Pottinger SERVO 45 M NOVA Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr.
Wentelploeg
SERVO 45 M
(Type 9832: Chassis-Nr: + . .00001)
SERVO 45 M PLUS
(Type 9832: Chassis-Nr: + . .00001)
SERVO 45 M NOVA
(Type 9832: Chassis-Nr: + . .00001)
SERVO 45 M NOVA PLUS
(Type 9832: Chassis-Nr: + . .00001)
99 9832.NL.80S.0
1500_NL-BLADZIJDE2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Het feit dat de machine en de handleiding volgens de voorschriften zijn afgeleverd, dient te worden bevestigd.
Hiervoor dient het
document Aondertekend te worden toegestuurd aan de firma Pöttinger of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
Document C is voor de klant.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie! Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
Document D
NL-0600 Dokum D Servo - 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
SERVO-ploeg is overeenkomstig het aÁ everingsbewijs gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt.
Veiligheidstechnische voorzieningen en bedieningspaneel zijn aanwezig.
Bediening, ingebruikname en onderhoud van de machine of het werktuig is aan de hand van de handleiding met
de klant besproken en uitgelegd.
Aanpassingen aan de tractor zijn gerealiseerd
De hydraulische verbinding met de tractor is gemaakt en de juiste aansluiting is gecontroleerd.
Hydraulische functies (wentelen, spoorbreedteverstelling) zijn gedemonstreerd en uitgelegd.
Ploeg en trekker zijn op elkaar afgesteld (spoorbreedte van de eerste ploegschaar, trekpunt).
Transport- en werkstand zijn uitgelegd.
Informatie is verstrekt omtrent opties en extra mogelijkheden.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
NL
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiervoor dient het
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezondenof via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer die de machine levert.
- Document C is voor de klant.
- 4 -
1701_NL-Inhalt_9831
INHOUDSOPGAVE NL
Inhoudsopgave
Betekenis van de waarschuwingssymbolen .............. 5
Positie van de overdrukplaatjes ................................. 7
AANBOUW AAN DE TREKKER
Voorbereidingen aan de trekker ................................. 8
Hydraulische regeling aan hefinstallatie .................... 8
Hydrauliekaansluitingen ............................................. 9
Voorbereidingen aan de ploeg ................................... 9
Aanbouw aan de trekker .......................................... 10
Verlichtingsunit aanbouwen ......................................11
Afkoppelen van de trekker ........................................11
Voor de rit naar de akker ......................................... 12
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
Voor de rit naar de akker ......................................... 13
Voorzichtigheid geboden bij het oprijden van het
veld ...........................................................................14
Wentelen van de ploeg .............................................14
Werkhoek instellen (11) .............................................14
Instellen van de ploeg op de trekker met
"Servomatic" ............................................................ 15
Ploegen met de aut. diepteregeling ......................... 16
Hydraulische spoorbreedteverstelling (SERVO
PLUS) ...................................................................... 16
OVERBELASTINGSBEVEILIGING
Breekbouten .............................................................17
SERVO NOVA
Volautomatische ‘non-stop’
overbelastingsbeveiliging ........................................ 18
Instelbereik .............................................................. 18
Accumulator (43): .................................................... 19
Druk in de accumulator veranderen ......................... 19
Algemene veiligheidsaanwijzingen .......................... 20
Algemene onderhoudsvoorschriften ........................ 20
Reinigen van machinedelen..................................... 20
ONDERHOUD
Hydrauliekinstallatie ................................................ 21
Werkhoek van het rister instellen ............................. 21
Verwerking van niet-bruikbare machine-
onderdelen ............................................................... 21
Opheffen van de machine ........................................ 21
Basisinstelling van de risters .................................... 22
SERVO 45 M ........................................................... 23
EXTRA TOEBEHOREN
Instelling schijfkouter (* ............................................ 24
Schijfkouter geveerd (* ............................................. 24
Voorploegen:............................................................ 25
Tastwielen ................................................................ 26
TASTWIELEN
Transport-pendelwiel ............................................... 27
Omzetten in werkstand ............................................ 28
Omzetten in transportstand ..................................... 28
Naar voren geplaatst transport-pendelwiel .............. 29
Toepassing als steunwiel ......................................... 29
Toepassing als transportwiel ................................... 29
Omzetten in transportstand ..................................... 29
Omzetten in werkstand ............................................ 31
Trekarm met hydraulische ontkoppeling voor
vorenpakker en volgmachine ................................... 32
Werken met het volgwerktuig ................................... 33
TRACTIEREGELING
Aanwijzingen ............................................................ 35
Tractie regeling ........................................................ 35
Bedrijfsinstelling ....................................................... 36
Transport- en wegzetinstelling ................................. 36
Onderhoud ............................................................... 36
TECHNISCHE GEGEVENS
Positie van het typeplaatje ....................................... 37
Varianten van het typeplaatje ................................... 37
Gebruik conform bestemming van de ploeg ............ 37
Technische gegevens .............................................. 37
Opties ...................................................................... 39
Koutervormen ...........................................................41
Tastwielen .................................................................41
Extra ........................................................................ 42
Optie ........................................................................ 42
Ploegristers .............................................................. 44
VARIANTEN
Type SERVO ............................................................ 46
Type SERVO NOVA ................................................. 46
Type SERVO PLUS ................................................. 46
Type SERVO NOVA PLUS ...................................... 46
AANHANGSEL
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig ...........51
- 5 -
1800_NL-WARNBILDER_9832
WAARSCHUWINGSAFBEELDING NL
Betekenis van de waarschuwingssymbolen
1 Voorzichtig! Het reservoir staat onder
druk. Raadpleeg het relevante hand-
boek voordat demontage, reparatie
of dergelijke handelingen worden
uitgevoerd.
Het waarschuwingssymbool kleeft op
het gasreservoir.
2 Opmerkingen in verband met de
kraanophanging
495.697.0002/18
3 Buiten het zwenkbereik van de ma-
chine blijven.
4 Nooit in de machine grijpen, zolang
zich daar nog delen kunnen bewegen.
5 Productaansprakelijkheid
- 6 -
1800_NL-WARNBILDER_9832
WAARSCHUWINGSAFBEELDING NL
6 Als u niet zeker bent, raadpleeg dan
de handleiding.
7 Installatie van de hydraulische aan-
sluitingen
Zie het hoofdstuk Aanbouw
- 7 -
1800_NL-WARNBILDER_9832
WAARSCHUWINGSAFBEELDING NL
Positie van de overdrukplaatjes
6
7
056-17-01
- 8 -
1800_NL-ANBAU_9832
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
Voorbereidingen aan de trekker
TIP
Neem de prestatiegrenzen van de gebruikte trekker in acht.
Wielen en banden
- Om de bodem te sparen, kan de luchtdruk in de banden
van de trekker tijdens het ploegen met 0,8 bar worden
verlaagd. Raadpleeg hiervoor ook de handleiding van
de trekker en het gegevensblad van de banden.
- Onder zware omstandigheden kunnen extra
wielverzwaringen voordelig zijn. Zie ook de
gebruikershandleiding van uw trekkerfabrikant.
Ballastgewichten
GEVAAR
Levensgevaar of materiële schade - door een verkeerd
ballastgewicht op de trekker.
De vooras van de trekker moet altijd met ten
minste 20% van het onbelaste gewicht van
de trekker worden belast om de stuur- en
remcapaciteit van de trekker te waarborgen.
20%
Kg
Hefinrichting
- De hefarmen (4) moeten links en rechts even lang zijn.
Met verstelmogelijkheid (3) nastellen.
- Als de hefstangen (4) in meerdere standen aan de
trekker zijn te bevestigen, is het wenselijk de achterste
stand (H) te kiezen. Hierdoor wordt de hydraulische
installatie van de trekker minder zwaar belast.
- De topstang (1) aanbrengen volgens de aanwijzingen
van de trekkerfabrikant (2).
Instelling tijdens het transport
- De hefarmen met de stabilisatoren (5) zo vastzetten, dat
de aangekoppelde machine tijdens het transport niet
kan uitzwenken.
- De bedieningshendel van de hydraulische regeling moet
zijn vastgezet om zakken te voorkomen.
- Transport over de weg niet in positie "On-Land"
Instelling tijdens het ploegen
- De stabilisators (5) zodanig afstellen, dat de ploeg een
groot zijdelings bereik krijgt.
Hydraulische regeling aan hefinstallatie
Positieregeling:
Voor het aan- en afbouwen van de machine en tijdens
transport.
