31
8. Scherm: Geeft het huidige radiostation, de accu-, en Bluetoothstatus.
• Oplaadindicator: Wanneer de stroomkabel is aangesloten, tonen de bewegende
batterijsegmenten bovenaan in de oplaadindicator dat de accu wordt opgeladen. Van zodra
hij volledig is opgeladen, gaan alle batterijsegmenten branden, zonder te knipperen.
Wanneer de stroomkabel wordt losgekoppeld, geven de segmenten het accuniveau weer.
• Bliksempictogram: Wanneer de stroomkabel op het stopcontact is aangesloten, begint
het pictogram met de bliksem te branden.
• Bluetooth-pictogram: Het Bluetooth-pictogram brandt niet wanneer de Raptor voor het
eerst wordt aangezet (tenzij hij voorheen aan een apparaat was gekoppeld). Het Bluetooth-
pictogram blijft branden wanneer de Raptor is gekoppeld aan een apparaat.
• Stroomindicator: De stroomindicator (decimaal punt op radiodisplay) gaat branden
wanneer Raptor wordt ingeschakeld. Dit stroomindicator zal niet worden verlicht wanneer
Raptor is uitgeschakeld.
9. Hoofdvolumeregeling: Hiermee past u het maximale volume van de hoofdmix in de luidspreker
aan. Tot de hoofdmix behoren de microfooningang, de aux-ingang, de Radio en het
geluidssignaal van een gekoppeld Bluetooth-apparaat.
10. Microfoon met volume-besturing (6,35 mm): Sluit op deze ingang een 6,35 mm (1/4")
microfoon aan.
11. Aux-ingang: Deze stereo 3,5 mm (1/8") ingang kan worden gebruikt om een cd-speler, mp3-
speler of andere geluidsbron te verbinden.
12. Link-uitgang: Luidsprekerverbinding: Verbindt twee of meer Raptor met elkaar met een stereo
aux-kabel van 3,5 mm (1/8") van de Link-uitgang van een Raptor naar de Aux-ingang van de
tweede Raptor.
13. USB-poorten: Sluit hier de oplaadkabel van uw apparaat aan om het op te laden. Opladen met
USB werkt alleen als het apparaat is ingeschakeld.
Opmerking: Zet het scherm van uw apparaat in slaapstand om uw smartphone en tablet sneller
op te laden.
Achterpaneel
14. Ingang voor stroomkabel (IEC): Sluit om het apparaat op te
laden de meegeleverde IEC-stroomkabel aan. Tijdens het
opladen van de accu brandt de oplaadindicator. Let op: als
de voedingskabel is aangesloten, blijft de batterij opladen
wanneer het apparaat in gebruik is.
15. Zekering (IEC): Als de zekering van het apparaat kapot is,
vervang deze door een zekering van passende waarde. Het
toestel kan beschadigt raken door een zekering met een foute
waarde. Vervang het met een zekering van een geschikte
waarde. Een zekering met onjuiste waarde kan het apparaat
en/of de zekering beschadigen.
16. Ingang voor stroomkabel (DC): Sluit de meegeleverde stroomkabel 12 VDC hierop aan om de
Raptor van 12 V stroom te voorzien via de stroomuitgang van een voertuig.
17. Zekering (DC): Als de zekering van het apparaat kapot is, gebruik dan een schroevendraaier of
ander gereedschap om dit klepje op te heffen en de zekering te vervangen. Vervang het met een
zekering van een geschikte waarde. Een zekering met onjuiste waarde kan het apparaat en/of de
zekering beschadigen.
14
15
16
17