Zanussi ZFT13JC Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
H/Za/38 (06.)200380296
DIEPVRIEZER
ZFT 13JC
ZZAANNUUSSSSII
GEBRUIKSAANWIJZING
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt
hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het appa-
raat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag wor-
den behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u
het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering
van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
From the Electrolux Group. The world's No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, ket-
tingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .......3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid............3
Veiligheid van kinderen .......................................3
Vóór het in gebruik nemen...................................3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ..................3
Aanwijzingen voor de gebruiker ..........................4
Algemene informatie...........................................4
Beschrijving van het apparaat,
belangrijkste onderdelen .....................................4
Schakel- en weergavepaneel ...............................5
Bediening van het apparaat .................................5
Ingebruikname van het apparaat ........................5
Instelling van de temperatuur.............................5
Invriezen ........................................................5
IJsblokjes maken.............................................6
Bewaren ........................................................6
Praktische informatie ..........................................6
Tips .................................................................6
Inhoudsopgave
Energie besparen............................................6
Het apparaat en het milieu ................................6
Onderhoud .......................................................6
Ontdooien......................................................6
Reiniging en onderhoud ...................................7
Apparaat buiten gebruik ...................................7
Problemen oplossen...........................................7
Aanwijzingen voor de installateur ........................8
Technische gegevens.........................................8
Installeren van het apparaat .................................9
Vervoer, uitpakken...........................................9
Reiniging .......................................................9
Opstelling ......................................................9
Deurdraairichting omzetten..............................10
Elektrische aansluiting....................................10
Bewaartijdentabel (1) .......................................11
Garantie en service...........................................11
Garantievoorwaarden .......................................13
3
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t.
de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en
dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van
het aansluitsnoer, mogen alleen door Service
worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele
Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige
reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de
gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te
maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan
de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcon-
tact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in
de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platge-
drukt of beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het wor-
den vervangen door onze service-afdeling of door
een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er
dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uit-
nemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje
geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het
apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatu-
urregelaar, het schakelmechanisme en de indicator
komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vries-
ruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of
tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwi-
jzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwasse-
nen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedi-
eningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het
stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht
mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U ver-
hindert daardoor, dat spelende kinderen een elek-
trische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het appa-
raat opsluiten.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat
u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen
(compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn.
Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden.
Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt,
kan de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor
isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die
niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden gead-
viseerd.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen
in aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten
op het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door
het contact met de koude vochtigheid condenseert
in de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In
deze holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als
daar waterdruppels op terecht komen, kan dat tot
kortsluiting leiden en daardoor schade aan het appa-
raat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren pro-
ducten op het bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof
in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes
in de diepvriezer bewaren.
4
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt
voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen
van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde kli-
maatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
1. Vriesdoos
2. Vriesvak (korf)
3. Bewaarvak (korven)
4. Gegevenstabel
5. Schakel- en weergavepaneel
6. Dooiwaterafvoer
7. Verstelbare pootjes
8. Deurafdichtingsprofiel
9. Ventilatierooster
10. Condensator
11. Richting luchtstroom
12. Compressor
5
Schakel- en weergavepaneel
A) Aan/Uit lampje groen
B) Thermostaat- en Aan/Uitknop
C) Vriescontrolelampje geel
D) Uitschakeling Geluidsalarm en vriesknop
E) Waarschuwingslampje rood
Bediening van het apparaat
Ingebruikname van het apparaat
Stop de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaat-
knop (B) op een koudere stand dan << 1 >> om het
apparaat in te schakelen. Het groene, gele en rode con-
trolelampje gaan branden. Het controlelampje voor in- en
uitschakelen (A) gaat branden om aan te geven dat het
apparaat is ingeschakeld. Het gele controlelampje blijft
branden en geeft gedurende 5 uren de permanente koel-
ing aan (na verloop van 2 uur kunt u dit handmatig
uitschakelen). Het rode controlelampje blijft branden en
geeft aan dat de temperatuur in het vriesvak niet bereikt
is. Bovendien hoort men een onderbroken toonsignaal,
die uitgeschakeld kan worden door op de (D) knop te
drukken. Om het vriesvak uit te schakelen de knop (B) in
stand << >> zetten.
