele malen op SOUND totdat er niets
op het uitleesvenster verschijnt.
SOUND 1
T-===== +
B-== ===+
-4 ±0+3
De cursor verplaatst zich. (Positie: +2)
Het geluid kan worden geregeld in 8
stappen (–4, –3, ...±0, ...+2, +3).
Als “B” verschijnt, kunt u de lage
tonen instellen. Als “T” verschijnt,
kunt u de hoge tonen instellen.
Voorbeeld: Lage tonen regelen
De cursor verplaatst zich.
(Positie: –2)
–4±0+3
Het geluid kan worden geregeld in 8
stappen (–4, –3, ...±0, ...+2, +3).
50
z
• Deze instellingen kunnen worden opgeslagen
in het Persoonlijk discgeheugen (pagina 51).
• De instellingen kunnen ook worden gewijzigd
als het afspelen tijdelijk is gepauzeerd (X).
• Als de recorder ongeveer 5 minuten niet wordt
bediend, wordt de huidige instelling
opgeslagen en schakelt het uitleesvenster
automatisch over op de normale afspeelstand.
Opmerkingen
• De Digitale geluidsvoorkeuren treden buiten
werking als de “AUDIO OUT”-instelling voor
de i/LINE OUT-aansluiting is ingesteld op
“LINE OUT”. In dit geval moet u “AUDIO
OUT” instellen op “HeadPhone” (pagina 26).
• Als u gebruik maakt van de Digitale
geluidsvoorkeuren, kan het geluid worden
onderbroken of vervormd. Een en ander is
afhankelijk van de instellingen of van het
muziekstuk. Laad in dit geval de instellingen
voor de geluidskwaliteit.
• Als u tijdens een opname overgaat op een
andere instelling van Digitale
geluidsvoorkeuren, heeft dit geen invloed op
het opgenomen geluid.
De afspeelsnelheid
wijzigen
(Snelheidsinstelling)
De afspeelsnelheid kan worden geregeld
in 7 stappen (80%, 85%, ..., 100%, 105%,
110%).
1
Druk tijdens het afspelen ten minste
2 seconden op DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “SPEED” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
De recorder komt nu in de stand voor
het instellen van de snelheid.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of N> om de afspeelsnelheid te
selecteren.
“+” toont de normale snelheid en de
cursor toont de afspeelsnelheid die u
selecteert.
4
Druk op
x
om de afspeelsnelheid in
te stellen.
z
Deze instellingen kunnen worden opgeslagen in
het Persoonlijk discgeheugen (pagina 51).
Opmerkingen
• U kunt de afspeelsnelheid niet op de recorder
wijzigen.
• De afspeelsnelheid heeft invloed op het
afgespeelde geluid.
• Alle instellingen gaan verloren als u de disc
uit de recorder haalt (behalve als de
instellingen zijn opgeslagen in het Persoonlijk
discgeheugen).
DISPLAY
x
Bedieningsknop
Voorbeeld: afspeelsnelheid 95% van
normaal.
– en de cursor verschijnen
afwisselend op het uitleesvenster.
80%
110%
100%
002
S 03:40
“S” verschijnt rechts van de verstreken
tijd als de afspeelsnelheid afwijkt van
normaal.
Uitleesvenster op de afstandsbediening
Het uitleesvenster op de recorder
“S” verschijnt rechts van het
muziekstuknummer.
51
De instellingen per
disc apart opslaan
(Persoonlijk
discgeheugen)
De recorder kan de verschillende
instellingen voor elke disc apart opslaan.
Deze worden dan automatisch opgehaald
zodra de betreffende disc wordt geplaatst.
De volgende instellingen kunnen worden
opgeslagen:
• Vol ume
• Afspeelstand
• Afspelen in de groepsmodus
• Geprogrammeerd afspelen
• Geluidskwaliteit (Digitale
geluidsvoorkeuren)
• Afspeelsnelheid (Snelheidsinstelling)
Op de recorder
1
Druk op de Jog Dial als de recorder is
gestopt, afspeelt of pauzeert.
2
Draai aan de Jog Dial totdat
“PERSONAL” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
“Entry?” knippert op het
uitleesvenster.
3
Druk op de Jog Dial.
“Entry OK” verschijnt op het
uitleesvenster en de discinstellingen
worden in de recorder opgeslagen.
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY als de recorder is gestopt,
afspeelt of pauzeert.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “PERSONAL”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
“Entry?” knippert op het
uitleesvenster.
3
Druk op
x
.
“Entry OK” verschijnt op het
uitleesvenster en de discinstellingen
worden in de recorder opgeslagen.
De discinformatie wissen
Plaats een disc waarvan u de informatie
wilt wissen en controleer de inhoud. Volg
stap 1 en 2 totdat “Erase?” op het
uitleesvenster knippert. Druk daarna op
de Jog Dial op de recorder of op
x
op de
afstandsbediening. “Erase OK” verschijnt
op het uitleesvenster en de discinformatie
is gewist. Als u probeert discinformatie te
wissen, terwijl er voor de betreffende disc
geen discinformatie is opgeslagen,
verschijnt gedurende 2 seconden “No
Entry!” op het uitleesvenster.
Opmerkingen
• Er kunnen instellingen voor maximaal 20
discs worden opgeslagen. Als dit maximum is
bereikt, worden de instellingen van de minst
gebruikte van de 20 discs vervangen, telkens
als u de instellingen van een extra disc opslaat.
Jog Dial
Entry?
Erase?
DISPLAY
Bedieningsknop
x
vervolgd
52
• De opgeslagen instellingen worden niet langer
door de recorder herkend als u met een andere
minidiscrecorder muziekstukken bewerkt of
toevoegt. De reeds opgeslagen informatie is
dan onbruikbaar geworden. Sla in dat geval de
instellingen opnieuw op.
De resterende
afspeeltijd of de
afspeelpositie
controleren
Tijdens het afspelen kunt u de naam van
het muziekstuk, de naam van de disc enz.
controleren. De items die betrekking
hebben op de groep, worden alleen
weergegeven als een muziekstuk met
groepsinstellingen wordt afgespeeld en
vervolgens gestopt.
Op de recorder
1
Als de recorder aan het afspelen is,
drukt u op de Jog Dial en draait u
eraan totdat “DISPLAY” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat de
gewenste informatie op het
uitleesvenster knippert.
Telkens als u aan de Jog Dial draait,
verandert het uitleesvenster als volgt.
LapTime (De verstreken tijd.)
r
1 Remain (De resterende tijd van
het huidige muziekstuk.)
r
GP Remain (De resterende tijd in
de groep na de huidige positie.)
r
AllRemain (De resterende tijd na
de huidige positie.)
r
RecDate (Datum en tijd van de
opname.)
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus of van de
bedieningsstatus van de recorder, kan het zijn
dat de items anders worden weergegeven.
3
Druk op de Jog Dial.
Het uitleesvenster verandert als volgt.
Het item in stap 2 verschijnt in het
C-deel van het uitleesvenster. Als u
echter “LapTime” selecteert in stap 2,
blijft het C-deel leeg.
Het uitleesvenster op de recorder
Jog Dial
A
B
C
53
Indicatie A/B/C
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus of van de
bedieningsstatus van de recorder, kan het zijn
dat niet alle items kunnen worden geselecteerd.
z
De uitlezing die op de afstandsbediening
verschijnt, verschilt van de uitlezing op de
recorder. Zie “Op de afstandsbediening”
(pagina 53) om te zien welke uitlezingen op de
afstandsbediening worden weergegeven.
Op de afstandsbediening
1
Druk tijdens het afspelen op
DISPLAY.
Telkens als u op DISPLAY drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt.
Uitleesvenster op de afstands-
bediening
Indicatie
D
/
E
Muziekstuknummer/Verstreken tijd
r
Muziekstuknummer/
Muziekstuknaam
r
Het aantal muziekstukken in de
groep/Groepsnaam
r
Het aantal muziekstukken op de
disc/Discnaam
r
—/Opnametijd
Opmerking
Afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld
zijn van de groepsmodus, of van de
bedieningsstatus van de recorder, of van de
opname-instellingen, kan het zijn dat sommige
items anders worden weergegeven.
z
• Zie pagina 38 als u tijdens het opnemen of in
de stopstand wilt zien hoeveel opnametijd er
nog over is of wat de huidige positie is.
• De uitlezing die op de recorder verschijnt,
verschilt van de uitlezing op de
afstandsbediening. Zie “Op de recorder”
(pagina 52) om te zien welke uitlezingen op
de recorder worden weergegeven.
ABC
Muziekstuk-
nummer
Ve r s t r e k e n
tijd
—
(LapTime)
Muziekstuk-
nummer
Resterende
tijd van het
huidige
muziekstuk
1 Remain
Aantal
muziekstuk-
ken in de
groep na het
huidige
muziekstuk
Resterende
tijd in de
groep na de
huidige
positie
GP
Remain
Aantal
muziek-
stukken na
het huidige
muziekstuk
Resterende
tijd na de
huidige
positie
AllRemain
Opname-
datum
Opnametijd RecDate
DISPLAY
D E
54
Aansluiten op een
stereo-installatie
(LINE OUT)
Verbind de i/LINE OUT-aansluiting van
de recorder met de LINE IN-aansluitingen
van een versterker of cassettedeck door
middel van een lijnkabel. Zie
“Verkrijgbare accessoires” (pagina 92)
voor meer informatie over lijnkabels. De
uitgang is analoog. De recorder speelt de
MD digitaal af en zendt analoge signalen
naar de aangesloten apparatuur.
Als u een lijnkabel aansluit op de i/LINE
OUT-aansluiting van de recorder, zorg
dan dat de “AUDIO OUT”-instelling voor
de i/LINE OUT-aansluiting is ingesteld.
1
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “AUDIO OUT” op het
uitleesvenster knippert. Druk daarna
nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “LINE
OUT” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
Opmerkingen
• Als de “AUDIO OUT”-instelling voor de i/
LINE OUT-aansluiting op “LINE OUT” staat,
treden VOL +/– en Digitale
geluidsvoorkeuren buiten werking.
• De “AUDIO OUT”-instelling voor de i/
LINE OUT-aansluiting kan niet op “LINE
OUT” worden gezet als de afstandsbediening
is aangesloten.
• Als u de koptelefoon/oortelefoon rechtstreeks
op de recorder aansluit, zet dan de “AUDIO
OUT”-instelling voor de i/LINE OUT-
aansluiting op “HeadPhone”.
Draagbare DAT-
recorder
Stereo-
installatie enz.
naar LINE IN
2 audiostekkers
L
(wit)
Stereoministekker
R
(rood)
RK-
G136
naar i/LINE OUT
RK-
G129
Jog Dial
55
Opgenomen muziekstukken bewerken
U kunt uw opnamen monteren door
muziekstukken toe te voegen of te wissen.
Verder kunt u de muziekstukken en de
MD’s een naam geven. Voorbespeelde
MD’s kunnen niet worden bewerkt.
Opmerkingen over het bewerken
• Zorg ervoor dat u de recorder niet beweegt of
aanstoot zolang “TOC Edit”* op het
uitleesvenster knippert.
• U kunt geen muziekstukken bewerken op een
MD die beveiligd is tegen opnemen. U kunt de
muziekstukken monteren als u het nokje aan
de zijkant van de MD hebt gesloten
(pagina 80).
• Als u een bewerking uitvoert tijdens het
afspelen, zorg er dan voor dat de netspanning
niet wordt uitgeschakeld totdat “TOC Edit”
van het uitleesvenster verdwijnt.
• Het deksel gaat na het bewerken niet open
totdat “TOC Edit” van het uitleesvenster
verdwijnt.
• Als de groepsmodus is ingesteld, kunnen er
alleen muziekstukken worden bewerkt die tot
de geselecteerde groep behoren.
∗ TOC = Table of Contents (Inhoudsopgave)
Opnamen benoemen
Met behulp van het letterpalet van de
recorder kunt u muziekstukken, discs en
groepen benoemen.
Tijdens het afspelen kunt u muziekstuk-
ken en groepen benoemen en tijdens het
stoppen kunt u een disc benoemen.