De positieregeling is de normale instelling van de hefin-
richtingshydrauliek.
De aangekoppelde machine blijft in de hoogte (= positie)
die via het regelventiel (ST) is ingesteld.
Automatische diepteregeling, mengregeling:
Het ploegen gebeurt met een van beide instellingen. Voor
een beschrijving, zie hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
- 9 -
1800_NL-ANBAU_9832
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Hydrauliekaansluitingen
Als de trekker is uitgerust met slechts een enkelwerkend
regelventiel, moet er beslist een vrije olieretourleiding
(T) worden gemonteerd door de vakgarage.
- Drukleiding (1) en olieretourleiding (2) aansluiten
Minimaal:
1 enkelwerkend regelventiel
of
1 dubbelwerkend regelventiel
Alle andere aansluitingen zijn optioneel.
zwart (dubbelwerkend): roterende hydrauliek
blauw (dubbelwerkend): hydraulisch tastwiel
groen (dubbelwerkend): Werkbreedte
grijs (dubbelwerkend): Snijbreedte
rood (enkelwerkend): Steenbeveiliging
oranje (enkelwerkend): tractiecontrole
Voorbereidingen aan de ploeg
Aankoppel-as (965 mm / 825 mm)
De juiste aankoppel-as gebruiken
- zie ook de onderdelenlijst.
825 mm
965 mm
De aanpassing op de hefinrichting uitvoeren
- de beide zijplaten kunnen in 4 verschillende standen
(P1, P2, P3 en P4) worden gemonteerd
- 10 -
1800_NL-ANBAU_9832
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Aanbouw aan de trekker
TIP
Neem de veiligheidsaanwijzigingen in bijlage A1, punt
8a - h in acht!
- Trekkerhydrauliek in positieregeling schakelen.
- Machine aan de hefarmen aankoppelen en met een
splitpen borgen.
TIP
De aanbouwbok kan door het verdraaien van
neigingsspindels (11) in horizontale stand worden
gebracht.
Hierdoor wordt het aankoppelen vergemakkelijkt.
Aansluitend spindels (11) weer in de oorspronkelijke
stand terugdraaien. Zie ook het hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
- Topstang (1) zo bevestigen, dat het aansluitpunt (P1)
aan de ploeg ook tijdens het werk iets hoger ligt dan
het aansluitpunt (P2) van de trekker.
TD65/92/27
1
P1
P2
- Topstang na topstang- of hefarmregeling anders
bevestigen
Diepteregeling van
de hefarmen
Als de regelhydrauliek
van de trekker via de
hefarm geregeld wordt,
moet de topstang in een
lang gat (=LL) van de
aanbouwbok gestoken
worden.
896-15-87
RL LL
Diepteregeling via de
topstang
Als de regelhydrauliek
van de trekker via de
topstang geregeld wordt,
moet de topstang in een
rond gat (=RL) van de
aanbouwbok gestoken
worden.
- Hydraulische slangen op de trekker aankoppelen.
- Steunpoot in de parkeerpositie brengen
Steunpoot in de steunpositie brengen
1. Steunpoot op de bout aan het frame plaatsen.
2. De steunpoot met splitpen (2) borgen.
896-15-084
2
Steunpoot in de parkeerpositie brengen
1. Steunpoot aan de console door sleuf steken
2. De steunpoot met splitpen (2) borgen.
- 11 -
1800_NL-ANBAU_9832
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Verlichtingsunit aanbouwen
Voor transportritten over de openbare weg moet worden
gezorgd voor verlichting volgens de wettelijke voorschriften.
Als optie is een eenvoudig te monteren verlichtingsunit
verkrijgbaar.
- Verlichtingsunit in de daarvoor bedoelde houder
plaatsen en met klemschroef (KS2) bevestigen
- Verlichting in de breedte met de klemschroef (KS1)
aanpassen aan het aanbouwwerktuig.
- Stekker van de verlichting (ST) aan de stekkerdoos van
het ploegframe aansluiten
- Functiecontrole uitvoeren
ST
KS1
KS2
074-09-53
AANWIJZING
Materiële schade - door botsing van de verlichting
tegen de grond tijdens het draaien
Verwijder de verlichting voor gebruik op het
veld.
Monteer de verlichting opnieuw voor het
transport.
In principe moeten de lokale wettelijke voorschriften wor-
den opgevolgd.
Afkoppelen van de trekker
Aanwijzing: de schaarpunten zijn gehard. Als ze op een
harde ondergrond (steen, beton enz.) worden neergezet,
kan dit tot breuk leiden. Zet daarom de schaarpunten
op een geschikte ondergrond, bijvoorbeeld een plank!
- Draai het ploegframe in de werkstand en plaats de
machine op een stabiele, vlakke grond.
- Breng het regelventiel in de zwevende stand om de
druk in de hydraulische leidingen af te bouwen. (Als
uw regelventiel niet over de zwevende stand beschikt,
beweeg de stuurhendel (ST) dan meerdere keren voor-
en achterwaarts met de motor uitgeschakeld.)
- Trekkerhydrauliek in positieregeling schakelen.
- Hydraulische slangen van de trekker loskoppelen.
- Steunpoten naar beneden zwenken en met bout fixeren.
- Topstang en hefarmen van de machine losmaken.
- Machine met diefstalbeveiliging beveiligen
1. Diefstalbeveiliging op de koppeling aanbrengen
2. Diefstalbeveiliging met hangslot beveiligen.
Hefarm-aankoppeling
Wegzetten, schoonmaken en winterklaar maken
van de machine
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk ‘ONDERHOUD
EN REPARATIE’!
- 12 -
1800-NL_VOREINSTELLUNG_9832
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG NL
Voor de rit naar de akker
SERVO
1. Basisinstelling volgens tabel-A uitvoeren.
2. Precieze instelling bij het gebruik uitvoeren.
SERVO NOVA
1. Basisinstelling volgens tabel-C uitvoeren.
2. Precieze instelling bij het gebruik uitvoeren.
Snijbreedte instellen.
- Zeskantschroef (SK) losdraaien.
- Achterste zeskantschroef uit gat (1-5) nemen.
- De bevestigingsconsole draaien totdat de gewenste ploegreedte
bereikt is en de zeskantschroef in één van de gaten (1, 2, 3, 4, 5)
past.
- De zeskantschroeven opnieuw vastdraaien.
Instelling van de beide spindels (ZP, VF)
Trekpunt (ZP)
Eerste voor (VF)
De instelling is afhankelijk van de afstand tussen de trekkerwielen
(RA) en de ingestelde snijbreedte (1, 2 , 3 ,4, 5).
- Meer informatie over trekpunt en eerste voor in het hoofdstuk
‘GEBRUIK’.
RA
TD65/92/35
TD 329-07-02
VF
ZP
1
3
4 5
SK
2
Tabel-A
voor
SERVO 45 M
1
300 mm
2
350 mm
3
400 mm
4
450 mm
5
500 mm
RA
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
1000 427 499 444 488 461 476 479 465 497 454
1100 416 494 432 482 450 470 467 458 485 447
1200 405 488 421 476 438 464 455 452 472 440
1300 394 482 410 471 427 459 443 446 461 434
1400 390 476 399 465 415 453 432 441 449 428
1500 --- --- 390 460 404 448 421 436 437 423
Tabel-C
voor
SERVO 45 M NOVA
1
300 mm
2
350 mm
3
400 mm
4
450 mm
5
500 mm
RA
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
ZP
[mm]
VF
[mm]
1000 451 513 469 501 487 490 505 481 --- ---
1100 439 508 457 494 475 483 493 473 510 463
1200 428 502 445 488 463 477 480 465 498 455
1300 417 496 434 482 451 471 468 459 486 447
1400 406 490 422 477 439 465 456 453 474 441
1500 395 484 411 471 428 459 445 447 462 435
- 13 -
1800-NL_VOREINSTELLUNG_9832
NL
VOORINSTELLING VAN DE PLOEG
Voor de rit naar de akker
SERVO PLUS
SERVO NOVA PLUS
Hydraulische verstelling (SERVO PLUS)
Daarvoor is een extra dubbelwerkend regelventiel aan
de tractor noodzakelijk.
Door het regelventiel te bedienen, kan de ploegbreedte
hydraulisch worden aangepast.
Instelling
1. Basisinstelling volgens tabel-B uitvoeren, bij
snijbreedte = 40 cm
2. Precieze instelling bij het gebruik uitvoeren.
Instelling van de beide spindels (ZP, VF)
Trekpunt (ZP)
Eerste voor (VF)
De instelling is afhankelijk van de afstand tussen de
trekkerwielen (RA) en de ingestelde snijbreedte.
- Meer informatie over trekpunt en eerste voor in het
hoofdstuk ‘GEBRUIK’.
Tabel-B
voor
SERVO 45 M PLUS
RA
(mm)
ZP
(mm)
VF
(mm)
1000 462 472
1100 444 466
1200 426 461
1300 407 455
1400 389 450
1500 370 445
RA
TD65/92/35
Tabel-B
voor
SERVO 45 M NOVA PLUS
RA
(mm)
ZP
(mm)
VF
(mm)
1000 488 482
110 0 471 475
1200 453 469
1300 435 463
1400 417 458
1500 398 452
TD126/98/07
VF
ZP
- 14 -
1600_NL-GEBRUIK_9831
NL
GEBRUIK
Voorzichtigheid geboden bij het oprijden
van het veld
Let op!
Schaderisico bij het oprijden van het veld
als de ploeg zich nog in de transportstand
(horizontale stand) bevindt en de ploeg
daarbij wordt geheven (Afstand A).
-bij zware schokbewegingen kan de
spindel worden beschadigd,
daarom
-met transportwiel het veld oprijden of de
ploeg van te voren in de werkstand
brengen
Wentelen van de ploeg
Let op!
Tijdens het wentelen mag niemand zich
binnen het zwenkbereik bevinden.
Het wentelen vanaf de bestuurderszitplaats
laten plaats vinden.
Voor het wentelen moet de ploeg geheel
worden geheven.
Het draaiwerk is met dubbelwerkende cilinders en een
ingebouwd, automatisch omkeerventiel uitgerust.
Het automatische omkeerventiel zorgt ervoor, dat
het totale wentelen met een slechts één enkele
handeling van de bedieningshendel (ST) plaats vindt.
(Noodzakelijke oliehoeveelheid: 40 - 50 l/min)
TD 65/92/48
s
h
0
ST
Wentelen
Het wentelen wordt met een enkelwerkend of een
dubbelwerkend ventiel op gelijke wijze uitgevoerd.
Bij een enkelwerkend ventiel is een vrije retourleiding
op de trekker nodig.
- Stuurventiel (ST) inschakelen op heffen (h).
(bij variant met inzwenkcilinder of memoriecilinder
wordt het frame eerst ingezwenkt.),na het draaien weer
uitgezwenkt. zie hoofdstuk Varianten.
De ploeg wordt 180° gedraaid.
- Stuurventiel (ST) op neutraal (0) zetten.
Na ca. 5 seconden kan een nieuwe draaibeweging
worden ingezet.
Werkhoek instellen (11)
Bij het ploegen moeten de ploeglichamen ongeveer
horizontaal (90°) tot de ondergrond staan. Deze stand
wordt, zoals hieronder beschreven, bereikt door het
verdraaien van de beide spindels (11).
TD 65/92/25
90°
- ploeg 5-10 cm. heffen
- stuurventiel (ST) kort bedienen
het ploegraam draait iets van de aanslagspindel (11)
weg.
-hoek met de spindel (11) instellen
-ploegraam weer tot aan de aanslag terugdraaien
-het ploegen voortzetten en testen of door de nieuwe
instelling de ploeglichamen ongeveer horizontaal (90°)
tot de ondergrond staan.
- 15 -
1600_NL-GEBRUIK_9831
GEBRUIK NL
Instellen van de ploeg op de trekker met
"Servomatic"
Met het ‘SERVOMATIC’ instelcentrum worden ploeg en
trekker optimaal op elkaar afgestemd.
De volgende controle van de instellingen moet in volgorde
worden uitgevoerd.
Nooit in het gevarenbereik grijpen, zolang
er nog delen kunnen bewegen.
Nooit in het zwenkbereik van de machine
staan.
1. Snijbreedte instellen
- zie hoofdstuk ‘VOORINSTELLING VAN DE PLOEG’
2. De snijbreedte instellen voor het eerste
ploeglichaam (voorvork)
De snijbreedte (S2) van het eerste ploeglichaam wordt
ingesteld door het verdraaien van de spindel (VF).
Snijbreedte (S1) te smal
- spindel (VF) langer draaien
Snijbreedte te breed
- spindel (VF) korter draaien
Snijbreedte (S2) juist
- spindel goed ingesteld
zie hoofdstuk ‘VOORINSTELLING VAN DE PLOEG’
Hydraulische verstelling (SERVO PLUS)
Daarvoor is een extra dubbelwerkend regelventiel aan
de tractor noodzakelijk.
3. Trekpunt (Z) instellen
Instelling juist
Treklijn (ZL) loopt door het middelpunt (M) van de
trekkerachteras. Op de trekker wordt is geen zijdelingse
trekkracht uitgeoefend.
De ploeg trekt licht.
- spindel (ZP) is volgens de tabel goed ingesteld.
zie hoofdstuk ‘VOORINSTELLING VAN DE PLOEG’
Instelling fout
Treklijn (ZL) loopt niet door het middelpunt (M) van de
trekkerachteras.
a.)Bij het ploegen wordt de trekker naar het geploegde
getrokken. Dit kan alleen worden gecorrigeerd door
tegensturen.
- spindel (ZP) langer draaien
b) Tijdens het ploegen wordt de trekker naar het
ongeploegde getrokken.
- spindel (ZP) korter draaien.
- 16 -
1600_NL-GEBRUIK_9831
GEBRUIK NL
Ploegen met de aut. diepteregeling
Om de hefinrichting goed te laten functioneren moet
op het volgende worden gelet.
- de topstang (1) zodanig aanbrengen, dat het aansluitpunt
aan de ploeg (P1) tijdens het ploegen iets hoger ligt
dan het aansluitpunt (P2) aan de trekker.
TD65/92/27
1
P1
P2
Topstang aanbrengen
LL, RL = stand wanneer diepteregeling via de hefarmen
werkt.
RL = stand wanneer diepteregeling via de topstang
werkt.
zie verder in hoofdstuk ‘Aanbouw aan de trekker’
- het ploegraam moet in lengterichting, tijdens het werk, zo
mogelijk parallel tot de ondergrond lopen.
- de werkdiepte wordt eerst via de hefinrichting (ST)
ingesteld.
Wisselende bodemweerstand tijdens het ploegen wordt,
afhankelijk van de soort diepteregeling, via de topstang
(1) of via de beide hefarmen aan het stuurventiel
doorgegeven. De juiste impuls wordt in een hef- of
zakfunctie aan de hefinrichting veranderd.
Een voorbeeld: Diepteregeling via de topstang
De ploeg dringt dieper in de grond in.
Hierdoor wordt de druk via de topstang bij het regelventiel
groter.
Als gevolg daarvan wordt het regelventiel zolang op
heffen geschakeld tot de ingestelde werkdiepte weer
is bereikt.
Aanwijzing:
Lees ook de gebruiksaanwijzingen van de trekker fabrikant.
Hydraulische spoorbreedteverstelling
(SERVO PLUS)
De verstelinrichting wordt bediend met een hydraulische
cilinder. Daarvoor is een extra dubbelwerkend
regelventiel aan de tractor noodzakelijk.
De spoorbreedte kan ook tijdens het ploegen traploos
worden aangepast. De positie van de treklijn wordt
daardoor niet beïnvloed (zie ook ‘trekpunt (Z)’ afstellen).
Voordelen:
- nauwkeurig ploegen binnen de grenzen
-ontwijken van hindernissen (masten, bomen enz.)
- 17 -
1800_NL-Overbelastingsbeveiliging_943
NL
OVERBELASTINGSBEVEILIGING
Breekbouten
De ploeglichamen zijn door breekbouten beveiligd.
Bij overbelasting breekt de breekbout (30) en het
ploeglichaam zwenkt naar boven weg.
- Restant van de breekbout verwijderen.
- Zeskantschroef (31) losmaken.
- Ploeglichaam weer in werkstand terugzwenken.
- Nieuwe breekbout plaatsen en beide bouten weer
vastdraaien.
WAARSCHUWING
Risico op ernstig letsel of beschadigingen als de
breekbouten niet bij de vastgelegde belasting breken.
Gebruik alleen originele breekbouten (zie re-
serveonderdelenlijst) met de juiste dimensie
en kwaliteit.
Gebruik in geen geval bouten met een gro-
tere (of ook geringere) sterkte.
TIP
Enkele breekbouten bevinden zich in de cilindrische box
aan de aanbouwbok.
