Juno JB096B9 Handleiding

Categorie
Voedsel verwerkers
Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 4
Beschrijving van het product 7
Bedieningspaneel 7
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt
8
Dagelijks gebruik 8
Klokfuncties 10
Gebruik van de accessoires 12
Extra functies 12
Aanwijzingen en tips 13
Onderhoud en reiniging 23
Probleemoplossing 27
Montage 29
Energiezuinigheid 30
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt
te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
2
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op
te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken,
deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder alle
onderdelen van de oven.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Installeer het apparaat op een veilige
en geschikte plaats die aan alle
installatie-eisen voldoet.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat volledig
voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een
explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
4
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een
deur), zorg er dan voor dat de deur
nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen
achter een gesloten meubelpaneel
ophopen en schade aan het apparaat,
de behuizing of de vloer veroorzaken.
Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na
gebruik.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brand en schade
aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray
gebruikt, eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien
van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
5
Pyrolysereiniging
WAARSCHUWING! Risico op
letsel / Brand / Chemische
uitstoot (dampen) in
pyrolitische modus.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie Het
eerste gebruik uitvoert, moet u eerst de
volgende items uit de binnenkant oven
verwijderen:
eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen.
eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die
met het product zijn meegeleverd),
in het bijzonder potten en pannen
met antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging in
werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er komt
hete lucht uit de ventilatieopeningen
aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd
onder hoge temperaturen waarbij er
rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name vogels)
uit de buurt van het apparaat
tijdens en na de pyrolytische
reiniging en gebruik eerst een
programma bij maximale
temperatuur in een goed
geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de nabijheid
van alle pyrolytische ovens wanneer de
pyrolytische reiniging in werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en pannen,
schalen, keukengerei, enz. kunnen
worden beschadigd door de hoge
temperatuur van het pyrolytische
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens en kunnen mogelijk ook kleine
hoeveelheden schadelijke gassen
veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of
personen met medische aandoeningen.
Binnenverlichting
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken.
Het type gloeilampje of halogeenlampje
dat voor dit apparaat wordt gebruikt, is
alleen geschikt voor huishoudelijke
apparaten. Gebruik deze niet voor
andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
6
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
1 3 42
5
6
7
8
9
4
3
2
1
10
1
Bedieningspaneel
2
Knop voor verwarmingsfuncties
3
Scherm
4
Regelknop (voor de temperatuur)
5
Luchtopeningen voor koelventilator
6
Verwarmingselement
7
Lampje
8
Ventilator
9
Verwijderbare inschuifrail
10
Roosterhoogtes
Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
BEDIENINGSPANEEL
Toetsen
Sensorveld / Knop Functie Beschrijving
MIN Om de tijd in te stellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS Om de tijd in te stellen.
Display
A B
DG EF C
A. Timer / Temperatuur
B. Opwarmen en restwarmte-indicatie
C. Vleesthermometer (alleen
geselecteerde modellen)
D. Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
E. Uren/minuten
F. Demomodus (alleen geselecteerde
modellen)
7
G. Klokfuncties
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen
van de dagtijd het hoofdstuk
"Klokfuncties".
Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud
en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
Voorverwarmen
Warm de lege oven voor het eerste
gebruik voor.
1. Stel de functie in.Stel de maximale
temperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie . Stel de maximale
temperatuur in.
4. Laat de oven 15 minuten werken.
5. Stel de functie . Stel de maximale
temperatuur in.
6. Laat de oven 15 minuten werken.
7. Zet de oven uit en laat deze afkoelen.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. De oven kan een vreemde geur
en rook afgeven. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie in de ruimte is.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De knop komt
dan naar buiten.
Verwarmingsfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand
De oven staat uit.
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht
Om op max. 3 rekstan‐
den tegelijk te bakken en
voedsel te drogen.
Stel de temperatuur 20 -
40 °C lager in dan voor
Boven + onderwarmte.
Boven + on‐
derwarmte
(Boven-/
Onderwarm‐
te)
Voor het bakken en bra‐
den op een ovenniveau.
Grill
Om plat voedsel te grillen
en brood te roosteren.
8
Ovenfunctie Applicatie
Grill Intens
Voor het roosteren van
plat voedsel in grote hoe‐
veelheden en voor het
maken van toast.
Circulatiegrill
Voor het braden van gro‐
tere stukken vlees of ge‐
vogelte met botten op
één niveau. Voor gratine‐
ren en bruinen.
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een knappe‐
rige bodem en het inma‐
ken van voedsel.
Pizza Hete‐
lucht
Voor het bakken van piz‐
za. Voor intensieve brui‐
ning en een knapperige
bodem.
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht
(vochtig)
Deze functie is ontwor‐
pen om tijdens de berei‐
ding energie te besparen.
Zie 'Hints and tips' hoofd‐
stuk Hetelucht (vochtig)
voor bereidingsinstruc‐
ties. De ovendeur dient
tijdens de bereiding ge‐
sloten te zijn zodat de
functie niet wordt onder‐
broken en om ervoor te
zorgen dat de oven werkt
op de hoogst mogelijke
energie-efficiëntie. Bij het
gebruik van deze functie
kan de temparatuur in de
ruimte verschillen van de
ingestelde temperatuur.
De restwarmte wordt ge‐
bruikt.Het verwarmings‐
vermogen kan worden
verminderd. Zie voor al‐
gemene energiebespa‐
ringsaanbevelingen
'Energie-efficiëntie'
hoofdstuk Energiebespa‐
ring.Deze functie werd
gebruik om te voldoen
aan de energie-efficiën‐
tieklasse volgens EN
60350-1. Bij gebruik van
deze functie gaat de ver‐
lichting na 30 seconden
automatisch uit.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De
ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
Pyrolyse
Voor inschakeling van
pyrolytische reiniging van
de oven. Hierdoor wor‐
den vuilresten in de oven
verbrand.
9
Een verwarmingsfunctie
instellen
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur te kiezen.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in
werking is.
3. Om de oven uit te schakelen, draait u
de knop voor de verwarmingsfuncties
naar de uitstand.
Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
één voor één wanneer de temperatuur in
de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer
de temperatuur daalt.
KLOKFUNCTIES
Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD
Met deze functie kunt u
de dagtijd weergeven of
veranderen. U kunt de
dagtijd alleen wijzigen als
de oven uitstaat.
DUUR
Instellen hoe lang de
oven in werking is. Ge‐
bruik dit alleen wanneer
de verwarmingsfunctie is
ingesteld.
EINDE
Instellen als de oven uit‐
staat. Gebruik dit alleen
wanneer de verwar‐
mingsfunctie is ingesteld.
VERTRA‐
GINGSTIJD
Combinatie van de func‐
ties DUUR en EINDE.
KOOKWEK‐
KER
Gebruik de kookwekker
voor het instellen van
een afteltijd. Deze functie
heeft geen invloed op de
werking van de oven. U
kunt de KOOKWEKKER
op elk gewenst moment
instellen, ook als de oven
uitstaat.
Klokfunctie Applicatie
00:00
TIMER MET
OPTEL‐
FUNCTIE
Als u geen andere klok‐
functie instelt, zal de TI‐
MER MET OPTELFUNC‐
TIE automatisch bijhou‐
den hoe lang de oven
werkt.
Deze wordt onmiddellijk
ingeschakeld wanneer de
oven begint met opwar‐
men.
De timer met optelfunctie
kan niet worden gebruikt
met de functies: DUUR,
EINDE.
Instellen en wijzigen van de tijd
Wacht na de eerste aansluiting op het
stopcontact totdat het display
en
"12:00" weergeeft. "12" knippert.
1. Druk op of om de uren in te
stellen.
2. Druk op
om te bevestigen en de
minuten in te stellen.
Het display toont en het ingestelde
uur. "00" knippert.
3. Druk op of om de huidige
minuten in te stellen.
4. Druk op
om te bevestigen of de
ingestelde dagtijd zal na vijf seconden
automatisch worden opgeslagen.
10
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Druk om de dagtijd te wijzigen
herhaaldelijk op tot het indicatielampje
voor de dagtijd knippert op het display.
De DUUR instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en
uren in te stellen. Druk op om te
bevestigen.
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt,
klinkt er gedurende 2 minuten een
geluidssignaal en knipperen en de tijd
in het display. De oven wordt automatisch
uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of open
de deur van de oven om het geluid te
stoppen.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
Het EINDE instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de uren en
daarna de minuten in te stellen. Druk
op om te bevestigen.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal
en knipperen en de tijd in het display.
De oven wordt automatisch uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of open
de deur van de oven om het geluid te
stoppen.
5. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
De functie VERTRAGINGSTIJD
instellen
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en
uren voor de DUUR in te stellen. Druk
op om te bevestigen.
Op het display knippert .
4. Druk op of om de uren en
daarna de minuten voor het EINDE in
te stellen. Druk op om te
bevestigen. Het display toont
en de ingestelde temperatuur.
De oven gaat later automatisch aan, werkt
voor de ingestelde tijds DUUR en stopt op
de ingestelde EINDE.
Op de ingestelde EINDE klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal
en knipperen en de tijd in het display.
De oven gaat uit.
5. Druk op een willekeurige knop of open
de deur van de oven om het geluid te
stoppen.
6. Draai de knop voor de
verwarmingsfuncties naar de uit-stand.
De KOOKWEKKER instellen
De kookwekker kan zowel worden
ingesteld bij een ingeschakelde of
uitgeschakelde oven.
1. Blijf op
drukken totdat begint te
knipperen.
2. Druk op of om de seconden in te
stellen en daarna de minuten.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60
minuten knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start automatisch
na vijf seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er
een geluidssignaal.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende 2 minuten een
geluidssignaal. "00:00" en
knipperen op het display. Druk op een
willekeurige toets om het signaal uit te
zetten.
11
TIMER MET OPTELFUNCTIE
Houd om de timer met optelfunctie te
resetten en ingedrukt. De timer gaat
weer optellen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaatsamen:
Plaats bakplaat tussen de geleiders van
de inschuifrails en het bakrooster op de
geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid. Deze
inkepingen zorgen er ook voor
dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster
voorkomt dat het kookgerei van
het rooster afglijdt.
EXTRA FUNCTIES
Gebruik van het Kinderslot
Als het kinderslot is ingeschakeld, kan de
oven niet per ongeluk worden aangezet.
1. Zorg dat de knop voor de ovenfuncties
in de uit-stand staat.
2. Druk 2 seconden lang en
tegelijkertijd in.
12
Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en
verschijnen op het display. De deur blijft
vergrendeld.
Het symbool verschijnen
ook op het display als de
pyrolysefunctie in werking is.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te
schakelen.
Restwarmte-indicatie
Als u de oven uitschakelt, toont het
display de restwarmte-indicator bij een
oventemperatuur van boven de 40
°C.Draai de temperatuurknopnaar links of
rechts om de oventemperatuur te
controleren.
Automatische uitschakeling
Omwille van veiligheidsredenen schakelt
de oven na bepaalde tijd automatisch uit
als er een verwarmingsfunctie in werking
is en u de oventemperatuur niet wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
200 - 245 5.5
250 1.5
Druk na een automatische uitschakeling
op een willekeurige knop om de oven
opnieuw te activeren.
De automatische uitschakeling
werkt niet met de functies: licht,
duur, einde.
Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de oven
blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven
is afgekoeld.
Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van de oven of
defecte componenten kunnen gevaarlijke
oververhitting veroorzaken. Om dit te
voorkomen is de oven voorzien van een
veiligheidsthermostaat die de
stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de
temperatuur is gedaald, wordt de oven
automatisch weer ingeschakeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en baktijden
in de tabellen zijn slechts als
richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en
de kwaliteit en de hoeveelheid
van de gebruikte ingrediënten.
Kookadviezen
De oven heeft vier rekniveaus.
Tel de rekniveaus vanaf de bodem van de
oven.
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. In de onderstaande tabel vindt u de
standaardinstellingen voor temperatuur,
kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
De oven heeft een speciaal systeem dat
de lucht circuleert en voor doorlopende
recycling van stoom zorgt. Dankzij dit
systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Dit reduceert zowel
de bereidingstijd als het energieverbruik.
13
Voor de bereiding van gebak
De ovendeur mag pas worden geopend
als driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg
te laten.
Voor de bereiding van vlees en vis
Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat het
vleessap er niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de
oven te vermijden, kunt u een beetje water
in de lekbak gieten. Om rook te vermijden,
voegt u water toe wanneer het is
opgedroogd.
Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het
soort voedsel, de samenstelling en het
volume.
Houd in eerste instantie het
bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het
gebruik van dit apparaat de beste
instellingen (temperatuur, bereidingsduur,
etc.) voor uw kookgerei, recepten en
hoeveelheden.
Bakken en roosteren
Taart
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Schuim‐
taart
170 2 160 2 (1 en 3) 45 - 60 In een
cakevorm
Zand‐
taartdeeg
170 2 160 2 (1 en 3) 24 - 34 In een
cakevorm
Kwark‐
taart met
karne‐
melk
170 1 160 2 60 - 80 In een
cakevorm
van 26
cm
Appelge‐
bak (ap‐
peltaart)
170 1 160 2 (1 en 3) 100 - 120 In twee
cakevor‐
men van
20 cm op
een bak‐
rooster
Strudel 175 2 150 2 60 - 80 Op een
bakplaat
Geleitaart 170 2 160 2 30 - 40 In een
cakevorm
van 26
cm
14
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Vruchten‐
cake
170 2 155 2 60 - 70 In een
cakevorm
van 26
cm
Biscuit‐
taart (bo‐
tervrije
biscuit‐
taart)
170 2 160 2 35 - 45 In een
cakevorm
van 26
cm
Kerstge‐
bak /
Rijkgevul‐
de vruch‐
tencake
170 2 160 2 50 - 60 In een
cakevorm
van 20
cm
Pruimen‐
taart
1)
170 2 160 2 50 - 60 In een
brood‐
vorm
Cakejes 170 3 160 3 (1 en 3) 20 - 30 Op een
bakplaat
Koekjes
1)
150 3 150 3 20 - 30 Op een
bakplaat
Schuim‐
gebakjes
100 3 100 3 90 - 120 Op een
bakplaat
Brood‐
jes
1)
190 3 180 3 15 - 20 Op een
bakplaat
Soesjes
1)
190 3 180 3 25 - 35 Op een
bakplaat
Taartjes 180 3 170 2 45 - 70 In een
cakevorm
van 20
cm
Victoria‐
taart met
jamvul‐
ling
180 1 of 2 170 2 (links
en
rechts)
40 - 55 In een
cakevorm
van 20
cm links
+ rechts
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
15
Brood en pizza
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Wit‐
brood
1)
190 1 190 1 60 - 70 1- 2 stuk‐
ken, 500
gram per
stuk
Rogge‐
brood
190 1 180 1 30 - 45 In een
brood‐
vorm
Brood‐
jes
1)
190 2 180 2 (1 en 3) 25 - 40 6 - 8
broodjes
op een
bakplaat
Pizza
1)
190 1 190 1 20 - 30 In een
braadpan
Scones
1)
200 3 190 2 10 - 20 Op een
bakplaat
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Flans
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Pasta 180 2 180 2 40 - 50 In een
vorm
Hartige
groenten‐
taart
200 2 175 2 45 - 60 In een
vorm
Quiches 190 1 190 1 40 - 50 In een
vorm
Lasagne 200 2 200 2 25 - 40 In een
vorm
Cannello‐
ni
200 2 190 2 25 - 40 In een
vorm
16
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Yorkshire
pudding
1)
220 2 210 2 20 - 30 6 pud‐
dingvor‐
men
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Vlees
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Rund‐
vlees
200 2 190 2 50 - 70 Op een
bakroos‐
ter en in
de braad‐
pan
Varkens‐
vlees
180 2 180 2 90 - 120 Op een
bakroos‐
ter en in
de braad‐
pan
Kalfs‐
vlees
190 2 175 2 90 - 120 Op een
bakroos‐
ter en in
de braad‐
pan
Engelse
biefstuk
(rood)
210 2 200 2 44 - 50 Op een
bakroos‐
ter en in
de braad‐
pan
Engelse
biefstuk
(medium)
210 2 200 2 51 - 55 Op een
bakroos‐
ter en in
de braad‐
pan
17
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Engelse
biefstuk
(gaar)
210 2 200 2 55 - 60 Op een
bakroos‐
ter en in
de braad‐
pan
Varkens‐
schouder
180 2 170 2 120 - 150 In een
braadpan
Varkens‐
schenkel
180 2 160 2 100 - 120 2 stuks in
de braad‐
pan
Lams‐
vlees
190 2 190 2 110 - 130 Bout
Kip 200 2 200 2 70 - 85 Heel, in
een
braadpan
Kalkoen 180 1 160 1 210 - 240 Heel, in
een
braadpan
eend 175 2 160 2 120 - 150 Heel, in
een
braadpan
gans 175 1 160 1 150 - 200 Heel, in
een
braadpan
Konijn 190 2 175 2 60 - 80 In stuk‐
ken ge‐
sneden
Haas 190 2 175 2 150 - 200 In stuk‐
ken ge‐
sneden
fazant 190 2 175 2 90 - 120 Heel, in
een
braadpan
18
Vis
Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd
(min)
Opmer‐
kingen
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Tempe‐
ratuur
(°C)
Rooster‐
hoogte
Forel/
Zeebra‐
sem
190 2 175 2 (1 en 3) 40 - 55 3 - 4 vis‐
sen
Tonijn /
zalm
190 2 175 2 (1 en 3) 35 - 60 4 - 6 filets
Grill
Verwarm de oven 10 minuten voor.
Gebruik de derde stand.
Stel de temperatuur in op 250 °C.
Gerecht Hoeveelheid Tijd (min)
Stuks Hoeveel‐
heid (kg)
1e kant 2e kant
Tournedos 4 0.8 12 - 15 12 - 14
Biefstuk 4 0.6 10 - 12 6 - 8
Worstjes 8 - 12 - 15 10 - 12
Varkenskotelet 4 0.6 12 - 16 12 - 14
Kip (in 2 helften) 2 1 30 - 35 25 - 30
Vleesspiesen 4 - 10 - 15 10 - 12
Kippenborst 4 0.4 12 - 15 12 - 14
Hamburger 6 0.6 20 - 30 -
Visfilet 4 0.4 12 - 14 10 - 12
Geroosterde sandwiches 4 - 6 - 5 - 7 -
Geroosterd brood 4 - 6 - 2 - 4 2 - 3
Circulatiegrill
Stel de maximumtemperatuur van 200 °C
in.
Gebruik de derde rekstand.
19
Gerecht Hoeveelheid Tijd (min)
Stuks (kg) 1e kant 2e kant
Rollade (kal‐
koen)
1 1 30 - 40 20 - 30
Kip (in twee
helften)
2 1 25 - 30 20 - 30
Kipdrumsticks 6 - 15 - 20 15 - 18
Kwartel 4 0.5 25 - 30 20 - 25
Groentengratin - - 20 - 25 -
Jakobsschel‐
pen
- - 15 - 20 -
Makreel 2 - 4 - 15 - 20 10 - 15
Vismoten 4 - 6 0.8 12 - 15 8 - 10
Hetelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten
de volgende aanwijzingen op
die hieronder in de tabel staan.
Gerecht Accessoires Tempera‐
tuur (°C)
Rooster‐
hoogte
Tijd (min)
Zoete brood‐
jes, 12 stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 35 - 40
Broodjes, 9
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 35 - 40
Pizza, bevro‐
ren, 0,35 kg
bakrooster 220 2 35 - 40
Koninginnen‐
brood (opgerol‐
de cake met
jam)
bakplaat of lekschaal 170 2 30 - 40
Brownie bakplaat of lekschaal 180 2 30 - 40
Soufflé, 6 stuks keramieken vormpjes op
rooster
200 3 30 - 40
Luchtige flan‐
bodem
flanvorm op rooster 170 2 20 - 30
20
Gerecht Accessoires Tempera‐
tuur (°C)
Rooster‐
hoogte
Tijd (min)
Victoriataart
met jamvulling
ovenschaal op rooster 170 2 35 - 45
Gepocheerde
vis, 0,3 kg
bakplaat of lekschaal 180 3 35 - 45
Hele vis, 0,2 kg bakplaat of lekschaal 180 3 35 - 45
Visfilets 0,3 kg pizzavorm op rooster 180 3 35 - 45
Gepocheerd
vlees, 0,25 kg
bakplaat of lekschaal 200 3 40 - 50
Sjasliek, 0,5 kg bakplaat of lekschaal 200 3 25 - 35
Koekjes, 16
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
Makronen, 20
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 40 - 45
Muffins, 12
stuks
bakplaat of lekschaal 170 2 30 - 40
Hartige pastei‐
tjes, 16 stuks
bakplaat of lekschaal 170 2 35 - 45
Zandkoekjes,
20 stuks
bakplaat of lekschaal 150 2 40 - 50
Taartjes, 8
stuks
bakplaat of lekschaal 170 2 20 - 30
Gepocheerde
groenten, 0,4
kg
bakplaat of lekschaal 180 3 35 - 40
Vegetarische
omelet
pizzavorm op rooster 200 3 30 - 45
Groenten, me‐
diterraans 0,7
kg
bakplaat of lekschaal 180 4 35 - 40
Pizza
Gebruik de instelfunctie Pizza.
Verwarm de oven vóór de
bereiding 10 minuten voor.
21
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Opmerkingen
Pizza, groot 200 15 – 25 1 Op een bak‐
plaat
Pizza, klein 200 10 – 20 1 Op een bak‐
plaat
Broodjes 200 15 – 25 1 Op een bak‐
plaat
Ontdooien
Gerecht Hoe‐
veelheid
(kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1.0 100 - 140 20 - 30 Leg de kip op een omge‐
keerde onderschotel in
een groot bord. Halver‐
wege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees 1.0 100 - 140 20 - 30 Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Vlees 0.5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de berei‐
dingstijd omdraaien.
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0.3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt.
Gebak 1.4 60 60 -
Aanwijzingen voor testinstituten
Testen volgens IEC 60350-1.
22
Gerecht -functie Acces‐
soires
Roo
ster
hoo
gte
Tem‐
pera‐
tuur
(°C)
Tijd (min) Opmerkingen
Kleine
cake
Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
plaat
3 170 20 - 30 Plaats per bak‐
plaat 20 kleine
cakjes.
Appel‐
taart
Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
rooster
1 170 80 - 120 Gebruik 2 vor‐
men (20 cm dia‐
meter), diago‐
naal geplaatst.
Taart Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
rooster
2 170 35 - 45 Gebruik een ca‐
kevorm (26 cm
diameter).
Zand‐
taart‐
deeg
Boven +
onder‐
warmte
Bak‐
plaat
3 150 20 - 35 Verwarm de
oven 10 minuten
voor.
Geroo‐
sterd
brood
4 - 6
stuks
Grill Bak‐
rooster
3 max. 2 - 4 minuten
eerste kant; 2
- 3 minuten
tweede kant
Verwarm de
oven 3 minuten
voor.
Runder‐
burger
6 stuks,
0,6 kg
Grill Rooster
en lek‐
bak
3 max. 20 - 30 Plaats het roos‐
ter op het derde
niveau en de
lekbak op het
tweede niveau in
de oven. Draai
het voedsel hal‐
verwege de be‐
reidingstijd om.
Verwarm de
oven 3 minuten
voor.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van de oven schoon
met een zachte doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
23
Reinig de binnenkant van de oven na elk
gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en
laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met een warm sopje en een
reinigingsmiddel. De accessoires niet in
de afwasmachine reinigen.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een
afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Vocht kan in de oven of op de glazen
deurpanelen condenseren. Om de
condensvorming te verminderen, laat u de
oven voor het bereiden 10 minuten
werken.Neem het vocht uit de ruimte na
ieder gebruik af.
Ovens van roestvrij staal of
aluminium
Maak de ovendeur alleen met een
vochtige doek of natte spons schoon.
Droog maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure of
schurende producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven beschadigen.
Maak het bedieningspaneel van de oven
net zo voorzichtig schoon
Verwijderbare inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP! Wees voorzichtig bij
het verwijderen van de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de verwijderde accessoires in de
omgekeerde volgorde.
Pyrolyse
LET OP! Verwijder alle
accessoires en uitneembare
bakplaatsteunen.
Start de pyrolytische reiniging
niet als u de ovendeur niet
volledig heeft gesloten. Bij
sommige modellen geeft de
display "C3" weer als deze fout
zich voordoet.
WAARSCHUWING! Het
apparaat wordt zeer heet. Er
bestaat verbrandingsgevaar.
LET OP! Als er andere
apparaten in hetzelfde kastje
zijn geïnstalleerd, gebruik ze
dan niet tegelijk met de
pyrolytische functie. Dit kan
schade aan het apparaat
veroorzaken.
1. Verwijder het ergste vuil met de hand.
2. Reinig de binnenkant van de deur met
heet water, zodat de resten niet
inbranden door de hete lucht.
3. Stel de pyrolytische functie in.
Raadpleeg de "Ovenfuncties".
knippert.
24
4. U kunt de Einde-functie gebruiken om
de start van de reinigingsprocedure uit
te stellen.
5. Druk op of draai de
temperatuurknop met de klok mee om
de reinigingsprocedure te starten.
Tijdsduur van de procedure: 2 u.
Tijdens de pyrolytische reiniging is het
ovenlampje uit.
Als de oven de ingestelde temperatuur
bereikt, vergrendelt de deur. Het display
toont het symbool en de balken van de
warmteaanduiding totdat de deur
ontgrendelt.
Reinigingsherinnering
Om u te herinneren aan de pyrolytische
reiniging, knippert PYR in het display
gedurende 10 seconden na elke in- en
uitschakeling van de oven.
De reinigingsherinnering
gaat uit:
na het einde van de functie
pyrolytische reiniging.
als u gelijktijdig op en
drukt terwijl op het display
PYR knippert.
De deur verwijderen en
installeren
De ovendeur beschikt over vier glazen
panelen. U kunt de ovendeur en het
interne glazen paneel verwijderen om het
schoon te maken. Lees de volledige
instructie 'Verwijderen van installatiedeur'
voordat u de glasplaten verwijdert.
De ovendeur kan dichtslaan als
u de glasplaten probeert te
verwijderen als de deur nog
gemonteerd is.
LET OP! Gebruik de oven nooit
zonder de glasplaten.
1. Open de deur volledig en houd vast
aan beide scharnieren.
2.
Til de hendels van beide scharnieren
volledig op en draai eraan.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de
eerste openingsstand. Til hem daarna
op en trek hem naar voren en
verwijder hem van zijn plek.
25
4. Leg de deur op een zachte doek op
een stabiele ondergrond.
5. Ontgrendel het vergrendelingssysteem
om de interne glasplaten te
verwijderen.
6. Draai de twee bevestigingen 90° en
verwijder ze uit hun houders.
90°
7. De glasplaat voorzichtig optillen en
verwijderen. Start bij het bovenste
paneel.
1
2
8. Reinig de glasplaten met een sopje.
Droog de glasplaten voorzichtig af.
Reinig de glasplaten niet in de
vaatwasser.
Als de reiniging is voltooid, installeert u de
glasplaten en de ovendeur.
Zorg ervoor dat u de glasplaten (A, B en
C) weer in de juiste volgorde terugplaatst.
Controleer de zijkant van het glazen
paneel op het symbool / de print. Ieder
glazen paneel is anders om het uit elkaar
halen en in elkaar zetten eenvoudiger te
maken.
Als de deur correct wordt geïnstalleerd,
klikt de rand van de deur.
A B C
Zorg ervoor dat u het middelste ruitje
correct in de uitsparingen plaatst.
A
B
C
26
Het lampje vervangen
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet inscha‐
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop‐
contact (zie het aansluitdia‐
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin‐
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake‐
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit‐
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐
veerd.
Raadpleeg 'Gebruik van het
Kinderslot'.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de gerech‐
ten duurt te lang of de ge‐
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe‐
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
27
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei‐
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Op het display verschijnt
'C3'.
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volledig
gesloten of het deurslot is
defect.
Sluit de deur volledig.
Op het display verschijnt
'F102'.
U heeft de deur niet hele‐
maal gesloten.
De deurvergrendeling is
stuk.
Sluit de deur volledig.
Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en scha‐
kel deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
'F102' opnieuw wordt
weergegeven.
Het display toont een foutco‐
de die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en scha‐
kel deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila‐
tor werkt niet. Op het display
verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha‐
keld.
1. Schakel de oven uit.
2. Druk op de -toets en
houd deze ingedrukt.
3. Het eerste nummer op
het display en het De‐
mo-indicatielampje be‐
ginnen te knipperen.
4. Voer de code 2468 in
door op de of -
knop te drukken om de
waarden te veranderen
en druk op
om te be‐
vestigen.
5. Het volgende nummer
begint te knipperen.
6. Demo-modus schakelt
uit als u het laatste num‐
mer bevestigt en de co‐
de juist is.
28
Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Inbouw
589
598
594
114
19
21540
570
558
min. 550
20
600
min. 560
3
9
Bevestiging van het apparaat
aan het kastje
A
B
29
Elektrische installatie
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u deze
veiligheidsmaatregelen uit
hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
Kabel
Kabeltypes die van toepassing zijn op de
installatie of vervanging:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VV-
F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F
Voor het deel van de kabel raadpleegt u
het totale vermogen op het typeplaatje. U
kunt ook de tabel raadplegen:
Totaal vermogen
(W)
Deel van de kabel
(mm²)
maximaal 1380 3 x 0.75
maximaal 2300 3 x 1
maximaal 3680 3 x 1.5
De aardekabel (groene/gele kabel) moet 2
cm langer zijn dan de fase- en neutrale
kabels (blauwe en bruine kabels).
ENERGIEZUINIGHEID
Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier Juno
Modelidentificatie JB096B9
Energie-efficiëntie Index 81.0
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐
ven + onderwarmte
0.87 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete‐
lucht
0.64 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 57 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 33.6 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
Energiebesparing
Deze oven bevat functies die u
helpen energie te besparen
tijdens het dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
30
De deur niet openen tijdens de bereiding
met stoom. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats
vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan
30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Hetelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen.
Als u deze functie gebruikt, gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch
uit.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
31

Documenttranscriptie

2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie 2 Veiligheidsvoorschriften 4 Beschrijving van het product 7 Bedieningspaneel 7 Voordat u het apparaat voor de eerste 8 keer gebruikt Dagelijks gebruik 8 Klokfuncties 10 Gebruik van de accessoires Extra functies Aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Montage Energiezuinigheid 12 12 13 23 27 29 30 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht staan. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Laat kinderen niet spelen met het apparaat. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. 3 • • Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te worden geactiveerd. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Algemene veiligheid • • • • • • • • • • Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren en de kabel vervangen. WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen. Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken. Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder alle onderdelen van de oven. Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde. 4 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen voldoet. • Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het heeft elektrische stroom nodig. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. • Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. • Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt. • Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. 5 • Schakel het apparaat telkens na gebruik uit. • Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Oefen geen kracht uit op een geopende deur. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcoholluchtmengsel ontstaan. • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Om schade of verkleuring van het email te voorkomen: – zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat. – leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat. – plaats geen water direct in het hete apparaat. – haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. – wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires. • Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat. • Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. • Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten ovendeur. • Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat volledig afgekoeld is na gebruik. Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. • Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum. • Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar! • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Raadpleeg, als u een ovenspray gebruikt, eerst de aanwijzingen op de verpakking. • Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel. 6 Pyrolysereiniging WAARSCHUWING! Risico op letsel / Brand / Chemische uitstoot (dampen) in pyrolitische modus. • Voordat u de pyrolytische zelfsreinigingsfunctie of de functie Het eerste gebruik uitvoert, moet u eerst de volgende items uit de binnenkant oven verwijderen: – eventueel grote hoeveelheden etensresten, olie of gemorst vet / afzetttingen. – eventueel verwijderbare objecten (inclusief plateaus, zijrails, etc., die met het product zijn meegeleverd), in het bijzonder potten en pannen met antiaanbaklaag, ovenroosters, kookgerei, etc. • Lees zorgvuldig alle instructies voor pyrolytische reiniging. • Houd kinderen uit de buurt van het apparaat als de pyrolytische reiniging in werking is. Het apparaat wordt erg heet en er komt hete lucht uit de ventilatieopeningen aan de voorkant. • Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd onder hoge temperaturen waarbij er rook van kookresten en constructiematerialen kan komen. Daarom gelden de volgende aanbevelingen voor consumenten: – zorg voor goede ventilatie tijdens en na elke pyrolytische reiniging. – zorg tijdens en na het eerste gebruik bij maximumtemperatuur voor voldoende verluchting. • In tegenstelling tot mensen, kunnen bepaalde vogels en reptielen zeer gevoelig zijn voor mogelijke rookgassen die tijdens het reinigingsproces van alle pyrolytische ovens worden uitgestoten. – Houd huisdieren (met name vogels) uit de buurt van het apparaat tijdens en na de pyrolytische reiniging en gebruik eerst een programma bij maximale temperatuur in een goed geventileerde ruimte. • Kleine huisdieren kunnen ook zeer gevoelig zijn voor de plaatselijke temperatuurwijzigingen in de nabijheid van alle pyrolytische ovens wanneer de pyrolytische reiniging in werking is. • Anti-aanbaklagen in potten en pannen, schalen, keukengerei, enz. kunnen worden beschadigd door de hoge temperatuur van het pyrolytische reinigingsproces van alle pyrolytische ovens en kunnen mogelijk ook kleine hoeveelheden schadelijke gassen veroorzaken. • Rookgassen die vrijkomen uit alle pyrolytische ovens / kookresten zoals beschreven, zijn niet schadelijk voor mensen, inclusief zuigelingen of personen met medische aandoeningen. Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. • Het type gloeilampje of halogeenlampje dat voor dit apparaat wordt gebruikt, is alleen geschikt voor huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. • Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen. • Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties. Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. 7 • Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Algemeen overzicht 1 2 3 4 5 10 4 6 7 3 8 2 9 1 Accessoires • Bakrooster Voor kookgerei, bak- en braadvormen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Bedieningspaneel Knop voor verwarmingsfuncties Scherm Regelknop (voor de temperatuur) Luchtopeningen voor koelventilator Verwarmingselement Lampje Ventilator Verwijderbare inschuifrail Roosterhoogtes • Bakplaat Voor gebak en koekjes. BEDIENINGSPANEEL Toetsen Sensorveld / Knop Functie Beschrijving MIN Om de tijd in te stellen. KLOK De klokfunctie instellen. PLUS Om de tijd in te stellen. Display A G F E B D C A. Timer / Temperatuur B. Opwarmen en restwarmte-indicatie C. Vleesthermometer (alleen geselecteerde modellen) D. Deurslot (alleen geselecteerde modellen) E. Uren/minuten F. Demomodus (alleen geselecteerde modellen) 8 G. Klokfuncties VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Raadpleeg voor het instellen van de dagtijd het hoofdstuk "Klokfuncties". Eerste reiniging Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Reinig de oven en accessoires voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand. Voorverwarmen Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor. 1. Stel de functie in.Stel de maximale temperatuur in. 2. Laat het apparaat een uur werken. 3. Stel de functie . Stel de maximale temperatuur in. 4. Laat de oven 15 minuten werken. . Stel de maximale 5. Stel de functie temperatuur in. 6. Laat de oven 15 minuten werken. 7. Zet de oven uit en laat deze afkoelen. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. De oven kan een vreemde geur en rook afgeven. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Verzonken knoppen Om het apparaat te bedienen, moet u de bedieningsknop indrukken. De knop komt dan naar buiten. Ovenfunctie Hetelucht Applicatie De oven staat uit. Uit-stand Om op max. 3 rekstan‐ den tegelijk te bakken en voedsel te drogen. Stel de temperatuur 20 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte. Voor het bakken en bra‐ den op een ovenniveau. Verwarmingsfuncties Ovenfunctie Applicatie Boven + on‐ derwarmte (Boven-/ Onderwarm‐ te) Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren. Grill 9 Ovenfunctie Grill Intens Circulatiegrill Onderwarmte Pizza Hete‐ lucht Applicatie Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoe‐ veelheden en voor het maken van toast. Ovenfunctie Hetelucht (vochtig) Voor het braden van gro‐ tere stukken vlees of ge‐ vogelte met botten op één niveau. Voor gratine‐ ren en bruinen. Voor het bakken van taarten met een knappe‐ rige bodem en het inma‐ ken van voedsel. Voor het bakken van piz‐ za. Voor intensieve brui‐ ning en een knapperige bodem. Applicatie Deze functie is ontwor‐ pen om tijdens de berei‐ ding energie te besparen. Zie 'Hints and tips' hoofd‐ stuk Hetelucht (vochtig) voor bereidingsinstruc‐ ties. De ovendeur dient tijdens de bereiding ge‐ sloten te zijn zodat de functie niet wordt onder‐ broken en om ervoor te zorgen dat de oven werkt op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie. Bij het gebruik van deze functie kan de temparatuur in de ruimte verschillen van de ingestelde temperatuur. De restwarmte wordt ge‐ bruikt.Het verwarmings‐ vermogen kan worden verminderd. Zie voor al‐ gemene energiebespa‐ ringsaanbevelingen 'Energie-efficiëntie' hoofdstuk Energiebespa‐ ring.Deze functie werd gebruik om te voldoen aan de energie-efficiën‐ tieklasse volgens EN 60350-1. Bij gebruik van deze functie gaat de ver‐ lichting na 30 seconden automatisch uit. Ontdooien Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel. Pyrolyse Voor inschakeling van pyrolytische reiniging van de oven. Hierdoor wor‐ den vuilresten in de oven verbrand. 10 Een verwarmingsfunctie instellen 1. Draai aan de knop van de verwarmingsfuncties om een verwarmingsfunctie te selecteren. 2. Draai aan de regelknop om de temperatuur te kiezen. Het lampje gaat aan wanneer de oven in werking is. 3. Om de oven uit te schakelen, draait u de knop voor de verwarmingsfuncties naar de uitstand. Indicatielampje bij voorverwarmen Wanneer de ovenfunctie actief is, verschijnen de balkjes in het display één voor één wanneer de temperatuur in de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer de temperatuur daalt. KLOKFUNCTIES Tabel met klokfuncties Klokfunctie DAGTIJD DUUR EINDE VERTRA‐ GINGSTIJD KOOKWEK‐ KER Applicatie Met deze functie kunt u de dagtijd weergeven of veranderen. U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven uitstaat. Instellen hoe lang de oven in werking is. Ge‐ bruik dit alleen wanneer de verwarmingsfunctie is ingesteld. Instellen als de oven uit‐ staat. Gebruik dit alleen wanneer de verwar‐ mingsfunctie is ingesteld. Klokfunctie 00:00 TIMER MET OPTEL‐ FUNCTIE Applicatie Als u geen andere klok‐ functie instelt, zal de TI‐ MER MET OPTELFUNC‐ TIE automatisch bijhou‐ den hoe lang de oven werkt. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint met opwar‐ men. De timer met optelfunctie kan niet worden gebruikt met de functies: DUUR, EINDE. Instellen en wijzigen van de tijd Combinatie van de func‐ ties DUUR en EINDE. Wacht na de eerste aansluiting op het stopcontact totdat het display en "12:00" weergeeft. "12" knippert. Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als de oven uitstaat. 1. Druk op of om de uren in te stellen. om te bevestigen en de 2. Druk op minuten in te stellen. Het display toont en het ingestelde uur. "00" knippert. of om de huidige 3. Druk op minuten in te stellen. 4. Druk op om te bevestigen of de ingestelde dagtijd zal na vijf seconden automatisch worden opgeslagen. 11 Op het display verschijnt de nieuwe tijd. Druk om de dagtijd te wijzigen herhaaldelijk op tot het indicatielampje voor de dagtijd knippert op het display. De DUUR instellen 1. Stel de verwarmingsfunctie in. 2. Blijf op drukken totdat begint te knipperen. 3. Druk op of om de minuten en om te uren in te stellen. Druk op bevestigen. Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal en knipperen en de tijd in het display. De oven wordt automatisch uitgeschakeld 4. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. 5. Draai de knop voor de verwarmingsfuncties naar de uit-stand. Het EINDE instellen 1. Stel de verwarmingsfunctie in. 2. Blijf op drukken totdat begint te knipperen. 3. Druk op of om de uren en daarna de minuten in te stellen. Druk op om te bevestigen. Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal en de tijd in het display. en knipperen De oven wordt automatisch uitgeschakeld 4. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. 5. Draai de knop voor de verwarmingsfuncties naar de uit-stand. De functie VERTRAGINGSTIJD instellen 1. Stel de verwarmingsfunctie in. 2. Blijf op drukken totdat begint te knipperen. 3. Druk op of om de minuten en uren voor de DUUR in te stellen. Druk op om te bevestigen. Op het display knippert . 4. Druk op of om de uren en daarna de minuten voor het EINDE in om te te stellen. Druk op bevestigen. Het display toont en de ingestelde temperatuur. De oven gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde tijds DUUR en stopt op de ingestelde EINDE. Op de ingestelde EINDE klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal en knipperen en de tijd in het display. De oven gaat uit. 5. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. 6. Draai de knop voor de verwarmingsfuncties naar de uit-stand. De KOOKWEKKER instellen De kookwekker kan zowel worden ingesteld bij een ingeschakelde of uitgeschakelde oven. 1. Blijf op drukken totdat begint te knipperen. 2. Druk op of om de seconden in te stellen en daarna de minuten. Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten knippert op het display. 3. Stel de uren in. 4. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf seconden. Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal. 5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal. "00:00" en knipperen op het display. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten. 12 TIMER MET OPTELFUNCTIE Houd om de timer met optelfunctie te resetten en ingedrukt. De timer gaat weer optellen. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De accessoires plaatsen Bakrooster en bakplaatsamen: Plaats bakplaat tussen de geleiders van de inschuifrails en het bakrooster op de geleiders erboven. Bakrooster: Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan. Bakplaat: Kleine inkepingen bovenaan verhogen de veiligheid. Deze inkepingen zorgen er ook voor dat ze niet omkantelen. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt. Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van de roostersteun. EXTRA FUNCTIES Gebruik van het Kinderslot Als het kinderslot is ingeschakeld, kan de oven niet per ongeluk worden aangezet. 1. Zorg dat de knop voor de ovenfuncties in de uit-stand staat. 2. Druk 2 seconden lang en tegelijkertijd in. 13 Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en verschijnen op het display. De deur blijft vergrendeld. Het symbool verschijnen ook op het display als de pyrolysefunctie in werking is. Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen. Restwarmte-indicatie Als u de oven uitschakelt, toont het bij een display de restwarmte-indicator oventemperatuur van boven de 40 °C.Draai de temperatuurknopnaar links of rechts om de oventemperatuur te controleren. Automatische uitschakeling Omwille van veiligheidsredenen schakelt de oven na bepaalde tijd automatisch uit als er een verwarmingsfunctie in werking is en u de oventemperatuur niet wijzigt. Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u) 30 - 115 12.5 120 - 195 8.5 Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u) 200 - 245 5.5 250 1.5 Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om de oven opnieuw te activeren. De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: licht, duur, einde. Koelventilator Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de oven blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven is afgekoeld. Veiligheidsthermostaat Een onjuiste bediening van de oven of defecte componenten kunnen gevaarlijke oververhitting veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. Kookadviezen De oven heeft vier rekniveaus. Tel de rekniveaus vanaf de bodem van de oven. Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. In de onderstaande tabel vindt u de standaardinstellingen voor temperatuur, kooktijd en roosterniveau. Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept. De oven heeft een speciaal systeem dat de lucht circuleert en voor doorlopende recycling van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Dit reduceert zowel de bereidingstijd als het energieverbruik. 14 Voor de bereiding van gebak De ovendeur mag pas worden geopend als driekwart van de baktijd is verstreken. Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg te laten. Voor de bereiding van vlees en vis Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt. Om te veel rook tijdens het braden in de oven te vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe wanneer het is opgedroogd. Bereidingstijden De bereidingsduur is afhankelijk van het soort voedsel, de samenstelling en het volume. Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden. Bakken en roosteren Taart Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Schuim‐ taart 170 2 160 2 (1 en 3) 45 - 60 In een cakevorm Zand‐ taartdeeg 170 2 160 2 (1 en 3) 24 - 34 In een cakevorm Kwark‐ taart met karne‐ melk 170 1 160 2 60 - 80 In een cakevorm van 26 cm Appelge‐ bak (ap‐ peltaart) 170 1 160 2 (1 en 3) 100 - 120 In twee cakevor‐ men van 20 cm op een bak‐ rooster Strudel 175 2 150 2 60 - 80 Op een bakplaat Geleitaart 170 2 160 2 30 - 40 In een cakevorm van 26 cm 15 Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Vruchten‐ cake 170 2 155 2 60 - 70 In een cakevorm van 26 cm Biscuit‐ taart (bo‐ tervrije biscuit‐ taart) 170 2 160 2 35 - 45 In een cakevorm van 26 cm Kerstge‐ bak / Rijkgevul‐ de vruch‐ tencake 170 2 160 2 50 - 60 In een cakevorm van 20 cm Pruimen‐ 170 2 160 2 50 - 60 In een brood‐ vorm Cakejes 170 3 160 3 (1 en 3) 20 - 30 Op een bakplaat Koekjes1) 150 3 150 3 20 - 30 Op een bakplaat Schuim‐ gebakjes 100 3 100 3 90 - 120 Op een bakplaat Brood‐ 190 3 180 3 15 - 20 Op een bakplaat Soesjes1) 190 3 180 3 25 - 35 Op een bakplaat Taartjes 180 3 170 2 45 - 70 In een cakevorm van 20 cm Victoria‐ taart met jamvul‐ ling 180 1 of 2 170 2 (links en rechts) 40 - 55 In een cakevorm van 20 cm links + rechts taart1) jes1) 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. 16 Brood en pizza Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte 190 1 190 Rogge‐ brood 190 1 Brood‐ 190 Pizza 1) Scones1) Wit‐ Tijd (min) Opmer‐ kingen 1 60 - 70 1- 2 stuk‐ ken, 500 gram per stuk 180 1 30 - 45 In een brood‐ vorm 2 180 2 (1 en 3) 25 - 40 6-8 broodjes op een bakplaat 190 1 190 1 20 - 30 In een braadpan 200 3 190 2 10 - 20 Op een bakplaat Tijd (min) Opmer‐ kingen brood1) jes 1) 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. Flans Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Pasta 180 2 180 2 40 - 50 In een vorm Hartige groenten‐ taart 200 2 175 2 45 - 60 In een vorm Quiches 190 1 190 1 40 - 50 In een vorm Lasagne 200 2 200 2 25 - 40 In een vorm Cannello‐ ni 200 2 190 2 25 - 40 In een vorm 17 Gerecht Yorkshire Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte 220 2 210 2 Tijd (min) Opmer‐ kingen 20 - 30 6 pud‐ dingvor‐ men Tijd (min) Opmer‐ kingen pudding1) 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. Vlees Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Rund‐ vlees 200 2 190 2 50 - 70 Op een bakroos‐ ter en in de braad‐ pan Varkens‐ vlees 180 2 180 2 90 - 120 Op een bakroos‐ ter en in de braad‐ pan Kalfs‐ vlees 190 2 175 2 90 - 120 Op een bakroos‐ ter en in de braad‐ pan Engelse biefstuk (rood) 210 2 200 2 44 - 50 Op een bakroos‐ ter en in de braad‐ pan Engelse biefstuk (medium) 210 2 200 2 51 - 55 Op een bakroos‐ ter en in de braad‐ pan 18 Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tijd (min) Opmer‐ kingen Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Engelse biefstuk (gaar) 210 2 200 2 55 - 60 Op een bakroos‐ ter en in de braad‐ pan Varkens‐ schouder 180 2 170 2 120 - 150 In een braadpan Varkens‐ schenkel 180 2 160 2 100 - 120 2 stuks in de braad‐ pan Lams‐ vlees 190 2 190 2 110 - 130 Bout Kip 200 2 200 2 70 - 85 Heel, in een braadpan Kalkoen 180 1 160 1 210 - 240 Heel, in een braadpan eend 175 2 160 2 120 - 150 Heel, in een braadpan gans 175 1 160 1 150 - 200 Heel, in een braadpan Konijn 190 2 175 2 60 - 80 In stuk‐ ken ge‐ sneden Haas 190 2 175 2 150 - 200 In stuk‐ ken ge‐ sneden fazant 190 2 175 2 90 - 120 Heel, in een braadpan 19 Vis Gerecht Boven-/Onderwarmte Hetelucht Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Tempe‐ ratuur (°C) Rooster‐ hoogte Forel/ Zeebra‐ sem 190 2 175 Tonijn / zalm 190 2 175 Grill Tijd (min) Opmer‐ kingen 2 (1 en 3) 40 - 55 3 - 4 vis‐ sen 2 (1 en 3) 35 - 60 4 - 6 filets Stel de temperatuur in op 250 °C. Verwarm de oven 10 minuten voor. Gebruik de derde stand. Gerecht Hoeveelheid Tijd (min) Stuks Hoeveel‐ heid (kg) 1e kant 2e kant Tournedos 4 0.8 12 - 15 12 - 14 Biefstuk 4 0.6 10 - 12 6-8 Worstjes 8 - 12 - 15 10 - 12 Varkenskotelet 4 0.6 12 - 16 12 - 14 Kip (in 2 helften) 2 1 30 - 35 25 - 30 Vleesspiesen 4 - 10 - 15 10 - 12 Kippenborst 4 0.4 12 - 15 12 - 14 Hamburger 6 0.6 20 - 30 - Visfilet 4 0.4 12 - 14 10 - 12 Geroosterde sandwiches 4-6 - 5-7 - Geroosterd brood 4-6 - 2-4 2-3 Circulatiegrill Stel de maximumtemperatuur van 200 °C in. Gebruik de derde rekstand. 20 Gerecht Hoeveelheid Tijd (min) Stuks (kg) 1e kant 2e kant Rollade (kal‐ koen) 1 1 30 - 40 20 - 30 Kip (in twee helften) 2 1 25 - 30 20 - 30 Kipdrumsticks 6 - 15 - 20 15 - 18 Kwartel 4 0.5 25 - 30 20 - 25 Groentengratin - - 20 - 25 - Jakobsschel‐ pen - - 15 - 20 - Makreel 2-4 - 15 - 20 10 - 15 Vismoten 4-6 0.8 12 - 15 8 - 10 Hetelucht (vochtig) Volg voor de beste resultaten de volgende aanwijzingen op die hieronder in de tabel staan. Gerecht Accessoires Tempera‐ tuur (°C) Rooster‐ hoogte Tijd (min) Zoete brood‐ jes, 12 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 35 - 40 Broodjes, 9 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 35 - 40 Pizza, bevro‐ ren, 0,35 kg bakrooster 220 2 35 - 40 Koninginnen‐ brood (opgerol‐ de cake met jam) bakplaat of lekschaal 170 2 30 - 40 Brownie bakplaat of lekschaal 180 2 30 - 40 Soufflé, 6 stuks keramieken vormpjes op rooster 200 3 30 - 40 Luchtige flan‐ bodem flanvorm op rooster 170 2 20 - 30 21 Gerecht Accessoires Tempera‐ tuur (°C) Rooster‐ hoogte Tijd (min) Victoriataart met jamvulling ovenschaal op rooster 170 2 35 - 45 Gepocheerde vis, 0,3 kg bakplaat of lekschaal 180 3 35 - 45 Hele vis, 0,2 kg bakplaat of lekschaal 180 3 35 - 45 Visfilets 0,3 kg pizzavorm op rooster 180 3 35 - 45 Gepocheerd vlees, 0,25 kg bakplaat of lekschaal 200 3 40 - 50 Sjasliek, 0,5 kg bakplaat of lekschaal 200 3 25 - 35 Koekjes, 16 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30 Makronen, 20 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 40 - 45 Muffins, 12 stuks bakplaat of lekschaal 170 2 30 - 40 Hartige pastei‐ tjes, 16 stuks bakplaat of lekschaal 170 2 35 - 45 Zandkoekjes, 20 stuks bakplaat of lekschaal 150 2 40 - 50 Taartjes, 8 stuks bakplaat of lekschaal 170 2 20 - 30 Gepocheerde groenten, 0,4 kg bakplaat of lekschaal 180 3 35 - 40 Vegetarische omelet pizzavorm op rooster 200 3 30 - 45 Groenten, me‐ diterraans 0,7 kg bakplaat of lekschaal 180 4 35 - 40 Pizza Gebruik de instelfunctie Pizza. Verwarm de oven vóór de bereiding 10 minuten voor. 22 Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoog‐ te Opmerkingen Pizza, groot 200 15 – 25 1 Op een bak‐ plaat Pizza, klein 200 10 – 20 1 Op een bak‐ plaat Broodjes 200 15 – 25 1 Op een bak‐ plaat Ontdooien Gerecht Hoe‐ veelheid (kg) Ontdooitijd (min.) Nadooitijd (min) Opmerkingen Kip 1.0 100 - 140 20 - 30 Leg de kip op een omge‐ keerde onderschotel in een groot bord. Halver‐ wege de bereidingstijd omdraaien. Vlees 1.0 100 - 140 20 - 30 Halverwege de berei‐ dingstijd omdraaien. Vlees 0.5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de berei‐ dingstijd omdraaien. Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 - Aardbeien 0.3 30 - 40 10 - 20 - Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 - Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Room kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt. Gebak 1.4 60 60 - Aanwijzingen voor testinstituten Testen volgens IEC 60350-1. 23 Gerecht -functie Acces‐ soires Roo ster hoo gte Tem‐ pera‐ tuur (°C) Tijd (min) Opmerkingen Kleine cake Boven + onder‐ warmte Bak‐ plaat 3 170 20 - 30 Plaats per bak‐ plaat 20 kleine cakjes. Appel‐ taart Boven + onder‐ warmte Bak‐ rooster 1 170 80 - 120 Gebruik 2 vor‐ men (20 cm dia‐ meter), diago‐ naal geplaatst. Taart Boven + onder‐ warmte Bak‐ rooster 2 170 35 - 45 Gebruik een ca‐ kevorm (26 cm diameter). Zand‐ taart‐ deeg Boven + onder‐ warmte Bak‐ plaat 3 150 20 - 35 Verwarm de oven 10 minuten voor. Geroo‐ sterd brood 4-6 stuks Grill Bak‐ rooster 3 max. 2 - 4 minuten eerste kant; 2 - 3 minuten tweede kant Verwarm de oven 3 minuten voor. Runder‐ burger 6 stuks, 0,6 kg Grill Rooster en lek‐ bak 3 max. 20 - 30 Plaats het roos‐ ter op het derde niveau en de lekbak op het tweede niveau in de oven. Draai het voedsel hal‐ verwege de be‐ reidingstijd om. Verwarm de oven 3 minuten voor. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Opmerkingen over schoonmaken Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een mild reinigingsmiddel. Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel. 24 Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten kunnen brand veroorzaken. Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De accessoires niet in de afwasmachine reinigen. Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen. Vocht kan in de oven of op de glazen deurpanelen condenseren. Om de condensvorming te verminderen, laat u de oven voor het bereiden 10 minuten werken.Neem het vocht uit de ruimte na ieder gebruik af. Ovens van roestvrij staal of aluminium Maak de ovendeur alleen met een vochtige doek of natte spons schoon. Droog maken met een zachte doek. Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon Verwijderbare inschuifrails Als u de binnenkant van de oven wilt reinigen, verwijdert u de inschuifrails. LET OP! Wees voorzichtig bij het verwijderen van de inschuifrails. 1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de zijwand. 2. Trek de geleider bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze. 1 2 Installeer de verwijderde accessoires in de omgekeerde volgorde. Pyrolyse LET OP! Verwijder alle accessoires en uitneembare bakplaatsteunen. Start de pyrolytische reiniging niet als u de ovendeur niet volledig heeft gesloten. Bij sommige modellen geeft de display "C3" weer als deze fout zich voordoet. WAARSCHUWING! Het apparaat wordt zeer heet. Er bestaat verbrandingsgevaar. LET OP! Als er andere apparaten in hetzelfde kastje zijn geïnstalleerd, gebruik ze dan niet tegelijk met de pyrolytische functie. Dit kan schade aan het apparaat veroorzaken. 1. Verwijder het ergste vuil met de hand. 2. Reinig de binnenkant van de deur met heet water, zodat de resten niet inbranden door de hete lucht. 3. Stel de pyrolytische functie in. Raadpleeg de "Ovenfuncties". knippert. 25 4. U kunt de Einde-functie gebruiken om de start van de reinigingsprocedure uit te stellen. 5. Druk op of draai de temperatuurknop met de klok mee om de reinigingsprocedure te starten. Tijdsduur van de procedure: 2 u. Tijdens de pyrolytische reiniging is het ovenlampje uit. Als de oven de ingestelde temperatuur bereikt, vergrendelt de deur. Het display en de balken van de toont het symbool warmteaanduiding totdat de deur ontgrendelt. Reinigingsherinnering 2. Til de hendels van beide scharnieren volledig op en draai eraan. Om u te herinneren aan de pyrolytische reiniging, knippert PYR in het display gedurende 10 seconden na elke in- en uitschakeling van de oven. De reinigingsherinnering gaat uit: • na het einde van de functie pyrolytische reiniging. • als u gelijktijdig op en drukt terwijl op het display PYR knippert. De deur verwijderen en installeren De ovendeur beschikt over vier glazen panelen. U kunt de ovendeur en het interne glazen paneel verwijderen om het schoon te maken. Lees de volledige instructie 'Verwijderen van installatiedeur' voordat u de glasplaten verwijdert. De ovendeur kan dichtslaan als u de glasplaten probeert te verwijderen als de deur nog gemonteerd is. LET OP! Gebruik de oven nooit zonder de glasplaten. 1. Open de deur volledig en houd vast aan beide scharnieren. 3. Sluit de ovendeur halverwege tot de eerste openingsstand. Til hem daarna op en trek hem naar voren en verwijder hem van zijn plek. 26 4. Leg de deur op een zachte doek op een stabiele ondergrond. 1 5. Ontgrendel het vergrendelingssysteem om de interne glasplaten te verwijderen. 2 8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de glasplaten voorzichtig af. Reinig de glasplaten niet in de vaatwasser. Als de reiniging is voltooid, installeert u de glasplaten en de ovendeur. Zorg ervoor dat u de glasplaten (A, B en C) weer in de juiste volgorde terugplaatst. Controleer de zijkant van het glazen paneel op het symbool / de print. Ieder glazen paneel is anders om het uit elkaar halen en in elkaar zetten eenvoudiger te maken. 6. Draai de twee bevestigingen 90° en verwijder ze uit hun houders. Als de deur correct wordt geïnstalleerd, klikt de rand van de deur. A B C 90° 7. De glasplaat voorzichtig optillen en verwijderen. Start bij het bovenste paneel. Zorg ervoor dat u het middelste ruitje correct in de uitsparingen plaatst. A B C 27 Het lampje vervangen WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. Het lampje kan heet zijn. 1. Oven uitschakelen. Wacht totdat de oven afgekoeld is. 2. Trek de oven uit het stopcontact. 3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte. Het achterste lampje 1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder het. 2. Reinig de glasafdekking. 3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C hittebestendige lamp. 4. Plaats het afdekglas terug. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak oplossing U kunt de oven niet inscha‐ kelen of bedienen. De oven is niet aangesloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd. Controleer of de oven goed is aangesloten op het stop‐ contact (zie het aansluitdia‐ gram indien beschikbaar). De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in. De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in. De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Zorg ervoor dat de instellin‐ gen correct zijn. De oven wordt niet warm. De automatische uitschake‐ ling is actief. Raadpleeg 'Automatisch uit‐ schakelen'. De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐ veerd. Raadpleeg 'Gebruik van het Kinderslot'. De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐ gen. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje. De bereiding van de gerech‐ ten duurt te lang of de ge‐ rechten worden te snel gaar. De temperatuur is te laag of te hoog. Pas indien nodig de tempe‐ ratuur aan. Volg het advies in de handleiding op. 28 Probleem Mogelijke oorzaak oplossing Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het berei‐ den niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan. Op het display verschijnt 'C3'. De reinigingsfunctie werkt niet. De deur is niet volledig gesloten of het deurslot is defect. Sluit de deur volledig. Op het display verschijnt 'F102'. • • • • U heeft de deur niet hele‐ maal gesloten. De deurvergrendeling is stuk. • Het display toont een foutco‐ de die niet in deze tabel staat. Er is een elektrische fout. • • Het apparaat staat aan maar wordt niet warm. De ventila‐ tor werkt niet. Op het display verschijnt "Demo". De demofunctie is ingescha‐ keld. Sluit de deur volledig. Schakel de oven uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en scha‐ kel deze weer in. Neem contact op met de klantenservice, wanneer 'F102' opnieuw wordt weergegeven. Schakel de oven uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en scha‐ kel deze weer in. Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven. 1. Schakel de oven uit. 2. Druk op de -toets en houd deze ingedrukt. 3. Het eerste nummer op het display en het De‐ mo-indicatielampje be‐ ginnen te knipperen. 4. Voer de code 2468 in door op de of knop te drukken om de waarden te veranderen en druk op om te be‐ vestigen. 5. Het volgende nummer begint te knipperen. 6. Demo-modus schakelt uit als u het laatste num‐ mer bevestigt en de co‐ de juist is. 29 Onderhoudsgegevens Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper ofeen erkende serviceafdeling. Het typeplaatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) ......................................... Productnummer (PNC) ......................................... Serienummer (S.N.) ......................................... MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 540 21 Inbouw min. 550 20 590 558 19 114 min. 560 540 21 600 min. 550 20 558 19 589 598 570 114 594 min. 560 589 598 570 9 3 594 9 3 Bevestiging van het apparaat aan het kastje A B 30 Elektrische installatie De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt. Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer. Kabel Kabeltypes die van toepassing zijn op de installatie of vervanging: Voor het deel van de kabel raadpleegt u het totale vermogen op het typeplaatje. U kunt ook de tabel raadplegen: Totaal vermogen (W) Deel van de kabel (mm²) maximaal 1380 3 x 0.75 maximaal 2300 3x1 maximaal 3680 3 x 1.5 De aardekabel (groene/gele kabel) moet 2 cm langer zijn dan de fase- en neutrale kabels (blauwe en bruine kabels). H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VVF, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F ENERGIEZUINIGHEID Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014 Naam leverancier Juno Modelidentificatie JB096B9 Energie-efficiëntie Index 81.0 Energie-efficiëntieklasse A+ Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand bo‐ ven + onderwarmte 0.87 kWh/cyclus Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete‐ lucht 0.64 kWh/cyclus Aantal ruimten 1 Warmtebron Elektriciteit Volume 57 l Soort oven Inbouwoven Massa 33.6 kg EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens, stoomovens en grills - Methoden voor prestatiemeting. Energiebesparing Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken. Algemene tips Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u de oven in werking stelt. 31 De deur niet openen tijdens de bereiding met stoom. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit. Gebruik metalen schalen om meer energie te besparen. Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat u er voedsel in plaatst. Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30 minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid. U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen. Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt. Bereiding met hete lucht Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen. Restwarmte Bij sommige ovenfuncties worden, als een programma met tijdselectie (Duur of Einde) in werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen automatisch eerder uitgeschakeld. De lamp en ventilator blijven wel werken. Eten warm houden Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het display. Hetelucht (vochtig) Functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen. Als u deze functie gebruikt, gaat de verlichting na 30 seconden automatisch uit. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
1 / 1

in andere talen