Sony cmt nez 3 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen
van het apparaat niet afdekken met kranten,
tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen
aangestoken kaarsen op het apparaat zetten.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Sluit het apparaat aan op een gemakkelijk bereikbaar
stopcontact. Als u een abnormaliteit in het apparaat
waarneemt, trekt u onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Behalve voor klanten in de VS en Canada
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Deze
aanduiding bevindt zich
aan de achterkant van het
apparaat.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en -patenten
gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en
Thomson.
WAARSCHUWING
3
NL
Over de gebruiksaanwijzing ...................4
Geschikte discs........................................4
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem.....................6
Instellen van de klok ...............................8
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen.....................................9
Een disc afspelen.....................................9
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie
Herhaaldelijk afspelen ..........................11
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma samenstellen ......11
— PROGRAM-afspeelfunctie
Tuner
Voorprogrammeren van radiozenders...12
Luisteren naar de radio..........................14
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
— Handmatig afstemmen
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)..............................................15
(alleen het Europese model
CMT-NEZ5)
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape...........................16
Afspelen van een tape ...........................16
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen op een tape ...................... 16
— CD-TAPE-synchroonopname
Handmatig opnemen op een tape..........17
— Handmatig opnemen
Geluidsregeling
Regeling van het geluid ........................18
Timer
Inslapen met muziek............................. 18
— Slaaptimer
Ontwaken met muziek.......................... 19
— Weergavetimer
Timeropname van
radioprogramma’s .......................... 20
— Opnametimer
Display
Uitschakelen van de display ................. 21
— Energiebesparingsmodus
Afbeelden van informatie over de disc op
de display........................................ 21
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van optionele
componenten .................................. 23
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen.................... 24
Meldingen............................................. 27
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 29
Technische gegevens ............................ 31
Overzicht van de plaats van de toetsen en
hun referentiebladzijden................. 33
Inhoudsopgave
NL
4
NL
• De instructies in deze gebruiksaanwijzing zijn
voor de modellen CMT-NEZ5 en CMT-
NEZ3. Controleer het modelnummer van uw
apparaat op het voorpaneel. In deze
gebruiksaanwijzing wordt voor de
afbeeldingen model CMT-NEZ3 gebruikt,
behalve indien anders vermeld. Eventuele
verschillen in de bediening worden duidelijk
aangegeven in de tekst, bijvoorbeeld met
"alleen CMT-NEZ5".
• Deze gebruiksaanwijzing legt voornamelijk
de bediening uit met behulp van de
afstandsbediening, doch dezelfde
handelingen kunnen ook uitgevoerd worden
met de gelijknamige of soortgelijke toetsen
op het apparaat.
U kunt de volgende discs in het apparaat
afspelen. Afspelen van andere discs is niet
mogelijk.
Lijst van geschikte discs
Discs die niet op dit systeem
afgespeeld kunnen worden
•CD-ROM’s
• CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn
opgenomen in de volgende formaten:
– muziek-CD-formaat
– MP3-formaat dat voldoet aan ISO9660*
Level 1/Level 2, Joliet of Multisessie**
• Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld
een kaart of een hart).
• Discs waarop papier of stickers zijn geplakt.
• Discs waarop nog plakband, cellofaantape of
een sticker aanwezig is.
* Formaat ISO9660
De meest algemene internationale norm voor het
logische formaat van bestanden en mappen op een
CD-ROM. Er zijn verschillende
specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de
bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam
mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie
".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in
hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen
uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal
acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2-
specificaties is het mogelijk bestanden en mappen
namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere
map mag maximaal 8 boomstructuren hebben.
Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en
mapnamen kunnen uit maximaal 16 tekens bestaan)
moet u zeker weten welke schrijfsoftware is
gebruikt enzovoort.
** Multisessie
Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt
om met behulp van Track-At-Once (een track
tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD).
Het begin van een conventionele CD wordt
vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied,
lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een
multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-)
sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar lead-
out, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt.
Dit apparaat ondersteunt maximaal 10 sessies.
CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben
twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en
de tweede sessie bevat de data.
Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data
op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op
de tweede en volgende tracks van een sessie.
Over de
gebruiksaanwijzing
Geschikte discs
Type disc Disclogo
Audio-CD’s
CD-R/CD-RW
(audio/MP3-
bestanden)
5
NL
Opmerkingen betreffende
CD-R en CD-RW
• Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in
dit apparaat worden weergegeven afhankelijk
van de opnamekwaliteit of fysieke toestand
van de disc, of van de eigenschappen van het
opnameapparaat. Ook discs die niet correct
zijn afgesloten, kunnen niet worden
afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden
ook de gebruiksaanwijzing van de
opnameapparatuur.
• Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CD-
RW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar
als gevolg van krassen, vuil,
opnameomstandigheden of eigenschappen
van het CD-R/CD-RW-station.
• Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de
laatst geschreven sessie niet "gesloten" is
kunnen niet worden afgespeeld.
• Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder
de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet
afspeelbaar zijn.
• Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de
extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te
spelen kunnen eventueel ruis of storingen in
het apparaat opleveren.
• Met andere bestandsindelingen dan ISO9660
level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van
mappen en bestanden verkeerd weergegeven
worden.
• Bij de volgende discs duurt het langer om met
afspelen te beginnen.
– een disc die is opgenomen met een
ingewikkelde boomstructuur.
– een disc opgenomen in multisessie.
– een CD waarop nog sessies toegevoegd
kunnen worden (de CD is nog niet
"afgesloten").
Muziekdiscs die zijn
gecodeerd met copyright-
beveilgingstechnologieën
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de CD-norm (Compact
Disc).
Onlangs hebben platenmaatschappijen
muziekdiscs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyright-
beveiligingstechnologieën. Houd er rekening
mee dat sommige van deze discs niet voldoen
aan de CD-norm en wellicht niet met dit product
kunnen worden afgespeeld.
Bericht over DualDiscs
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop
aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen
en aan de andere kant digitaal audiomateriaal.
Echter, aangezien de kant met het
audiomateriaal niet voldoet aan de Compact
Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op
dit apparaat niet gegarandeerd.
Waarschuwingen voor het
afspelen van een multisessie-
CD
• Als een CD gestart wordt met een CD-DA-
sessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-)
CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot
een MP3-sessie wordt gevonden.
• Als een CD gestart wordt met een MP3-
sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend
en het afspelen blijft doorgaan tot een CD-
DA-(audio-) sessie wordt gevonden.
• Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt
bepaald door de grootte (aantal niveaus) van
de bestandstructuur.
• Een CD met gemengde indelingen wordt
herkend als een CD-DA-(audio-) CD.
6
NL
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde
snoeren en accessoires. CMT-NEZ3 is gebruikt voor de afbeeldingen.
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de linker- en
rechterluidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen van het apparaat
zoals hieronder afgebeeld.
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
4
3
2
1
AM-raamantenne
Rechter luidspreker Linker luidspreker
FM-draadantenne
#
L
SPEAKER
IMPEDANCE
USE 6-16
#
R
3
#
Rood (3)
Zwart (#)
Steek dit deel erin.
Voorbereidingen
7
NL
Aansluittype A
Aansluittype B
Aansluittype C
Opmerking
Om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen moet u
de antennes uit de buurt van het systeem en andere
componenten houden.
3 Op modellen met een
spanningskeuzeschakelaar stelt u
VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning. De
spanningskiezer bevindt zich op de
achterkant van het apparaat.
Zie de aanduidingen op VOLTAGE
SELECTOR van uw apparaat voor
beschikbare voltages.
* Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V
4 Steek de stekker in het stopcontact.
Als de stekkerpootjes niet in het stopcontact
passen, haalt u de bijgeleverde
stekkeradapter eraf (alleen bij modellen
geleverd met een stekkeradapter).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op
?/1.
FM
75
C
O
AXIA
L
A
M
Trek de FM-draadantenne
er horizontaal uit
AM-raamantenne
AM
F
M 75
COAXIA
L
Trek de FM-draadantenne
er horizontaal uit
AM-raamantenne
AM
F
M
75
COAXIAL
Trek de FM-
draadantenne er
horizontaal uit
AM-raamantenne
Noord-Amerikaanse
modellen:
Sluit de witte kant aan
Overige modellen:
Sluit de bruine kant aan
120V*
VOLTAGE
SELECTOR
220V
230–240V
wordt vervolgd
8
NL
Plaatsing van twee R6 (AA-
formaat) batterijen in de
afstandsbediening
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vervangen.
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Druk op ?/1 om het apparaat in te
schakelen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
3 Druk herhaaldelijk op . of > om
het uur in te stellen.
4 Druk op ENTER.
5 Druk herhaaldelijk op . of > om
de minuten in te stellen.
6 Druk op ENTER.
De klok begint te lopen.
Veranderen van de tijd
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Druk herhaaldelijk op . of > om
"CLOCK" te kiezen en druk daarna op
ENTER.
3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3
t/m 6 hierboven.
Opmerking
De klokindicatie verschijnt niet in de
energiebesparingsmodus (blz. 21).
Instellen van de klok
CD/MP3 – Afspelen
9
NL
1 Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE op het
apparaat.
2 Plaats een disc met de labelkant naar
boven gericht in de dischouder.
3 Druk nogmaals op Z PUSH OPEN/
CLOSE op het apparaat om het deksel
van de dischouder te sluiten.
Opmerkingen
• Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere
vreemde voorwerpen zitten, omdat hierdoor een
storing veroorzaakt kan worden.
• Houd de lens van de cd-speler schoon en raak deze
niet aan. Als u dit toch doet, kan de lens beschadigd
raken en de cd-speler niet naar behoren werken.
Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3-
muziekstukken afspelen.
Voorbeeld: Als een disc geplaatst is
1 Druk op CD (of druk herhaaldelijk op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
2 Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in de
stopstand, totdat de gewenste functie
op de display weergegeven wordt.
CD/MP3 – Afspelen
Een disc plaatsen
Een disc afspelen
— NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLE-
afspeelfunctie
Kies Voor het afspelen van
Geen display
(NORMAL-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de
disc in de oorspronkelijke
volgorde.
ALBUM
(NORMAL-
afspeelfunctie)
Alle MP3-muziekstukken in
het album op de disc in de
oorspronkelijke volgorde.
Wanneer u een niet-MP3-
disc afspeelt, werkt de
Album-afspeelfunctie
hetzelfde als de normale
afspeelfunctie.
SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
Alle muziekstukken op de
disc in willekeurige
volgorde.
ALBUM SHUF
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
Alle MP3-muziekstukken in
het album op de disc in
willekeurige volgorde.
Wanneer u een niet-MP3-
disc afspeelt, werkt de
Album Shuffle-
afspeelfunctie hetzelfde als
de Shuffle-afspeelfunctie.
PGM
(PROGRAM-
afspeelfunctie)
De muziekstukken op de
disc in de volgorde waarin u
deze wilt afspelen (zie "Uw
eigen programma
samenstellen" op blz. 11).
Muziekstuknummer
Afspeelduur
wordt vervolgd
10
NL
3 Druk op N (of CD/NX op het
apparaat).
Overige bedieningen
Opmerkingen
• U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet
veranderen.
• Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals
veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen
enige tijd duren.
• Nadat de disc is geplaatst leest de cd-speler alle
muziekstukken op die disc. Als er veel albums of
niet-MP3-muziekstukken op de disc staan, kan het
lang duren voordat het afspelen begint of voordat het
volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen.
• Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere
muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor
MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met
MP3-muziekstukken geen ander soort
geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan.
• Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat
wordt overgeslagen.
• Het maximaal aantal tracks: 255
• Het maximaal aantal albums: 150 (inclusief de
hoofdmap)
• Het maximaal aantal MP3-audiotracks en albums dat
in totaal op een enkele disc kan staan is 300.
• Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden.
• MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde
volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen.
• Afhankelijk van de gebruikte software voor
geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of
opnamemedium bij het schrijven van de MP3-
bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart
zoals de onmogelijkheid van het afspelen,
geluidsonderbrekingen en ruis.
• Tijdens het afspelen van een MP3-muziekstuk kan in
de volgende gevallen de indicatie van de verstreken
afspeeltijd verschillen van de werkelijke afspeeltijd.
– Bij het afspelen van een VBR (variable bit rate)
MP3-geluidsspoor
– Bij het gebruik van vooruit- en terugspoelen
(handmatig zoeken)
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X (of CD/NX op het
apparaat). Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Een muziekstuk
te kiezen
Druk herhaaldelijk op . of
>.
Een album met
MP3 te kiezen
Druk herhaaldelijk op + of – na
stap 2.
Een bepaald punt
in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
Een disc te
verwijderen
Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE
op het apparaat.
CD/MP3 – Afspelen
11
NL
U kunt alle muziekstukken of een enkel
muziekstuk op de disc herhaaldelijk afspelen.
Druk, tijdens weergave, herhaaldelijk op de
toets REPEAT totdat "REPEAT" of
"REPEAT1" verschijnt.
REPEAT: Maximaal vijf keer voor alle tracks
op een disc, of voor alle MP3-audiotracks in een
album.
REPEAT1: Slechts één muziekstuk.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat zowel
"REPEAT" als "REPEAT1" verdwijnen.
Opmerking
Bij keuze van "REPEAT1" wordt het afspelen van het
bewuste muziekstuk oneindig herhaaldelijk, tot het
moment dat "REPEAT1" geannuleerd wordt.
U kunt een programma samenstellen dat uit
maximaal 25 stappen bestaat.
U kunt de geprogrammeerde muziekstukken
synchroon opnemen op een tape (blz. 16).
1 Druk op CD (of druk herhaaldelijk op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar CD.
2 Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in
de stopstand totdat "PGM" verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op . of >
totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Voor de programmering van de MP3-
muziekstukken, druk op + of – om een
album te kiezen, en druk daarna op . of
> totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
4 Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Het programmastapnummer wordt
afgebeeld, gevolgd door het laatste
geprogrammeerde muziekstuknummer en
de totale afspeeltijd.
5 Om nog meer beelden/muziekstukken
te programmeren, herhaalt u de
stappen 3 en 4.
6 Druk op N (of CD/NX op het
apparaat).
Het afspelen van het programma begint.
Herhaaldelijk afspelen
— REPEAT-afspeelfunctie
Uw eigen programma
samenstellen
— PROGRAM-afspeelfunctie
Totale afspeelduur
(inclusief het gekozen
muziekstuk)
Gekozen
muziekstuknummer
wordt vervolgd
12
NL
Overige bedieningen
Tips
• Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te
spelen, drukt u op N (of CD/NX op het apparaat).
Het programma wordt echter gewist wanneer de
dischouder wordt geopend.
• "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het
totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of
bij keuze van een CD-muziekstuk met een
muziekstuknummer 21 of hoger, of door het kiezen
van een MP3-muziekstuk.
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk
van die zenders door eenvoudig het
bijbehorende voorkeursnummer te kiezen.
Voorprogrammering met
automatische afstemming
U kunt automatisch afstemmen op alle
radiozenders die in uw gebied ontvangen
kunnen worden en daarna de frequentie van de
gewenste radiozenders opslaan.
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
2 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "AUTO" op de display
verschijnt.
4 Druk op + of – (of TUNING + of – op het
apparaat).
De frequentie verandert terwijl het systeem
scant naar een radiozender. Het scannen
stopt automatisch wanneer op een
radiozender is afgestemd. Op dat moment
verschijnen "TUNED" en "STEREO"
(alleen voor stereo-uitzendingen).
Indien "TUNED" niet verschijnt en het
doorzoeken van de frequenties niet
stopt
Stel de frequentie van de gewenste
radiozender in, zoals is beschreven bij de
stappen 2 en 3 van "Voorprogrammering
met handmatige afstemming" (blz. 13).
Om Doet u het volgende
De PROGRAM-
afspeelfunctie uit te
schakelen
Druk herhaaldelijk op
PLAY MODE in de
stopstand totdat zowel
"PGM" als "SHUF" uit
gaan.
Het programma te wissen Druk in de stopstand op
CLEAR.
Iedere keer als u op deze
toets drukt, wordt een
muziekstuk aan het einde
van het programma gewist.
Een muziekstuk toe te
voegen aan het einde van
een programma
Voer in de stopstand de
stappen 3 en 4 uit.
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
Tuner
13
NL
5 Druk op TUNER MEMORY.
Het voorkeursnummer knippert. Voer de
stappen 6 en 7 uit terwijl het
voorkeursnummer knippert.
6 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om het
gewenste voorkeursnummer te kiezen.
7 Druk op ENTER.
8 Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Tip
Druk op x om te stoppen met zoeken naar frequenties.
Voorprogrammering met
handmatige afstemming
U kunt handmatig afstemmen op de gewenste
radiozenders en daarna de frequentie ervan
opslaan.
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
2 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van de
display verdwijnen.
4 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om af te
stemmen op de gewenste zender.
5 Druk op TUNER MEMORY.
6 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om het
gewenste voorkeursnummer te kiezen.
7 Druk op ENTER.
8 Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te
leggen.
Overige bedieningen
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve voor
Europese en Saoedi-Arabische
modellen)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld
op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden).
Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient
u eerst op een willekeurige AM-zender af te
stemmen en daarna het systeem uit te schakelen.
Terwijl u TUNER/BAND ingedrukt houdt,
drukt u op ?/1 op het apparaat. Wanneer u het
interval verandert, worden alle
voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het
geheugen gewist. Om het interval terug te
stellen, herhaalt u dezelfde procedure.
Opmerking
U kunt het AM-afsteminterval niet veranderen terwijl
het systeem in de energiebesparingsmodus staat
(blz. 21).
Tips
• Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of indien er een stroomonderbreking
optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders
nog een halve dag in het geheugen bewaard.
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
Pre-selectienummer
Om Doet u het volgende
Af te stemmen op
een zender met een
zwak signaal
Volg de procedure die wordt
beschreven in
"Voorprogrammering met
handmatige afstemming"
(blz. 13).
Een andere
radiozender in te
stellen op een
bestaand
voorkeursnummer
Na stap 5, druk herhaaldelijk op
+ of – (of TUNING + of – op het
apparaat) om het gewenste
voorkeursnummer, waaronder u
de zender wilt opslaan, te
kiezen.
wordt vervolgd
14
NL
De ontvangst verbeteren
Wanneer de ontvangst slecht is, stelt u "CD
POWER OFF" in met behulp van de
energiebeheersfunctie van de CD-speler. "CD
POWER" is in de fabriek ingeschakeld.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over te
schakelen op de functie CD.
2 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
3 Druk op ?/1 terwijl u CD/NX ingedrukt
houdt.
"CD POWER" en "OFF" worden afgebeeld.
Schakel de CD-speler in
Herhaal bovenstaande procedure, waarna "CD
POWER" en "ON" worden afgebeeld.
Opmerkingen
• Als "CD POWER" en "OFF" zijn geselecteerd, is de
toegangstijd tot de disc langer.
• U kunt de instelling niet veranderen in de
energiebesparingsfunctie (blz. 21).
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door
handmatig af te stemmen op de zender.
Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde
zender
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de voorkeurzenders in het
geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren
van radiozenders" op blz. 12).
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
2 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
totdat "PRESET" op de display
verschijnt.
4 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om het
gewenste voorkeursnummer te kiezen.
Luisteren naar de radio
Tuner
15
NL
Luisteren naar een niet-
voorgeprogrammeerde
radiozender
— Handmatig afstemmen
1 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk
op FUNCTION) om de functie over te
schakelen naar tuner.
2 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND
om "FM" of "AM" te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE
tot "AUTO" of "PRESET" van de
display verdwijnen.
4 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING
+ of – op het apparaat) om af te
stemmen op de gewenste zender.
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Als tijdens een FM-stereo-uitzending statische ruis
hoorbaar is, drukt u herhaaldelijk op FM MODE
totdat "STEREO" uitgaat. Er is dan geen stereo-
effect, maar de ontvangst verbetert.
• Wanneer een FM-stereo-uitzending niet in stereo kan
worden ontvangen, drukt u herhaaldelijk op FM
MODE totdat "STEREO" op de display wordt
afgebeeld.
• Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat
"AUTO" verschijnt, zoals in stap 3 hierboven, en
druk daarna op + of – (of TUNING + of – op het
apparaat). De frequentie-aanduiding verandert en het
scannen stopt als er een zender wordt ontvangen
(automatische afstemming).
• Gebruik handmatige opname-instellingen bij de
opname van radio-uitzendingen (blz. 17).
• U kunt het display veranderen in het klokindicatie
(gedurende 8 seconden) door op DISPLAY te
drukken.
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. Deze tuner is
uitgerust met handige RDS-functies, zoals het
afbeelden van de zendernaam. RDS is alleen
beschikbaar bij FM-zenders.*
Opmerking
RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt
afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als
het signaal zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor meer informatie over
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
Kies een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
De RDS-informatie controleren
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
Zendernaam* t Frequentie t Klokdisplay
* Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
is het mogelijk dat de zendernaam of de
programmasoort niet op de display verschijnt.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(alleen het Europese model
CMT-NEZ5)
16
NL
1 Druk op PUSH OPEN/CLOSE Z op het
apparaat.
2 Plaats een reeds opgenomen/
opneembare tape in de
cassettehouder.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een tape.
2 Druk op TAPE (of druk herhaald op
FUNCTION) om de functie om te
schakelen naar TAPE.
3 Druk op N (of TAPE/N op het
apparaat).
Overige bedieningen
U kunt een hele CD op de tape opnemen.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Plaats een voor opname geschikte
tape.
2 Plaats de disc die u wilt opnemen.
Als u een album van een MP3-disc wilt
opnemen, moet u zeker, voordat u verder
gaat, PLAY MODE drukken, om de functie
ALBUM te kiezen, en daarna, met behulp
van + of –, het gewenste album kiezen.
3 Druk op CD SYNC.
"SYNC" en "REC" knipperen.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
4 Druk op z PAUSE/START.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen
de CD-speler en het tapedeck automatisch.
Stoppen met opnemen
Druk op x.
Een disc opnemen met een
vooraf opgegeven
muziekstukvolgorde
U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken
opnemen met behulp van de Program-
afspeelfunctie. Voer tussen de stappen 2 en 3
eerst de stappen 2 t/m 6 uit van "Uw eigen
programma samenstellen" (blz. 11).
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape
Afspelen van een tape
Om Doet u het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om
verder te gaan met afspelen.
Snel vooruit te
spoelen of terug te
spoelen
Druk op m of M.
De tape eruit te
halen
Druk in de stopstand op PUSH
OPEN/CLOSE Z op het apparaat
.
De kant die u wilt
afspelen of waarop
u wilt opnemen
moet naar u toe
gericht zijn.
Tape – Opnemen
Uw favoriete CD-
muziekstukken opnemen
op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname
Tape – Afspelen/Tape – Opnemen
17
NL
Met deze functie is het mogelijk om alleen uw
favoriete muziekstukken van een CD, tape of
een radioprogramma op een tape opnemen.
U kunt ook opnemen van andere aangesloten
geluidscomponenten (zie "Aansluiten van
optionele componenten" op blz. 23).
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Plaats een voor opname geschikte
tape.
2 Druk op een van de volgende toetsen
(of druk herhaaldelijk op FUNCTION)
om de bron te kiezen waarvanaf u wilt
opnemen.
• TUNER/BAND: Opnemen vanaf de
ingebouwde tuner.
• CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CD-
speler.
• AUDIO IN: Opnemen vanaf de optionele
component aangesloten op de AUDIO
IN-aansluiting.
3 Druk op z PAUSE/START.
"REC" knippert en het tapedeck staat in de
standby-stand om op te nemen.
4 Druk op z PAUSE/START en begin
daarna met het afspelen van de bron
waarvan u wilt opnemen.
Het opnemen begint.
Overige bedieningen
Opmerking
Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen
luisteren.
Tips
• Opnemen vanaf de tuner:
Als ruis hoorbaar is tijdens het opnemen vanaf de
tuner, verplaatst u de betreffende antenne om de ruis
te verminderen.
• Voor opnemen vanaf een CD:
U kunt op . of > drukken om muziekstukken
te kiezen in de opnamepauzefunctie (na stap 3 en
vóór stap 4).
Handmatig opnemen op
een tape
— Handmatig opnemen
Om Doet u het volgende
Het opnemen te
stoppen
Druk op x.
Het opnemen te
pauzeren
Druk op z PAUSE/START
op het apparaat.
18
NL
Een dynamischer geluid
creëren (Dynamic Sound
Generator X-tra)
Druk op DSGX op het apparaat.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op de display als volgt:
DSGX ON y DSGX OFF
Instellen van de lage en hoge
tonen
U kunt de lage en hoge tonen instellen voor een
krachtiger geluid.
1 Druk herhaaldelijk op EQ om "BASS"
of "TREBLE" te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding op de display als
volgt:
BASS y TREBLE
2 Druk herhaaldelijk op . of > om
"BASS" of "TREBLE" te kiezen.
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
Druk op SLEEP.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-indicatie (de
uitschakeltijd) als volgt:
AUTO* t 90MIN t 80MIN t … t
10MIN t OFF
* Het systeem wordt na 100 minuten automatisch
uitgeschakeld, of nadat het afspelen van de huidige
CD of tape klaar is.
Overige bedieningen
* U kunt de resterende tijdsduur niet controleren
wanneer "AUTO" is gekozen.
Opmerking
Tijdens synchroonopname op een tape mag de
instelling "AUTO" niet gekozen worden.
Tip
U kunt de Slaaptimer zelfs gebruiken wanneer de klok
niet is ingesteld.
Geluidsregeling
Regeling van het geluid
Timer
Inslapen met muziek
—Slaaptimer
Om Drukt u
De resterende tijd
te controleren*
Eenmaal op SLEEP.
De uitschakeltijd
te wijzigen
Herhaaldelijk op SLEEP om de
gewenste tijd te kiezen.
De Slaaptimer te
annuleren
Herhaaldelijk op SLEEP
de toets
totdat "OFF" verschijnt.
Geluidsregeling/Timer
19
NL
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen
met een bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie "Uw eigen
programma samenstellen" op blz. 11).
• Tape: Plaats een tape (zie "Afspelen van
een tape" op blz. 16).
• Tuner: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie
"Luisteren naar de radio" op blz. 14).
