Electrolux EUT 1258 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
B/E/7. (06.)200380300
EUT 1258
NL
FR
DE
GB
DK
KOELKAST - REFRIGERATEUR - KÜHLSCHRANK - REFRIGERATOR
GEBRUIKSAANWIJZING - MODE D`EMPLOI
GEBRAUCHSANLEITUNG - INSTRUCTION BOOK
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik
neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het
milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid
werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het
best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de
verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
NL
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor
gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten,
fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
3
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............................................................................4
Veiligheid van kinderen ...........................................................................................................4
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................................................4
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ......................................................................................4
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................5
Algemene informatie...............................................................................................................5
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen...............................................................5
Schakel- en weergavepaneel...............................................................................................6
Bedienen van het apparaat......................................................................................................6
In gebruikname van het apparaat .........................................................................................6
Instellen van de temperatuur................................................................................................6
Invriezen ..........................................................................................................................7
IJsblokjes maken...............................................................................................................7
Bewaren ..........................................................................................................................7
Tips .....................................................................................................................................7
Energie besparen..............................................................................................................7
Het apparaat en het milieu ..................................................................................................8
Onderhoud ...........................................................................................................................8
Ontdooien........................................................................................................................8
Reiniging en onderhoud .....................................................................................................9
Apparaa buiten gebruik.......................................................................................................9
Problemen oplossen ..............................................................................................................9
Aanwijzingen voor de installateur ...........................................................................................10
Technische gegevens ...........................................................................................................10
Installeren van het apparaat ...................................................................................................10
Vervoer, uitpakken ...........................................................................................................10
Reiniging ........................................................................................................................11
Opstelling .......................................................................................................................11
Deurdraairichting omzetten................................................................................................12
Elektrische aansluiting ......................................................................................................12
Bewaartijdentabel..................................................................................................................13
Garantie en service ................................................................................................................13
Algemene Garantiebepalingen................................................................................................13
Garantie-uitbreidingen...........................................................................................................13
Garantie-uitsluitingen ............................................................................................................14
Belangrijk advies..................................................................................................................14
Waarborgvoorwaarden...........................................................................................................14
NL
4
Belangri
Belangri
jk
jk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
Algemene aanwijzingen
m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en
dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van
het aansluitsnoer, mogen alleen door Service
worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele
Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige
reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de
gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken.
Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de
stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact
moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de
huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt
of beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door onze service-afdeling of door een
erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan
niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje
geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het
apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar, het schakelmechanisme en de
indicator komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of
tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat
of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit
het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht
mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U
verhindert daardoor, dat spelende kinderen een
elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het
apparaat opsluiten.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen
dat u zich verbrandt aan warmte afgevende
onderdelen (compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie
zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot
oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen
m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen
houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade.
NL
Veiligheidsmaatregelen
voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief
is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen,
die niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden
geadviseerd.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in
aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten
op het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door
het contact met de koude vochtigheid condenseert in
de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In deze
holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als daar
waterdruppels op terecht komen, kan dat tot
kortsluiting leiden en daardoor schade aan het
apparaat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren
producten op het bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof
in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes
in de diepvriezer bewaren.
5
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is
geschikt voor het bewaren van diepvriesproducten,
het invriezen van levensmiddelen en het maken van
ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een
bepaalde klimaatklasse (bepaalde
omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving en belangijke onderdelen van het apparaat
1. Vriesdoos
2. Vriesvak (korf)
3. Bewaarvak (korven)
4. Gegevenstabel
5. Schakel- en weergavepaneel
6. Dooiwaterafvoer
7. Verstelbare pootjes
8. Deurafdichtingsprofiel
9. Ventilatierooster
10. Condensator
11. Richting luchtstroom
12. Compressor
NL
6
Schakel- en weergavepaneel
A) Aan/Uit lampje groen
B) Thermostaat- en Aan/Uitknop
C) Vriescontrolelampje geel
D) Uitschakeling Geluidsalarm en vriesknop
E) Waarschuwingslampje rood
Bediening van het apparaat
Ingebruikname van het apparaat
Stop de stekker in het stopcontact. Draai de
thermostaatknop (B) op een koudere stand dan << -16
C >> om het apparaat in te schakelen. Het groene,
gele en rode controlelampje gaan branden. Het
controlelampje voor in- en uitschakelen (A) gaat
branden om aan te geven dat het apparaat is
ingeschakeld. Het gele controlelampje blijft branden
en geeft gedurende 5 uren de permanente koeling
aan (na verloop van 2 uur kunt u dit handmatig
uitschakelen). Het rode controlelampje blijft branden
en geeft aan dat de temperatuur in het vriesvak niet
bereikt is. Bovendien hoort men een Onderbroken
toonsignaal, die uitgeschakeld kan worden door op
de (D) knop te drukken. Om het vriesvak uit te
schakelen de knop (B) in stand << >> zetten.
