Documenttranscriptie
Dansk (oversat fra original brugsvejledning)
8
Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen)
19
English (original instructions)
32
Español (traducido de las instrucciones originales)
43
Français (traduction de la notice d’instructions originale)
55
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali)
67
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies)
79
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene)
91
Português (traduzido das instruções originais)
102
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta)
114
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna)
125
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir)
136
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες)
147
Nederlands
VERSTEKZAAG
DWS779, DWS780
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DeWALT gereedschap. Jarenlange ervaring,
grondige productontwikkeling en innovatie maken DeWALT tot een van
de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel gereedschap.
Technische gegevens
W
mm
mm
mm
min-1
mm
mm
mm
mm
links
rechts
DWS779
230
10
1675
305
30
1,8
4100
349
244
112
56
50°
60°
DWS780
230
11
1675
305
30
1,8
1900–3800
349
244
112
56
50°
60°
links
rechts
49°
49°
49°
49°
mm
mm
mm
299
303
76
299
303
76
mm
mm
200
76
200
76
mm
mm
211
76
211
76
mm
mm
268
44
268
44
mm
mm
s
kg
193
28
< 10
25,4
193
28
< 10
25,4
Lawaaiwaarden en vibratiewaarden (triax-vectorsom) volgens EN61029
LPA (emissie geluidsdrukniveau)
dB(A)
93
LWA (niveau geluidsvermogen)
dB(A)
100
K (onzekerheid voor het gegeven geluidsniveau)
dB(A)
3,0
93
100
3,0
Spanning
Type
Opgenomen vermogen
Zaagbladdiameter
Asgat
Zaagbladdikte
Max. snelheid zaagblad
Max. zaagbreedte 90°
Max. verstek 45°
Max. zaagdiepte 90°
Max. afschuining 45°
Verstek (max. posities)
Afschuining (max. posities)
0° verstek
Eindbreedte bij max. hoogte 112 mm
Eindbreedte bij max. hoogte 110 mm
Eindhoogte bij max. breedte 345 mm
45° verstek naar links
Eindbreedte bij max. hoogte 112 mm
Eindhoogte bij max. breedte 244 mm
45° verstek naar rechts
Eindbreedte bij max. hoogte 112 mm
Eindhoogte bij max. breedte 244 mm
45° afschuining links
Eindbreedte bij max. hoogte 63 mm
Eindhoogte bij max. breedte 345 mm
45° afschuining rechts
Eindbreedte bij max. hoogte 62 mm
Eindhoogte bij max. breedte 345 mm
Remtijd van zaagblad
Gewicht
Vibratie-emissiewaarde ah =
Onzekerheid K =
VAC
m/s2
m/s2
< 2,5
1,5
WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau geldt voor
de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als het gereedschap
echter voor andere toepassingen wordt gebruikt, dan wel met andere
accessoires of slecht wordt onderhouden, kan de vibratie-emissie
verschillen. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verhogen
gedurende de totale arbeidsduur.
Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient ook te
worden overwogen wanneer het gereedschap wordt uitgeschakeld of
als het aan staat maar geen daadwerkelijke werkzaamheden uitvoert.
Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verminderen gedurende de
totale arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te
beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud het
gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie
van werkpatronen.
Zekeringen:
Europa
230 V-gereedschap
10 ampère, stroomnet
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder
signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let
op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet wordt
voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien dit niet
wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien
dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot gering of matig
letsel.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk
letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen
kan veroorzaken.
Wijst op het gevaar voor elektrische schok.
Wijst op brandgevaar.
EG verklaring van overeenstemming
Richtlijn voor machines
Verstekzaag
DWS779, DWS780
DeWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische
gegevens in overeenstemming zijn met:
2006/42/EG, EN61029-1:2009 +A11:2010, EN61029-2-9:2012 +A11:2013.
Deze producten voldoen ook aan de Richtlijn 2014/30/EU en 2011/65/EU.
Neem voor meer informatie contact op met DeWALT via het volgende adres
of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens DeWALT.
< 2,5
1,5
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is
gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens
EN61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het
andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting
van blootstelling.
Markus Rompel
Directeur Engineering
DeWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
20.04.2016
79
Nederlands
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch
gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire
veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en
lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande
maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar
deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG
GEBRUIK
Algemene Veiligheidsregels
1 . Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
ʵʵ Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2 . Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
ʵʵ Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap
niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed
verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen
waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare
vloeistoffen en gassen.
3 . Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
ʵʵ Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
4 . Houd andere mensen uit de buurt.
ʵʵ Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze
uit de buurt van de werkplek.
5 . Berg ongebruikt gereedschap op.
ʵʵ Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge
plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van
kinderen.
6 . Forceer het gereedschap niet.
ʵʵ Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde
wijze wordt gebruikt.
7 . Maak gebruik van het juiste gereedschap.
ʵʵ Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit
te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het
niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken
of houtblokken te zagen.
8 . Draag geschikte kleding.
ʵʵ Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9 . Gebruik beschermend materiaal.
ʵʵ Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen.
Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet
kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd
een veiligheidshelm.
10 . Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
ʵʵ Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van
voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn
aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11 . Gebruik het snoer niet verkeerd.
ʵʵ Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
80
12 . Zeker het werkstuk.
ʵʵ Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw
handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide
handen bedienen.
13 . Zorg voor een veilige houding.
ʵʵ Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14 . Onderhoud gereedschap met zorg.
ʵʵ Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van
hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het
repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd.
Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet.
15 . Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
ʵʵ Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als
bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16 . Verwijder stel- en moersleutels.
ʵʵ Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17 . Vermijd onbedoeld inschakelen.
ʵʵ Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18 . Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
ʵʵ Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en
als zodanig zijn gemarkeerd.
19 . Blijf alert.
ʵʵ Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap
niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt.
20 . Controleer op beschadigde onderdelen.
ʵʵ Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer
zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de
bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de
juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen
zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken
die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander
onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden
vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij
in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde
reparatieservice defecte schakelaars vervangen. Gebruik het
gereedschap niet als de aan-/uitschakelaar niet naar behoren werkt.
Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of
het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat
is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk
letsel met zich meebrengen.
21 . Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
ʵʵ Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele
reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor
de gebruiker.
Overige Veiligheidsvoorschriften voor Verstekzagen
•
•
Bij het apparaat wordt een speciaal geconfigureerd stroomsnoer geleverd
dat alleen kan worden vervangen door de fabrikant of door de bevoegde
reparatieservice.
Gebruik de zaag niet om ander materiaal mee te zagen dan dat door de
fabrikant wordt aanbevolen.
Nederlands
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gebruik het apparaat niet zonder de beschermkappen of indien de
beschermkappen niet functioneren of niet goed zijn onderhouden.
Controleer of de arm goed is bevestigd wanneer u schuin zaagt.
Houd het werkoppervlak rond het apparaat horizontaal, goed
onderhouden en verwijder rondslingerende zaken zoals snippers en
afgezaagde delen.
Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Houd u aan de op het
zaagblad aangegeven maximale snelheid.
Selecteer het juiste zaagblad voor het materiaal dat u wilt zagen.
Controleer of alle bevestigingsschroeven en klemmen goed vastzitten
voordat u het gereedschap gebruikt.
Plaats nooit een hand in het zaaggebied wanneer de zaag op het
stroomnet is aangesloten.
Reik niet met één van uw handen achter de langsgeleiding, op een afstand
van minder dan 100 mm van een van de zijden van het zaagblad, bijv. om
houtresten te verwijderen, of om welke andere reden dan ook, terwijl het
zaagblad draait. U zult dan misschien niet merken hoe dicht uw hand bij
het zaagblad is en u zult ernstig letsel kunnen oplopen.
Probeer nooit om een draaiende machine snel tot stilstand te brengen
door gereedschap of iets anders tegen het blad te houden; dit kan leiden
tot ernstige ongelukken.
Raadpleeg de handleiding voordat u accessoires gebruikt.
Het verkeerde gebruik van accessoires kan leiden tot schade.
Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u een zaagblad of
ruw materiaal hanteert.
Zorg ervoor dat het zaagblad correct is aangebracht voordat u het
gebruikt.
Let erop dat het blad in de juiste richting draait.
Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere diameter dan aanbevolen.
Zie de technische gegevens voor de juiste zaagcapaciteiten. Gebruik
alleen de bladen die in deze handleiding worden gespecificeerd en voldoen
aan EN 847-1.
Het is verstandig speciaal ontworpen geluidsarme zaagbladen toe te
passen.
Gebruik geen HIGH SPEED-stalen zaagbladen.
Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen schurende schijven of diamantschijven.
Gebruik uw zaag nooit zonder de snijplaat.
Controleer voor iedere zaagsnede dat de machine stabiel is.
Licht het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de
schakelaar loslaat.
Zet geen wig tegen de ventilator om de motoras tegen te houden.
De zaagbladbeschermkap op uw zaag zal automatisch omhoog gaan
wanneer op de vrijgavehefboom voor het omhoogbrengen van de kop
wordt geduwd en de arm omlaag wordt gebracht; de beschermkap zakt
over het zaagblad wanneer de arm omhoog wordt gebracht.
Breng de beschermkap van het blad nooit handmatig omhoog, tenzij de
zaag is uitgeschakeld. De beschermkap kan handmatig omhoog worden
gebracht wanneer u zaagbladen installeert of verwijdert of wanneer u
deze inspecteert.