Bij de eerste inschakeling van het apparaat
wordt de bedrijfsmodus voor vriezen automa-
tisch ingeschakeld. Deze wordt na 5 uur automa-
tisch uitgeschakeld. U kunt deze functie handmatig
te allen tijde uitschakelen door op de knop voor
vriezen (D) te drukken.
Instelling van de temperatuur
De binnentemperatuur van de vrieskast wordt elektron-
isch geregeld, er zijn vijf verschillende temperatuur-
standen en een uitschakelstand << >> .
De stand << 1 >> geeft de hoogste (minst koude) en de
stand << 6 >> geeft de laagste (koudste) temperatuur
aan. Zet de thermostaatknop op de door u gewenste
stand.
Normaal gesproken kunt u de schakelaar het best op <<
2-3 >> zetten, u moet, bij het instellen van de temperatu-
ur echter rekening houden met:
de kamertemperatuur, in de ruimte waar het apparaat
geplaatst is,
hoe vaak de deur geopend zal worden,
de hoeveelheid levensmiddelen die in de kast
bewaard worden,
de plaats van het apparaat.
Invriezen
Vries de verschillende levensmiddelen na de geschikte
voorbereiding altijd in het vriesvak in. Haal voor de maxi-
male vriesprestatie de vriesdoos en de vrieskorf uit de
vriezer en leg de in te vriezen levensmiddelen recht-
streeks op de verdamper. Bij het invriezen van kleinere
hoeveelheden is het niet nodig de vriesdoos of vrieskorf
uit de vriezer te halen.
Druk voor het inschakelen van de invriesmodus 2 - 3 sec-
onden op de Aan-/Uitschakelaar voor invriezen (D); bij
kleine hoeveelheden levensmiddelen duurt het ongeveer
4 uur en bij grotere hoeveelheden ongeveer 24 uur, voor-
dat verse levensmiddelen diep gevroren zijn. Dan gaat
het gele lampje (C) branden. Dan werkt de compressor
continu om de voor het invriezen vereiste temperatuur te
bereiken.
Nadat de levensmiddelen volledig diepgevroren zijn (wat
tot 24 uur kan duren), kan de invriesmodus ook hand-
matig uitgeschakeld worden, door 2-3 seconden op de
knop (D) te drukken. Als u de invriesfunctie niet hand-
matig uitschakelt, zorgt de elektronica van het apparaat
ervoor dat dit na verloop van 48 uur automatisch
gebeurt. Het gele lampje (C) gaat dan ook uit.
De vriesdoos is geschikt voor het invriezen van klein fruit
(frambozen, aardbeier, aalbessen, enz.). Het fruit moet
zonder verpakking in een dunne laag in de doos gelegd
worden. Nadat het is ingevroren kan het verpakt en
gesorteerd worden en dan in een van de bewaarvakken
gelegd worden.
Bij het kiezen van de juiste temperatuur moet met al deze
factoren rekening gehouden worden, het kan gebeuren
dat het raadzaam is hiermee een beetje te experi-
menteren. Om een lagere temperatuur te verkrijgen de
thermostaatknop hoger zetten, als u een hogere temper-
atuur wenst, de knop in een lagere stand zetten. Wanneer
u de ingestelde temperatuur verandert, 24 uur wachten
voordat u deze weer verandert, zodat de binnentemper-
atuur zich kan stabiliseren.
Waarschuwingslampje (rood)
Als het waarschuwingslampje voor onregelmatige temper-
atuur (E) gaat branden, betekent dat dat de binnentem-
peratuur van de vrieskast te hoog is (hoger dan -12 °C),
een juiste conservering van de levensmiddelen is niet
meer gegarandeerd. Wanneer de vrieskast voor het eerst
wordt ingeschakeld, blijft het waarschuwingslampje net
zo lang branden, tot de temperatuur, die nodig is om
diepgevroren voedsel correct te bewaren, bereikt is.
Temperatuurstoring:
De temperatuur in het vriesvak garandeert, bij normale
werking van het apparaat, de correcte conservering van
de levensmiddelen in het vak. Wanneer deze temperatu-
ur, om welke reden ook, boven een bepaalde waarde (-12
°C) komt, gaat er een waarschuwingslampje branden en
klinkt er een alarmsignaal. Het waarschuwingslampje is
een continu brandend rood lampje (E), het geludisalarm
klinkt met tussenpozes. U kunt het geluidsalarm
uitschakelen door eenmaal op de knop (D) te drukken.
6
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte
hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op
reeds ingevroren producten.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur
nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge tempera-
turen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func-
tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het
apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de
invriesmodus ingeschakeld. Als u de invriesfunctie
niet handmatig uitschakelt, zorgt de elektronica van
het apparaat daar, na verloop van 5 uur, automatisch
voor. Bij het uitschakelen van de invriesmodus gaat
het gele lampje (C) uit.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol-
doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet
in aanraking komen met reeds ingevroren levensmid-
delen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het appa-
raat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats.
Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant
bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt
voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
De werking van het apparaat veroorzaakt dat een deel
van de vochtigheid in de binnenruimte in de vorm van
dauw- of respectievelijk ijslagen neerslaat. De dikke
dauw- c.q. ijslaag werkt isolerend en heeft een slechte
invloed op de vriesprestatie, dit leidt tot hogere binnen-
temperaturen, een stijgend energieverbruik en bij een
bepaalde dikte van een dergelijke laag tot problemen bij
het openen van het vriesvak, dat kan leiden tot
beschadigingen aan de deur.
Bij geringe dauw- en ijsvorming is het wegkrabben resp.
verwijderen van de ontstane dauw- en ijslaag mogelijk
met de bij het apparaat geleverde krabber.
De op de afbeelding getoonde bak wordt niet bij het
apparaat geleverd!
Als de dauw- en ijslaag zo dik is, dat hij niet meer verwi-
jderd kan worden met de krabber, dan is ontdooien
noodzakelijk. De frequentie hiervan is afhankelijk van het
gebruik.
Verloop van het ontdooien:
Zet de thermostaatknop op stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal alle ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en
leg ze, ingepakt in papier of doeken, in een korf en zet
die op een koele plaats of leg ze in het vriesvak c.q. de
koelruimte van een gewone koelkast.
Laat de deur open staan.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de vries-
ruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje nat maakt,
gaat het invriezen sneller.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het ijs-
blokjesbakje onder stromend water te houden en het dan
iets te verdraaien.
7
Veeg het dooiwater van tijd tot tijd met een doek of spons
in de richting van de zijkant van het apparaat weg, daar
kan het zich in een daarvoor bedoeld afvoerkaneel verza-
melen en vervolgens op de volgende manier verwijderd
worden:
Zet een geschikte opvangbak voor het apparaat.
Trek de smeltwaterafvoer, in het midden van het onderste
gedeelte van het apparaat, voorzichtig in de richting van
de pijl naar buiten, via deze opening loopt het smeltwater
in de bak.
U kunt het verloop van het ontdooien bespoedigen door
op de koelplaten een een kopje of schoten heet water te
zetten.
Maak na het ontdooien de vochtige oppervlaktes droog
en zet de smeltwaterafvoer terug op zijn plaats.
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop op de stand <<-18°C>> en laat
het apparaat minstens 2 uur in de invriesmodus werken.
Leg dan de eerder verwijderde levensmiddelen terug in
de kast.
Reiniging en onderhoud
U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en schoon-
maken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van
het apparaat met handwarm water schoonmaken en
droog wrijven.
Reinig het deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de condensor en de achterkant
van de koelkast hebben afgezet, dient u één of twee maal
per jaar te verwijderen.
Apparaat buiten gebruik
Als u het apparaat voor langere tijd niet gebruikt, gaat u
als volgt te werk:
Zet de thermostaatknop op de stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal alle levensmiddelen uit het apparaat.
Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon, zoals
beschreven.
Laat de deur een klein eindje open staan, dan kunnen er
in de kast geen nare luchtjes ontstaan.
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt
verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het ophef-
fen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen
(compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een
storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het appa-
raat met onderbrekingen werkt. Als de compres-
sor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt.
Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact
trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
8
Als de adviezen het probleem niet oplossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde dealer.
Betriebsstörung
Wenn die Elektronik des Geräts den Wert der TATSÄ
CHLICHEN Temperatur nicht wahrnimmt, beginnt an der Anzeigeanlage des Gefrierschrankes das Warnlicht zu blinken.
Das Gerät funktioniert mit Hilfe eines Ersatzprogramms weiter, bis das Personal der lokalen Vertragswerkstatt das Problem
behebt.
Storing in de werking
Wanneer de elektronica van het apparaat de waarde van de WERKELIJKE temperatuur niet waarneemt, begint het
waarschwuwingslampje op het weergavepaneel te knipperen. Het apparaat werkt nu met behulp van een reserveprogram-
ma todat een medewerker van de Technische dienst van de plaatselijke dealer het probleem heeft opgelost.
Probleem
Het apparaat koelt niet
voldoende
Het apparaat koelt te
sterk
Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt
lawaai.
Oplossing
Zet de thermostaat op een hogere stand.
Laat het apparaat langer voorkoel.
Levensmiddelen in kleinere porties verdelen.
Niet te veel levensmiddelen tegelijk in de kast
zetten.
Zet geen levensmiddelen in de kast die
warmer zijn dan kamertemperatuur.
Controleer de afsluiting van de deur.
Zet de thermostaat op een lagere stand.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit.
Controleer of er spanning is.
Controleer de instelling van de thermostaatknop.
Controleer of het apparaat stevig staat. (Alle
vier de poten moeten op de grond staan.)
Mogelijke oorzaak
De thermostaat staat te laag.
Het apparaat was niet koud genoeg om te kun-
nen invriezen.
Er wordt te grote levensmiddelen bewaard.
Er moeten te veel levensmiddelen tegelijkertijd
gekoeld worden.
Warme Nahrungsmittel wurden eingelagert.
De deur zit niet goed dicht.
De thermostaat staat te hoog.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De thermostaat staat op "0".
Het apparaat staat niet goed / waterpas.
Aanwijzingen voor de installateur
Technische gegevens
Model
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
neutrale stroomsterkte (A)
gewicht (kg)
ZFT 13JC
115
98
595
850
635
0,578
211
A
15
20
0,5
39
9
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de orig-
inele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzin-
gen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transports-
chade. Neem in geval van transportschade contact op
met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een
zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats
staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie
onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het type-
plaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temper-
atuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de com-
pressor langer werken, de temperatuur in de diepvriezer
stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsrin-
gen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat
waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsrin-
gen worden verwijderd.
2
1
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een ver-
warming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan
moeten de volgende minimale afstanden worden aange-
houden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isol-
erende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee
apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
10
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deur-
draairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt
dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks),
daarna de schroeven die de onderste
deurscharnieren vasthouden (3 stuks) en de schroef
aan de andere kant van het apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een
beetje naar beneden te trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier
van de deur los, en schroeft u ze aan de andere kant
in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar de
deurhouder bovenaan.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de
richting van de pijl over.
Neem de deur los.
Draai de stift van het bovenste deurscharnier uit en
plaats hem aan de andere kant.
Schuift u de armen naar de andere kant en brengt u
de plastic stoppen in het plastic zakje van de handlei-
ding naar de vrije gaten.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met Service. Een ser-
vicetechnicus kan tegen betaling het deurscharnier
overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een vol-
gens de voorschriften geďnstalleerd stopcontact met
randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat
het dan door een erkend installateur in de buurt van
de koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtli-
jnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlij-
nen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlij-
nen - EMC-richtlijn
11
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2 – +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Bewaartijdentabel
Diepvriesproducten bewaren
Garantie en service
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitantie te worden getoond of
meegezonden.
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gerek-
end vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze
periode een storing voordoet, welke het gevolg is
van een materiaal- en/of constructiefout, heeft de
koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, geldt een algemene garantieperiode van
twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage
onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve
van garantie uitgesloten.
2 De fabrikant verleent een jaar garantie op door haar
servicedienst uitgevoerde herstel-werkzaamheden
en het daarbij nieuw aangebrachte materiaal,
gerekend vanaf de hersteldatum. Indien zich bin-
nen deze periode een storing voordoet, welke het
directe gevolg is van de uitgevoerde herstelwerkza-
amheden of het daarbij nieuw aangebrachte mate-
riaal, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
Door de uitvoering van herstelwerkzaamheden
wordt de algemene garantieperiode, welke het
gehele apparaat omvat, met verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht
voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten,
per definitie: wasautomaten, trommeldroog-auto-
maten, afwasautomaten, koelkasten, diepvrieskas-
ten/-kisten, ovens, fornuizen en inbouwapparaten
3a De regeling als genoemd onder pont 3 geldt ook
voor caravankoelkasten, mils de plaats waar zich
het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt
en over normale, voor het autoverkeer
opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dient
tan tijde van het bezoek het apparaat en de eige-
naar, of diens gemachtigde plaatsvervanger, op de
afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het appa-
raat zoals bedoeld onder pont 3 naar haar ser-
vicewerkplaats getransporteerd moet worden, dan
geschiedt dit transport op de door de fabrikant
vastgestelde wijze en voor rekening en risico van
de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en pont 3a genoemde appa-
raten, alsmede apparateri welke wel de betreffende
functionele eigenschappen hebben maar daarnaast
juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen
franco aan het adres van de servicedienst verzon-
den of aangeboden te worden. Binnen de algemene
garantieperiode vindt terugzending voor rekening
van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene
garantieperiode vallend defect aan een apparaat
niet hersteld kan worden, vindt kosteloze vervang-
ing van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries- motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende
garantieperiode, in gelijke percentages van 20 pro-
cent per jaar, van vijf jaar ne koopdatum van het op
de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met
inachtname van volledig kosteloos herstel binnen
de algemene garantieperiode. Na de algemene
garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon- en
bijkomende materiaalkosten in rekening gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of vervang-
ingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betref-
fende hieraan voorafgaande punten, is niet van
toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste
de aankoopdatum en de identificatie van het
apparaat blijkt, niet getoond kan worden of niet
meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of ook voor andere dan
de huishoudelijke doeleinden waarvoor het appa-
raat bestemd is gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het
installa tievoorschrift of de gebruiksaanwijzing gein-
stalleerd, bediend, gebruikt of behandeld wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe
niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, onderge-
bouwd, opgehangen of geplaatst is dat de ben-
odigde tijd voor het uit- en inbouwen samen meer
12
dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor
onstane extra kosten aan de eigenaar in rekening
gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de
eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbouwen van een
apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst
verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk
van uit- of afneembare delen, welke niet ten tijde van de
aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden,
vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daar-
van gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen echter de
veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende vei-
ligheid, en ook om mogelijke schade te voorkomen, is het
raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door perso-
nen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controle-werkzaamheden door
uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvo-
eren en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te laten
plaatsen.
Nederland
ELGROEP SERVICE
Vennootsweg 1
Postbus 120
NL-2400 AC Alphen a/d Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel. : (0172) 46 83 00
Fax. : (0172) 46 83 66
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens kantooruren: Tel. :
(01 72) 46 84 00
Fax. : (0172) 46 83 76
13
Onze producten worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedi-
enst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten
de garantietermijn. De levensduur van het product wordt
daardoor niet negatief beďnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de
EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de
eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onder-
staande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het prod-
uct die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de
datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van
professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is
de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweede-
hands producten geldt eveneens een termijn van 12
maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het
had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen
worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen
onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om
mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet bin-
nen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewi-
js met aankoop- en/of leveringsdatum te worden
overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtu-
igend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig
gebruik
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkin-
gen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt
door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van
water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het alge-
meen
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsom-
standigheden
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door
transportschade die buiten onze verantwo-
ordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of
montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud,
of het niet in acht nemen van de gebruiks- of mon-
tageaanwijzingen
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het product voorzien werd van toebehoren
of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd
dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, onderge-
bouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde
tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30
minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane
extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht.
Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw
komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van
hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de her-
stellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg
met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons
het recht voor om een vergoeding te rekenen naar
rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van
de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe
garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder ver-
goeding van schade ontstaan buiten het product, zijn
uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wet-
telijk is vastgelegd
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de
aankoopwaarde van het product niet overtreffen, ten-
zij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland
gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
product naar het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de tech-
nische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, instal-
latievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in
het betreffende land. Voor in het buitenland
aangeschafte producten dient de gebruiker zich te
vergewissen van de bepalingen in Nederland.
Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet
onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aange-
bracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze service-
dienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Garantievoorwaarden
H/Za/38. (06.)
14
15
2006. 04. 26.
Printed by Océ Hungária Kft.
ELECTROLUX HOME PRODUCTS OPERATIONS EUROPE
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
The Electrolux Group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use.
More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vacuum
cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than 150
countries around the world.
1 / 1