Tijdens het opnemen kunt u zowel
muziekstukken en groepen als discs
benoemen. Elke naam kan maximaal
200 letters bevatten.
Op elke disc kunnen maximaal 1 700
alfanumerieke tekens worden opgeslagen
tijdens het afspelen of het stoppen.
Beschikbare tekens
• De hoofd- en kleine letters van het
Nederlandse alfabet.
• De cijfers 0 t/m 9
• ! " # $ % & ( ) * . ; < = > ?
@ _ ` + – ' , / : _ (spatie)
Opmerkingen
• “NAME FULL” verschijnt als u probeert meer
dan 1 700 tekens op een disc in te voeren.
Voer in dat geval een kortere naam in voor het
muziekstuk, de groep of de disc, of stel de “LP
Stamp”-instelling in op “Stamp OFF” als u
opneemt in een MDLP-stand, zodat “LP:” niet
wordt toegevoegd aan het begin van de
muziekstuknaam (pagina 29).
• Als u een disc benoemt die is opgenomen met
behulp van de groepsfunctie, zorg dan dat de
groepsfunctie is ingeschakeld om te
voorkomen dat u de groepsbeheergegevens
per ongeluk overschrijft.
• Als u in discnamen gebruik maakt van het
symbool “//”, zoals in “abc//def”, kan het zijn
dat u de groepsfunctie niet langer kunt
gebruiken.
Het letterpalet
Het letterpalet verschijnt op het
uitleesvenster als de recorder gereed is
voor het invoeren van tekens.
Het letterpalet heeft de volgende indeling.
Het letterpalet verschijnt als volgt op het
uitleesvenster.
ABCDEFGHI
abcdefghi
De cursor knippert.
56
Op de recorder
Een disc benoemen tijdens het
stoppen
Als u een disc met groepsinstellingen wilt
benoemen, moet u eerst de groepsmodus
inschakelen.
1
Plaats een disc.
2
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“EDIT” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals
op de Jog Dial.
“ :Name” knippert op het
uitleesvenster.
3
Druk op de Jog Dial.
De disc is gereed om te worden
benoemd.
4
Druk op x om de cursor te
verplaatsen van het letterinvoergebied
naar het letterpalet.
5
Druk op . of > om een teken te
selecteren en druk op N om het
teken in te voeren.
Het geselecteerde teken verschijnt in
het letterinvoergebied en de cursor
gaat naar de volgende invoerpositie.
Hieronder volgt een overzicht van de
toetsen die bij de letterinvoer kunnen
worden gebruikt en de bijbehorende
functies.
VOL +/–
X/x/./>/N
GROUP/
CANCEL
Jog Dial
END SEARCH
Letterinvoergebied
Letterpalet
Toetsen
(drukken
of draaien)
Functies
1)
X De cursor verplaatsen van
het letterpalet naar het
letterinvoergebied.
De cursor naar boven
verplaatsen in het
letterpalet.
x De cursor verplaatsen van
het letterinvoergebied
naar het letterpalet.
De cursor naar beneden
verplaatsen in het
letterpalet.
./> De cursor naar links of
rechts verplaatsen.
N Een letter in het
letterpalet invoeren.
Een tekenreeks invoeren
in het letterinvoergebied
(Ten minste 2 seconden
indrukken).
VOL + Een spatie invoeren vóór
de cursor in het
letterinvoergebied.
De cursor naar rechts
verplaatsen in het
letterpalet.
VOL – Een teken in het
letterinvoergebied wissen.
De cursor naar links
verplaatsen in het
letterpalet.
57
6
Herhaal stap 5, en voer daarna alle
naamtekens in.
7
Druk ten minste 2 seconden op de Jog
Dial
.
De disc is nu benoemd.
z
U kunt teksten opslaan die u regelmatig
gebruikt in muziekstuknamen (pagina 60).
Een muziekstuk of groep
benoemen tijdens het afspelen
1
Als u een muziekstuk wilt benoemen,
plaats dan een disc en speel het
muziekstuk af dat u wilt benoemen.
Als u een groep wilt benoemen, plaats
dan een disc, schakel de groepsmodus
in en speel de groep af die u wilt
benoemen (pagina 43).
2
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna nogmaals op
de Jog Dial.
“ :Name” knippert op het
uitleesvenster.
3
Als u een muziekstuk wilt benoemen,
drukt u op de Jog Dial terwijl
“ :Name” knippert.
Als u een groep wilt benoemen, draait
u aan de Jog Dial totdat “ :Name”
op het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op de Jog Dial.
Het muziekstuk of de groep is gereed
om te worden benoemd.
4
Volg stap 5 t/m 7 van “Een disc
benoemen tijdens het stoppen”.
Een muziekstuk, een groep of
een disc benoemen tijdens het
opnemen
Als u een groep wilt benoemen, moet u
eerst de groepsmodus inschakelen en pas
daarna beginnen met opnemen
(pagina 43).
1
Als de recorder aan het opnemen is,
drukt u op de Jog Dial en draait u
eraan totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
“ :Name” knippert op het
uitleesvenster.
2
Als u een muziekstuk wilt benoemen,
drukt u op de Jog Dial terwijl
“ :Name” knippert.
Als u een groep wilt benoemen, draait
u aan de Jog Dial totdat “ :Name”
op het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op de Jog Dial.
Als u een disc wilt benoemen, draait
u aan de Jog Dial totdat
“ :Name” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
Jog Dial Een teken in het letter-
invoergebied selecteren
(Draaien).
Het letterpalet door-
schuiven
2)
(Draaien).
Een teken invoeren
(Drukken).
Een naam invoeren
(Ten minste 2 seconden
indrukken).
GROUP/
CANCEL
Het benoemen annuleren
in het letterinvoergebied.
De cursor verplaatsen van
het letterpalet naar het
letterinvoergebied.
T MARK Doorlopend “:”, “–” en
“/” weergeven op de
invoerpositie in het
letterinvoergebied.
1)
De functie van een toets kan verschillen,
afhankelijk van of de toets wordt gebruikt in
het letterinvoergebied of in het letterpalet.
2)
Als er teksten in de namenbank zijn
opgeslagen, verschijnt de tekst die als eerste is
opgeslagen, op het uitleesvenster (pagina 60).
Toetsen
(drukken
of draaien)
Functies
1)
vervolgd
58
Het muziekstuk, de groep of de disc is
gereed om te worden benoemd.
3
Volg stap 5 t/m 7 van “Een disc
benoemen tijdens het stoppen”.
Het benoemen annuleren
Druk op CANCEL om ervoor te zorgen
dat “CANCEL?” oplicht en
“PushENTER” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna op de Jog Dial.
Opmerkingen
• Als de opname tijdens het benoemen van een
muziekstuk, een groep of een disc stopt, of
wanneer tijdens het benoemen van een
muziekstuk het volgende muziekstuk wordt
afgespeeld, wordt de informatie automatisch
op dat punt ingevoerd.
• “LP:” wordt automatisch aan het begin van de
muziekstuknaam toegevoegd als het
muziekstuk is opgenomen in een MDLP-stand
(pagina 29).
Op de afstandsbediening
Een disc benoemen tijdens het
stoppen
Als u een disc met groepsinstellingen wilt
benoemen, moet u eerst de groepsmodus
inschakelen.
1
Plaats een disc.
2
Terwijl de recorder is gestopt, drukt u
ten minste 2 seconden op DISPLAY.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
“ :Name” knippert op het
uitleesvenster.
4
Druk op
x
.
De disc is gereed om te worden
benoemd.
5
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> om een letter te
selecteren en druk op
x
om de letter
in te voeren.
De geselecteerde letter houdt op met
knipperen en de cursor gaat naar de
volgende invoerpositie.
6
Herhaal stap 5 en voer alle
naamtekens in.
DISPLAY
PLAYMODE
X
x
Bedieningsknop
Toetsen
(drukken of
draaien)
Functies
X Wisselen tussen
hoofdletters, kleine
letters, cijfers/symbolen
en teksten.
1)
1)
Als er teksten in de namenbank zijn
opgeslagen, verschijnt de tekst die als eerste is
opgeslagen, op het uitleesvenster (pagina 60).
Bedienings-
knop
(VOL +/–)
De cursor naar links of
rechts verplaatsen.
Bedienings-
knop (./
N>)
De letter één positie
naar links of rechts
verplaatsen.
DISPLAY Een spatie invoegen om
een nieuwe letter te
typen.
Het benoemen
annuleren (Ten minste
2 seconden indrukken).
PLAYMODE Een letter wissen en alle
daaropvolgende letters
terug naar links
schuiven.
59
7
Houd
x
ten minste 2 seconden
ingedrukt.
De disc is nu benoemd.
Het benoemen annuleren
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
Een muziekstuk of groep
benoemen tijdens het afspelen
1
Als u een muziekstuk wilt benoemen,
plaats dan een disc en speel het
muziekstuk af dat u wilt benoemen.
Als u een groep wilt benoemen, plaats
dan een disc, schakel de groepsmodus
in en speel de groep af die u wilt
benoemen (pagina 44).
2
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
“ :Name” knippert op het
uitleesvenster.
4
Om een muziekstuk te benoemen,
drukt u op x
terwijl “ :Name”
knippert.
Als u een groep wilt benoemen, draait
u de bedieningsknop naar . of
naar N> totdat “GP : Name” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
Het muziekstuk of de groep is gereed
om te worden benoemd.
5
Volg stap 5 t/m 7 van “Een disc
benoemen tijdens het stoppen”.
Een muziekstuk, een groep of
een disc benoemen tijdens het
opnemen
Als u een groep wilt benoemen, moet u
eerst de groepsmodus inschakelen en pas
daarna beginnen met opnemen
(pagina 44).
1
Druk tijdens het opnemen ten minste
2 seconden op DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
“ :Name” knippert op het
uitleesvenster.
3
Om een muziekstuk te benoemen,
drukt u op x
terwijl “ :Name”
knippert.
Als u een groep wilt benoemen, draait
u de bedieningsknop naar . of
naar N> totdat “GP : Name” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
Als u een disc wilt benoemen, draait u
de bedieningsknop naar . of naar
N> totdat “ :Name” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
Het muziekstuk, de groep of de disc is
gereed om te worden benoemd.
4
Volg stap 5 t/m 7 van “Een disc
benoemen tijdens het stoppen”
(pagina 58).
Het benoemen annuleren
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
Opmerkingen
• Als de opname tijdens het benoemen van een
muziekstuk, groep of disc stopt, of wanneer
tijdens het benoemen van een muziekstuk het
volgende muziekstuk wordt opgenomen,
wordt de informatie automatisch op dat punt
ingevoerd.
vervolgd
60
• “LP:” wordt automatisch aan het begin van de
muziekstuknaam toegevoegd als het
muziekstuk is opgenomen in een MDLP-stand
(pagina 29).
z
U kunt teksten opslaan die u regelmatig
gebruikt in muziekstuknamen (pagina 60).
Muziekstukken opnieuw
benoemen
Volg de stappen die overeenkomen met de
methode voor het benoemen totdat het
muziekstuk, de groep of de disc gereed is
om te worden benoemd. Voer een nieuw
teken in over het teken dat u wilt wijzigen
en houd vervolgens de Jog Dial op de
recorder ten minst 2 seconden ingedrukt
of houd
x
op de afstandsbediening ten
minste 2 seconden ingedrukt.
Opmerkingen
• Het is niet mogelijk om voorbespeelde MD’s,
of MD’s waarop niets is opgenomen, te
benoemen.
• De recorder is in staat om Japanse
“Katakana”-tekens weer te geven, maar u kunt
deze niet gebruiken bij het benoemen.
• De recorder kan een disc of muziekstuk niet
opnieuw benoemen, als deze reeds op een
ander apparaat is benoemd met een naam van
meer dan 200 letters.
Teksten opslaan die
regelmatig worden
gebruikt bij het
benoemen
Teksten die u vaak gebruikt bij het
benoemen van muziekstukken, groepen of
discs, kunt u opslaan in het geheugen van
de recorder. Er zijn twee manieren om
teksten op te slaan: via de
Namenbankfunctie, of via het letterpalet
tijdens het benoemen. Er kunnen
ongeveer 40 teksten van elk zo’n 10
tekens worden opgeslagen in het
geheugen van de recorder (met een totaal
van ongeveer 600 tekens). Het
uiteindelijke aantal hangt af van de lengte
van alle teksten tezamen.
Op de recorder
Teksten opslaan in de
namenbank
(Namenbankfunctie)
1
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna nogmaals op
de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “Name
Bank” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
./>
END SEARCH
Jog Dial
CANCEL
61
3
Voer de tekst in die u wilt opslaan en
houd vervolgens de Jog Dial ten
minste 2 seconden ingedrukt.
“Entry!” verschijnt op het
uitleesvenster en de tekst is
opgeslagen.
Teksten opslaan tijdens het
benoemen van een
muziekstuk, een groep of een
disc
1
Volg stap 1 t/m 6 van “Opnamen
benoemen” (pagina 55) om een tekst
in te voeren.
2
Nadat u de tekst hebt ingevoerd, drukt
u op CANCEL om de cursor te
verplaatsen van het letterpalet naar
het letterinvoergebied. Druk
vervolgens ten minste 2 seconden op
END SEARCH.
“Entry!” verschijnt op het
uitleesvenster en de cursor knippert
achter de tekst die u zojuist hebt
opgeslagen. Nu kunt u verder gaan
met benoemen.
z
U kunt teksten opslaan van muziekstukken,
groepen of discs die reeds zijn benoemd.
Volg de procedure die is beschreven in
“Muziekstukken opnieuw benoemen”
(pagina 60) en geef het muziekstuk, de groep of
de disc weer die de tekst bevat die u wilt
opslaan. Druk enkele malen op ./> om
de cursor rechts van de tekst te plaatsen. Druk
vervolgens ten minste 2 seconden op END
SEARCH om de tekst op te slaan.
Teksten uit het geheugen
ophalen
Op ieder moment dat u een tekst nodig
hebt in de naam van een muziekstuk,
groep of disc, kunt u de betreffende tekst
ophalen uit het geheugen van de recorder.
Er zijn twee manieren om een opgeslagen
tekst op te halen: door de opgeslagen
teksten een voor een weer te geven tijdens
het benoemen, of door te zoeken in de
namenbank met behulp van de eerste
letter van de gewenste tekst.
Opmerking
De teksten die in de namenbank zijn
opgeslagen, kunnen niet worden opgehaald via
de procedure die in “Teksten zoeken door ze
een voor een weer te geven” is beschreven. Als
u een tekst uit de namenbank wilt ophalen,
moet u de procedure volgen die is beschreven in
“Teksten zoeken met behulp van de eerste
letter”.
Teksten zoeken door ze een voor een
weer te geven
1
Volg stap 1 en 2 van “Opnamen
benoemen” (pagina 55) en draai aan
de Jog Dial totdat “ :Name”,
“ :Name” of “ :Name” op
het uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens op de Jog Dial.
2
Druk op END SEARCH zodat de
tekst die is opgeslagen in het
geheugen van de recorder, op het
uitleesvenster verschijnt.
3
Druk op x om de cursor te
verplaatsen van het letterinvoergebied
naar het letterpalet. Daarna draait u
aan de Jog Dial totdat de gewenste
tekst op het uitleesvenster knippert.
Door aan de Jog Dial te draaien
worden de teksten die in het geheugen
van de recorder zijn opgeslagen, een
voor een na elkaar weergegeven.
4
Druk op de Jog Dial als de gezochte
tekst op het uitleesvenster knippert.
De tekst is geselecteerd en licht op in
het letterinvoergebied.
5
Druk ten minste 2 seconden op de Jog
Dial.
De tekst is opgehaald.
62
Teksten zoeken met behulp van de
eerste letter
1
Als u een muziekstuk, groep of disc
aan het benoemen bent, draait u in het
letterinvoergebied aan de Jog Dial
totdat de eerste letter van de gewenste
tekst verschijnt.
2
Druk op END SEARCH om te
zoeken. Vervolgens verschijnt de
eerste tekst die met deze letter begint.
3
Druk op x om de cursor te
verplaatsen van het letterinvoergebied
naar het letterpalet. Daarna draait u
aan de Jog Dial totdat de gewenste
tekst op het uitleesvenster knippert.
4
Druk op de Jog Dial als de gezochte
tekst op het uitleesvenster knippert.
De tekst is geselecteerd en licht op in
het letterinvoergebied.
5
Druk ten minste 2 seconden op de Jog
Dial.
De geselecteerde tekst is opgehaald.
Teksten wissen
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“EDIT” verschijnt. Druk vervolgens
nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat
“BankErase” verschijnt. Daarna drukt
u op de Jog Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat de tekst
die u wilt wissen, op het
uitleesvenster knippert. Daarna drukt
u op de Jog Dial.
“Erase!” verschijnt en de tekst is
gewist.
De bewerking annuleren
Druk op CANCEL om ervoor te zorgen
dat “CANCEL?” oplicht en
“PushENTER” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna op de Jog Dial.
Op de afstandsbediening
Teksten opslaan in de
namenbank
(Namenbankfunctie)
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk op
x
.
3
Draai de bedieningsknop enkele
malen naar . of naar N>
totdat “Name Bank” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
4
Voer de tekst die wilt opslaan in en
houd
x
ten minste 2 seconden
ingedrukt.
“Entry!” verschijnt op het
uitleesvenster en de tekst is
opgeslagen.
DISPLAY
x
Bedieningsknop
X
63
Teksten opslaan tijdens het
benoemen
1
Volg stap 1 t/m 5 van “Op de
afstandsbediening” in “Opnamen
benoemen” (pagina 58) om een tekst
in te voeren.
2
Nadat u de tekst hebt ingevoerd, drukt
u ten minste 2 seconden op X.
“Entry!” verschijnt op het
uitleesvenster en de cursor knippert
achter de tekst die u zojuist hebt
opgeslagen. Nu kunt u verder gaan
met benoemen.
z
U kunt teksten opslaan van muziekstukken,
groepen of discs die reeds zijn benoemd.
Volg de procedure die is beschreven in
“Muziekstukken opnieuw benoemen”
(pagina 60) en geef het muziekstuk, de groep of
de disc weer die de tekst bevat die u wilt
opslaan. Trek de bedieningsknop naar buiten en
draai de knop naar VOL + of naar VOL – om de
cursor rechts van de tekst te plaatsen.
Vervolgens drukt u ten minste 2 seconden op
X. Druk vervolgens ten minste 2 seconden op
x om de tekst op te slaan.
Teksten uit het geheugen
ophalen
Opmerking
De teksten die in de namenbank zijn
opgeslagen, kunnen niet worden opgehaald via
de procedure die in “Teksten zoeken door ze
een voor een weer te geven” is beschreven. Als
u een tekst uit de namenbank wilt ophalen,
moet u de procedure volgen die is beschreven in
“Teksten zoeken met behulp van de eerste letter
van een tekst”.
Teksten zoeken door ze een voor een
weer te geven
1
Volg stap 1 en 2 “Op de
afstandsbediening” in “Opnamen
benoemen” (pagina 58) en draai de
bedieningsknop naar . of naar
N> totdat “ :Name”, “GP :
Name” of “ :Name” op het
uitleesvenster verschijnt. Druk
vervolgens op
x
.
2
Druk enkele malen op X totdat de
tekst die is opgeslagen in het
geheugen van de recorder, op het
uitleesvenster verschijnt.
3
Draai de bedieningsknop enkele
malen naar . of naar N> .
Door aan de bedieningsknop te
draaien worden de teksten die in het
geheugen van de recorder zijn
opgeslagen, een voor een
weergegeven.
4
Druk licht op
x
als de gewenste tekst
op het uitleesvenster wordt
weergegeven. Druk vervolgens ten
minste 2 seconden op
x
.
De cursor knippert achter de tekst die
u zojuist hebt opgehaald.
Teksten zoeken met behulp van de
eerste letter van een tekst
1
Als u een muziekstuk, groep of disc
benoemt, draait u de bedieningsknop
naar . of naar N> totdat de
letter waarmee de gewenste tekst
begint, op het uitleesvenster knippert.
2
Druk op X om te zoeken. Vervolgens
verschijnt de eerste tekst die met deze
letter begint.
vervolgd
64
3
Draai de bedieningsknop naar
N> totdat de gewenste tekst op
het uitleesvenster knippert.
Als u aan de bedieningsknop draait,
worden alle andere teksten die in de
namenbank zijn opgeslagen, een voor
een weergegeven.
Nadat alle teksten zijn weergegeven,
worden de tekens van het letterpalet
een voor een op het uitleesvenster
weergegeven.
4
Druk op
x
als de gewenste tekst op
het uitleesvenster wordt weergegeven.
Druk vervolgens ten minste 2
seconden op
x
.
De cursor knippert achter de tekst die
u zojuist hebt opgehaald.
Teksten wissen
1
Terwijl de recorder is gestopt, drukt u
ten minste 2 seconden op DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk op
x
.
3
Draai de bedieningsknop enkele
malen naar . of naar N>
totdat “BankErase” op het
uitleesvenster verschijnt en druk
vervolgens op
x
.
4
Draai de bedieningsknop enkele
malen naar . of naar N>
totdat de tekst die u wilt wissen,
verschijnt en druk vervolgens op
x
.
“Erase!” verschijnt op het
uitleesvenster en de tekst is gewist.
De bewerking annuleren
Druk ten minste 2 seconden op DISPLAY.
Muziekstukken of
groepen als een nieuwe
groep instellen
(Groepsinstelling)
Volg onderstaande procedure als u
muziekstukken (of groepen) als nieuwe
groep wilt instellen. U kunt meerdere
muziekstukken (of groepen) als nieuwe
groep instellen door het eerste en laatste
muziekstuk (of de eerste en laatste groep)
te selecteren. De betreffende muziek-
stukken (of groepen) moeten echter wel
achter elkaar zijn opgeslagen. Mochten de
gewenste muziekstukken (of groepen)
niet achter elkaar zijn opgeslagen, dan
moet u ze eerst verplaatsen, zodat ze wél
achter elkaar komen te staan
(“Opgenomen muziekstukken
verplaatsen”, pagina 66). Volgens kunt u
de nieuwe groep instellen. Deze functie
kan te allen tijde worden toepast, ook als
de groepsmodus is uitgeschakeld.
• Het is niet mogelijk een groep te maken
van muziekstukken die niet achter
elkaar zijn opgeslagen (bijvoorbeeld 1,
3, 2, 4, 3, 5, 6, 6, 8 en dan 9).
• De muziekstukken verschijnen altijd in
de volgorde zoals ze op de disc zijn
opgeslagen en niet in de volgorde
waarin ze in de groep staan (zelfs als de
groepsmodus is ingeschakeld).
123456
7
89
123456
7
89
Groep
Groep
Groep
Groep
Een nieuwe groep
met 2 groepen.
Een nieuwe groep
met muziek-
stuk 1 t/m 3.
65
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“EDIT” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals
op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “ :
Set” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
“001” knippert op het uitleesvenster.
3
Draai aan de Jog Dial totdat het
nummer of de naam van het
muziekstuk dat u als eerste in de
groep wilt opnemen, op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens op de Jog Dial.
Hiermee is het eerste muziekstuk van
de nieuwe groep geselecteerd.
Ook als de groepsmodus is
ingeschakeld, verschijnen de
muziekstuknummers in de volgorde
waarin ze op de disc staan en niet in
de volgorde in de groep.
4
Draai aan de Jog Dial totdat het
nummer of de naam van het
muziekstuk dat u als laatste in de
groep wilt opnemen, op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens op de Jog Dial.
Hiermee is het laatste muziekstuk van
de nieuwe groep geselecteerd.
5
Volg stap 4 t/m 7 van “Opnamen
benoemen” (pagina 55) om een groep
te benoemen.
Opmerkingen
• Het eerste muziekstuk dat u in stap 3
selecteert, moet ofwel het eerste muziekstuk
van een bestaande groep zijn, ofwel een
muziekstuk dat niet tot een groep behoort.