2 Druk op VOLUME + of – (of draai aan de
VOLUME regelknop op het apparaat)
om het volume in te stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
4 Druk herhaaldelijk op . of > om
"PLAY" te kiezen en druk daarna op
ENTER.
"ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie
knippert.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaaldelijk op . of > om het
uur in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaaldelijk op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
7 Druk herhaaldelijk op . of >
totdat de gewenste geluidsbron
verschijnt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
8 Druk op ENTER.
De begintijd, de eindtijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings, waarna de
oorspronkelijke display weer verschijnt.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Opmerkingen
• Bij gelijktijdig gebruik van de weergavetimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het
systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het afspelen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld wordt, zal de
weergavetimer niet in werking treden.
• U kunt de optionele component die is aangesloten op
de AUDIO IN-aansluiting niet gebruiken als de
geluidsbron voor de weergavetimer.
• U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
• De weergavetimerinstelling blijft gehandhaafd
zolang de instelling niet handmatig wordt
geannuleerd.
Ontwaken met muziek
— Weergavetimer
t
TUNER
y
CD
T
t
TAPE
T
Om Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "PLAY"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "OFF"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
20
NL
U kunt een programma van een
voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op
een vooraf ingesteld tijdstip.
Voor het opnemen met de timer dient u eerst de
radiozenders voor te programmeren (zie
"Voorprogrammeren van radiozenders" op
blz. 12) en de ingebouwde klok gelijk te zetten
(zie "Instellen van de klok" op blz. 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor
de bediening.
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie "Luisteren naar een
voorgeprogrammeerde zender" op
blz. 14).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
"PLAY" verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op . of > om
"REC" te kiezen en druk daarna op
ENTER.
"ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie
knippert.
4 Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaaldelijk op . of > om het
uur in te stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaaldelijk op . of > om de
minuten in te stellen en druk daarna op
ENTER.
5 Stel de stoptijd voor opname in
volgens de procedure bij stap 4.
De instellingen van de opnametimer en de
gewenste zender worden getoond, waarna
de oorspronkelijke displayweergave
verschijnt.
6 Plaats een voor opname geschikte
tape.
7 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Overige bedieningen
Opmerkingen
• Bij gelijktijdig gebruik van de opnametimer en de
slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de
ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld is, zal de
opnametimer niet in werking treden.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
• U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet
tegelijkertijd inschakelen.
• Bedien het systeem niet, nadat u de opnametimer
hebt ingesteld en het opnemen voltooid is.
• De opnametimer wordt automatisch geannuleerd
nadat de opnametimer is geactiveerd.
Timeropname van
radioprogramma’s
— Opnametimer
Om Doet u het volgende
De instelling te
controleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "REC"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw bij stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT.
2 Druk herhaaldelijk op
.of > totdat "OFF"
verschijnt en druk daarna op
ENTER.
Display
21
NL
De klokindicatie op de display kan worden
uitgeschakeld om het stroomverbruik te
minimaliseren (energiebesparingsmodus).
Druk herhaaldelijk op DISPLAY, met het
systeem uitgeschakeld, totdat de
klokindicatie is verdwenen.
De energiebesparingsmodus
uitschakelen
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is
uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets
drukt, doorloopt het systeem de volgende
cyclus:
Klokindicatie* y Geen display
(energiebesparingsmodus)
* De klokdisplay verschijnt alleen indien u de tijd hebt
ingesteld.
Opmerking
De volgende bedieningen kunnen niet worden
uitgevoerd in de energiebesparingsmodus.
– Instellen van de klok
– Om het AM-afsteminterval te veranderen
Tips
• De STANDBY indicatie gaat banden in de
energiebesparingsmodus.
• De timer blijft werken in de
energiebesparingsmodus.
U kunt de verstreken afspeelduur en de
resterende afspeelduur van het huidige
muziekstuk of die van de hele disc op de display
controleren.
Wanneer een disc met MP3-muziekstukken is
geplaatst, kunt u ook de informatie controleren
die op de disc is opgenomen, zoals de
muziekstuktitels en de artiestennamen.
Controleren van de
resterende afspeeltijd,
muziekstuktitels en
artiestennamen (CD/MP3)
Druk herhaaldelijk op DISPLAY in de
normale afspeelfunctie.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
Huidig muziekstuknummer en verstreken
afspeeltijd t Huidig muziekstuknummer en
resterende afspeeltijd of "– –.– –"* t
Resterende tijd op de disc of "– –.– –"* t
Muziekstuktitel en artiestennaam (alleen disc
met MP3-muziekstukken**) t Albumtitel**
t Klokindicatie
* "– –.– –" wordt afgebeeld wanneer u een CD-
muziekstuk kiest waarvan het muziekstuknummer
21 of hoger is, of wanneer u een MP3-muziekstuk
kiest.
**Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-tag
versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3-
tag geeft de muziekstuktitel, de artiestennaam en de
albumtitel weer.
Display
Uitschakelen van de
display
— Energiebesparingsmodus
Afbeelden van informatie
over de disc op de display
wordt vervolgd
22
NL
Controleren van de totale
afspeeltijd, muziekstuktitels
en artiestennamen (CD/MP3)
Druk in de stopstand herhaaldelijk op
DISPLAY.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de display als volgt:
x Als een CD in de PROGRAM-
afspeelfunctie staat
Het laatste muziekstuknummer van het
programma en de totale weergavetijd t Totaal
aantal muziekstukken in het programma
(gedurende acht seconden) t Volumelabel
1)
t Klokdisplay (gedurende acht seconden)
x Als een CD/MP3 in een andere functie
staat
TOC-display
2)
of het totale aantal albums op de
disc
3)
of totaal aantal muziekstuknummers van
het huidige album
3)
t Volumelabel
3)
of
albumnaam
3)
t Klokdisplay (gedurende acht
seconden)
1)
Bij discs met MP3-muziekstukken
2)
TOC = Table of Contents (Inhoudsopgave); laat het
huidige discnummer, totaal aantal
muziekstuknummers op de disc, en de totale
weergavetijd van de disc zien.
3)
Bij discs met MP3-muziekstukken is het mogelijk
dat de albumtitels of de artiestennamen niet worden
afgebeeld afhankelijk van de afspeelfunctie.
Los verkrijgbare componenten
23
NL
U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd.
A AUDIO IN-aansluiting
Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een
optionele analoge component (draagbare
audiospeler, enz.) op deze aansluiting aan te
sluiten. U kunt dan het geluid van deze
component via dit systeem opnemen of afspelen.
Luisteren naar het geluid van
een aangesloten component
1
Sluit de audiosnoeren aan.
Zie "Aansluiten van optionele
componenten".
2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat
"AUDIO IN" verschijnt.
Begin met het afspelen van de aangesloten
component.
Opnemen van het geluid van
een aangesloten component
1
Sluit de audiosnoeren aan.
2 Begin handmatig met het opnemen.
Zie "Handmatig opnemen op een tape" op
blz. 17.
Opmerkingen
• Als de aangesloten component uitgerust is met een
AVLS (Automatic Volume Limiter System =
Automatische geluidsvolumeonderdrukker), moet u
deze functie zeker uitzetten bij gebruik van de
zender. Anders moet u het geluidsvolume van de
luidsprekers verhogen, waarbij een kans op
vervorming bestaat.
• Als de aangesloten component uitgerust is met de
functie BASS BOOST of MEGA BASS, moet u deze
zeker uitzetten bij gebruik van de zender. Anders zal
het geluid van de luidsprekers vervormen.
Los verkrijgbare componenten
Aansluiten van optionele componenten
Optionele, analoge component
Vanaf de digitale
uitgangsaansluitingen
van een optionele,
analoge component
Stereo-ministekker
24
NL
In het geval u een probleem met uw systeem
ondervindt, gaat u als volgt te werk:
1 Controleer of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren op de juiste wijze en
stevig zijn aangesloten.
2 Zoek uw probleem op in onderstaande
controlelijst en voer de corrigerende
handelingen uit.
Indien het probleem aanhoudt nadat u al het
bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact
op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
De indicatie "– –:– –" verschijnt op het display.
• Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de
klok opnieuw in (blz. 8) en maak de timer-
instellingen opnieuw (blz. 19 en 20).
De klokinstelling/voorprogrammering van de
radiozenders/timer is geannuleerd.
• Stel de volgende gegevens opnieuw in:
– "Instellen van de klok" (blz. 8)
– "Voorprogrammeren van radiozenders"
(blz. 12)
– "De instelling te controleren" (blz. 19 en 20)
– "Timeropname van radioprogramma’s"
(blz. 20)
Er is geen geluid.
• Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar
heeft, controleert u of de
spanningskeuzeschakelaar is ingesteld op de
juiste spanning.
• Druk op VOLUME + of draai de VOLUME
regelknop op het apparaat rechtsom.
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
• Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde
zijn (blz. 6).
• Bij gebruik van de opnametimer is er geen
audiouitgangssignaal.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
• Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
• Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op
het netsnoer.
De timer kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok opnieuw in (blz. 8).
De timer werkt niet.
• Druk op CLOCK/TIMER SELECT om de timer
in te stellen en "
c PLAY" of "c REC" op de
display te laten branden (blz. 19 en 20).
• Controleer de instelling van de timer en stel de
juiste tijd in (blz. 19 en 20).
• Schakel de slaaptimer uit (blz. 18).
• Zorg ervoor dat de klok op de juiste tijd is
ingesteld.
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Wanneer de STANDBY-
indicatie knippert
Trek onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en controleer volgende punten.
• Als uw systeem een
spanningskeuzeschakelaar heeft, staat de
spanningskeuzeschakelaar ingesteld op de
juiste spanning?
• Kijk na wat de plaatselijk netspanning is en
controleer daarna of de
spanningskeuzeschakelaar op het juiste
voltage is ingesteld.
• Zijn de + en de – draden van de
luidsprekersnoeren kortgesloten?
• Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers?
• Worden de ventilatieopeningen aan de
achterzijde van het apparaat geblokkeerd?
Controleer alle bovenstaande items en los alle
gevonden problemen op. Nadat de
STANDBY indicatie stopt met
knipperen, sluit u het netsnoer weer aan en
schakelt u het systeem in. Als de indicator
nog steeds knippert, of indien de oorzaak van
een probleem, na controle van bovenstaande
zaken, niet gevonden is, neem dan contact op
met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Verhelpen van storingen
25
NL
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor
van het apparaat.
• Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
• Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-
buisverlichting.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt.
• Controleer of het netsnoer is aangesloten op een
stopcontact.
De onregelmatige kleurenweergave op het TV-
scherm verdwijnt niet.
• Plaats de luidsprekers verder weg van het TV-
toestel.
Luidsprekers
Het geluid komt uit één kanaal of de balans
tussen het linker- en rechtervolumeniveau is
verkeerd.
• Controleer de aansluitingen en opstelling van de
luidsprekers.
CD/MP3-speler
Het afspelen begint niet.
• Veeg de disc schoon (blz. 30).
• Vervang de disc.
• Plaats een disc die dit systeem kan lezen.
• Plaats de disc op de juiste wijze in het midden van
de dischouder.
• Plaats de disc met de labelkant naar boven gericht
in de dischouder.
• Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af,
laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld
staan totdat het vocht is verdampt.
• Druk op N (of CD/NX op het apparaat) om de
weergave te starten.
De disc slaat over.
• Veeg de disc schoon (blz. 30).
• Vervang de disc.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
staanders. Wanneer u naar een muziekstuk luistert
met lage tonen en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de door de trillingen van de
luidsprekers het geluid overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaaldelijk op PLAY MODE totdat zowel
"PGM" als "SHUF" van de display verdwijnen om
terug te keren naar de NORMAL-afspeelfunctie.
MP3-audiobestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname werd niet uitgevoerd volgens het
ISO9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het
expansieformaat.
• Het MP3-audiobestand heeft niet de extensie
".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Discs waarop andere bestanden staan dan MPEG
1, 2 Audio Layer-3 bestanden, kunnen niet
worden afgespeeld.
MP3-audiobestanden duren langer om af te
spelen dan andere.
• Na inlezen van alle muziekstukken op de disc kan
het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen
indien:
– het aantal albums of muziekstukken op de disc
zeer groot is.
– de indeling van de albums en muziekstukken
zeer complex is.
wordt vervolgd
26
NL
De mapnaam, bestandsnaam en ID3-
taginformatie (albumtitel, tracktitel en
artiestennaam) worden niet correct afgebeeld.
• Gebruik een disc die voldoet aan ISO9660 level 1,
level 2, of Joliet in het expansieformaat.
• De ID3-tag van de disc is niet versie 1 of versie 2.
• Slechts maximaal 30 tekens van de ID3-tags
worden weergegeven.
• De volgende tekens kunnen door dit apparaat
worden afgebeeld:
– Hoofdletters (A t/m Z)
– Cijfers (0 t/m 9)
– Symbolen (’ < > * + , – / @ [ \ ] _)
Het is mogelijk dat andere tekens niet juist
weergegeven worden.
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 12).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 6).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn
voor een goede ontvangst en installeer daarna de
antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst
krijgt, is het raadzaam om een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt
uit te schakelen.
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
ontvangen worden.
• Druk op FM MODE totdat "STEREO" op het
display verschijnt.
Tapedeck
De tape neemt niet op en speelt niet af, of het
geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 30).
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 30).
De tape wordt niet volledig gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 30).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg.
• De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig
deze (blz. 30).
De ruis neemt toe of de hoge frequenties
worden gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(blz. 30).
De tape neemt niet op.
• Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de
opening waar het nokje in zat met plakband
(blz. 30).
• Het einde van de tape is bereikt.
Los verkrijgbare componenten
Er is geen geluid.
• Zie onder Algemeen, item "Er is geen geluid."
(blz. 24) en controleer de situatie van het systeem.
• Sluit de component goed aan (blz. 23) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
aangesloten component en begin met het afspelen.
• Druk herhaaldelijk op FUNCTION om "AUDIO
IN" te kiezen (blz. 23).
Het geluid is vervormd.
• Stel het volume van de aangesloten component
lager in.
Verhelpen van storingen
27
NL
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
Gebruik de toetsen op het apparaat voor de
bediening.
1 Haal de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
4 Druk op x en ?/1, en draai tegelijkertijd de
VOLUME-regelaar linksom.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U
moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en
timer opnieuw instellen.
Tijdens de bediening kan er in het display één
van de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
CD/MP3
FULL
U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen)
te programmeren.
NO DISC
Er is geen disc in de speler geplaatst.
NO STAP
Alle geprogrammeerde muziekstukken zijn gewist.
OVER
U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M
ingedrukt hield tijdens het afspelen of in de
pauzestand.
PUSH STOP
U hebt op PLAY MODE gedrukt tijdens het
afspelen.
Tuner
COMPLETE
De bediening van het voorprogrammeren is normaal
beéindigd.
Tape
NO TAB
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
NO TAPE
Er zit geen tape in het tapedeck.
Meldingen
wordt vervolgd
28
NL
Timer
PUSH SELECT
U hebt geprobeerd de klok of timer in te stellen
tijdens een timerbediening.
SET CLOCK
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
klok is ingesteld.
SET TIMER
U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de
weergavetimer of opnametimer is ingesteld.
TIME NG
De starttijd en de stoptijd van de opnametimer of de
weergavetimer is hetzelfde.
Aanvullende informatie
29
NL
ë
Netspanning
• Controleer vóór gebruik van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met
de plaatselijke netspanning.
• De spanningskiezer bevindt zich op de achterkant
van het apparaat.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang
de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het
apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in gebruik
te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet:
– op uiterst warme of koude plaatsen
– op stoffige of vuile plaatsen
– in een zeer vochtige omgeving
– op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
– op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaan (met was, olie,
polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op
de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan
gaan verkleuren.
Ontwikkeling van hitte
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te
voorkomen.
• Indien u dit systeem voortdurend op een hoog
volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de
behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de
onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat
u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken.
• Om een defect te voorkomen, mag u de
ventilatieopening niet afdekken.
Luidsprekersysteem
Plaats de luidsprekers verder weg van het TV-toestel.
Bediening
• Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de
lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In
dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken.
Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een
uur ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
• Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
wordt vervolgd
30
NL
Opmerkingen over discs
• Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met
behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc
schoon vanuit het middengat naar de buitenrand.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner, in de winkel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen
bedoeld voor lp’s van vinyl.
• Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat
deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct
zonlicht.
• Gebruik geen discs waaromheen een
beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het
systeem optreden.
• Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een
soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant
zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat
de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven
aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer
dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te
halen en kan een storing in het systeem optreden.
Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft
voordat u deze op de disclade plaatst.
De volgende soorten discs mogen niet worden
gebruikt:
– Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte
etiketten waarvan de lijm buiten het etiket
uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is
gerafeld.
– Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die
kleverig aanvoelt.
• Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv.
hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet
worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch
probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak
daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Reiniging van de behuizing
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een
zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing
van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen
schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen
zoals verdunner, wasbenzine of alcohol.
Beveiligen van een opgenomen tape
Om een opgenomen tape tegen per ongeluk wissen te
beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie
afbeelding).
Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient
u de opening met plakband te bedekken.
Alvorens een tape in het tapedeck te
plaatsen
Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de
tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld
kunnen raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape die langer is
dan 90 minuten
Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaaldelijk afspelen en stoppen, of
herhaaldelijk vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan
de tape in het tapedeck verstrikt raken.
Reinigen van de koppen van het
tapedeck
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik.
Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van
belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude
tape.
Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare
reinigingscassette van het droge of natte type. Voor
nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing
van de reinigingscassette te raadplegen.
Demagnetiseren van de tapekoppen
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden
dient u de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette te raadplegen.
Verwijder het
preventienokje
Aanvullende informatie
31
NL
Hoofdapparaat
Versterker
CMT-NEZ5
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
18 + 18 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
25 + 25 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
38 + 38 W
Pan-Amerikaans model:
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
20 + 20 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Overige modellen:
De volgende waarden zijn gemeten bij 120, 220 of
240 V, 50/60 Hz
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
14 + 14 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
20 + 20 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Ingangen
AUDIO IN: Gevoeligheid 250 mV,
impedantie 47 kohm
Uitgangen
PHONES: Geschikt voor
hoofdtelefoons met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: Geschikt voor impedantie
van 6 tot 16 ohm.
CMT-NEZ3
Noord-Amerikaans model:
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
10 + 10 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
11 + 11 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
15 + 15 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
28 + 28 W
Overige modellen:
De volgende waarden zijn gemeten bij 120, 220 of
240 V, 50/60 Hz
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
11 + 11 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde):
15 + 15 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD)
Ingangen
AUDIO IN: Gevoeligheid 250 mV,
impedantie 47 kohm
Uitgangen
PHONES: Geschikt voor
hoofdtelefoons met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: Geschikt voor impedantie
van 6 tot 16 ohm.
CD-speler
Eigenschappen laserdiode
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen:
minder dan 44,6 µW
(Dit uitgangsvermogen is
de waarde, gemeten op
200 mm afstand van het
oppervlak van de
objectieflens op de
optische pick-up bij een
diafragma van 7 mm)
Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz
Tapedeck
Opnamesysteem 4-sporen 2-kanaals, stereo
Tuner
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Pan-Amerikaans model: 530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Technische gegevens
wordt vervolgd
32
NL
Europees model: 531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-raamantenne,
aansluiting voor
buitenantenne
Middenfrequentie 450 kHz
Luidspreker
CMT-NEZ5
Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer: conus-type met diameter
10 cm
Tweeter: conus-type met diameter
4cm
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ong. 145 × 235 × 175 mm
Gewicht Ong. 1,9 kg per luidspreker
CMT-NEZ3
Luidsprekersysteem Volbereik-
luidsprekersysteem
Luidsprekereenheden
Woofer:
Noord-Amerikaans model: conus-type met diameter
8cm
Overige modellen: conus-type met diameter
10 cm
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ong. 145 × 235 × 155 mm
Gewicht
Noord-Amerikaans model: Ca. 1,4 kg netto per
luidspreker
Overige modellen: Ca. 1,5 kg netto per
luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Mexicaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Europees model: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Australisch model: 230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Koreaans model: 220 V wisselstroom, 60 Hz
Chinees model: 220 V wisselstroom,
50/60 Hz
Taiwanees model: 120 V wisselstroom,
50/60 Hz
Argentijns model: 220 V wisselstroom,
50/60 Hz
Saoedi-Arabische modellen:
120 – 127, 220,
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 120, 220 of
230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskeuzeschakelaar
Stroomverbruik
CMT-NEZ5
Europees model: 60 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Overige modellen: 50 W
CMT-NEZ3
Noord-Amerikaans model: 40 W
Europees model: 45 W
0,3 W (in de
energiebesparingsmodus)
Overige modellen: 45 W
Afmetingen (b/h/d) (excl. luidsprekers)
Ong. 164 × 235 × 265 mm
Gewicht (excl. luidsprekers)
CMT-NEZ5: Ong. 3,6 kg
CMT-NEZ3
Noord-Amerikaans model: Ong. 2,8 kg
Overige modellen: Ong. 3,6 kg
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA) batterijen
(2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
• Stroomverbruik in standby: 0,3 W
• Er werden geen halogene
brandvertragende producten gebruikt in
de betreffende printplaat/printplaten.
• Bepaalde onderdelen werden loodvrij
gesoldeerd.
• In het omhulsel werden geen halogeen
bevattende brandvertragende producten
gebruikt.
Aanvullende informatie
33
NL
Hoofdapparaat
Afstandsbedieningssensor 2
CD SYNC qk (16)
Displayvenster 6
DSGX 3 (18)
PHONES-aansluiting qd
PLAY MODE 5 (9, 11, 16)
Tapedeck qs (16)
TUNER/BAND qg (12, 14, 17)
TUNING +/– q; (12, 14)
TUNING MODE 5 (12, 14)
VOLUME-regelaar 9 (19, 24,
27)
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (7, 13, 19, 21, 27)
z PAUSE/START 4 (16)
Z PUSH OPEN/CLOSE (CD
openen/sluiten) 7
+/– 8* (10, 11, 16)
.m/M>
(terugspoelen/vooruit spoelen,
spring achteruit/spring vooruit)
0 (8, 10, 16, 18, 19)
PUSH OPEN/CLOSE Z (tape
openen/sluiten) qa (16)
x (stoppen) qf (10, 13, 16, 27)
CD/NX (afspelen) qh (10, 17,
19)
TAPE/N qj (10, 16)
* Behalve voor Noord-
Amerikaans model CMT-NEZ3
Overzicht van de plaats van de toetsen en hun
referentiebladzijden
Gebruik van deze bladzijde
Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van
toetsen en andere in de tekst genoemde
onderdelen van het systeem te kunnen vinden.
Nummer van afbeelding
r
TUNER/BAND qg (12, 14, 17)
R R
Naam van toets/
onderdeel
Bijbehorende
bladzijde
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – S
T – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
12 3 45 6 7
8
9
0
qa
qs
qd
q
f
q
g
qk
qj
qh
wordt vervolgd
34
NL
Afstandsbediening
CD qh (9, 11, 17, 19)
CLEAR qd (12)
CLOCK/TIMER SELECT 2
(19, 20)
CLOCK/TIMER SET 3 (8, 19,
20)
DISPLAY ql (15, 21)
ENTER 9 (8, 11, 13, 19, 20)
EQ qs (18)
FM MODE 4 (15)
FUNCTION 6 (9, 11, 12, 14, 16)
PLAY MODE qk (9, 11, 16)
REPEAT 4 (11)
SLEEP w; (18)
TAPE qg (10, 16, 19)
TUNER/BAND 5 (12, 14, 17)
TUNER MEMORY qj (13)
TUNING MODE qk (12, 14)
VOLUME +/– q; (19, 24)
?/1 (inschakelen/uitschakelen)
1 (7, 13, 19, 21, 27)
m/M (terugspoelen/vooruit
spoelen) 7 (10, 16)
N (afspelen) 8 (10, 16)
X (pauzeren) 8 (10, 16)
x (stoppen) 8 (10, 16)
+/– qa (10, 11, 16)
./> (terug/vooruit) qf (8,
10, 16, 18, 19)
–/+ (Afstemmen) qf (12, 14)
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – O
P – Z
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
4
5
6
7
8
9
0
3
2
1
qa
qd
qs
ql
qk
qj
qh
qg
qf
w
;

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Om brand te voorkomen, mag u de ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken met kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Tevens mag u geen aangestoken kaarsen op het apparaat zetten. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Sluit het apparaat aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact. Als u een abnormaliteit in het apparaat waarneemt, trekt u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Behalve voor klanten in de VS en Canada Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en -patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson. 2NL Inhoudsopgave Over de gebruiksaanwijzing ................... 4 Geschikte discs........................................ 4 Voorbereidingen Aansluiten van het systeem.....................6 Instellen van de klok ............................... 8 CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen..................................... 9 Een disc afspelen..................................... 9 — NORMAL-afspeelfunctie/ SHUFFLE-afspeelfunctie Herhaaldelijk afspelen .......................... 11 — REPEAT-afspeelfunctie Uw eigen programma samenstellen ...... 11 — PROGRAM-afspeelfunctie Tuner Voorprogrammeren van radiozenders... 12 Luisteren naar de radio.......................... 14 — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders — Handmatig afstemmen Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS).............................................. 15 (alleen het Europese model CMT-NEZ5) Tape – Afspelen Plaatsing van een tape ........................... 16 Afspelen van een tape ........................... 16 Timer Inslapen met muziek............................. 18 — Slaaptimer Ontwaken met muziek .......................... 19 — Weergavetimer Timeropname van radioprogramma’s .......................... 20 — Opnametimer Display Uitschakelen van de display ................. 21 — Energiebesparingsmodus Afbeelden van informatie over de disc op de display........................................ 21 Los verkrijgbare componenten Aansluiten van optionele componenten .................................. 23 NL Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen .................... 24 Meldingen............................................. 27 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen.......................... 29 Technische gegevens ............................ 31 Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden ................. 33 Tape – Opnemen Uw favoriete CD-muziekstukken opnemen op een tape ...................... 16 — CD-TAPE-synchroonopname Handmatig opnemen op een tape .......... 17 — Handmatig opnemen Geluidsregeling Regeling van het geluid ........................ 18 3NL Over de gebruiksaanwijzing • De instructies in deze gebruiksaanwijzing zijn voor de modellen CMT-NEZ5 en CMTNEZ3. Controleer het modelnummer van uw apparaat op het voorpaneel. In deze gebruiksaanwijzing wordt voor de afbeeldingen model CMT-NEZ3 gebruikt, behalve indien anders vermeld. Eventuele verschillen in de bediening worden duidelijk aangegeven in de tekst, bijvoorbeeld met "alleen CMT-NEZ5". • Deze gebruiksaanwijzing legt voornamelijk de bediening uit met behulp van de afstandsbediening, doch dezelfde handelingen kunnen ook uitgevoerd worden met de gelijknamige of soortgelijke toetsen op het apparaat. Geschikte discs U kunt de volgende discs in het apparaat afspelen. Afspelen van andere discs is niet mogelijk. Lijst van geschikte discs Type disc Audio-CD’s CD-R/CD-RW (audio/MP3bestanden) 4NL Disclogo Discs die niet op dit systeem afgespeeld kunnen worden • CD-ROM’s • CD-R’s/CD-RW’s tenzij deze zijn opgenomen in de volgende formaten: – muziek-CD-formaat – MP3-formaat dat voldoet aan ISO9660* Level 1/Level 2, Joliet of Multisessie** • Discs met een afwijkende vorm (bijvoorbeeld een kaart of een hart). • Discs waarop papier of stickers zijn geplakt. • Discs waarop nog plakband, cellofaantape of een sticker aanwezig is. * Formaat ISO9660 De meest algemene internationale norm voor het logische formaat van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. Op Level 1 moeten de bestandsnamen het formaat 8.3 hebben (de naam mag maximaal acht tekens bevatten en de extensie ".MP3" mag maximaal drie tekens bevatten) en in hoofdletters ingevoerd zijn. De mapnamen kunnen uit maximaal acht tekens bestaan. Er zijn maximaal acht geneste mapniveaus mogelijk. Met de Level 2specificaties is het mogelijk bestanden en mappen namen te geven van maximaal 31 tekens. Iedere map mag maximaal 8 boomstructuren hebben. Bij Joliet in het uitbreidingsformaat (bestands- en mapnamen kunnen uit maximaal 16 tekens bestaan) moet u zeker weten welke schrijfsoftware is gebruikt enzovoort. ** Multisessie Dit is een opnametechniek die het mogelijk maakt om met behulp van Track-At-Once (een track tegelijk) bestanden toe te voegen (aan een CD). Het begin van een conventionele CD wordt vastgelegd in het zogenaamde CD-aanstuurgebied, lead-in genaamd, en het einde in de lead-out. Een multisessie-CD is een CD met meerdere (schrijf-) sessies waarbij elk gedeelte, van lead-in naar leadout, als een afzonderlijke sessie beschouwd wordt. Dit apparaat ondersteunt maximaal 10 sessies. CD-Extra: CD’s met deze opname-indeling hebben twee sessies: de eerste sessie bevat audiotracks en de tweede sessie bevat de data. Mixed-mode-CD: Een mixed-mode-CD bevat data op de eerste track, gevolgd door CD-audiodata op de tweede en volgende tracks van een sessie. Opmerkingen betreffende CD-R en CD-RW • Bepaalde CD-R’s of CD-RW’s kunnen niet in dit apparaat worden weergegeven afhankelijk van de opnamekwaliteit of fysieke toestand van de disc, of van de eigenschappen van het opnameapparaat. Ook discs die niet correct zijn afgesloten, kunnen niet worden afgespeeld. Zie voor nadere bijzonderheden ook de gebruiksaanwijzing van de opnameapparatuur. • Discs, die opgenomen zijn in een CD-R/CDRW-station, zijn eventueel niet afspeelbaar als gevolg van krassen, vuil, opnameomstandigheden of eigenschappen van het CD-R/CD-RW-station. • Multisessie-CD-R’s/CD-RW’s waarvan de laatst geschreven sessie niet "gesloten" is kunnen niet worden afgespeeld. • Het is mogelijk dat MP3-bestanden, zonder de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, niet afspeelbaar zijn. • Pogingen om niet-MP3-bestanden, met de extensie ".MP3" in hun bestandsnaam, af te spelen kunnen eventueel ruis of storingen in het apparaat opleveren. • Met andere bestandsindelingen dan ISO9660 level 1 en 2 bestaat de kans dat namen van mappen en bestanden verkeerd weergegeven worden. • Bij de volgende discs duurt het langer om met afspelen te beginnen. – een disc die is opgenomen met een ingewikkelde boomstructuur. – een disc opgenomen in multisessie. – een CD waarop nog sessies toegevoegd kunnen worden (de CD is nog niet "afgesloten"). Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveilgingstechnologieën Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). Onlangs hebben platenmaatschappijen muziekdiscs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën. Houd er rekening mee dat sommige van deze discs niet voldoen aan de CD-norm en wellicht niet met dit product kunnen worden afgespeeld. Bericht over DualDiscs Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter, aangezien de kant met het audiomateriaal niet voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt een juiste weergave op dit apparaat niet gegarandeerd. Waarschuwingen voor het afspelen van een multisessieCD • Als een CD gestart wordt met een CD-DAsessie, wordt de CD als een CD-DA-(audio-) CD herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een MP3-sessie wordt gevonden. • Als een CD gestart wordt met een MP3sessie, wordt de CD als een MP3-disc herkend en het afspelen blijft doorgaan tot een CDDA-(audio-) sessie wordt gevonden. • Het afspeelbereik van een MP3-disc wordt bepaald door de grootte (aantal niveaus) van de bestandstructuur. • Een CD met gemengde indelingen wordt herkend als een CD-DA-(audio-) CD. 5NL Voorbereidingen Aansluiten van het systeem Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw systeem aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en accessoires. CMT-NEZ3 is gebruikt voor de afbeeldingen. Rechter luidspreker Linker luidspreker 1 3 2 4 FM-draadantenne AM-raamantenne 1 Sluit de luidsprekers aan. 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Sluit de linker- en rechterluidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen van het apparaat zoals hieronder afgebeeld. R AKE SPE Rood (3) # L # Steek dit deel erin. Zwart (#) # R 3 CE DAN IMPE -16 6 USE 6NL Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. AM 75 FM AM-raamantenne L XIA COA Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit Zie de aanduidingen op VOLTAGE SELECTOR van uw apparaat voor beschikbare voltages. VOLTAGE SELECTOR Voorbereidingen 3 Op modellen met een spanningskeuzeschakelaar stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de plaatselijke netspanning. De spanningskiezer bevindt zich op de achterkant van het apparaat. Aansluittype A 120V* Aansluittype B AM 75 FM AM-raamantenne L XIA COA 220V 230–240V Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit AM 75 FM L Noord-Amerikaanse modellen: Sluit de witte kant aan Overige modellen: Sluit de bruine kant aan 4 Steek de stekker in het stopcontact. Als de stekkerpootjes niet in het stopcontact passen, haalt u de bijgeleverde stekkeradapter eraf (alleen bij modellen geleverd met een stekkeradapter). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1. Aansluittype C XIA COA * Saoedi-Arabisch model: 120 – 127 V AM-raamantenne Trek de FMdraadantenne er horizontaal uit Opmerking Om te voorkomen dat ruis wordt opgevangen moet u de antennes uit de buurt van het systeem en andere componenten houden. wordt vervolgd 7NL Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de afstandsbediening Instellen van de klok Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 2 3 Opmerking Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 4 5 6 Druk op ?/1 om het apparaat in te schakelen. Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaaldelijk op . of > om het uur in te stellen. Druk op ENTER. Druk herhaaldelijk op . of > om de minuten in te stellen. Druk op ENTER. De klok begint te lopen. Tip Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vervangen. Veranderen van de tijd 1 2 Druk op CLOCK/TIMER SET. 3 Volg dezelfde procedure als in de stappen 3 t/m 6 hierboven. Druk herhaaldelijk op . of > om "CLOCK" te kiezen en druk daarna op ENTER. Opmerking De klokindicatie verschijnt niet in de energiebesparingsmodus (blz. 21). 8NL CD/MP3 – Afspelen Een disc plaatsen 2 — NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE op het apparaat. Met dit systeem kunt u audio-CD’s en MP3muziekstukken afspelen. Plaats een disc met de labelkant naar boven gericht in de dischouder. Voorbeeld: Als een disc geplaatst is Muziekstuknummer 1 3 Druk nogmaals op Z PUSH OPEN/ CLOSE op het apparaat om het deksel van de dischouder te sluiten. Opmerkingen • Plaats geen disc waarop plakband, stickers of andere vreemde voorwerpen zitten, omdat hierdoor een storing veroorzaakt kan worden. • Houd de lens van de cd-speler schoon en raak deze niet aan. Als u dit toch doet, kan de lens beschadigd raken en de cd-speler niet naar behoren werken. 2 CD/MP3 – Afspelen 1 Een disc afspelen Afspeelduur Druk op CD (of druk herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar CD. Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in de stopstand, totdat de gewenste functie op de display weergegeven wordt. Kies Voor het afspelen van Geen display (NORMALafspeelfunctie) De muziekstukken op de disc in de oorspronkelijke volgorde. ALBUM (NORMALafspeelfunctie) Alle MP3-muziekstukken in het album op de disc in de oorspronkelijke volgorde. Wanneer u een niet-MP3disc afspeelt, werkt de Album-afspeelfunctie hetzelfde als de normale afspeelfunctie. SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) Alle muziekstukken op de disc in willekeurige volgorde. ALBUM SHUF (SHUFFLEafspeelfunctie) Alle MP3-muziekstukken in het album op de disc in willekeurige volgorde. Wanneer u een niet-MP3disc afspeelt, werkt de Album Shuffleafspeelfunctie hetzelfde als de Shuffle-afspeelfunctie. PGM (PROGRAMafspeelfunctie) De muziekstukken op de disc in de volgorde waarin u deze wilt afspelen (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 11). wordt vervolgd 9NL 3 Opmerkingen Druk op N (of CD/NX op het apparaat). Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X (of CD/NX op het apparaat). Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. Een muziekstuk Druk herhaaldelijk op . of te kiezen >. 10NL Een album met MP3 te kiezen Druk herhaaldelijk op stap 2. + of – na Een bepaald punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen m of M ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. Een disc te verwijderen Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE op het apparaat. • U kunt tijdens het afspelen de afspeelfunctie niet veranderen. • Bij discs met een complexe bestandstructuur, zoals veel mapniveaus, kan het starten van het afspelen enige tijd duren. • Nadat de disc is geplaatst leest de cd-speler alle muziekstukken op die disc. Als er veel albums of niet-MP3-muziekstukken op de disc staan, kan het lang duren voordat het afspelen begint of voordat het volgende MP3-muziekstuk begint met afspelen. • Bewaar geen overbodige albums (mappen) of andere muziekstukken dan MP3 op een disc bestemd voor MP3-gebruik. Wij raden u aan om op een disc met MP3-muziekstukken geen ander soort geluidsbestanden of overbodige albums op te slaan. • Een album dat geen MP3-muziekstukken bevat wordt overgeslagen. • Het maximaal aantal tracks: 255 • Het maximaal aantal albums: 150 (inclusief de hoofdmap) • Het maximaal aantal MP3-audiotracks en albums dat in totaal op een enkele disc kan staan is 300. • Maximaal 8 niveaus kunnen afgespeeld worden. • MP3-muziekstukken worden afgespeeld in dezelfde volgorde waarop ze op de disc zijn opgenomen. • Afhankelijk van de gebruikte software voor geluidscodering/CD-brander, opnameapparaat of opnamemedium bij het schrijven van de MP3bestanden, is het mogelijk dat u ploblemen ervaart zoals de onmogelijkheid van het afspelen, geluidsonderbrekingen en ruis. • Tijdens het afspelen van een MP3-muziekstuk kan in de volgende gevallen de indicatie van de verstreken afspeeltijd verschillen van de werkelijke afspeeltijd. – Bij het afspelen van een VBR (variable bit rate) MP3-geluidsspoor – Bij het gebruik van vooruit- en terugspoelen (handmatig zoeken) Herhaaldelijk afspelen — REPEAT-afspeelfunctie Druk, tijdens weergave, herhaaldelijk op de toets REPEAT totdat "REPEAT" of "REPEAT1" verschijnt. REPEAT: Maximaal vijf keer voor alle tracks op een disc, of voor alle MP3-audiotracks in een album. REPEAT1: Slechts één muziekstuk. Uitschakelen van de herhaalfunctie Druk herhaaldelijk op REPEAT totdat zowel "REPEAT" als "REPEAT1" verdwijnen. — PROGRAM-afspeelfunctie U kunt een programma samenstellen dat uit maximaal 25 stappen bestaat. U kunt de geprogrammeerde muziekstukken synchroon opnemen op een tape (blz. 16). 1 2 3 Druk op CD (of druk herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar CD. CD/MP3 – Afspelen U kunt alle muziekstukken of een enkel muziekstuk op de disc herhaaldelijk afspelen. Uw eigen programma samenstellen Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in de stopstand totdat "PGM" verschijnt. Druk herhaaldelijk op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Voor de programmering van de MP3muziekstukken, druk op + of – om een album te kiezen, en druk daarna op . of > totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Opmerking Bij keuze van "REPEAT1" wordt het afspelen van het bewuste muziekstuk oneindig herhaaldelijk, tot het moment dat "REPEAT1" geannuleerd wordt. Gekozen Totale afspeelduur muziekstuknummer (inclusief het gekozen muziekstuk) 4 Druk op ENTER. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het programmastapnummer wordt afgebeeld, gevolgd door het laatste geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale afspeeltijd. 5 6 Om nog meer beelden/muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. Druk op N (of CD/NX op het apparaat). Het afspelen van het programma begint. wordt vervolgd 11NL Overige bedieningen Om Doet u het volgende De PROGRAMafspeelfunctie uit te schakelen Druk herhaaldelijk op PLAY MODE in de stopstand totdat zowel "PGM" als "SHUF" uit gaan. Tuner Voorprogrammeren van radiozenders Het programma te wissen Druk in de stopstand op CLEAR. Iedere keer als u op deze toets drukt, wordt een muziekstuk aan het einde van het programma gewist. U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders voorprogrammeren. U kunt afstemmen op elk van die zenders door eenvoudig het bijbehorende voorkeursnummer te kiezen. Een muziekstuk toe te Voer in de stopstand de voegen aan het einde van stappen 3 en 4 uit. een programma Voorprogrammering met automatische afstemming Tips • Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op N (of CD/NX op het apparaat). Het programma wordt echter gewist wanneer de dischouder wordt geopend. • "– –.– –" verschijnt wanneer de tijdsduur van het totale CD-programma langer is dan 100 minuten, of bij keuze van een CD-muziekstuk met een muziekstuknummer 21 of hoger, of door het kiezen van een MP3-muziekstuk. U kunt automatisch afstemmen op alle radiozenders die in uw gebied ontvangen kunnen worden en daarna de frequentie van de gewenste radiozenders opslaan. 1 2 3 4 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "AUTO" op de display verschijnt. Druk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat). De frequentie verandert terwijl het systeem scant naar een radiozender. Het scannen stopt automatisch wanneer op een radiozender is afgestemd. Op dat moment verschijnen "TUNED" en "STEREO" (alleen voor stereo-uitzendingen). Indien "TUNED" niet verschijnt en het doorzoeken van de frequenties niet stopt Stel de frequentie van de gewenste radiozender in, zoals is beschreven bij de stappen 2 en 3 van "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (blz. 13). 12NL 5 Druk op TUNER MEMORY. Het voorkeursnummer knippert. Voer de stappen 6 en 7 uit terwijl het voorkeursnummer knippert. 8 Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Overige bedieningen Om 6 7 8 Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeursnummer te kiezen. Druk op ENTER. Herhaal de stappen 4 t/m 7 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Tip Druk op x om te stoppen met zoeken naar frequenties. Voorprogrammering met handmatige afstemming U kunt handmatig afstemmen op de gewenste radiozenders en daarna de frequentie ervan opslaan. 1 2 3 4 5 6 7 Een andere radiozender in te stellen op een bestaand voorkeursnummer Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van de display verdwijnen. Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om af te stemmen op de gewenste zender. Druk op TUNER MEMORY. Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeursnummer te kiezen. Tuner Pre-selectienummer Doet u het volgende Af te stemmen op Volg de procedure die wordt een zender met een beschreven in zwak signaal "Voorprogrammering met handmatige afstemming" (blz. 13). Na stap 5, druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeursnummer, waaronder u de zender wilt opslaan, te kiezen. Om het AM-afsteminterval te veranderen (behalve voor Europese en Saoedi-Arabische modellen) Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde gebieden). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u TUNER/BAND ingedrukt houdt, drukt u op ?/1 op het apparaat. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het interval terug te stellen, herhaalt u dezelfde procedure. Opmerking U kunt het AM-afsteminterval niet veranderen terwijl het systeem in de energiebesparingsmodus staat (blz. 21). Tips • Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of indien er een stroomonderbreking optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog een halve dag in het geheugen bewaard. • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. Druk op ENTER. wordt vervolgd 13NL De ontvangst verbeteren Wanneer de ontvangst slecht is, stelt u "CD POWER OFF" in met behulp van de energiebeheersfunctie van de CD-speler. "CD POWER" is in de fabriek ingeschakeld. Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. 3 Druk op ?/1 terwijl u CD/NX ingedrukt houdt. "CD POWER" en "OFF" worden afgebeeld. Schakel de CD-speler in Herhaal bovenstaande procedure, waarna "CD POWER" en "ON" worden afgebeeld. Luisteren naar de radio U kunt naar een radiozender luisteren door een voorgeprogrammeerde zender te kiezen of door handmatig af te stemmen op de zender. Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders Programmeer eerst de voorkeurzenders in het geheugen van de tuner (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 12). 1 Opmerkingen • Als "CD POWER" en "OFF" zijn geselecteerd, is de toegangstijd tot de disc langer. • U kunt de instelling niet veranderen in de energiebesparingsfunctie (blz. 21). 2 3 4 14NL Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "PRESET" op de display verschijnt. Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om het gewenste voorkeursnummer te kiezen. Luisteren naar een nietvoorgeprogrammeerde radiozender — Handmatig afstemmen 1 3 4 Druk herhaaldelijk op TUNER/BAND om "FM" of "AM" te kiezen. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE tot "AUTO" of "PRESET" van de display verdwijnen. Druk herhaaldelijk op + of – (of TUNING + of – op het apparaat) om af te stemmen op de gewenste zender. Tips • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • Als tijdens een FM-stereo-uitzending statische ruis hoorbaar is, drukt u herhaaldelijk op FM MODE totdat "STEREO" uitgaat. Er is dan geen stereoeffect, maar de ontvangst verbetert. • Wanneer een FM-stereo-uitzending niet in stereo kan worden ontvangen, drukt u herhaaldelijk op FM MODE totdat "STEREO" op de display wordt afgebeeld. • Druk herhaaldelijk op TUNING MODE totdat "AUTO" verschijnt, zoals in stap 3 hierboven, en druk daarna op + of – (of TUNING + of – op het apparaat). De frequentie-aanduiding verandert en het scannen stopt als er een zender wordt ontvangen (automatische afstemming). • Gebruik handmatige opname-instellingen bij de opname van radio-uitzendingen (blz. 17). • U kunt het display veranderen in het klokindicatie (gedurende 8 seconden) door op DISPLAY te drukken. (alleen het Europese model CMT-NEZ5) Wat is het radioinformatiesysteem? Tuner 2 Druk op TUNER/BAND (of herhaaldelijk op FUNCTION) om de functie over te schakelen naar tuner. Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. Deze tuner is uitgerust met handige RDS-functies, zoals het afbeelden van de zendernaam. RDS is alleen beschikbaar bij FM-zenders.* Opmerking RDS werkt niet goed als de radiozender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet goed uitzendt of als het signaal zwak is. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor meer informatie over RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen Kies een zender op de FM-band. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het display verschijnen. De RDS-informatie controleren Bij elke druk op DISPLAY verandert het display als volgt: Zendernaam* t Frequentie t Klokdisplay * Als een RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen, is het mogelijk dat de zendernaam of de programmasoort niet op de display verschijnt. 15NL Tape – Afspelen Tape – Opnemen Plaatsing van een tape Uw favoriete CDmuziekstukken opnemen op een tape 1 2 Druk op PUSH OPEN/CLOSE Z op het apparaat. Plaats een reeds opgenomen/ opneembare tape in de cassettehouder. De kant die u wilt afspelen of waarop u wilt opnemen moet naar u toe gericht zijn. — CD-TAPE-synchroonopname U kunt een hele CD op de tape opnemen. U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. 1 2 1 2 3 Plaats een tape. Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x. Te pauzeren Druk op X. Druk nogmaals om verder te gaan met afspelen. Snel vooruit te Druk op m of M. spoelen of terug te spoelen De tape eruit te halen 16NL 3 Druk in de stopstand op PUSH OPEN/CLOSE Z op het apparaat . Druk op CD SYNC. "SYNC" en "REC" knipperen. Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. Druk op TAPE (of druk herhaald op FUNCTION) om de functie om te schakelen naar TAPE. Druk op N (of TAPE/N op het apparaat). Plaats de disc die u wilt opnemen. Als u een album van een MP3-disc wilt opnemen, moet u zeker, voordat u verder gaat, PLAY MODE drukken, om de functie ALBUM te kiezen, en daarna, met behulp van + of –, het gewenste album kiezen. Afspelen van een tape U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale) tape. Plaats een voor opname geschikte tape. 4 Druk op z PAUSE/START. Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het tapedeck automatisch. Stoppen met opnemen Druk op x. Een disc opnemen met een vooraf opgegeven muziekstukvolgorde U kunt alleen uw favoriete CD-muziekstukken opnemen met behulp van de Programafspeelfunctie. Voer tussen de stappen 2 en 3 eerst de stappen 2 t/m 6 uit van "Uw eigen programma samenstellen" (blz. 11). Tips Handmatig opnemen op een tape — Handmatig opnemen 1 2 Plaats een voor opname geschikte tape. Druk op een van de volgende toetsen (of druk herhaaldelijk op FUNCTION) om de bron te kiezen waarvanaf u wilt opnemen. • TUNER/BAND: Opnemen vanaf de ingebouwde tuner. • CD: Opnemen vanaf de ingebouwde CDspeler. • AUDIO IN: Opnemen vanaf de optionele component aangesloten op de AUDIO IN-aansluiting. 3 Tape – Afspelen/Tape – Opnemen Met deze functie is het mogelijk om alleen uw favoriete muziekstukken van een CD, tape of een radioprogramma op een tape opnemen. U kunt ook opnemen van andere aangesloten geluidscomponenten (zie "Aansluiten van optionele componenten" op blz. 23). Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. • Opnemen vanaf de tuner: Als ruis hoorbaar is tijdens het opnemen vanaf de tuner, verplaatst u de betreffende antenne om de ruis te verminderen. • Voor opnemen vanaf een CD: U kunt op . of > drukken om muziekstukken te kiezen in de opnamepauzefunctie (na stap 3 en vóór stap 4). Druk op z PAUSE/START. "REC" knippert en het tapedeck staat in de standby-stand om op te nemen. 4 Druk op z PAUSE/START en begin daarna met het afspelen van de bron waarvan u wilt opnemen. Het opnemen begint. Overige bedieningen Om Doet u het volgende Het opnemen te stoppen Druk op x. Het opnemen te pauzeren Druk op z PAUSE/START op het apparaat. Opmerking Tijdens het opnemen kunt u niet naar andere bronnen luisteren. 17NL Geluidsregeling Timer Regeling van het geluid Inslapen met muziek — Slaaptimer Een dynamischer geluid creëren (Dynamic Sound Generator X-tra) Druk op DSGX op het apparaat. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding op de display als volgt: DSGX ON y DSGX OFF Instellen van de lage en hoge tonen U kunt de lage en hoge tonen instellen voor een krachtiger geluid. 1 Druk herhaaldelijk op EQ om "BASS" of "TREBLE" te kiezen. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding op de display als volgt: BASS y TREBLE 2 Druk herhaaldelijk op . of > om "BASS" of "TREBLE" te kiezen. U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. Druk op SLEEP. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: AUTO* t 90MIN t 80MIN t … t 10MIN t OFF * Het systeem wordt na 100 minuten automatisch uitgeschakeld, of nadat het afspelen van de huidige CD of tape klaar is. Overige bedieningen Om Drukt u De resterende tijd Eenmaal op SLEEP. te controleren* De uitschakeltijd Herhaaldelijk op SLEEP om de te wijzigen gewenste tijd te kiezen. De Slaaptimer te Herhaaldelijk op SLEEP de toets annuleren totdat "OFF" verschijnt. * U kunt de resterende tijdsduur niet controleren wanneer "AUTO" is gekozen. Opmerking Tijdens synchroonopname op een tape mag de instelling "AUTO" niet gekozen worden. Tip U kunt de Slaaptimer zelfs gebruiken wanneer de klok niet is ingesteld. 18NL Ontwaken met muziek 8 De begintijd, de eindtijd en de geluidsbron verschijnen beurtelings, waarna de oorspronkelijke display weer verschijnt. — Weergavetimer U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld (zie "Instellen van de klok" op blz. 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. 2 3 4 Druk op VOLUME + of – (of draai aan de VOLUME regelknop op het apparaat) om het volume in te stellen. Druk op CLOCK/TIMER SET. Druk herhaaldelijk op . of > om "PLAY" te kiezen en druk daarna op ENTER. "ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie knippert. 5 Stel de starttijd voor afspelen in. Druk herhaaldelijk op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaaldelijk op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. 6 7 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Overige bedieningen Om Doet u het volgende De instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "PLAY" verschijnt en druk daarna op ENTER. De instelling te wijzigen Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "OFF" verschijnt en druk daarna op ENTER. Geluidsregeling/Timer • CD: Plaats een disc. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie "Uw eigen programma samenstellen" op blz. 11). • Tape: Plaats een tape (zie "Afspelen van een tape" op blz. 16). • Tuner: Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar de radio" op blz. 14). Druk op ENTER. Opmerkingen • Bij gelijktijdig gebruik van de weergavetimer en de slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het afspelen begint (ongeveer 15 seconden vóór de ingestelde tijd). • Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld wordt, zal de weergavetimer niet in werking treden. • U kunt de optionele component die is aangesloten op de AUDIO IN-aansluiting niet gebruiken als de geluidsbron voor de weergavetimer. • U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet tegelijkertijd inschakelen. • De weergavetimerinstelling blijft gehandhaafd zolang de instelling niet handmatig wordt geannuleerd. Druk herhaaldelijk op . of > totdat de gewenste geluidsbron verschijnt. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: t TUNER y CD T t TAPE T 19NL Timeropname van radioprogramma’s Overige bedieningen Om Doet u het volgende De instelling te controleren 1 Druk op CLOCK/TIMER U kunt een programma van een voorgeprogrammeerde radiozender opnemen op een vooraf ingesteld tijdstip. Voor het opnemen met de timer dient u eerst de radiozenders voor te programmeren (zie "Voorprogrammeren van radiozenders" op blz. 12) en de ingebouwde klok gelijk te zetten (zie "Instellen van de klok" op blz. 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening. 1 2 Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie "Luisteren naar een voorgeprogrammeerde zender" op blz. 14). Druk op CLOCK/TIMER SET. "PLAY" verschijnt. 3 Druk herhaaldelijk op . of > om "REC" te kiezen en druk daarna op ENTER. "ON TIME" verschijnt en de uur-indicatie knippert. 4 Stel de starttijd voor opname in. Druk herhaaldelijk op . of > om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk herhaaldelijk op . of > om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. 5 Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 4. De instellingen van de opnametimer en de gewenste zender worden getoond, waarna de oorspronkelijke displayweergave verschijnt. 6 7 20NL Plaats een voor opname geschikte tape. Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. SELECT. 2 Druk herhaaldelijk op — Opnametimer .of > totdat "REC" verschijnt en druk daarna op ENTER. De instelling te wijzigen Begin opnieuw bij stap 1. De timer uit te schakelen 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT. 2 Druk herhaaldelijk op .of > totdat "OFF" verschijnt en druk daarna op ENTER. Opmerkingen • Bij gelijktijdig gebruik van de opnametimer en de slaaptimer, heeft de slaaptimer voorrang. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het opnemen begint (ongeveer 15 seconden vóór de ingestelde tijd). • Als het systeem, ongeveer 15 seconden voordat de ingestelde tijd bereikt is, ingeschakeld is, zal de opnametimer niet in werking treden. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. • U kunt de weergavetimer en de opnametimer niet tegelijkertijd inschakelen. • Bedien het systeem niet, nadat u de opnametimer hebt ingesteld en het opnemen voltooid is. • De opnametimer wordt automatisch geannuleerd nadat de opnametimer is geactiveerd. Display Uitschakelen van de display — Energiebesparingsmodus De klokindicatie op de display kan worden uitgeschakeld om het stroomverbruik te minimaliseren (energiebesparingsmodus). Druk herhaaldelijk op DISPLAY, met het systeem uitgeschakeld, totdat de klokindicatie is verdwenen. De energiebesparingsmodus uitschakelen * De klokdisplay verschijnt alleen indien u de tijd hebt ingesteld. Opmerking De volgende bedieningen kunnen niet worden uitgevoerd in de energiebesparingsmodus. – Instellen van de klok – Om het AM-afsteminterval te veranderen Tips • De STANDBY indicatie gaat banden in de energiebesparingsmodus. • De timer blijft werken in de energiebesparingsmodus. U kunt de verstreken afspeelduur en de resterende afspeelduur van het huidige muziekstuk of die van de hele disc op de display controleren. Wanneer een disc met MP3-muziekstukken is geplaatst, kunt u ook de informatie controleren die op de disc is opgenomen, zoals de muziekstuktitels en de artiestennamen. Controleren van de resterende afspeeltijd, muziekstuktitels en artiestennamen (CD/MP3) Druk herhaaldelijk op DISPLAY in de normale afspeelfunctie. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: Huidig muziekstuknummer en verstreken afspeeltijd t Huidig muziekstuknummer en resterende afspeeltijd of "– –.– –"* t Resterende tijd op de disc of "– –.– –"* t Muziekstuktitel en artiestennaam (alleen disc met MP3-muziekstukken**) t Albumtitel** t Klokindicatie Display Druk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld. Telkens wanneer u op deze toets drukt, doorloopt het systeem de volgende cyclus: Klokindicatie* y Geen display (energiebesparingsmodus) Afbeelden van informatie over de disc op de display * "– –.– –" wordt afgebeeld wanneer u een CDmuziekstuk kiest waarvan het muziekstuknummer 21 of hoger is, of wanneer u een MP3-muziekstuk kiest. ** Als u een muziekstuk afspeelt met een ID3-tag versie 1 of versie 2, verschijnt de ID3-tag. De ID3tag geeft de muziekstuktitel, de artiestennaam en de albumtitel weer. wordt vervolgd 21NL Controleren van de totale afspeeltijd, muziekstuktitels en artiestennamen (CD/MP3) Druk in de stopstand herhaaldelijk op DISPLAY. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de display als volgt: x Als een CD in de PROGRAMafspeelfunctie staat Het laatste muziekstuknummer van het programma en de totale weergavetijd t Totaal aantal muziekstukken in het programma (gedurende acht seconden) t Volumelabel1) t Klokdisplay (gedurende acht seconden) x Als een CD/MP3 in een andere functie staat TOC-display2) of het totale aantal albums op de disc3) of totaal aantal muziekstuknummers van het huidige album3) t Volumelabel3) of albumnaam3) t Klokdisplay (gedurende acht seconden) 22NL 1) Bij discs met MP3-muziekstukken 2) TOC = Table of Contents (Inhoudsopgave); laat het huidige discnummer, totaal aantal muziekstuknummers op de disc, en de totale weergavetijd van de disc zien. 3) Bij discs met MP3-muziekstukken is het mogelijk dat de albumtitels of de artiestennamen niet worden afgebeeld afhankelijk van de afspeelfunctie. Los verkrijgbare componenten Aansluiten van optionele componenten U kunt uw systeem uitbreiden door los verkrijgbare componenten aan te sluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de betreffende component is meegeleverd. Stereo-ministekker Optionele, analoge component A AUDIO IN-aansluiting Gebruik audiokabels (niet bijgeleverd) om een optionele analoge component (draagbare audiospeler, enz.) op deze aansluiting aan te sluiten. U kunt dan het geluid van deze component via dit systeem opnemen of afspelen. Luisteren naar het geluid van een aangesloten component 1 Sluit de audiosnoeren aan. Zie "Aansluiten van optionele componenten". 2 Druk herhaaldelijk op FUNCTION totdat "AUDIO IN" verschijnt. Begin met het afspelen van de aangesloten component. Opnemen van het geluid van een aangesloten component 1 2 Los verkrijgbare componenten Vanaf de digitale uitgangsaansluitingen van een optionele, analoge component Sluit de audiosnoeren aan. Begin handmatig met het opnemen. Zie "Handmatig opnemen op een tape" op blz. 17. Opmerkingen • Als de aangesloten component uitgerust is met een AVLS (Automatic Volume Limiter System = Automatische geluidsvolumeonderdrukker), moet u deze functie zeker uitzetten bij gebruik van de zender. Anders moet u het geluidsvolume van de luidsprekers verhogen, waarbij een kans op vervorming bestaat. • Als de aangesloten component uitgerust is met de functie BASS BOOST of MEGA BASS, moet u deze zeker uitzetten bij gebruik van de zender. Anders zal het geluid van de luidsprekers vervormen. 23NL Algemeen Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen In het geval u een probleem met uw systeem ondervindt, gaat u als volgt te werk: 1 Controleer of het netsnoer en de luidsprekersnoeren op de juiste wijze en stevig zijn aangesloten. 2 Zoek uw probleem op in onderstaande controlelijst en voer de corrigerende handelingen uit. Indien het probleem aanhoudt nadat u al het bovenstaande hebt uitgevoerd, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Wanneer de STANDBYindicatie knippert Trek onmiddellijk de stekker uit het stopcontact en controleer volgende punten. • Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar heeft, staat de spanningskeuzeschakelaar ingesteld op de juiste spanning? • Kijk na wat de plaatselijk netspanning is en controleer daarna of de spanningskeuzeschakelaar op het juiste voltage is ingesteld. • Zijn de + en de – draden van de luidsprekersnoeren kortgesloten? • Gebruikt u de bijgeleverde luidsprekers? • Worden de ventilatieopeningen aan de achterzijde van het apparaat geblokkeerd? Controleer alle bovenstaande items en los alle gevonden problemen op. Nadat de STANDBY indicatie stopt met knipperen, sluit u het netsnoer weer aan en schakelt u het systeem in. Als de indicator nog steeds knippert, of indien de oorzaak van een probleem, na controle van bovenstaande zaken, niet gevonden is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. 24NL De indicatie "– –:– –" verschijnt op het display. • Er is een stroomonderbreking opgetreden. Stel de klok opnieuw in (blz. 8) en maak de timerinstellingen opnieuw (blz. 19 en 20). De klokinstelling/voorprogrammering van de radiozenders/timer is geannuleerd. • Stel de volgende gegevens opnieuw in: – "Instellen van de klok" (blz. 8) – "Voorprogrammeren van radiozenders" (blz. 12) – "De instelling te controleren" (blz. 19 en 20) – "Timeropname van radioprogramma’s" (blz. 20) Er is geen geluid. • Als uw systeem een spanningskeuzeschakelaar heeft, controleert u of de spanningskeuzeschakelaar is ingesteld op de juiste spanning. • Druk op VOLUME + of draai de VOLUME regelknop op het apparaat rechtsom. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Controleer of de luidsprekeraansluitingen in orde zijn (blz. 6). • Bij gebruik van de opnametimer is er geen audiouitgangssignaal. Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk. • Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de storingsbron. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Plaats een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op het netsnoer. De timer kan niet worden ingesteld. • Stel de klok opnieuw in (blz. 8). De timer werkt niet. • Druk op CLOCK/TIMER SELECT om de timer in te stellen en "c PLAY" of "c REC" op de display te laten branden (blz. 19 en 20). • Controleer de instelling van de timer en stel de juiste tijd in (blz. 19 en 20). • Schakel de slaaptimer uit (blz. 18). • Zorg ervoor dat de klok op de juiste tijd is ingesteld. De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening op de ontvangsensor van het apparaat. • Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA). • Plaats het systeem op grotere afstand van de TLbuisverlichting. Het systeem kan niet worden ingeschakeld ondanks dat u op ?/1 hebt gedrukt. • Controleer of het netsnoer is aangesloten op een stopcontact. De onregelmatige kleurenweergave op het TVscherm verdwijnt niet. • Plaats de luidsprekers verder weg van het TVtoestel. Luidsprekers CD/MP3-speler Het afspelen begint niet. • Veeg de disc schoon (blz. 30). • Vervang de disc. • Plaats een disc die dit systeem kan lezen. • Plaats de disc op de juiste wijze in het midden van de dischouder. • Plaats de disc met de labelkant naar boven gericht in de dischouder. • Haal de disc eruit en veeg het vocht van de disc af, laat het systeem daarna enkele uren ingeschakeld staan totdat het vocht is verdampt. • Druk op N (of CD/NX op het apparaat) om de weergave te starten. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaaldelijk op PLAY MODE totdat zowel "PGM" als "SHUF" van de display verdwijnen om terug te keren naar de NORMAL-afspeelfunctie. MP3-audiobestanden kunnen niet worden afgespeeld. • De opname werd niet uitgevoerd volgens het ISO9660 level 1 of level 2-formaat, of Joliet in het expansieformaat. • Het MP3-audiobestand heeft niet de extensie ".MP3". • De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3 formaat. • Discs waarop andere bestanden staan dan MPEG 1, 2 Audio Layer-3 bestanden, kunnen niet worden afgespeeld. MP3-audiobestanden duren langer om af te spelen dan andere. • Na inlezen van alle muziekstukken op de disc kan het afspelen meer tijd dan gebruikelijk vergen indien: – het aantal albums of muziekstukken op de disc zeer groot is. – de indeling van de albums en muziekstukken zeer complex is. Verhelpen van storingen Het geluid komt uit één kanaal of de balans tussen het linker- en rechtervolumeniveau is verkeerd. • Controleer de aansluitingen en opstelling van de luidsprekers. De disc slaat over. • Veeg de disc schoon (blz. 30). • Vervang de disc. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte staanders. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de door de trillingen van de luidsprekers het geluid overslaat. wordt vervolgd 25NL De mapnaam, bestandsnaam en ID3taginformatie (albumtitel, tracktitel en artiestennaam) worden niet correct afgebeeld. • Gebruik een disc die voldoet aan ISO9660 level 1, level 2, of Joliet in het expansieformaat. • De ID3-tag van de disc is niet versie 1 of versie 2. • Slechts maximaal 30 tekens van de ID3-tags worden weergegeven. • De volgende tekens kunnen door dit apparaat worden afgebeeld: – Hoofdletters (A t/m Z) – Cijfers (0 t/m 9) – Symbolen (’ < > * + , – / @ [ \ ] _) Het is mogelijk dat andere tekens niet juist weergegeven worden. Tuner Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet worden ontvangen. • Stel de juiste golfband en frequentie in (blz. 12). • Zorg dat de antenne goed is aangesloten (blz. 6). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Probeer ander elektrische apparatuur in de buurt uit te schakelen. Een stereo FM-programma kan niet in stereo ontvangen worden. • Druk op FM MODE totdat "STEREO" op het display verschijnt. Tapedeck De tape neemt niet op en speelt niet af, of het geluidsniveau vermindert. • De koppen zijn vuil. Reinig deze (blz. 30). • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 30). De tape wordt niet volledig gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 30). Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg. • De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig deze (blz. 30). De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden gewist. • De opname- en weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (blz. 30). De tape neemt niet op. • Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette. • Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de opening waar het nokje in zat met plakband (blz. 30). • Het einde van de tape is bereikt. Los verkrijgbare componenten Er is geen geluid. • Zie onder Algemeen, item "Er is geen geluid." (blz. 24) en controleer de situatie van het systeem. • Sluit de component goed aan (blz. 23) en controleer daarbij: – of de snoeren goed zijn aangesloten. – of de stekkers van de snoeren er goed zijn ingeduwd. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten component en begin met het afspelen. • Druk herhaaldelijk op FUNCTION om "AUDIO IN" te kiezen (blz. 23). Het geluid is vervormd. • Stel het volume van de aangesloten component lager in. 26NL Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Meldingen Tijdens de bediening kan er in het display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. Gebruik de toetsen op het apparaat voor de bediening. CD/MP3 1 2 3 Haal de stekker uit het stopcontact. FULL U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen) te programmeren. 4 Druk op x en ?/1, en draai tegelijkertijd de VOLUME-regelaar linksom. Steek de stekker weer in het stopcontact. Druk op ?/1 om het systeem in te schakelen. Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. U moet de voorgeprogrammeerde zenders, klok en timer opnieuw instellen. NO DISC Er is geen disc in de speler geplaatst. NO STAP Alle geprogrammeerde muziekstukken zijn gewist. OVER U hebt het einde van de disc bereikt terwijl u M ingedrukt hield tijdens het afspelen of in de pauzestand. Tuner COMPLETE De bediening van het voorprogrammeren is normaal beéindigd. Tape Verhelpen van storingen PUSH STOP U hebt op PLAY MODE gedrukt tijdens het afspelen. NO TAB U kunt de tape niet opnemen omdat het wispreventienokje is verwijderd. NO TAPE Er zit geen tape in het tapedeck. wordt vervolgd 27NL Timer PUSH SELECT U hebt geprobeerd de klok of timer in te stellen tijdens een timerbediening. SET CLOCK U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de klok is ingesteld. SET TIMER U hebt geprobeerd de timer te kiezen zonder dat de weergavetimer of opnametimer is ingesteld. TIME NG De starttijd en de stoptijd van de opnametimer of de weergavetimer is hetzelfde. 28NL Ontwikkeling van hitte ë Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Netspanning • Controleer vóór gebruik van het systeem of de bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de plaatselijke netspanning. • De spanningskiezer bevindt zich op de achterkant van het apparaat. • Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is echter geen defect. • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Indien u dit systeem voortdurend op een hoog volumeniveau gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing aan de bovenkant, de zijkanten en de onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken. • Om een defect te voorkomen, mag u de ventilatieopening niet afdekken. Voor uw veiligheid • Het apparaat blijft op de voeding aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. Luidsprekersysteem Installeren Indien u vragen of problemen hebt betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Bediening • Wanner het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Haal de disc eruit en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg ervoor dat u de disc eruit haalt wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Aanvullende informatie • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet: – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaan (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. Plaats de luidsprekers verder weg van het TV-toestel. wordt vervolgd 29NL 30NL Opmerkingen over discs Beveiligen van een opgenomen tape • Alvorens een disc af te spelen, reinigt u deze met behulp van een reinigingsdoekje. Veeg de disc schoon vanuit het middengat naar de buitenrand. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, verdunner, in de winkel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spuitmiddelen bedoeld voor lp’s van vinyl. • Stel discs niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen, zoals heteluchtventilators, en laat deze niet liggen in een voertuig geparkeerd in direct zonlicht. • Gebruik geen discs waaromheen een beschermingsring zit. Hierdoor kan een storing in het systeem optreden. • Wanneer u een disc gebruikt waarop lijm of een soortgelijke kleverige substantie op de bedrukte kant zit, of die met een speciale inkt werd bedrukt, bestaat de kans dat de bedrukking of de disc vast kan kleven aan inwendige onderdelen van het systeem. Wanneer dit gebeurt, kan het onmogelijk zijn de disc eruit te halen en kan een storing in het systeem optreden. Controleer of de bedrukte kant van de disc niet kleeft voordat u deze op de disclade plaatst. De volgende soorten discs mogen niet worden gebruikt: – Gehuurde of gebruikte discs met opgeplakte etiketten waarvan de lijm buiten het etiket uitsteekt. De rand van het etiket op de disc is gerafeld. – Discs die bedrukt zijn met een speciale inkt die kleverig aanvoelt. • Discs met een andere dan de standaard vorm (bijv. hartvormig, vierkant, stervormig, enz.) kunnen niet worden afgespeeld op dit systeem. Als u dit toch probeert, kan het systeem worden beschadigd. Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs. Om een opgenomen tape tegen per ongeluk wissen te beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B (zie afbeelding). Reiniging van de behuizing Demagnetiseren van de tapekoppen Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met een zachte doek die licht is bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals verdunner, wasbenzine of alcohol. Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de metalen onderdelen die met de tape in aanraking komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare demagnetiseercassette. Voor nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette te raadplegen. Verwijder het preventienokje Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient u de opening met plakband te bedekken. Alvorens een tape in het tapedeck te plaatsen Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou de tape in het mechanisme van het tapedeck verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Bij gebruik van een tape die langer is dan 90 minuten Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd daarom herhaaldelijk afspelen en stoppen, of herhaaldelijk vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het tapedeck verstrikt raken. Reinigen van de koppen van het tapedeck Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van gebruik. Reinig ook de koppen telkens vóór het opnemen van belangrijk materiaal of na het afspelen van een oude tape. Gebruik voor het reinigen een los verkrijgbare reinigingscassette van het droge of natte type. Voor nadere bijzonderheden dient u de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette te raadplegen. Technische gegevens Hoofdapparaat Versterker Ingangen AUDIO IN: Uitgangen PHONES: SPEAKER: Gevoeligheid 250 mV, impedantie 47 kohm Geschikt voor hoofdtelefoons met een impedantie van 8 ohm of meer Geschikt voor impedantie van 6 tot 16 ohm. CD-speler Eigenschappen laserdiode Frequentiebereik Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen: minder dan 44,6 µW (Dit uitgangsvermogen is de waarde, gemeten op 200 mm afstand van het oppervlak van de objectieflens op de optische pick-up bij een diafragma van 7 mm) 20 Hz – 20 kHz Tapedeck Opnamesysteem 4-sporen 2-kanaals, stereo Aanvullende informatie CMT-NEZ5 Europees model: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 18 + 18 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 25 + 25 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 38 + 38 W Pan-Amerikaans model: Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 20 + 20 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Overige modellen: De volgende waarden zijn gemeten bij 120, 220 of 240 V, 50/60 Hz DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 14 + 14 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 20 + 20 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Ingangen AUDIO IN: Gevoeligheid 250 mV, impedantie 47 kohm Uitgangen PHONES: Geschikt voor hoofdtelefoons met een impedantie van 8 ohm of meer SPEAKER: Geschikt voor impedantie van 6 tot 16 ohm. CMT-NEZ3 Noord-Amerikaans model: Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 10 + 10 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Europees model: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 11 + 11 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 15 + 15 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Muziek-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 28 + 28 W Overige modellen: De volgende waarden zijn gemeten bij 120, 220 of 240 V, 50/60 Hz DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 11 + 11 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentiewaarde): 15 + 15 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD) Tuner FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner FM-tuner Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Middenfrequentie AM-tuner Afstembereik Pan-Amerikaans model: 87,5 – 108,0 MHz FM-draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) wordt vervolgd 31NL Europees model: Overige modellen: Antenne Middenfrequentie 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) AM-raamantenne, aansluiting voor buitenantenne 450 kHz Luidspreker CMT-NEZ5 Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Woofer: Tweeter: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht CMT-NEZ3 Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type conus-type met diameter 10 cm conus-type met diameter 4 cm 6 ohm Ong. 145 × 235 × 175 mm Ong. 1,9 kg per luidspreker Volbereikluidsprekersysteem Luidsprekereenheden Woofer: Noord-Amerikaans model: conus-type met diameter 8 cm Overige modellen: conus-type met diameter 10 cm Nominale impedantie 6 ohm Afmetingen (b/h/d) Ong. 145 × 235 × 155 mm Gewicht Noord-Amerikaans model: Ca. 1,4 kg netto per luidspreker Overige modellen: Ca. 1,5 kg netto per luidspreker Algemeen Stroomvoorziening Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz Mexicaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz Europees model: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Australisch model: 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Koreaans model: 220 V wisselstroom, 60 Hz Chinees model: 220 V wisselstroom, 50/60 Hz 32NL Taiwanees model: 120 V wisselstroom, 50/60 Hz Argentijns model: 220 V wisselstroom, 50/60 Hz Saoedi-Arabische modellen: 120 – 127, 220, 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Overige modellen: 120, 220 of 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Instelbaar met spanningskeuzeschakelaar Stroomverbruik CMT-NEZ5 Europees model: Overige modellen: 60 W 0,3 W (in de energiebesparingsmodus) 50 W CMT-NEZ3 Noord-Amerikaans model: 40 W Europees model: 45 W 0,3 W (in de energiebesparingsmodus) Overige modellen: 45 W Afmetingen (b/h/d) (excl. luidsprekers) Ong. 164 × 235 × 265 mm Gewicht (excl. luidsprekers) CMT-NEZ5: Ong. 3,6 kg CMT-NEZ3 Noord-Amerikaans model: Ong. 2,8 kg Overige modellen: Ong. 3,6 kg Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1) R6 (formaat AA) batterijen (2) AM-raamantenne (1) FM-draadantenne (1) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • Stroomverbruik in standby: 0,3 W • Er werden geen halogene brandvertragende producten gebruikt in de betreffende printplaat/printplaten. • Bepaalde onderdelen werden loodvrij gesoldeerd. • In het omhulsel werden geen halogeen bevattende brandvertragende producten gebruikt. Overzicht van de plaats van de toetsen en hun referentiebladzijden Gebruik van deze bladzijde Nummer van afbeelding Gebruik deze bladzijde om de plaatsen van toetsen en andere in de tekst genoemde onderdelen van het systeem te kunnen vinden. r TUNER/BAND qg (12, 14, 17) R R Naam van toets/ onderdeel Bijbehorende bladzijde Hoofdapparaat BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ALFABETISCHE VOLGORDE T–Z A–S Afstandsbedieningssensor 2 CD SYNC qk (16) Displayvenster 6 DSGX 3 (18) PHONES-aansluiting qd PLAY MODE 5 (9, 11, 16) Tapedeck qs (16) TUNER/BAND qg (12, 14, 17) TUNING +/– q; (12, 14) TUNING MODE 5 (12, 14) VOLUME-regelaar 9 (19, 24, 27) 7 Aanvullende informatie 12 3 45 6 ?/1 (inschakelen/uitschakelen) 1 (7, 13, 19, 21, 27) z PAUSE/START 4 (16) Z PUSH OPEN/CLOSE (CD openen/sluiten) 7 +/– 8* (10, 11, 16) .m/M> (terugspoelen/vooruit spoelen, spring achteruit/spring vooruit) 0 (8, 10, 16, 18, 19) PUSH OPEN/CLOSE Z (tape openen/sluiten) qa (16) x (stoppen) qf (10, 13, 16, 27) CD/NX (afspelen) qh (10, 17, 19) TAPE/N qj (10, 16) * Behalve voor NoordAmerikaans model CMT-NEZ3 8 9 qk qj 0 qa qh qs qd qg qf wordt vervolgd 33NL Afstandsbediening ALFABETISCHE VOLGORDE BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN P–Z A–O ?/1 (inschakelen/uitschakelen) 1 (7, 13, 19, 21, 27) m/M (terugspoelen/vooruit spoelen) 7 (10, 16) N (afspelen) 8 (10, 16) X (pauzeren) 8 (10, 16) x (stoppen) 8 (10, 16) +/– qa (10, 11, 16) ./> (terug/vooruit) qf (8, 10, 16, 18, 19) –/+ (Afstemmen) qf (12, 14) PLAY MODE qk (9, 11, 16) REPEAT 4 (11) SLEEP w; (18) TAPE qg (10, 16, 19) TUNER/BAND 5 (12, 14, 17) TUNER MEMORY qj (13) TUNING MODE qk (12, 14) VOLUME +/– q; (19, 24) CD qh (9, 11, 17, 19) CLEAR qd (12) CLOCK/TIMER SELECT 2 (19, 20) CLOCK/TIMER SET 3 (8, 19, 20) DISPLAY ql (15, 21) ENTER 9 (8, 11, 13, 19, 20) EQ qs (18) FM MODE 4 (15) FUNCTION 6 (9, 11, 12, 14, 16) w; ql qk qj qh qg qf 1 2 3 4 5 6 7 8 qd 9 qs 0 qa 34NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Sony cmt nez 3 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen