Zanussi ZFT810W Handleiding

Type
Handleiding
ZFT810W
Gebruiksaan
wijzing
Diepvriezer
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt
hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het appa-
raat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag wor-
den behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u
het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering
van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .......3
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid............3
Veiligheid van kinderen .......................................3
Vóór het in gebruik nemen...................................3
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ..................3
Aanwijzingen voor de gebruiker ..........................4
Algemene informatie...........................................4
Beschrijving van het apparaat,
belangrijkste onderdelen .....................................4
Schakel- en weergavepaneel ...............................5
Bediening van het apparaat .................................5
Ingebruikname van het apparaat ........................5
Instelling van de temperatuur.............................5
Invriezen ........................................................5
Bewaren ........................................................6
Praktische informatie ..........................................6
Tips .................................................................6
Inhoudsopgave
Energie besparen............................................6
Het apparaat en het milieu ................................6
Onderhoud .......................................................6
Ontdooien......................................................6
Reiniging en onderhoud ...................................7
Apparaat buiten gebruik ...................................7
Problemen oplossen...........................................7
Aanwijzingen voor de installateur ........................8
Technische gegevens.........................................8
Installeren van het apparaat .................................9
Vervoer, uitpakken...........................................9
Reiniging .......................................................9
Opstelling ......................................................9
Deurdraairichting omzetten..............................10
Elektrische aansluiting....................................10
Bewaartijdentabel (1) .......................................11
NL
3
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en
dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van
het aansluitsnoer, mogen alleen door Service
worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele
Service-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige
reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de
gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te
maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan
de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcon-
tact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in
de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platge-
drukt of beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het wor-
den vervangen door onze service-afdeling of door
een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er
dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uit-
nemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje
geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het
apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatu-
urregelaar, het schakelmechanisme en de indicator
komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vries-
ruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of
tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwi-
jzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen
in aanraking komen.
Waarschuwing: Wanneer u diepgevroren producten
op het apparaat legt, kan het gebeuren, dat er door
het contact met de koude vochtigheid condenseert
in de holle ruimte onder het bovenste gedeelte. In
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwasse-
nen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedi-
eningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het
stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht
mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U ver-
hindert daardoor, dat spelende kinderen een elek-
trische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het appa-
raat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen, personen met verminderde lichamelijke,
zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek
aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld
door de persoon die verantwoordelijk is voor hun vei-
ligheid of tenzij zij van deze persoon instructies
hebben gekregen over het gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat
u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen
(compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn.
Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden.
Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt,
kan de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor isobu-
taan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die
niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden gead-
viseerd.
deze holle ruimte zitten elektrische onderdelen en als
daar waterdruppels op terecht komen, kan dat tot
kortsluiting leiden en daardoor schade aan het appa-
raat veroorzaken. Leg dus nooit diepgevroren pro-
ducten op het bovenste gedeelte van het apparaat!
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof
in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes
in de diepvriezer bewaren.
NL
4
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-diepvriezer. Het is geschikt
voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen
van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde kli-
maatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
1. Vriesvak
2. Bergvakken
3. Gegevenstabel
4. Schakel- en weergavepaneel
5. Dooiwaterafvoer
6. Verstelbare pootjes
7. Deurafdichtingsprofiel
8. Ventilatierooster
9. Condensator
10. Richting luchtstroom
11. Compressor
NL
5
Schakel- en weergavepaneel
A) Aan/Uit lampje groen
B) Thermostaat- en Aan/Uitknop
C) Vriescontrolelampje geel
D) Uitschakeling Geluidsalarm en vriesknop
E) Waarschuwingslampje rood
Bediening van het apparaat
Ingebruikname van het apparaat
Stop de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaat-
knop (B) op een koudere stand dan << 1 >> om het
apparaat in te schakelen. Het groene controlelampje
gaat branden en het rode controlelampje gaat knipperen.
Het controlelampje voor in- en uitschakelen (A) gaat
branden om aan te geven dat het apparaat is
ingeschakeld. Als het rode controlelampje knippert,
geeft dit aan dat de temperatuur in het vriesvak niet cor-
rect is. Bovendien hoort men een onderbroken
toonsignaal, dat uitgeschakeld kan worden door op de
(D) knop te drukken. Om het vriesvak uit te schakelen de
knop (B) in stand << >> zetten.
Instelling van de temperatuur
De binnentemperatuur van de vrieskast wordt elektron-
isch geregeld, er zijn vijf verschillende temperatuur-
standen en een uitschakelstand << >> .
De stand << 1 >> geeft de hoogste (minst koude) en de
stand << 6 >> geeft de laagste (koudste) temperatuur
aan. Zet de thermostaatknop op de door u gewenste
stand.
Normaal gesproken kunt u de schakelaar het best op <<
2-3 >> zetten, u moet, bij het instellen van de temperatu-
ur echter rekening houden met:
de kamertemperatuur, in de ruimte waar het apparaat
geplaatst is,
hoe vaak de deur geopend zal worden,
de hoeveelheid levensmiddelen die in de kast
bewaard worden,
de plaats van het apparaat.
Bij het kiezen van de juiste temperatuur moet met al deze
factoren rekening gehouden worden, het kan gebeuren
dat het raadzaam is hiermee een beetje te experi-
menteren. Om een lagere temperatuur te verkrijgen de
thermostaatknop hoger zetten, als u een hogere temper-
atuur wenst, de knop in een lagere stand zetten.
Wanneer u de ingestelde temperatuur verandert, 24 uur
wachten voordat u deze weer verandert, zodat de bin-
nentemperatuur zich kan stabiliseren.
Invriezen
Het invriezen van verschillende producten moet na een
goede voorbereiding altijd plaatsvinden in het vriesvak.
Verplaats de ingevroren levensmiddelen van de bovenste
lade naar de andere twee laden. Voor maximale
vriesprestaties dient u de bovenste lade uit de vriezer te
halen en de in te vriezen levensmiddelen direct op de ver-
damper te plaatsen. Als u kleinere hoeveelheden levens-
middelen wilt invriezen hoeft u de lade niet te verwijderen
Druk voor het inschakelen van de invriesmodus 2 - 3 sec-
onden op de Aan-/Uitschakelaar voor invriezen (D); bij
kleine hoeveelheden levensmiddelen duurt het ongeveer
4 uur en bij grotere hoeveelheden ongeveer 24 uur, voor-
dat verse levensmiddelen diep gevroren zijn. Dan gaat
het gele lampje (C) branden. Dan werkt de compressor
continu om de voor het invriezen vereiste temperatuur te
bereiken.
Nadat de levensmiddelen volledig diepgevroren zijn (wat
tot 24 uur kan duren), kan de invriesmodus ook hand-
matig uitgeschakeld worden, door 2-3 seconden op de
knop (D) te drukken. Als u de invriesfunctie niet hand-
matig uitschakelt, zorgt de elektronica van het apparaat
ervoor dat dit na verloop van 48 uur automatisch
gebeurt. Het gele lampje (C) gaat dan ook uit.
Leg de vers ingevroren levensmiddelen in de bovenste
lade en plaats de lade in de normale stand in het appa-
raat.
Waarschuwingslampje (rood)
Als het waarschuwingslampje voor onregelmatige temper-
atuur (E) gaat branden, betekent dat dat de binnentem-
peratuur van de vrieskast te hoog is (hoger dan -12 °C),
een juiste conservering van de levensmiddelen is niet
meer gegarandeerd. Wanneer de vrieskast voor het eerst
wordt ingeschakeld, gaat het waarschuwingslampje knip-
peren tot de temperatuur, die nodig is om diepgevroren
voedsel correct te bewaren, bereikt is.
Temperatuurstoring:
De temperatuur in het vriesvak garandeert, bij normale
werking van het apparaat, de correcte conservering van
de levensmiddelen in het vak. Wanneer deze temperatu-
ur, om welke reden ook, boven een bepaalde waarde (-12
°C) komt, gaat er een waarschuwingslampje branden en
klinkt er een alarmsignaal. Het waarschuwingslampje is
een continu brandend rood lampje (E), het geludisalarm
klinkt met tussenpozes. U kunt het geluidsalarm
uitschakelen door eenmaal op de knop (D) te drukken.
NL
6
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste
naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u weer ruimte
hebt in het invriesvak.
Indien u een groetere hoeveelheid levensmiddelen moet
opslaan, dan kunt de korven (behalve het onderste korf)
verwijderen, zodat het voedsel direct naar de rekken kan
worden gelegd.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op
reeds ingevroren producten.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur
nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge tempera-
turen bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed func-
tioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Na afloop van een stroomonderbreking gaat het
apparaat vanzelf weer aan en wordt automatisch de
invriesmodus ingeschakeld.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor vol-
doende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen niet
in aanraking komen met reeds ingevroren levensmid-
delen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het appa-
raat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het iso-
latiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aan-
tasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats.
Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant
bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt
voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Het afvoergootje voor het vocht van de koelkamer in de
vorm van rijp en ijs hoort bij de werking van het apparaat.
Een dikke laag rijp en ijs heeft een isolerend effect, dit
leidt tot een verlaging van het koeleffect als de temper-
atuur stijgt, een hoger energieverbruik, het niet openen
van het deurtje of klepje van het vriesvak als de rijpvorm-
ing of ijsaanzetting te dik wordt en tot het stuk gaan van
de deur.
Met de meegeleverde ijskrabber is het mogelijk om
kleinere hoeveelheden rijp en ijs te verwijderen.
De lade in de afbeelding is geen accessoire-onderdeel
van het apparaat!
Als de ijsaanzetting zo dik is dat deze niet verwijderd kan
worden met de ijskrabber moet het apparaat worden ont-
dooid. De frequentie waarmee dit gebeurd is afhankelijk
van het gebruik.
Hoe het apparaat te ontdooien:
Trek de stekker uit het stopcontact. Als de stekker niet
toegankelijk is zet dan de temperatuurregelknop op de
stand "0".
NL
7
Haal de ingevroren levensmiddelen uit het apparaat en
plaats ze ingepakt in papier of doeken in een korf. Berg
ze indien mogelijk op een koele plaats op of plaats ze in
een vriesvak of vershoudvak van een koelkast.
Laat de deur open staan.
Veeg zo nu en dan het ontdooiwater met een doek of
spons bijeen in de richting van het afvoerkanaal, dat zich
onder in het apparaat bevindt. Dit ontdooiwater kan als
volgt worden verwijderd:
Zet een bak met voldoende hoogte voor het apparaat.
Steek de kunststof krabber overeenkomstig de afbeelding
in de ontdooiwaterafvoer. Het ontdooiwater stroomt via de
afvoer in de lade.
Het ontdooiproces kan worden versneld door een pot of
bord met warm water op de koelplaat te plaatsen.
Veeg na het ontdooien de oppervlakken af en duw de
afvoer voor het ontdooiwater terug.
Sluit het apparaat op het stopcontact aan.
Zet de temperatuurregelknop op de middelste stand .
Plaats nadat het rode lampje uit is de levensmiddelen
weer in het apparaat.
Reiniging en onderhoud
U kunt de vriezer het beste tegelijk ontdooien en schoon-
maken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van
het apparaat met handwarm water schoonmaken en
droog wrijven.
Reinig het deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de condensor en de achterkant
van de koelkast hebben afgezet, dient u één of twee maal
per jaar te verwijderen.
Apparaat buiten gebruik
Als u het apparaat voor langere tijd niet gebruikt, gaat u
als volgt te werk:
Zet de thermostaatknop op de stand << >>.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Haal alle levensmiddelen uit het apparaat.
Laat het apparaat ontdooien en maak het schoon, zoals
beschreven.
Laat de deur een klein eindje open staan, dan kunnen er
in de kast geen nare luchtjes ontstaan.
Problemen oplossen
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt
verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het ophef-
fen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen
(compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een
storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het appa-
raat met onderbrekingen werkt. Als de compres-
sor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt.
Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact
trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
NL
8
Als de adviezen het probleem niet oplossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde dealer.
Betriebsstörung
Wenn die Elektronik des Geräts den Wert der TATSÄ
CHLICHEN Temperatur nicht wahrnimmt, beginnt an der Anzeigeanlage des Gefrierschrankes das Warnlicht zu blinken.
Das Gerät funktioniert mit Hilfe eines Ersatzprogramms weiter, bis das Personal der lokalen Vertragswerkstatt das Problem
behebt.
Storing in de werking
Wanneer de elektronica van het apparaat de waarde van de WERKELIJKE temperatuur niet waarneemt, begint het
waarschwuwingslampje op het weergavepaneel te knipperen. Het apparaat werkt nu met behulp van een reserveprogram-
ma todat een medewerker van de Technische dienst van de plaatselijke dealer het probleem heeft opgelost.
Probleem
Het apparaat koelt niet
voldoende
Het apparaat koelt te
sterk
Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt
lawaai.
Het controlelampje
knippert groen.
Oplossing
Zet de thermostaat op een hogere stand.
Laat het apparaat langer voorkoel.
Levensmiddelen in kleinere porties verdelen.
Niet te veel levensmiddelen tegelijk in de kast
zetten.
Zet geen levensmiddelen in de kast die
warmer zijn dan kamertemperatuur.
Controleer de afsluiting van de deur.
Zet de thermostaat op een lagere stand.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit.
Controleer of er spanning is.
Controleer de instelling van de thermostaatknop.
Controleer of het apparaat stevig staat. (Alle
vier de poten moeten op de grond staan.)
Neem contact op met de klantenservice.
Mogelijke oorzaak
De thermostaat staat te laag.
Het apparaat was niet koud genoeg om te kun-
nen invriezen.
Er wordt te grote levensmiddelen bewaard.
Er moeten te veel levensmiddelen tegelijkertijd
gekoeld worden.
Warme Nahrungsmittel wurden eingelagert.
De deur zit niet goed dicht.
De thermostaat staat te hoog.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De thermostaat staat op "0".
Het apparaat staat niet goed / waterpas.
Probleem met de temperatuur van de sensor.
Aanwijzingen voor de installateur
Technische gegevens
Model
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
Neutrale stroomsterkte (A)
gewicht (kg)
ZFT 810 W
110
92
595
850
635
0,510
186
A+
14
24
0,7
38
NL
9
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de orig-
inele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzin-
gen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 4 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transports-
chade. Neem in geval van transportschade contact op
met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een
zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomver-
bruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan
waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande
tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temper-
atuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de com-
pressor langer werken, de temperatuur in de diepvriezer
stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsrin-
gen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat
waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsrin-
gen worden verwijderd.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +16 ..,+38 °C
T +16 ..,+43 °C
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een ver-
warming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan
moeten de volgende minimale afstanden worden aange-
houden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-isol-
erende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee
apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
NL
10
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deur-
draairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt
dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks),
daarna de schroeven die de onderste
deurscharnieren vasthouden (2 stuks) en de schroef
aan de andere kant van het apparaat.
Zet de deur van het koelapparaat neer door ze een
beetje naar beneden te trekken.
Schroeft u het hengsel van het bovenste scharnier
van de deur los, en schroeft u ze aan de andere kant
in.
Zet u de deur van het koelapparaat naar de
deurhouder bovenaan.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de
richting van de pijl over.
Neem de deur los.
Draai de stift van het bovenste deurscharnier uit en
plaats hem aan de andere kant.
Schuift u de armen naar de andere kant en brengt u
de plastic stoppen in het plastic zakje van de handlei-
ding naar de vrije gaten.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met Service. Een ser-
vicetechnicus kan tegen betaling het deurscharnier
overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230-240 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een vol-
gens de voorschriften geďnstalleerd stopcontact met
randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat
het dan door een erkend installateur in de buurt van
de koelkast aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtli-
jnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlij-
nen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlij-
nen - EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie)
en latere aanvullingen
H/Za/54. (08.) 2009. 01. 15.
NL
11
Soort in de ****-vriesruimte
-18°C
groente 12 maanden
kant-en-klare producten 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 12 maanden
soep 6 maanden
fruit 12 maanden
vlees 5 maanden
consumptie-ijs 3 weken
Bewaartijdentabel
Diepvriesproducten bewaren
NL
200382281-00-15012009
933 014 810
www.electrolux.com
www.zanussi.co.uk
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Zanussi ZFT810W Handleiding

Type
Handleiding