- 18 -
1600_NL-NOVA_984
NL
SERVO NOVA
Volautomatische ‘non-stop’
overbelastingsbeveiliging
Voor moeilijk te bewerken bodemoppervlakken met
stenen of andere belemmerende factoren is een
volautomatische overbelastingsbeveiliging aan te
bevelen.
Bij de ploeg SERVO-NOVA is elke ploegschaar
afzonderlijk hydromechanisch tegen beschadigingen
beveiligd.
Wanneer over een hindernis wordt heengereden kan
de ploeg naar alle kanten uitzwenken. De trekker hoeft
niet te stoppen. De ploeg zwenkt automatisch in de
werkstand terug.
Naast de volautomatische ‘non-stop’
overbelastingsbeveiliging zijn alle verbindingen
bovendien met een breekbout beveiligd. Beschrijving
zie hoofdstuk ‘OVERBELASTINGSBEVEILIGING’.
Instelbereik
Het schakelmechanisme van de overbelastingsbeveiliging
kan aan de verschillende bodemsoorten worden
aangepast.
Normale instelling
- De druk in de hydraulische cilinders (40) moet ca. 10
bar hoger zijn dan de stikstofdruk in de accumulator
(43).
Stikstofdruk in de accumulator (43)
(fabrieksinstelling)
80 bar
Instelbereik van de druk in de hydraulische
cilinders (40)
90 tot 160 bar
Wanneer in de praktijk blijkt dat de
overbelastingsbeveiliging te snel wordt geactiveerd,
dan kan met de bijgeleverde vulinstallatie (42) de druk(*
in de hydraulische cilinders worden verhoogd (zie tabel).
Druk(* uitbreekkracht
( bar ) ( kp )
90 1010
100 1125
110 1240
120 1350
130 1460
140 1575
150 1690
160 1800
Druk in de hydraulische cilinders verhogen:
- Afsluitkraan in positie A.
- Afsluitkap (41) van de afsluitkraan verwijderen en de
vulleiding monteren.
- Druk van het regelventiel aan de trekker halen.
- Stekkerkoppeling (42) aan de trekker aansluiten.
- Afsluitkraan openen (positie E). De hydraulische druk
valt weg.
- Regelventiel aan de trekker zo lang vasthouden tot de
manometer de gewenste druk aangeeft. Vervolgens
afsluitkraan sluiten (positie A).
Let op!
De afsluitkraan moet tijdens het ploegen
gesloten zijn (positie A).
- Met het regelventiel de druk van de vulleiding halen.
- Vulleiding verwijderen en afsluitkap (41) weer
aanbrengen.
- 19 -
1600_NL-NOVA_984
SERVO NOVA NL
Accumulator (43):
De druk in de accumulator kan eveneens worden
aangepast.
Het verminderen of verhogen van de druk in de
accumulator is afhankelijk van de verschillende
bodemsoorten.
• Bij een makkelijk te bewerken bodemsoort kan de
gasdruk worden gereduceerd.
Let op!
Er mag niet aan de accumulator worden
gelast en ook mechanische bewerkingen
zijn niet toegestaan.
Druk in de accumulator veranderen
Deze werkzaamheden mogen alleen
door een vakwerkplaats worden
uitgevoerd.
Om de drukinstelling van de accumu-
lator te verminderen of te verhogen is
een speciale vul- en testvoorziening
noodzakelijk.
1. Druk verminderen:
a) Kunststofkap verwijderen
- Loodprop (indien aanwezig) in de gasvulschroef (44)
met een puntig voorwerp verwijderen.
b) Gasvulschroef (44) enigszins losmaken.
c) Vul- en testvoorziening aanbrengen.
d) Afsluitkraan aan de vulvoorziening enigszins openen.
Stikstof (N) langzaam laten ontsnappen, tot de
manometer de gewenste druk aangeeft.
e) Afsluitkraan sluiten, vulvoorziening verwijderen,
gasvulschroef vastdraaien en loodprop (indien
aanwezig) terugplaatsen.
2. Druk verhogen:
Gebruik voor de vulling van de gastank
alleen stikstof (N), geen zuurstof
(explosiegevaar).
f) Vulvoorziening op de stikstoffles aansluiten.
g) Kunststofkap verwijderen.
- Loodprop (indien aanwezig) in de gasvulschroef (44)
met een puntig voorwerp verwijderen.
- Gasvulschroef (44) enigszins losmaken.
- Vul- en testvoorziening aanbrengen.
h) Testvoorziening op de stikstoffles aansluiten.
i) Afsluitkraan aan de vulvoorziening enigszins openen
en stikstof bijvullen, tot de manometer de gewenste
druk aangeeft.
k) Afsluitkraan sluiten, vulvoorziening verwijderen,
gasvulschroef vastdraaien en loodprop (indien
aanwezig) terugplaatsen.
Aanwijzing
Volgens de fabrieksbeschrijving ‘Hydac’ wordt de druk in
de accumulators na verloop van tijd lager.
Het verlies (stikstof) bedraagt jaarlijks ca. 2 - 3 %.
Na 4 - 5 jaar de druk controleren en eventueel bijstellen.
- 20 -
1800_NL-Wartung_9831
NL
ONDERHOUD
Algemene veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Levensgevaar - Een andere persoon neemt de trekker
in gebruik en rijdt weg of bedient de stuurhendel van
het hydraulische systeem, terwijl u bezig bent met
het onderhoud.
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den de motor stopzetten en de contactsleu-
tel verwijderen.
GEVAAR
Levensgevaar - Machine kantelt
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden de machine op een vlakke, vaste
ondergrond plaatsen.
• Werkzaamheden onder de machine alleen
uitvoeren, wanneer de machine vast en
zeker staat en goed wordt ondersteund.
Algemene onderhoudsvoorschriften
Om de machine ook na langdurige inzet in goede staat te
houden, moet u volgende aanwijzingen opvolgen:
-Na de eerste bedrijfsuren alle bouten natrekken.
Tijdens het gebruik
- regelmatig alle bouten en moeren controleren en eventueel
natrekken
Slijtageonderdelen
- Om de dragende onderdelen niet te beschadigen,
moeten versleten slijtageonderdelen tijdig worden
vervangen.
Bandenspanning
- Let op de juiste bandenspanning!
- Controleer regelmatig de luchtdruk!
GEVAAR
Gevaar voor een dodelijk of levensbedreigend letsel
bij het opblazen van banden.
Let op de maximale druk die gespecifi ceerd
is in de handleiding van uw band
De maximale druk niet overschrijden.
Gebruik altijd pompen met geijkte manome-
ters
Reinigen van machinedelen
Let op!
- Gebruik geen hogedrukreiniger voor het reinigen van
lager- en hydraulische onderdelen.
-Gevaar voor roestvorming!
- na het reinigen de machine smeren en kort laten
proefdraaien
-Door met te hoge druk te reinigen kan beschadiging van
lak optreden.
Parkeren in de open lucht
Als de ploeg langere tijd in de open lucht verblijft, moeten
de uitstekende delen van hydraulische cilinders worden
gereinigd en worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Winterklaar maken
- machine voor het overwinteren grondig reinigen
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
TIP
Alle smeerpunten en hoe vaak ze moeten worden
gesmeerd, vindt u in het smeerschema.
- 21 -
1800_NL-Wartung_9831
NL
ONDERHOUD
Verwerking van niet-bruikbare machine-
onderdelen
Machines en machine-onderdelen die niet meer bruikbaar
zijn, dienen volgens de wettelijke voorschriften met betrek-
king tot afvalverwerking te worden verwerkt.
Opheffen van de machine
De ploeg mag alleen aan de lassen worden opgeheven,
zoals aangegeven oin de afbeelding.
495.697.0002/18
Hydrauliekinstallatie
- hydraulische slangen regelmatig controleren op
beschadigingen.
Poreuze of beschadigde hydraulische slangen direct
vervangen!
WAARSCHUWING
Gevaar voor een ernstig letsel door hydraulische
lekkage van het hydraulische systeem.
Het hydraulische systeem staat onder hoge
druk. Werk nooit bij lekkage van het hydrau-
lische systeem.
Voor u aan de hydraulische installatie gaat werken
- ploeg op de grond zetten
- Bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden met
de ploeg omhoog de installatie altijd beveiligen met
geschikte stutelementen.
- hydraulische installatie drukloos maken en de trekkermotor
uitschakelen, sleutel uit het contactslot nemen.
Werkhoek van het rister instellen
Wanneer de ploeg niet juist in de ondergrond dringt, kan
door het verdraaien van een excentrische bus een verbe-
tering worden bereikt.
• Afhankelijk van stand van de bussen (A of B) wordt de
schaarpunt in het bereik ‘S’ dieper of hoger gesteld.
• bouten na het verstellen weer goed vastdraaien.
Bij enkele types is in plaats van een excentrische bus een
geribbelde plaat aangebracht.
Zie ook ‘Basisinstelling van de risters.
- 22 -
1800_NL-Wartung_9831
NL
ONDERHOUD
Basisinstelling van de risters
Na het verwisselen van de slijtdelen moeten volgende controles in deze volgorde worden uitgevoerd:
1. Ploeg op een effen ondergrond neerzetten.
2. De afstand (A) tussen ploegraam en ploegzool moeten bij alle risters hetzelfde zijn.
3. Afstand (B1) aan het laatste rister controleren.
B1 = 0 - 5 mm bij risters * van het type W, UWS
10 - 20 mm bij risters * van het type UW, UWS, WSS.
4. Afstand (B) instellen als maat B1.
* Het type van de rister wordt aangegeven op het plaatje van de fabrikant.
- 23 -
1800_Schmierplan_9832
SERVO 45 M
10 h
2211 1 2
2
2
24
10 h
22 5
12
3
896-15-104
896-15-102
10 h
21
NL
- 24 -
(* Voorzichtig! Verwondingsgevaar aan de snijkanten!
1600_NL-ZUSÄTZE_9831
EXTRA TOEBEHOREN
De snijdiepte van de schijfkouters op een afstand van 5 cm. Hoger
dan de schaarpunt instellen.
De stand in de lengterichting wordt door het verschuiven van de
houder op de console gekozen
Verder moet de stand worden bepaald door de excenterarm (50)
met 180° te draaien.
Instelling schijfkouter (*
De zijdelingse afstand tot de schaarpunten moet 2-3 cm. zijn
Dit wordt bepaald door de arm (50) te verdraaien.
Schijfkouter geveerd (*
NL
EXTRA TOEBEHOREN
- 25 -
(* Voorzichtig! Verwondingsgevaar aan de snijkanten!
1600_NL-ZUSÄTZE_9831
Voorploegen:
Maïsinlegger, mestinlegger
Deze worden ingezet voor het inwerken van stro of mest.
de werkdiepte instellen op 1/3 van de totale werkdiepte
De plaats is boven de schaarpunt of daar achter. Bij een zware
begroeiing of voor het inploegen van stro moeten ze zo ver mogelijk
naar achteren worden ingebracht.
- 26 -
1600-NL DUBBELTASTWIEL_9831
TASTWIELEN NL
Tastwielen
Duplo steunwiel:
De werkdiepte wordt via de spindel (70) met de
meegeleverde ratel ingesteld.
Dubbel steunwiel gemonteerd aan voorlaatste ploegli-
chaam.
hydraulisch duplo steunwiel:
Werkdiepte wordt hydraulisch ingesteld
Let op de diepteweergave#
Pendelwiel:
Werkdiepte via spindel instellen#
Let op de diepteweergave#
- 27 -
1800_NL-TRANS-PENDELRAD_9832
NL
TASTWIELEN
Transport-pendelwiel
Als tastwiel
Stel de werkdiepte in
1. Pas de spindel (1) dienovereenkomstig aan
115-07-15
1
2. Pas de twee spindels (2) dienovereenkomstig aan
Als transportwiel
Hierdoor wordt de achteras en de hefinrichting van de
trekker ontzien.
AANWIJZING
Materiële schade bij het rijden over obstakels of
oneffenheden
Steek bij het vervoer de topstang alleen
in het lange gat van de mast. Dan kan de
ploeg bij het rijden over obstakels of onef-
fenheden heen en weer bewegen.
115-07-15
1
- 28 -
1800_NL-TRANS-PENDELRAD_9832
TASTWIELEN NL
Omzetten in werkstand
- Alleen bij frame-inzwenkcilinder: Hydraulisch ventiel
(F) openen.
- Ploeg met de lift van de trekker opheffen.
- Vergrendeling losmaken.
Om dit te doen, de excentrische hendel 90° draaien (in
stand A1).
A1 = Werkstand
T1 = Transportstand
- Ploeg met het draaiwerk in de verticale stand brengen.
- Bout (3) uittrekken, de steunwielconsole met ca. 90° in
de werkstand draaien en opnieuw vastzetten met bout
(3) (A).
A, A2 = Werkstand
T, T2 = Transportstand
Bout vergrendelen met borgpen (5).
- Ploegbreedte instellen
- bij SERVO PLUS: hydraulisch
- bij STANDARD: Pen (T3) in de gewenste positie
steken
in de transportstand
SERVO Standard
- Cilinder in werkstand (A2)
Omzetten in transportstand
- Kleinste ploegbreedte instellen
- bij SERVO PLUS: hydraulisch
- bij SERVO STANDARD: Bout in stand T3
- Cilinder in transportstand (T2)
steken met bout
- Bout (3) uittrekken, de steunwielconsole met ca. 90° in
de transportstand draaien en opnieuw vastzetten met
bout (3) (T).
Bout vergrendelen met borgpen (5).
- Vergrendeling losmaken.
Om dit te doen, de excentrische hendel (op de
aanbouwbok) 90° draaien (stand T1).
- Ploeg met de lift van de trekker opheffen.
- Met het draaiwerk langzaam in de horizontale stand
brengen tot de vergrendelingsbout automatisch in de
aanbouwbok gaat.
- Alleen bij frame-inzwenkcilinder: Hydraulisch ventiel
(F) sluiten.
- 29 -
NL
1800_NL-VOORGETROKKEN-TRANS-PENDELWIEL_9831
TASTWIELEN
Toepassing als transportwiel
Hierdoor wordt de achteras en de hefinrichting van de
trekker ontzien.
AANWIJZING
Materiële schade bij het rijden over obstakels of
oneffenheden
Steek bij het vervoer de topstang alleen in
het lange gat van de mast. De ploeg kan
dan bij het rijden over obstakels of oneffen-
heden enigszins heen en weer bewegen.
115-07-15
1
Omzetten in transportstand
1. Kleinste snijbreedte instellen
- met de hydraulische snijbreedteverstelling bij de
SERVO PLUS ploeg
- met de zwenkcilinder bij ploeg met hydraulische
frame-inzwenking
2. Ploeg en eventueel hydraulisch wiel op de grond laten
zakken
3. Wielconsole in de transportstand brengen
- Pen (6) van 'Positie T5' naar 'Positie T6' omsteken
(bij de uitvoering met hydraulische frame-inzwenking
de afsluitkraan sluiten wanneer de cilinder volledig
uitgeklapt is)
Naar voren geplaatst transport-
pendelwiel
Toepassing als steunwiel
Werkdiepte instellen
Variant 1
Mechanische diepte-instelling
- Spindel (1) op de juiste manier afstellen
- De beide spindels (2) op de juiste manier afstellen
384-06-02
1
Variant 2
Hydraulische diepte-instelling
- Permanent vanaf de trekker, ook tijdens het ploegen
verstelbaar
- Geïntegreerde sturing van het pendelen van het wiel
tijdens het keren
- 30 -
NL
1800_NL-VOORGETROKKEN-TRANS-PENDELWIEL_9831
TASTWIELEN
6. Transportbeveiliging op de aanbouwbok activeren
- Daarvoor de excenterhefboom (op de aanbouwbok)
90° zwenken (Positie T1).
A1 = Werkstand
T1 = Transportstand
GEVAAR
Levensgevaar bij het draaien van de ploeg voor
personen die zich in het zwenkbereik bevinden.
Stuur personen weg uit het zwenkbereik.
Hef de ploeg volledig op alvorens te draai-
en.
Bedien het draaiwerk alleen vanaf de trek-
ker.
7. Ploeg met de hefinrichting van de trekker heffen.
- Met de wentelinrichting langzaam in horizontale
stand brengen (Transportstand), totdat de
vergrendelingsbout aan de aanbouwbok automatisch
vastklikt.
8. Alleen bij gebruik van een framezwenkcilinder:
Hydraulisch ventiel (F) sluiten.
4. Clinder in de transportstand brengen
- Zekering (7) verwijderen
- Clinder van de as verwijderen. Als dit lastig gaat kan
het wiel worden opgetild met de instelsleutel.
- Cilinder 180° naar boven draaien.
- Zekering plaatsen
5. Wieldrager in transportstand zwenken
- Pen (3) uitnemen
- de steunwielconsole ca. 90° zwenken. (Met de
instelsleutel de hendel verlengen)
- pen (3) weer insteken (T)
- pen met splitpen borgen
A, A2 = Werkstand
T = Transportstand
- 31 -
NL
1800_NL-VOORGETROKKEN-TRANS-PENDELWIEL_9831
TASTWIELEN
Omzetten in werkstand
1. Alleen bij gebruik van een framezwenkcilinder:
Hydraulisch ventiel (F) openen.
2. Ploeg met de hefinrichting van de trekker heffen.
3. Transportbeveiliging op de aanbouwbok ontkoppelen.
- Om dit te doen, de excentrische hendel met 90°
draaien (stand A1).
A1 = Werkstand
T1 = Transportstand
GEVAAR
Levensgevaar bij het draaien van de ploeg voor
personen die zich in het zwenkbereik bevinden.
Stuur personen weg uit het zwenkbereik.
Hef de ploeg volledig op alvorens te draai-
en.
Bedien het draaiwerk alleen vanaf de trek-
ker.
4. Ploeg met de wentelinrichting in de verticale stand
(Werkstand) brengen.
5. Ploeg op de grond laten zakken, daarbij iets naar voren
rijden, zodat het wiel naar achteren gezwenkt op de
grond staat.
6. Wieldrager in werkstand zwenken
- pen (3) uitnemen
- de steunwielconsole ca. 90° zwenken (met de
instelsleutel de hendel verlengen)
- pen (3) weer insteken (A)
- pen met splitpen borgen
A, A2 = Werkstand
T = Transportstand
7. Cilinder in de werkstand brengen
- Zekering verwijderen
- Cilinder in de as steken. Als dit lastig gaat kan het
wiel worden opgetild met de instelsleutel.
- Cilinder (8) van "stand T8" naar "stand T7"
verplaatsen
- zekering plaatsen
8. Wielconsole in werkstand brengen
a. Bij hydraulische instelling van de ploegbreedte: Bout
(6) van "stand T6" naar "stand T5" verplaatsen
T2-T4
b. Bij mechanische instelling van de ploegbreedte:
Bout in het gatenpatroon T2-T4 steken
9. Snijbreedte instellen
- met de hydraulische snijbreedteverstelling bij de
SERVO PLUS ploeg
- met de zwenkcilinder bij een ploeg met hydraulische
frame-inzwenking
0700_NL-SCHWENKAUSLEGER_983 - 32 -
NL
VOLGWERKTUIGEN
Trekarm met hydraulische ontkoppeling voor vorenpakker en volgmachine
Vanaf bouwjaar 2006 *)
Montage:
1. De console (K) aan het hoofdraam monteren.
2. Arm (A) met pen (B) in de console (K) steken en borgen.
3. Trekveer (Z) voorspannen (max. 4 cm).
4. Hydraulische aansluiting op de ploegwentelcilinder: middels T-stuk op de retourleiding T,
of via een enkelwerkende hydraulische aansluiting.
115-07-01
K
A
B
Z
Instellingen:
De arm beschikt over twee afstelvoorzieningen
1. Werkstand (Boringen A)
(Stand van het volgwerktuig naast de ploeg)
Via het gatenpatroon A kan het volgwerktuigen in vijf
verschillende afstanden tot de ploeg worden geleid.
Instelpostities:
A1 - geringste afstand
A2 - afstand ca. 30 cm groter dan A1
A3 - afstand ca. 60 cm groter dan A1
A4 - afstand ca. 90 cm groter dan A1
A5 - grootste afstand
2. Vangstand (Boringen B)
(Stand van de arm voor het “vangen”)
Via het gatenpatroon B kan de arm in vijf
verschillende vangstanden voor het volgwerktuig
worden ingesteld.
- D e arm moet 40-50 cm buiten de trekkerbanden
uitsteken.
- De overlapping tussen de arm en de vanginrichting
van het volgwerktuig moet 20 - 30 cm bedragen.
Aanwijzing!
Het volgwerktuig
moet zo dicht
mogelijk naast de
ploeg geleid wor-
den, maar mag de
ploeg niet kunnen
raken.
Aanwijzing!
Als de lengte van
de vangarm van
het volgwerktuig
niet passend kan
worden ingesteld,
kan dit door het
veranderen van
de vangpositie
worden gecom-
penseerd.
40-50
cm
20-30
cm
*) Optie bij de SERVO 25 S, SERVO 35 S, SERVO 45 S
B
A
115-07-12
1
2
3
4
5
0700_NL-SCHWENKAUSLEGER_983 - 33 -
NL
VOLGWERKTUIGEN
Koppelen van het volgwerktuig
Pen in vergrendelde stand (81v)
Voor het vergrendelen van de pennen moet het
stuurventiel korte tijd op ‘heffen’ worden geschakeld.
De trekarm in het buitenste bereik (30 cm.) om het
volgwerktuig aan te koppelen.
Ontkoppelen van het volgwerktuig
Pennen hydraulisch ontgrendelen (81e)
Voor het ontgrendelen van de pennen, moet het
stuurventiel korte tijd op ‘dalen’ worden geschakeld.
TD65/92/85
82
81v
81e
Werken met het volgwerktuig
Aan de volgwerktuigen is een vangvoorziening voor de trekarm gemonteerd, die voor het aankoppelen dwars op de
rijrichting staat.
Werkstand Vangpositie
Ploegen zonder volgwerktuig
Voor het ploegen zonder Packerwals, echter met de
arm gemonteerd.
- Pen (2) in boring (B5) steken
Transport
Voor het transport moet de arm volledig worden
ingezwenkt.
- Pen (3) in boring (T) steken
115-07-03
115-07-05
2
B5
3
T
115-07-14
0700_NL-SCHWENKAUSLEGER_983 - 34 -
NL
VOLGWERKTUIGEN
Demontage:
1. Hydraulische leiding afkoppelen.
2. Trekveer (Z) demonteren.
3. Lagerpen (B) verwijderen.
4. Arm (A) eruit nemen.
Opbouw bij „PLUS“ - ploegen
Bij PLUS-ploegen moet een stuurketting (S) worden
gemonteerd. Met deze stuurketting wordt, al naar
gelang de kettinglengte, de vangpositie van de arm
(A) ingesteld.
Als volgt werken:
1. Kettinghouder (H) en stuurketting (S) monteren.
2. Kettingspanner (L) aan de arm monteren.
3. Ploeg instellen op de kleinste werkbreedte.
4. Stuurketting (S) in de kettingspanner (L) hangen en
met pen borgen (Kettinglengte op vangpositie)
Attentie!
De montage van de
stuurketting (S)
mag alleen plaats
vinden op de
kleinste werk-
breedte, omdat
anders schade of
beschadiging zal
optreden aan plo-
eg en aan de arm
als de snijbreedte
of het zwenken
van het raam
wordt veranderd.
115-07-01
K
A
B
Z
115-07-10
H
A
L
S
115-07-11
H
A
L
S
Aanbouw „Servo - PLUS“ Aanbouw „Servo - PLUS NOVA“
- 35 -
NL
1800_NL-TRACTION CONTROL_9851
TRACTIEREGELING
Door de tractie regeling wordt gewicht van de ploeg op
de trekker overgebracht en zo de slip geminimaliseerd.
Hydraulische cilinder (Zy)
Manometer (Ma)
Druk in de hydraulische cilinder aflezen
Afsluitkraan (Ab)
Gasopslag (Ga)
Details zie hoofdstuk 'Servo Nova'
Stekkerkoppeling (St)
Voor een drukwijziging in de hydraulische cilinder bij een
enkel regelventiel aan de trekker aansluiten
Onderhoudspunten (Wa)
Positie van de hydraulische cilinders
001-09-02
Ma
Zy
Wa
Ab
St
Ga
Tractie regeling
Aanwijzingen
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door plotselinge positiewijzigingen van de cilinder.
Grijp tijdens de werkzaamheden niet in de gevarenzone (defi nitie van de gevarenzone)
TIP
Bij werkzaamheden met tractieregeling is een royale berekening van het ballastgewicht van voordeel.
- 36 -
NL
1800_NL-TRACTION CONTROL_9851
TRACTIEREGELING
Transport- en wegzetinstelling
- Hydraulische druk aan de tractie regeling afbouwen. Het
afkoppelen van de topstang wordt vergemakkelijkt en
de componenten van de tractie regeling worden ontlast.
Bedrijfsinstelling
1. Druk in de hydraulische cilinder instellen:
- Regelventiel aan de trekker drukloos maken.
- Stekerkoppeling (St) op de trekker aansluiten.
- Afsluitkraan (Ab) openen (positie E).
- Regelventiel aan de trekker bedienen tot de
arbeidsdruk is bereikt -> zie manometer (Ma)
*) Als de hydraulische aansluiting niet gebruikt wordt,
kan de stekkerkoppeling aan de trekker aangesloten
blijven. De arbeidsdruk kan op ieder moment worden
aangepast.
Als de hydraulische aansluiting nodig is:
- Afsluitkraan (Ab) sluiten (positie A).
- Stekkerkoppeling (St) verwijderen.
2. Trekker hefinstallatieregeling (EHR):
Mengregeling tussen 0% ... 50% trekkrachtregeling
instellen.
3. Werkdiepte instellen:
(zie hoofdstuk 'Tastwielen')
4. Topstang instellen:
Om de optimale bodemaanpassing te bereiken, moet in het bedrijf de topstand midden aan het
langsgat van de ontlastingbalans worden gepositioneerd. (zie hoofdstuk 'Aanbouw aan de trekker')
Onderhoud
- Lager (Wa) aan de hydraulische cilinder voor ieder
seizoen smeren
- Details zie hoofdstuk 'Onderhoud en reparatie'
A
E
40 - 100 bar
40 bar
St
001-09-03
Druk op de
manometer [bar]
extra gewicht aan de trekker-
achteras[kg]
50 650
60 780
70 910
80 1040
90 1170
100 1300
110 1430
120 1560
TD65/92/27a
- 37 -
1800-NL TECHN. DATEN_9832
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Gebruik conform bestemming van de ploeg
De ploeg is uitsluitend bestemd voor het gewone gebruik bij landbouwwerkzaamheden.
Voor het omploegen van akkerland, weideland en andere grondsoorten.
Ieder ander gebruik geldt als niet conform bestemming.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele hieruit voortvloeiende schade; dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
Technische gegevens
Geluidsniveau < 70 dB(A)
Vermogensbovengrens: 180 kW / 240 PS
SERVO 45 M
Type (merk) Scharen Risterafstand Hoogte
ploegraam
Snijbreedte Gewicht *
SERVO 45-M-495 4 95 cm 80 / 90 cm 30-35-40-45-50 cm 1.400 kg
SERVO 45-M-595 5 (4+1) 95 cm 80 / 90 cm 30-35-40-45-50 cm 1625 kg
SERVO 45-M-595 5 95 cm 80 / 90 cm 30-35-40-45-50 cm 1665 kg
SERVO 45-M-695 6 (5+1) 95 cm 80 / 90 cm 30-35-40-45-50 cm 1910 kg1)
SERVO 45-M-402 4 102 cm 80 / 90 cm 32-38-43-48-54 cm 1410 kg
SERVO 45-M-502 5 (4+1) 102 cm 80 / 90 cm 32-38-43-48-54 cm 1635 kg
SERVO 45-M-502 5 102 cm 80 / 90 cm 32-38-43-48-54 cm 1675 kg
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje (1) is aangebracht op de aanbouwbok, in
de rijrichting links. (zie afbeelding)
896-15-105
1
Varianten van het typeplaatje
1. Hulpwerktuigen
2. Frankrijk:
- 38 -
1800-NL TECHN. DATEN_9832
TECHNISCHE GEGEVENS NL
1) min. hefvermogen 8t + frame-inzwenking
2) min. hefvermogen 8t + memoriecilinder
3) incl. frame-inzwenking
4) Memoriecilinder
* Geldt voor werktuigen in standaarduit-
voering
SERVO 45 M PLUS
Type (merk) Scharen Risterafstand Hoogte
ploegraam
Snijbreedte Gewicht *
SERVO 45-M-P-495 4 95 cm 80 / 90 cm 30 - 50cm 1.520 kg
SERVO 45-M-P-595 5 (4+1) 95 cm 80 / 90 cm 30 - 50cm 1785 kg
SERVO 45-M-P-595 5 95 cm 80 / 90 cm 30 - 50cm 1825 kg
SERVO 45-M-P-695 6 (5+1) 95 cm 80 / 90 cm 30 - 50cm 2090 kg2)
SERVO 45-M-P-402 4 102 cm 80 / 90 cm 32 - 54 cm 1530 kg
SERVO 45-M-P-502 5 (4+1) 102 cm 80 / 90 cm 32 - 54 cm 1795 kg
SERVO 45-M-P-502 5 102 cm 80 / 90 cm 32 - 54 cm 1835 kg
SERVO 45 M NOVA
Type (merk) Scharen Risterafstand Hoogte
ploegraam
Snijbreedte Gewicht *
SERVO 45-M-N-495 4 95 cm 80 cm 30-35-40-45-50 cm 1620 kg
SERVO 45-M-N-595 5 (4+1) 95 cm 80 cm 30-35-40-45-50 cm 1895 kg
SERVO 45-M-N-595 5 95 cm 80 cm 30-35-40-45-50 cm 1925 kg
SERVO 45-M-N-402 4 102 cm 80 cm 32-38-43-48-54 cm 1630 kg
SERVO 45-M-N-502 5 (4+1) 102 cm 80 cm 32-38-43-48-54 cm 1935 kg
SERVO 45-M-N-502 5 102 cm 80 cm 32-38-43-48-54 cm 1935 kg
SERVO 45 M NOVA PLUS
Type (merk) Scharen Risterafstand Hoogte
ploegraam
Snijbreedte Gewicht *
SERVO 45-M-PN-495 4 95 cm 80 cm 30 - 50 cm 1740 kg
SERVO 45-M-PN-595 5 (4+1) 95 cm 80 cm 30 - 50 cm 2055 kg
SERVO 45-M-PN-595 5 95 cm 80 cm 30 - 50 cm 2.095 kg
SERVO 45-M-PN-402 4 102 cm 80 cm 32 - 54 cm 1750 kg
SERVO 45-M-PN-502 5 (4+1) 102 cm 80 cm 32 - 54 cm 2065 kg
SERVO 45-M-PN-502 5 102 cm 80 cm 32 - 54 cm 2105 kg
- 39 -
1800-NL TECHN. DATEN_9832
TECHNISCHE GEGEVENS NL
Opties
Universele voorploeg (alle geleide-werkzaamheden, maisstro)
V1
Maisvoorploeg (veel organische massa, grote arbeidsdiepte)
V2
Universele voorploeg (geringe arbeidsdiepte)
V3
RW Mestvoorploeg van kunststof (lichte, niet vette of klevende bodem)
V4
Maisvoorploeg (diep ploegen, grote hoeveelheden oogstrestanten)
V5
- 40 -
1800-NL TECHN. DATEN_9832
TECHNISCHE GEGEVENS NL
1
2
1. Hellingsverstelling (trekt gegarandeerd de grond in, zelfs bij harde, droge
bodem)
2. Installatiebeschermer (bv. op het laatste lichaam)
3
4
3. Slijtagekanten
4. Doorlopende snavelschaar (op steenachtige bodem)
6
5
Snijschaar (betere verkruimeling)
5. Schaarblad met beitel
6. Snijschaar
Voorrandbreker (alleen bij brede banden)
Ondergrondwoeler
Glij-kop
Geleideplaat
- 41 -
1800-NL TECHN. DATEN_9832
TECHNISCHE GEGEVENS NL
Koutervormen
Instelbare console (diepte-instelling via tandsegmenten)
gekartelde kouter (optimaal meelopend bij veel oogstresten)
geveerde console (voor SERVO NOVA met overbelastingsbeveiliging)
gladde kouter
installatiekouter (vanaf 20 cm werkdiepte) UW, W, WSS.
Tastwielen
Dubbele steunwielen
- Dubbel steunwiel plaatstaal
- Dubbel steunwiel luchtband
- Dubbel steunwiel met luchtband, hydraulisch verstelbaar
Pendelsteunwielen
- Pendelsteunwiel staal, ongeveerd
- Pendelsteunwiel met luchtband, ongeveerd
- Pendelsteunwiel met luchtband, ongeveerd
Transportpendelwielen
- Transportpendelwiel mechanisch
- Transportpendelwiel hydraulisch
- 42 -
1800-NL TECHN. DATEN_9832
TECHNISCHE GEGEVENS NL
Extra
115-07-03
Arm voor volgwerktuigen
896-15-93
Waarschuwingsbordje, gele reflector voor aanduiding aan de zijkanten,
verlichtingsunit met rode reflector
Optie
Aanbouwas KAT 3 breedte 2
Aanbouwas KAT 3 breedte 3
Stuuras CAT. 3
Tractiecontrole
Framezwenkcilinder
- 43 -
1800-NL TECHN. DATEN_9832
TECHNISCHE GEGEVENS NL
Hydraulische packerarm
- 44 -
1600-NL UITVOERINGEN_9831
UITVOERINGEN NL
Ploegristers
27 Wc Durastar
Werkbreedte tot 45 cm
Werkdiepte tot 25 cm
Voorbreedte tot 48 cm
36 W
Werkbreedte tot 45 cm
Werkdiepte tot 25 cm
Voorbreedte tot 40 cm
41 W
Werkbreedte tot 45 cm
Werkdiepte tot 30 cm
Voorbreedte tot 45 cm
46 Wc Durastar
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 53 cm
36 UWc Durastar
Werkbreedte tot 50 cm
Werkdiepte tot 30 cm
Voorbreedte tot 48 cm
- 45 -
1600-NL UITVOERINGEN_9831
UITVOERINGEN NL
39 UWc Durastar
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 50 cm
35 WSS
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 53 cm
38 WWS
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 30 cm
Voorbreedte tot 50 cm
50 RW
Werkbreedte tot 54 cm
Werkdiepte tot 35 cm
Voorbreedte tot 53 cm
- 46 -
1800-NL_VARIANTEN_9832
NL
VARIANTEN
Type SERVO
bestaat uit:
a. Standaard snijbreedteverstelling
5-voudige verstelmogelijkheid middels bouten
b. Vierscharnierhendel
c. Frame-inzwenkcilinder (alternatief voor "b")
voor het inzwenken van het ploegframe
Dit maakt een probleemloos wenden en geringe
transportbreedte mogelijk bij 4- en meerscharige
ploegen.
Op de trekker is alleen een dubbelwerkend stuurventiel
vereist. Dit stuurventiel verzorgt gelijktijdig de
hydraulische cilinder (c) en de wentelcilinder.
Type SERVO NOVA
- als type SERVO, echter met een volautomatische
overbelastingsbeveiliging
Type SERVO PLUS
bestaat uit:
b. Vierscharnierhendel
c. Frame-inzwenkcilinder (alternatief voor "b")
voor het inzwenken van het ploegframe
Dit maakt een probleemloos wenden en geringe
transportbreedte mogelijk bij 4- en meerscharige
ploegen.
Op de trekker is alleen een dubbelwerkend stuurventiel
vereist. Dit stuurventiel verzorgt gelijktijdig de
hydraulische cilinder (c) en de wentelcilinder.
d. Hydraulische afstelling van ploegbreedte
- traploze aanpassing van de ploegbreedte door
middel van een hydraulische cilinder.
- Daarvoor is een extra dubbelwerkend regelventiel
aan de tractor noodzakelijk.
De spoorbreedte kan ook tijdens het ploegen traploos
worden aangepast.
Voordelen:
- nauwkeurig ploegen binnen de grenzen
- omploegen van hindernissen (masten, bomen enz.)
- aanpassing van de ploegbreedte aan de toestand
van de bodem
Type SERVO NOVA PLUS
- als type SERVO PLUS, echter met een volautomatische
overbelastingsbeveiliging
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige pas sing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 49 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A NL
Aanwijzingen voor veilig werken
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die
betrekking heb ben op de vei lig heid met dit teken
aan ge ge ven.
1.) Handleiding
a. De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine.
Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats waar de
machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar is.
b. Bewaar de handleiding zolang de machine in gebruik
is.
c. De handleiding moet bij verkoop of als van gebruiker
wordt gewisseld altijd samen met de machine worden
doorgegeven.
d. Zorg ervoor dat veiligheids- en gevarenaanwijzingen
aan de machine compleet zijn en dat zij leesbaar zijn.
De gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig
gebruik van de machine en dienen dus uw eigen
veiligheid.
2.) Gekwalificeerd personeel
a. Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en psychisch geschikt zijn
en die op de juiste manier zijn geschoold, mogen de
machine bedienen.
b. Personeel dat nog geschoold of geïnstrueerd moet
worden, of dat momenteel een algemene opleiding volgt,
mag de machine alleen bedienen onder permanent
toezicht van een ervaren persoon.
c. Test-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a. In deze handleiding zijn alleen onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden beschreven die de bestuurder
zelfstandig mag uitvoeren.
Alle andere werkzaamheden mogen alleen door een
vakmonteur worden uitgevoerd.
b. Reparaties aan de elektrische of hydraulische installatie,
aan voorgespannen veren, aan drukreservoirs
enz. vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
gereedschappen en beschermende kleding en mogen
daarom alleen in een vakgarage worden uitgevoerd.
4.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
on der houd saan wij zin gen.
5.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze ma chi nes en werk tui gen ont wik keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde onderdelen niet door ons ge con tro leerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on der bepaalde
om stan dig he den con struc tie ve eigenschappen van Uw
ma chi ne negatief bei nvloe den. De fa bri kant kan niet
aansprakelijk wor den gesteld voor scha de ont staan
door het gebruik van niet originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aan bouw de len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
6.) Beschermkappen, -beugels en - doeken
a. Alle beschermkappen, -beugels en - doeken moeten
aan de machine gemonteerd zijn en ook intact zijn.
Re gel ma ti ge controle en ver van ging van versleten en
be scha dig de be scher min gen is noodzakelijk.
7.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet
de bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften
ver trou wd ma ken. Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine
deze op verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
8.) Asbest
a. Bepaalde toeleveringsdelen van
het voertuig of machine kunnen
om technische redenen asbest
bevatten. Let op ken te kens die op
de onderdelen staan.
- 50 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A NL
20%
Kg
9.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet
toe ge staan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven
trans port stand over openbare wegen worden vervoerd.
10.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor
en achter voldoende
van bal last ge wich ten
worden voorzien om
de bestuurbaarheid
en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van
het leeggewicht van
het voertuig moet op
de vooras rusten).
b. De rijeigen schap pen worden door de weg en door
de machine beïnvloed. Rijstijl aan de omstandig heden
aanpassen.
c. Als er eveneens een volgwagen is aan gekoppeld, moet
bij het rijden van bo ch ten rekening gehouden worden met
de breedte van de machine en met eventueel uitslaan
van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt
op de uit ste ken de delen en op door de massakracht
doordraaiende delen letten!
11.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de
drie punts hefin richting de hendel van de hefinrichting
in een stand blokkeren, waarin ongecontroleerd heffen
of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de
drie punts hefin richting ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van
klemmen of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de
hefinrichting buiten de kabine, niet tussen trekker en
machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor
stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet
de hendel van de hefinrichting geblokkeerd zijn, om
ongecontroleerd zakken te vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op
de grond worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd.
(Door gebruik van de handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-
werkzaamheden, de aandrijfmotor uitschakelen en de
aandrijfas afkoppelen.
12.) Het reinigen van de machine
a. Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde
on der de len te reinigen, ook het reinigen van hydraulische
delen met een hogedrukreiniger moet worden ontraden.
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.51 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht GV min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting GH min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
TL [kg]
TV [kg]
TH [kg]
GH [kg]
GV [kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet altijd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.52 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk () zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting TV tat
(Als het minste frontballastgewicht (GV min) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (GV), moet het gewicht in het front worden
verhoogd tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belasting in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht Gtat
(Als het minste ballastgewicht (GH min) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (GH) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel in).
Tabel
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Ploeg
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100 EN ISO 4254-1
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Wilhelm Meindlhumer
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
01.08.2016
Jörg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
SERVO 45 M 45 M Plus 45 M Nova 45 M Nova Plus
9832 9832 9832 9832
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Wei ter ent wick lung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH stän dig an der Verbesserung ih rer
Pro duk te.
Änderungen ge gen über den Ab bil dun gen und
Be schrei bun gen dieser Be triebs an lei tung müs sen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Än de run gen
an bereits aus ge lie fer ten Ma schi nen kann daraus nicht
ab ge lei tet werden.
Technische Angaben, Maße und Ge wich te sind
un ver bind lich. Irrtümer vor be hal ten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch aus zugs wei se,
nur mit schriftlicher Ge neh mi gung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Ur he ber recht
vor be hal ten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
EN
IT
PT
NL
DE ES
FR
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55

Pottinger SERVO 45 M NOVA Handleiding

Type
Handleiding