Bij de eerste inschakeling van het apparaat
wordt de bedrijfsmodus voor vriezen
automatisch ingeschakeld. Deze wordt na 5 uur
automatisch uitgeschakeld. U kunt deze functie
handmatig te allen tijde uitschakelen door op de
knop voor vriezen (D) te drukken.
Instelling van de temperatuur
De binnentemperatuur van de vrieskast wordt
elektronisch geregeld, er zijn vijf verschillende
temperatuurstanden en een uitschakelstand << >> .
De stand << -16°C >> geeft de hoogste (minst koude)
en de stand << -24°C >> geeft de laagste (koudste)
temperatuur aan. Zet de thermostaatknop op de door
u gewenste stand.
Normaal gesproken kunt u de schakelaar het best op
<< -18°C >> zetten, u moet, bij het instellen van de
temperatuur echter rekening houden met:
de kamertemperatuur, in de ruimte waar het
apparaat geplaatst is,
hoe vaak de deur geopend zal worden,
de hoeveelheid levensmiddelen die in de kast
bewaard worden,
de plaats van het apparaat.
Bij het kiezen van de juiste temperatuur moet met al deze
factoren rekening gehouden worden, het kan gebeuren
dat het raadzaam is hiermee een beetje te
experimenteren. Om een lagere temperatuur te
verkrijgen de thermostaatknop hoger zetten, als u een
hogere temperatuur wenst, de knop in een lagere stand
zetten. Wanneer u de ingestelde temperatuur verandert,
24 uur wachten voordat u deze weer verandert, zodat de
binnentemperatuur zich kan stabiliseren.
NL
7
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de
vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje
nat maakt, gaat het invriezen sneller.
Invriezen
Vries de verschillende levensmiddelen na de
geschikte voorbereiding altijd in het vriesvak in. Haal
voor de maximale vriesprestatie de vriesdoos en de
vrieskorf uit de vriezer en leg de in te vriezen
levensmiddelen rechtstreeks op de verdamper. Bij het
invriezen van kleinere hoeveelheden is het niet nodig
de vriesdoos of vrieskorf uit de vriezer te halen.
Druk voor het inschakelen van de invriesmodus 2 - 3
seconden op de Aan-/Uitschakelaar voor invriezen
(D); bij kleine hoeveelheden levensmiddelen duurt het
ongeveer 4 uur en bij grotere hoeveelheden ongeveer
24 uur, voordat verse levensmiddelen diep gevroren
zijn. Dan gaat het gele lampje (C) branden. Dan werkt
de compressor continu om de voor het invriezen
vereiste temperatuur te bereiken.
Nadat de levensmiddelen volledig diepgevroren zijn
(wat tot 24 uur kan duren), kan de invriesmodus ook
handmatig uitgeschakeld worden, door 2-3 seconden
op de knop (D) te drukken. Als u de invriesfunctie niet
handmatig uitschakelt, zorgt de elektronica van het
apparaat ervoor dat dit na verloop van 48 uur
automatisch gebeurt. Het gele lampje (C) gaat dan
ook uit.
De vriesdoos is geschikt voor het invriezen van klein
fruit (frambozen, aardbeier, aalbessen, enz.). Het fruit
moet zonder verpakking in een dunne laag in de doos
gelegd worden. Nadat het is ingevroren kan het
verpakt en gesorteerd worden en dan in een van de
bewaarvakken gelegd worden.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het
beste naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u
weer ruimte hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed
op reeds ingevroren producten.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het
apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U
vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten
van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de
deur weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de
binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C
wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de
diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed
functioneert. Zo constateert u evt. storingen
tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het
apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch
de invriesmodus ingeschakeld. Als u de
invriesfunctie niet handmatig uitschakelt, zorgt
de elektronica van het apparaat daar, na verloop
van 5 uur, automatisch voor. Bij het uitschakelen
van de invriesmodus gaat het gele lampje (C) uit.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast
een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie hebben.
Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje
of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen
niet in aanraking komen met reeds ingevroren
levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet
langer open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
NL
Waarschuwingslampje (rood)
Als het waarschuwingslampje voor onregelmatige
temperatuur (E) gaat branden, betekent dat dat de
binnentemperatuur van de vrieskast te hoog is (hoger
dan -12 °C), een juiste conservering van de
levensmiddelen is niet meer gegarandeerd. Wanneer
de vrieskast voor het eerst wordt ingeschakeld, blijft
het waarschuwingslampje net zo lang branden, tot de
temperatuur, die nodig is om diepgevroren voedsel
correct te bewaren, bereikt is.
Temperatuurstoring:
De temperatuur in het vriesvak garandeert, bij normale
werking van het apparaat, de correcte conservering
van de levensmiddelen in het vak. Wanneer deze
temperatuur, om welke reden ook, boven een
bepaalde waarde (-12 °C) komt, gaat er een
waarschuwingslampje branden en klinkt er een
alarmsignaal. Het waarschuwingslampje is een
continu brandend rood lampje (E), het geludisalarm
klinkt met tussenpozes. U kunt het geluidsalarm
uitschakelen door eenmaal op de knop (D) te
drukken.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het
ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en
het dan iets te verdraaien.
8
NL
Ontdooien
De werking van het apparaat veroorzaakt dat een deel
van de vochtigheid in de binnenruimte in de vorm van
dauw- of respectievelijk ijslagen neerslaat. De dikke
dauw- c.q. ijslaag werkt isolerend en heeft een
slechte invloed op de vriesprestatie, dit leidt tot
hogere binnentemperaturen, een stijgend
energieverbruik en bij een bepaalde dikte van een
dergelijke laag tot problemen bij het openen van het
vriesvak, dat kan leiden tot beschadigingen aan de
deur.
Bij geringe dauw- en ijsvorming is het wegkrabben
resp. verwijderen van de ontstane dauw- en ijslaag
mogelijk met de bij het apparaat geleverde krabber.
De op de afbeelding getoonde bak wordt niet bij het
apparaat geleverd!
Als de dauw- en ijslaag zo dik is, dat hij niet meer
verwijderd kan worden met de krabber, dan is
ontdooien noodzakelijk. De frequentie hiervan is
afhankelijk van het gebruik.
Verloop van het ontdooien:
Zet de thermostaatknop op stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal alle ingevroren levensmiddelen uit het apparaat
en leg ze, ingepakt in papier of doeken, in een korf en
zet die op een koele plaats of leg ze in het vriesvak
c.q. de koelruimte van een gewone koelkast.
Laat de deur open staan.
Veeg het dooiwater van tijd tot tijd met een doek of
spons in de richting van de zijkant van het apparaat
weg, daar kan het zich in een daarvoor bedoeld
afvoerkaneel verzamelen en vervolgens op de
volgende manier verwijderd worden:
Zet een geschikte opvangbak voor het apparaat.
Onderhoud
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag
kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen
met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid
worden. Uit het oogpunt van milieubescherming
moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens
de plaatselijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar
de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor
dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt
voor recycling.
9
Reiniging en onderhoud
U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en
schoonmaken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde
van het apparaat met handwarm water schoonmaken
en droog wrijven.
Reinig het deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het
stopcontact.
Stof en vuil die zich op de condensor en de
achterkant van de koelkast hebben afgezet, dient u
één of twee maal per jaar te verwijderen.
Apparaat buiten gebruik
Als u het apparaat voor langere tijd niet gebruikt, gaat
u als volgt te werk:
Zet de thermostaatknop op de stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal alle levensmiddelen uit het apparaat.
Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon,
zoals beschreven.
Laat de deur een klein eindje open staan, dan kunnen
er in de kast geen nare luchtjes ontstaan.