Controleer regelmatig of de ventilatieopeningen van de motor schoon zijn
en vrij van snippers.
Vervang de zaagplaat wanneer deze versleten is. Raadpleeg de
serviceonderdelenlijst die is bijgevoegd.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u
onderhoudswerkzaamheden verricht of wanneer u het blad vervangt.
Voer nooit reinigings- of onderhoudswerk uit wanneer de machine nog
loopt en de kop niet in de hoogste positie staat.
Als u de snijlijn aanduidt met een LED, is het belangrijk dat de LED van
klasse 2 is volgens EN 62471. Vervang niet een LED-diode door een diode
van een ander type. Laat de LED, als deze beschadigd is, repareren door
een erkende reparatiemonteur.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor een
beter overzicht tijdens het zagen. Ondanks het feit dat een rooster leidt
tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel openingen in
de beschermkap en een veiligheidsbril dient altijd te worden gedragen
wanneer u door het rooster kijkt.
Verbind de zaag met een apparaat voor stofopname wanneer u hout
zaagt. Denk altijd aan factoren die invloed hebben op blootstelling aan
stof, zoals:
ʵʵ het soort materiaal waarmee u werkt (spaanplaat produceert meer
stof dan hout);
ʵʵ scherpte van het zaagblad;
ʵʵ juiste instellingen van het zaagblad;
ʵʵ stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s.
Controleer dat de afvoer ter plaatse, evenals de kappen, schermen en
trechters op juiste wijze zijn afgesteld.
Denk goed aan de volgende factoren die invloed uitoefenen op
blootstelling aan lawaai:
ʵʵ gebruik zaagbladen die zijn ontworpen om het lawaai te verminderen;
ʵʵ gebruik alleen goed geslepen bladen.
Onderhoud aan het apparaat dient regelmatig te worden uitgevoerd.
Zorg voor gepaste algehele of plaatselijke verlichting.
Let erop dat eventuele tussenringen en asringen geschikt zijn voor het doel
dat in deze handleiding wordt vermeld.
Haal geen afgezaagde stukken of andere delen van het werkstuk weg uit
het zaaggebied, terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in de hoogste
positie staat.
Zaag nooit werkstukken korten dan 200 mm.
Zonder extra ondersteuning kan de machine werkstukken afkorten van de
volgende afmetingen:
ʵʵ Maximale hoogte: 112 mm
ʵʵ Maximale breedte: 345 mm
ʵʵ Maximale breedte: 600 mm
ʵʵ Langere werkstukken moeten worden ondersteund door middel van
geschikte extra ondersteuning, bijv. Ondersteuning of DE7023-XJ of
DE7033-XJ schraag. Klem het werkstuk altijd stevig vast.
In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de
machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine
aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed) functionerende
machine te gebruiken.
Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale
aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek de stekker
uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het
zaagblad. Zet de machine aan start de zaagwerkzaamheden weer met
verminderde aanvoerdruk.
Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium.
Monteer, wanneer de situatie dat toelaat, de machine op een werkbank
met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm.
Controleer of diegene die met het apparaat werkt goed getraind is in het
gebruiken, het instellen en het bedienen van het apparaat.
Selecteer, voordat u met uw werkzaamheden start, het juiste zaagblad
voor het materiaal dat moet worden gezaagd.
Gebruik alleen zaagbladen waarbij de snelheid die op het zaagblad wordt
vermeld, ten minste gelijk is aan de snelheid die op het referentiezaagblad
wordt vermeld.
Zorg er voordat u een zaagsnede maakt steeds voor dat de machine is
geplaatst op een vlak en stabiel oppervlak zodat de machine op zijn plaats
blijft.
WAARSCHUWING: Wij adviseren een aardlekschakelaar met een
reststroomwaarde van 30 mA of minder te gebruiken.
81
Nederlands
Overige Gevaren
De volgende gevaren zijn inherent aan het gebruik van deze zaagmachines:
• Verwonding door het aanraken van roterende delen.
Ondanks toepassing van de veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen van
beveiligingen blijven bepaalde gevaren bestaan, en wel met name:
• Gevaar voor gehoorbeschadiging.
• Gevaar voor verwonding door de niet afgedekte gedeelten van het
zaagblad.
• Gevaar voor verwonding bij het verwisselen van het zaagblad.
• Gevaar voor beklemming van vingers bij het openen van de afdekkap.
• Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het
verwerken van eiken- en beukehout.
De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen:
• Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt.
• Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Draagpunt.
Houd handen weg bij zaagblad.
Houd uw handen op een afstand van 100 mm van de zijden van
het zaagblad.
Kijk niet direct in de lichtbron.
Positie datumcode (Afb. [Fig.] A1)
De datumcode 9 , die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de
behuizing geprint.
Voorbeeld:
2016 XX XX
Jaar van fabricage
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gemonteerde verstekzaagmachine
1 Zaagbladsleutel
1 Zaagblad
1 Stofzak
1 Materiaalklem
1 Gebruiksaanwijzing
ʵʵ Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires mogelijk
zijn beschadigd tijdens het transport.
ʵʵ Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te
begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt.
Beschrijving (Afb. A1–E)
WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel ervan nooit
aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
Afb. A1
1 Onderste beschermkap
2 Vrijgavehefboom voor het omhoogbrengen van de kop
3 Bedieningshandgreep
4 Draaghendel
82
5 Motorbehuizing
6 Eindkap van de motor
7 Railvergrendelingsknop
8 Aanpassing rail-stelschroef
9 Datumcode
10 Rails
11 Schaalverdeling afschuinen
12 Vergrendelingspen
13 Aanpassingsknop langsgeleiding
14 Langsgeleiding
15 Onderplaat langsgeleiding
16 Uitsparing voor de hand
17 Tafel
18 Montagegaten werkbank
19 Verstekschaalverdeling
20 Stofbuisingang
21 Handgreep verstekvergrendeling
22 Verstekgrendelknop
23 Zaagplaat
Afb. A2
24 Aan/uit-schakelaar
25 XPS™ aan/uit-schakelaar
26 Vleugelmoer
27 Diepteafstellingsschroef
28 Groefstof
29 Zaagbladsleutel
30 Basis
31 Vergrendelingsknop afschuinhoek
32 0° afschuinstop
33 Riemafdekkap
34 Kiezer voor elektronische snelheidsregeling (Alleen DWS780)
Optionele accessoires
Afb. B
35 DE7082-XJ Werkstukklem
Afb. C
36 DE7053-XJ Stofzak
Afb. D
37 DE7023-XJ / DE7033-XJ Schraag
Afb. E
38 DE7025-XJ Klembeugels
Gebruiksdoel
Uw DeWALT DWS779, DWS780 Verstekzaag is ontworpen voor het op
professionele wijze zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. De
zaag voert de werkzaamheden zoals afkorten, afschuinen en verstekzagen
gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uit.
Deze unit is ontworpen voor gebruik met een carbidepuntzaag met een
nominale zaagbladdiameter van 305 mm.
GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Deze verstekzagen zijn professioneel elektrisch gereedschap.
LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is
vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet voor andere doeleinden
dan waarvoor zij is bedoeld
• Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder
kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische
vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/of kennis of
bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit
alleen worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden
kunnen spelen.
Nederlands
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer
altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het
typeplaatje.
Uw DeWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in
overeenstemming met EN61029; daarom is geen aarding
nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een
speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DeWALT servicedienst.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit
gereedschap (zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is
1,5 mm2; de maximale lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen.
ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen
schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de
machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert,
voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Uitpakken (Afb. A1, F)
1. Open de doos en til de zaag aan de handige draaghandgreep 4
omhoog, zoals in afbeelding F wordt getoond.
2. Plaats de zaag op een vlak en plat oppervlak.
3. Maak de railvergrendelingskno 7 los en duw de zaagkop naar achter
zodat deze wordt vergrendeld in de achterste positie.
4. Duw licht op de bedieningshandgreep 3 en trek de vergrendelingspen
12 uit.
5. Duw voorzichtig wat minder op de bedieningshandgreep zodat deze
geheel omhoog kan komen.
Montage op de werkbank (Afb. A1)
Alle vier voeten zijn voorzien van een gaten 18 voor montage op de
werkbank. Er zijn twee gaten van verschillende grootte voor schroeven van
verschillend formaat. Gebruik één van de gaten; het is niet nodig beide
te gebruiken.
Monteer uw zaag altijd op een stabiel oppervlak zodat de zaag niet kan
bewegen. U kunt de draagbaarheid van het gereedschap verbeteren
door het te monteren op een stuk multiplex van 12,7 mm of dikker dat
u vervolgens op uw werkondersteuning kunt klemmen of naar andere
werklocaties kunt meenemen en vastklemmen.
OPMERKING: Als u besluit uw vraag op een stuk multiplex te monteren, is
het belangrijk dat u ervoor zorgt dat de montageschroeven niet onder uit
het hout steken. Het multiplex moet vlak op het draagvlak rusten. Wanneer
u de zaag op een werkoppervlak klemt, zet de klemmen dan alleen vast
waar de gaten van de montageschroeven zich bevinden. Wanneer u
de klemmen op een ander punt vastzet, zal dat de werking van de zaag
verstoren.
VOORZICHTIG: Voorkom vastlopen en onnauwkeurige resultaten,
let er vooral op dat het montageoppervlak niet krom of op een
andere manier ongelijk is. Als de zaag heen en weer beweegt op het
oppervlak, plaats dan een de stuk materiaal onder een voet van de
zaag, totdat de zaag stevig op het montage-oppervlak rust.
Een zaagblad verwisselen of een nieuw zaagblad
plaatsen
Het zaagblad verwijderen (Afb. G1–G4)
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen
schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de
machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert,
voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
1.
2.
3.
4.
5.
uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
• Druk nooit de asvergrendelingsknop in terwijl het zaagblad wordt
aangedreven of uitloopt.
• Zaag geen lichte legeringen of ijzerhoudende metalen (iron
of steel) of metselwerk of vezelcementproducten met deze
verstekzaag.
• Druk de vrijgavehefboom 2 van de vergrendeling van de kop
omlaag zodat de onderste beschermkap loskomt 1 , haal
vervolgens de onderste beschermkap zoveel mogelijk omhoog.
Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact.
Breng de arm in de hoogste stand en haal de onderste beschermkap 1
zo ver mogelijk omhoog.
Druk de asvergrendelingsknop 40 in terwijl uw voorzichtig het
zaagblad met de hand ronddraait totdat het vaststaat.
Houd de knop ingedrukt, en draai met de andere hand en de
bijgeleverde steeksleutel 29 de schroef van het zaagblad los. (Naar
rechts draaien, linkse draad.)
Neem de zaagbladschroef 39 , de buitenste klemring 41 en het
zaagblad 42 los. De binnenste klemring 43 kan op de as blijven zitten.
Het zaagblad plaatsen (Afb. G1–G4)
1. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact.
2. Plaats terwijl de arm omhoogstaat en deonderste beschermkap
openstaat, het zaagblad op de as, en zet het op de binnenste
zaagbladklem met de tanden aan de onderzijde van het zaagblad
wijzend naar de achterzijde van de zaag.
3. Monteer de buitenste klemring op de as.
4. Plaats de zaagbladschroef en draai de schroef stevig vast met de
bijgeleverde steeksleutel, terwijl u de asvergrendeling vastzet (draai
naar links, linkse draad).
WAARSCHUWING! Bedenk dat het zaagblad alleen op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik alleen
zaagbladen die worden aangeduid bij Technische gegevens; Cat.
nr.: Geadviseerd wordt DT4260 te gebruiken.
De zaag vervoeren (Afb. A1, A2)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk
letsel, zet ALTIJD de railvergrendelingsknop, de handgreep
verstekvergrendeling, de vergrendelingspen en de afstellingsknoppen
van de langsgeleiding vast voordat u de zaag vervoert. Draag en til het
gereedschap nooit aan de beschermkappen.
Voor het gemakkelijk vervoeren van de verstekzaag is er bovenop de
zaagarm een draaghandgreep 4 gemonteerd.
• Breng de kop omlaag en druk de vergrendelingspen 12 in als u de
zaag wilt vervoeren.
• Zet de railvergrendlingsknop vast met de zaagkop in de voorste positie,
vergrendel de verstekarm in de uiterst linkse verstekhoek, schuif de
langsgeleiding 14 geheel naar binnen en zet de vergrendelingsknop
van de afschuinhoek 31 vast met de zaagkop in de verticale positie
zodat het gereedschap zo compact
mogelijk is.
• Gebruik altijd de draaghandgreep 4 of de uitsparingen voor de
hand 16 .
Functies en bedieningsfuncties
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen
schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de
machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert,
voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
83
Nederlands
Afstellen van de verstekhoek (Afb. H)
Groevenstop (Afb. A2)
Met de vergrendelingshandgreep van de verstekhoek 21 en de
verstekgrendelknop 22 kunt u uw zaag in een verstek van 60° rechts en
50° links afstellen. Breng, als u de zaag in verstek wilt zetten, de handgreep
verstekvergrendeling omhoog, duw de verstekgrendelknop in en stel de
gewenste verstekhoek in op de verstekschaalverdeling 19 . Vergrendel de
verstekhoek door de handgreep verstekvergrendeling omlaag te duwen.
Met de groevenstop 28 kan de diepte van de zaagsnede van het
zaagblad worden beperkt. Deze stop is handig voor bepaalde applicaties,
zoals het maken van groeven en grote verticale zaagsneden. Draai de
groevenstop naar voren en stel de schroef voor de diepteafstelling 27 af
op de gewenste diepte van de zaagsnede. Zet de aanpassing vast door de
vleugelmoer 26 te draaien. Wanneer u de groevenstop naar de achterzijde
van de zaag draait, wordt de functie van de groevenstop uitgeschakeld.
Als u de schroef voor de diepteafstelling niet met de hand los kunt draaien,
kunt u de schroef losdraaien met de geleverde zaagbladsleutel 29 .
Vergrendelingsknop afschuinhoek (Afb. A2)
Met de vergrendeling van de afschuinhoek kunt u de zaag in een verstek
van 49° links of rechts instellen. U kunt de instelling van de afschuinhoek
aanpassen door de knop 31 naar links te draaien. De zaagkop kan
gemakkelijk in een verstek naar links of naar rechts worden ingesteld
wanneer de uitschakelknop verstek 0° wordt opgetrokken. U kunt de
vergrendelingsknop voor de afschuinhoek vastzetten door deze naar rechts
te draaien.
0° Verstek uitschakelen (Afb. A2)
Met de uitschakelknop voor het afschuinen 32 kunt u de zaag naar rechts
in verstek plaatsen voorbij het merkteken van 0°.
Wanneer deze knop is ingeschakeld, stopt de zaag automatisch bij 0°
wanneer deze stand van links wordt benaderd. U kunt tijdelijk voorbij 0°
komen door de vergrendelingsknop voor de afschuinhoek op te trekken
31 . Wanneer u de knop loslaat, wordt de stand weer ingeschakeld. De
vergrendelingsknop voor de afschuinhoek kan worden vergrendeld door de
knop 180° te draaien.
Bij 0° wordt de stand weer vergrendeld. Zet de zag iets naar links in verstek
als u de uitschakeling wilt bedienen.
45° Verstek Uitschakelen (Afb. I)
Er zijn twee hefbomen voor het uitschakelen van de stop van de
verstekstand, één aan iedere zijde van de zaag. U kunt de zaag, links
of rechts, in verstek plaatsen voorbij 45° door de hefboom voor het
uitschakelen van de 45° verstekstand 50 naar achteren te duwen. In
deze stand naar achteren kan de zaag in verstek zagen voorbij deze
stoppen. Wanneer de 45° stoppen nodig zijn, trekt u de hefboom voor het
uitschakelen van de verstekstand 45° naar voren.
Pallen kroonlijst afkorten (Afb. I, J)
OPMERKING: Zaagsneden voor kroonlijsten zijn mogelijk met zowel de
DWS779 als de DWS780, maar alleen de DWS780 heeft vaste stops voor een
snelle en nauwkeurige instelling op 22,5° en 33,86°.
Voor het zagen van een kroonlijst die vlak ligt kunt u op uw zaag
nauwkeurig en snel een kroonlijststop zetten, links of rechts (raadpleeg
de instructies voor Het Zagen van een kroonlijst die vlak ligt en
samengestelde functies gebruiken)
DWS780 (Afb. I)
U kunt de pal 52 voor het afschuinen van een kroonlijst draaien zodat de
contact ontstaat met de kroonafstelschroef.
U kunt de pal voor het afschuinen van een kroonlijst omkeren door de
borgschroef, de pal voor de 22,5° afschuinhoek 51 en de pal voor de 30°
52 afschuinhoek te verwijderen. Keer de pal voor het afschuinen van een
kroonlijst 52 zo om dat de tekst 33,86° omhoog wijst. Bevestig de schroef
weer zodat de 22,5° pal voor het afschuinen en pal voor het afschuinen van
een kroonlijst vastzitten. De instelling van de nauwkeurigheid verandert
hierdoor niet.
22,5° pallen kroonlijst afkorten (DWS780, Afb. I)
U kunt met uw vraag snel en nauwkeurig een afschuinhoek van 22,5°, links
of rechts, instellen. U kunt de pal voor de 22,5° afschuinhoek 51 draaien
zodat de contact ontstaat met de kroonafstelschroef 49 .
Railvergrendelingsknop (Afb. A1)
Met de railvergrendelingsknop 7 kunt u de zaagkop stevig vergrendelen
zodat deze niet van de rails 10 kan schuiven. Dit is noodzakelijk wanneer u
bepaalde zaagsneden maakt of wanneer u de zaag vervoert.
84
Vergrendelingspen (Afb. A1)
WAARSCHUWING: De vergrendelingspen mag ALLEEN worden
gebruikt wanneer u de zaag draagt of opbergt. Gebruik de
vergrendelingspen NOOIT bij uw zaagwerkzaamheden.
U kunt de zaagkop in de neerwaartse stand vergrendelen door de zaagkop
omlaag te duwen, de vergrendelingspen 12 in te duwen en de zaagkop
los te laten. Zo wordt de zaagkop veilig omlaag gehouden en kan de
zaag veilig van de ene plaats naar de andere worden vervoerd. U kunt de
zaagkop losmaken door de kop omlaag te duwen en de pen uit te trekken.
Aanpassing
Uw verstekzaag is in de fabriek ten tijde van de productie volledig
en nauwkeurig afgesteld. Als ten gevolge van het vervoer, van
werkzaamheden of een andere oorzaak een nieuwe afstelling nodig is, volg
dan onderstaande instructies voor het afstellen van uw zaag. Wanneer deze
aanpassingen zijn uitgevoerd, zouden zij nauwkeurig moeten blijven.
Afstelling van de schaalverdeling voor
verstekzagen (Afb. H, L)
1. Ontgrendel de handgreep voor de verstekvergrendeling 21 en
zwaai de verstekarm totdat de verstekgrendelknop 22 wordt
vergrendeld in de positie voor 0°. Vergrendel de handgreep voor de
verstekvergrendeling niet.
2. Plaats een winkelhaak tegen de langsgeleiding van de zaag en het
zaagblad, zoals wordt getoond. (Raak de punten van de tanden van het
zaagblad niet met de winkelhaak aan. Als u dat doet zal dat leiden tot
een onnauwkeurige meting.)
3. Als het zaagblad niet precies haaks op de langsgeleiding staat, draai de
vier schroeven 46 waarmee de verstekschaalverdeling 19 vastzit, dan
los en verplaats de handgreep voor de verstekvergrendeling naar links
of naar rechts tot het zaagblad haaks op de langsgeleiding staat, zoals
gemeten met de winkelhaak
4. Zet de vier schroeven weer vast. Let op dat moment niet op de uitlezing
van de verstekaanwijzer 44 .
Afstelling van de aanwijzer voor verstekzagen
(Afb. H)
1. Ontgrendel de handgreep 21 van de verstekvergrendeling zodat u de
verstekarm naar de nulpositie kunt verplaatsen.
2. Laat terwijl de handgreep voor de verstrekvergrendeling ontgrendeld
is, de verstekgrendel op z’n plaats klikken wanneer u de verstekarm naar
nul draait.
3. Houd rekening met de verstekaanwijzer 44 en de
verstekschaalverdeling 19 die in afbeelding H worden getoond. Als
de aanwijzer niet precies nul aangeeft, draai de schroef 45 van de
verstekaanwijzer die de aanwijzer op z’n plaats houdt, dan los, verplaats
de aanwijzer en zet de schroef vast.
Afstelling afschuinen haaks op de tafel
(Afb. A1, A2, I, J, M)
1. U kunt het zaagblad haaks op het tabelblad uitlijnen door de arm
in de neerwaartse positie te vergrendelen met behulp van de
vergrendelingspen 12 .
2. Plaats een winkelhaak tegen het zaagblad, en let er daarbij op dat de
winkelhaak niet boven op een tand staat (Afb. M).
Nederlands
3. Draai de vergrendelingsknop voor de afschuinhoek 31 los en zorg
ervoor dat de arm stevig tegen de 0° afschuinstop staat.
4. Draai de 0° afschuinstelschroef ( 54 Afb. I, J) met de zaagbladsleutel van
13 mm 29 zo veel als nodig is om het zaagblad in een hoek van 0° ten
opzichte van de tafel te zetten.
Afstelling aanwijzer afschuinhoek (Afb. I, J)
Als de aanwijzers van de afschuinhoek 48 niet op nul wijzen, draai dan elk
van de schroeven 47 waarmee de aanwijzers vastzitten, los en verplaats
ze zo veel als nodig is. Controleer dat de 0° afschuinhoek juist is en dat de
aanwijzers zijn ingesteld voordat u andere schroeven van de afschuinhoek
aanpast.
Aanpassing stop afschuinhoek 45° rechts en links
(Afb. A2, I)
De rechter stop afschuinhoek 45° aanpassen:
1. Draai de vergrendelingsknop voor de afschuinhoek 31 los en trek de 0°
afschuinstop 32 los zodat de 0° afschuinstop wordt uitgeschakeld.
2. Wanneer de zaag geheel naar rechts staat, draai dan, als de aanwijzer
van de afschuinhoek 48 niet precies 45° aangeeft de linker 45°
afschuinstelschroef 53 met de 13 mm zaagbladsleutel 29 tot de
aanwijzer van de afschuinhoek 45° aangeeft.
De linker stop afschuinhoek 45° aanpassen:
3. Draai de vergrendelingsknop voor de afschuinhoek los en kantel de kop
naar links.
4. Als de aanwijzer van de afschuinhoek niet precies 45° aangeeft,
draai dan de rechter afschuinstelschroef totdat de aanwijzer van de
afschuinhoek 45° aangeeft.
De stop van de afschuinhoek aanpassen op 22,5°
(OF 30°) (Afb. A2, I)
OPMERKING: Pas de afschuinhoek pas aan wanneer u de 0° afschuinhoek
en de aanwijzer van de afschuinhoek hebt aangepast.
Klap de pal 51 voor de 22,5° afschuinhoek uit als u de 22,5° afschuinhoek
wilt instellen. Draai de vergrendelingsknop 31 voor de afschuinhoek los en
kantel de kop geheel naar links. Als de aanwijzer 48 van de afschuinhoek
niet precies 22,5°aangeeft, draai dan de stelschroef 49 voor de kroonlijst
met een 10 mm steeksleutel in contact met de pal totdat de aanwijzer van
de afschuinhoek 22,5° aangeeft.
Klap de rechter pal voor de 22,5° afschuinhoek uit als u de rechter
22,5° afschuinhoek wilt instellen. Draai de vergrendelingsknop voor de
afschuinhoek los en trek de 0° afschuinstop 32 los zodat de 0° afschuinstop
wordt uitgeschakeld. Wanneer de zaag geheel naar rechts staat, draai
dan, als de aanwijzer van de afschuinhoek niet precies 22,5° aangeeft de
stelschroef van de kroonlijst met de 10 mm zaagbladsleutel tot de aanwijzer
van de afschuinhoek precies 22,5° aangeeft.
Aanpassing van de langsgeleiding (Afb. A1)
Het bovenste gedeelte van de langsgeleiding kan worden aangepast zodat
speling ontstaat en de zaag een volledige afschuinhoek van 49° zowel links
als rechts haalt.
1. U kunt de langsgeleidingen 14 aanpassen door de afstellingsknop 13
van de langsgeleiding los te draaien en de langsgeleiding naar buiten
te schuiven.
2. Probeer of de stand juist is door de speling te controleren met de zaag
uitgeschakeld.
3. Stel dat langsgeleiding af zo dicht mogelijk bij het zaagblad als praktisch
mogelijk is, voor een maximale ondersteuning van het werkstuk, zonder
dat de armbeweging omhoog en omlaag wordt verhinderd.
4. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding stevig vast.
5. Zet de langsgeleiding weer terug, wanneer de werkzaamheden van het
afschuinen zijn voltooid.
Voor bepaalde zaagsneden kan het misschien beter zijn de
langsgeleidingen dichter bij het zaagblad te zetten. Zet hiervoor de
afstellingsknoppen 13 van de langsgeleiding twee slagen terug en
verplaats de langsgeleidingen dichter bij het zaagblad, voorbij de normale
limiet, en draai vervolgens de afstellingsknoppen van de langsgeleiding
vast. Probeer eerst of de stand juist is, zodat u zeker weet dat het zaagblad
de langsgeleidingen niet raakt.
OPMERKING: Het spoor van de langsgeleidingen kan verstopt raken
met zaagsel. Reinig de geleidingsgroeven met een borstel of lucht onder
lage druk.
Activering en zichtbaarheid van de beschermkap
(Afb. A1)
De onderste beschermkap 1 is ontworpen voor het automatisch vrijgeven
van het zaagblad wanneer de arm omlaag wordt gebracht en het bedekken
van de arm wanneer de arm omhoog wordt gehaald.
U kunt de beschermkap met de hand omhoog brengen wanneer u
zaagbladen monteert of verwijdert of als u de zaag wilt inspecteren. BRENG
DE onderste BESCHERMKAP NOOIT MET DE HAND OMHOOG ALS HET
ZAAGBLAD NIET STILSTAAT.
Aanpassing van de zaagplaat (Afb. A1)
Draai, als u de zaagplaten 23 wilt aanpassen, de schroeven die de
zaagplaten op hun plaats houden. Pas ze zo aan dat de zaagplaten zo
dicht mogelijk bij het zaagblad staan zonder dat de de beweging van het
zaagblad wordt verhinderd.
Als een zaagbreedte van nul nodig is, stel de zaagplaten dan zo dicht
mogelijk bij elkaar af. Zij kunnen nu langzaam worden gezaagd met het
zaagblad zodat de kleinst mogelijke ruimte ontstaat tussen het zaagblad en
de zaagblad.
Aanpassing van de railgeleiding (Afb. A1)
Controleer de rails 10 regelmatig op speling of ruimte.
De rechter rail kan worden aangepast met de stelschroef 8 . U kunt
de ruimte verkleinen met behulp van een 4 mm inbussleutel door de
stelschroef geleidelijk naar rechts te draaien terwijl u de zaagkop naar voren
en naar achteren schuift.
Afstelling van de verstekvergrendeling
(Afb. A1, N)
De stang voor de verstekvergrendeling 55 moet worden aangepast als
de tafel van de zaag kan worden verplaatst wanneer de handgreep van de
verstekvergrendeling vast staat (omlaag).
1. Zet de handgreep van de verstekvergrendeling 21 in de nietvergrendelde stand (omhoog).
2. Draai met een 13 mm open steeksleutel, de vergrendelingsmoer 56 op
de de stang van de verstekvergrendeling los.
3. Draai met een platte schroevendraaier de stang van de
verstekvergrendeling vast door deze naar rechts te draaien, zoals in
afbeelding N wordt getoond. Draai de vergrendelingsstang totdat deze
vastzit, draai vervolgens een slag naar links.
4. Zet de verstekvergrendeling weer vast op een niet-vooringestelde maat
op de verstekschaalverdeling – bijvoorbeeld, 34° – en zorg ervoor dat
de tafel niet draait.
5. Zet de vergrendelingsmoer vast.
Voor gebruik
•
•
•
•
•
•
•
Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen zeer versleten
zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap mag
niet hoger zijn dan die van het zaagblad. Gebruik geen slijpschijven.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit. Forceer
het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Klem het werkstuk vast.
Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout
en veel metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze
85
Nederlands
•
bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout. Dezelfde
richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze zaag
geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk!
Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder
is dan 10 mm.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen
schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de
machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert,
voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Raadpleeg Zaagblden bij Optionele accessoires en selecteer het zaagblad
dat het meest geschikt is voor uw werkzaamheden.
Ensure the machine is placed to satisfy your ergonomic conditions in terms
of table height and stability. The machine site shall be chosen so that the
operator has a good overview and enough free surrounding space around
the machine that allows handling of the workpiece without any restrictions.
Beperk de gevolgen van trillingen, zorg ervoor dat de
omgevingstemperatuur niet te laag is, de machine en de accessoires goed
zijn onderhouden en het formaat van het werkstuk geschikt is voor deze
machine.
Steek de stekker van de zaag in een 60 Hz stopcontact in de woning.
Raadpleeg het naamplaatje voor de spanning. Let erop dat het snoer u niet
in de weg zit tijdens het werken.
Juiste stand van lichaam en handen (Afb. O1, O2)
•
•
•
•
•
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk letsel, Zet
ALTIJD uw handen in de juiste stand, zoals in afb. O1 wordt getoond.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast, anticiperend op een
plotseling reactie.
Zet uw handen nooit in de buurt van het zaaggebied. Plaats uw handen
niet op een afstand van minder dan 100 mm van het zaagblad.
Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en
de langsgeleiding. Houd u handen in die positie totdat de Aan/
Uit-schakelaar is vrijgegeven en het zaagblad volledig tot stilstand
is gekomen.
PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG UITGESCHAKELD)
VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN HET ZAAGBLAD
KUNT CONTROLEREN. ZET UW HANDEN NIET KRUISLINGS, ZOALS IN
AFBEELDING O2 WORDT GETOOND.
Houd beide voeten op de vloer en blijf goed in evenwicht. Volg de
verstekarm wanneer u deze naar links of naar rechts verplaatst, en sta
iets opzij van het zaagblad.
Kijk door de openingen in de beschermkap wanneer u een
potloodlijn volgt.
In- en uitschakelen (Afb. A2)
U schakelt de zaag in door de Aan/Uit-schakelaar 24 in te drukken. U kunt
het gereedschap uitschakelen door de Aan/Uit-schakelaar los te laten.
Laat het zaagblad volledig op bedrijfssnelheid komen voordat u de
zaagsnede maakt.
Laat de Aan/Uit-schakelaar los en haal de zaagkop pas omhoog als de rem
het zaagblad heeft afgeremd.
In de Aan/Uit-schakelaar zit een gat waarin u een hangslot kunt steken en
zo kunt u de zaag vergrendelen.
Instellen van de variabele snelheid (Afb. A2)
DWS780
86
Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling 34 kan worden gebruikt
om vooraf de maximum snelheid in te stellen.
• Draai het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling 34 naar de
gewenste waarde, die met een nummer wordt aangegeven.
• Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen zoals
hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal.
XPS™ LED Werklichtsysteem gebruiken (Afb. A1, A2)
OPMERKING: De verstekzaag moet op een stopcontact worden
aangesloten.
Het XPS™ LED Werklichtsysteem is voorzien van een Aan/Uit-schakelaar
25 . Het XPS™ LED Werklichtsysteem werkt onafhankelijk van de Aan/Uitschakelaar van de verstekzaag. U kunt de zaag bedienen zonder dat het
licht is ingeschakeld.
Door een bestaande potloodlijn zagen op een stuk hout:
1. Schakel het XPS™ systeem in en trek vervolgens de
bedieningshandgreep 3 omlaag zodat het zaagblad dicht bij het hout
komt. De schaduw van het zaagblad verschijnt op het hout.
2. Breng de potloodlijn op één lijn met de rand van de schaduw van het
zaagblad. Misschien moet u, om de potloodlijn nauwkeurig te kunnen
volgen, de verstekhoek of de afschuinhoek aanpassen.
Gewone zaagsneden (Afb. A1, A2, P, Q)
Als u de schuiffunctie niet gebruikt, is het belangrijk dat u de zaagkop zo ver
mogelijk naar achteren duwt en dat de knop van de railvergrendeling 7 is
vastgezet. Zo voorkomt u dat de zaag langs de rails verschuift wanneer het
zaagblad op het werkstuk ingrijpt.
Het zagen van meerdere stukken wordt niet aanbevolen, maar het kan
veilig worden uitgevoerd, wanneer u ervoor zorgt dat ieder stuk stevig
tegen de tafel en de langsgeleiding wordt gedrukt.
Rechte verticale afkortzaagsnede
1. Stel de verstekarm in op nul en vergrendel de arm en houd het hout
stevig op de tafel 17 en tegen de langsgeleiding 14 .
2. Schakel, terwijl de railvergrendelingsknop 7 is vastgezet, de zaag in
door de Aan/Uit-schakelaar 24 in te knijpen.
3. Laat, wanneer de zaag op snelheid komt, de arm gelijkmatig en
langzaam zakken en zaag door het hout. Haal de arm pas omhoog als
het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
Schuivend afkortzagen (Afb. P)
Wanneer u een werkstuk groter dan 51 x 150 mm (2" x 6" [51 x 105 mm bij
verstek van 45°]) zaagt, maak dan een naar buiten gerichte achterwaartse
beweging met een losse railvergrendelingsknop 7 .
Trek de zaag naar buiten naar u toe, breng de zaagkop omlaag naar het
werkstuk toe en voltooi de zaagsnede door de zaag langzaam terug
te duwen.
Laat de zaag tijdens het naar buiten trekken niet in contact komen met de
bovenzijde van het werkstuk. De zaag kan dan naar u toe komen, wat kan
leiden tot persoonlijk letsel en beschadiging van het werkstuk.
Afkortzagen in verstek (Afb. Q)
De verstekhoek is vaak 45° voor het maken van hoeken, maar kan worden
ingesteld in iedere stand tussen 50° links of 60° rechts. Verder werkt u als bij
de rechte verticale afkortzaagsnede.
Wanneer u een zaagsnede in verstek uitvoert op werkstukken die breder
zijn dan 51 x 105 mm die in lengte minder zijn, plaats dan altijd de langere
zijde tegen de langsgeleiding.
Afschuinen (Afb. A1, A2)
Afschuinhoeken kunnen worden ingesteld van 49° rechts tot 49° links en
kunnen worden uitgevoerd met de verstekarm ingesteld tussen 50° links of
60° rechts. Raadpleeg het hoofdstuk Functies en bedieningfuncties voor
gedetailleerde instructies over het afschuinsysteem.
1. Maak de afschuinvergrendeling 31 los en verplaats de zaag naar wens
naar links of naar rechts. De langsgeleiding 14 moet worden verplaatst
Nederlands
zodat er ruimte ontstaat. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
13 vast wanneer u de langsgeleidingen op hun plaats hebt gezet.
2. Zet de afschuinvergrendeling stevig vast.
Wanneer u bepaalde extreme hoeken wilt slagen, zult u de linker of rechter
langsgeleiding misschien moeten verwijderen. Raadpleeg Aanpassing
van de langsgeleiding in het hoofdstuk Aanpassingen voor belangrijke
informatie over het aanpassen van de langsgeleidingen voor bepaalde
afschuinzaagsneden.
U kunt de linker of rechter langsgeleiding verwijderen door de
afstellingsknop 13 enkele slagen los te draaien en de langsgeleiding naar
buiten te schuiven.
Groeven zagen (Afb. A2)
Uw zaag is voorzien van een groefstop 28 , diepteafstellingsschroef 27 en
vleugelmoer 26 voor het zagen van groeven.
• Klap de groefstop 28 naar de voorzijde van de zaag.
• Stel de vleugelmoer 26 en de diepteafstellingsschroef 27 af zodat u
de diepte van de groefzaagsnede kunt instellen.
• Plaats een stuk afvalmateriaal van ongev. 5 cm tussen de langsgeleiding
en het werkstuk voor het uitvoeren van een rechte groefzaagsnede.
Kwaliteit van de zaagsnede
De gelijkmatigheid van zaagsneden hangt af van een aantal variabelen,
zoals het materiaal dat wordt gezaagd, het type zaagblad, de scherpte van
het zaagblad en de zaagsnelheid.
Wanneer een zo gelijkmatig mogelijke zaagsnede is vereist, voor mallen en
ander precisiewerk, zullen een scherp zaagblad (60-tands carbide) en een
langzamere, gelijkmatige zaagsnelheid de gewenste resultaten geven.
WAARSCHUWING: Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen
niet kruipt; maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas omhoogkomen
als het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als aan de
achterkant toch kleine splinters ontstaan, plak dan een stuk crêpeplakband op de plaats waar de zaagsnede zal worden gemaakt. Zaag
door het crêpe-plakband en verwijder het voorzichtig na het zagen.
Het werkstuk vastklemmen (Afb. B)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is
vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken
wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde
belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd, zoals
een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u
een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de balans kan brengen,
het werkstuk goed en zorg ervoor dat de zaag stevig met bouten is
vastgezet op een stabiel oppervlak. Persoonlijk letsel kan het
gevolg zijn.
WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de grondplaat
van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de klem wordt gebruikt.
Klem het werkstuk altijd vast op de grondplaat van de zaag – niet op
een andere onderdeel van het werkgebied. Controleer dat de klemvoet
niet op de rand van de grondplaat van der zaag is geklemd.
VOORZICHTIG: Zorg er met behulp van een werkklem altijd voor dat
u de controle behoudt en beperk zo het risico van persoonlijk letsel en
beschadiging van het werkstuk.
Gebruik de materiaalklem 35 die bij uw zaag wordt geleverd. De linkse
en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen helpen bij het
vastklemmen. Andere hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of
klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van
bepaalde afmetingen en vormen
Klem plaatsen
1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar
de achterzijde van de verstekzaag wijzen. De groef op de klemstang
moet geheel in de grondplaat worden gestoken. Controleer dat deze
groef volledig in de grondplaat van de verstekzaag is gestoken. Als de
groef zichtbaar is, zit de klem niet goed vast.
2. Draai de klem 180° naar de voorzijde van de verstekzaag.
3. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen,
stel vervolgens de klem nauwkeurig af op het werkstuk door middel van
de fijnafstellingsknop.
OPMERKING: Plaats de klem op de tegenovergestelde zijde van de
grondplaat bij het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT
(ZAAG UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN
HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM NIET DE
WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT.
Ondersteuning voor lange stukken (Afb. D)
ONDERSTEUNING LANGE STUKKEN ALTIJD.
Gebruik voor de beste resultaten de schraag DE7023-XJ of DE7033 37
voor het uitbreiden van de breedte van uw zaagtafel. Ondersteun lange
werkstukken op allerlei geschikte manieren, zoals zaagbokken of dergelijke,
zodat afgezaagde gedeelten niet kunnen vallen.
Het zagen van schilderijlijsten, kleine vitrines en
andere vierzijdige elementen (Afb. R, S)
Begin met het uitvoeren van enkele eenvoudige projecten met afvalhout,
zodat u het werken met de zaag “in uw vingers krijgt”. Uw zaag is het
perfecte gereedschap voor verstekzagen van hoeken, zoals afbeelding R
laat zien.
Tekening 1 in afbeelding S toont een verbinding die is gemaakt met de
methode voor het aanpassen van de afschuinhoek. De verbinding kan
worden gemaakt met een van beide methoden.
• Aanpassing van de afschuinhoek:
-- De afschuinhoek voor de twee platen wordt voor elk afgesteld op
45°, waardoor een hoek van 90° ontstaat.
-- De verstekarm wordt vergrendeld in de nulpositie en de
afschuinafstelling wordt vergrendeld op 45°.
-- Het hout wordt met de brede vlakke zijde tegen de tafel geplaatst
en de smalle zijde tegen de langsgeleiding.
• Aanpassing van het verstek gebruiken:
-- Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts
verstek te zagen met de brede zijde tegen de langsgeleiding.
Sierlijsten en andere lijsten zagen (Afb. S)
Tekening 2 in afbeelding S toont een verbinding die is gemaakt door de
verstekarm op 45° te plaatsen en de twee platen in verstek te zagen zodat
een hoek van 90° ontstaat. U kunt dit type verbinding maken door de
afschuinaanpassing op nul te stellen en de verstekarm op 45°. Plaats het
hout weer met de brede vlakke zijde op de tafel en met de smalle zijde
tegen de langsgeleiding.
De twee tekeningen in afbeelding S zijn alleen voor vierzijdige objecten.
Als het aantal zijden verandert, veranderen ook de verstekhoeken en de
afschuinhoeken. Onderstaand schema geeft de juiste hoeken voor een
uiteenlopende reeks van vormen, ervan uitgaande dat alle zijden een gelijke
lengte hebben.
AANTAL ZIJDEN
4
VERSTEKHOEK OF AFSCHUINHOEK
45°
5
6
7
8
9
10
36°
30°
25,7°
22,5°
20°
18°
Gebruik voor een vorm die niet in het schema wordt getoond, de volgende
formule: 180° gedeeld door het aantal zijden is gelijk aan de versterking (als
het materiaal verticaal wordt gezaagd) of de afschuinhoek (als het materiaal
vlak wordt gezaagd).
87
Nederlands
Samengesteld verstek zagen (Afb. T)
Een samengesteld verstek is een zaagsnede die wordt gemaakt door een
verstekhoek en een afschuinhoek tegelijkertijd toe te passen. Dit is het type
zaagsnede dat wordt gebruikt voor het maken van lijsten of kisten met
schuine zijde, zoals er een wordt getoond in afbeelding T.
WAARSCHUWING: Als de zaaghoek verandert van zaagsnede
tot zaagsnede, controleer dan dat de vergrendelingsknop van de
afschuinhoek en de handgreep voor de verstekvergrendeling stevig zijn
vergrendeld. Deze moeten worden vergrendeld nadat u veranderingen
hebt aangebracht in de afschuinhoek of het verstek.
Het schema die hieronder wordt getoond, helpt u bij het kiezen van de
juiste afschuinhoek en instellingen van het verstek voor veelgebruikte
samengestelde verstekzaagsneden.
• Selecteer de gewenste hoek A (Afb. T) van uw project en zoek deze
hoek op de bijbehorende parabool in het schema.
• Volg vanaf dat punt het schema recht naar beneden en kijk wat
de juiste afschuinhoek is en vind in een rechte lijn ook de juiste
verstekhoek.
• Stel uw zaag af op de voorgeschreven hoeken en maak een aantal
proef gesneden. Oefen in het tegen elkaar plaatsen van de de
gezaagde delen.
Voorbeeld: Als u een vierzijdige kist wilt maken met buitenhoeken van
26° (hoek A, Afb. T), gebruik dan de parabool rechts boven. Zoek waar
zich 26° bevindt op de schaalverdeling. Volg de horizontale snijdende lijn
naar beide zijden voor een instelling van de verstekhoek op de zaag (42°).
Volg op dezelfde wijze de verticale snijdende lijn naar de bovenzijde of
de onderzijde voor de instelling van de afschuinhoek van de zaag (18°).
Probeer altijd de zaagsneden uit op wat afvalhout zodat u de instellingen
van de zaag kunt controleren.
6-ZIJDIG VAK
8-ZIJDIG VAK
Stel deze schuine hoek in op de zaag.
Basissierlijsten zagen (Afb. K, U)
Plaats voor het voltooien van rechte zaagsneden van 90° het hout tegen
de langsgeleiding en houd het op z’n plaats, zoals wordt getoond in
Afbeelding U. Schakel de zaag in, laat het zaagblad volledig op snelheid
komen en voer de zaagsnede uit door de arm gelijkmatig omlaag te
brengen.
88
Hoek van zijde van vak (hoek “A”)
Stel deze verstekhoek in op de zaag
VIERKANT VAK
Basissierlijsten zagen van 76 mm tot 171 mm
Hoog Verticaal Tegen de Langsgeleiding
OPMERKING: Verplaats het zaagblad tot voor de basis-langsgeleiding met
de steunbehuizing 58 en tap 59 73 mm uit elkaar, zoals wordt getoond in
Afbeelding K.
Zet de knop van de railvergrendeling 7 vast en zet zo de rails op z’n plaats.
Plaats het materiaal zoals wordt getoond in Afbeelding U.
Alle zaagsneden moeten worden gemaakt met de achterzijde van de
sierlijst tegen de langsgeleiding en met de onderzijde van de sierlijst tegen
de tafel.
Maak nadat de zaagsnede is gemaakt, de knop van de railvergrendeling
los 7 .
binnenhoek
buitenhoek
Linkerzijde
Verstek links 45°
Verstek rechts 45°
Veilige linkerzijde van de zaagsnede Veilige linkerzijde van de zaagsnede
Rechterzijde
Verstek rechts 45°
Verstek links 45°
Veilige rechterzijde van de zaagsnede Veilige rechterzijde van de zaagsnede
Materiaal tot 171 mm kan worden gezaagd zoals hierboven wordt beschreven.
Kroonlijsten zagen (Afb. A1, V1, V2)
Uw verstekzaag is zeer geschikt voor het zagen van kroonlijsten.
Kroonlijsten passen alleen goed als zij met uiterste precisie in samengesteld
verstek worden gezaagd.
Uw verstekzaag heeft speciale vaste vooringestelde verstekpunten
op 31,62° links en rechts voor het zagen van kroonlijsten in de juiste
hoek en pallen voor de afschuinhoekstop bij 33,86° links en rechts. Er
is ook een merkteken op de schaalverdeling 11 voor afschuinhoek op
33,9°. Onderstaand schema geeft de juiste instellingen voor het zagen
van kroonlijsten.
OPMERKING: Het vooraf proefzagen met afvalmateriaal is
uiterst belangrijk!
Instructievoor het zagen van kroonlijsten die vlak
liggen en de functies voor samengesteld verstek
gebruiken (Afb. V1)
1. De kroonlijst moet vlak liggen met de brede achterzijde op de zaagtafel
17 .
2. Plaats de bovenzijde van de kroonlijst tegen de langsgeleiding 14 .
3. Onderstaande instellingen zijn voor kroonlijsten van 45°.
binnenhoek
Afschuinhoek links 30°
Verstektafel rechts ingesteld 35,26°
Veilige linkeruiteinde van zaagsnede
Rechterzijde Afschuinhoek rechts 30°
Verstektafel rechts ingesteld 35,26°
Veilige rechteruiteinde van de
zaagsnede
Linkerzijde
buitenhoek
Afschuinhoek rechts 30°
Verstektafel links ingesteld 35,26°
Veilige linkeruiteinde van zaagsnede
Afschuinhoek links 30°
Verstektafel rechts ingesteld 35,26°
Veilige linkeruiteinde van zaagsnede
4. Onderstaande instellingen zijn voor kroonlijsten met hoeken van 52°
aan de bovenzijde en 38° aan de onderzijde.
binnenhoek
Afschuinhoek links 33,9°
Verstektafel rechts ingesteld 31,62°
Veilige linkeruiteinde van zaagsnede
Rechterzijde Afschuinhoek rechts 33,9°
Verstektafel links ingesteld 31,62°
Veilige rechteruiteinde van de zaagsnede
Linkerzijde
buitenhoek
Afschuinhoek rechts 33,9°
Verstektafel links ingesteld 31,62°
Veilige linkeruiteinde van zaagsnede
Afschuinhoek links 33,9°
Verstektafel rechts ingesteld 31,62°
Veilige rechteruiteinde van zaagsnede
Nederlands
Alternatieve methode voor het zagen van
kroonlijsten
Speciale instelling voor brede afkortzaagsneden
(Afb. Z1, Z2)
Voor het zagen van kroonlijsten volgens deze methode is geen
afschuinzaagsnede nodig. Er kunnen zeer kleine veranderingen in de
verstekhoek worden aangebracht zonder gevolgen voor de afschuinhoek.
Bij andere hoeken dan hoeken van 90° kan de zaag snel en gemakkelijk
worden aangepast.
Uw zaag kan zeer brede werkstukken (tot wel 409 mm) zagen wanneer een
speciale instelling wordt gebruikt. Volg deze stappen als u de instelling wilt
gebruiken voor het zagen van dergelijke werkstukken:
1. Verwijder zowel de linker als de rechter langsgeleiding van de zaag en
zet deze opzij. U kunt ze verwijderen door de afstellingsknop van de
langsgeleiding 13 enkele slagen los te draaien en de langsgeleidingen
naar buiten te schuiven. Stel de verstekregeling af op 0° en vergrendel.
2. Maak een plateau met een stuk spaanplaat van 38 mm dik of een
dergelijk even sterk stuk plaatmateriaal van 38 mm dik op maat: 368
x 660 mm. Het plateau moet vlak zijn, anders kan het materiaal zich
verplaatsen tijdens het zagen en letsel veroorzaken.
3. Monteer het plateau van 368 x 660 mm met vier houtschroeven van
76,2 mm lang door de gaten 57 in de basislanggeleiding 15 (Afb. Z1).
Er moeten vier schroeven worden gebruikt om het materiaal goed vast
te zetten. Wanneer de speciale instelling wordt gebruikt, wordt het
plateau in twee delen gezaagd. Controleer dat de schroeven stevig
zijn vastgezet, anders kan het materiaal losraken en letsel veroorzaken.
Controleer dat het plateau stevig vlak op de tafel ligt, tegen de
langsgeleiding en gelijk centreert tussen links en rechts.
WAARSCHUWING: Controleer of de zaag stevig is gemonteerd op een
stabiel en plat oppervlak. Anders kan de zaag onstabiel worden, vallen
en letsels veroorzaken.
4. Plaats het werkstuk bovenop het plateau dat op de tafel is gemonteerd.
Controleer dat het werkstuk stevig tegen de achterzijde van de
basislangsgeleiding 15 ligt (Afb. Z2).
5. Zet het materiaal voor het zagen goed vast. Zaag langzaam door het
materiaal volgens een neerwaartse beweging naar achteren. Als u het
materiaal niet stevig vastzet en niet langzaam zaagt kan dat ertoe leiden
dat het materiaal loskomt en letsel veroorzaakt.
Na verschillende keren zagen aan verschillende verstekhoeken anders
dan 0 graden, kan het platform verzwakken en het werk niet meer goed
ondersteunen. Installeer een nieuw, ongebruikt platform voor de zaag na
herinstelling van de gewenste verstekhoek.
VOORZICHTIG: Blijvend gebruik van een platform met verschillende
zaagsneden kan leiden tot verlies van controle over het materiaal en
mogelijke letsels.
Instructies voor het zagen van kroonlijsten
onder een hoek tussen de langsgeleiding en de
grondplaat voor alle zaagsneden (Afb. V2)
1. Leg de kroonlijst zo neer dat de onderzijde van de kroonlijst (het
gedeelte dat tegen de wand uitkomt) tegen de langsgeleiding ligt en
de bovenzijde van de kroonlijst op de zaagtafel rust 17 .
2. De gehoekte “vlakke gedeelten” aan de achterzijde van de kroonlijst
moeten recht tegen de langsgeleiding 14 van de zaagtafel liggen.
binnenhoek
Linkerzijde Verstek rechts 45°
Veilige rechterzijde van de zaagsnede
Rechterzijde Verstek links 45°
Veilige linkerzijde van de zaagsnede
buitenhoek
Verstek links 45°
Veilige rechterzijde van de zaagsnede
Verstek rechts 45°
Veilige linkerzijde van de zaagsnede
Speciale zaagsneden
WAARSCHUWING: Maak nooit een zaagsnede als het materiaal
niet stevig vastligt op de tafel en tegen de langsgeleiding.
Aluminium zagen (Afb. W1, W2)
GEBRUIK VOOR HET ZAGEN VAN ALUMINIUM ALTIJD HET SPECIAAL
VOOR HET ZAGEN VAN ALUMINIUM VERVAARDIGDE ZAAGBLAD.
Voor bepaalde werkstukken zal misschien een klem of een andere
bevestigingsmethode nodig zijn om te voorkomen dat het werkstuk
tijdens het zagen wordt verplaatst. Plaats het materiaal zo dat u de
dunste dwarsdoorsnede zaagt, zoals in afbeelding W1 wordt getoond.
Afbeelding W2 laat zien hoe u deze geëxtrudeerde delen niet moet zagen.
Gebruik bij het zagen van aluminium een snijsmeermiddel. Breng
het snijmiddel direct aan op het zaagblad, voor het zagen. Breng het
middel nooit aan op een bewegend zaagblad 42 . De was geeft een
goede smering en zorgt ervoor dat er geen splinters aan het zaagblad
blijven plakken.
Gebogen materiaal (Afb. X1, X2)
Wanneer u gebogen materiaal zaagt, moet u het altijd plaatsen zoals wordt
getoond in afbeelding X1 en nooit zoals wordt getoond in afbeelding X2.
Wanneer u het materiaal niet goed plaatst zal dat ertoe leiden dat het
zaagblad vastloopt.
Kunststof leiding of ander rond materiaal zagen
U kunt met uw zaag gemakkelijk kunststof leiding zagen. Het moet worden
gezaagd als hout EN STEVIG TEGEN DE LANGSGELEIDING WORDEN
GEKLEMD OF GEHOUDEN ZODAT HET NIET KAN WEGROLLEN. Dit is
uiterst belangrijk wanneer u zaagsnede onder een hoek maakt.
Groot materiaal zagen (Afb. Y)
Zo nu en dan zult u een stuk hout willen zagen dat iets te groot is en
niet onder de onderste beschermkap past. Als dat zo is, plaats dan
uw rechterduim op de bovenzijde van de beschermkap 1 en rol de
beschermkap net genoeg omhoog voor het werkstuk, zoals in afbeelding Y
wordt getoond. Vermijd dit zoveel mogelijk, maar als het niet anders kan
zal de zaag goed werken en een grotere zaagsnede uitvoeren. MAAK DE
BESCHERMKAP NOOIT VAST MET TAPE OF WAT DAN OOK, WANNEER U MET
DEZE ZAAK WERKT.
ONDERHOUD
Uw DeWALT gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een
lange tijdsperiode te functioneren met een minimum aan onderhoud. Het
continu naar bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg voor het
gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen
schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de
machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert,
voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk
letsel, Raak NIET de scherpe punten van het zaagblad
aan met uw vingers of handen tijdens het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden.
Gebruik GEEN smeermiddelen of reinigingsmiddelen (vooral niet in
spuitbussen) in de buurt van de kunststof beschermkap. Het polycarbonaat
materiaal dat in de beschermkap wordt gebruikt, kan door bepaalde
chemicaliën worden aangetast.
Koolborstels (Afb. A1)
Inspecteer de koolborstels regelmatig. Houd de borstel schoon en zorg
ervoor dat ze vrij in hun geleiders kunnen schuiven.
89
Nederlands
•
•
•
•
•
•
Trek de stekker van het gereedschap uit het stopcontact, verwijder de
eindkap van de motor 6 , haal de veer van de koolborstels omhoog en
neem de koopborstels uit.
Als de borstels versleten zijn tot ongeveer 12,7 mm, oefenen de veren
geen druk meer uit en moeten de borstels worden vervangen.
Gebruik uitsluitend identieke DeWalt borstels. Gebruik van de
juiste koolborstels is van zeer groot belang voor de juiste werking
van de elektrische rem. Nieuwe koolborstelsets zijn verkrijgbaar bij
DeWALT servicecentra.
Plaats altijd weer de inspectiekap van de koolborstels wanneer u de
borstels hebt geïnspecteerd en eventueel vervangen.
Het gereedschap moet altijd 10 minuten “proefdraaien” (onbelast
draaien) zodat de borstel zich kunnen zetten. De elektrische rem zal
misschien niet goed werken als de borstels zich nog niet goed hebben
gezet (ingelopen).
Zet tijdens het “proefdraaien” NIET DE AAN/UIT-SCHAKELAAR OP
WELKE MANIER DAN OOK VAST. HOUD DE SCHAKELAAR MET DE
HAND INGEDRUKT.
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende smering nodig.
Reiniging
Controleer, voor gebruik, nauwgezet de bovenste beschermkap, de
onderste beschermkap en de stofbuis zodat u kunt bepalen of zij goed zou
werken. Zorg ervoor dat splinters, stof of deeltjes van het werkstuk niet een
van de functies blokkeren.
Als er gedeelten van het werkstuk tussen het zaagblad en de
beschermkappen bekneld zitten, trek de stekker van de machine dan uit het
stopcontact en volgt de instructies die worden gegeven bij Een zaagblad
verwisselen of een nieuw zaagblad plaatsen. Verwijder de vastgelopen
gedeelten en monteer het zaagblad opnieuw.
Verwijder zo nu en dan alle stof- en houtdeeltjes bij EN ONDER de basisplaat
en het draaiplateau.
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de hoofdbehuizing met
droge lucht, zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond de luchtopeningen
ophoopt. Draag goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd
stofmasker als u deze procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere bijtende
chemicaliën voor het reinigen van niet-metalen onderdelen van het
gereedschap. Deze chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze
onderdelen is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend
met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit enige
vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit enig onderdeel van
het gereedschap in een vloeistof.
Reiniging van het werklicht
•
•
•
Verwijder voorzichtig zaagsel en vuil van de lens van het werklicht en
gebruik daarvoor een wattenstaafje. Stof kan het werklicht blokkeren en
dan kan het licht de zaaglijn niet zorgvuldig aangeven.
Gebruik vooral GEEN oplosmiddelen van welke aard dan ook, deze
kunnen de lens beschadigen.
Reinig terwijl het zaagblad is uitgenomen de aanslag en vuilresten van
het zaagblad.
Reiniging van de stofbuis
Verwijder het stof uit de stofbuis nadat u de stekker uit het stopcontact hebt
getrokken en de zaagkop volledig omhoog hebt geplaatst en gebruik lucht
onder weinig druk of een stang met een grote diameter.
90
Optionele accessoires (Afb. B–E)
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door DeWALT
zijn aangeboden niet met dit product zijn getest, kan het gebruik van
dergelijke accessoires met dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico
op letsel te verminderen dient u uitsluitend door DeWALT aanbevolen
accessoires met dit product te gebruiken.
Klem: DE7082-XJ (Afb. B)
De klem 35 wordt gebruikt om het werkstuk stevig op de zaagtafel
te klemmen.
Stofzak: DE7053-XJ (Afb. C)
De stofzak 36 vangt het meeste stof dat wordt geproduceerd op en is
voorzien van een ritssluiting zodat u de zak gemakkelijk kunt leegmaken.
Schragen: DE7023-XJ, DE7033-XJ (Afb. D)
De schraag 37 wordt gebruikt voor uitbreiding van de breedte van de
zaagtafel.
Klembeugels: DE7025-XJ (Afb. E)
De klembeugels 38 worden gebruikt om de zaag op de standaard te
monteren.
ZAAGBLADEN: GEBRUIK ALTIJD 305 mm ZAAGBLADEN MET 30 mm
OPNAMEBOORGATEN. NOMINALE SNELHEID MOET TEN MINSTE 4800
ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere diameter. Deze zullen
nooit goed kunnen worden afgeschermd. Gebruik alleen afkortzaagbladen
Gebruik geen zaagbladen die bedoeld zijn voor overlangse verzaging,
combinatiezaagbladen of zaagbladen met grotere hoeken dan 5°.
BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN
TOEPASSING
DIAMETER
TANDEN
Constructiezaagbladen (dunne plaat met anti-kleef rand)
Algemene toepassing
305 mm
40
Fijne afkortzaagsneden
305 mm
60
Zaagbladen voor houtbewerking (geven gladde, schone zaagsneden)
Fijne afkortzaagsneden
305 mm
80
Non-ferrometalen
305 mm
96
Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de
geschikte accessoires.
Bescherming van het milieu
Gescheiden inzameling. Producten en batterijen die zijn voorzien
van dit symbool, mogen niet bij het normale huishoudelijke afval
worden weggegooid.
Producten en batterijen bevatten materialen die kunnen worden
teruggewonnen en gerecycled, zodat de vraag naar grondstoffen afneemt.
Recycle elektrische producten en batterijen volgens de lokale voorschriften.
Nadere informatie is beschikbaar op www.2helpU.com.
Belgique et
Luxembourg België
en Luxemburg
DeWALT - Belgium BVBA
Egide Walschaertsstraat 16
2800 Mechelen
Tel: NL 32 15 47 37 63
Tel: FR 32 15 47 37 64
Fax: 32 15 47 37 99
www.dewalt.be
[email protected]
Danmark
DeWALT
Roskildevej 22
2620 Albertslund
Tel:
Fax:
70 20 15 10
70 22 49 10
www.dewalt.dk
[email protected]
Deutschland
DeWALT
Richard Klinger Str. 11
65510 Idstein
Tel:
Fax:
06126-21-1
06126-21-2770
www.dewalt.de
[email protected]
Ελλάς
DeWALT (Ελλάς) Α.Ε.
EΔΡΑ-ΓΡΑΦΕΙΑ : Στράβωνος 7
& Λ. Βουλιαγμένης, Γλυφάδα 166 74, Αθήνα
SERVICE : Ημερος Τόπος 2 (Χάνι Αδάμ) – 193 00 Ασπρόπυργος
Τηλ:
Φαξ:
00302108981616
00302108983570
www.dewalt.gr
[email protected]
España
DeWALT Ibérica, S.C.A.
Parc de Negocios “Mas Blau”
Edificio Muntadas, c/Bergadá, 1, Of. A6
08820 El Prat de Llobregat (Barcelona)
Tel:
Fax:
934 797 400
934 797 419
www.dewalt.es
[email protected]
France
DeWALT
5, allée des Hêtres
BP 30084, 69579 Limonest Cedex
Tel:
Fax:
04 72 20 39 20
04 72 20 39 00
www.dewalt.fr
[email protected]
Schweiz
Suisse
Svizzera
DeWALT
In der Luberzen 42
8902 Urdorf
Tel:
Fax:
044 - 755 60 70
044 - 730 70 67
www.dewalt.ch
[email protected]
Ireland
DeWALT
Calpe House Rock Hill
Black Rock, Co. Dublin
Tel:
Fax:
00353-2781800
00353-2781811
www.dewalt.ie
Italia
DeWALT
via Energypark
20871 Vimercate (MB), IT
Tel:
www.dewalt.it
Fax:
800-014353
39 039 9590200
39 039 9590313
Nederlands
DeWALT Netherlands BV
Holtum Noordweg 35
6121 RE BORN, Postbus 83, 6120 AB BORN
Tel:
Fax:
31 164 283 063
31 164 283 200
www.dewalt.nl
Norge
DeWALT
Postboks 4613, Nydalen
0405 Oslo
Tel:
Fax:
45 25 13 00
45 25 08 00
www.dewalt.no
[email protected]
Österreich
DeWALT
Werkzeug Vertriebsges m.b.H
Oberlaaerstrasse 248, A-1230 Wien
Tel:
Fax:
01 - 66116 - 0
01 - 66116 - 614
www.dewalt.at
[email protected]
Portugal
DeWALT Limited, SARL
Centro de Escritórios de Sintra Avenida
Almirante Gago Coutinho, 132/134, Edifício 14
2710-418 Sintra
Tel:
Fax:
214 66 75 00
214 66 75 80
www.dewalt.pt
[email protected]
Suomi
DeWALT
PL 47
00521 Helsinki
Puh: 010 400 4333
Faksi: 0800 411 340
www.dewalt.fi
[email protected]
Sverige
DeWALT
Box 94
431 22 Mölndal
Tel:
Fax:
031 68 61 60
031 68 60 08
www.dewalt.se
[email protected]
Türkiye
KALE Hırdavat ve Makina A.Ş.
Defterdar Mah. Savaklar Cad. No:15
Edirnekapı / Eyüp / İSTANBUL 34050 TÜRKİYE
Tel:
Faks:
0212 533 52 55
0212 533 10 05
www.dewalt.com.tr
United
Kingdom
DeWALT, 210 Bath Road;
Slough, Berks SL1 3YD
Tel:
Fax:
01753-567055
01753-572112
www.dewalt.co.uk
[email protected]
Australia
DeWALT
810 Whitehorse Road Box Hill
VIC 3103 Australia
Tel: Aust 1800 338 002
Tel: NZ 0800 339 258
www.dewalt.com.au
www.dewalt.co.nz
Middle East Africa
DeWALT
P.O. Box - 17164,
Jebel Ali Free Zone (South), Dubai, UAE
Tel:
Fax:
www.dewalt.ae
[email protected]
N481830
971 4 812 7400
971 4 2822765
10/16