• Als u in stap 4 het laatste muziekstuk
selecteert, zorg dan dat dit muziekstuk na het
muziekstuk komt dat u in 3 hebt geselecteerd.
Het laatste muziekstuk moet ofwel het laatste
muziekstuk van een bestaande groep zijn,
ofwel een muziekstuk dat niet tot een groep
behoort.
Een groepsinstelling
opheffen
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“” licht op op het uitleesvenster en
de groepsmodus is ingeschakeld.
2
Volg stap 1 en 2 van “Op de recorder”
in “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 44)
en contoleer de inhoud van de groep
waarvan u de groepsinstelling wilt
opheffen. Druk vervolgens op x.
3
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna nogmaals op
de Jog Dial.
J
og
Di
a
l
STR:001
END:001
:
Jog Dial
x
GROUP
vervolgd
66
4
Draai aan de Jog Dial totdat “ :
Release” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
“Release?” verschijnt en
“PushENTER” knippert op het
uitleesvenster.
5
Druk op de Jog Dial.
De groepsinstelling van de
geselecteerde groep is opgeheven.
Opgenomen
muziekstukken
verplaatsen
U kunt de volgorde van de opgenomen
muziekstukken wijzigen.
Voorbeeld
Verplaats muziekstuk C
(muziekstuknummer 3) van de derde naar
de tweede positie.
Op de recorder
1
Speel het muziekstuk dat u wilt
verplaatsen af, druk op de Jog Dial en
draai eraan totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
De recorder speelt het selecteerde
muziekstuk herhaaldelijk af.
2
Draai aan de Jog Dial totdat
“ : Move” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
Het nummer van het geselecteerde
muziekstuk of de naam van de groep
waartoe het geselecteerde muziekstuk
behoort (als de groepsmodus is
ingeschakeld), knippert op het
uitleesvenster.
Als het muziekstuk is benoemd, drukt
u op > om ervoor te zorgen dat de
naam van het muziekstuk op het
uitleesvenster verschijnt. Druk op
. om het muziekstuknummer
nogmaals weer te geven.
3
Draai aan de Jog Dial totdat de
gewenste positie op het uitleesvenster
knippert.
Als u muziekstuk C wilt verplaatsen
naar positie “002”, draait u aan de Jog
Dial totdat “002” op het
uitleesvenster knippert.
4
Druk nogmaals op de Jog Dial.
De opname wordt verplaatst naar de
gekozen positie.
A C DB
A B DC
Voor het ver-
plaatsen
Na het verplaatsen
Jog Dial
67
Het verplaatsen annuleren
Druk op “CANCEL” in stap 3.
Op de afstandsbediening
1
Speel het muziekstuk dat u wilt
verplaatsen af en druk ten minste 2
seconden op DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
De recorder speelt het selecteerde
muziekstuk herhaaldelijk af.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “ :Move”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
“003 t 003” verschijnt bijvoorbeeld
op het uitleesvenster.
4
Draai de bedieningsknop naar
N> of naar . totdat de
gewenste positie op het uitleesvenster
knippert.
“003 t 002” verschijnt bijvoorbeeld
op het uitleesvenster.
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY om de verplaatsing te
annuleren.
5
Druk nogmaals op
x
.
Het muziekstuk wordt precies vóór
het muziekstuk met het geselecteerde
positienummer geplaatst.
Een muziekstuk naar
een andere groep
verplaatsen
Op de recorder
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“” licht op op het uitleesvenster en
de groepsmodus is ingeschakeld.
2
Speel het muziekstuk dat u wilt
verplaatsen af, druk op de Jog Dial en
draai eraan totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
De recorder speelt het selecteerde
muziekstuk herhaaldelijk af.
3
Draai aan de Jog Dial totdat
“ :Move” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
4
Draai aan de Jog Dial totdat de
gewenste nieuwe groep op het
uitleesvenster knippert. Daarna drukt
u op de Jog Dial.
5
Draai aan de Jog Dial totdat het
gewenste positienummer binnen de
groep op het uitleesvenster knippert.
Druk vervolgens op de Jog Dial.
DISPLAY
Bedieningsknop
x
GROUP
Jog Dial
68
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “GROUP” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “GROUP ON”
op het uitleesvenster wordt
weergegeven en druk vervolgens op
x
.
De groepsmodus is ingeschakeld.
4
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY terwijl het muziekstuk die
u wilt verplaatsen, wordt afgespeeld.
5
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
De recorder speelt het selecteerde
muziekstuk herhaaldelijk af.
6
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “ :Move”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
7
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat de gewenste
nieuwe groep op het uitleesvenster
knippert en druk vervolgens op
x
.
8
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat de gewenste
positie binnen de nieuwe groep op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
De groepsvolgorde op
een disc wijzigen
(Groepen verplaatsen)
Op de recorder
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“” licht op op het uitleesvenster en
de groepsmodus is ingeschakeld.
2
Speel een muziekstuk af dat deel
uitmaakt van de groep die u wilt
verplaatsen, druk op de Jog Dial en
draai eraan totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat
“ : Move” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
Nu kunt u de geselecteerde groep
verplaatsen.
4
Draai aan de Jog Dial om de nieuwe
positie op de disc te selecteren en
druk vervolgens op de Jog Dial.
DISPLAY
Bedieningsknop
x
GROUP
Jog Dial
69
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “GROUP” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “GROUP ON”
op het uitleesvenster wordt
weergegeven en druk vervolgens op
x
.
De groepsmodus is ingeschakeld.
4
Speel een muziekstuk af dat deel
uitmaakt van de groep die u wilt
verplaatsen en druk ten minste 2
seconden op DISPLAY.
5
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
6
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “GP : Move”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
7
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> om het gewenste
punt op de disc te selecteren en druk
vervolgens op
x
.
Een muziekstukmarker-
ing toevoegen
U kunt muziekstukmarkeringen
toevoegen zodat het gedeelte na de
nieuwe markering wordt aangemerkt als
een nieuw muziekstuk.
De muziekstuknummers worden als volgt
opgehoogd.
1
Tijdens het afspelen of pauzeren,
drukt u op het punt dat u wilt
markeren, op T MARK op de
recorder.
“MARK ON” verschijnt op het
uitleesvenster en er wordt een
muziekstukmarkering toegevoegd.
Het muziekstuknummer wordt met
één opgehoogd.
z
• Met de snelzoekfunctie kunt u snel een
bepaald muziekstuk of een bepaald punt
opzoeken waar u een muziekstukmarkering
wilt toevoegen. U kunt een muziekstuk of een
positie opzoeken terwijl u de
muziekstuknamen of de verstreken tijd in de
gaten houdt (pagina 42).
• Als u een muziekstukmarkering in een groep
toevoegt, wordt het betreffende
muziekstuknummer aan de groep toegevoegd.
DISPLAY
Bedieningsknop
x
1 3 42
231 4 5
Muziekstukmarkering
Muziekstuknummers worden opgehoogd
T MARK
70
Muziekstukmarkeringen
toevoegen tijdens het
opnemen (behalve tijdens
synchroonopnemen)
Op het punt waar u een
muziekstukmarkering wilt toevoegen,
drukt u op T MARK op de recorder.
Met de Automatische tijdmarkering kunt
u automatisch muziekstukmarkeringen
toevoegen op bepaalde intervallen
(behalve tijdens digitale opnamen)
(pagina 35).
Een muziekstukmarker-
ing wissen
Als u opneemt met analoge (lijn)ingang,
kunnen overbodige
muziekstukmarkeringen worden
toegevoegd op punten waar het
opnameniveau laag is. U kunt een
muziekstukmarkering wissen om zo de
muziekstukken die zich voor en na deze
markering bevinden, samen te voegen. De
muziekstuknummers veranderen als volgt.
1
Speel het muziekstuk af waarin zich
de muziekstukmarkering bevindt die
u wilt wissen. Druk vervolgens op X
om te pauzeren.
2
Zoek de muziekstukmarkering op
door lichtjes op . te drukken.
Als u bijvoorbeeld de derde
muziekstukmarkering wilt wissen,
zoekt u het begin op van het derde
muziekstuk. “00:00” verschijnt op het
uitleesvenster.
“MARK” verschijnt gedurende
2 seconden op het uitleesvenster.
3
Druk op T MARK om de markering
te wissen terwijl “MARK” op het
uitleesvenster verschijnt.
“MARK OFF” verschijnt op het
uitleesvenster. De
muziekstukmarkering wordt gewist
en de twee muziekstukken worden
samengevoegd.
z
Als u een muziekstukmarkering wist, worden
ook de datum, de tijd en de naam die aan die
markering zijn toegekend, gewist.
Opmerkingen
• Als u een muziekstukmarkering wist die zich
tussen twee muziekstukken bevindt die bij
verschillende groepen horen, wordt het
tweede muziekstuk toegekend aan dezelfde
groep als het eerste muziekstuk. En als u een
muziekstuk dat bij een groep hoort,
combineert met een muziekstuk dat niet bij
een groep hoort, wordt het tweede muziekstuk
met dezelfde instellingen als het eerste
muziekstuk aan de betreffende groep
toegevoegd. Als echter de groepsfunctie is
ingeschakeld, kunt u alleen muziekstukken
combineren die zich binnen de geselecteerde
groep bevinden.
• U kunt een muziekstukmarkering niet wissen
als de systeembeperkingen dat niet toestaan.
Zie “Systeembeperkingen” (pagina 86) voor
bijzonderheden.
1 3 42
1 32
Een muziekstukmarkering wissen
Muziekstuknummers worden verlaagd
T MARK
X
/
.
71
Muziekstukken of
groepen wissen
Een muziekstuk wissen
Denk eraan dat wanneer een
opname eenmaal is gewist, deze
niet meer is terug te halen. Let erop
dat u het juiste muziekstuk wist.
1
Speel het muziekstuk dat u wilt
wissen af, druk op de Jog Dial en
draai eraan totdat “EDIT” op het
uitleesvenster knippert. Druk
vervolgens nogmaals op de Jog Dial.
De recorder speelt het selecteerde
muziekstuk herhaaldelijk af.
2
Draai aan de Jog Dial totdat
“ :Erase” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
“Erase OK?” verschijnt en
“PushENTER” knippert op het
uitleesvenster.
Druk op CANCEL om het wissen te
annuleren.
3
Druk nogmaals op de Jog Dial.
Het muziekstuk wordt gewist en de
recorder begint het volgende
muziekstuk af te spelen. Alle
muziekstukken die volgen op het
gewiste muziekstuk, worden
automatisch hernummerd.
Een deel van een muziekstuk
wissen
Voeg muziekstukmarkeringen toe aan het
begin en aan het eind van het gedeelte dat
u wilt wissen. Wis vervolgens het
betreffende deel (pagina 69).
De hele disc wissen
Het is mogelijk om snel alle
muziekstukken en informatie die op de
MD staan in één keer te wissen.
Denk eraan dat wanneer een
opname eenmaal is gewist, deze
niet meer is terug te halen. Zorg
ervoor dat u de inhoud van de disc
die u wilt wissen, van tevoren
controleert.
1
Speel de disc die u wilt wissen af om
de inhoud te controleren en druk
vervolgens op x om te stoppen.
2
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “EDIT” op het uitleesvenster
knippert. Druk daarna nogmaals op
de Jog Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat
“ :Erase” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
“AllErase?” verschijnt en
“PushENTER” knippert op het
uitleesvenster.
Druk op CANCEL om het wissen te
annuleren.
4
Druk nogmaals op de Jog Dial.
“TOC Edit” knippert op het
uitleesvenster en alle muziekstukken
worden gewist.
Als de MD volledig is gewist,
verschijnen “BLANKDISC” en
“00:00” op het uitleesvenster.
Jog Dial
x
CANCEL
72
Een groep wissen
Denk eraan dat wanneer een
opname eenmaal is gewist, deze
niet meer is terug te halen. Zorg
ervoor dat u de inhoud van de
groep die u wilt wissen, van
tevoren controleert.
1
Druk ten minste 2 seconden op
GROUP.
“” licht op op het uitleesvenster en
de groepsmodus is ingeschakeld.
2
Volg stap 1 en 2 van de procedure die
is beschreven onder “Op de recorder”
in “Groepen selecteren en afspelen
(Groepsselectiemodus)” (pagina 44)
om de inhoud te controleren van de
groep die u wilt wissen. Druk
vervolgens op x.
3
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“EDIT” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals
op de Jog Dial.
4
Draai aan de Jog Dial totdat
“ :Erase” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
De groepsnaam en “GP Erase?”
verschijnen en “PushENTER”
knippert op het uitleesvenster. Druk
op CANCEL om het wissen te
annuleren.
5
Druk nogmaals op de Jog Dial.
De groep is gewist.
73
Andere functies
Het overslaan van
geluid onderdrukken
(G-PROTECTION)
De G-PROTECTION-functie is
ontwikkeld om schokbestendigheid te
bieden die van een beter niveau is dan bij
de techniek die tot nu toe is toegepast,
zodat u de recorder ook tijdens het joggen
kunt gebruiken.
Opmerking
In de volgende gevallen kan het geluid tijdens
het afspelen overslaan:
• de recorder heeft onafgebroken sterke
schokken ondergaan.
• er wordt een vuile of bekraste MiniDisc
afgespeeld.
Het alarm gebruiken
(Melodietimer)
U kunt het alarm zo instellen dat deze na
1 tot 99 minuten afgaat, waarbij u kunt
kiezen uit drie verschillende
alarmgeluiden.
Op de recorder
1
Druk op de Jog Dial als de recorder is
gestopt, afspeelt of pauzeert.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “M-
TIMER” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat “ON” op
het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op de Jog Dial.
, licht op op het uitleesvenster en u
kunt het alarmgeluid selecteren.
4
Draai enkele malen aan de Jog Dial
om het alarmgeluid te selecteren.
De volgende geluiden kunnen worden
geselecteerd.
5
Druk op de Jog Dial.
Het alarmgeluid is ingesteld.
6
Draai aan de Jog Dial om de alarmtijd
te selecteren.
Eén omwenteling van de
bedieningsknop zorgt ervoor dat de
instelling voor de alarmtijd (TIME :)
met 1 minuut verspringt binnen een
bereik van 1 t/m 99 minuten. Om de
tijd snel te laten verspringen, moet u
blijven draaien aan de Jog Dial.
7
Druk op de Jog Dial.
De Melodietimer is ingesteld.
Als de recorder is gestopt of pauzeert,
wordt op het uitleesvenster de
resterende tijd tot het alarm
weergeven.
Jog Dial
Uitleesvenster Alarmgeluid
TIMER 1 Klassieke muziek 1
TIMER 2 Klassieke muziek 2
TIMER 3 Pieptonen
ON
TIMER 1
TIME:05
ON
TIMER 1
TIME:05
74
De resterende tijd tot het
alarm controleren tijdens het
afspelen
Volg nogmaals stap 1 t/m 3. De resterende
tijd en het geselecteerde geluid
verschijnen op het uitleesvenster.
De alarminstelling annuleren
Druk op CANCEL.
Op de afstandsbediening
1
Als de recorder is gestopt, afspeelt of
pauzeert, drukt u ten minste 2
seconden op DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “M-TIMER”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “ON” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op
x
.
, licht op op het uitleesvenster en u
kunt het alarmgeluid selecteren.
4
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> om het alarmgeluid
te selecteren.
De volgende geluiden kunnen worden
geselecteerd.
5
Druk op
x
.
Het alarmgeluid is ingesteld.
6
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> om de alarmtijd te
selecteren.
Eén omwenteling van de bedienings-
knop zorgt ervoor dat de instelling
voor de alarmtijd (TIME :) met 1
minuut verspringt binnen een bereik
van 1 t/m 99 minuten. Als u de tijd
snel wilt veranderen, draait u de
bedieningsknop naar . of naar
N> en houdt deze vast.
7
Druk op
x
.
Het alarm is ingesteld.
Als de recorder is gestopt of pauzeert,
wordt op het uitleesvenster de
resterende tijd tot het alarm
weergeven.
De resterende tijd tot het
alarm controleren tijdens het
afspelen
Volg nogmaals stap 1 t/m 3. De resterende
tijd en het geselecteerde geluid
verschijnen op het uitleesvenster.
De alarminstelling annuleren
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
De Melodietimer annuleren
Selecteer “OFF” in stap 3 en druk daarna
op de Jog Dial op de recorder of op
x
op
de afstandsbediening.
DISPLAY
Bedieningsknop
x
Uitleesvenster Alarmgeluid
TIMER 1 Klassieke muziek 1
TIMER 2 Klassieke muziek 2
TIMER 3 Pieptonen
75
Het alarm afzetten
Druk op een willekeurige toets. De
oorspronkelijke functie van de betreffende
toets wordt op dat moment niet
geactiveerd.
z
• Als u de procedure beëindigt na stap 3, wordt
automatisch de vorige alarminstelling
gebruikt.
• Als het alarm gedurende één minuut heeft
geklonken, stopt het automatisch en wordt de
alarminstelling geannuleerd. Als het alarm
afgaat terwijl de recorder in de stopstand staat,
wordt 10 seconden nadat het alarm is gestopt,
de stroom automatisch uitgeschakeld. Als het
alarm stopt terwijl er een MD wordt
afgespeeld, wordt het afspelen niet
onderbroken.
Opmerkingen
• De instellingen gaan verloren als u met
opnemen begint.
• De timer begint met aftellen (uitgaande van de
fabrieksinstelling) zodra u in stap 3 “ON”
selecteert. De recorder begint opnieuw met
aftellen zodra u in stap 6 de alarmtijd hebt
gewijzigd.
Uw gehoor beschermen
(AVLS)
De AVLS automatische volumebegrenzer
(Automatic Volume Limiter System)
zorgt ervoor dat het volume beneden een
bepaald maximum blijft, om zo uw
gehoor te beschermen.
Op de recorder
1
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “OPTION” op het
uitleesvenster knippert. Druk daarna
nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “AVLS”
op het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op de Jog Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat “AVLS
ON” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
Als u probeert het volume te hoog in
te stellen, verschijnt “AVLS ” op het
uitleesvenster. Het volume wordt op
een gematigd niveau gehouden.
Jog Dial
DISPLAY
Bedieningsknop
x
76
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “OPTION” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “AVL S ” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
4
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “AVL S O N ”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
AVLS annuleren
Selecteer “AV L S OFF” op de recorder in
stap 3 en druk vervolgens op de Jog Dial.
Selecteer “AV L S OFF” op de
afstandsbediening in stap 4 en druk
vervolgens op x.
De pieptoon
uitschakelen
U kunt de pieptoon voor de koptelefoon/
oortelefoon uitschakelen.
Op de recorder
1
Druk op de Jog Dial en draai eraan
totdat “OPTION” op het
uitleesvenster knippert. Druk daarna
nogmaals op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat “BEEP”
op het uitleesvenster knippert. Daarna
drukt u op de Jog Dial.
3
Draai aan de Jog Dial totdat “BEEP
OFF” op het uitleesvenster knippert.
Daarna drukt u op de Jog Dial.
Op de afstandsbediening
1
Druk ten minste 2 seconden op
DISPLAY.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “OPTION” op
het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
Jog Dial
DISPLAY
Bedieningsknop
x
77
3
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “BEEP” op het
uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
4
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> totdat “BEEP OFF”
op het uitleesvenster knippert en druk
vervolgens op x.
De pieptoon aanzetten
Selecteer “BEEP ON” op de recorder in
stap 3 en druk vervolgens op de Jog Dial.
Selecteer “BEEP ON” op de
afstandsbediening in stap 4 en druk
vervolgens op x.
Het contrast van het
uitleesvenster regelen
(Contrastregeling)
Het is mogelijk om het contrast van het
uitleesvenster op de recorder te regelen.
1
Als de recorder is gestopt, drukt u op
de Jog Dial en draait u eraan totdat
“OPTION” op het uitleesvenster
knippert. Druk vervolgens nogmaals
op de Jog Dial.
2
Draai aan de Jog Dial totdat
“CONTRAST” op het uitleesvenster
knippert. Daarna drukt u op de Jog
Dial.
3
Draai aan de Jog Dial om het contrast
te regelen en druk vervolgens op de
Jog Dial.
Opmerking
Het is niet mogelijk om het contrast via de
afstandsbediening te regelen. Ook is het niet
mogelijk om het contrast van het uitleesvenster
van de afstandsbediening te regelen.
De bediening
vergrendelen (HOLD)
Deze functie gebruikt u om te voorkomen
dat de toetsen per ongeluk worden
bediend als u de recorder vervoert.
1
Schuif HOLD in de richting van de
..
Schuif HOLD op de recorder om de
bediening van de recorder te
vergrendelen. Schuif HOLD op de
afstandsbediening om de bediening
van de afstandsbediening te
vergrendelen.
De bediening ontgrendelen
Schuif HOLD tegen de richting van de
pijl in.
Jog Dial
HOLD
HOLD
78
Stroombronnen
U kunt de recorder via netspanning van
stroom voorzien, of op de hieronder
beschreven manier.
In de recorder ...
— een oplaadbare nikkel-metallisch-
hydridebatterij NH-14WM
(meegeleverd)
Met de meegeleverde batterijhouder ...
— een droge LR6-alkalinebatterij (AA-
formaat) (niet meegeleverd)
Wanneer u lange tijd achter elkaar
opneemt, verdient het de voorkeur
gebruik te maken van netspanning.
De batterijen vervangen
Als de droge of oplaadbare batterij bijna
leeg is, knippert r op het uitleesvenster
of verschijnt “LOW BATT”. Vervang de
droge batterij of laad de oplaadbare
batterij op.
De indicatie van de batterijlading is niet
exact. Het is een benadering die afhangt
van de wijze waarop en de
omstandigheden waarin de recorder is
gebruikt.
Opmerking
Stop de recorder voordat u de batterij vervangt.
Gebruiksduur van de batterij
1)
Tijdens het opnemen
2)
(Eenheid: geschatte uren)(JEITA
3)
)
1)
De gebruiksduur van de batterij kan korter zijn
ten gevolge van de wijze waarop het apparaat
wordt gebruikt en de omgevingstemperatuur.
2)
Maak bij het opnemen gebruik van een
volledig geladen oplaadbare batterij. De
opnametijd hangt af van de alkalinebatterij die
u gebruikt.
3)
Meetwaarden conform de JEITA-standaard
(Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
Batterijen SP-
stereo
LP2-
stereo
LP4-
stereo
Oplaadbare
nikkel-
metallisch-
hydride-
batterij NH-
14WM(A)
4)
8,5 11 14
Sony LR6
(SG)
droge
alkaline-
batterij
5)
7,5 12 15
Oplaadbare
nikkel-
metallisch-
hydride-
batterij NH-
14WM(A)
4)
+ Eén LR6
(SG)
5)
20 28 37
4)
Met een 100% volledig geladen oplaadbare
batterij.
5)
Met een droge alkalinebatterij, Sony LR6 (SG)
“STAMINA” (gemaakt in Japan).
Tijdens het afspelen
(Eenheid: geschatte uren)(JEITA
1)
)
Batterijen SP-
stereo
LP2-
stereo
LP4-
stereo
Oplaadbare
nikkel-
metallisch-
hydride-
batterij NH-
14WM(A)
2)
24 27 31
Sony LR6
(SG)
droge
alkaline-
batterij
3)
34 40 45
Oplaadbare
nikkel-
metallisch-
hydride-
batterij NH-
14WM(A)
2)
+ Eén LR6
(SG)
3)
64 75 84
1)
Meetwaarden conform de JEITA-standaard
(Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
2)
Met een 100% volledig geladen oplaadbare
batterij.
3)
Met een droge alkalinebatterij, Sony LR6 (SG)
“STAMINA” (gemaakt in Japan).
79
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Steek geen vreemde objecten in de DC IN 3V-
aansluiting.
Voedingsbronnen
• Gebruik netspanning, een oplaadbare nikkel-
metallisch-hydridebatterij, een LR6-batterij
(AA-formaat) of een autoaccu.
• Bij gebruik binnenshuis: Voor de
meegeleverde oplaadsteun dient u de
meegeleverde netspanningsadapter te
gebruiken. Gebruik geen andere
netspanningsadapter, omdat de recorder dan
defect kan raken.
• De recorder moet niet worden losgehaald van
de netspanning zolang deze op het stopcontact
is aangesloten, zelfs niet als de recorder is
uitgeschakeld.
• Als u deze recorder voor een lange periode
niet gebruikt, zorg dan dat de
stroomvoorziening is afgesloten (de
netspanningsadapter, de droge batterij, de
oplaadbare batterij of de accukabel). Als u de
netspanningsadapter uit het stopcontact haalt,
trek dan aan de adapterstekker zelf; trek nooit
aan het snoer.
Warmtevorming
Wanneer de recorder lange tijd achter elkaar
wordt gebruikt, kan zich warmte ophopen in het
apparaat. Dit is echter geen storing.
Opstelling
• Gebruik de recorder niet onder
omstandigheden met extreem veel licht,
warmte, vocht of trillingen.
• Wikkel de recorder niet ergens in als deze
wordt gebruikt met een netspanningsadapter.
Er hoopt zich dan warmte op waardoor er
storingen of schade kunnen ontstaan.
Koptelefoon/oortelefoon
Verkeersveiligheid
Maak geen gebruik van de koptelefoon/
oortelefoon tijdens het autorijden, fietsen of het
bedienen van een gemotoriseerd voertuig.
Hierdoor kunnen verkeersongevallen ontstaan.
Bovendien is het in veel landen verboden om in
het verkeer een koptelefoon te dragen. Verder
kan het gevaarlijk zijn om tijdens het lopen uw
recorder met een hoog geluidsvolume af te
spelen, met name bij voetgangersoversteek-
plaatsen. U dient in deze gevallen uiterste
voorzichtigheid te betrachten of de recorder te
stoppen bij situaties die gevaar op kunnen
leveren.
Gehoorbeschadiging voorkomen
Gebruik de koptelefoon/oortelefoon niet met
het hoogste geluidsvolume. Gehoorexperts
raden het af om vaak gedurende lange tijd naar
harde muziek te luisteren. Als u merkt dat uw
oren gaan suizen, stel dan het geluidsvolume
lager in of stop met luisteren.
Rekening houden met anderen
Houd het geluid op een gematigd
volumeniveau. U bent dan in staat om geluiden
van buiten op te vangen en u houdt dan
rekening met anderen.
De MiniDisc-behuizing
• Wanneer u een MiniDisc vervoert of opbergt,
doe hem dan in het daarvoor bestemde doosje.
• Verbreek de sluiting van de behuizing niet.
• Leg de MiniDisc niet op plaatsen waar deze
wordt blootgesteld aan licht, extreme hitte,
vocht of stof.
• Bevestig het meegeleverde MD-label alleen
op de hiervoor bestemde plaats op de disc en
niet op een ander deel van het oppervlak.
De houder voor droge
batterijen
De meegeleverde houder voor droge batterijen
is uitsluitend voor deze recorder ontworpen.
Polariteit van de
stekker
80
Reinigen
• Reinig de behuizing van de recorder met een
zachte doek die licht is bevochtigd met water
of een oplossing met een mild schoonmaak-
middel. Gebruik geen enkel type schuurspons,
schuurpoeder of oplossingen met alcohol of
benzeen, aangezien hierdoor de afwerking van
de behuizing kan worden aangetast.
• Verwijder vuil van de MiniDisc-behuizing
met een droge doek.
• Stof op de lens kan het goed functioneren van
het apparaat belemmeren. Zorg er daarom
voor dat u het deksel van het discgedeelte sluit
als u er een MD in hebt gedaan of eruit hebt
gehaald.
• Veeg de stekkers van de koptelefoon/
oortelefoon of de afstandsbediening af met
een droge doek voor een optimale
geluidskwaliteit. Vuile stekkers kunnen het
geluid vervormen of onderbrekingen in het
geluid veroorzaken.
Opmerkingen over de
batterijen
Bij onjuist gebruik van de batterijen kan er
lekkage van batterijvloeistof ontstaan of kunnen
de batterijen scheuren. Om dit te voorkomen,
dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht te nemen:
• Plaats de batterijen met de + en – in de juiste
positie.
• Probeer geen droge batterijen op te laden.
• Verwijder de batterijen als de recorder
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
• Als een batterij lek is, veegt u de
batterijvloeistof voorzichtig en grondig uit de
batterijbehuizing, voordat u nieuwe batterijen
plaatst.
Opmerking over mechanische
bijgeluiden
Als de recorder in werking is, worden er
mechanische bijgeluiden geproduceerd. Deze
worden veroorzaakt door het energie-
besparingssysteem van de recorder en vormen
geen probleem.
Een opgenomen MD beveiligen
Om een MD tegen opnemen te beveiligen, dient
u het nokje aan de zijkant van de MD open te
schuiven. In deze stand kan op de MD niet
worden opgenomen. Als u weer wilt opnemen,
zet u het nokje terug zodat deze weer zichtbaar
is.
Opmerking over digitaal
opnemen
Deze recorder maakt gebruik van het Serial
Copy Management System, waardoor er alleen
digitale opnamen gemaakt kunnen worden van
voorbespeelde MD’s. Wanneer u een
zelfopgenomen MD kopieert, kan dat alleen via
de analoge aansluitingen (lijnuitgang).
Achterzijde van
de MD
Opnamen zijn niet
beveiligd.
Nokje
Opnamen zijn
beveiligd.
Voorbespeelde media zoals CD’s of
MD’s.
Digitale opnemen
Zelfopgenomen
MD
Geen
digitale
opnemen
Onbespeelde
MD
81
Onderhoud
Maak de contactpunten van tijd tot tijd schoon
met een wattenstaafje of een zachte doek, zoals
hieronder is afgebeeld.
Wanneer u vragen of problemen hebt met
betrekking tot uw recorder, neem dan contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-dealer. (Als het
probleem zich heeft voorgedaan terwijl de disc
zich in recorder bevond, raden we u aan om de
disc in het apparaat te laten zitten wanneer u de
Sony-dealer raadpleegt. De oorzaak van het
probleem kan dan namelijk beter worden
achterhaald.)
Microfoon, platenspeler, tuner enz. (met
analoge uitgangen).
Analoog opnemen
Geen
digitale
opnemen
Onbe-
speelde
MD
Digitale opnemen
Zelfopgenomen MD
Onbe-
speelde
MD
Contact-
punten
82
Verhelpen van storingen
Als een probleem zich blijft voordoen nadat u de onderstaande punten hebt gecontroleerd,
raadpleeg dan de dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Probleem Oorzaak/Oplossing
De recorder doet
het niet of matig.
• De audiobronnen zijn wellicht niet goed aangesloten.
,Koppel de audiobronnen los en sluit ze opnieuw aan (pagina 22,
28).
• De HOLD-functie is ingeschakeld (op het uitleesvenster verschijnt
“HOLD” als u op een recordertoets drukt).
,Schakel HOLD op de recorder uit door de HOLD-schakelaar
tegen de richting van de pijl in te schuiven (pagina 20, 77).
• Het deksel is niet goed gesloten.
,Sluit het deksel totdat deze klikt. Druk vervolgens op OPEN om
het deksel te openen.
• Er is vochtcondensatie in de recorder opgetreden.
,Haal de MD eruit en laat de recorder enkele uren op een warme
plaats liggen totdat het vocht is verdampt.
• De oplaadbare of droge batterij is bijna leeg (“LOW BATT”
knippert of er verschijnt niets op het uitleesvenster).
,Laad de oplaadbare batterij op, vervang de droge batterij
(pagina 19) of sluit de meegeleverde netspanningsadapter aan
op de recorder.
• De oplaadbare of droge batterij is onjuist geplaatst.
,Plaats de batterij op de juiste wijze (pagina 19).
• U hebt op een toets gedrukt terwijl de discindicatie snel
ronddraaide.
,Wacht totdat de indicatie langzaam draait.
• U hebt bij het opnemen vanaf een draagbare CD-speler geen
gebruik gemaakt van netstroom of u hebt de stabiliseerfunctie,
bijvoorbeeld ESP, niet uitgeschakeld (pagina 24).
• De analoge opname is gemaakt via een aansluitkabel met een
signaalverzwakker.
,Gebruik een aansluitkabel zonder signaalverzwakker
(pagina 28).
• De netspanningsadapter is tijdens het opnemen losgekoppeld of er
heeft zich een stroomonderbreking voorgedaan.
• De recorder heeft tijdens het opnemen een mechanische schok
ondergaan of last gehad van te veel statische ruis, abnormale
spanning ten gevolge van bliksem, enz.
,Begin als volgt opnieuw met opnemen.
1 Sluit alle voedingsbronnen af.
2 Laat de recorder ongeveer 30 seconden met rust.
3 Sluit de stroomvoorziening aan.
• De disc is beschadigd of bevat niet de juiste opname- of
bewerkingsgegevens.
,Plaats de disc terug. Maak een nieuwe opname op de disc. Als
de foutmelding nog steeds verschijnt, vervang de disc dan door
een andere.
83
De recorder doet
het niet of matig.
• De disc is tegen opnemen beveiligd (“PROTECTED” verschijnt).
,Verschuif het nokje (pagina 80).
• Het opnameniveau is te laag om op te nemen (als u handmatig
opneemt).
,Pauzeer de recorder en regel het opnameniveau.
• Er is bij het opnemen een voorbespeelde MD geplaatst (“P/B
ONLY” verschijnt).
,Plaats een onbespeelde MD.
• De recorder wordt bediend terwijl deze op de oplaadsteun is
geplaatst.
,Haal de recorder van de oplaadsteun.
• U hebt geprobeerd om tijdens het instellen van het programma de
groepsmodus in te schakelen.
,Schakel de groepsmodus in voordat u een programma instelt.
De recorder
overschrijft
bestaand
materiaal tijdens
het opnemen.
• De beginpositie van de opname (“REC-Posi”) is ingesteld op “From
Here”.
,Stel “REC-Posi” in op “From End”.
“NO SIGNAL”
verschijnt op het
uitleesvenster
tijdens het
opnemen vanaf
een draagbare
CD-speler.
• Er komt geen digitaal signaal van de draagbare CD-speler.
,Als u een digitale opname maakt vanaf een draagbare CD-
speler, gebruik dan een netspanningsadapter en schakel de
stabiliseerfunctie op de CD-speler (bijvoorbeeld ESP) uit
(pagina 24).
Na het opnemen
bevindt er zich
geen opname op
de MD.
• De netspanningsadapter was losgekoppeld of er heeft zich tijdens
het opnemen een stroomstoring voorgedaan.
Het deksel gaat
niet open.
• De voedingsbronnen zijn tijdens het opnemen of bewerken
losgekoppeld, of de batterij is leeggeraakt.
,Sluit de voedingsbronnen weer aan of vervang de leeggeraakte
batterij.
• Het deksel is niet goed gesloten.
,Sluit het deksel totdat deze klikt. Druk vervolgens op OPEN om
het deksel te openen.
Probleem Oorzaak/Oplossing
84
Er komt geen
geluid uit de
koptelefoon/
oortelefoon.
• De stekker van de koptelefoon/oortelefoon is niet goed aangedrukt.
,Sluit de stekker van de koptelefoon/oortelefoon goed aan op de
afstandsbediening. Sluit de stekker van de afstandsbediening
goed aan op i/LINE OUT.
• Het volume is te laag.
,Regel het volume door op VOL +/– te drukken.
• De stekker is vuil.
,Reinig de stekker.
• De “AUDIO OUT”-instelling voor de i/LINE OUT-aansluiting
staat op “LINE OUT”.
,Stel deze in op “HeadPhone”.
Het volume kan
niet worden
opgevoerd.
• AVLS is ingeschakeld.
,Stel AVLS in op “AVLS OF F” (pagina 75).
Een MD wordt
niet normaal
afgespeeld.
• De afspeelstand is gewijzigd.
,Gebruik de Jog Dial op de recorder of druk op RPT/ENT op de
afstandsbediening om terug te keren naar de normale
afspeelstand.
Een MD wordt
niet afgespeeld
vanaf het eerste
muziekstuk.
• Het afspelen van de disc is gestopt voordat het laatste muziekstuk is
bereikt.
,Druk ten minste 2 seconden op N om het afspelen te starten,
of druk de bedieningsknop op de afstandsbediening enkele
malen naar ..
• De groepsmodus is ingeschakeld.
,Schakel de groepsmodus uit en speel af vanaf het eerste
muziekstuk (druk ten minste 2 seconden op N om met
afspelen te beginnen, of druk de bedieningsknop op de
afstandsbediening enkele malen naar .).
• De discinformatie is opgeslagen in het Persoonlijk discgeheugen.
,Wis de discinformatie uit het Persoonlijk discgeheugen.
Het geluid slaat
over bij het
afspelen.
• De recorder is ergens geplaatst waar hij voortdurend blootstaat aan
trillingen.
,Zet de recorder op een stabiele plaats.
• Een zeer kort muziekstuk kan ervoor zorgen dat het geluid
overslaat.
Het geluid bevat
veel statische ruis.
• Sterke magnetische velden van een televisietoestel e.d. verstoren de
werking van de recorder.
,Houd de recorder verwijderd van een bron met sterke
magnetische velden.
Kan geen
muziekstukmarke
ringen vinden.
• U hebt X ingedrukt na . of >.
,Druk op X voordat u aan de Jog Dial draait of op . of >
drukt.
Probleem Oorzaak/Oplossing
85
De oplaadbare
batterij begint niet
met opladen. De
oplaadbare
batterij kan niet
volledig worden
opgeladen.
• De oplaadbare batterij is onjuist geplaatst of de
netspanningsadapter is onjuist aangesloten.
,Plaats de batterij op de juiste wijze of sluit de
netspanningsadapter goed aan.
• De contactpunten van de oplaadsteun zijn vuil.
,Reinig de contactpunten met een droge doek.
De klok loopt
achter of het
uitleesvenster
knippert.
De opnamedatum
is niet op de disc
vastgelegd.
• De ingebouwde batterij voor de klok is bijna leeg.
,Sluit de netspanningsadapter aan op DC IN 3V op de recorder
en op het stopcontact om de interne batterij op te laden. Stel na
het opladen de klok opnieuw in (pagina 39). Denk eraan dat
onder normale omstandigheden de klok ongeveer 2 minuten per
maand voor of achter kan lopen.
• De klok is niet ingesteld.
,De klok instellen (pagina 39).
CD-
tekstinformatie
kan niet worden
opgenomen.
• De kabel waarmee de apparaten met elkaar zijn verbonden, is niet
optisch.
,Verbind de apparaten met een optische kabel.
• CD-TEXT wordt niet door de aangesloten CD-speler ondersteund.
,Sluit een draagbare CD-speler (D-E999 enz.) aan die CD-TEXT
ondersteunt (pagina 40).
• CD-TEXT wordt niet door de geplaatste CD ondersteund.
,Neem op van een CD die CD-TEXT ondersteunt.
VOL +/– of
Digitale
geluidsvoorkeuren
doen het niet.
• De “AUDIO OUT”-instelling staat op “LINE OUT”.
,Stel “AUDIO OUT” in op “HeadPhone” (pagina 26).
De disc kan niet
op een ander
apparaat worden
bewerkt.
• LP2- en LP4-stereo worden niet door het betreffende apparaat
ondersteund.
,Voer de bewerking uit op een ander apparaat dat LP2- en LP4-
stereo wel ondersteunt.
Er is een
kortstondig
bijgeluid te horen.
• Door de speciale audiocompressietechnologie die bij LP4-opnamen
wordt gebruikt, kan het in zeer zeldzame gevallen voorkomen dat er
bij bepaalde geluidsbronnen een kortstondig bijgeluid wordt
geproduceerd.
,Neem op in de normale stereostand of in de LP2-stereostand.
De groepsfunctie
(groepsmodus/
groepsselectie-
modus) doet het
niet.
• U hebt geprobeerd om de groepsmodus in te schakelen (“No
Group” verschijnt) bij een disc zonder groepsinformatie.
,Gebruik een disc met groepsinformatie.
• U hebt geprobeerd de groepsmodus in te schakelen, terwijl u bezig
was met het instellen van geprogrammeerd afspelen.
,Schakel de groepsmodus in voordat u geprogrammeerd afspelen
instelt.
Het uitleesvenster
functioneert niet
naar behoren.
• De recorder was niet aangesloten op een stroombron.
,Laat de recorder even met rust of ontkoppel de stroombron en
sluit deze opnieuw aan. Druk daarna op een willekeurige toets.
Probleem Oorzaak/Oplossing
86
Systeembeperkingen
Het opneemsysteem van uw MiniDisc-recorder verschilt aanzienlijk van dat van cassette-
en DAT-decks. Een en ander wordt gekenmerkt door de hieronder beschreven beperkingen.
Deze beperkingen zijn overigens inherent aan het MD-opneemsysteem en hebben geen
mechanische oorzaak.
Probleem Oorzaak
“TR FULL”
verschijnt nog
voordat de disc de
maximale
opnametijd (60, 74
of 80 minuten)
heeft bereikt, en er
kan niet worden
opgenomen.
Als er 254 muziekstukken op de disc zijn opgenomen, verschijnt
“TR FULL”, ongeacht de verstreken opnametijd. Op de disc
kunnen niet meer dan 254 muziekstukken worden opgenomen. Als
u door wilt gaan met opnemen, moet u overbodige muziekstukken
wissen.
“TR FULL”
verschijnt nog
voordat de disc het
maximale aantal
muziekstukken of
de maximale
opnametijd heeft
bereikt.
Herhaaldelijk opnemen en wissen kan fragmentatie en verspreiding
van gegevens tot gevolg hebben. Hoewel deze verspreide gegevens
kunnen worden gelezen, wordt ieder fragment aangemerkt als een
muziekstuk. Op deze manier kan het aantal van 254 muziekstukken
worden bereikt, waardoor verder opnemen niet mogelijk is. Als u
door wilt gaan met opnemen, moet u overbodige muziekstukken
wissen.
Muziekstukmarker-
ingen kunnen niet
worden gewist.
Hoewel er vele
korte
muziekstukken zijn
gewist, neemt de
resterende
opnametijd niet toe.
Wanneer de gegevens van een muziekstuk zijn gefragmenteerd, is
het niet mogelijk om een muziekstukmarkering te verwijderen van
een fragment dat korter duurt dan 12 seconden (opname in SP-
stereo), 24 seconden (opname in LP2-stereo of mono) of 48
seconden (opname in LP4-stereo). Het is niet mogelijk om
muziekstukken die in verschillende opnamestanden zijn
opgenomen, te combineren, bijvoorbeeld een muziekstuk dat in
stereo is opgenomen en een muziekstuk dat in mono is opgenomen;
het is ook niet mogelijk om een muziekstuk dat is opgenomen met
een digitale verbinding, samen te voegen met een muziekstuk dat
met een analoge verbinding is opgenomen.
Muziekstukken die korter duren dan 12, 24 of 48 seconden, worden
niet meegeteld, zodat het wissen ervan niet resulteert in een
toename van de resterende opnametijd.
87
De totale
opnametijd en
resterende
opnametijd
tezamen blijven
onder de maximale
opnametijd van de
disc (van 60, 74 of
80 minuten).
Gewoonlijk wordt het opnemen gedaan in eenheden van ongeveer 2
seconden (in SP-stereo), 4 seconden (in LP2-stereo of mono) of 8
seconden (in LP4-stereo). Wanneer de opname stopt, verbruikt de
laatst opgenomen eenheid altijd deze complete eenheid van 2, 4 of 8
seconden, ook al duurt de daadwerkelijke opname minder lang. Ook
wanneer de opname na een stop wordt hervat, voegt de recorder
automatisch een lege ruimte van 2, 4 of 8 seconden in voordat de
nieuwe opname begint. (Dit wordt gedaan om te voorkomen dat een
voorgaand muziekstuk per ongeluk wordt gewist wanneer er een
nieuw muziekstuk wordt gestart.) Telkens wanneer een opname
wordt gestopt, neemt de potentiële opnametijd dus af met maximaal
6, 12 of 24 seconden.
Tijdens het zoeken
kan er bij de
bewerkte
muziekstukken
geluidsuitval
optreden.
Door de fragmentatie van gegevens kan er tijdens het zoeken
geluidsuitval optreden, omdat de muziekstukken dan op een hogere
snelheid worden afgespeeld dan normaal.
Probleem Oorzaak
88
Meldingen
Als de volgende foutmeldingen op het uitleesvenster knipperen, raadpleeg dan onderstaand
overzicht.
Foutmelding Betekenis/Oplossing
BANK FULL • De namenbank is bijna vol en kan de tekst die u wilt invoeren, niet
meer opslaan.
,Verwijder enkele teksten uit de namenbank en voer vervolgens
de nieuwe tekst nogmaals in.
BLANKDISC • Er is een lege MD geplaatst.
BUSY • U hebt geprobeerd de recorder te bedienen terwijl deze bezig was
de opgenomen gegevens te lezen.
,Wacht tot de melding weer verdwijnt (in zeldzame gevallen
kan dit enkele minuten vergen).
Data Save • De MD-speler is bezig om informatie (geluiden) vanuit het
geheugen op de disc op te nemen.
,Wacht totdat dit proces is voltooid. Zorg ervoor dat de speler
niet bloot staat aan fysieke schokken en dat de
stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
DISC ERR • De disc is beschadigd of bevat niet de juiste opname- of
bewerkingsgegevens.
,Plaats de disc terug. Als dit geen succes heeft, neem dan
opnieuw op.
DISC FULL • De resterende opnametijd op de disc is 12 seconden (SP-stereo),
24 seconden (LP2-stereo of mono), 36 seconden (LP4-stereo) of
minder.
,Vervang de disc.
EMPTY • U hebt geprobeerd gegevens uit de namenbank te wissen terwijl er
geen gegevens waren opgeslagen.
Hi DC in • Het voltage van de stroomvoorziening is te hoog (er is geen
gebruik gemaakt van de meegeleverde netspanningsadapter of van
de aanbevolen autoaccukabel).
,Gebruik de meegeleverde netspanningsadapter of de
aanbevolen autoaccukabel.
HOLD • De recorder is vergrendeld.
,Ontgrendel de recorder door HOLD tegen de richting van de
pijl te schuiven (pagina 77).
LINE OUT • U hebt op VOL +/– gedrukt, terwijl de “AUDIO OUT”-instelling
op “LINE OUT” stond.
,Gebruik de Jog Dial om de “AUDIO OUT”-instelling op
“HeadPhone” (pagina 26) te zetten.
89
LOW BATT • De batterijen zijn bijna leeg.
,Laad de oplaadbare batterij op of vervang de droge batterij
(pagina 78).
MEM OVER • U hebt geprobeerd op te nemen terwijl de recorder zich op een
plaats bevond waar deze continu aan trillingen stond blootgesteld.
, Zet de recorder op een stabiele plaats en begin opnieuw met
opnemen.
MENU • U hebt een toets op de afstandsbediening ingedrukt terwijl u op de
recorder een menu hebt geselecteerd. U hebt een toets op de
recorder ingedrukt terwijl u op de afstandsbediening een menu
hebt geselecteerd.
NAME FULL • U hebt geprobeerd een naam van meer dan 200 tekens in te voeren
voor één muziekstuk of disc.
• U hebt geprobeerd in totaal meer dan 1 700 tekens in te voeren
voor de namen van de muziekstukken en de naam van de disc.
,Voer een kortere naam in voor het muziekstuk, de groep of de
disc (pagina 55), of zet de “LP Stamp”-instelling op “Stamp
OFF” zodat “LP:” niet aan het begin van de muziekstuknaam
wordt toegevoegd (pagina 29).
NO BATT • De oplaadbare batterij is niet geplaatst.
,Plaats een oplaadbare batterij.
NO COPY • U hebt geprobeerd op te nemen van een disc die is beveiligd door
het Serial Copy Management System. Het is niet mogelijk te
kopiëren van een digitaal aangesloten bron die zelf is opgenomen
via een digitale aansluiting.
,Gebruik in plaats hiervan een analoge aansluiting (pagina 22).
NO DISC • U hebt geprobeerd af te spelen of op te nemen zonder dat er een
disc in de recorder zat.
,Plaats een MD.
No Entry! • U hebt geprobeerd discinstellingen in het Persoonlijk
discgeheugen te wissen, terwijl er voor de betreffende disc geen
instellingen in het Persoonlijk discgeheugen aanwezig waren.
NO SIGNAL • De recorder heeft geen digitale invoersignalen kunnen waarnemen.
,Zorg dat de bron goed is aangesloten (pagina 22).
NO TEXT • U hebt geprobeerd de kopieerfunctie voor CD-teksten te gebruiken
om een muziekstuk- of discnaam te kopiëren van een CD die geen
tekstgegevens bevat (pagina 40).
P/B ONLY • U hebt geprobeerd op te nemen of te bewerken op een
voorbespeelde MD (P/B staat voor “playback”, afspelen).
,Plaats een onbespeelde MD.
PROTECTED • U hebt geprobeerd op te nemen op een MD die tegen opnemen is
beveiligd, of u hebt geprobeerd deze MD te bewerken.
,Schuif het nokje terug (pagina 80).
Foutmelding Betekenis/Oplossing
90
SORRY • U hebt geprobeerd een muziekstukmarkering aan het begin van het
eerste muziekstuk te wissen.
• U hebt geprobeerd een muziekstukmarkering te wissen waardoor
onverenigbare muziekstukken zouden worden samengevoegd
(bijvoorbeeld een stereo- en een mono-opname).
• U hebt geprobeerd een muziekstukmarkering te overschrijven.
• U hebt geprobeerd Digitale geluidsvoorkeuren in te stellen terwijl
de “AUDIO OUT”-instelling op “LINE OUT” stond.
,Gebruik de Jog Dial om de “AUDIO OUT”-instelling op
“HeadPhone” (pagina 26) te zetten.
• U hebt geprobeerd tijdens een synchroonopname op X of T
MARK te drukken.
• U hebt geprobeerd tijdens het programmeren de groepsfunctie in te
schakelen.
,Schakel de groepsfunctie in voordat u gaat programmeren.
TEMP OVER • Er heeft zich te veel warmte in de recorder opgehoopt.
,Laat de recorder afkoelen.
TOC Edit • De MD-speler is bezig om informatie (begin- en eindpunten van
muziekstukken) vanuit het geheugen op de disc op te nemen.
,Wacht totdat dit proces is voltooid. Zorg ervoor dat de speler
niet bloot staat aan fysieke schokken en dat de
stroomvoorziening niet wordt onderbroken.
TR FULL • Muziekstuknummer 254 is bereikt.
,Wis overbodige muziekstukken (pagina 71).
TrPROTECT • U hebt geprobeerd een opname of een bewerking uit te voeren op
een muziekstuk dat tegen wissen is beveiligd.
,Neem op over een ander gedeelte of voer de bewerking uit op
een ander muziekstuk.
Foutmelding Betekenis/Oplossing
91
Technische gegevens
Audio-afspeelsysteem
Digitaal audiosysteem MiniDisc
Laserdiode-eigenschappen
Materiaal: GaAlAs
Golflengte: λ = 790 nm
Emissieduur: continu
Laservermogen: minder dan 44,6 µW
(Deze waarde is gemeten op een afstand van
200 mm van het lensoppervlak op de optische
afleeseenheid met een opening van 7 mm.)
Opname- en afspeelduur
Bij een MDW-80:
Maximaal 160 min. in mono
Maximaal 320 min. in stereo
Omwentelingen
350 tot 2 800 omw./min. (constante lineaire
snelheid)
Foutcorrectie
ACIRC (Advanced Cross Interleave Reed
Solomon Code)
Aftastfrequentie
44,1 kHz
Aftastfrequentie-converter
Invoer: 32 kHz/44,1 kHz/48 kHz
Codering
ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic
Coding)
AT RAC 3 — LP2
AT RAC 3 — LP4
Modulatiesysteem
EFM (Eight to Fourteen Modulation)
Aantal kanalen
2 stereokanalen
1 monokanaal
Weergavefrequentie
20 tot 20 000 Hz ± 3 dB
Wow en flutter
Onder de meetbare limiet
Ingangen
Microfoon: stereoministekker, minimaal
ingangsniveau 0,25 mV
Lijningang
1)
: stereoministekker, minimaal
ingangsniveau 49 mV
Optische (digitale) ingang
1)
): optische (digitale)
ministekker
Uitgangen
i/LINE OUT
2)
: stereoministekker
koptelefoon/oortelefoon: maximaal
uitgangsniveau 5 mW + 5 mW,
belastingsimpedantie 16 ohm
LINE OUT: 194 mV, belastingsimpedantie
10 kOhm
Voeding
Sony-netspanningsadapter aangesloten op de
DC IN 3V-aansluiting:
120 V wisselstroom, 60 Hz (model voor de
VS, Canada en Taiwan)
230 V wisselstroom, 50/60 Hz (model voor
het Europese vasteland)
240 V wisselstroom, 50 Hz (model voor
Australië)
220 V wisselstroom, 50 Hz (model voor
China)
230 - 240 V wisselstroom, 50 Hz (model
voor VK en Hongkong)
220 V wisselstroom, 50 Hz (model voor
Argentinië)
110/220 V wisselstroom, 60 Hz (model voor
Korea)
100 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz (overige
modellen)
Oplaadbare nikkel-metallisch-hydridebatterij
NH-14WM(A) 1,2 V 1 350 mAh (MIN) Ni-
MH
LR6-alkalinebatterij (AA-formaat)
Gebruiksduur batterij
Zie “Gebruiksduur van de batterij” (pagina 78)
Afmetingen
3)
Ca. 78,9 × 72,0 × 17,1 mm (b/h/d)
Gewicht
Ca. 110 g, alleen de recorder
1)
De LINE IN (OPT)-aansluiting wordt gebruikt
om zowel een digitale (optische) kabel als een
(analoge) lijnkabel aan te sluiten.
2)
De i/LINE OUT-aansluiting is bedoeld voor
een koptelefoon/oortelefoon of een lijnkabel.
3)
Gemeten conform de JEITA-standaard.
Meegeleverde accessoires
Netspanningsadapter (1)
Koptelefoon/oortelefoon met een
afstandsbediening (1)
Oplaadsteun (moet in elkaar worden gezet) (1)
Oplaadbare batterij (1)
Houder voor droge batterijen (1)
Batterijdoos voor oplaadbare batterijen (1)
Draagtasje met riemclip (1)
Netspanningsadapter (Behalve bij de modellen
voor Europa, China en Hongkong) (1)
Optische kabel (1)
Amerikaanse en andere octrooien in licentie
van Dolby Laboratories.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
92
Verkrijgbare accessoires
Optische kabel
POC-151HG, POC-152HG, POC-MZ1,
POC-MZ2, POC-15B, POC-15AB, POC-
DA12SP
Lijnkabel RK-G129, RK-G136
Stereomicrofoon ECM-717, ECM-MS907,
ECM-MS957
Stereo-koptelefoon/oortelefoon* MDR-
EX70LP, MDR-Q33LP, MDR-A110LP
CD-TEXT-kabel RK-TXT1
Actieve luidsprekers SRS-Z500
Onbespeelde MD’s MDW-serie
De volgende accessoires kunt u niet bij deze
recorder gebruiken.
MD-etikettenprinter MZP-1
IC-geheugen
Zelflerend systeem
MD-bedieningseenheid RPT-M1
Het is mogelijk dat uw dealer enkele van de
genoemde accessoires niet kan leveren.
Raadpleeg uw dealer voor uitgebreide
informatie over de accessoires die in uw land
verkrijgbaar zijn.
∗ U kunt de koptelefoon/oortelefoon zowel
direct op de i/LINE OUT-aansluiting van
de recorder aansluiten als op de
afstandsbediening. Gebruik in beide
gevallen uitsluitend stereoministekkers.
Wat is een MD?
De werking van een MiniDisc
De MiniDisc (MD) is er in twee typen:
voorbespeeld en onbespeeld (leeg). Een
voorbespeelde MD, opgenomen in een
muziekstudio, kan vrijwel oneindig vaak
worden afgespeeld. Het is echter niet
mogelijk een voorbespeelde MD voor eigen
opnamen te gebruiken, zoals bij
muziekcassettes het geval is. Voor eigen
opnamen moet u een “onbespeelde MD”
gebruiken.
Voorbespeelde MD’s
Voorbespeelde MD’s worden opgenomen en
afgespeeld als gewone CD’s. Een laserstraal
richt zich op de putjes in het oppervlak van
de MD en stuurt de gereflecteerde gegevens
naar de lens in de recorder. De recorder
interpreteert de signalen en speelt deze af als
muziek.
Onbespeelde MD’s
Onbespeelde MD’s maken gebruik van
magneto-optische technologie (MO) en
kunnen steeds weer opnieuw worden
opgenomen. De laser in de recorder verhit de
MD, waardoor de magnetische laag op de
MD wordt gedemagnetiseerd. Vervolgens
legt de recorder een magnetisch veld over de
laag. Dit magnetisch veld komt exact
overeen met de audiosignalen die door de
aangesloten bron worden gegenereerd. (De
polariteit van de noord- en zuidpool komen
overeen met de digitale “1” en “0”.) De
gedemagnetiseerde MD neemt de polariteit
van het magnetische veld over, met als
resultaat een opgenomen MD.
stereoministekkers
microstekker
93
Waarom een MiniDisc zo klein
kan zijn
De 2,5-inch-MiniDisc zit in een plastic
behuizing die lijkt op een 3,5-inch-diskette
(zie de afbeelding op pagina 92) en maakt
gebruik van een nieuwe digitale
audiocompressietechnologie: ATRAC
(Adaptive TRansform Acoustic Coding).
Om meer geluid op minder ruimte te kunnen
opslaan, onttrekt en codeert ATRAC alleen
die frequentiecomponenten die feitelijk
hoorbaar zijn voor het menselijk oor.
Snelle toegang tot gegevens
Net als CD’s, bieden MD’s direct toegang tot
het begin van elk muziekstuk.
Voorbespeelde MD’s worden opgenomen
met een adressering voor ieder
muziekgedeelte.
Onbespeelde MD’s worden gemaakt met een
“User TOC Area” (TOC-gebied) waar de
volgorde van de muziekgedeelten worden
bewaard. Het TOC-systeem (Table of
Contents – Inhoudsopgave) lijkt op het
“directory-managementsysteem” van
gewone diskettes. Dat wil zeggen dat het
begin- en eindadres van alle opgenomen
muziekstukken die zich op de disc bevinden,
in dit gebied worden opgeslagen. Hierdoor
hebt u rechtstreeks toegang tot het begin van
elk muziekstuk, zodra u het muziekstuk-
nummer (AMS) hebt ingevoerd. U kunt een
muziekstuk ook benoemen, net zoals u dat
bij diskettebestanden zou doen.
BA
A — User TOC Area (TOC-gebied)
Bevat de volgorde en de begin-/
eindpunten van de muziekstukken.
B — Muziekgegevens
Sony Corporation Printed in JapanSony Corporation Printed in Japan
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
-
22
-
23
-
24
-
25
-
26
-
27
-
28
-
29
-
30
-
31
-
32
-
33
-
34
-
35
-
36
-
37
-
38
-
39
-
40
-
41
-
42
-
43
-
44
-
45
-
46
-
47
-
48
-
49
-
50
-
51
-
52
-
53
-
54
-
55
-
56
-
57
-
58
-
59
-
60
-
61
-
62
-
63
-
64
-
65
-
66
-
67
-
68
-
69
-
70
-
71
-
72
-
73
-
74
-
75
-
76
-
77
-
78
-
79
-
80
-
81
-
82
-
83
-
84
-
85
-
86
-
87
-
88
-
89
-
90
-
91
-
92
-
93
-
94
-
95
-
96