Trek de smeltwaterafvoer, in het midden van het
onderste gedeelte van het apparaat, voorzichtig in de
richting van de pijl naar buiten, via deze opening loopt
het smeltwater in de bak.
U kunt het verloop van het ontdooien bespoedigen
door op de koelplaten een een kopje of schoten heet
water te zetten.
Maak na het ontdooien de vochtige oppervlaktes
droog en zet de smeltwaterafvoer terug op zijn plaats.
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop op de stand <<-18°C>> en
laat het apparaat minstens 2 uur in de invriesmodus
werken. Leg dan de eerder verwijderde
levensmiddelen terug in de kast.
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf
kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t.
het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te
horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake
van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de
compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat
niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit
het stopcontact trekken, voordat u elektrische
onderdelen aanraakt.
NL
10
Als de adviezen het probleem niet oplossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde dealer.
Storing in de werking
Wanneer de elektronica van het apparaat de waarde van de WERKELIJKE temperatuur niet waarneemt, begint
het waarschwuwingslampje op het weergavepaneel te knipperen. Het apparaat werkt nu met behulp van een
reserveprogramma todat een medewerker van de Technische dienst van de plaatselijke dealer het probleem
heeft opgelost.
Probleem
Het apparaat koelt niet
voldoende.
Het apparaat koelt te
sterk.
Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
Het apparaat langer op een lagere temperatuur
zetten.
Levensmiddelen in porties verdelen.
Minder levensmiddelen tegelijk invriezen.
Levensmiddelen eerst tot kamertemperatuur laten
afkoelen.
Controleren of de deur dicht is.
Op een lagere stand instellen.
De aansluiting controleren.
Stopcontact controleren.
Controleer de instelling van de thermostaatknop.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier
voeten moeten op de vloer staan).
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
Voor het invriezen was de temperatuur niet laag
genoeg.
U hebt levensmiddelen met grote afmetingen in het
apparaat gezet.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het apparaat
gezet,
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is te hoog ingesteld.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De thermostaat staat op "0".
Het apparaat staat niet goed.
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
EUT 1258
115
98
595
850
635
0,504
184
A+
15
20
0,5
39
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op
transportschade. Neem in geval van
transportschade contact op met de leverancier en
sluit het apparaat niet aan.
Model
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
Neutrale stroomsterkte (A)
gewicht (kg)
11
NL
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een
plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het
uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De
klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de
temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de
compressor langer werken, de temperatuur in de
diepvriezer stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De
afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten.
Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen
deze afstandsringen worden verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een
verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden,
dan moeten de volgende minimale afstanden worden
aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-
isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de
twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
2
1
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een
zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
12
NL
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U
kunt dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks),
daarna de schroeven die de onderste
deurscharnieren vasthouden (3 stuks) en de
schroef aan de andere kant van het apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een
beetje naar beneden te trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier
van de deur los, en schroeft u ze aan de andere
kant in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar de
deurhouder bovenaan.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de
richting van de pijl over.
Neem de deur los.
Draai de stift van het bovenste deurscharnier uit en
plaats hem aan de andere kant.
Schuift u de armen naar de andere kant en brengt
u de plastic stoppen in het plastic zakje van de
handleiding naar de vrije gaten.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met Service. Een
servicetechnicus kan tegen betaling het
deurscharnier overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een
volgens de voorschriften geďnstalleerd
stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact
niet aanwezig is, laat het dan door een erkend
installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl.
wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl.
wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
13
NL
Gar
Gar
antie en ser
antie en ser
vice
vice
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitantie te worden
getoond of meegezonden.
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat,
gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen
deze periode een storing voordoet, welke het
gevolg is van een materiaal- en/of constructiefout,
heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, geldt een algemene garantieperiode van
twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage
onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve
van garantie uitgesloten.
