1
2
3
4
5
Onderdelen
1···Contactpunten van lens* 2···Lensmontagemarkeringen
3···Lensontgrendelingsknop 4···Cameramontagemarkering
5···α -vatting
* Raak de contactpunten voor de lens op de voorste en achterste vattingen niet
aan.
Bevestigen en verwijderen
De teleconverter bevestigen
1 Verwijder de dop van de camera, de achterste lensdop en de
voorste en achterste lensdoppen van de teleconverter.
Draai de voorste en achterste lensdoppen linksom om de doppen van de
teleconverter te verwijderen.
2 Houd de montagemarkering op de lenscilinder tegenover de
oranje lensmontagemarkering op de teleconverter. Plaats de
lens in de vatting van de teleconverter en draai de lens zo ver
mogelijk rechtsom om deze te vergrendelen.
• Druk niet op de lensontgrendelingsknop op de teleconverter terwijl u de
lens monteert.
De lens wordt dan niet op de juiste manier aan de teleconverter gekoppeld.
• Plaats de lens niet onder een hoek.
3 Houd de cameramontagemarkering op de teleconverter
tegenover de oranje markering op de camera. Plaats
de teleconverter in de vatting van de camera en draai
de teleconverter zo ver mogelijk rechtsom om deze te
vergrendelen.
• Druk niet op de lensontgrendelingsknop op de camera terwijl u de
teleconverter monteert. De teleconverter wordt dan niet op de juiste manier
aan de camera gekoppeld.
• Plaats de teleconverter niet onder een hoek.
• Bevestig de lens altijd op de teleconverter voordat u de
teleconverter op de camera bevestigt. Als u ze in omgekeerde
volgorde bevestigt, kan dit onjuiste metingen tot gevolg hebben.
• Gebruik niet meer dan één teleconverter met een lens. Dit kan
schade tot gevolg hebben.
De teleconverter verwijderen
1 Houd de lensontgrendelingsknop op de camera ingedrukt
en draai de teleconverter en de lens zo ver mogelijk linksom.
Haal de teleconverter voorzichtig uit de vatting van de
camera.
2 Houd de lensontgrendelingsknop op de teleconverter
ingedrukt en draai de lens zo ver mogelijk linksom. Haal de
lens voorzichtig uit de vatting van de teleconverter.
Technische gegevens
1.4X Teleconverter (SAL14TC)
Effectieve brandpuntsafstand 1,4x die van de bevestigde lens
f-stop*
1
1 f-stop hoger dan die van de
bevestigde lens
Lensgroepen/elementen 5 elementen in 4 groepen
Minimale scherpstelling*
2
Gelijk aan die van de bevestigde lens
Maximale vergroting 1,4x die van de bevestigde lens
Scherptediepte
Ongeveer 1/1,4 van die van de
bevestigde lens
Afmetingen
(maximale diameter × hoogte)
Ongeveer 64×20 mm
Gewicht Ongeveer 170 g
2X Teleconverter (SAL20TC)
Effectieve brandpuntsafstand 2,0x die van de bevestigde lens
f-stop*
1
2 f-stop hoger dan die van de
bevestigde lens
Lensgroepen/elementen 6 elementen in 5 groepen
Minimale scherpstelling*
2
Gelijk aan die van de bevestigde lens
Maximale vergroting 2,0x die van de bevestigde lens
Scherptediepte
Ongeveer 1/2 van die van de
bevestigde lens
Afmetingen
(maximale diameter × hoogte)
Ongeveer 64×43,5 mm
Gewicht Ongeveer 200 g
*
1
Wanneer 135mm F2.8 [T4.5] STF (SAL135F28) is bevestigd, geldt een
toename van 1 of 2 stop van het T-nummer (T No.).
*
2
Minimale scherpstelling is de kleinste afstand van de beeldsensor tot het
onderwerp.
Bijgeleverd toebehoren: Teleconverter (1), Voorste lensdop (1),
Achterste lensdop (1), Objectiefetui (1), Handleiding en documentatie
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
is een handelsmerk van Sony Corporation.
Opmerkingen over opnemen
Hoewel de teleconverter de brandpuntsafstand van de bevestigde lens
vergroot, beperkt de teleconverter ook het effectieve diafragma van de
bevestigde lens.* Met de TTL-meting van de camera wordt het effectieve
diafragma automatisch gecompenseerd. De teleconverter is niet van invloed
op de afstandsschaal van de lens; deze kan op de normale manier worden
gelezen. De scherptediepte van de lens wordt minder diep bij gebruik van de
teleconverter.*
* Zie de volgende technische gegevens voor meer informatie.
• Wegens de toename van de brandpuntsafstand en de afname in het effectieve
diafragma moet u een statief gebruiken om cameratrillingen te verminderen.
• In omstandigheden met weinig licht, zoals bij zwak fl uorescerend licht,
kan de camera wellicht niet scherpstellen. Gebruik de vergrendeling van de
scherpstelling of stel handmatig scherp.