3
MACHINES SLEPEN
• Nooit toestaan dat kinderen of anderen zich in of op een
machine bevinden die gesleept wordt.
• Sleep uitsluitend met een machine die een voor slepen
geschikt verankeringsmechanisme heeft. Bevestig de
gesleepte machine uitsluitend aan het verankeringspunt.
• Volg de aanbevelingen van de fabrikant wat betreft
gewichtlimieten voor gesleepte machines en slepen op
hellingen.
• Op hellingen kan het gewicht van de machine die gesleept
wordt verlies van tractie en controle veroorzaken.
• Rij langzaam en denk eraan dat een langere afstand nodig is
om te stoppen.
• Zet de versnelling niet in zijn vrij om met de motor in de
vrijloop van de helling af te rijden.
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingsboodschappen
GEBRUIK OP HELLINGEN
In heel wat gevallen heeft het verlies van controle over de trekker
of ongelukken, zoals het omkantelen van de trekker, precies te
maken met hellingen. Dergelijke ongelukken resulteren meestal in
zware verwondingen met mogelijk de dood tot gevolg. U dient dus
extra voorzichtig te zijn als u werkt op hellingen. Als u de helling
niet achteruit op kunt of als u zich niet veilig voelt, doet u er goed
aan niet op de helling te werken.
Als u begint weg te glijden op een helling kunt u de controle over
uw machine niet meer terugkrijgen door op de rem te gaan staan.
De voornaamste oorzaken die tot het verlies van controle over uw
machine kunnen leiden, zijn de volgende: onvoldoende grip van de
wielen, te hoge rijsnelheid, onge past remgedrag, verstrooidheid,
een machine gebruiken die niet geschikt is voor de taak die u
wenst uit te voeren, verkeerd aangebrachte hulpstukken en een
ongelijke verdeling van de lading.
Doe dit zeker
• Neem contact op met uw geautoriseerd verdeler voor het
bekomen van informatie en aanbevelingen met betrekking tot
het gebruik van wielgewichten en tegengewichten om de
stabiliteit van uw trekker te verbeteren.
• Maai op hellingen recht naar boven en recht naar beneden,
niet dwars over de helling heen.
• Verwijder voorwerpen zoals rotsen, stenen, takken en
boomwortels uit de baan van de trekker.
• Pas op voor putten, bobbels en groeven. De trekker zou er
kunnen door omkantelen. Lang en hoog gras kan dergelijke
hindernissen ook aan het oog onttrekken. Kijk dus uit.
• Rij niet te snel. De banden kunnen op hellingen tractie
verliezen zelfs als de remmen naar behoren functioneren.
Kies een lage versnelling zodat u niet hoeft te stoppen of te
schakelen terwijl u op een helling bent.
• Wees extra voorzichtig als u een grasopvangbak of andere
hulpstukken gebruikt. Ze kunnen de stabiliteit van de trekker
veranderen.
• Rij rustig op en af de helling en vermijd plotse of bruuske
acties. Hou de snelheid constant en rij steeds in dezelfde
richting.
• Laat de trekker altijd in versnelling staan, zeker als u een
helling afrijdt. Ontkoppel zacht en progressief en laat de
koppeling geleidelijk aan pakken.
Doe dit zeker niet
• Start of stop niet op een helling. Als de banden grip verliezen,
schakelt u de maaibladen uit en probeert u zo recht mogelijk
naar beneden te rijden.
• Verander op een helling niet van richting, tenzij dat absoluut
noodzakelijk is. Verandert u toch van richting, probeer dat dan
zachtjes in het naar boven rijden te doen.
• Maai niet in de buurt van grachten, dijken, dammen en steile
hellingen. Als een wiel over de rand van de helling of in een
gracht terechtkomt of als de helling zou inzakken, kan de
trekker kantelen.
• Maai niet op nat gras. De wielen hebben dan minder grip en
de trekker zou kunnen gaan glijden.
(vervolg)
• Probeer de trekker niet te stabiliseren of recht te houden door
een voet op de grond te plaatsen.
• Gebruik op steile hellingen geen grasopvangbak.
• Maai geen hellingen die u niet achteruit op kunt gaan.
• Zet de versnelling niet in zijn vrij om met de motor in de
vrijloop van de helling af te rijden.
KINDEREN
Als de bestuurder van de trekker niet aandachtig genoeg is,
kunnen er zich tragische ongelukken voordoen met spelende
kinderen. Kinderen voelen zich nu eenmaal vaak aangetrokken
door de machine en het maaien. Hou kinderen dus steeds in de
gaten en hou er rekening mee dat ze zich niet noodzakelijk meer
op dezelfde plek bevinden als enkele ogenblikken voordien.
• Hou kinderen weg uit het maaigebied en zorg ervoor dat ze
onder het toezicht staan van een volwassene met een groot
verantwoordelijkheidsgevoel.
• Wees attent en zet de machine uit als kinderen dichterbij komen.
• Kijk voor en tijdens het achteruitrijden naar beneden en naar
achteren.
• Vervoer geen kinderen op de trekker. De kans bestaat dat ze
eraf vallen en/of dat ze de normale, veilige werking van de
machine in het gedrang brengen.
• Laat de trekker ook nooit door kinderen besturen.
• Wees extra voorzichtig bij dode hoeken, struiken, bomen en
andere voorwerpen die de zichtbaarheid zouden kunnen
hinderen.
EMISSIES
• De uitlaatgassen van deze machine bevatten stoffen die
schadelijk zijn voor de gezondheid en die bij bepaalde
hoeveelheden kanker kunnen veroorzaken of kunnen leiden
tot misvormingen en/of andere genetische afwijkingen bij de
geboorte.
• Informatie over de duurzaamheidsperiode van de relevante
emissies en de luchtindex vindt u op het emissiselabel van
de motor.
WAARSCHUWING
Gebruik de machine nooit op hellingen met meer dan
17,6% stijgingspercentage (10 graden), d.w.z. hellingen
waarbij over een afstand van 607 cm een hoogteverschil
van 106 cm overwonnen wordt.
Als u de machine gebruikt op hellingen moet u extra
wielgewichten of tegengewichten gebruiken. Neem contact
op met uw geautoriseerd verdeler om na te gaan welke
gewichten voor uw machine beschikbaar zijn en welke
geschikt zijn om het werk in kwestie uit te voeren.
Kies de lage versnelling voordat u op de helling begint te
rijden. Zelfs indien u extra wielgewichten of tegengewichten
geplaatst hebt, moet u op hellingen vooral voorzichtig zijn
als u achter op de trekker een grasopvangsysteem
geïnstalleerd hebt.
Maai hellingen door recht naar BOVEN en recht naar
BENEDEN te rijden, NOOIT zijdelings tegen de flank van
de helling. Wees voorzichtig als u van richting verandert en
STOP of VERTREK NIET op een helling.