2 De fabrikant verleent een jaar garantie op door
haar servicedienst uitgevoerde herstel-
werkzaamheden en het daarbij nieuw
aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de
hersteldatum. Indien zich binnen deze periode een
storing voordoet, welke het directe gevolg is van de
uitgevoerde herstelwerkzaamheden of het daarbij
nieuw aangebrachte materiaal, heeft de koper het
recht op kosteloos herstel. Door de uitvoering van
herstelwerkzaamheden wordt de algemene
garantieperiode, welke het gehele apparaat omvat,
met verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht
voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten,
per definitie: wasautomaten, trommeldroog-
automaten, afwasautomaten, koelkasten,
diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en
inbouwapparaten
3a De regeling als genoemd onder pont 3 geldt ook
voor caravankoelkasten, mils de plaats waar zich
het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt
en over normale, voor het autoverkeer
opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dient
tan tijde van het bezoek het apparaat en de
eigenaar, of diens gemachtigde
plaatsvervanger, op de afgesproken
bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder pont 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet
worden, dan geschiedt dit transport op de door
de fabrikant vastgestelde wijze en voor rekening
en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en pont 3a genoemde
apparaten, alsmede apparateri welke wel de
betreffende functionele eigenschappen hebben
maar daarnaast juist bedoeld zijn voor
gemakkelijk transport, dienen franco aan het
adres van de servicedienst verzonden of
aangeboden te worden. Binnen de algemene
garantieperiode vindt terugzending voor
rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de
algemene garantieperiode vallend defect aan
een apparaat niet hersteld kan worden, vindt
kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een
aflopende garantieperiode, in gelijke percentages
van 20 procent per jaar, van vijf jaar ne koopdatum
van het op de bijbehorende koopnota vermelde
apparaat, met inachtname van volledig kosteloos
herstel binnen de algemene garantieperiode. Na
de algemene garantieperiode worden bezoek-,
arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in
rekening gebracht.
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2 – +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel
abel
Diepvriesproducten bewaren
14
NL
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur
van het toestel wordt daardoor niet negatief
beďnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op
de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek.
De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
toestel die zich openbaren binnen 24 maanden
vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker.
Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van
toepassing in geval van professioneel of daarmee
gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand
die het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade
aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die
ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
W
W
aarborgv
aarborgv
oor
oor
w
w
aar
aar
den
den
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de
betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet
van toepassing indien:
de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste
de aankoopdatum en de identificatie van het
apparaat blijkt, niet getoond kan worden of niet
meegezonden werd;
het apparaat voor andere, of ook voor andere
dan de huishoudelijke doeleinden waarvoor het
apparaat bestemd is gebruikt wordt;
het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het
installa tievoorschrift of de gebruiksaanwijzing
geinstalleerd, bediend, gebruikt of behandeld
wordt;
het apparaat op ondeskundige wijze door
daartoe niet bevoegde personen hersteld of
gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de
benodigde tijd voor het uit- en inbouwen samen
meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de
hierdoor onstane extra kosten aan de eigenaar in
rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming
van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of
inbouwen van een apparaat, kan niet op de
fabrikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals
breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten
tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant
gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de
veiligheid daar-van gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar
brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en
ook om mogelijke schade te voorkomen, is het
raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden
door personen die daarvoor de vereiste
vakbekwaamheid bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controle-
werkzaamheden door uw vakhandelaar of door
ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en
uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te
laten plaatsen.
Nederland
ELGROEP SERVICE
Vennootsweg 1
Postbus 120
NL-2400 AC Alphen a/d Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel. : (0172) 46 83 00
Fax. : (0172) 46 83 66
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel. : (01 72) 46 84 00
Fax. : (0172) 46 83 76
15
NL
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
- chemische en elektrochemische inwerking van
water,
- abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
- voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
- contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig
onderhoud, of het niet in acht nemen van de
gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren
of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter
plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of
ingebouwde toestellen.
11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de
benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen
meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de
hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in
rekening gebracht. Schade die ontstaat door
abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de
gebruiker.
12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling
van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een
vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken
gebruiksperiode.
13.Herstelling onder waarborg heeft geen
verlenging van de waarborgtermijn noch
aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot
gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding
de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien
een toestel naar het buitenland wordt gebracht
dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet
aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning,
frequentie, installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen
dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de
bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
Printed by Océ Hungária Kft. 2006. 05. 02.
From the Electrolux Group. The world’s No.1 choice.
The Electrolux Group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55 million Electrolux
Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of
approx. USD 14 billion in more than 150 countries around the world.
ELECTROLUX HOME PRODUCTS OPERATIONS EUROPE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Electrolux EUT 1258 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding