Canon EOS 20D Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
INSTRUCTIEHANDLEIDING
NEDERLANDS
Deze instructiehandleiding is van kracht met ingang van augustus 2004. Voor informatie over het
gebruik van de camera met accessoires en lenzen van na deze datum, kunt u zich wenden tot
een Canon Service Center.
CEL-SE5AA280 © CANON INC. 2004 GEDRUKT IN DE EU
INSTRUCTIEHANDLEIDING
CANON (UK) LTD
For technical support, please contact the Canon Help Desk:
P. O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, VK
Te l: (08705) 143723 (Calls may be recorded)
Fax: (08705) 143340
For sales enquiries, please call on (0121) 666-6262
CANON COMMUNICATION & IMAGE FRANCE S.A.
102 Avenue du Général de Gaulle,
92257 LA GARENNE COLOMBES CEDEX, Frankrijk
Tél : Hot line 08 25 00 29 23
http://www.cci.canon.fr
CANON DEUTSCHLAND GmbH
Postfach 100401, 47704 Krefeld, Duitsland
Canon Hotline Service: 0180/5006022 (0,12 / Min.)
www.canon.de
CANON ITALIA S.P.A.
Via Milano 8, I-20097 San Donato Milanese (MI), Italië
Te l: 02/8248.1 Fax: 02/8248.4604
Pronto Canon: 02/8249.2000
http://www.canon.it
CANON ESPA S.A.
C/Joaquín Costa, 41 – 28002 Madrid, Spanje
Te l. Atención al Cliente: 901.301.301
Help Desk: 906.301.255
http://www.canon.es
CANON BELGIUM N.V. / S.A.
Bessenveldstraat 7, B – 1831 Diegem, België
Te l.: (02) 722.04.11 Fax: (02) 721.32.74
Helpdesk : 0900-10627
http://www.canon.be
CANON LUXEMBOURG S.A.
Rue des Joncs 21, L-1818 Howald, Luxemburg
Te l.: (0352) 48 47 961 Fax: (0352) 48 47 96232
Helpdesk : 900-74100
http://www.canon.lu
CANON NEDERLAND N.V.
Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, Nederland
Te l.: 023 – 5 670 123 Fax: 023 – 5 670 124
Helpdesk: 023 – 5 681 681
http://www.canon.nl
CANON INC.
30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan
Europa, Afrika & Midden-Oosten
CANON EUROPA N.V.
PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland
CANON DANMARK A/S
Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Denemarken
Tlf: 70 15 50 05 Fax: 44 88 22 99
www.canon.dk
CANON NORGE as
Hallagerbakken 110, Postboks 33, Holmlia, 1201 Oslo, Noorwegen
Tlf: 22 62 93 21 Faks: 22 62 06 15
http://www.canon.no
Finland
CANON OY
Kuluttajatuotteet
Huopalahdentie 24, PL1
00351 Helsinki
HelpDesk 020 366 466 (pvm)
Internet: www.canon.fi
CANON SVENSKA AB
Gustav III:s Boulevard 26, S-169 88 Solna, Zweden
Helpdesk: 08-744 8620 Fax 08-744 8527
http://www.canon.se
CANON (SCHWEIZ) AG
Industriestrasse 12, 8305 Dietlikon, Zwitserland
Consumer Imaging Group
Te l. 01-835-61 61
Hotline 0900 57 55 20 (CHF 2.13/min)
http://www.canon.ch
Oostenrijk
CANON GES.M.B.H.
Zetschegasse 11, A - 1230 Wien, Oostenrijk
Helpdesk Tel.: 01 66 146 412
Fax: 01 66 146 413
http://www.canon.at
Portugal
SEQUE – SOC. NAC. EQUIP., S.A.
Pr. Alegria, 58 – 2ºC, 1269-149 Lisboa, Portugal
Te l: +351213242830 Fax: +351213472751
http://www.seque.pt
2
Bedankt voor het kopen van een Canon-product.
De EOS 20D is een hoogwaardige digitale AF-spiegelreflexcamera met een
grote CMOS-sensor met 8,20 megapixels voor superscherpe details. De camera
heeft negen uiterst nauwkeurige AF-punten en is compatibel met alle EF-lenzen
van Canon (inclusief de EF-S-lens). De camera is ontworpen voor het maken van
snelle opnamen en is uitgerust met diverse functies voor alle vormen van
fotografie, van volautomatische opnamen tot professioneel en creatief werk.
Lees de Instructiehandleiding zodat u vertrouwd raakt met de functies
voordat u de camera gaat gebruiken.
Lees de Veiligheidsmaatregelen (p.6,7) en Tips en waarschuwingen voor
het gebruik (p.8,9) om eventuele ongelukken en schade te voorkomen.
Camera testen voor gebruik
Maak - voordat u de camera gaat gebruiken - een aantal proefopnamen en
controleer of deze goed worden opgeslagen op de geheugenkaart.
Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de beelden niet
kunnen worden opgenomen of gelezen door een pc, is Canon niet
verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen
van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privé-gebruik. Het maken
van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke kan
zelfs voor privé-gebruik verboden zijn.
¡
Canon en EOS zijn handelsmerken van Canon Inc.
¡
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
¡
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
¡
Windows is een geregistreerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en overige landen.
¡
Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation in de
Verenigde Staten en overige landen.
¡
Alle overige bedrijfsnamen en handelsmerken die in deze handleiding worden
genoemd, zijn eigendom van de respectieve eigenaren.
* Deze digitale camera ondersteunt Design rule for Camera File System 2.0 en
Exif 2.21 (ook wel “Exif Print” genoemd). Exif Print is een standaard voor een
verbeterde compatibiliteit tussen digitale camera's en printers. Wanneer de
camera wordt aangesloten op een printer die voldoet aan Exif Print, wordt
informatie over de opnamen opgenomen om de afdrukkwaliteit te optimaliseren.
H41.book Page 2 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3
Controleer of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig
zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
*Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
*
Geen CF-kaart (voor het maken van opnamen) meegeleverd.
U moet deze
apart aanschaffen. CF-kaarten van Canon worden aanbevolen.
Controlelijst onderdelen
¢
EOS 20D
/
Camerabehuizing (met oculairdop, cameradop en lithiumbatterij als
back-up voor datum en tijd)
¢
EF-S18-55mm f/3,5-5,6
/
Lens (met lensdop en stofkap) * Alleen lensset.
¢
Batterij BP-511A
(inclusief beschermdeksel)
¢
Batterijoplader CG-580/CB-5L
* CG-580 of CB-5L wordt meegeleverd.
¢
Voedingscode voor batterijoplader
* Voor CB-5L.
¢
Interfacekabel IFC-400PCU
¢
Videokabel VC-100
¢
Brede draagriem EW-100DGR
(met oculairdop)
¢
EOS DIGITAL Solution Disk
(cd-rom)
¢
Digital Photo Professional Disk
(cd-rom)
¢
Adobe Photoshop Elements Disk
(cd-rom)
¢
Beknopte gebruikershandleiding
Beknopte gebruikershandleiding voor het maken van opnamen.
¢
EOS 20D INSTRUCTIEHANDLEIDING
(dit boekje)
¢
De software goed installeren
Geeft uitleg over het installeren van de software en de functies ervan.
¢
EOS 20D Software-instructies
Geeft uitleg over het overzetten van afbeeldingen naar een pc en het
bewerken van RAW-afbeeldingen
¢
Instructies batterij BP-511A
¢
Instructies lens
*Alleen lensset.
¢
Garantiekaart van camera
¢
Garantiekaart van lens
*Alleen lensset.
H41.book Page 3 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
4
1
2
3
4
Inleiding
Controlelijst onderdelen.....................................................................................3
Tips en waarschuwingen voor het gebruik .......................................................8
Namen van de onderdelen .............................................................................10
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt .................16
Aan de slag 17
Opladen van de batterij ...................................................................................18
Installeren en verwijderen van de batterij ........................................................20
Het gebruik van een gewone wandcontactdoos..............................................22
Bevestigen en verwijderen van een lens ........................................................23
Installeren en verwijderen van de CF-kaart ....................................................24
Basisgebruik ...................................................................................................26
Menugebruik ...................................................................................................29
Taal instellen ...................................................................................................33
Uitschakeltijd/Uitschakelen instellen................................................................33
Datum en tijd instellen ....................................................................................34
Batterij voor datum/tijd vervangen ...................................................................35
Reinigen van de CMOS-sensor.......................................................................36
Dioptrische aanpassing ...................................................................................38
De camera vasthouden ...................................................................................38
Volautomatische opnamen 39
Volautomatisch gebruiken ...............................................................................40
Basisgebruik-modi ...........................................................................................42
Bediening met de zelfontspanner ...................................................................44
Opname-instellingen 45
Opnamekwaliteit instellen ...............................................................................46
ISO-waarde instellen .......................................................................................49
Witbalans instellen...........................................................................................50
Aangepaste witbalans .....................................................................................51
Kleurtemperatuur instellen...............................................................................52
Witbalans corrigeren........................................................................................53
Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans................................54
Kleurruimte instellen ........................................................................................56
Bewerkingsparameters selecteren ..................................................................57
Bewerkingsparameters instellen......................................................................58
Methoden voor bestandsnummering ..............................................................61
Camera-instellingen controleren......................................................................62
AF-, lichtmeet- en transportmodi instellen 63
De AF-modus selecteren ................................................................................64
AF-punten selecteren ......................................................................................67
Inhoudsopgave
H41.book Page 4 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
5
Inhoudsopgave
8
9
10
11
5
6
7
Een niet-gecentreerd onderwerp scherpstellen...............................................69
Als autofocus niet werkt (handmatige focus)................................................... 70
De meetmodus selecteren ..............................................................................71
Transportmodus selecteren............................................................................. 72
Geavanceerde functies 73
AE-programma................................................................................................ 74
AE-sluiterprioriteit............................................................................................ 76
AE-diafragmaprioriteit...................................................................................... 78
Preview scherptediepte................................................................................... 79
Handmatige belichting..................................................................................... 80
Automatische AE-scherptediepte.................................................................... 82
Belichtingscompensatie instellen ....................................................................83
Reeksopnamen met automatische belichting (AEB) ....................................... 84
AE-vergrendeling............................................................................................. 86
Bulb-opnamen................................................................................................. 87
Spiegel opklappen........................................................................................... 88
LCD-paneelverlichting..................................................................................... 89
Het gebruik van de oculairdop......................................................................... 89
De pieptoon uitzetten ......................................................................................90
Herinnering CF-kaart....................................................................................... 90
Flitsfotografie 91
De ingebouwde flitser gebruiken..................................................................... 92
Speciale (externe) EOS-Speedlites gebruiken................................................ 97
Flitsers gebruiken van een ander merk ........................................................... 98
Opnameweergave 99
Kijktijd instellen.............................................................................................. 100
Opnamen automatisch roteren...................................................................... 101
Helderheid van LCD instellen........................................................................ 102
Opnameweergave......................................................................................... 103
Weergave enkele opname, Indexweergave, Vergrote weergave ......103 - 106
Opnamesprong, Automatische weergave, Afbeelding roteren ..........107 - 109
Opnamen op een tv bekijken......................................................................... 110
Afbeeldingen beveiligen ................................................................................ 111
Afbeeldingen wissen .....................................................................................112
CF-kaart formatteren..................................................................................... 114
Rechtstreeks afdrukken vanaf de camera 115
DPOF: Digital Print Order Format 131
De camera aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren
139
Referentiemateriaal 147
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
H41.book Page 5 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
6
Veiligheidsmaatregelen
Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze
veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken.
Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen
•Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door
onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
- Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze
handleiding worden genoemd. Gebruik geen zelfgemaakte of aangepaste batterijen.
- Sluit de batterij en de back-upbatterij niet kort en probeer ze niet te demonteren of te
wijzigen. Verhit de batterij of de back-upbatterij niet en probeer deze niet te
solderen. Stel de batterij of de back-upbatterij niet bloot aan vuur of water. Stel de
batterij of de back-upbatterij ook niet bloot aan grote fysieke schokken.
- Installeer de batterij en de back-upbatterij op de juiste manier (+ –). Plaats nooit
oude en nieuwe of verschillende soorten batterijen bij elkaar.
- Laad de batterij niet op bij een temperatuur die buiten het toegestane bereik ligt van
0°C - 40°C (32°F - 104°F). Overschrijdt de oplaadtijd niet.
- Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contacten van de
camera, de accessoires, de verbindingskabels en dergelijke.
Houd de back-upbatterij buiten het bereik van kinderen. Waarschuw direct een arts als
een kind een batterij heeft doorgeslikt. (De chemicaliën in de batterij kunnen de maag
en de ingewanden beschadigen.)
Dek de elektrische contacten van de batterij of de back-upbatterij af voordat u deze
wegdoet, om te voorkomen dat deze contact maken met andere metalen voorwerpen
of batterijen. Zo voorkomt u brand of explosies.
•Voorkom brand door de oplader direct uit de wandcontactdoos te halen en te stoppen met
opladen, als er bij het opladen van de batterij grote hitte, rook of schadelijke damp vrijkomt.
•Verwijder de batterij of de back-upbatterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur of van vorm
verandert, of als er rook of giftige damp vrijkomt. Pas op dat u hierbij geen brandwonden oploopt.
•Voorkom dat de inhoud van de batterij in aanraking komt met ogen, huid en kleding. Dit
kan blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de inhoud van de batterij in
contact komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water
worden afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts.
Houd de apparatuur tijdens het opladen buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen
stikken als zij het snoer rond hun nek krijgen of een elektrische schok krijgen.
Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen
en het isolatiemateriaal kan smelten wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
Flits niet in het gezicht van automobilisten. Door de verblinding kunt u een ongeluk
veroorzaken.
Flits niet in de buurt van de ogen van een persoon. Het gezichtsvermogen kan hierdoor
beschadigd raken. Houd altijd minimaal 1 meter afstand als u met de flitser een kind fotografeert.
•Verwijder de batterij en haal de stekker uit de wandcontactdoos als u de camera of
een accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken,
warmteontwikkeling en brand.
Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een
explosie of brand.
H41.book Page 6 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
7
Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen
bloot komen te liggen, raak deze dan niet aan. Deze onderdelen staan mogelijk onder stroom.
Demonteer of wijzig de apparatuur niet. Er staat een hoge spanning op de interne
onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken.
Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron. Uw
gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen. De nekdraagriem kan bij
kinderen tot verstikking leiden.
Berg de apparatuur niet op in een vochtige of stoffige ruimte. Hiermee voorkomt u
brand en elektrische schokken.
•Vraag toestemming voordat u de camera gebruikt in een vliegtuig of ziekenhuis. De
elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen
veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of de medische apparatuur in ziekenhuizen.
•Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht te nemen:
- Steek de stekker altijd helemaal in de wandcontactdoos.
-Pak het netsnoer nooit met natte handen vast.
-Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit de wandcontactdoos haalt.
-Voorkom beschadigingen van het netsnoer door er niet in te krassen of te snijden, en deze
niet te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet.
- Sluit niet teveel stekkers aan op één contactpunt.
- Gebruik geen snoeren waarvan het isolatiemateriaal is beschadigd.
Haal zo nu en dan de stekker uit de wandcontactdoos en haal met een droge doek het stof
rond de wandcontactdoos weg. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op de
wandcontactdoos vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat weer kan leiden tot brand.
Voorkomen van letsel en schade aan apparatuur
Laat de apparatuur niet in een auto achter die in de zon staat of in de nabijheid van
een warmtebron. De apparatuur kan heet worden en brandwonden veroorzaken.
Loop niet met de camera als deze op een statief is bevestigd. Dit kan letsel veroorzaken.
Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te dragen.
Laat de lens of een camera met een lens niet zonder lensdop in de zon staan. De
zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken.
Bedek de batterijoplader niet en wikkel deze ook niet in een doek. Hierdoor kan de
warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen.
•Verwijder de batterij en de back-upbatterij direct als u de camera in het water laat vallen
of als er water in de camera komt. Verwijder de batterijen ook als er metaaldeeltjes in de
camera komen. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken.
Gebruik en plaats de batterij en de back-upbatterij niet in een hete omgeving. Hierdoor
kan de batterij gaan lekken en kan de levensduur van de batterij afnemen. De batterij of
de back-upbatterij kan ook te heet worden en brandwonden veroorzaken.
Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur
schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid.
Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center
als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
H41.book Page 7 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
8
Behandelen van de camera
¡
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken.
¡
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem
direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera
per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er
waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met
een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
¡
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische
velden zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens
uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote
antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en
opnamegegevens beschadigen.
¡
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die
in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken.
¡
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer nooit de
camera te demonteren of zelf reparaties of onderhoud uit te voeren.
¡
Gebruik een blower om stof van lens, zoeker, spiegel of focusscherm te
blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen
bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het
verwijderen van hardnekkig vuil contact op met een Canon Service Center.
¡
Raak de elektrische contacten van de camera nooit met uw vingers aan. Als
u dat wel doet, kunnen de contacten gaan roesten. Roest op de contacten
kan leiden tot een foutieve werking van de camera.
¡
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich
condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming
door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Laat de camera zich
aanpassen aan de hogere temperatuur voordat u hem uit deze tas haalt.
¡
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt u
beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de
CF-kaart en de batterij uit de camera en wacht u tot de condens is verdampt.
¡
Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
Ook als de camera is opgeborgen moet u de sluiter zo nu en dan enkele
malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert.
¡
Vermijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt,
zoals een donkere kamer of een laboratorium.
¡
Test alle functies voordat u de camera weer gaat gebruiken nadat de camera
langere tijd niet is gebruikt. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en
u opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het
raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te
controleren of de camera goed functioneert.
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
H41.book Page 8 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
9
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
LCD-paneel en LCD-scherm
¡
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% actieve pixels heeft, kunnen er onder de maximaal 0,01%
resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd
dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels
zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen.
¡
Bij lage temperaturen kunnen het LCD-scherm en het LCD-paneel trager
reageren. Bij hoge temperaturen kan het scherm zwart worden. In beide
gevallen zullen het scherm en het paneel bij kamertemperatuur weer
normaal functioneren.
CF-kaart
¡
De CF-kaart is een precisie-instrument. Laat de geheugenkaart niet vallen
en stel deze niet bloot aan trillingen. De op de kaart opgeslagen opnamen
kunnen hierdoor namelijk worden beschadigd.
¡
Gebruik of bewaar geheugenkaarten niet in de buurt van objecten met
sterke magnetische velden zoals tv's, luidsprekers of magneten. Mijd ook
plaatsen met statische elektriciteit. Anders kunnen de afbeeldingen op de
CF-kaart verloren gaan.
¡
Plaats geheugenkaarten niet in direct zonlicht of in de buurt van
hittebronnen. De kaarten kunnen hierdoor vervormen, waardoor ze
onbruikbaar worden.
¡
Mors geen vloeistoffen op CF-kaart.
¡
Bewaar uw CF-kaarten altijd in een houder ter bescherming van de
opgeslagen gegevens.
¡
Met CF-kaarten van een ander merk dan Canon kunt u mogelijk geen
opnamen opslaan en afspelen. Het gebruik van CF-kaarten van Canon
wordt aanbevolen.
¡
Buig de kaarten niet en stel ze niet bloot aan grote krachten of fysieke
schokken.
¡
Bewaar CF-kaarten niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Elektrische contacten van de lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera,
bevestigt u de lensdoppen of plaatst u de lens met de
achterkant naar boven om krassen op het lensoppervlak
en de elektrische contacten te voorkomen.
Contacten
H41.book Page 9 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
10
Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes
referentiepaginanummers gegeven (p.**).
Namen van onderdelen
DIGITAL-aansluitbus (p. 117)
VIDEO OUT-aansluitbus (p. 110)
Aansluitbus
afstandsbediening
(type N3)
PC-aansluitbus (p. 98)
LCD-paneel (p. 12)
Cameraschoen (p. 97)
EF-lensbevestigingsgaatje (p. 23)
Greep
(batterijcompartiment)
Gat gelijkstroom-
koppelingssnoer (p. 22)
Flitssynchronisatiecontacten
Ontspanknop
(p. 26)
Programmakeuzewiel
(p. 14)
Lensvergrendelingpin
Lensbevestiging
Contacten (p. 9)
Previewknop
scherptediepte
(p. 79)
AF-hulplicht met ingebouwde flitser (p. 92/68)
Rode ogen-
reductie/
Zelfontspannerlampje
(p. 94/44)
Draagriemhouder
(p. 17)
Lensontgrende-
lingsknop (p. 23)
Deksel aansluitbussen
Spiegel (p. 36, 88)
<U> Knop LCD-paneelverlichting (p. 89)
<E> AF-modusselectie/
Witbalansselectie (p. 64/50)
<R>
Transportmodusselectie/
ISO-waardeknop (p. 72/49)
<Q>
Lichtmeetmodusselectie/
Flitsbelichtingscompensatieknop
(p. 71/96)
<D> Flitsknop
(p. 92)
<6> Hoofdinstelwiel
(p. 27)
Cameradop (p. 23)
EF-S-lensbevestigingsgaatje (p. 23)
H41.book Page 10 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
11
Namen van onderdelen
Statiefhouder
Deksel
batterijcompartiment
(p. 20)
Ontgrendelknop
batterijcompartiment
(p. 20)
<9> Multifunctionele knop (p. 28)
Zoekeroculair
Oculairdop (p. 89)
Knop dioptrische aanpassing (p. 38)
Draagriemhouder
(p. 17)
Lees-/schrijfindicator (p. 25)
CF-kaart-
sleufdeksel
(p. 24)
CF-kaartsleuf (p. 24)
Uitwerpknop CF-kaart (p. 24)
LCD-scherm (p. 32)
<S/u>
Knop AF-puntselectie/
Vergroten
(p. 67/106, 129)
<A/I>
AE-vergr./
FE-vergr./Index/Verkleinen
(p. 86/95/105/106,129)
<M> Menuknop
(p. 29)
<B> Info/
Afsteloriëntatieknop
(p. 62, 103, 129)
<C> Jump-
knop (p. 107)
<x> Opnameweer-
gaveknop (p. 103)
<L> Wisknop (p. 112)
<5> Snelkeuzewiel (p. 28)
<0> SET-knop (p. 29)
<4> Aan-/uitschakelaar (p. 26)
H41.book Page 11 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Namen van onderdelen
12
LCD-paneel
Bij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie van toepassing zijn.
Diafragma
AF-puntselectie ([ - - - ])
CF-kaart vol (FuLL CF)
CF-kaartfout (Err CF)
Geen CF-kaart (no CF)
Foutcode (Err)
Reinig beeldsensor (CLEA n)
Bewerkingsparameters
(PA- P1 / P2 / 1 / 2 / 3)
Sluitertijd
Bezig (buSY)
Ingeb. flitser (buSY)
ISO-waarde
g ISO-waarde
Resterende opnamen
Resterende opnamen tijdens
reeksopnamen op basis
van de witbalans
Timer zelfontspanner
Belichtingstijd
gloeilampverlichting
KPersoonlijke voorkeuren
AF-modus
X One-Shot AF
9 AI Focus AF
Z AI Servo AF
MPieper
LRode ogen-reductie
Lichtmeetmodus
qEvaluatieve meting
wDeelmeting
e
Gemiddelde meting nadruk op midden
Transportmodus
u
Enkele opname
i
Continu-opname
j
Zelfontspanner
Belichtingsniveau-indicator
Waarde belichtingscompensatie
AEB-bereik
Waarde flitsbelichtingscompensatie
Opnamekwaliteit
37 Groot/Fijn
38 Groot/Normaal
47 Middel/Fijn
48 Middel/Normaal
67 Klein/Fijn
68 Klein/Normaal
1 RAW
hAEB
yFlitsbelichtingscompensatie
Batterijcontrole
zx
n
Witbalans
Q Autom.
W Daglicht
E Schaduw
R Bewolkt
Y Gloeilampverlichting
U
TL
I Flits
O Aangepast
P Kleurtemperatuur
0Zwart-
witopnamen
2
Witbalanscorrectie
Schrijfstatus CF-kaart
-
-
-
-
-
-
H41.book Page 12 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
13
Namen van onderdelen
Zoekerinformatie
Bij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie
van toepassing zijn.
Deelmeetzone
AF-punten
(ingespiegeld display)
<A>
AE-vergr./Flitsbel.vergr.
AEB in werking
<D>
Flits gereed
Flitsbelichtingsvergrendeling
onjuist
<O> High-speed
flitssynch. (FP-flits)
Belichtingsniveau-indicator
Waarde belichtingscompensatie
Waarde flitsbelichtingscompensatie
AEB-bereik
Indicator rode-ogenreductielamp
<o> Focusbevestigings-
lampje
Witbalanscorrectie
Focusscherm
Sluitertijd
Flitsbelichtingsvergrendeling (FEL)
Bezig (buSY)
Ingeb. flitser (D buSY)
Diafragma
<y>
Flitsbelichtingscompensatie
Maximale opnamereeks
Waarschuwing CF-kaart vol (FuLL CF)
Waarschuwing CF-kaartfout (Err CF)
Geen CF-kaart (no CF)
H41.book Page 13 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Namen van onderdelen
14
Programmakeuzewiel
Het programmakeuzewiel is ingedeeld in twee functiezones.
B
a
s
i
s
g
e
b
r
u
i
k
S
t
a
n
d
a
a
r
d
g
e
b
r
u
i
k
C
r
e
a
t
i
e
f
g
e
b
r
u
i
k
Volautomatisch
q Basisgebruik
U hoeft alleen maar de
ontspanknop in te drukken.
1 : Volautomatisch (p.40)
Voor volautomatische
opnamen.
Standaardgebruik
Hiermee kunt u
volautomatische opnamen
maken voor specifieke
onderwerpen.
2 : Portret (p.42)
3 : Landschap (p.42)
4 : Close-up (p.42)
5 : Sport (p.43)
6 : Nachtopname (p.43)
7 : Flits uit (p.43)
w Creatief gebruik
Stel de camera naar eigen
wens in.
d : AE-programma (p.74)
s : AE-sluiterprioriteit (p.76)
f : AE-diafragmaprioriteit
(p.78)
a : Handmatige belichting
(p.80)
8: Preview automatische
scherptediepte (p.82)
H41.book Page 14 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
15
Namen van onderdelen
Batterijoplader CG-580
Dit is een batterijoplader (p.18)
Batterijoplader CB-5L
Dit is een batterijoplader (p.18)
Batterijcompartiment
Rode lamp
Stekker
Netsnoer
Netsnoeraansluiting
Batterijcompartiment
Rode lamp
H41.book Page 15 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
16
¡
De pictogrammen en markeringen die in deze handleiding verwijzen naar
knoppen, instelwielen en instellingen op de camera corresponderen met
de pictogrammen en markeringen op de camera zelf.
¡Voor meer informatie worden tussen haakjes
referentiepaginanummers gegeven (p.**).
¡
De asterisk
M
rechts naast de paginatitel geeft aan dat de respectieve functie
alleen beschikbaar is in de Creatief gebruik-modi (
d
,
s
,
f
,
a
,
8
).
¡De EF-S17-85mm f/4-5,6 IS USM-lens van Canon wordt in deze
gebruikershandleiding als voorbeeldlens gebruikt.
¡
In de procedurebeschrijvingen wordt er van uitgegaan dat de menufuncties
en persoonlijke voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen.
¡
Het pictogram
3
geeft aan dat de instelling in het menu kan worden gewijzigd.
¡
(
0
), (
9De pictogrammen
) en (
8
) geven aan dat de beschreven functie
gedurende 4, 6 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
¡
In deze handleiding worden de volgende waarschuwingssymbolen gebruikt:
:
Bij het waarschuwingssymbool wordt een waarschuwing gegeven om
te voorkomen dat er opnameproblemen ontstaan.
: Bij dit opmerkingssymbool wordt aanvullende informatie gegeven.
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
¡
In de tekst staat het pictogram <
4
> voor de aan-/uitschakelaar.
¡
Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven, wordt ervan
uitgegaan dat de schakelaar <
4
> is ingesteld op <
1
> of <
J
>.
¡Het pictogram <6> staat voor het hoofdinstelwiel.
¡Het pictogram <
5> staat voor het snelkeuzewiel.
¡
Bij alle handelingen met het instelwiel <
5
> wordt
aangenomen dat de schakelaar <
4
>al is ingesteld is op
<
J
>. Controleer of deze werkelijk is ingesteld op <
J
>.
¡In de tekst staat het pictogram <9> voor de
multifunctionele knop.
¡In de tekst staat het pictogram <0> voor de SET-
knop. Deze knop wordt gebruikt voor menufuncties en
aangepaste functies.
6
5
9
0
H41.book Page 16 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
17
1
Aan de slag
Dit hoofdstuk legt een aantal voorafgaande stappen en
de basisbediening van de camera uit.
De riem bevestigen
Haal het einde van de riem van
onderaf door de draagriemhouder.
Haal deze daarna door de gesp van
de riem zoals afgebeeld in de
illustratie. Trek de riem strak en zorg
ervoor dat hij goed vastzit in de
gesp.
¡ De oculairdop is ook bevestigd
aan de riem. (p.89)
Oculairdop
H41.book Page 17 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
18
Raadpleeg de instructies voor batterij BP-511A voor gedetailleerde informatie over de batterij.
1
Verwijder het deksel.
¡ Plaats het deksel terug wanneer u de
batterij uit de camera verwijdert om
kortsluiting te voorkomen.
2
Plaats de batterij.
¡
Plaats de voorkant van de batterij
precies op het teken <–> op de oplader.
Terwijl u de batterij naar beneden duwt,
schuift u deze in de richting van de pijl.
¡
Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de
bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
3
Voor CG-580
Klap de uitsteeksels naar buiten
en laad de batterij op.
¡ Klap de uitsteeksels van de batterij
naar buiten, in de richting van de pijl.
¡
Steek de uitsteeksels in de wandcontactdoos.
Voor CB-5L
Sluit het netsnoer aan en laad de
batterij op.
¡ Sluit het netsnoer aan op de oplader
en steek de stekker in de
wandcontactdoos.
s Het opladen begint automatisch en
de rode lamp knippert.
s
De oplaadtijd voor een volledig lege
batterij is als volgt:
BP-511A en BP-514: Ongeveer 100 min.
BP-511 en BP-512: Ongeveer 90 min.
Opladen van de batterij
<–>-teken
CG-580
CB-5L
H41.book Page 18 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
19
Opladen van de batterij
¡ De nummers en markeringen op de
batterijoplader komen overeen met
de tabel links.
Oplaadnivea
u
Rode lamp
0-50%
Knippert eenmaal
per seconde
50-75%
Knippert tweemaal
per seconde
75-90%
Knippert driemaal
per seconde
90% of hoger
Lamp brandt
¡ Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511A, BP-514, BP-511 of
BP-512.
¡ Als de batterij langere tijd in de camera zit zonder dat de camera wordt
gebruikt, kan een lage elektrische stroom zich ontladen en de
levensduur van de batterij verkorten. Verwijder de batterij als u de
camera niet gebruikt en plaats het deksel om kortsluiting te voorkomen.
Laad de batterij op voordat u de camera weer gebruikt.
¡ Nadat de rode lamp oplicht, laat u de batterij
nog een uur in de oplader om deze volledig te
laden.
¡ Aan de hand van de markering kunt u het deksel
op de batterij bevestigen, zodat u kunt zien
wanneer de batterij is opgeladen.
¡ Verwijder de batterij na het opladen en haal het netsnoer uit de
wandcontactdoos.
¡ De vereiste oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en het oplaadniveau.
¡ De batterij werkt bij temperaturen tussen 0°C tot 40°C. Voor een optimale
werking wordt echter een temperatuurbereik tussen 10°C en 30°C
aanbevolen. In een koude omgeving zoals skigebieden, nemen de
prestaties van de batterij tijdelijk af en kan de gebruiksduur zijn verkort.
¡ Als de gebruiksduur zelfs na het opladen sterk is verminderd, is de
batterij wellicht versleten. Vervang de batterij door een nieuwe.
H41.book Page 19 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
20
Plaats een volledig opgeladen BP-511A-batterij in de camera.
1
Open het deksel van het
batterijcompartiment.
¡ Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
2
Plaats de batterij.
¡ De contactpunten van de batterij
wijzen omlaag.
¡ Schuif de batterij in de camera totdat
deze vastzit.
3
Sluit het deksel.
¡ Druk op het deksel totdat dit
dichtklikt.
Wanneer de schakelaar <4> op <1> of <J> staat (p.26), wordt
het batterijniveau op een van de drie niveaus weergegeven.
z : Batterijniveau OK.
x : Batterijniveau is laag.
n : Batterij moet worden
opgeladen.
Installeren en verwijderen van de batterij
De batterij plaatsen
Het batterijniveau controleren
Batterijen BP-514, BP-511 of BP-512 kunnen ook worden gebruikt.
H41.book Page 20 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
21
Installeren en verwijderen van de batterij
Levensduur batterij [aantal opnamen]
¡ De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen BP-511A
en de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
1
Open het deksel van het
batterijcompartiment.
¡ Schuif de hendel in de richting van de
pijl en open het deksel.
2
Verwijder de batterij.
¡ Schuif de batterijvergrendelknop in
de richting van de pijl in de afbeelding
en open het deksel.
Temperatuur
Omstandigheden tijdens de opname
Geen flits 50% flits
Bij 20°C Ongeveer 1000 Ongeveer 700
Bij 0°C Ongeveer 750 Ongeveer 550
De batterij verwijderen
¡ Het feitelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is
aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
¡ Het aantal mogelijke opnamen neemt af naarmate het LCD-scherm
vaker wordt gebruikt.
¡ Als u de ontspanknop vaak half indrukt of als u de autofocus gebruikt,
wordt het maximumaantal opnamen kleiner.
¡ Het maximumaantal opnamen met de BP-514 is gelijk aan het aantal dat
in de tabel wordt weergegeven.
¡ Het maximumaantal opnamen met de BP-511 of BP-512 is bij 20°C
ongeveer 75% van het getal in de tabel. Bij 0°C komt het aantal overeen
met de cijfers in de tabel.
H41.book Page 21 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
22
Met de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel) kunt u de camera
aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u het
batterijniveau niet in de gaten te houden.
1
Sluit de gelijkstroomkoppeling
aan.
¡ Plaats de stekker van de
gelijkstroomkoppeling in de
aansluitbus van de
wisselstroomadapter.
2
Sluit het netsnoer aan.
¡ Sluit het netsnoer aan op de
wisselstroomadapter.
¡ Steek de stekker in de
wandcontactdoos.
¡
Haal de stekker uit de wandcontactdoos
wanneer u klaar bent.
3
Plaats het snoer in de groef.
¡ Plaats het snoer voorzichtig in de
groef.
4
Plaats de gelijkstroomkoppeling.
¡ Open het batterijcompartimentdeksel
en open het deksel van het
gelijkstroomkoppelingsgat.
¡ Plaats de gelijkstroomkoppeling
totdat deze vastzit en plaats het snoer
in het snoergat.
¡ Sluit het deksel.
Het gebruik van een gewone wandcontactdoos
Plaats of verwijder het netsnoer nooit terwijl de schakelaar <4> van de
camera is ingesteld op <1> of <J>.
H41.book Page 22 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
23
1
Verwijder de doppen.
¡ Verwijder de achterste lensdop en de
cameradop door ze los te draaien in
de richting van de pijl.
2
Plaats de lens.
¡ Plaats de EF-S-lens op de camera
precies boven de
lensbevestigingsmarkering en draai
de lens in de richting van de pijl totdat
de lens op zijn plaats klikt.
¡ Als u een andere lens plaatst dan de
EF-S-lens, plaats deze dan boven de
rode EF-lensbevestigingsmarkering.
3
Op de lens stelt u de
focusinstellingsknop in op <AF>.
¡ Als deze is ingesteld op <MF> is
autofocus niet mogelijk.
4
Verwijder de voorste lensdop.
Druk op de
lensontgrendelingsknop en draai
de lens in de richting van de pijl.
¡ Draai de lens totdat deze niet meer
verder kan, en koppel deze los.
Bevestigen en verwijderen van een lens
Een lens bevestigen
EF-S-lensbevestigingsmarkering
EF-lensbevestigingsmarkering
De lens verwijderen
Wanneer u de lens plaatst of verwijdert, dient u ervoor te zorgen dat er geen
stof in de camera komt via de lensbevestiging.
H41.book Page 23 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
24
De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (optioneel).
Hoewel de dikte verschillend is, kunt u een CF-kaart type I of type II in
de camera plaatsen. De camera is ook compatibel met microdrive- en
CF-kaarten met een capaciteit van 2 GB of hoger.
1
Open het deksel.
¡ Schuif het deksel in de richting van de
pijl om het te openen.
2
Plaats de CF-kaart.
¡ Het gebruik van CF-kaarten van
Canon wordt aanbevolen.
¡ Als de CF-kaart verkeerd wordt
geplaatst, kan deze de camera
beschadigen. Plaats de kant met
de kleine openingen in de camera
met de etiketzijde naar u toe, zoals
aangegeven door de pijl.
s De uitwerpknop van de CF-kaart
komt naar buiten.
3
Sluit het deksel.
¡ Sluit het deksel en schuif het in de
richting van de pijl totdat het dicht
klikt.
s Wanneer de schakelaar <4> is
ingesteld op <1> of <J>,
worden de resterende opnamen
weergegeven op het LCD-paneel.
Installeren en verwijderen van de CF-kaart
De kaart plaatsen
Bovenkant
CF-kaart
uitwerpknop
Resterende opnamen
Het aantal resterende opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit
van de CF-kaart en de ISO-waarde-instelling.
H41.book Page 24 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
25
Installeren en verwijderen van de CF-kaart
1
Open het deksel.
¡ Zet de schakelaar <4> op <2>.
¡ Controleer of het bericht buSYniet
op het LCD-scherm verschijnt.
¡ Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit
staat en open vervolgens het deksel.
2
Verwijder de CF-kaart.
¡ Druk op de uitwerpknop.
s De CF-kaart wordt uitgeworpen.
¡ Sluit het deksel.
De CF-kaart verwijderen
Lees-/schrijfindicator
¡ Als de lees-/schrijfindicator knippert geeft dit aan dat gegevens
worden gelezen, geschreven of gewist op de CF-kaart of dat er
gegevens worden overgebracht. Voer de volgende handelingen
nooit uit wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert.
Anders kunt u de opnamegegevens beschadigen. U kunt ook de
CF-kaart of de camera beschadigen.
• De camera schudden of ergens tegenaan stoten.
• Het deksel van de CF-kaartsleuf openen.
• De batterij verwijderen.
¡ Zie pagina 114 als “Err CF(Error CF) wordt weergegeven op het LCD-
paneel.
¡ Als u een CF-kaart met een lage capaciteit gebruikt, kan deze mogelijk
geen grote afbeeldingen opnemen.
¡ Een microdrive is kwetsbaar voor trillingen en fysieke schokken. Indien u
een microdrive gebruikt, dient u extra op te letten dat de camera niet
wordt blootgesteld aan trillingen of fysieke schokken tijdens het opslaan
of weergeven van opnamen.
Stel in het menu [z Foto zonder CF] in op [Uit] om te voorkomen dat u
opnamen maakt zonder CF-kaart. (p.90)
H41.book Page 25 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
26
De camera werkt alleen als de schakelaar <4> is ingeschakeld.
<2>: De camera is uitgeschakeld en
werkt niet.
<1>: De camera werkt.
<
J
>: De camera en <
5
> werken (p.28).
De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half
indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken.
Half indrukken
Hiermee activeert u de automatische focus
(AF) en het automatische
belichtingsmechanisme (AE), waarmee de
sluitertijd en het diafragma worden bepaald.
De belichtingsinstelling (sluitertijd en
diafragma) wordt weergegeven op het
LCD-paneel en in de zoeker. (0)
Helemaal indrukken
De sluiter ontspant en de opname wordt
gemaakt.
Basisgebruik
Aan-/uitschakelaar
De ontspanknop
¡
Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze 1 minuut
niet is gebruikt. Om de camera weer in te schakelen, drukt u gewoon de ontspanknop in.
¡ U kunt de automatische uitschakeltijd wijzigen door middel van de menu-
instelling [c Automatisch uitschakelen]. (p.33)
¡
Als u de schakelaar <
4
> op <
2
> instelt terwijl de opnamen worden opgeslagen
op de CF-kaart, wordt het resterende aantal opnamen dat moet worden opgeslagen,
weergegeven op het bovenste LCD-paneel met het nummer <
N
>. Als alle opnamen
zijn opgeslagen, worden het scherm en de camera uitgeschakeld.
H41.book Page 26 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
27
Basisgebruik
Het instelwiel <6> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen.
(1)
Druk op een knop en draai aan
het instelwiel <6>.
Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie
ervan zes seconden lang (
9
) actief. Tijdens
deze zes seconden kunt u de gewenste instelling
maken met het instelwiel <
6
>. Als de timer
afloopt of als u de ontspanknop half indrukt, is de
camera klaar om een opname te maken.
¡
Op die manier kunt u de AF-modus,
transportmodus en lichtmeetmodus instellen
en het AF-punt selecteren of instellen.
(2)
Draai alleen aan het instelwiel <
6
>.
U kijkt op het LCD-scherm of in de zoeker
en draait aan het instelwiel <6> om de
gewenste instelling te selecteren.
¡ Op die manier kunt u de sluitertijd,
het diafragma, enz. instellen.
Gebruik van het instelwiel <6>
¡
Als u de ontspanknop half indrukt en (
0
) zijn verstreken, moet u de knop
nogmaals half indrukken en een moment wachten voordat u volledig indrukt
voor een opname. Als u de ontspanknop helemaal indrukt zonder deze eerst
half in te drukken of als u de ontspanknop half indrukt en daarna volledig, zal
de opname toch nog een moment worden vertraagd.
¡ Ongeacht hoe de camera is ingesteld (opnameweergave, menugebruik,
opnameopslag, enz.), u kunt meteen weer fotograferen door de
ontspanknop half in te drukken (behalve tijdens rechtstreeks afdrukken).
¡
Camerabewegingen tijdens het belichtingsmoment wordt camera shake genoemd.
Dit kan onscherpe opnamen tot gevolg hebben. Volg de onderstaande instructies
om dit te voorkomen. Raadpleeg ook “Vasthouden van de camera” (p.38).
• Houd de camera stevig vast.
• Plaats het topje van uw vinger op de ontspanknop, houd de camera met
uw rechterhand vast en druk daarna zachtjes de ontspanknop in.
H41.book Page 27 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Basisgebruik
28
Het instelwiel <
5
> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen en het
selecteren van LCD-monitoritems. Zet de <
4
>-schakelaar eerst op <
J
>
wanneer u het instelwiel <
5
> wilt gebruiken om het opnemen voor te bereiden.
(1) Druk op een knop en draai aan
het instelwiel <5>.
Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie ervan zes
seconden lang (
9
) actief. Tijdens deze zes seconden
kunt u de gewenste instelling maken met het instelwiel
<
5
>. Als de timer afloopt of als u de ontspanknop half
indrukt, is de camera klaar om een opname te maken.
¡
U kunt het AF-punt, de witbalans, de ISO-waarde
en de flitsbelichtingscompensatie selecteren.
¡
Wanneer u het LCD-scherm gebruikt, kunt u
menubewerkingen selecteren en kunt u afbeeldingen
tijdens het bekijken van de opnamen selecteren.
(2)
Draai alleen aan het instelwiel <
5
>.
U kijkt op het LCD-scherm of in de
zoeker en draait aan het instelwiel <5>
om de gewenste instelling te selecteren.
¡
U kunt de belichtingscompensatie of het
diafragma in de <
a
>-modus instellen.
Het instelwiel <
9
> heeft 8 pijltoetsen en een
knop in het midden. Gebruik dit instelwiel om een
AF-punt te selecteren, de witbalanscorrectie in te
stellen, door een vergrote afbeeldingsweergave
te schuiven en het afstelframe te verplaatsen
voor rechtstreeks afdrukken.
Gebruik van het instelwiel <5>
Gebruik van het instelwiel <9>
U kunt (1) ook bedienen als de <4>-schakelaar op <1> staat.
H41.book Page 28 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
29
Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals
opnamekwaliteit, bewerkingsparameters, datum/tijd, persoonlijke
voorkeuren, enz. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gaat u door naar
de volgende stap met de knop <M>, de knop <0> en het
instelwiel <5> op de camera.
Het menuscherm bevat verschillende kleuren voor de drie menucategorieën.
Menugebruik
Pictogram Kleur Categorie Omschrijving
z
Rood Opnamemenu Opnamemenu.
x
Blauw Weergavemenu Opnameweergavemenu.
c
Geel Instellingenmenu Basisinstellingen camera.
De
<M>-knop
LCD-scherm
<C>-knop
<5>
Snelkeuzewiel
<0>-knop
Menu-instellingen
Menu-items
Kleurcode
menucategorie
Menucategorie
¡ Druk op de knop <C> om naar het eerste item van iedere
menucategorie te gaan.
¡ Ook wanneer een menu wordt weergegeven, kunt u direct teruggaan
naar de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken.
H41.book Page 29 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Menugebruik
30
1
Het menu weergeven.
¡ Druk op de knop <M> om het
menu weer te geven. Om het menu
weer af te sluiten, drukt u nogmaals
op de knop.
2
Selecteer een menu-item.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> om het menu-
item te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
¡ Druk op de knop <C> om naar
het eerste item van iedere
menucategorie te gaan.
3
Selecteer de menu-instelling.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren.
4
Selecteer de gewenste instelling.
¡
Druk op <
0
> om de instelling te selecteren.
5
Sluit het menu af.
¡ Druk op de knop <M> om de
menuweergave af te sluiten.
Procedure menu-instelling
¡ Als een van de Basisgebruik-modi is ingesteld, worden bepaalde menu-
items niet weergegeven. (p.31)
¡
U kunt het instelwiel <6> ook gebruiken om menu-items te selecteren of opnamen te bekijken.
¡
In de beschrijvingen van de menufuncties wordt er hierna vanuit gegaan dat
u op de knop <
M
> hebt gedrukt om het menuscherm weer te geven.
¡ Menugebruik werkt ook nadat de opname is gemaakt en de afbeelding
op de CF-kaart wordt opgeslagen (lees-/schrijfindicator knippert).
H41.book Page 30 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
31
Menugebruik
<z> Opnamemenu (rood)
<x> Weergavemenu (blauw)
<c> Instellingenmenu (geel)
¡ De grijze menu-items worden niet weergegeven in de Basisgebruik-modi.
¡
In de Basisgebruik-modi worden de opnamekwaliteitmodi RAW en RAW+JPEG niet weergegeven.
Menu-instellingen
Kwaliteit
73/83/74/84/76/86/ RAW/
RAW+73/ +83/ +74/ +84/ +76/ +86
46
Rode ogen aan/uit
Uit/Aan 94
Pieptoon Aan/Uit 90
Opnamen zonder kaart
Aan/Uit 90
AEB Verhogingen in stappen van 1/3, ±2 stappen 84
WB SHIFT/BKT
9 niveaus voor kleurcorrectie B/A/M/G / ±3 niveaus voor correctie
B/A en M/G, in te stellen in stappen van 1.
53,54
Handm. WB Handmatige instelling van de witbalans 51
Kleurtemp. Instelbaar van 2800 - 10.000 K (in stappen van 100 K) 52
Kleurruimte sRGB/Adobe RGB 56
Parameters Parameter 1, 2/set 1, 2, 3/B/W 57,58
Wisbeveiliging Beveiligen 111
Beeldomkeren Opname roteren 109
Printopties Geeft aan welke afbeeldingen moeten worden afgedrukt (DPOF) 131
Autom. afspelen Automatische weergave van afbeeldingen 108
Kijktijd 2 sec./4 sec./8 sec./Vastzetten/Uit 100
Uitschakelen Uit/1 min. /2 min./4 min./8 min./15 min./30 min. 33
Beeldomkeren Aan/Uit 101
LCD-helderheid 5 niveaus 102
Datum/Tijd Datum/tijd instellen 34
Bestandsnr. Continu/Auto reset 61
Taal
12 talen zijn beschikbaar (Engels, Duits, Frans, Nederlands, Deens, Fins,
Italiaans, Noors, Zweeds, Spaans, Vereenvoudigd Chinees en Japans).
33
Video Systeem
NTSC/PAL 110
Communicatie Normaal/PTP 116
Formateren Initialiseert en wist de kaart 114
Pers. voorkeuze (C.Fn
)
Hiermee past u de camera aan 140
Wis instellingen
Alle camera-instellingen wissen (zet de camera terug op de standaardinstellingen.)
Wis persoonlijke voorkeuze (herstelt alle standaardinstellingen van de camera.)
32
140
Sensorreinigen. Selecteer om de sensor te reinigen. 36
Firmware versie
Selecteer om de firmware te updaten.
Referentie-
pagina's
H41.book Page 31 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Menugebruik
32
¡ Als u gebruikmaakt van het LCD-scherm, kunt u het instelwiel <5>
gebruiken, zelfs als de schakelaar <4> op <1> staat.
¡
U kunt het LCD-scherm niet als zoeker gebruiken om opnamen te maken.
¡
U kunt de helderheid van het LCD-scherm op vijf niveaus instellen. (p.102)
1
Selecteer [Wis instellingen].
¡ Druk op de knop <M>.
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [c Wis instellingen] en
druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer [
Wis alle camera instellingen
].
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> en selecteer
[
Wis alle camera instellingen
] en
druk vervolgens op <
0
>.
3
Selecteer [OK].
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> en selecteer
[
OK
] en druk vervolgens op <
0
>. De
standaardinstellingen worden hersteld.
s
De standaardinstellingen van de
camera worden als volgt weergegeven.
Het LCD-scherm
De standaardinstellingen van de camera herstellenN
AF-modus One-Shot AF
AF-puntselectie
Automatische AF-puntselectie
Lichtmeetmodus Evaluatieve meting
Transportmodus Enkele opname
Belichtingscompensatie
0 (Nul)
AEB Uit
Flitsbelichtingscompensatie
0 (Nul)
Persoonlijke voorkeuren
Huidige instellingen bewaard
Kwaliteit 73
ISO-waarde 100
Kleurruimte sRGB
Witbalans Q
Kleurtemperatuur
5200 K
Witbalanscorrectie
Uit
WB-BKT-instelling
Uit
Parameters Parameter 2
Opname-instellingen
Beeldregistratie-instellingen
H41.book Page 32 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
33
De interfacetaal van het LCD-scherm kan op een van de twaalf talen worden ingesteld.
1
Selecteer [Taal].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [c Taal] en druk
vervolgens op <0>.
s Het taalscherm verschijnt.
2
Selecteer de gewenste taal.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
taal te selecteren en druk vervolgens
op <0>.
s De taal verandert.
3Taal instellen
English Engels Italiano Italiaans
Deutsch Duits Norsk Noors
Français Frans Svenska Zweeds
Nederlands Nederlands Español Spaans
Dansk Deens
Vereenvoudigd Chinees
Suomi Fins Japans
3
Uitschakeltijd instellen/Uitschakelen
U kunt de automatische uitschakeltijd instellen zodat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld als hij een bepaalde tijd niet is gebruikt. Als u niet wilt dat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld, zet u deze functie op [
Uit
]. Als de camera
automatisch uitschakelt, drukt u de ontspanknop half in om hem weer in te schakelen.
1
Selecteer [Uitschakelen].
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> en selecteer [
c
Uitschakelen
] en druk vervolgens op <
0
>.
2
Selecteer de gewenste tijd.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> om de gewenste
tijd te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
H41.book Page 33 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
34
Stel de datum en de tijd in zoals hierna beschreven.
1
Selecteer [Datum/Tijd].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [c Datum/Tijd] en druk
vervolgens op <0>.
s Het scherm Datum/Tijd verschijnt.
2
Stel de datum en tijd in.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om het
cijfer te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ De selectie schakelt dan over naar
het volgende item.
3
Stel de indeling van de
datumweergave in.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
datumindeling in te stellen op
[dd/mm/jj], [mm/dd/jj], of [jj/mm/dd].
4
Druk op <0>.
s De datum en de tijd worden ingesteld,
en het menu verschijnt weer.
3Datum en tijd instellen
Iedere opname wordt opgeslagen met de datum en de tijd waarop de
opname is gemaakt. Als de datum en de tijd niet juist zijn ingesteld, wordt de
verkeerde datum/tijd opgeslagen. Zorg ervoor dat u de datum en de tijd
correct instelt.
H41.book Page 34 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
35
De datum/tijd-batterij (back-up) onderhoudt de datum en tijd van de camera.
De levensduur van de batterij is ongeveer 5 jaar. Als de datum/tijd wordt
gereset wanneer de batterij wordt vervangen, vervangt u de back-upbatterij
door een nieuwe CR2016-lithiumbatterij, zoals hieronder wordt uitgelegd.
De datum/tijd-instelling wordt ook gereset, zodat u de correcte
datum/tijd moet instellen.
1
Zet de schakelaar <
4
> op <
2
>.
2
Open het deksel en verwijder de
batterij.
3
Neem de batterij uit de camera.
4
Vervang de batterij in de
batterijhouder.
¡ Zorg dat de batterij in de juiste
+ –-stand wordt geplaatst.
5
Sluit het deksel.
Batterij voor datum/tijd vervangen
(–) (+)
Zorg ervoor dat de datum/tijd-batterij een lithiumbatterij van het type CR2016 is.
H41.book Page 35 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
36
De beeldsensor is te vergelijken met de film in een gewone filmcamera.
Iedere vorm van stof of vreemde deeltjes die op de beeldsensor
achterblijven, kunnen als donkere spikkels op de afbeelding zichtbaar
worden. Om dit te voorkomen moet de hierna beschreven procedure
voor de reiniging van de beeldsensor worden opgevolgd. Denkt u eraan
dat de beeldsensor zeer gevoelig is. Indien mogelijk moet u de
beeldsensor laten reinigen door een Canon Service Center.
De camera moet zijn ingeschakeld als u de beeldsensor reinigt. Het wordt
aanbevolen om de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel, zie pagina
154) te gebruiken. Als u een batterij gebruikt, let er dan op dat deze voldoende
is geladen. Haal de lens van de camera voordat u de sensor reinigt.
1
Plaats de gelijkstroomkoppeling
(p.22) of een batterij en zet de
schakelaar <4> op <1>.
2
Selecteer [Sensorreinigen].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [c Sensorreinigen] en
druk vervolgens op <0>.
s Als u een batterij gebruikt die
voldoende is geladen, verschijnt het
scherm dat in stap 3 is weergegeven.
¡
Als de batterij leeg is, verschijnt er een
waarschuwing, waarna u niet meer verder
kunt met de reiniging. Vervang óf de batterij
óf gebruik een gelijkstroomkoppeling en
start weer vanaf stap 1.
3
Selecteer [OK].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [OK] en druk vervolgens op
<0>.
s De spiegel wordt opgeklapt en de
sluiter wordt geopend.
s
CLEA n
knippert op het LCD-paneel.
3
Reinigen van de CMOS-sensorN
H41.book Page 36 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
37
3 Reinigen van de CMOS-sensorN
4
Reinig de beeldsensor.
¡ Gebruik een blaasbuisje om stof, etc.
op het oppervlak van de beeldsensor
voorzichtig te verwijderen.
5
Stop met reinigen.
¡ Zet de schakelaar <4> op <2>.
s De camera wordt uitgeschakeld, de
sluiter gaat dicht en de spiegel wordt
weer dichtgeklapt.
¡ Zet de schakelaar <4> op <1>.
De camera is gereed om een opname
te maken.
¡ Tijdens het reinigen van de beeldsensor moet u geen van de
volgende handelingen verrichten. De stroom wordt dan
uitgeschakeld. Als de stroom wordt uitgeschakeld, gaat de sluiter
dicht, waardoor de sluitergordijnen en de beeldsensor beschadigd
kunnen raken.
• Zet de schakelaar <4> op <2>.
• Open het deksel van de CF-kaartsleuf.
• Open het deksel van het batterijcompartiment.
¡ Steek het blaasbuisje niet verder dan de lensbevestiging in de camera.
Als de stroom wordt uitgeschakeld, zal de sluiter dichtgaan, waardoor de
sluitergordijnen en de beeldsensor beschadigd kunnen raken.
¡ Gebruik een blaasbuisje zonder borsteltje. Een borsteltje kan het
oppervlak van de sensor beschadigen.
¡ Gebruik nooit lucht of gas uit flessen om de sensor schoon te maken. De
druk kan de sensor beschadigen of de spray kan de sensor bevriezen.
¡ Als de batterij leeg is, klinkt een pieptoon, en het pictogram <c>
knippert op het LCD-paneel. Zet de schakelaar <4> op <2> en
vervang de batterij. Begin vervolgens opnieuw.
¡ U kunt de sensor niet reinigen wanneer batterijgreep BG-E2 (optioneel)
op de camera is bevestigd en AA-batterijen de stroomtoevoer verzorgen.
Gebruik wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel) of gebruik een
batterij die voldoende is geladen.
H41.book Page 37 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
38
Door de diopter aan te passen aan uw gezichtsvermogen, zal het
zoekerbeeld zelfs zonder bril scherp zijn. Het aanpasbare diopterbereik
van de camera loopt van -3 tot +1 dpt.
Draai aan de knop voor
dioptrische aanpassing.
¡
Draai de knop naar links of rechts zodat
de AF-punten in de zoeker scherp zijn.
¡ De illustratie toont de knop met
standaardinstellingen (-1 dpt).
Dioptrische aanpassing
Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog
niet scherp is, wordt aanbevolen om de Dioptric Adjustment Lens E
(10 typen, optioneel) te gebruiken.
Om scherpe opnamen te krijgen, houdt u de camera stil om bibberen te
minimaliseren.
¡ Houd de camera stevig vast met uw rechterhand en druk beide
ellebogen licht tegen uw lichaam.
¡ Houd de lens onderaan vast met uw linkerhand.
¡ Druk de camera tegen uw gezicht en kijk door de zoeker.
¡ Voor een stabiele houding plaatst u een voet voor de andere.
Vasthouden van de camera
Horizontaal fotograferen Verticaal fotograferen
H41.book Page 38 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
39
2
Volautomatische
opnamen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de Basisgebruik-modi
op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor het snel
en eenvoudig maken van opnamen. In iedere modus <
1
>
<
2
> <
3
> <
4
> <
5
> <
6
> <
7
>, worden de
AF-modus, transportmodus, enz., automatisch ingesteld op
het onderwerp. Het enige wat u hoeft te doen, is richten en
fotograferen. Om fouten door onjuist gebruik van de camera
te voorkomen zijn de knoppen <
E
> <
i
> <
Q
>
<
S
> <
A
> en <
9
> in deze modi uitgeschakeld. U hoeft
zich dus geen zorgen te maken over eventuele fouten.
Stel het programmakeuzewiel
in op een van de volgende
modi: <
1
> <
2
> <
3
> <
4
>
<
5
> <
6
> <
7
>
¡
De opnameprocedure is dezelfde als bij
1
Volautomatisch gebruiken” (p.40).
¡
Zie “Tabel met
functiemogelijkheden” (p.148) om
te zien wat in de Basisgebruik-
modi automatisch is ingesteld.
B
a
s
i
s
g
e
b
r
u
i
k
H41.book Page 39 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
40
U hoeft alleen maar te richten en de ontspanknop in te drukken. Alles
gaat automatisch en u kunt elk onderwerp dus eenvoudig vastleggen.
De camera beschikt over negen AF-punten waarop kan worden
scherpgesteld. Zo wordt goed fotograferen wel heel eenvoudig.
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <1>.
s De AF-modus wordt automatisch
ingesteld op <9>, de
transportmodus wordt ingesteld op
<u>, en de lichtmeetmodus wordt
ingesteld op <q>.
2
Richt een AF-punt op het
onderwerp.
¡ Uit de negen AF-punten selecteert de
camera automatisch het AF-punt dat
zich het dichtst bij het onderwerp
bevindt en stelt hierop scherp.
3
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen op het onderwerp.
s
Het AF-punt waarop wordt scherpgesteld, knippert
kort rood. Als u niet kunt scherpstellen, klinkt een
pieptoon en gaat het focusbevestigingslampje
<
o
> in de zoeker knipperen.
s
Indien noodzakelijk komt de ingebouwde
flitser automatisch te voorschijn.
4
Kijk op de display.
s De sluitertijd en de diafragmawaarde
worden automatisch ingesteld en
weergegeven in de zoeker en op het
LCD-paneel. (0)
1Volautomatisch gebruiken
AF-punt
Sluitertijd
Diafragma
Focusbevestigingslampje
H41.book Page 40 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
41
1Volautomatisch gebruiken
5
Maak de opname.
¡ Stel de opname samen en druk de
ontspanknop helemaal in.
s
De opname wordt ongeveer 2 seconden
op het LCD-scherm weergegeven.
¡
Om de opnamen op de CF-kaart te
bekijken, drukt u op de knop <
x
>. (p.103)
¡ Raak tijdens de <AF>-scherpstelling de focusring aan de voorkant van
de lens niet aan.
¡ Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u
na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de focus verloren gaan.
¡ Wanneer de CF-kaart vol raakt, verschijnt de waarschuwing CF-kaart vol
FuLL CFin de zoeker en op het LCD-paneel en kunt u geen opnamen
meer maken. Vervang de CF-kaart.
¡
Wanneer de ingebouwde flitser wordt geblokkeerd en daardoor niet automatisch
omhoog kan komen, knippert de foutcode
Err 05
op het LCD-paneel. Zet de
schakelaar <
4
> in dit geval op <
2
> en zet hem terug op <
1
>.
¡
Wanneer een EOS-camera wordt gebruikt met een lens van een ander merk
dan Canon is het mogelijk dat de camera of de lens niet goed functioneert.
¡ Wanneer de scherpstelling is bereikt, worden de focus- en de
belichtingsinstelling vergrendeld.
¡ Wanneer het focusbevestigingslampje <o> knippert, kan er geen
opname worden gemaakt (p.70)
¡ Het is mogelijk dat meerdere AF-punten tegelijk rood knipperen. In dat
geval is op al deze AF-punten scherpgesteld.
¡
In de Basisgebruik-modi (behalve <
3
> <
5
> <
7
>) komt de ingebouwde
flitser automatisch naar boven en flitst bij slechte lichtomstandigheden of
tegenlicht. Duw de flitser weer naar beneden, als u deze niet wilt gebruiken.
¡ U kunt de pieptoon uitschakelen zodat deze niet piept wanneer het
onderwerp is scherpgesteld. (p.90)
¡ De kijktijd na het maken van een opname kan worden verandert met de
[x Kijktijd]-instelling van het menu. (p.100)
¡ Als u het AF-punt wilt selecteren dat moet worden gebruikt voor het
scherpstellen, stelt u het programmakeuzewiel in op <d>, en volgt u
“AF-punt selecteren” (p.67) om het AF-punt te selecteren.
H41.book Page 41 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
42
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past en de camera
wordt automatisch ingesteld voor het beste resultaat.
Met deze opnamestand wordt de achtergrond
onscherp, zodat het onderwerp duidelijk uitkomt.
¡ Wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt,
worden continu-opnamen gemaakt.
¡ Voor een onscherpere achtergrond gebruikt u
een telelens en maakt u het onderwerp
beeldvullend. Of u laat het onderwerp verder van
de achtergrond af staan.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
X
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
i
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
Deze opnamestand is bedoeld voor weidse
panorama's, nachtopnamen en dergelijke.
¡ Met een groothoeklens worden de diepte en de
breedte van de opname nog verder vergroot.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
X
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
u
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
Gebruik deze opnamestand om close-upopnamen
te maken van bloemen, insecten en dergelijke.
¡ Stel het onderwerp zoveel mogelijk scherp bij de
kortste scherpstelafstand van de lens.
¡ Gebruik de telezijde van een zoomlens voor een
verdere vergroting.
¡ Voor betere close-ups worden een speciale
EOS-macrolens en de Macro Ring Lite (beide
optioneel) aanbevolen.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
X
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
u
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
Basisgebruik-modi
2
Portret
3
Landschap
4
Close-up
H41.book Page 42 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
43
Basisgebruik-modi
Gebruik deze opnamestand wanneer u bij
snelbewegende onderwerpen de actie wilt vastleggen.
¡
Eerst volgt de camera het onderwerp met het
middelste AF-punt. Focustracering volgt het
onderwerp vervolgens met de negen AF-punten.
¡
Wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt, blijft de camera
scherpstellen voor het maken van continu-opnamen.
¡ Het gebruik van een telelens wordt aanbevolen.
¡
Wanneer het onderwerp is scherpgesteld, hoort u
een zachte pieptoon.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
Z
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
i
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
Deze modus is voor het fotograferen van personen in
het schemerlicht of 's nachts. De flitser belicht het
onderwerp terwijl een langzame synchronisatiesnelheid
voor een natuurlijke belichting van de achtergrond zorgt.
¡ Gebruik de modus <3> wanneer u alleen een
nachtopname wilt maken zonder personen.
¡
Vraag het onderwerp ook na de flits nog even stil te blijven staan.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
X
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
u
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
U kunt de flitser uitschakelen wanneer u deze niet wilt gebruiken.
¡ De ingebouwde flitser of een eventuele externe
Speedlite flitst niet.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
9
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
u
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
5
Sport
6
Nachtopnamen
7
Flitser uit
Gebruik in de modus <
6
> een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Gebruik in
de modi <
3
> of <
7
>, als de sluitertijdweergave knippert, kan de camera bewegen.
H41.book Page 43 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
44
Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. U kunt de
zelfontspanner gebruiken in alle Basisgebruik- of Creatief gebruik-modi.
1
Druk op de knop <R>. (9)
2
Selecteer <j>.
¡
Kijk op het LCD-paneel en draai aan het
instelwiel <
6
> om <
j
> te selecteren.
3
Stel scherp op het onderwerp.
¡
Kijk in de zoeker en druk de ontspanknop
half in om te controleren of het
focusbevestigingslampje brandt en of de
belichtingsinstelling wordt weergegeven.
4
Maak de opname.
¡
Kijk door de zoeker en druk de ontspanknop volledig in.
s
U hoort een pieptoon, het lampje van de
zelfontspanner knippert, en de opname wordt
ongeveer 10 seconden later gemaakt. Gedurende
de eerste 8 seconden hoort u een langzame
pieptoon en knippert het lampje langzaam.
Gedurende de laatste 2 seconden hoort u een
snellere pieptoon en blijft het lampje branden.
s
Tijdens de werking van de zelfontspanner
wordt op het LCD-paneel het aantal seconden
afgeteld totdat de opname is gemaakt.
jBediening van de zelfontspanner
Zorg ervoor dat u niet vóór de camera staat wanneer u de ontspanknop indrukt om
de zelfontspanner in werking te stellen. Anders gaat de scherpstelling verloren.
¡ Gebruik een statief als u de zelfontspanner gebruikt.
¡ Als u de zelfontspanner wilt uitschakelen nadat u deze in werking hebt
gesteld, drukt u op de knop <R>.
¡
Wanneer u met de zelfontspanner een foto van u zelf maakt, vergrendelt u de focus (p.69) op een
onderwerp dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt als u op het moment van de opname.
¡ U kunt de pieptoon ook uitschakelen. (p.90)
H41.book Page 44 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
45
3
Opname-instellingen
In dit hoofdstuk worden de instellingen voor digitale
opnamen uitgelegd voor de opnamekwaliteit, de ISO-
waarde, de witbalans, de kleurruimte en de
bewerkingsparameters.
¡ Van de Basisgebruik-modi worden in dit hoofdstuk alleen
opnamekwaliteit (behalve RAW en RAW+JPEG),
bestandsnummering en camera-instellingen controleren
besproken.
¡ De asterisk M rechts naast de paginatitel geeft aan dat de
respectieve functie alleen beschikbaar is in de Creatief
gebruik-modi (d, s, f, a, 8).
H41.book Page 45 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
46
In de modi
73
/
83
/
74
/
84
/
76
/
86
worden opnamen gemaakt in de algemeen
gebruikte JPEG-indeling. In de modus
1
moet de afbeelding worden bewerkt met de
meegeleverde software. In de modi
1+73
/
+83/+74/+84/+76/+86
(RAW+ JPEG) wordt de opname tegelijkertijd in de RAW- en in de JPEG-indeling gemaakt. In de
Basisgebruik-modi kunnen de indelingen RAW en RAW+JPEG niet worden geselecteerd.
1
Selecteer [Kwaliteit].
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
z Kwaliteit
]
te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
s
Het scherm voor de opnamekwaliteit
wordt weergegeven.
2
Stel de gewenste
opnamekwaliteit in.
¡
Draai het instelwiel <
5
> om de
gewenste opnamekwaliteit te selecteren
en druk vervolgens op <
0
>.
3
Opnamekwaliteit instellen
Instellingen voor opnamekwaliteit
Opnamekwaliteit
Bestandsindeling
(extensie)
Pixels Afdrukgrootte
73 (Groot/Fijn)
JPEG
(.JPG)
3504 x 2336
(Ongeveer 8,2 miljoen)
A3 of groter
83 (Groot/Normaal)
74 (Middel/Fijn)
2544 x 1696
(Ongeveer 4,3 miljoen)
A5 - A4
84 (Middel/Normaal)
76 (Klein/Fijn)
1728 x 1152
(Ongeveer 2,0 miljoen)
A5 of kleiner
86 (Klein/Normaal)
1 (RAW)
RAW
(.CR2)
3504 x 2336
(Ongeveer 8,2 miljoen)
A3 of groter
¡
De pictogrammen
7
(Fijn) en
8
(Normaal) staan voor de compressie van de opname. Als u
een betere opnamekwaliteit wilt, selecteert u <
7
> voor een lage compressie. Als u ruimte wilt
besparen zodat u meer opnamen kunt vastleggen, selecteert u een hogere compressie <
8
>.
¡
RAW- en JPEG-afbeeldingen die tegelijkertijd worden opgeslagen, komen in dezelfde map -
met hetzelfde bestandsnummer maar met verschillende extensies (RAW en JPEG). JPEG-
afbeeldingen zijn geschikt voor rechtstreeks afdrukken en het opgeven van een afdrukvolgorde.
H41.book Page 46 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
47
3 Opnamekwaliteit instellen
Afbeeldingen in RAW-indeling moeten nog worden nabewerkt op een pc. Hiervoor is enige
kennis vereist, maar de benodigde software is meegeleverd. <
1
>-opnamen worden
bewerkt volgens de ingestelde witbalans, kleurruimte en bewerkingsparameters op het
moment van de opname. Tijdens de beeldbewerking kunnen onder andere de witbalans en
het contrast van de RAW-afbeelding nog worden aangepast. Rechtstreeks afdrukken en
het aangeven van een afdrukvolgorde (DPOF) is niet mogelijk bij RAW-afbeeldingen.
¡ Het maximumaantal opnamen is gebaseerd op een CF-kaart van 256 MB.
¡
De grootte van een enkele opname, het aantal mogelijke opnamen en het maximale aantal
opnamen bij continu-opnamen (p.48) zijn gebaseerd op de testnormen van Canon (ISO 100
met [
Parameter 1
] ingesteld). De werkelijke grootte van een enkele opname, het werkelijke
aantal mogelijke opnamen en het werkelijke maximale aantal opnamen bij continu-opnamen
zijn afhankelijk van het onderwerp, de opnamemodus, de ISO-waarde, parameters, enzovoort.
¡ Bij zwart-witopnamen (p.59) is de bestandsgrootte kleiner, waardoor het aantal
mogelijke opnamen groter is.
¡ Op het LCD-paneel aan de bovenzijde kunt u zien hoeveel afbeeldingen er nog
op de CF-kaart kunnen worden vastgelegd.
¡ Voor de modi Basisgebruik en Creatief gebruik kan een verschillende
opnamekwaliteit worden ingesteld.
De RAW-indeling
Grootte afbeeldingbestand en capaciteit CF-kaart volgens opnamekwaliteit
Opnamekwaliteit
Beeldbestandsgrootte
(ongeveer, in MB)
Maximumaantal
opnamen
73 3,6 66
83 1,8 133
74 2,2 112
84 1,1 221
76 1,2 195
86 0,6 380
1+73
18
1+83 22
1+74 21
1+84 23
1+76 23
1+86 25
1 8,7 27
H41.book Page 47 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Opnamekwaliteit instellen
48
Het maximumaantal opnamen bij continu-opname is afhankelijk van de
opnamekwaliteit. Hieronder is (bij benadering) voor elke opnamekwaliteit het
maximumaantal opnamen bij continu-opname aangegeven. Bij high-speed CF-kaarten
kan het maximumaantal opnamen hoger zijn dan in de tabel is aangegeven, afhankelijk
van de opnameomstandigheden. (Met de opnamekwaliteit ingesteld op JPEG.)
¡ Het aantal resterende opnamen tijdens de
maximale opnamereeks wordt rechtsonder
in de zoeker weergegeven.
¡ Als “9wordt weergegeven, is het maximumaantal opnamen negen
of meer. Als “6” wordt weergegeven, zijn dat zes opnamen.
¡
Als tijdens het fotograferen het aantal resterende opnamen van het maximumaantal
opnamen minder dan 9 is, wordt in de zoeker
8
”, “
7
enz. weergegeven. Als u de
continu-opname stopt, wordt het maximumaantal opnamen hoger.
Maximumaantal opnamen bij continu-opname
Opnamekwaliteit
73 83 74 84 76 86 1 1
+JPEG
Maximale opnamereeks
20 32 28 61 64 123 6 6
Maximale opnamereeks
Het volgende geldt voor de opnamekwaliteiten
73/83/74/84/76/86
(JPEG) :
¡
Het maximumaantal opnamen kan aanzienlijk minder worden (6 of minder)
in de volgende gevallen:
In de modus <
2
> schakelt de ingebouwde flitser automatisch tussen aan en uit.
Tijdens continu-opnamen kan de externe flitser niet snel genoeg worden hersteld.
¡ Omdat het maximumaantal opnamen aanzienlijk minder kan worden (6
of minder), dient u de volgende omstandigheden te vermijden:
De ontspanknop herhaaldelijk snel achter elkaar volledig indrukken.
Onmiddellijk na een opname de opnamemodus wijzigen en meteen foto's nemen.
Tijdens continu-opnamen de ingebouwde flitser naar buiten laten
komen of intrekken of de externe Speedlite in- of uitschakelen.
¡
Als alle opnamen zijn verwerkt en naar de CF-kaart zijn geschreven, gelden
de getallen uit de tabel hierboven voor het maximumaantal opnamen.
¡ Bij continu-opnamen op basis van de witbalans (p.54) is het
maximumaantal opnamen 6.
¡
Het maximumaantal opnamen wordt ook weergegeven als de transportmodus in ingesteld op <
u
>
(Enkel) of <
j
>. Het maximumaantal opnamen bij een continu-opname verschijnt altijd, zelfs als er geen
CF-kaart in de camera zit. Controleer daarom altijd voor de opnamen of er een CF-kaart in de camera zit.
H41.book Page 48 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
49
De ISO-waarde is een numerieke indicatie van de lichtgevoeligheid.
Een hogere ISO-waarde betekent een grotere lichtgevoeligheid. Een
hoge ISO-waarde is geschikt voor slechte lichtomstandigheden en
bewegende onderwerpen. Door ruis en dergelijke kan de opname er
wel grover uitzien. Een lage ISO-waarde geeft een fijnere afbeelding,
maar deze is niet geschikt voor slechte lichtomstandigheden en
actiefoto's. De ISO-waarde kan op de camera worden ingesteld tussen
ISO 100 en 1600 in stappen van 1.
De ISO-waarde wordt automatisch ingesteld tussen 100 en 400.
U kunt de ISO-waarde instellen op 100”, “200”, “400”, “800of “1600”.
Met C.Fn-08 [ISO-vergroting] ingesteld op [1: Op] (p.143) kan “H(ISO
3200) ook worden ingesteld.
1
Druk op de knop <R>. (9)
s De huidige ISO-waarde wordt
weergegeven op het LCD-paneel.
¡ In een Basisgebruik-modus wordt
Autoop het LCD-paneel
weergegeven.
2
De ISO-waarde instellen
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <5>.
g ISO-waarde instellenN
ISO-waarde in Basisgebruik-modi
ISO-waarde in Creatief gebruik-modi
¡ Bij een hogere ISO-waarde en een hogere omgevingstemperatuur kan
de afbeelding meer ruis bevatten.
¡ Hoge temperaturen, hoge ISO-waarden of lange belichtingen kunnen
afwijkende kleuren in de opname tot gevolg hebben.
H41.book Page 49 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
50
Bij de instelling <
Q
> zal doorgaans automatisch de optimale witbalans worden
ingesteld. Als u met de instelling <
Q
> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de
witbalans handmatig instellen op de lichtomstandigheden van dat moment. Bij de
Basisgebruik-modi wordt automatisch de instelling <
Q
> gebruikt.
1
Druk op de knop <E>. (9)
2
Selecteer de witbalansinstelling.
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <5>.
* Stel de optimale witbalans in voor de verlichting van dat moment. (p.51)
De drie primaire kleuren, RGB (rood, groen en blauw), komen in verschillende proporties
voor in een lichtbron, afhankelijk van de kleurtemperatuur. Wanneer de kleurtemperatuur
hoog is, is er meer blauw. En wanneer de kleurtemperatuur laag is, is er meer rood. Het
menselijk oog ziet elk wit object altijd als wit, ongeacht het soort licht. Met een digitale
camera kunt u de kleurtemperatuur met behulp van software compenseren om de
kleuren in de opname natuurlijker te laten lijken. De witte kleur van het onderwerp vormt
de basis voor de aanpassing van de andere kleuren. Bij de instelling <
Q
> van de
camera wordt de CMOS-sensor gebruikt om de witbalans automatisch in te stellen.
B
De witbalans instellenN
Display Modus Kleurtemperatuur (K, ongeveer)
Q Autom. 3000 - 7000
W Daglicht 5200
E Schaduw 7000
R
Bewolkt, schemer, zonsondergang
6000
Y Gloeilamp 3200
U TL 4000
I Flits 6000
O Aangepast* 2000 - 10000
P Kleurtemperatuur 2800 - 10000
De witbalans
H41.book Page 50 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
51
Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat als basis
wordt gebruikt voor de instelling van de witbalans. Wanneer u deze
opname selecteert, worden de desbetreffende witbalansgegevens
geïmporteerd voor de witbalansinstelling.
1
Druk op de knop <E>. (9)
2
Selecteer de persoonlijke witbalans.
¡
Kijk op het LCD-paneel en draai aan het
<
5
>-instelwiel om <
O
> te selecteren.
3
Fotografeer een wit object.
¡ Het effen witte object moet de cirkel
van de deelmeting vullen.
¡ Stel de focusinstellingsknop op de
lens in op <MF> en stel vervolgens
handmatig scherp. (p.70)
¡
Selecteer een witbalansinstelling. (p.50)
¡ Zorg er bij het fotograferen van het
witte object voor dat een
standaardbelichting wordt verkregen.
4
Selecteer [
Handmatige witbalans
].
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
z
Handmatige witbalans
] te selecteren
en druk vervolgens op <
0
>.
s Het scherm voor handmatige
witbalans wordt weergegeven.
5
Selecteer de opname.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
opname in stap 3 te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
s De witbalansgegevens van de
afbeelding worden geïmporteerd en
het menu wordt weer weergegeven.
3
Aangepaste witbalansN
Deelmeting
H41.book Page 51 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Aangepaste witbalansN
52
¡ Als u bij stap 3 een onder- of overbelichting hebt bereikt, kan dit een
incorrecte witbalansinstelling tot gevolg hebben.
¡ Als een afbeelding is opgeslagen terwijl de bewerkingsparameter was
ingesteld op [B/W] (p.59), kan deze niet worden geselecteerd in stap 5.
In plaats van een wit object kan een kaart met 18% grijs (in de winkel
verkrijgbaar) een nauwkeuriger witbalans opleveren.
3
Kleurtemperatuur instellen
N
U kunt de kleurtemperatuur van de witbalans numeriek instellen.
1
Druk op de knop <E>. (9)
2
Selecteer de kleurtemperatuur.
¡
Kijk op het LCD-paneel en draai aan het
instelwiel <
5
> om <
P
> te selecteren.
3
Selecteer [Kleurtemp.].
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
z Kleurtemp.
]
te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
4
Stel de kleurtemperatuur in.
¡
Draai het instelwiel <
5
> om de
gewenste kleurtemperatuur te selecteren
en druk vervolgens op <
0
>.
¡ De kleurtemperatuur kan worden
ingesteld van 2800 K tot 10000 K
(in stappen van 100 K).
¡
Wanneer u de kleurtemperatuur instelt voor een kunstlichtbron, moet u
indien nodig ook de witbalanscorrectie (meer magenta of groen) instellen.
¡ Als u <P> wilt instellen op de meting met een kleurtemperatuurmeter,
dient u proefopnamen te maken en de instelling aan te passen om de
verschillen tussen de meting van de kleurtemperatuurmeter en de
meting van de camera te compenseren.
H41.book Page 52 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
53
U kunt de standaardkleurtemperatuur van de witbalansinstelling corrigeren. Deze
correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van kleurtemperatuurconversie of een
kleurencompensatiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd.
Gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleurtemperatuurconversie of
kleurencompensatiefilters zullen deze functie waarderen.
1
Selecteer [WB SHIFT/BKT].
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
z WB SHIFT/
BKT
] te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
s Het scherm voor witbalanscorrectie/
reeksopnamen op basis van
witbalans wordt weergegeven.
2
Witbalanscorrectie
¡
Gebruik <
9
> om het symbool “ ” naar de
gewenste positie op het scherm te verplaatsen.
¡
B is blauw, A is amber, M is magenta en
G is groen. De kleur in de betreffende
richting wordt gecorrigeerd.
¡ Rechtsboven in het scherm “SHIFT
worden de richting en de mate van
correctie aangegeven.
¡
Als u de witbalanscorrectie wilt annuleren,
verplaatst u met <
9
> het symbool ” naar
het midden, zodat de
“SHIFT
“0, 0”
is.
¡
Druk op <
0
> om de instelling af te
sluiten en terug te keren naar het menu.
3
Witbalans corrigerenN
¡ Tijdens de witbalanscorrectie wordt <2> weergegeven in de zoeker en
op het LCD-paneel.
¡ Eén correctieniveau voor blauw/amber is gelijk aan 5 mireds van een
kleurtemperatuurconversiefilter. (Mired: een maateenheid voor de
dichtheid van een kleurtemperatuurconversiefilter.)
¡ In combinatie met de witbalanscorrectie kunt u ook reeksopnamen op
basis van de witbalans en AEB-opnamen instellen.
¡ Als u het instelwiel <5> in stap 2 draait, wordt reeksopnamen op basis
van witbalans ingesteld. (p.54)
Voorbeeldinstelling: A2, G1
H41.book Page 53 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
54
Het is mogelijk drie opnamen met een verschillende kleurtoon in één keer op te nemen. De
opname wordt niet alleen opgeslagen met de standaardkleurtemperatuur van de witbalansmodus,
maar ook met meer blauw/amber en met meer magenta/groen. Dit worden reeksopnamen op
basis van de witbalans genoemd. De kleurafwijking kan worden ingesteld in +/–3 hele stappen.
1
Stel de opnamekwaliteit in op een
willekeurige instelling behalve
RAW en RAW+JPEG.
(p.46)
2
Selecteer [WB SHIFT/BKT].
¡ Draai het instelwiel <5> om [z WB
SHIFT/BKT] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s
Het scherm voor witbalanscorrectie/reeksopnamen
op basis van witbalans wordt weergegeven.
3
Stel de hoeveelheid reeksopnamen in.
¡
Draai het instelwiel <
5
> om de richting en
het niveau van de reeksopnamen in te stellen.
¡
Als u het instelwiel <
5
> draait, verandert
op het scherm in “ (3 punten). Als
u het instelwiel <
5
> naar rechts draait,
worden de B/A-reeksopnamen ingesteld, en
als u het wiel naar links draait, worden de
M/G-reeksopnamen ingesteld.
¡
Stel het niveau voor de reeksopnamen
voor meer B/A of M/G in op ±3 niveaus in
stappen van één niveau. (Het niveau voor
reeksopnamen kan niet voor zowel meer
B/A als meer M/G worden ingesteld.)
s
Aan de rechterkant van het scherm wordt
met “
BKT
de richting van de
reeksopnamen aangegeven; het niveau van
de reeksopnamen wordt ook aangegeven.
¡
Druk op <
0
> om de instelling af te
sluiten en terug te keren naar het menu.
3
Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans
N
B/A ±3 niveaus
M/G ±3 niveaus
H41.book Page 54 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
55
3 Automatische reeksopnamen op basis van de witbalansN
4
Maak de opname.
s
Als B/A-reeksopnamen zijn ingesteld,
worden de drie afbeeldingen in deze
volgorde opgenomen op de CF-kaart:
Standaard WB, meer B (blauw) en
meer A (amber). Als M/G-
reeksopnamen zijn ingesteld, is de
volgorde Standaard WB, meer M
(magenta) en meer G (groen).
¡ Voor de opnamen wordt de huidige
transportmodus (p.72) gebruikt.
¡ Stel in stap 3 “BKTin op ±0
(“ ” tot (1 punt)).
Automatische reeksopnamen op basis van witbalans annuleren
¡ Reeksopnamen op basis van de witbalans werkt niet wanneer de
opnamekwaliteit RAW of RAW+JPEG is.
¡ Bij continu-opnamen op basis van de witbalans is het maximumaantal
opnamen 6.
¡ Als continu-opnamen op basis van de witbalans zijn ingesteld, knippert
het witbalanssymbool op het LCD-paneel en vermindert het aantal
resterende opnamen tot ongeveer 1/3.
¡ Aangezien voor iedere opname drie afbeeldingen worden opgenomen,
kost het meer tijd om de opname op de CF-kaart op te slaan.
¡ In combinatie met de witbalanscorrectie kunt u ook reeksopnamen op
basis van de witbalans en AEB-opnamen instellen. Als u AEB-opnamen
kiest in combinatie met reeksopnamen op basis van de witbalans,
worden van elke opname negen versies opgeslagen.
¡ BKTstaat voor bracketing (reeksopnamen).
H41.book Page 55 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
56
De kleurruimte verwijst naar het bereik van reproduceerbare kleuren.
Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op
sRGB of Adobe RGB. Voor normale afbeeldingen wordt sRGB
aanbevolen. Bij de Basisgebruik-modi wordt automatisch de instelling
sRGB gebruikt.
1
Selecteer [Kleurruimte].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[z Kleurruimte] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
2
Stel de gewenste kleurruimte in.
¡ Draai het instelwiel <5> om [sRGB]
of [Adobe RGB] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
Deze instelling wordt voornamelijk gebruikt voor commercieel drukwerk
en andere industriële toepassingen. Als u geen kennis hebt van
beeldbewerking, Adobe RGB en Design rule for Camera File System
2.0 (Exif 2.21), wordt aangeraden deze instelling niet te gebruiken.
Omdat de afbeelding er niet helder uitziet op sRGB-pc's en -printers die
niet compatibel zijn met Design rule for Camera File System 2.0
(Exif 2.21), is beeldbewerking met software vereist.
3
Kleurruimte instellenN
Adobe RGB
¡ Als de opname wordt gemaakt met de kleurruimte ingesteld op Adobe
RGB, begint de bestandsnaam met “_MG_” (het eerste teken is een
onderstrepingsteken).
¡ Het ICC-profiel is niet toegevoegd. Het ICC-profiel wordt beschreven in
de "Software-instructies" voor de EOS 20D.
H41.book Page 56 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
57
De vastgelegde afbeelding kan worden bewerkt om deze levendiger en
scherper te maken of juist te verzachten. De bewerkingsparameter kan
worden ingesteld volgens de vooraf ingesteld Parameter 1 of Parameter 2
of op Set 1, 2 of 3, die u zelf kunt instellen. U kunt ook kiezen voor zwart-
wit. Bij de Basisgebruik-modi wordt automatisch Parameter 1 ingesteld.
1
Selecteer [Parameters].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[z Parameters] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
s
Het scherm voor het instellen van
bewerkingsparameters wordt weergegeven.
2
Druk op <0>.
3
Selecteer de gewenste parameter.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
¡ Druk op de knop <M> om terug
te keren naar het menu.
3
Een bewerkingsparameter selecteren
N
Bewerkingsparameters
Parameter Omschrijving
Parameter 1
Het beeld wordt levendig en scherp. Bij de Basisgebruik-
modi worden alle opnamen verwerkt met deze instelling.
Parameter 2
De kleuren zijn zachter dan bij Parameter 1, waardoor deze
kleuren er natuurlijker uitzien.
Set 1, 2, 3
U kunt de volgende instellingen instellen en registreren:
[
Contrast
], [
Scherpte
], [
Verzadiging
] en [
Kleurtoon
]. (p.60)
B/W U kunt zwart-wit opnamen maken.
¡ [Parameter 1] stelt contrast, scherpte en verzadiging in op +1.
[Parameter 2] stelt alle parameters in op “0”.
¡ In Creatief gebruik-modi is standaard [Parameter 2] ingesteld.
H41.book Page 57 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
58
De door u gemaakt opname kan automatisch door de camera worden
bewerkt overeenkomstig de geselecteerde parameterinstellingen (telkens vijf
instellingen voor [
Contrast
], [
Scherpte
], [
Verzadiging
] en [
Kleurtoon
]).
U kunt maximaal drie sets bewerkingsparameters instellen en opslaan.
1
Selecteer [Parameters].
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
z Parameters
]
te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
s
Het scherm voor het instellen van
bewerkingsparameters wordt weergegeven.
2
Druk op <0>.
3
Selecteer het setnummer.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om
[Set 1], [Set 2] of [Set 3] te selecteren
en druk vervolgens op <0>.
¡
De standaardparameterinstellingen voor [
Set 1
],
[
Set 2
] en [
Set 3
] zijn allemaal [
0
] (Standaard).
4
Selecteer het in te stellen item.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> om het menu-
item te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
5
Selecteer de gewenste instelling.
¡ Draai het instelwiel <5> om het
gewenste effect te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ Druk op de knop <M> om terug
te keren naar het menu.
3
Een bewerkingsparameter instellen
N
Parameter Min Plus
Contrast Laag contrast Hoog contrast
Scherpte
Minder scherpe contouren
Scherpe contouren
Verzadiging
Lage verzadiging
Hoge verzadiging
Kleurtoon
Roodachtige huidskleur
Geelachtige huidskleur
H41.book Page 58 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
59
3 Een bewerkingsparameter instellenN
Als u opnamen maakt met de bewerkingsparameter ingesteld op zwart-
wit, worden de opnamen op de CF-kaart verwerkt en vastgelegd als
zwart-wit opnamen.
1
Selecteer [B/W].
¡ Selecteer in stap 3 op pagina 58
[B/W] en druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer het in te stellen item.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> om het menu-
item te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
¡ Het [Contrast] en de [Scherpte] zijn
hetzelfde als in de tabel in stap 4 op
pagina 58.
¡
Zie pagina 60 voor meer informatie
over [
Filter effect
] en [
Toning Effect
].
3
Selecteer de gewenste instelling.
¡ Draai het instelwiel <5> om het
gewenste effect te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ Druk op de knop <M> om terug
te keren naar het menu.
¡
Als de camera weer klaar is voor het maken
van opnamen, wordt het symbool <
0
>
bovenaan in het LCD-paneel weergegeven.
Zwart-wit opnamen
¡ Voor natuurlijk uitziende zwart-wit opnamen selecteert u een geschikte
witbalans.
¡ JPEG-afbeeldingen die zijn opgenomen met de parameter ingesteld op
[B/W], kunnen niet worden omgezet naar kleur met pc-software.
H41.book Page 59 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Een bewerkingsparameter instellenN
60
Het effect van het gebruik van filters voor zwart-wit film kan ook worden
bereikt met digitale afbeeldingen. Een kleur kan helderder worden
gemaakt met een filter van (vrijwel) dezelfde kleur. Tegelijkertijd worden
de complementaire kleuren donkerder.
Als kleurtonen zijn ingesteld, worden kleurtonen toegepast op de zwart-
wit opname voordat deze wordt opgenomen op de CF-kaart. Hierdoor
kan de afbeelding er indrukwekkender uitzien.
U kunt de volgende opties selecteren:
[N:Geen] [S:Sepia] [B:Blauw] [P:Paars]
[G:Groen]
Filtereffecten
Filter Voorbeeldeffecten
N: Geen
Normale zwart-wit afbeelding
zonder filtereffecten.
Ye : Geel
De blauwe lucht ziet er natuurlijker
uit en witte wolken lijken helderder.
Or: Oranje
De blauwe lucht ziet er iets
donkerder uit. De zonsondergang
lijkt stralender.
R: Rood
De blauwe lucht ziet er behoorlijk
donker uit. Herfstbladeren lijken
droger en helderder.
G: Groen
Huidskleur en lippen zien er goed
uit. Boombladeren lijken droger en
helderder.
Toning Effect
Als u het [Contrast] instelt aan de pluskant, wordt het filtereffect duidelijker.
H41.book Page 60 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
61
De bestandsnummers zijn vergelijkbaar met de beeldnummers op een film. Er zijn twee
methoden voor bestandsnummering: [
Continu
] en [
Auto reset
]. De opnamen die u
maakt, krijgen automatisch een nummer toegewezen van 0001 tot 9999 en worden
opgeslagen in een automatisch aangemaakte map die maximaal 100 opnamen kan bevatten.
1
Selecteer [Bestandnr.].
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
c Bestandnr.
]
te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
2
Selecteer de bestandsnummeringsmethode.
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
Continu
] of [
Auto
reset
] te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
De volgorde van de bestandsnummering
wordt niet onderbroken, zelfs niet wanneer u
de CF-kaart vervangt. Zo wordt voorkomen
dat opnamen hetzelfde bestandsnummer
hebben en is het gemakkelijker om de
opnamen met een pc te beheren.
Wanneer u de CF-kaart vervangt, begint de
nummering opnieuw bij het eerste
bestandsnummer (XXX-0001). Aangezien
het bestandsnummer van de opname bij
iedere CF-kaart bij 0001 begint, kunt u de
afbeeldingen per CF-kaart archiveren.
3
Methoden voor bestandsnummering
Continu
Auto reset
XXX-0051
CF-kaart 1
XXX-0052
CF-kaart 2
Bestandsnummering na het
vervangen van de CF-kaart
Volgende opeenvolgende
bestandsnummer
XXX-0051
CF-kaart 1
XXX-0001
CF-kaart 2
Bestandsnummering na het
vervangen van de CF-kaart
Bestandsnummer is
opnieuw ingesteld
Wanneer de map met het nummer 999 wordt aangemaakt, verschijnt het bericht
[
Foldernummering vol
] op het LCD-scherm. Als vervolgens het bestand met het nummer 9999
wordt aangemaakt, verschijnt
Err CF
op het LCD-paneel en in de zoeker. Vervang de CF-kaart.
Voor zowel JPEG- als RAW-afbeeldingen begint de bestandsnaam met "IMG_". De
bestandsextensie is “.JPG” voor JPEG-afbeeldingen en “.CR2” voor RAW-afbeeldingen.
H41.book Page 61 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
62
Wanneer de camera gereed is voor opname, drukt u op de knop
<B> om de huidige camera-instellingen op het LCD-scherm te
bekijken.
De camera-instellingen
weergeven.
¡ Druk op de knop <B>.
s De huidige camera-instellingen
verschijnen op het LCD-scherm.
¡ Druk opnieuw op de knop <B>
om het LCD-scherm uit te schakelen.
B Camera-instellingen controleren
Datum/Tijd (p.34)
AEB-instelling (p.84)
WB-correctie (p.53)/
Reeksopnamen op basis van witbalans (p.54)
Bewerkingsparameters (p.57)
Kleurruimte (p.56)
Kijktijd (p.100)
Instelling voor witbalans/
kleurtemperatuur (p.52)
ISO-waarde (p.49)
Weergave van Beeldomkeren (p.101)
Automatische inschakeling uit (p.33)
Resterende capaciteit CF-kaart
Compensatie voor flitsbelichting (p.96)
Weergave van camera-instellingen
Zie “Weergave met opname-informatie” (p.104) voor meer informatie over
de afbeeldingsgegevens tijdens het afspelen.
H41.book Page 62 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
63
4
AF-, lichtmeet- en
transportmodi instellen
De zoeker beschikt over negen AF-
punten. Door het optimale AF-punt te
kiezen, kunt u opnamen met autofocus
maken terwijl u toch het gewenste
onderwerp in beeld houdt. Tevens kunt
u de AF-modus instellen op het
onderwerp of het beoogde effect.
De camera biedt modi voor evaluatieve
lichtmetingen, deelmetingen en gemiddelde
metingen met nadruk op het midden. De
camera heeft transportmodi voor enkele
opname, continu-opname en zelfontspanner.
Selecteer de lichtmeetmodus die het beste
past bij uw onderwerp of bij uw fotografische
bedoelingen.
¡ De asterisk M rechts naast de paginatitel geeft aan dat de
respectieve functie alleen beschikbaar is in de Creatief
gebruik-modi (d, s, f, a, 88
88
).
¡ In de Basisgebruik-modi worden de AF-modus, het
AF-punt, de lichtmeetmodus en de transportmodus
automatisch ingesteld.
Lichtmeetmodus
AF-modus
Transportmodi
H41.book Page 63 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
64
De AF-modus is de methode voor automatische focus. De camera heeft
drie AF-modi. One-Shot AF is geschikt voor niet-bewegende
onderwerpen, terwijl AI Servo AF geschikt is voor bewegende
onderwerpen. De modus AI Focus AF schakelt automatisch van One-
Shot AF over op AI Servo AF als het onderwerp in beweging komt. In de
Basisgebruik-modi wordt de optimale AF-modus automatisch ingesteld.
1
Op de lens stelt u de
focusinstellingsknop in op <AF>.
2
Draai het programmakeuzewiel
naar een Creatief gebruik-modus.
3
Druk op de knop <E>. (9)
4
Selecteer de AF-modus.
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>.
X: One-Shot AF
9: AI Focus AF
Z: AI Servo AF
f De AF-modus selecterenN
AF niet mogelijk als een extender (optioneel) is bevestigd en het maximaal
diafragma van de lens f/5,6 of kleiner is. Raadpleeg de instructies bij de
extender voor meer informatie.
<AF> betekent autofocus. <MF> betekent handmatige (manual) focus.
H41.book Page 64 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
65
f De AF-modus selecterenN
Door de ontspanknop half in te
drukken activeert u de AF-functie en
wordt de focus eenmaal ingesteld.
s
Het AF-punt waarop wordt scherpgesteld,
knippert kort. Op hetzelfde moment gaat
het focusbevestigingslampje <
o
> in de
zoeker branden.
s
Met evaluatieve meting wordt de belichtingsinstelling
(sluitertijd en diafragma) ingesteld op het moment dat
het onderwerp wordt scherpgesteld. De
belichtingsinstelling en de focus zijn vergrendeld zolang
de ontspanknop half is ingedrukt. (p.69) Hierdoor kunt u
de opname opnieuw samenstellen terwijl de
belichtingsinstelling en het focuspunt blijven behouden.
Zolang u de ontspanknop half
ingedrukt houdt, blijft de camera
continu scherpstellen.
¡
Deze AF-modus is geschikt voor bewegende
onderwerpen, waarbij de focusafstand telkens verandert.
s
Bij een anticiperende AF* kan de camera een
onderwerp dat zich gelijkmatig naar de camera toe of
van de camera af beweegt, scherpgesteld blijven volgen.
s De belichting wordt ingesteld op het
moment dat opname wordt gemaakt.
One-Shot AF voor niet-bewegende onderwerpen
AF-punt
Focusbevestigingslampje
AI Servo AF voor bewegende onderwerpen
Als u niet kunt scherpstellen, gaat het focusbevestigingslampje <
o
> in de zoeker knipperen. In dit geval kan
geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Maak een nieuwe beeldcompositie
en probeer opnieuw scherp te stellen. Of raadpleeg “Als autofocus niet werkt (handmatige focus)” (p.70).
In een Creatief gebruik-modus (behalve <
8
>) hoort u geen pieptoon, zelfs wanneer het onderwerp
is scherpgesteld. Het focusbevestigingslampje <
o
> in de zoeker gaat in dit geval ook niet branden.
H41.book Page 65 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
f De AF-modus selecterenN
66
* Anticiperende AF
Als het onderwerp zich met een constante snelheid naar de camera toe
of van de camera af beweegt, blijft de camera het onderwerp volgen,
waarbij de focusafstand onmiddellijk vóór het maken van de opname
wordt geanticipeerd. Met deze functie krijgt u de juiste focus op het
moment van belichting.
¡ Bij automatische selectie van het AF-punt gebruikt de camera voor
scherpstelling eerst het middelste AF-punt. Als het onderwerp zich
tijdens het scherpstellen van het middelste AF-punt af beweegt, blijft
de camera het onderwerp volgen zolang dit nog binnen het bereik
van een ander AF-punt valt.
¡ Bij een handmatig geselecteerd AF-punt, blijft het geselecteerde
AF-punt het onderwerp volgen.
De modus AI Focus AF schakelt de
AF-modus automatisch van One-Shot
AF over op AI Servo AF als het
onderwerp in beweging komt.
Als het onderwerp in beweging komt
nadat het in de One-Shot AF-modus is
scherpgesteld, signaleert de camera
deze beweging en schakelt deze
automatisch over naar AI Servo AF.
AI Focus AF voor automatisch wisselen AF-modus
Wanneer in de AI Focus AF-modus met actieve Servo-modus het
onderwerp wordt scherpgesteld, hoort u een zachte pieptoon. Het
focusbevestigingslampje <o> in de zoeker gaat niet branden.
H41.book Page 66 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
67
Het AF-punt wordt gebruikt om scherp te stellen. Het AF-punt kan
automatisch door de camera worden geselecteerd of handmatig door u.
Automatische AF-puntselectie is ingesteld in de Basisgebruik-modi en
<88
88
>. In de modi <d> <s> <f> <a> kunt u schakelen tussen
automatische en handmatige AF-puntselectie.
De camera selecteert het AF-punt automatisch, afhankelijk van de opname-
omstandigheden.
Alle AF-punten in de zoeker gaan rood branden.
Handmatig kunt u elk van de negen AF-punten selecteren. Dit is het
beste wanneer u een bepaald onderwerp wilt scherpstellen of wanneer
u snel automatisch wilt scherpstellen terwijl u de opname samenstelt.
1
Druk op de knop <S>. (9)
s Het geselecteerde AF-punt wordt
weergegeven in de zoeker en op het
LCD-paneel.
2
Selecteer het AF-punt.
¡ Terwijl u naar de zoeker of het LCD-
paneel kijkt, gebruikt u <9>.
¡
Het AF-punt dat zich bevindt in de richting
die u kiest met knop <
9
> (bijvoorbeeld
rechtsboven), wordt geselecteerd.
¡ Wanneer u <9> recht naar beneden
drukt, wordt het middelste AF-punt
geselecteerd.
¡
Wanneer u <
9
> in dezelfde richting drukt
als het momenteel geselecteerde AF-punt,
lichten alle AF-punten op en wordt
automatische AF-puntselectie ingesteld.
SAF-punt selecterenN
Automatische AF-puntselectie
Handmatige AF-puntselectie
Selecteren met de multifunctionele knop
H41.book Page 67 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
SAF-punt selecterenN
68
¡ Druk op <S> en draai aan het
instelwiel <6> of <5>.
¡
Als u het instelwiel draait, worden de AF-
punten geselecteerd in de volgorde zoals
links staat aangegeven.
Onder slechte lichtomstandigheden geeft de flitser een korte reeks
flitsen wanneer u de ontspanknop half indrukt. Zo wordt het onderwerp
verlicht zodat u eenvoudiger automatisch kunt scherpstellen.
De EOS 20D bereikt een uiterst nauwkeurige automatische scherpstelling
met lenzen met een maximaal diafragma van f/2,8 of groter.
Bij lenzen met een maximaal diafragma van f/2,8 of groter
Met het middelste AF-punt is uiterst nauwkeurige (kruiselingse) AF
mogelijk, die zowel verticaal als horizontaal gevoelig is. De kruiselingse
AF is verticaal twee keer zo gevoelig als horizontaal.
De overige acht AF-punten zijn horizontaal óf verticaal gevoelig.
Bij lenzen met een maximaal diafragma groter dan f/5,6
Het middelste AF-punt is een kruiselings AF-punt. De overige acht
AF-punten zijn horizontaal óf verticaal gevoelig.
Selecteren met het instelwiel
AF-hulplicht met de ingebouwde flitser
Maximaal diafragma en AF-gevoeligheid
¡
Denk aan het volgende wanneer u naar het LCD-paneel kijkt om het AF-punt te selecteren:
Automatische selectie , midden , rechts ,
boven
¡
Selecteer het middelste AF-punt als geen scherpstelling kan worden bereikt met
behulp van het AF-hulplicht van de speciale, externe Speedlite voor EOS-camera's.
¡ In de modi <3> <5> <7> werkt het AF-hulplicht niet.
¡
Het AF-hulplicht van de ingebouwde flitser is effectief tot een afstand van ongeveer 4 meter.
¡ Wanneer de ingebouwde flitser in Creatief gebruik-modi via de knop
<I> omhoog komt, wordt het AF-hulplicht indien nodig verzonden.
H41.book Page 68 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
69
Nadat u hebt scherpgesteld, kunt u de focus vergrendelen op een
onderwerp en de opname opnieuw samenstellen. Deze techniek noemt
men “focusvergrendeling.” Focusvergrendeling is alleen mogelijk in de
modus One-Shot AF.
1
Draai het programmakeuzewiel
naar een Creatief gebruik-modus.
2
Selecteer het AF-punt.
3
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Beweeg het AF-punt over het
onderwerp en druk de ontspanknop
half in.
4
Houd de ontspanknop half
ingedrukt om het beeld naar wens
opnieuw samen te stellen.
5
Maak de opname.
Een niet-gecentreerd onderwerp scherpstellen
Als de AF-modus AI Servo AF is (of AI Focus AF is ingesteld op Servo-
modus), werkt de focusvergrendeling niet.
Focusvergrendeling is ook mogelijk in Basisgebruik-modi (behalve <55
55
>).
Begin in dit geval bij stap 3.
H41.book Page 69 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
70
Met autofocus lukt het niet altijd om het onderwerp scherp te stellen
(het focusbevestigingslampje <o> knippert) bij de volgende
onderwerpen:
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
(a) Onderwerpen met weinig contrast
Voorbeeld: strakblauwe lucht, muren met een effen kleur, enz.
(b) Onderwerpen in slecht licht
(c) Reflecterende onderwerpen met extreem tegenlicht
Voorbeeld: wagen met reflecterende carrosserie, enz.
(d) Nabije en verre objecten die elkaar overlappen
Voorbeeld: dier in een kooi, enz.
(e) Zich herhalende patronen
Voorbeeld: vensters in een wolkenkrabber, toetsenborden, enz.
In zulke gevallen handelt u als volgt:
(1) Stel scherp op een object dat op dezelfde afstand staat als het
onderwerp, en vergrendel de focus vóórdat u de opname opnieuw
samenstelt.
(2) Stel de focusinstellingsknop op de lens in op <MF> en stel
handmatig scherp.
1
Op de lens stelt u de
focusinstellingsknop in op <MF>.
2
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Stel het beeld scherp door de
focusring op de lens te draaien totdat
u het onderwerp scherp in de zoeker
ziet.
Als autofocus niet werkt (handmatige focus)
Handmatige scherpstelling
Focusring
Als u bij handmatige focus de ontspanknop half indrukt, lichten het actieve
AF-punt en het focusbevestigingslampje <o> in de zoeker op wanneer
scherpstelling is bereikt.
H41.book Page 70 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
71
De camera heeft drie lichtmeetmodi: evaluatieve lichtmeting, deelmeting
en gemiddelde meting met nadruk op het midden. Bij de Basisgebruik-
modi wordt automatisch de instelling evaluatieve lichtmeting gebruikt.
1
Druk op de knop <Q>. (9)
2
Selecteer de lichtmeetmodus.
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>.
q: Evaluatieve meting
w: Deelmeting
e: Gemiddelde meting met nadruk
op het midden
q Evaluatieve lichtmeting
Dit is de standaardmeetmethode van de camera die zelfs geschikt is voor
onderwerpen met tegenlicht. Nadat de positie van het onderwerp, de
helderheid, de achtergrond, de condities van de voorgrond- en tegenlicht,
enzovoort zijn vastgesteld, stelt de camera de juiste belichting in.
¡ Bij handmatige focus is evaluatieve lichtmeting
gebaseerd op het middelste AF-punt.
¡ Als achtergrondbelichting en helderheid van het
onderwerp sterk verschillen (sterk achtergrondlicht of
een spotje), wordt deelmeting <w> aanbevolen.
w Deelmeting
Deze methode is effectief wanneer de achtergrond veel
helderder is dan het onderwerp (bijvoorbeeld bij tegenlicht).
Deelmeting beslaat ongeveer 9% van het midden van de zoeker.
Links ziet u het gebied dat wordt bestreken door deelmeting.
e
Gemiddelde meting met nadruk op het midden
De meting wordt bepaald in het midden, waarna een
gemiddelde voor de gehele opname wordt berekend.
qDe lichtmeetmodus selecterenN
H41.book Page 71 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
72
De camera heeft transportmodi voor enkele opname en continu-
opname. In de Basisgebruik-modi wordt de optimale transportmodus
automatisch ingesteld.
1
Druk op de knop <R>. (9)
2
Selecteer de transportmodus.
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>.
u : Enkele opname
Wanneer u de ontspanknop
helemaal indrukt, wordt een
opname gemaakt.
i : Continu-opname (maximaal 5
opnamen per seconde)
Wanneer u de ontspanknop
helemaal indrukt, worden
continu opnamen gemaakt.
j : Bediening van de
zelfontspanner (p.44)
iTransportmodus selecteren
¡
Tijdens een continu-opname worden de
vastgelegde opnamen eerst opgeslagen in het
interne geheugen van de camera en daarna pas
één voor één overgezet naar de CF-kaart. Wanneer
tijdens een continu-opname het interne geheugen vol raakt, verschijnt
buSY
op het LCD-paneel en in de zoeker, waarna de camera geen
opnamen meer kan maken. Nadat de opgeslagen opnamen zijn overgezet
naar de CF-kaart, kunt u weer opnamen maken. Druk de ontspanknop
half in om in de rechterbenedenhoek van de zoeker het resterende aantal
opnamen te controleren voor een maximale opnamereeks.
¡ Als “FuLL CFin de zoeker en op het LCD-paneel verschijnt, dient u te
wachten totdat de lees-/schrijfindicator niet meer knippert, waarna u de
CF-kaart kunt vervangen.
¡ Het maximumaantal opnamen is iets lager als het batterijniveau laag is.
Maximale opnamereeks
H41.book Page 72 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
73
5
Geavanceerd gebruik
Met de Creatief gebruik-modi
kunt u de sluitertijd of
diafragmawaarde instellen om
het gewenste resultaat te
krijgen. U hebt de controle over
de camera.
¡ De asterisk M rechts naast de paginatitel geeft aan dat de
respectieve functie alleen beschikbaar is in de Creatief
gebruik-modi (d, s, f, a, 8).
¡ Als u de ontspanknop half indrukt en weer loslaat, blijft door
de timerbewerking de informatie op het LCD-paneel en in
de zoeker nog ongeveer 4 seconden staan (0).
¡
Raadpleeg “Tabel met functiemogelijkheden (p.148) als u wilt
zien wat kan worden ingesteld in de Creatief gebruik-modi.
C
r
e
a
t
i
e
f
g
e
b
r
u
i
k
Stel eerst de schakelaar <4> in op <J>.
H41.book Page 73 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
74
Evenals de modus <
1
> (volautomatisch),
betreft het hier een algemene modus voor het
maken van opnamen. De camera stelt
automatisch de sluitertijd en diafragmawaarde
in die het beste passen bij de helderheid van
het onderwerp. Dit heet Programma AE.
* <d> staat voor programma
*
AE
betekent Auto Exposure (automatische belichting)
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <d>.
2
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Kijk door de zoeker en richt een
willekeurig AF-punt op het
onderwerp. Druk de ontspanknop
vervolgens half in.
3
Kijk op de display.
s De sluitertijd en de diafragmawaarde
worden automatisch ingesteld en
weergegeven in de zoeker en op het
LCD-paneel.
¡ De belichting is correct zolang de
sluitertijd- en de
diafragmawaardeweergave niet
knipperen.
4
Maak de opname.
¡ Stel de opname samen en druk de
ontspanknop helemaal in.
d
AE-programma
AF-punt
Sluitertijd
Diafragma
H41.book Page 74 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
75
d AE-programma
¡
Als “
30"
en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake
van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser.
¡
Wanneer “
8000
en de minimumdiafragmawaarde
knipperen, is er sprake van overbelichting. Verlaag de
ISO-waarde of gebruik een ND-filter (optioneel) om de
hoeveelheid licht te verminderen die de lens binnenkomt.
Verschillen tussen <d> en <1> (Volautomatisch)
¡ In beide modi kunt u de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde
naar wens wijzigen (programmeren).
¡
In de modus <
d
> kunt u de functies hieronder instellen of gebruiken, maar niet in de modus <
1
>
.
Het programma kiezen
¡
In de Programma AE-modus kunt u naar wens de door de camera ingestelde
combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde (programma) wijzigen en toch
dezelfde belichtingswaarde handhaven. Dit wordt programmakeuze genoemd.
¡
Hiervoor drukt u de ontspanknop half in en draait u vervolgens aan het instelwiel
<
6
> totdat de gewenste sluitertijd of diafragmawaarde wordt weergegeven.
¡
Programmakeuze wordt automatisch geannuleerd nadat de opname is gemaakt.
¡ Als u een flitser gebruikt, kunt u het programma niet kiezen.
Opname-instellingen
¡ AF-modusselectie
¡ AF-puntselectie
¡ Selectie van opnamestand
¡ Selectie van lichtmeetmodus
¡ Programmakeuze
¡ Belichtingscompensatie
¡ AEB
¡
AE-vergrendeling met de knop <
A
>
¡ Preview scherptediepte
¡
Alle camera-instellingen wissen
¡ Pers. voorkeuren (C.Fn)
¡
Persoonlijke voorkeuren wissen
¡ Sensor schoonmaken
Flitsinstellingen (ingebouwde flitser)
¡ Flitser aan/uit
¡ Flitsbelichtingsvergrendeling
¡
Flitsbelichtingscompensatie
Flitsinstellingen (Speedlite van de EX-serie)
¡
Handmatige/stroboscopische flitser
¡ High-speed flitssync. (FP-flits)
¡ Flitsbelichtingsvergrendeling
¡ Flitsverhoudingsbeheer
¡ Flitsbelichtingscompensatie
¡ Reeksopnamen met flitser (FEB)
¡ 2e-gordijnsynchronisatie
¡
Voorafgaande controle schaduwpartijen
Beeldregistratie-instellingen
¡
Selectie van RAW en RAW+JPEG
¡ ISO-waarde
¡ Witbalansselectie
¡ Aangepaste witbalansselectie
¡ Witbalanscorrectie
¡
Reeksopnamen op basis van witbalans
¡ Instelling van kleurtemperatuur
¡ Selectie van kleurruimte
¡ Instelling verwerkingsparameter
H41.book Page 75 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
76
In deze modus stelt u de sluitertijd in en kiest de camera automatisch de
diafragmawaarde die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-
sluiterprioriteit. Met een snelle sluitertijd kan de beweging van een snelbewegend
onderwerp worden opgenomen en met een langzame sluitertijd kan het
onderwerp onscherp worden weergegeven om de indruk van beweging te geven.
* <s> staat voor tijdwaarde (time value).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <s>.
2
Stel de gewenste sluitertijd in.
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>.
¡ Dit kan worden ingesteld in stappen
van 1/3.
3
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Druk de ontspanknop half in.
s
De diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld.
4
Kijk in de zoeker en maak een foto.
¡ Wanneer de diafragmawaarde niet
knippert, is de belichting goed.
s
AE-sluiterprioriteit
Snelle sluitertijd Langzame sluitertijd
H41.book Page 76 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
77
s AE-sluiterprioriteit
¡ Wanneer de maximumdiafragmawaarde knippert, is er
sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel
<6> om een langzamere sluitertijd in te stellen, totdat
de diafragmawaarde niet meer knippert.
¡ Wanneer de minimumdiafragmawaarde knippert, is er
sprake van overbelichting. Draai aan het instelwiel
<6> om een snellere sluitertijd in te stellen totdat de
diafragmawaarde niet meer knippert, of verlaag de ISO-
waarde.
Weergave sluitertijd
De sluitertijden van 8000tot “4geven de noemer van de breuk van de
sluitertijd aan. Bijvoorbeeld:125betekent 1/125 seconde, 0"6betekent
0,6 seconde en “15"is 15 seconden.
H41.book Page 77 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
78
In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en kiest de camera
automatisch de sluitertijd die past bij de helderheid van het onderwerp.
Dit heet AE-diafragmaprioriteit. Hoe kleiner het diafragma (groter
f/getal), hoe groter de scherptediepte (bereik van de acceptabele focus).
Hoe groter het diafragma (kleiner f/getal), hoe kleiner de scherptediepte.
* <f> staat voor diafragmawaarde (aperture value).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <f>.
2
Stel de gewenste
diafragmawaarde in.
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>.
¡ Dit kan worden ingesteld in stappen
van 1/3.
3
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Druk de ontspanknop half in.
s
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld.
4
Kijk in de zoeker en maak een foto.
¡ Zolang de sluitertijd niet knippert, is
de belichting goed.
f
AE-diafragmaprioriteit
Met een groot diafragma Met een klein diafragma
H41.book Page 78 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
79
f AE-diafragmaprioriteit
¡ Als de “30"”-sluitertijd knippert, is er sprake van
onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een
groter diafragma (lager f/getal) in te stellen totdat het
knipperen stopt, of stel een hogere ISO-waarde in.
¡ Wanneer de 8000”-sluitertijd knippert, is er sprake van
overbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een
kleiner diafragma (hoger f/getal) in te stellen totdat het
knipperen stopt, of stel een lagere ISO-waarde in.
Weergave diafragmawaarde
Hoe groter het f/getal, hoe kleiner de diafragmaopening. De weergegeven
diafragmawaarden kunnen variëren. Dit is afhankelijk van de lens. Als er
geen lens op de camera zit, wordt 00” weergegeven als diafragmawaarde.
Druk op de knop Preview scherptediepte
om het huidige diafragma te selecteren.
Het diafragma in the lens wordt ingesteld
op het huidige diafragma zodat uw de
scherptediepte (bereik van aanvaardbare
focus) in de zoeker kunt controleren.
Preview scherptediepte
N
¡ In de modus <8> drukt u de ontspanknop half in om scherp te
stellen, en daarna de knop Preview scherptediepte terwijl u de
ontspanknop half ingedrukt houdt.
¡ De belichting is vergrendeld (AE-vergrendeling) terwijl de knop Preview
scherptediepte wordt ingedrukt.
H41.book Page 79 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
80
In deze modus stelt u zowel de sluitertijd
als het diafragma in. Raadpleeg de
indicator voor het belichtingsniveau in de
zoeker of gebruik de aparte
belichtingsmeter om de belichting te
bepalen. Deze methode wordt
handmatige belichting genoemd.
* <a> staat voor handmatig (manual).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <a>.
2
Stel de gewenste sluitertijd in.
¡ Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>.
3
Stel de gewenste
diafragmawaarde in.
¡ Zet de schakelaar <4> op <J>
en draai, terwijl u naar het LCD-
paneel kijkt, aan het instelwiel <5>.
4
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Druk de ontspanknop half in.
s De belichtingsinstelling wordt
weergegeven in de zoeker en op het
LCD-paneel.
¡ Het pictogram voor het
belichtingsniveau <s> geeft aan hoe
ver u bent verwijderd van het
standaardbelichtingsniveau.
a
Handmatige belichting
Teken belichtingsniveau
Standaardbelichtingsindex
H41.book Page 80 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
81
a Handmatige belichting
5
Stel de belichting in.
¡ Controleer het belichtingsniveau en
stel de sluitertijd en het diafragma in.
6
Maak de opname.
: Standaardbelichtingsniveau.
: Stel een tragere sluitertijd of
een groter diafragma in om
het standaardbelichtings-
niveau in te stellen.
: Stel een snellere sluitertijd
of een kleiner diafragma in
om het standaardbelich-
tingsniveau in te stellen.
Als het teken voor het belichtingsniveau <s> knippert bij het niveau <G> of
<F>, betekent dit dat het belichtingsniveau ±2 stappen boven de
standaardbelichting ligt.
H41.book Page 81 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
82
Met deze modus verkrijgt u automatisch een bredere scherptediepte tussen een
onderwerp dat zich dichtbij bevindt en een onderwerp dat zich verderaf bevindt. Deze
modus is handig voor groepsfoto's en landschappen. De camera gebruikt de negen
AF-punten om de dichtstbijzijnde en verst verwijderde onderwerpen scherp te stellen.
* <8> betekent automatische scherptediepte.
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <8>.
2
Stel scherp op het onderwerp.
¡
Beweeg het AF-punt over het onderwerp
en druk de ontspanknop half in. (
0
)
¡ Alle onderwerpen die onder de AF-
punten vallen die rood knipperen,
worden scherpgesteld.
¡
Houd de sluiterknop half ingedrukt en
druk op de knop Preview scherptediepte
(p.79) om de scherptediepte te zien
(bereik van acceptabele focus).
3
Maak de opname.
¡ Als de belichtingsinstelling niet
knippert, is de belichting goed.
8
Automatische AE-scherptediepte
¡
De modus <
8
> is niet beschikbaar als de focusinstellingsknop van de
lens is ingesteld op <
MF
>. Het resultaat is hetzelfde als bij de modus <
d
>.
¡
Als de
30"
”-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde.
¡ Wanneer de 8000”-sluitertijd knippert, is er sprake van overbelichting.
Verlaag de ISO-waarde.
¡
Wanneer de diafragmawaarde knippert, betekent dit dat het belichtingsniveau
goed is, maar dat de gewenste scherptediepte niet kan worden bereikt.
Gebruik een breedhoeklens of ga verder van het onderwerp afstaan.
¡
In deze opnamemodus kunt u niet zo maar de sluitertijd en het diafragma wijzigen. Houd
de camera stil of gebruik een statief wanneer de camera een trage sluitertijd instelt.
¡ Als u de flitser gebruikt, is het resultaat hetzelfde als wanneer u <d>
met flits gebruikt.
H41.book Page 82 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
83
Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling te wijzigen die is ingesteld
door de camera. U kunt het beeld lichter (vergrote belichting) of donkerder (verminderde belichting)
laten lijken. U kunt de flitsbelichtingscompensatie instellen op ±2 stappen in verhogingen van 1/3.
1
Draai het programmakeuzewiel naar een willekeurige
Creatief gebruik-modus, behalve <
a
>.
2
Controleer de belichtingsniveau-indicator.
¡
Druk de ontspanknop half in en
controleer de belichtingsniveau-indicator.
3
Stel de waarde voor de belichtingscompensatie in.
¡
Zet de schakelaar <
4
> op <
J
> en
draai, terwijl u naar de zoeker of het LCD-
paneel kijkt, aan het instelwiel <
5
>.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> terwijl u de
ontspanknop half indrukt of binnen (
0
)
nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt.
¡
Om de belichtingscompensatie te annuleren,
stelt u deze weer in op <
E
>.
4
Maak de opname.
Belichtingscompensatie instellenN
Vergrote belichting
Verminderde belichting
Standaardbelichtingsindex
Teke n
belichtingsniveau
Verminderde belichting
Vergrote
belichting
¡ De belichtingscompensatie blijft van toepassing, zelfs nadat u de
schakelaar <4> op <2> hebt gezet.
¡ Wanneer de standaardbelichtingsinstelling 1/125 seconde en f/8,0 is en
u stelt de belichtingscompensatie in op plus of min één stap, is dit
hetzelfde als wanneer u de sluitertijd of het diafragma als volgt instelt:
¡
Let op dat u niet per ongeluk aan het instelwiel <
5
> draait en de belichtingscompensatie
onbedoeld wijzigt. Voorkom dit door de schakelaar <
4
> op <
1
> te zetten.
-1 stap , 0 / +1 stap
Sluitertijd 250 , 125 / 60
Diafragmawaarde 11 , 8,0 / 5,6
H41.book Page 83 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
84
Als de sluitertijd of het diafragma automatisch worden gewijzigd, wordt
het belichtingsniveau gewijzigd tot ±2 stappen met tussenstappen van
1/3 voor drie opeenvolgende opnamen. Dit worden reeksopnamen met
automatische belichting (AEB) genoemd.
1
Selecteer [AEB].
¡
Draai het wiel <
5
> om [
z
AEB
] te
selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
2
Stel de waarde voor AEB in.
¡ Draai het instelwiel <5> om de
waarde voor AEB in te stellen en druk
vervolgens op <0>.
s
Het symbool <
h
> en de AEB-waarde
worden weergegeven op het LCD-paneel.
3
Maak de opname.
s
De drie opnamen van de reeks worden in deze
volgorde weergegeven: standaardbelichting,
verminderde belichting en vergrote belichting.
s
Het respectieve aantal reeksopnamen wordt (zoals
links afgebeeld) weergegeven telkens wanneer een
opname van een reeks wordt gemaakt.
s Voor de opnamen wordt de huidige
transportmodus (p.72) gebruikt.
3
Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)
N
Standaardbelichting Verminderde belichting Vergrote belichting
Aantal reeksopnamen
(AEB)
Standaardbelichting
V
erminderde belichting
Vergrote belichting
H41.book Page 84 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
85
3 Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N
¡ Volg stappen 1 en 2 om de AEB-
waarde in te stellen op
<>.
¡ AEB wordt ook automatisch
geannuleerd als u de schakelaar
<4> op <2> zet, de lens
vervangt, de flitser gebruiksklaar is of
wanneer u de batterij of de CF-kaart
vervangt.
AEB annuleren
Flits- noch bulbbelichting kunnen worden gebruikt met AEB.
¡ Als de transportmodus is ingesteld op continu (i), dan zullen de drie
reeksopnamen achter elkaar worden genomen, waarna de opname
automatisch stopt. Als de transportmodus staat ingesteld op enkele
opname (u), moet u de ontspanknop driemaal indrukken.
¡ Als de zelfontspanner is ingesteld, zullen de drie reeksopnamen continu
worden genomen.
¡ Als C.Fn-12-1 is ingesteld op Spiegel opklappen en AEB is ingesteld,
wordt slechts één opname van de reeks tegelijk gemaakt, zelfs als de
transportmodus is ingesteld op continu.
¡ AEB kan ook worden gecombineerd met belichtingscompensatie.
H41.book Page 85 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
86
Met AE-vergrendeling kunt u de belichting op een plaats vergrendelen die afwijkt
van het focuspunt. Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de opname
opnieuw samenstellen terwijl u de gewenste belichtingsinstelling handhaaft. Dit
heet AE-vergrendeling. Dit is geschikt voor onderwerpen met tegenlicht.
1
Stel scherp op het onderwerp.
¡ Druk de ontspanknop half in.
s
De belichtingsinstelling wordt weergegeven.
2
Druk op de knop <A>. (0)
s <A> verschijnt in de zoeker om aan
te geven dat de belichtingsinstelling is
vergrendeld (AE-vergrendeling).
¡ Iedere keer wanneer u de knop <A>
indrukt, wordt de huidige
belichtingsinstelling vergrendeld.
3
Bepaal de compositie opnieuw en
maak de opname.
¡
Als u de AE-vergrendeling wilt
handhaven terwijl u meerdere opnamen
maakt, houdt u de knop <
A
> ingedrukt
en drukt u de ontspanknop in om nog
een opname te maken.
AAE-vergrendelingN
Indicator AE-vergrendeling
¡ Als One-Shot AF of AI Focus AF is ingesteld (en AI Servo AF niet),
wordt, als u de ontspanknop half indrukt om scherp te stellen,
tegelijkertijd AE-vergrendeling ingesteld.
¡ Het effect van AE-vergrendeling is afhankelijk van het AF-punt en de
lichtmeetmodus. Zie “AE-vergrendeling” (p.149) voor meer informatie.
H41.book Page 86 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
87
Als bulb is ingesteld, blijft de sluiter open terwijl u de ontspanknop volledig indrukt,
en wordt deze gesloten als u de ontspanknop los laat. Dit wordt bulbbelichting
genoemd. Gebruik de instelling voor bulbbelichting voor nachtopnamen, vuurwerk,
de sterrenhemel en andere opnamen waarvoor een lange belichting vereist is.
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <a>.
2
Stel de sluitertijd in op “buLb.
¡ Kijk op het LCD-paneel en draai aan
het instelwiel <6> om “buLbte
selecteren.
¡ De instelling na “30"is “buLb.”
3
Stel de gewenste
diafragmawaarde in.
¡ Zet de schakelaar <4> op <J>
en draai, terwijl u naar het LCD-
paneel kijkt, aan het instelwiel <5>.
4
Maak de opname.
¡ Druk de ontspanknop helemaal in.
s
De verstreken belichtingstijd wordt op
het LCD-paneel weergegeven. (Er wordt
1 tot 999 seconden weergegeven.)
¡ De belichting gaat door zolang u de
ontspanknop ingedrukt houdt.
Bulbopnamen
Verstreken belichtingstijd
Aangezien bulbopnamen meer ruis bevatten dan normaal, ziet de opname
er ruw en korrelig uit.
¡ Bulbopnamen kunnen er korrelig uitzien doordat ze ruis bevatten. U kunt
ruis verminderen door C.Fn-02 [Lange sluitertijd ruisred.] in te stellen
op [1:Aan] (p.141).
¡
Het gebruik van de Afstandsbediening RS-80N3 of de Afstandsbediening
met timer TC-80N3 (beide optioneel) wordt aanbevolen voor bulbopnamen.
H41.book Page 87 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
88
Het opklappen van de spiegel is mogelijk als C.Fn-12 [
Spiegel opklappen
]
is ingesteld op [
1: Activeren
] (p.144). De spiegel kan worden opgeklapt
onafhankelijk van het tijdstip waarop de belichting wordt uitgevoerd. Hierdoor
wordt voorkomen dat de spiegel trillingen veroorzaakt en de opname er wazig
uitziet bij close-ups of wanneer een supertelelens wordt gebruikt. Stel de
persoonlijke voorkeuren in via [
c
Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)
].
1
Druk de ontspanknop
helemaal in.
s De spiegel wordt opgeklapt.
2
Druk de ontspanknop weer
helemaal in.
s
De opname wordt gemaakt en de spiegel
wordt weer naar beneden geklapt.
Spiegel opklappenN
¡ Bij zeer fel licht, zoals op het strand of tijdens het skiën op een zonnige
dag, maakt u de opname direct na het opklappen van de spiegel.
¡
Richt de lens niet direct op de zon wanneer de spiegel is opgeklapt. De
warmte van de zon kan de sluitergordijnen verschroeien en beschadigen.
¡
Als u bulbbelichting gebruikt in combinatie met de zelfontspanner en
Spiegel opklappen, moet u de ontspanknop volledig ingedrukt blijven
houden (2 seconden zelfontspanner + tijd voor bulbbelichting). Als u de
ontspanknop loslaat tijdens het aftellen van de zelfontspanner, hoort u wel
het geluid van de ontspanknop. Er wordt echter geen opname gemaakt.
¡
Bij het opklappen van de spiegel wordt de transportmodus voor enkele opnamen
ingeschakeld, ongeacht de huidige instelling van de transportmodus (enkel of continu).
¡
Als u de zelfontspanner en Spiegel opklappen gebruikt, wordt de opname genomen
2 seconden nadat de spiegel is opgeklapt, als u de ontspanknop volledig indrukt.
¡ De spiegel wordt opgeklapt en wordt na 30 seconden automatisch weer
neergeklapt. Wanneer u de ontspanknop opnieuw helemaal indrukt, gaat
de spiegel weer omhoog.
¡
Het gebruik van de Afstandsbediening RS-80N3 of de Afstandsbediening
met timer TC-80N3 (beide optioneel) wordt aanbevolen voor bulbopnamen.
H41.book Page 88 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
89
Het LCD-paneel is voorzien van verlichting.
Elke keer dat u op de knop <
U
> drukt, wordt
de verlichting van het LCD-paneel in- (
9
) of
uitgeschakeld. Gebruik de verlichting als u
het LCD-paneel in het donker wilt lezen. De
verlichting wordt automatisch uitgeschakeld
nadat de opname is gemaakt.
ULCD-paneelverlichting
Als u een opnameknop indrukt of aan het programmakeuzewiel draait terwijl
het LCD-paneel is verlicht, blijft de verlichting langer branden.
Het gebruik van de oculairdop
Tijdens het gebruik van de zelfontspanner of van de afstandsbediening
(optioneel) bedekt uw oog het oculair van de zoeker niet, en kan er
verspreid licht in de zoeker doordringen, wat een nadelige invloed heeft
op de belichting op het moment van de opname. Gebruik in dergelijke
gevallen de oculairdop (p.17).
1
Verwijder de oculairdop.
¡ Duw de oculairdop van onderaf
omhoog.
2
De oculairdopafdekking
bevestigen.
¡ Schuif de oculairdopafdekking in de
desbetreffende gleuf naar beneden
om deze te bevestigen.
H41.book Page 89 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
90
U kunt de pieptoon uitzetten zodat u deze niet hoort in een
opnamemodus.
1
Selecteer [Pieptoon].
¡ Draai het instelwiel <5> om [z
Pieptoon] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
2
Selecteer [Uit].
¡ Draai het instelwiel <5> om [Uit] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
3
De pieptoon uitzetten
3
Herinnering CF-kaart
Hierdoor wordt voorkomen dat er opnamen worden gemaakt als er
geen CF-kaart in de camera zit. Deze instelling kan in alle opnamemodi
worden gekozen.
1
Selecteer [Foto zonder CF].
¡ Draai het instelwiel <5> om [z
Foto zonder CF] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer [Uit].
¡ Draai het instelwiel <5> om [Uit] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
Als [
Uit
] is ingesteld en u op de ontspanknop drukt terwijl er geen CF-kaart in
de camera zit, wordt “no CF (Geen CF-kaart) weergegeven in de zoeker.
H41.book Page 90 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
91
6
Flitsfotografie
De ingebouwde flitser of een
speciale EOS Speedlite uit de EX-
serie maken automatische E-TTL II-
flitsopname mogelijk (evaluatieve
flitsmeting met voorflits), waardoor
flitsfotografie net zo eenvoudig
wordt als het maken van normale
opnamen. Het resultaat is natuurlijk
ogende flitsopnamen. In de
Basisgebruik-modi (behalve <3>
<5> <7>) is flitsfotografie
volautomatisch. In de Creatief
gebruik-modi kan de flits naar eigen
inzicht worden gebruikt.
Stel eerst de schakelaar <4> in op <J>.
H41.book Page 91 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
92
Met automatische E-TTL II-flits worden uiterst nauwkeurige en
consistente flitsopnamen verkregen.
Indien noodzakelijk komt de ingebouwde flitser automatisch naar
boven bij slechte lichtomstandigheden of tegenlicht (behalve in de modi
<3> <5> <7>).
Ongeacht het lichtniveau kunt u de knop <D> indrukken om de
ingebouwde flitser te voorschijn te laten komen.
d : Voor volautomatische flitsfotografie. De sluitertijd (1/60 sec. -
1/250 sec.) en diafragmawaarde worden automatisch ingesteld,
net als in de modus <1> (volautomatisch).
s : Wanneer u de sluitertijd wilt instellen (30 sec. - 1/250 sec.).
De camera stelt automatisch het flitsdiafragma in zodat u een
bij de sluitertijd passende belichting krijgt.
f
:
Wanneer u de diafragmawaarde wilt instellen.
De camera stelt
automatisch de sluitertijd (30 sec. - 1/250 sec.) in
zodat u een
bij het diafragma passende belichting krijgt. Bij donkere
achtergronden zoals een nachthemel, wordt een trage synchronisatie
ingesteld zodat zowel het onderwerp als de achtergrond juist worden
belicht. Het hoofdonderwerp wordt belicht door de flitser, terwijl de
achtergrond met een trage sluitertijd wordt belicht.
¡ Omdat opnamen met automatische trage synchronisatie een
trage sluitertijd hebben, dient u altijd een statief te gebruiken.
¡
Indien u niet wilt dat een trage sluitertijd wordt ingesteld, stelt u C.Fn-03 [
Flits
sync snelheid AV mode
] in op [
1: 1/250 sec. (vast)
]. (p.141)
a : U kunt de sluitertijd (bulb of 30 sec. - 1/250 sec.) en de
diafragmawaarde instellen. Het hoofdonderwerp wordt op de
juiste wijze belicht door de flitser. De achtergrondbelichting
varieert afhankelijk van de sluitertijd en het diafragma.
8
: Het resultaat met de flitser zal hetzelfde zijn als in de modus <
d
>.
Het gebruik van de ingebouwde flitser
De ingebouwde flitser gebruiken in Basisgebruik
De ingebouwde flitser gebruiken in Creatief gebruik
H41.book Page 92 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
93
Het gebruik van de ingebouwde flitser
Bereik van de ingebouwde flitser
Met EF-S17-85mm f/4-5,6 IS USM [m]
ISO-waarde Groothoek: 17 mm Zoomlens: 85 mm
100 Ongeveer 1 - 3,3 Ongeveer 1 - 2,3
200 Ongeveer 1 - 4,6 Ongeveer 1 - 3,3
400 Ongeveer 1 - 6,5 Ongeveer 1 - 4,6
800 Ongeveer 1 - 9,2 Ongeveer 1 - 6,5
1600 Ongeveer 1 - 13,0 Ongeveer 1 - 9,2
H: 3200 Ongeveer 1 - 18,4 Ongeveer 1 - 13,0
Met EF-S18 - 55 mm f/3,5 - 5,6 [m]
ISO-waarde Groothoek: 18 mm Zoomlens: 55 mm
100 Ongeveer 1 - 3,7 Ongeveer 1 - 2,3
200 Ongeveer 1 - 5,3 Ongeveer 1 - 3,3
400 Ongeveer 1 - 7,4 Ongeveer 1 - 4,6
800 Ongeveer 1 - 10,5 Ongeveer 1 - 6,6
1600 Ongeveer 1 - 14,9 Ongeveer 1 - 9,2
H: 3200 Ongeveer 1 - 21,0 Ongeveer 1 - 13,1
¡
Als u de ingebouwde flitser gebruikt, moet u een afstand van ten minste 1 meter tot het onderwerp
aanhouden. Als u dichterbij komt, zal het flitslicht gedeeltelijk door de lens worden geblokkeerd.
¡
Als u de ingebouwde flitser gebruikt, verwijder dan een eventuele zonnekap
van de lens. Een zonnekap zal het flitslicht gedeeltelijk blokkeren.
¡
Als er een zoomlens of een snelle lens met een groot diafragma is bevestigd,
kan deze ook een deel van het dekkingsgebied van de flitser wegnemen. Het
gebruik van een Speedlite uit de EX-serie (optioneel) wordt aanbevolen.
¡
Het dekkingsgebied van de ingebouwde flitser is alleen effectief bij lenzen
met een brandpuntafstand van minimaal 17 mm. Wanneer de lens kleiner
is dan 17 mm, zal het gebied rondom de flitsopname er donker uitzien.
¡ Duw de flitser weer naar beneden, als u deze niet wilt gebruiken.
¡ Zelfs wanneer u de sluitertijd sneller instelt dan 1/250 sec., wordt deze in
de modi <s> <a> automatisch ingesteld op 1/250 sec.
¡
Wanneer het onderwerp niet met autofocus kan worden scherpgesteld, wordt het AF-
hulplicht automatisch verzonden (behalve in de modi <
3
> <
5
> <
7
>). (p.68)
H41.book Page 93 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Het gebruik van de ingebouwde flitser
94
Als er wordt geflitst in een omgeving met weinig licht, kunnen de ogen
van het onderwerp op de foto rood zijn. “Rode ogen” ontstaan wanneer
het licht van de flitser door het netvlies wordt geflecteerd. De rode
ogen-reductiefunctie van de camera zorgt ervoor dat de rode ogen-
reductielamp kort licht uitzendt waardoor de pupildiameters of irissen
van de persoon zich vernauwen. Een kleinere pupil vermindert de kans
op rode ogen. De rode ogen-reductie kan in iedere opnamemodus
worden ingesteld behalve in <3> <5> <7>.
1
Selecteer [R.ogen Aan/Uit].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[z R.ogen Aan/Uit] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer [Aan].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [Aan] en druk vervolgens
op <0>.
Rode ogen-reductie gebruiken
¡ Als u de ontspanknop half indrukt,
verschijnt de indicator van de rode
ogen-reductielamp in de zoeker.
¡
De rode ogen-reductie werkt alleen als de persoon in
kwestie naar de rode ogen-reductielamp kijkt. Zeg
tegen de persoon dat hij/zij naar de lamp moet kijken.
¡
Om het effect van de rode ogen-reductie te vergroten,
moet de ontspanknop geheel worden ingedrukt nadat
de indicator van de rode ogen-reductielamp (die
ongeveer 1,5 sec. brandt) is geactiveerd.
¡
U kunt op ieder moment een opname maken door de ontspanknop geheel
in te drukken, zelfs als de rode ogen-reductielamp nog steeds brandt.
¡
De effectiviteit van de rode ogen-reductie varieert van onderwerp tot onderwerp.
¡ De rode ogen-reductie is effectiever in lichtere ruimten of wanneer de
camera zich dichter bij het onderwerp bevindt.
Rode ogen-
reductielamp
aan-indicator
H41.book Page 94 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
95
Het gebruik van de ingebouwde flitser
Flitsbelichtingsvergendeling zorgt voor een correcte flitsbelichting en
vergrendelt deze waarde voor ieder deel van een onderwerp.
1
Controleer of het pictogram <D>
aanwezig is.
¡ Druk op de knop <D> om de
ingebouwde flitser te voorschijn te
laten komen.
¡ Controleer in de zoeker of het
pictogram <D> aanwezig is.
2
Stel scherp op het onderwerp.
¡
Druk de ontspanknop half in. Blijf de
ontspanknop half indrukken tot stap 4.
3
Druk op de knop <A>.
s De Speedlite flitst kort voor en slaat
het benodigde flitsvermogen op in het
geheugen. (8)
s In de zoeker wordt FEL
weergegeven en licht <A> op.
¡ Elke keer als u op de knop <A>
drukt, wordt er voorgeflitst en wordt
het benodigde flitsvermogen in het
geheugen opgeslagen.
4
Maak de opname.
¡ Stel de opname samen en druk de
ontspanknop helemaal in.
s Er wordt geflitst om de opname te
maken.
AFlitsbelichtingsvergrendelingN
Deelmeting
Als het onderwerp te ver weg en buiten het effectieve bereik van de flitser is, zal het pictogram
<
D
> gaan knipperen. Ga dichterbij het onderwerp staan en herhaal de stappen 2 tot 4.
H41.book Page 95 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Het gebruik van de ingebouwde flitser
96
Net als bij de gewone belichtingscompensatie kunt u ook een
belichtingscompensatie voor flitslicht instellen. U kunt de
flitsbelichtingscompensatie instellen op ±2 stappen in stappen van 1/3.
1
Druk op de knop <Q>. (9)
2
Stel de waarde voor de
belichtingscompensatie in.
¡ Zet de schakelaar <4> op <J>
en terwijl u naar het LCD-paneel of in
de zoeker kijkt, draait u aan het
instelwiel <5>.
¡ Om de flitsbelichtingscompensatie
te annuleren, stelt u deze waarde
in op <E>.
3
Maak de opname.
yFlitsbelichtingscompensatieN
Vergrote belichting
Verminderde belichting
Standaardbelichtingsindex
Vergrote
belichting
Verminderde
belichting
Teke n
belichtingsniveau
¡ De belichtingscompensatie blijft van toepassing, zelfs nadat u de
schakelaar <4> op <2> hebt gezet.
¡ De procedure is hetzelfde bij Speedlites uit de EX-serie. De
flitsbelichtingscompensatie kan worden ingesteld met de camera.
H41.book Page 96 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
97
Met de voor speciale EOS Speedlite-flitsers uit de EX-serie is flitsfotografie
net zo eenvoudig als het maken van normale opnamen. De hieronder
beschreven flitserfuncties kunt u eenvoudig gebruiken. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de Speedlite voor gedetailleerde instructies.
¡¡
¡¡
Automatische E-TTL II-flitsopname
E-TTL II is een nieuw automatisch belichtingssysteem voor flitsopnamen met verbeterde
flitsbelichtingscontrole en informatie over de lensfocusafstand dat nauwkeuriger werkt
dan het vorige E-TTL-systeem (evaluatieve flitsmeting met voorflits). De camera kan
automatische E-TTL II-flitsopnamen maken met elke Speedlite uit de EX-serie.
• High-speed flitssynchronisatie (FP-flits)
Met high-speed flitssynchronisatie kunt u een synchronisatiesnelheid instellen
die sneller is dan 1/250 sec.
• Flitsbelichtingsvergrendeling
Druk op de knop <A> op de camera om de flitsbelichting te vergrendelen op
een bepaald deel van het onderwerp.
• Flitsbelichtingscompensatie
U kunt de flitsbelichtingscompensatie op dezelfde manier instellen als normale
belichtingscompensatie. De flitsbelichtingscompensatie kan worden ingesteld
op ±3 stappen in verhogingen van 1/3.
• FEB (reeksopnamen met flitser)
Het flitsvermogen wordt automatisch gewijzigd voor drie opeenvolgende opnamen
(alleen met Speedlites die compatibel zijn met FEB). De reeksopnamen met
flitsbelichting kunnen worden ingesteld op ±3 stappen in verhogingen van 1/3.
• Draadloze E-TTL II-autoflits met meerdere Speedlites
Net als bij de bedrade, meervoudige Speedlites, biedt E-TTL II draadloze autoflits met
meerdere Speedlites alle bovengenoemde functies. Omdat hierbij geen
verbindingskabels nodig zijn, is een flexibelere en geavanceerde belichtingsopstelling
mogelijk (alleen met Speedlites die geschikt zijn voor draadloos gebruik).
Bij de Speedlites uit de series EZ, E, EG, ML, en TL kan de flitser
niet flitsen in de automatische TTL- of A-TTL-flitsmodus. Gebruik
de modus voor handmatig flitsen indien beschikbaar.
Externe EOS-Speedlites gebruiken
Met de Speedlites uit de EX-serie
Over Speedlites uit de series EZ/E/EG/ML/TL
H41.book Page 97 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Externe EOS-Speedlites gebruiken
98
¡ Wanneer u een externe Speedlite gebruikt, duwt u de ingebouwde flitser
naar beneden voordat u de externe Speedlite bevestigt.
¡ De Speedlite flitst niet als de flitsmodus van de Speedlite uit de EX-serie
via de persoonlijke voorkeuren is ingesteld op automatische TTL-flits.
¡
Als het onderwerp niet met autofocus kan worden scherpgesteld, wordt het AF-
hulplicht van de externe EOS-Speedlite (indien de Speedlite een AF-hulplicht
heeft) automatisch verzonden (behalve in de modi <
3
> <
5
> <
7
>).
¡ De EOS 20D is een Type-A-camera die geschikt is voor alle functies van
de Speedlites uit de EX-serie.
Flitsers van een ander merk gebruiken
De EOS 20D kan synchroniseren met compacte flitsers van andere merken
op sluitertijden van 1/250 seconden of trager. Bij grote studioflitsers is de
flitssynchronisatietijd 1/125 seconde of trager. Test de flitser van te voren
om er zeker van te zijn dat deze correct synchroniseert met de camera.
¡
De pc-aansluitbus van de camera is geschikt voor aansluiting van
flitsers via een synchronisatiesnoer. De pc-aansluitbus is voorzien van
schroefdraad om te voorkomen dat het snoer per ongeluk losraakt.
¡ De pc-aansluitbus van de camera heeft geen polariteit. U kunt dus
elk synchronisatiesnoer aansluiten, ongeacht de polariteit.
Synchronisatietijd
Pc-aansluitbus
¡ De camera werkt mogelijk niet goed als deze wordt gebruikt in
combinatie met een flitser of flitsaccessoire van een ander merk.
¡ Sluit op de pc-aansluiting van de camera geen flitser aan die 250 V of
meer nodig heeft.
¡ Plaats geen hoogspanningsflitser op de cameraschoen. Deze werkt
mogelijk niet.
Het is mogelijk om gelijktijdig een Speedlite op de cameraschoen en een
andere flitser op de pc-aansluitbus aan te sluiten.
H41.book Page 98 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
99
7
Opnameweergave
In dit hoofdstuk worden opnameweergavehandelingen
uitgelegd, zoals hoe vastgelegde opnamen kunnen
worden bekeken en gewist en hoe de camera op een tv
kan worden aangesloten.
Opnamen gemaakt met een andere camera:
De camera is misschien niet in staat om opnamen die met een
andere camera zijn gemaakt, of waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd, correct weer te geven.
H41.book Page 99 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
100
U kunt instellen hoe lang de opname moet worden weergegeven op het
LCD-scherm nadat deze is gemaakt. Als u wilt dat de camera de
opname blijft weergeven, stelt u [Vastzetten] in. Als u de opname niet
wilt laten weergeven, stelt u [Uit] in.
1
Selecteer [Kijktijd].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[x Kijktijd] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
2
Stel de gewenste kijktijd in.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
3
Kijktijd instellen
¡ Als u op de knop <B> drukt tijdens de kijktijd na de opname, kunt u
het weergaveformaat wijzigen.
¡ Met de instelling [Vastzetten] wordt de opname weergegeven totdat u de
ontspanknop half indrukt. Wanneer de functie Uitschakelen op een tijd is
ingesteld, schakelt de camera automatisch uit wanneer de ingestelde tijd
is verstreken.
¡ Tijdens de kijktijd voor enkele opnamen kunt u de weergegeven opname
verwijderen door op de knop <L> te drukken en [OK] te selecteren.
¡ Zie “Opnameweergave” (p.103) voor het bekijken van opnamen die u tot
nu toe gemaakt hebt.
H41.book Page 100 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
101
Verticale opnamen kunnen automatisch worden geroteerd zodat ze
tijdens het afspelen rechtop worden weergegeven.
1
Selecteer [Beeldomkeren].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[c Beeldomkeren] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer [Aan].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [Aan] en druk vervolgens
op <0>.
3
Maak een verticale opname.
¡ Als u de opname direct na het maken
bekijkt, wordt het beeld niet verticaal
op het LCD-scherm weergegeven.
4
Geef de opname weer.
¡ Druk op de knop <x>.
s De verticale opname wordt verticaal
weergegeven, zoals links afgebeeld.
3
Opnamen automatisch roteren
¡ Beeldomkeren werkt alleen als [Beeldomkeren] is ingesteld op [Aan].
De afbeeldingsrotatie werkt niet als de instelling [Beeldomkeren] tijdens
het maken van de verticale opnamen op [Uit] staat.
¡ Wanneer een verticale opname is gemaakt terwijl de camera naar boven
of naar beneden werd gehouden, kan het zijn dat de opname niet
automatisch wordt geroteerd.
Wanneer u de cameraoriëntatie wijzigt van horizontaal in verticaal, maakt de
oriëntatiesensor van de camera een zacht geluid. Dit is normaal en geen defect.
H41.book Page 101 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
102
U kunt de helderheid van het LCD-scherm aanpassen en u kunt daarbij
kiezen uit vijf niveaus.
1
Selecteer [LCD Helderheid].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[c LCD Helderheid] te selecteren
en druk vervolgens op <0>.
s Het scherm voor het aanpassen van
de helderheid wordt weergegeven.
2
Pas de helderheid aan.
¡ Terwijl u naar het grijze diagram links
kijkt, draait u aan het instelwiel <5>
om de helderheid aan te passen.
¡ Druk op <0> om de instelling af te
sluiten en terug te keren naar het
menu.
3
Helderheid van LCD instellen
Als u de belichting van de opname wilt controleren, kijkt u naar het
histogram (p.104).
H41.book Page 102 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
103
Elke willekeurige opgeslagen afbeelding kan worden geselecteerd voor weergave. U
kunt een enkele opname, opname-informatie, een index of een vergroting weergeven.
1
Geef de opname weer.
¡ Druk op de knop <x>.
s De laatst gemaakte opname wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
2
Selecteer de opname.
¡
Als u de opnamen in omgekeerde
volgorde wilt weergeven, draait u het
instelwiel linksom. Als u de opnamen in
chronologische volgorde wilt weergeven,
draait u het instelwiel <
5
> rechtsom.
¡
Druk op de knop <
B
> om naar een
ander weergaveformaat te schakelen.
¡
Als u de weergave wilt beëindigen, drukt u de knop
<
x
> in. Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.
Opnameweergave
xWeergave enkele opname
Weergave enkele opname
(met basisinformatie)
Opname-informatie
Weergave enkele opname
(geen opname-informatie)
¡
Zelfs in andere weergaveformaten dan die van een enkele opname
(indexweergave, vergrote weergave, enzovoort), kunt u op de knop <
B
>
drukken om de basisinformatie weer te geven of te verbergen.
¡
Na een continu-opname kunt u, terwijl er gegevens naar de CF-kaart worden geschreven (de lees-
/schrijfindicator knippert), op de knop <
x
> drukken om de laatste opname weer te geven die
naar de CF-kaart is geschreven. Draai aan het instelwiel <
5
> om de opname te selecteren. Als
alle opnamen naar de CF-kaart zijn geschreven, kunnen ze op volgorde worden weergegeven.
H41.book Page 103 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Opnameweergave
104
Histogram
Een histogram is een grafische weergave die de helderheid
van de afbeelding aangeeft. De horizontale as geeft het
helderheidsniveau aan (donkerder aan de linkerkant en
lichter aan de rechterkant) en de verticale as geeft aan
hoeveel pixels er voor ieder helderheidsniveau bestaan.
Hoe meer pixels er zijn aan de linkerkant, hoe
donkerder de afbeelding. Hoe meer pixels er zijn aan
de rechterkant, hoe lichter de afbeelding.
Als er te veel pixels aan de linkerkant zijn, zult u in de donkere
gedeelten weinig details kunnen onderscheiden. Als er te veel
pixels aan de rechterkant zijn, zijn de lichte gedeelten vaag. De
tussengelegen tonen worden natuurgetrouw gereproduceerd.
In het helderheidshistogram van de opname ziet u het
belichtingspatroon en de toonweergave van het geheel.
Waarschuwing door markering
Bij een afbeelding met opname-informatie worden eventuele overbelichte
gedeelten knipperend weergegeven. Als u de details in de overbelichte
gedeelten beter wilt kunnen zien, stelt u de belichtingscompensatie in op
een negatieve waarde en neemt u de foto opnieuw.
Weergave met opname-informatie
Bestandsnummer
Histogram
Kleurruimte
Opnamemodus
Lichtmeetmodus
ISO-waarde
Witbalanscorrectie
Witbalans
Opnametijd
Kleurtemperatuur
Afbeelding
Waarde
flitsbelichtingscompensatie
Opnamedatum
Diafragma
Wispreventie
Sluitertijd
Opgeslagen afbeeldingen/
Totaalaantal opgeslagen afbeeldingen
Opnamekwaliteit
Waarde belichtingscompensatie
Originele verificatiegegevens
van de opname opgeslagen
Zwart-wit
Voorbeeldhistogrammen
Donkere opname
Normale opname
Heldere opname
H41.book Page 104 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
105
Opnameweergave
Er worden negen miniatuurafbeeldingen op het scherm weergegeven.
1
Stel de camera in voor
opnameweergave.
¡ Druk op de knop <x>.
s De laatst gemaakte opname wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
2
Geef de indexafbeeldingen weer.
¡ Druk op de knop <I>.
s De geselecteerde miniatuur wordt
gemarkeerd met een groene rand.
3
Selecteer de opname.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
groene rand te verschuiven.
Vanuit de indexweergave overschakelen naar een andere
weergavemodus.
¡ Als u een enkele afbeelding wilt weergeven, drukt u op de knop
<x>.
¡ Als de knop <u> wordt ingedrukt, wordt er overgeschakeld naar de
weergave van een enkele afbeelding. Als de knop nogmaals wordt
ingedrukt, wordt overgeschakeld naar de vergrote weergave.
HH
HH
Indexweergave
Terwijl de index wordt weergegeven, drukt u op de knop <C> en draait
u het instelwiel <5> om negen opnamen vooruit of achteruit te springen.
(p.107)
H41.book Page 105 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Opnameweergave
106
Opnamen kunnen 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot op het LCD-
scherm.
1
Geef opname weer.
¡ Geef de afbeelding alleen of met
opname-informatie weer.
2
Vergroot de afbeelding.
¡ Druk op de knop <u>.
s Eerst wordt het midden van de
afbeelding vergroot.
¡ Om de vergroting te verhogen, moet
de knop <u> ingedrukt worden
gehouden.
¡ Druk op de knop <I> om de
vergroting te reduceren. Houd de
knop ingedrukt om de afbeelding te
verkleinen tot de grootte van stap 1 is
bereikt.
3
Schuif door de opname.
¡ Schuif met <9> in elke willekeurige
richting door de opname.
¡ Herhaal stap 2 en 3 om andere
gedeelten van de afbeelding te
vergroten.
¡ Als u de vergrote weergave wilt
beëindigen, drukt u op de knop
<x>.
u/yVergrote weergave
Vergroot gebied
Tijdens de vergrote weergave kunt u hetzelfde vergrote gebied en dezelfde
vergroting handhaven als u aan het instelwiel <6> draait om een andere
afbeelding te bekijken.
H41.book Page 106 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
107
Opnameweergave
Bij de weergave van een enkele opname, van een opname met opname-
informatie, van een index of van een vergrote opname, kunt u vooruit of
terug springen naar opnamen die op de CF-kaart zijn opgeslagen.
1
Geef de opname weer.
¡
Geef een enkele afbeelding, een
afbeelding met opname-informatie, een
index of een vergrote afbeelding weer.
2
Ga naar de opnamesprong.
¡ Druk op de knop <C>.
s De springbalk verschijnt onder in het
scherm.
3
Spring vooruit of achteruit.
¡ Draai aan het instelwiel <5>. Draai
tijdens de vergrote weergave aan het
instelwiel <6>.
¡
Als u opnamesprong wilt beëindigen,
moet de knop <
C
> worden
ingedrukt. De springbalk verdwijnt dan.
Springen tijdens weergave van enkele opname, opname met
opname-informatie, vergrote opname:
Draai het instelwiel linksom om tien afbeeldingen achteruit te springen of draai
het rechtsom om tien afbeeldingen vooruit te springen. Tijdens het springen in
het vergrote gebied blijven de vergrote positie en vergroting gehandhaafd.
Opnamesprongen maken in de indexweergave:
Draai het instelwiel linksom om negen afbeeldingen achteruit te springen
of draai het rechtsom om negen afbeeldingen vooruit te springen.
C Opnamesprong
Springbalk
Een opnamesprong is ook mogelijk wanneer [
Beveilig
] en [
Roteren
] zijn ingesteld.
H41.book Page 107 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Opnameweergave
108
U kunt de opnamen op de CF-kaart weergeven in een automatische
diapresentatie. Elke opname wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.
1
Selecteer [Autom. Afspelen].
¡ Draai het instelwiel <5> om [x
Autom. Afspelen] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
s Het scherm voor automatisch
afspelen wordt weergegeven.
2
Start het automatisch afspelen.
s Nadat de tekst [Laden van beeld...]
gedurende een aantal seconden is
weergegeven, begint het automatisch
afspelen.
¡ Om het automatisch afspelen te
pauzeren, drukt u op <0>.
¡ Tijdens de pauze wordt [ ]
weergegeven links bovenaan de
afbeelding. Druk nogmaals op <0>
om weer verder te gaan met het
automatisch afspelen.
3
Stop het automatisch afspelen.
¡ Druk op de knop <M> om het
automatisch afspelen te stoppen en
terug te keren naar het menu.
3
Automatische opnameweergave (automatisch afspelen)
¡
Tijdens het automatisch afspelen werkt de automatische uitschakeling niet.
¡ De weergavetijd kan variëren. Deze is afhankelijk van de afbeelding.
¡ Tijdens het automatisch afspelen kunt u op de knop <B> drukken
om het weergaveformaat te wijzigen.
¡
Tijdens de pauze kunt u het instelwiel <
5
> draaien om een andere opname weer te geven.
H41.book Page 108 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
109
U kunt een opname 90° of 270° rechtsom draaien. Opnamen worden
dan in de correcte richting weergegeven als u ze bekijkt.
1
Selecteer [Roteren].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[x Roteren] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s Het rotatiescherm verschijnt.
2
Roteer de afbeelding.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te kiezen en druk
vervolgens op <0>.
s Elke keer dat u op <0> drukt, wordt
de opname rechtsom gedraaid.
¡ Als u nog een afbeelding wilt roteren,
herhaalt u stap 2.
¡ Als u de opname niet meer wilt
roteren, drukt u op de knop <M>.
U komt weer terug in het menu.
3Een opname roteren
d
¡ Als u voorafgaand aan het nemen van verticale afbeeldingen de optie
[c Beeldomkeren] hebt ingesteld op [Aan] (p.101), hoeft u de
afbeeldingen niet meer op bovenstaande wijze te roteren.
¡
U kunt het beeld ook draaien als u na stap 1 het weergaveformaat hebt gewijzigd
in weergave met opname-informatie, vergrote weergave of indexweergave.
H41.book Page 109 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
110
Als u de camera op een televisie aansluit met de meegeleverde
videokabel, kunt u de opnamen bekijken op een televisie. Schakel de
camera en de tv altijd uit voordat u de camera aansluit of loskoppelt.
1
Sluit de camera aan op de tv.
¡ Open het deksel van de
aansluitbussen van de camera.
¡ Gebruik de meegeleverde videokabel
om de aansluitbus <q> van de
camera te verbinden met de VIDEO
IN-aansluiting van uw tv.
¡ Steek de kabelstekker volledig in de
aansluiting.
2
Zet de tv aan en schakel de
lijningang van de tv naar Video IN.
3
Zet de schakelaar <4> op <1>
of <JJ
JJ
>.
4
Druk op de knop <x>.
s De opname wordt weergegeven op
het tv-scherm. (Het LCD-scherm van
de camera blijft leeg.)
¡ Als u klaar bent, zet u de schakelaar
<4> op <2>, schakelt u de tv uit
en ontkoppelt u de videokabel.
Opnamen op een tv bekijken
Video IN
¡ Als niet het juiste videosysteem is ingesteld, worden de afbeeldingen
niet goed weergegeven. Stel het juiste videosysteem in met
[c Video Systeem].
¡ Op bepaalde tv's wordt de opname afgesneden.
H41.book Page 110 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
111
Voorkomt dat de opname per ongeluk wordt gewist.
1
Selecteer [Beveilig].
¡ Draai het instelwiel <5> om
[x Beveilig] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s Het scherm met
beveiligingsinstellingen verschijnt.
2
Beveilig de opname.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te kiezen en druk
vervolgens op <0>.
s Als een afbeelding is beveiligd,
verschijnt het pictogram <K> onder
de afbeelding.
¡ Als u de wispreventie ongedaan wilt
maken, druk dan de knop <0> weer
in. Het pictogram <K> verdwijnt.
¡ Als u nog een afbeelding wilt
beveiligen, herhaalt u stap 2.
¡ Als u de functie voor het beveiligen
van afbeeldingen wilt afsluiten, drukt
u op de knop <M>. U komt weer
terug in het menu.
3
Afbeeldingen beveiligen
Pictogram wisbeveiliging
¡ Als een afbeelding eenmaal is beveiligd, kan deze niet worden
verwijderd met de wisfunctie van de camera. Als u een beveiligde
afbeelding wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
¡ Als u alle afbeeldingen wist (p.113), blijven de beveiligde afbeeldingen
bestaan. Dit is handig als u in één keer alle afbeeldingen wilt wissen die
u niet nodig hebt.
¡ U kunt het beeld ook beveiligen als u na stap 1 het weergaveformaat
hebt gewijzigd in weergave met opname-informatie, vergrote weergave
of indexweergave.
H41.book Page 111 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
112
U kunt afbeeldingen één voor één wissen, maar u kunt ook alle
afbeeldingen op een CF-kaart tegelijk wissen. Beveiligde afbeeldingen
kunnen niet worden gewist.
Als een afbeelding eenmaal is gewist, kan dit niet meer ongedaan
worden gemaakt. Vergewis u ervan dat u de afbeelding niet meer
nodig hebt voordat u deze wist. Om te voorkomen dat belangrijke
afbeeldingen per ongeluk worden gewist, kunt u ze beveiligen.
1
Geef de opname weer.
¡ Druk op de knop <x>.
2
Selecteer de afbeelding die moet
worden gewist.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te selecteren die moet
worden gewist.
3
Geef het wismenu weer.
¡ Druk op de knop <L>.
s Het wismenu verschijnt onder in het
scherm.
4
Wis de afbeelding.
¡ Draai het instelwiel <5> om
[Wissen] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s De lees-/schrijfindicator knippert en
de afbeelding wordt gewist.
¡ Als u nog andere afbeeldingen wilt
selecteren, herhaalt u stap 2 t/m 4.
LOpnamen wissen
Een opname wissen
H41.book Page 112 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
113
LOpnamen wissen
1
Geef de opname weer.
¡ Druk op de knop <x>.
2
Geef het wismenu weer.
¡ Druk op de knop <L>.
s Het wismenu verschijnt onder in het
scherm.
3
Selecteer [Alle].
¡ Draai aan het instelwiel <5> om
[Alle] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s Er verschijnt een bevestigingsvenster.
4
Wis de afbeeldingen.
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [OK] en druk vervolgens op
<0>.
s Alle niet-beveiligde afbeeldingen
worden gewist.
¡ U kunt het wissen van de
afbeeldingen nog annuleren door op
<0> te drukken.
Alle afbeeldingen wissen
Na een continu-opname kunt u, terwijl er gegevens naar de CF-kaart
worden geschreven (de lees-/schrijfindicator knippert) op de knop <x> en
vervolgens op de knop <L> drukken om de weergegeven opname of alle
opnamen te wissen. Als u [Alle] selecteert en op de knop <0> drukt,
worden de opnamen gewist die zijn opgeslagen tijdens de continu-opname
(inclusief nog niet bewerkte opnamen), en worden ook alle opnamen op de
CF-kaart gewist.
H41.book Page 113 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
114
Formatteer de CF-kaart voordat u deze in de camera gaat gebruiken.
Als u een CF-kaart formatteert, wordt alles op de kaart gewist.
Zelfs beveiligde opnamen worden gewist, dus controleer of er
niets op de CF-kaart staat wat u wilt houden. Zet de opnamen
indien nodig op een pc voordat u de kaart formatteert.
1
Selecteer [Formatteren].
¡ Draai het instelwiel <5> om [c
Formatteren] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s Er verschijnt een bevestigingsvenster.
2
Formatteer de CF-kaart.
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [OK] en druk vervolgens op
<0>.
s De CF-kaart wordt geformatteerd
(geïnitialiseerd).
s Wanneer de kaart is geformatteerd,
keert u terug naar het menu.
3
De CF-kaart formatteren
¡ Een CF-kaart die niet van Canon afkomstig is of met een andere camera
of pc is geformatteerd, werkt mogelijk niet met deze camera. In dit geval
formatteert u de kaart eerst met de camera. Dan werkt hij misschien wel.
¡ De capaciteit van de CF-kaart die op het scherm wordt weergegeven,
kan lager zijn dan de capaciteit die op de kaart staat.
“Err CF”
Als er “Err CF(CF-fout) op het LCD-paneel wordt weergegeven, duidt dit
op een probleem met de CF-kaart waardoor de afbeeldinggegevens niet
kunnen worden opgenomen of gelezen. Gebruik een andere CF-kaart.
Als u beschikt over een CF-kaartlezer die de CF-kaart kan lezen, kunt u
deze gebruiken om alle afbeeldingen van de kaart over te zetten naar een
pc. Formatteer de CF-kaart zodra u alle opnamen hebt overgezet naar een
pc. De kaart functioneert wellicht weer normaal.
H41.book Page 114 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
115
8
Rechtstreeks afdrukken
vanaf de camera
U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een
printer en de opnamen in de CF-kaart afdrukken. In dit
hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u foto's die u met uw
digitale camera hebt gemaakt, kunt afdrukken met een
printer die rechtstreeks kan afdrukken met
“<w> PictBridgeof “<A> CP Directvan Canon of
de “<S> Bubble Jet Direct”-standaard.
Compatibel
met PictBridge
en CP Direct
Alleen
compatibel
met CP Direct
Alleen compatibel
met Bubble Jet
Direct
Compatibel met
PictBridge en
Bubble Jet Direct
Compatibel met
PictBridge
Pagina 116 - 118
Pagina 123 - 125
ACP Direct
SBubble Jet
Direct
Pagina 116 - 118
Pagina 126 - 128
Pagina 116 - 122
wPictBridge
Canon CP-printer
Canon BJ-printer
wPictBridge
Pagina 116 - 122
Niet-Canon-
printer
H41.book Page 115 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
116
U voert de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uit via
het LCD-scherm van uw camera.
Stel in het menu de optie [c Communicatie] in op [PTP].
1
Selecteer [Communicatie].
¡ Draai het instelwiel <5> om [c
Communicatie] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer [PTP].
¡ Draai het instelwiel <5> om [PTP] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
1
Zet de schakelaar <4> van de
camera op <2>.
2
Installeer de printer.
¡ Raadpleeg de handleiding van de
printer voor meer informatie.
Het afdrukken voorbereiden
De camera instellen
De camera op de printer aansluiten
Als u de camera aansluit op de computer, stelt u [Communicatie] in op
[Normaal]. Overdracht tussen de camera en de pc werkt niet met de
instelling [PTP].
¡ RAW-afbeeldingen zijn niet geschikt voor rechtstreeks afdrukken.
¡ Verwijder de kabel niet wanneer tijdens het rechtstreeks afdrukken.
H41.book Page 116 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
117
Het afdrukken voorbereiden
3
Sluit de camera op de printer aan.
¡ Raadpleeg de tabel (Printers en
kabels) hieronder om de juiste kabel
te selecteren om de camera aan te
sluiten op de printer.
¡ Als u de stekker van de kabel in de
aansluitbus <C> van de
camera steekt, moet het pictogram
<D> van de stekker naar de
voorzijde van de camera wijzen.
¡ Raadpleeg de instructiehandleiding
van de printer om deze aan te sluiten.
4
Schakel de printer in.
5
Zet de schakelaar <4> van de
camera op <1> of <J>.
s Sommige printers kunnen een
pieptoon laten horen.
Printers en kabels
Compatibiliteit printer Geschikte kabel
Alleen PictBridge
Met de camera meegeleverde kabel
Op beide stekkers staat het pictogram
<D>.
PictBridge en
CP Direct
PictBridge en
Bubble Jet Direct
Alleen CP Direct
Met de printer meegeleverde kabel
Op slechts één stekker staat het
pictogram <D>.
Alleen Bubble Jet Direct
w
w
A
w
S
A
S
H41.book Page 117 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Het afdrukken voorbereiden
118
6
Geef de opname weer.
¡ Druk op de knop <x>.
s
De opname wordt weergegeven en een
van de drie pictogrammen <
w
,
A
of
S
>, wordt weergegeven in de
linkerbovenhoek om aan te geven dat
de camera is aangesloten op de printer.
¡ De procedure verschilt afhankelijk
van het weergegeven pictogram. Zie
de desbetreffende pagina’s verderop.
SBubble Jet Direct
ACP Direct
w
PictBridge
Pictogram
Rechtstreeks
afdrukken via
Referentiepagina's
PictBridge 119 - 122
CP Direct 123 - 125
Bubble Jet Direct 126 - 128
w
A
S
¡
Als de camera op een batterij werkt, dient deze volledig te zijn opgeladen.
Controleer het batterijniveau regelmatig terwijl u rechtstreeks afdrukt.
¡ Als u in stap 5 een lange pieptoon hoort, is er een probleem met de
PictBridge-printer. Om erachter te komen wat er mis is, voert u de
volgende handelingen uit:
Druk op de knop <x> om de opname weer te geven en volg de
onderstaande stappen.
1. Druk op <0>.
2. Selecteer [Print] op het scherm met afdrukinstellingen.
Het foutbericht wordt weergegeven op het LCD-scherm. Zie
Foutberichtenop pagina 122.
¡ Schakel de camera en de printer uit voordat u de kabel verwijdert. Houd
de kabel vast bij de stekker als u deze verwijdert, niet aan het snoer.
¡ Gebruik uitsluitend de speciale interfacekabel wanneer u de camera
aansluit op de printer.
Voor rechtstreeks afdrukken wordt aanbevolen om de wisselstroomadapterset
ACK-E2 (optioneel) te gebruiken om de camera aan te sluiten.
H41.book Page 118 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
119
De instellingsopties variëren afhankelijk van de printer. Sommige
instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de
instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie.
1
Selecteer de opname die moet
worden afgedrukt.
¡ Controleer of linksboven op het LCD-
scherm het pictogram <w> wordt
weergegeven.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te selecteren die moet
worden afgedrukt.
2
Druk op <0>.
s Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt.
3
Selecteer [Papier inst.].
¡ Draai het instelwiel <5> om [papier
inst.] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s Het scherm met de papierinstellingen
verschijnt.
wAfdrukken met PictBridge
Pictogram aangesloten printer
Scherm met afdrukinstellingen
* Mogelijk zijn bepaalde instellingen zoals het afdrukken van de datum en
bijsnijden niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van uw printer.
Stel hier de datum afdrukken in op aan of uit.
Stel hier de afdrukeffecten in.
Stel hier het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt.
Stel hier het afstelgebied in (bijsnijden).
Stel hier het papierformaat, het -type en de -indeling in.
Ga terug naar het scherm uit stap 1.
Start hier het afdrukken.
Het papierformaat, het papiertype en de indeling die u zojuist hebt ingesteld, worden weergegeven.
H41.book Page 119 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
wAfdrukken met PictBridge
120
¡ Draai het instelwiel <5> om het
papierformaat te selecteren dat in de
printer is geplaatst en druk op <0>.
s Het scherm met de papiertypen
verschijnt.
¡ Draai het instelwiel <5> om het
papiertype te selecteren dat in de
printer is geplaatst en druk op <0>.
s Het scherm voor pagina-indeling
verschijnt.
Papiertypen
Als u een Canon-printer gebruikt met Canon-papier, dient u de
papiertypen als volgt in te stellen:
Als u een printer gebruikt die niet van Canon is, dient u de
instructiehandleiding bij de printer te raadplegen voor de aanbevolen
instellingen voor papiertype.
¡ Draai het instelwiel <5> om de
gewenste layout te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt weer.
TPapierformaat instellen
TPapiertype instellen
Photo Photo Paper Plus Glossy
Fast Photo Photo Paper Pro
Standaard Photo Paper Plus Glossy
UU
UU
Layout instellen
H41.book Page 120 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
121
wAfdrukken met PictBridge
Layout
4
Stel de andere opties in.
¡ Indien gewenst kunt u ook het
afdrukken van de datum <H>, de
afdrukeffecten <E> en het aantal
exemplaren <R> instellen.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om het
menu-item te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
¡ Afhankelijk van de BJ-printer kunt u in
de afdrukeffecteninstellingen <E>
[VIVID] (voor levendig groen en
strakblauw), [NR] (voor ruisreductie),
[VIVID+NR] of [Aan] selecteren.
¡ Zie pagina 129 voor informatie over
bijsnijden.
Met randen Op de afdruk is een witte rand zichtbaar rondom de afbeelding.
Randloos
De afdruk heeft geen witte randen.
Als uw printer niet kan afdrukken zonder randen, wordt de afdruk
met randen afgedrukt.
**-plus
Optie om 8, 2, 4, 9, 16 of 20 exemplaren van dezelfde afbeelding
op één vel af te drukken.
Standaard
Met een Canon-printer wordt de afbeelding zonder randen
afgedrukt.
HDatum afdrukken EAfdrukeffecten RAantal exemplaren
H41.book Page 121 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
wAfdrukken met PictBridge
122
5
Start het afdrukken.
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
Print
] te
selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
s Het afdrukken wordt gestart.
¡ Wanneer het afdrukken is voltooid,
gaat het scherm terug naar stap 1.
¡ Als u het printen wilt stoppen, drukt u
op <0> terwijl [Stop] wordt
weergegeven en draait u vervolgens
aan het instelwiel <5> om [OK] te
selecteren en drukt u op <0>.
¡
Afhankelijk van de bestandsgrootte en de opnamekwaliteit van de afbeelding, kan
het even duren voordat het afdrukken begint nadat u [
Print
] hebt geselecteerd.
¡
De instelling [
Standaard
] voor afdrukeffecten en andere opties bevat de
standaardinstellingen van de printer zoals deze zijn ingesteld door de fabrikant van de printer.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor de [
Standaard
]-instellingen.
Printerfouten
Als u een printerfout (
geen inkt, geen papier, enz.
) oplost en [
Doorgaan
] selecteert om
het afdrukken te hervatten maar dit niet lukt, bedient u de knoppen op de printer om het
afdrukken te hervatten. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie.
Foutberichten
Wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt, verschijnt er een foutbericht op het
LCD-scherm van de camera. Druk op <
0
> om het afdrukken te onderbreken. Nadat het
probleem is opgelost, kunt u het afdrukken hervatten. Raadpleeg de instructiehandleiding
van de printer voor informatie over het oplossen van een afdrukfout.
Papierfout
Controleer of het papier op de juiste manier in de printer is geplaatst.
Inktfout
De inkt in de printer is op of de afvaltank is vol.
Hardwarefout
Controleer of er andere problemen met de printer zijn behalve
papierstoringen en problemen met de inkt.
Bestandsfout
U wilt een afbeelding afdrukken die niet met PictBridge kan worden afgedrukt.
Afbeeldingen die met een andere camera zijn gemaakt of afbeeldingen die
met een computer zijn bewerkt, kunnen mogelijk niet worden afgedrukt.
H41.book Page 122 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
123
1
Selecteer de opname die moet
worden afgedrukt.
¡ Controleer of linksboven op het LCD-
scherm het pictogram <A> wordt
weergegeven.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te selecteren die moet
worden afgedrukt.
2
Druk op <
0
>.
s Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt.
3
Selecteer [Stijl].
¡ Draai het instelwiel <5> om [Stijl] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
s Het scherm voor afdrukstijl verschijnt.
AAfdrukken met CP Direct
Pictogram aangesloten printer
Scherm met afdrukinstellingen
Afstelframe: Verschijnt als u de afbeelding wilt afstellen (bijsnijden).
Stel hier het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt.
Stel hier het afstelgebied in (bijsnijden).
Stel de afdrukstijl in.
Ter ug naar stap 1.
Start hier het afdrukken.
De afdrukinstellingen worden weergegeven. <
H
> is het pictogram voor de datum.
H41.book Page 123 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
AAfdrukken met CP Direct
124
4
Stel de opties in zoals gewenst.
¡ Stel [Beeld], [Randen] en [Datum] in
zoals gewenst.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om het
menu-item te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
¡
[Wanneer u fotoformaatpapier gebruikt,
kunt u
Beeld
] selecteren. Als u
[
Meerdere
] selecteert, worden acht kleine
afbeeldingen van dezelfde foto afgedrukt.
¡
Controleer de instellingen [
Randen
] en
[
Datum
] en stel deze in indien nodig.
¡ Als u klaar bent, drukt u op de knop
<M> om terug te keren naar het
scherm met afdrukinstellingen.
5
Stel het aantal exemplaren in.
¡ Stel deze in zoals u dit wenst.
¡ Draai het instelwiel <5> om
[copien] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ Draai het instelwiel <5> om het
aantal exemplaren in te stellen en
druk vervolgens op <0>.
¡
U kunt een aantal instellen van 1 tot 99.
[Beeld][Randen][Datum]
H41.book Page 124 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
125
AAfdrukken met CP Direct
6
Stel de instelling voor afstellen in.
¡ Stel deze in zoals u dit wenst.
¡ Zie pagina 129 voor informatie over
bijsnijden.
7
Start het afdrukken.
¡ Draai het instelwiel <5> om [Print]
te selecteren en druk vervolgens op
<0>.
s Het afdrukken wordt gestart.
¡ Wanneer het afdrukken is voltooid,
gaat het scherm terug naar stap 1.
¡ Als u het printen wilt stoppen, drukt u
op <0> terwijl [Stop] wordt
weergegeven en draait u vervolgens
aan het instelwiel <5> om [OK] te
selecteren en drukt u op <0>.
¡ De datum kan licht zijn als deze is afgedrukt op een heldere achtergrond
of rand.
¡ Als [Meerdere] is geselecteerd, kunnen [Randen] en [Datum] niet
worden geselecteerd. [Randloos] staat ingesteld en [Datum] staat op
[Uit]. De vier randen van de afbeelding worden afgesneden.
¡ Als de optie [Datum] is ingesteld op [Aan], verschijnt de datum die bij de
afbeelding is opgeslagen op de afdruk. De datum verschijnt rechtsonder
op de afbeelding.
¡ Als u [Stop] selecteert terwijl u slechts één foto afdrukt, stopt het
afdrukken niet totdat deze foto helemaal is afgedrukt. Wanneer
meerdere afbeeldingen worden afgedrukt, stopt het afdrukken nadat de
huidige afdruk is voltooid.
¡ Wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt, verschijnt er een
foutbericht op het LCD-scherm van de camera. Selecteer [Stop] of
[Hervat] (nadat u het probleem hebt opgelost). Als [Hervat] niet wordt
weergegeven, selecteert u [Stop].
H41.book Page 125 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
126
1
Selecteer de opname die moet
worden afgedrukt.
¡ Controleer of linksboven op het LCD-
scherm het pictogram <S> wordt
weergegeven.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te selecteren die moet
worden afgedrukt.
2
Druk op <0>.
s Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt.
3
Selecteer [Stijl].
¡ Draai het instelwiel <5> om [Stijl] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
s Het scherm voor afdrukstijl verschijnt.
SAfdrukken met Bubble Jet Direct
Pictogram aangesloten printer
Scherm met afdrukinstellingen
Afstelframe: Verschijnt als u de afbeelding wilt afstellen (bijsnijden).
Stel hier het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt.
Stel hier het afstelgebied in (bijsnijden).
Stel de afdrukstijl in.
Ter ug naar stap 1.
Start hier het afdrukken.
De afdrukinstellingen worden weergegeven. <
H
> is het pictogram voor de datum.
H41.book Page 126 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
127
SAfdrukken met Bubble Jet Direct
4
Stel de opties in zoals gewenst.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om het
menu-item te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
¡ [Papier] is het formaat van het papier
dat in de printer ligt.
¡
Controleer de instellingen [
Randen
] en
[
Datum
] en stel deze in indien nodig.
¡ Als u klaar bent, drukt u op de knop
<M> om terug te keren naar het
scherm met afdrukinstellingen.
5
Stel het aantal exemplaren in.
¡ Stel deze in zoals u dit wenst.
¡
Draai het instelwiel <
5
> om [
copien
] te
selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
¡ Draai het instelwiel <5> om het
aantal exemplaren in te stellen en
druk vervolgens op <0>.
¡
U kunt een aantal instellen van 1 tot 99.
6
Stel de instelling voor afstellen in.
¡ Stel deze in zoals u dit wenst.
¡ Zie pagina 129 voor informatie over
bijsnijden.
[Papier][Randen][Datum]
H41.book Page 127 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
SAfdrukken met Bubble Jet Direct
128
7
Start het afdrukken.
¡ Draai het instelwiel <5> om [Print]
te selecteren en druk vervolgens op
<0>.
s Het afdrukken wordt gestart.
¡ Wanneer het afdrukken is voltooid,
gaat het scherm terug naar stap 1.
¡ Als u het printen wilt stoppen, drukt u
op <0> terwijl [Stop] wordt
weergegeven en draait u vervolgens
aan het instelwiel <5> om [OK] te
selecteren en drukt u op <0>.
Als [Randen] is ingesteld, is het mogelijk dat de datum op de rand wordt
afgedrukt; dit hangt af van de printer.
¡ Als de optie [Datum] is ingesteld op [Aan], verschijnt de datum die bij de
afbeelding is opgeslagen op de afdruk. De datum verschijnt rechtsonder
op de afbeelding.
¡ Als u [Stop] selecteert tijdens het afdrukken, wordt het afdrukken van de
huidige foto stopgezet en het papier uitgevoerd.
¡ Wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt, verschijnt er een
foutbericht op het LCD-scherm van de camera. Selecteer [Stop] of
[Doorgaan]. Als u [Doorgaan] selecteert en de printer hervat het
afdrukken niet, zal deze het afdrukken automatisch hervatten zodra u het
probleem hebt opgelost.
¡ Als u gebruikmaakt van een BJ-printer met bedieningspaneel, wordt het
foutnummer weergegeven zodra er zich een fout voordoet. Raadpleeg de
instructiehandleiding bij de BJ-printer voor het oplossen van problemen.
H41.book Page 128 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
129
U kunt de afbeelding bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte
afdrukken alsof de afbeelding opnieuw is samengesteld.
Snijd de afbeelding bij vlak voordat u deze afdrukt. Als u eerst het
bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat
u het bijsnijden opnieuw moet instellen.
1
Selecteer [Afstellen].
¡ Draai het wiel <5> om [Afstellen] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
s Het afstelscherm verschijnt.
2
Stel de opname af.
¡
Het gedeelte van de opname dat binnen
het afstelframe valt, wordt afgedrukt.
¡ De gebruikershandleiding verdwijnt
wanneer u een afbeelding afstelt.
Deze verschijnt weer nadat de
camera 5 seconden niet is gebruikt.
De grootte van het afstelframe wijzigen
¡
Als u op de knop <
u
> of <
I
>
drukt, wijzigt u de grootte van het
afstelframe. Hoe kleiner het afstelframe,
hoe meer de afbeelding wordt vergroot.
Het afstelframe verplaatsen
¡
Schuif met <
9
> in elke willekeurige richting
door de opname. Verplaats het afstelframe
totdat het gewenste gebied of de gewenste
samenstelling wordt weergegeven.
Het frame roteren
¡
Met de knop <
B
> schakelt u tussen de
verticale en horizontale stand van het
afstelframe. U kunt een horizontale afbeelding
bijvoorbeeld als verticale afbeelding afdrukken.
Het bijsnijden (afstellen) instellen
H41.book Page 129 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Het bijsnijden (afstellen) instellen
130
3
Sluit het menu af.
¡ Druk op <0>.
s Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt weer.
s Linksboven ziet u het bijgesneden
gedeelte van de opname dat zal
worden afgedrukt.
Het gedeelte van de opname
dat moeten worden afgedrukt
¡ Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte
van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt aangegeven.
¡ Hoe kleiner u het afstelframe maakt, hoe korreliger de foto eruit zal zien.
Bij een korrelige opname wordt het afstelframe rood.
¡ Kijk op het LCD-scherm van de camera als u de opname bijsnijdt. Als u
de opname bekijkt op een TV-scherm is het mogelijk dat het afstelframe
niet correct wordt weergegeven.
Het afstelframe varieert afhankelijk van de instellingen voor papier,
beeldgrootte en randen.
H41.book Page 130 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
131
9
DPOF: Digital Print
Order Format
Met DPOF (digitaal printvolgordeformaat) kunt u de
camera gebruiken om aan te geven welke en hoeveel
opnamen van de CF-kaart moeten worden afgedrukt.
Deze functie is heel handig voor het maken van
afdrukken met een DPOF-compatibele printer of fotolab.
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een standaard voor het
vastleggen van afdrukinstructies op de CF-kaart. Deze standaard is
bestemd voor opnamen die zijn gemaakt met een digitale camera; u
kunt aangeven welke foto’s en hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
Wat u zoal kunt doen met een DPOF-compatibele digitale camera:
¡
Door een CF-kaart in de DPOF-compatibele printer te
plaatsen, kunt u afdrukken maken zoals opgegeven.
¡
Printers die direct vanaf de camera kunnen
afdrukken, kunnen de opnamen afdrukken
zoals gespecificeerd door DPOF.
¡ Wanneer u afdrukken aanvraagt bij een
fotolab, hoeft u geen formulier in te
vullen met de gewenste nummers en
aantallen.
H41.book Page 131 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
132
Stel het afdruktype, het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in.
De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd
om te worden afgedrukt. (Deze kunnen niet afzonderlijk worden ingesteld.)
1
Selecteer [Print Opties].
¡ Draai aan het instelwiel <5> om
[x Print Opties] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
s Het scherm met afdrukopties
verschijnt.
2
Selecteer [Stel in].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [Stel in] en druk vervolgens
op <0>.
s Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt.
3
Stel de opties in zoals gewenst.
¡ Stel [Afdruktype], [Datum] en [File
No.] in.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> om het menu-
item te selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
3
Afdrukopties
Afdrukinstellingen
Afdruktype
Standaard Er wordt één afbeelding afgedrukt.
Index
Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen
afgedrukt.
Beide
Zowel de standaard- als de indexafdrukken
worden afgedrukt.
Datum
Aan
[Aan] - de datum van de afbeelding verschijnt op de
afdruk.
Uit
Bestandsnr.
Aan
[Aan] - het bestandsnummer verschijnt op de afdruk.
Uit
K
L
L
K
H41.book Page 132 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
133
3 Afdrukopties
4
Sluit het menu af.
¡ Druk op de knop <M>.
s Het scherm met afdrukopties
verschijnt weer.
¡ Selecteer vervolgens [Opdracht] of
[Alle] om aan te geven welke
afbeeldingen moeten worden
afgedrukt.
[Afd
ru
k
type
][D
atum
][Fil
e
N
o.
]
¡ RAW-afbeeldingen kunnen niet worden geselecteerd om af te drukken.
¡ Mogelijk worden de datum en het bestandsnummer niet afgedrukt terwijl
[Datum] en [File No.] wel zijn ingesteld op [Aan]. Dit is afhankelijk van
de instelling van het afdruktype en van het printertype.
¡ Als het afdruktype is ingesteld op [Index], kunnen de [Datum] en het
[File No.] niet beide op [Aan] worden ingesteld.
¡ Wanneer u afdrukt met DPOF moet u de CF-kaart gebruiken waarvan de
afdrukopties zijn gespecificeerd. Het werkt niet wanneer u afbeeldingen
van de CF-kaart extraheert en deze probeert af te drukken.
¡ Mogelijk kunnen sommige DPOF-compatibele printers en fotolabs de
foto’s niet afdrukken zoals u hebt aangegeven. In dat geval raadpleegt u
de instructiehandleiding van uw printer. Of neem contact op met uw
fotolab en informeer naar de compatibiliteit wanneer u afdrukken
aanvraagt.
¡ Plaats geen CF-kaart in de camera waarop opnamen staan die zijn
genomen met een andere camera, om hiermee afdrukken te maken. Het
pictogram < > verschijnt en de opnamen die voor de afdrukken zijn
gespecificeerd kunnen allemaal onbedoeld worden overschreven.
Afhankelijk van de bestandsindeling van de opnamen, kan afdrukken
onmogelijk zijn.
H41.book Page 133 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Afdrukopties
134
1
Selecteer [Opdracht].
¡ Draai aan het instelwiel <5> en
selecteer [Opdracht] en druk
vervolgens op <0>.
s Het opdrachtscherm verschijnt.
2
Selecteer de opname die moet
worden afgedrukt.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
afbeelding te selecteren die moet
worden afgedrukt.
¡
Druk op de knop <
I
> voor een
weergave van drie afbeeldingen. Als u wilt
terugkeren naar de weergave van een
enkele afbeelding drukt u op de knop <
u
>.
3
Geef de afdrukopdracht.
¡
De afdrukopdracht verschilt afhankelijk
van de instelling [
Afdruktype
] (p.132).
Voor [Standaard] en [Beide]
¡ U kunt voor elke opname het aantal
instellen voor standaardafdrukken.
¡
Druk op <
0
> en draai vervolgens aan het
instelwiel <
5
> om het aantal afdrukken te
selecteren. Druk vervolgens op <
0
>.
Afzonderlijke afbeeldingen selecteren voor afdrukken
Weergave met drie afbeeldingen
H41.book Page 134 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
135
3 Afdrukopties
Voor [Index]
¡ Als u de afbeelding wilt opnemen in
de indexprint, schakelt u het
selectievakje <X> in. Wilt u dit niet,
schakel dan het vakje niet in.
¡ Druk op <0> om het selectievakje in
te schakelen <X> of druk nog een
keer op <0> om het vakje uit te
schakelen.
¡ Als u nog andere afbeeldingen wilt
selecteren, herhaalt u stappen 2 en 3.
¡ U kunt maximaal 998 afbeeldingen
selecteren.
4
Sluit het menu af.
¡ Druk op de knop <M>.
s Het scherm met afdrukopties
verschijnt weer.
¡ Druk nogmaals op de knop <M>
om de afdrukopdracht op te slaan op
de CF-kaart. Het menu verschijnt
opnieuw.
H41.book Page 135 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Afdrukopties
136
De afdrukopdracht kan ook worden ingesteld of geannuleerd voor alle
afbeeldingen op de CF-kaart. Voor alle standaardafbeeldingen wordt
één afdruk op standaardformaat aangevraagd.
Als u de procedure “Afzonderlijke afbeeldingen selecteren” volgt en vervolgens de procedure
“Alle afbeeldingen selecteren”, verandert de afdrukopdracht naar “Alle afbeeldingen”.
1
Selecteer [Alle].
¡ Draai aan het instelwiel <5> om
[Alle] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s Het scherm Alle verschijnt.
2
Selecteer [Markeer alles].
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> en selecteer
[
Markeer alles
] en druk vervolgens op <
0
>.
s
Voor alle afbeeldingen wordt één afdruk
gespecificeerd, waarna het scherm met
afdrukopties weer verschijnt.
¡ Als u [Wis alles] selecteert, worden
alle voor afdrukken geselecteerde
afbeeldingen weer gedeselecteerd.
¡ Als u [Stop] selecteert, verschijnt het
scherm met afdrukopties weer.
3
Sluit het menu af.
¡ In het scherm met afdrukopties drukt
u op de knop <M>.
s
De instellingen worden opgeslagen op
de CF-kaart en het menu verschijnt weer.
Alle afbeeldingen selecteren
¡ RAW-afbeeldingen kunnen niet worden geselecteerd voor afdrukken,
zelfs wanneer u “Markeer alles” instelt.
¡
Als u een PictBridge-printer gebruikt, drukt u maximaal 500 afbeeldingen af per
afdrukopdracht. Als u er meer opgeeft, worden mogelijk niet alle afbeeldingen afgedrukt.
H41.book Page 136 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
137
Met een printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u
gemakkelijk afbeeldingen afdrukken met DPOF.
1
Bereid het afdrukken voor.
¡
Zie “De camera instellen” (stappen 1 en 2) en
“De camera op de printer aansluiten” (stappen
1 tot 5) op pagina 116 tot en met 117.
2
Selecteer [Print Opties].
¡ Draai aan het instelwiel <5> om
[xPrint Opties] te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
s Het scherm met afdrukopties
verschijnt.
3
Selecteer [Print].
¡ Draai het instelwiel <5> om [Print]
te selecteren en druk vervolgens op
<0>.
¡
[
Print
] wordt alleen weergegeven als de
camera is aangesloten op een printer
en het mogelijk is om af te drukken.
s Het scherm met afdrukinstellingen
verschijnt.
4
Stel de afdrukopties in.
wPictBridge
¡ Stel [Papier inst.] en afdrukeffecten
<E> in. (p.119)
3
Rechtstreeks afdrukken met DPOF
wPictBridge SBubble Jet DirectACP Direct
H41.book Page 137 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Rechtstreeks afdrukken met DPOF
138
ACP Direct / SBubble Jet Direct
¡ Stel [Stijl] in. (p.123/126)
5
Start het afdrukken.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> en selecteer
[
OK
] en druk vervolgens op <
0
>.
s Het afdrukken wordt gestart.
¡
Als u het printen wilt stoppen, drukt u op
<
0
> terwijl [
Stop
] wordt weergegeven en
draait u vervolgens aan het instelwiel <
5
>
om [
OK
] te selecteren en drukt u op <
0
>.
¡
Als u een PictBridge- of Bubble Jet Direct-printer gebruikt, dient u het papierformaat in te stellen.
¡ Met PictBridge kan het bestandsnummer niet worden afgedrukt.
¡ Als [Randen] is ingesteld, is het mogelijk dat de datum op de rand wordt
afgedrukt; dit hangt af van de printer.
¡
De datum kan er licht uitzien als deze is afgedrukt op een heldere achtergrond of rand.
¡ Als in CP Direct [Afdruktype] is ingesteld op [Index], worden de
afbeeldingen afgedrukt op één indexblad in de volgende hoeveelheden:
• Formaat creditcard: 20 afbeeldingen
• Formaat L: 42 afbeeldingen
• Formaat ansichtkaart: 63 afbeeldingen
Raadpleeg de instructiehandleiding bij de BJ-printer voor informatie over
het aantal indexafbeeldingen in Bubble Jet Direct.
¡ Als u het afdrukken hebt stopgezet en de resterende afbeeldingen nog
wilt afdrukken, selecteert u [Hervat]. Het afdrukken wordt niet hervat als
u het afdrukken stopzet en een van de volgende situaties zich voordoet:
Voordat u het afdrukken hervatte, hebt u de afdrukopties gewijzigd.
Voordat u het afdrukken hervatte, hebt u de afbeelding gewist die moest worden afgedrukt.
• In het geval van indexafdrukken met CP Direct hebt u de papiercassette
gewijzigd voordat u het afdrukken hervatte.
• In het geval van indexafdrukken met PictBridge hebt u de
papierinstellingen gewijzigd voordat u het afdrukken hervatte.
Toen u met afdrukken stopte, was de resterende opslagcapaciteit van de
CF-kaart te klein.
¡ Zie pagina 122 voor afdrukproblemen in PictBridge, pagina 125 voor CP
Direct of pagina 128 voor Bubble Jet Direct.
H41.book Page 138 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
139
10
De camera aanpassen aan uw
persoonlijke voorkeuren
U kunt verschillende functies van de camera aanpassen
zodat deze volledig is afgestemd op uw persoonlijke
fotografievoorkeuren.
¡ Persoonlijke voorkeuren zijn beschikbaar in Creatief
gebruik-modi.
H41.book Page 139 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
140
1
Selecteer [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)].
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> en selecteer
[
c Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)
]
en druk vervolgens op <
0
>.
s Het scherm met persoonlijke
voorkeuren verschijnt.
2
Selecteer nr persoonlijke
voorkeur.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
3
Wijzig de instelling.
¡ Draai aan het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
¡
Herhaal de stappen 2 en 3 om andere
persoonlijke voorkeuren in te stellen.
¡
Onder in het scherm kunt u de huidige
instellingen van de persoonlijke voorkeuren zien.
4
Sluit het menu af.
¡ Druk op de knop <M> om terug
te keren naar het menu.
Als u bij stap 1 de optie
[c Wis instellingen]
selecteert
en vervolgens
[Wis persoonlijke voorkeuze]
,
verschijnt het venster Wis persoonlijke voorkeuze.
¡
Draai aan het instelwiel <
5
> en selecteer
[
OK
] en druk vervolgens op <
0
>. Alle
persoonlijke voorkeuren worden
teruggezet naar de standaardinstellingen.
3
Persoonlijke voorkeuren instellenN
N
r persoon
lijk
e voor
k
eur
Omschrijving
Alle persoonlijke voorkeuren opnieuw instellenN
H41.book Page 140 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
141
3
Instellingen persoonlijke voorkeuren
N
C.Fn-01 Set knopfunc.bij fotograferen
U kunt de functie veranderen die aan <0> is toegewezen. Met
C.Fn-01-1/2 kunt u op <0> drukken en vervolgens op het LCD-
paneel kijken en het instelwiel <5> rechtstreeks instellen.
0: Standaard (geen functie)
1: Verander kwaliteit
Hiermee kunt u de opnamekwaliteit rechtstreeks selecteren.
2: Verander parameters
Hiermee kunt u de bewerkingsparameter rechtstreeks selecteren.
PA-P1, P2staat voor Parameter 1 en 2 en “PA-1tot “PA-3staat
voor Set 1 tot 3 in.PA-B/Wstaat voor zwart-wit.
3: Menu display
Heeft dezelfde functie als de knop <M>.
4: Beeld herhalen
Heeft dezelfde functie als de knop <x>.
C.Fn-02 Lange sluitertijdruisred.
0: Uit
1: Aan
Vermindert de ruis bij een belichting van 1 sec. of langer. Nadat de
opname is gemaakt, is de tijd die nodig is voor ruisreductie gelijk
aan de belichtingstijd. Gedurende de ruisreductie wordt “buSY
weergegeven en kunt u geen opnamen maken.
C.Fn-03 Flits sync snelheid AV mode
0: Automatisch
1: 1/250sec. (vast)
Stelt de flitssynchronisatietijd in op 1/250 sec. in de AE-modus met
diafragmaprioriteit (Av). (Bij donkere achtergronden zoals een
nachthemel, zal de achtergrond van het onderwerp donker zijn.)
H41.book Page 141 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN
142
C.Fn-04 Sluiter/AE vergrendelknop
0: AF/AE vergrendel
1: AE vergrendel/AF
Dit komt van pas als u apart wilt scherpstellen en meten. Druk op de knop <
A
> om
automatisch scherp te stellen en druk de knop half in om de AE te vergrendelen.
2: AF/AF vergrendel, geen AE
In de modus AI Servo AF kunt u AF tijdelijk onderbreken door op de
knop <
A
> te drukken. Zo vermijdt u dat de AF wordt verstoord door een
obstakel dat onverwacht tussen de camera en het onderwerp komt. De
belichting wordt ingesteld op het moment dat opname wordt gemaakt.
3: AE/AF, geen AE
Dit komt van pas als een voorwerp herhaaldelijk beweegt en weer
stilstaat. In de modus AI Servo AF kunt u Al Servo AF starten of stoppen
door op de knop <
A
> te drukken. De belichting wordt ingesteld op het
moment dat opname wordt gemaakt. Zo weet u zeker dat de focus en de
belichting steeds optimaal zijn terwijl u op het beslissende moment wacht.
C.Fn-05 AF-Hulplicht
U kunt het AF-hulplicht zo instellen dat het wordt verzonden vanaf de camera of een voor EOS-geschikte Speedlite.
0: Zenden
1: Zendt niet
AF-hulplicht niet verzonden.
2: Alleen extern flits zenden
Wanneer een voor EOS geschikte Speedlite wordt gebruikt, wordt het AF-hulplicht alleen verzonden
als dat nodig is. Wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt, wordt het AF-hulplicht niet verzonden.
C.Fn-06 Belichtingsniveau verhoging
0: 1/3-stop
1: 1/2-stop
Hiermee stelt u halve stappen in voor de sluitertijd, het
diafragma,de belichtingscompensatie, AEB, enz.
C.Fn-04 en C.Fn-17-0, 1, 2 (p.146) hebben beide AF-start/stop- en AE-
vergrendelingsfuncties. Als u beide persoonlijke voorkeuren hebt ingesteld en beide
hierbij behorende functies uitvoert, zal de laatstgenoemde niet werken. De enige
uitzondering hierop is als de AF-vergrendeling wordt uitgevoerd na de AF-start.
H41.book Page 142 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
143
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN
C.Fn-07 Flitsen
U kunt de ingebouwde flitser, het externe Speedlite en flitsers van
andere merken gebruiken die op de pc-aansluitbus zijn aangesloten.
0: Flitst
1: Geen flits
De flitser flitst niet.
C.Fn-08 ISO (vergroten)
0: Uit
1: Aan
Voor de ISO-waarde kan
H
(gelijk aan ISO 3200) worden geselecteerd.
C.Fn-09 Reeksopnamen/auto uitzetten
U kunt de AEB-volgorde wijzigen als de opnamereeks wordt gemaakt op basis van de sluitertijd of het
diafragma en de volgorde voor het opslaan van bestanden voor witbalansreeksopnamen (WB-BKT).
Als u “auto uitschakelen” instelt, wordt de reeksopnamefunctie in de volgende gevallen uitgeschakeld:
AEB: U zet de schakelaar <
4
> op <
2
>, vervangt de lenzen, hebt de
flitser gebruiksklaar, vervangt de batterij of vervangt de CF-kaart.
WB-BKT: U zet de schakelaar <4> op <2>, vervangt de batterij of
vervangt de CF-kaart.
0: 0, -, +/Activeren
1: 0, -, +/Deactiveren
De eerste opname van de reeks heeft de standaardbelichting (of wordt belicht
met de standaardwitbalans). Deze opnamereeks kan worden herhaald.
2: -, 0, +/Activeren
Start de opnamereeks met de min-instelling (meer blauw of meer magenta).
3: -, 0, +/Deactiveren
Herhaalt de opnamereeks die begint met de min-instelling (meer
blauw of meer magenta). Deze opnamereeks kan worden herhaald.
AEB
Reeksopnamen op basis van witbalans
B/A-correctie M/G-correctie
0: standaardbelichting
0: standaardwitbalans 0: standaardwitbalans
- :
verminderde belichting
- : meer blauw - : meer magenta
+: vergrote belichting
+: meer amber +: meer groen
H41.book Page 143 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN
144
C.Fn-10 Ingespiegeld display
0: Aan
1: Uit
Het AF-punt in de zoeker gaat niet rood knipperen. Dit wordt
aanbevolen als u het vervelend vindt dat het telkens gaat branden.
Het AF-punt blijft branden wanneer u het selecteert.
C.Fn-11 Displaypositie menuknop
Wanneer u op de knop <M> drukt, kunt u de menuscherminstelling vastleggen.
0: Vorige (boven in uitstand)
Geeft het voorgaande menuscherm weer dat werd gebruikt. In de volgende gevallen
wordt het bovenste menuscherm [
Kwaliteit
] weergegeven: de schakelaar <
4
>
staat op <
2
>, de batterij is vervangen of de CF-kaart is vervangen.
1: Vorige
Geeft het voorgaande menuscherm weer dat werd gebruikt.
2: Boven
Geeft altijd het bovenste menuscherm weer [Kwaliteit].
C.Fn-12 Spiegel opklappen
0: Deactiveren
1: Activeren
Dit is handig voor close-up- en zoomlensopnamen en voorkomt dat de camera door
de spiegelbeweging gaat trillen. Zie pagina 88 voor het opklappen van de spiegel.
C.Fn-13 AF punt selectiemethode
0: Normaal
Druk op de knop <
S
> en gebruik <
9
> om het AF-punt te selecteren.
1: Subinstelwiel
Zonder eerst op de knop <S> te drukken, kunt u <9> gebruiken
om het gewenste AF-punt te selecteren. Wanneer u op de knop
<S> drukt, wordt de automatische AF-puntselectie ingesteld.
2: Hoofdinstelwiel
Eerst kunt u het instelwiel <
5
> gebruiken om rechtstreeks een AF-punt te
selecteren zonder op de <
S
> te drukken. Wanneer u de knop <
S
> ingedrukt
houdt en aan het instelwiel <
6
> draait, kunt u de belichtingscompensatie instellen.
H41.book Page 144 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
145
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN
C.Fn-14 E-TTL II
0: Meervlaks
Volautomatische flitsfotografie onder alle omstandigheden, van
weinig licht tot flitsopnamen bij daglicht.
1: Gemiddeld
Voor de flits wordt een gemiddelde berekend voor het gehele
gebied dat de flits beslaat. Aangezien automatische
flitsbelichtingscompensatie niet wordt uitgevoerd, dient u deze
wellicht zelf in te stellen afhankelijk van de opname. Dit geldt ook
als u flitsbelichtingsvergrendeling gebruikt.
C.Fn-15 Sluiter synchronisatie
0: 1e gordijn sync.
1: 2e gordijn sync.
Wanneer een trage sluitertijd is ingesteld, kunt u een lichtspoor
vastleggen dat het onderwerp volgt. Er wordt geflitst net voordat
de sluiter sluit. Deze persoonlijke voorkeur kan worden gebruikt
om 2e-gordijnsynchronisatie-effecten te verkrijgen, zelfs bij
Speedlites uit de EX-serie die deze mogelijkheid niet hebben. Als
het Speedlite uit de EX-serie deze functie heeft, zal deze de
persoonlijke voorkeur opheffen.
C.Fn-16 Veiligheidsshift in Av of Tv
0: Deactiveren
1: Activeren
Dit werkt in de modi AE-sluiterprioriteit (Tv) en AE-
diafragmaprioriteit (Av). Als de helderheid van het onderwerp
plotseling verandert en de huidige sluitertijd of diafragma
onbruikbaar worden, wordt de sluitertijd of het diafragma
automatisch verschoven om een correcte belichting te verkrijgen.
Wanneer de 2e-gordijnsynchronisatie wordt gebruikt, wordt kort voorgeflitst
voor flitsmetingscontrole nadat u de ontspanknop volledig hebt ingedrukt.
Denk eraan dat er wordt geflitst net voordat de sluiter sluit.
H41.book Page 145 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN
146
C.Fn-17 Lens AF stopfunktie knop
0: AF stop
1: AF start
AF werkt alleen als de AF-stopknop wordt ingedrukt. Wanneer u de
knop ingedrukt houdt, wordt de AF van de camera uitgeschakeld.
2: AE vergrendeling bij meting
Als u de knop indrukt tijdens de lichtmeting, wordt de AE-vergrendeling
toegepast. Dit komt van pas als u apart wilt meten en scherpstellen.
3: AF punt: M -> Auto/Auto -> ctr.
In de modus voor handmatige selectie van het AF-punt wordt
automatisch naar de AF-puntselectie overgeschakeld als de knop
ingedrukt wordt gehouden. Als de knop ingedrukt wordt gehouden,
wordt onmiddellijk van handmatige AF-puntselectie naar automatische
AF-puntselectie overgeschakeld. Dit komt van pas als u niet langer in
staat bent om een bewegend object scherp te stellen met een
handmatig geselecteerd AF-punt in de AI servo AF-modus. In de modus
voor automatische selectie van het AF-punt wordt bij het ingedrukt
houden van de knop direct het middelste AF-punt geselecteerd.
4: ONE SHOT <-> AI SERVO
In de modus One-Shot AF wordt bij het ingedrukt houden van de knop
overgeschakeld naar de modus AI Servo AF. In de modus AI Servo AF wordt
bij het ingedrukt houden van de knop overgeschakeld naar de modus One-
Shot AF. Dit is handig als u steeds heen en weer moet schakelen tussen One-
Shot AF en AI Servo AF voor een onderwerp dat blijft bewegen en stilstaan.
5: Beeldstabilisatie starten
Als de IS-knop op de lens al op ON staat, werkt de
beeldstabilisator alleen als u de knop ingedrukt houdt.
C.Fn-18 Voeg originele data toe
0: Uit
1: Aan
De gegevens die aangeven dat de opnamen origineel zijn, zijn toegevoegd aan de
opnamen. Wanneer een opname met de verificatiegegevens wordt weergegeven,
wordt het pictogram <
L
> weergegeven. (p.104) De gegevensverificatieset DVK-
E2 (optioneel) is nodig om te kunnen controleren of een opname origineel is.
De AF-stopknop zit alleen op de zoomlenzen.
H41.book Page 146 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
147
11
Referentie
Met behulp van dit hoofdstuk leert u de camera beter
kennen. Het bevat informatie over de functies van de
camera en over systeemaccessoires, en andere
naslaginformatie.
H41.book Page 147 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
148
o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen
Tabel met functiemogelijkheden
k
o
o
o
o
o
o
o
k
k
o
o
o
o
o
o
o
k
k
o
o
o
o
o
o
o
k
k
o
o
o
o
o
o
o
k
k
o
o
o
o
o
o
o
k
o
o
o
o
o
o
o
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
o
o
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
o
o
o
o
o
o
o
JPEG
RAW
RAW + JPEG
Autom.
Handm.
Autom. WB
Parameters
One-Shot
AI Servo
AI Focus
Autom.
Handm.
Evaluatief
Deelmeting
Gemid., nadruk op midden
Programmakeuze
Belichtingscompensatie
AEB
AE-vergrendeling
Preview scherptediepte
Enkel
Continu
Autom.
Handm.
Flitser uit
Rode ogen-reductie
Flitsbel.vergr.
Flitsbelichtingscompensatie
Programmakeuzewiel
Preset WB, Aangepaste WB,
Kleurtemperatuur, Witbalans-
correctie, Reeksopnamen op
basis van witbalans
AF
Stand
Witbalans
Belichting Lichtmeetmodus
Ingeb. flitser
Kwaliteit
ISO-
waarde
Basisgebruik Creatief gebruik 0
1234 5 67dsfa8
AF-
puntselectie
o (Parameter 1)
Persoonlijke voorkeuren/Alle
persoonlijke voorkeuren wissen
Resetten van camera-instellingen
Beeldsensor reinigen
H41.book Page 148 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
149
Tabel met functiemogelijkheden
(In Creatief gebruik-modi)
* Als de focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op <MF>, wordt AE-
vergrendeling toegepast bij het middelste AF-punt.
AF- en transportmodi
Transportmodi
One-Shot AF AI Servo AF AI Focus AF
uEnkele
opnamen
Een opname kan alleen gemaakt
worden wanneer focus is bereikt.
Wanneer focus wordt bereikt, wordt
deze vergrendeld. Met evaluatieve
meting wordt de belichtingsinstelling
ook vergrendeld. (De
belichtingsinstelling wordt in het
geheugen opgeslagen voordat de
opname wordt gemaakt.)
Bij beweging blijft het
onderwerp
scherpgesteld. De
belichting wordt
ingesteld op het
moment dat de
opname wordt
gemaakt.
Schakelt
automatisch
tussen ONE
SHOT AF en AI
Servo AF
naargelang de
status van het
onderwerp.
i
Continu-
opname
De bovenstaande
voorwaarden gelden bij
continu-opnamen. Tijdens
continu-opname (max. 5
opnamen/seconde) wordt
niet scherpgesteld.
De bovenstaande
voorwaarden gelden bij
continu-opnamen. Tijdens
continu-opname (max. 5
opnamen/seconde) wordt
scherpgesteld.
AE-vergrendeling
AF-puntselectie
Automatische AF-
puntselectie
Handmatige AF-
puntselectie
Lichtmeetmodus
q Evaluatieve
lichtmeting*
AE-vergrendeling wordt
toegepast bij het AF-punt waarop
het onderwerp is scherpgesteld.
AE-vergrendeling wordt
toegepast bij het
geselecteerde AF-punt.
w Deelmeting
AE-vergrendeling wordt toegepast bij het middelste AF-
punt.
e
Gemiddelde meting
met nadruk op het midden
Beeldconversiefactor
Omdat het beeldoppervlak kleiner
is dan het 35mm-filmformaat, is
de overeenkomstige
lensbrandpuntafstand 1,6x keer
zo lang.
Beeldgrootte:
22,5 x 15,0mm
35mm beeldgrootte
36 x 24mm
H41.book Page 149 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
150
Raadpleeg eerst de Handleiding Problemen oplossen wanneer een
probleem optreedt.
¡ U gebruikt de verkeerde batterij.
s Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511A, BP-514,
BP-511 of BP-512.
¡ De batterij is niet correct aangesloten op de batterijoplader.
s Sluit de batterij goed aan op de oplader. (p.18)
¡ De batterij is leeg.
s Laad de batterij op. (p.18)
¡ De batterij is niet goed geplaatst.
s Plaats de batterij op de juiste wijze. (p.20)
¡ Deksel van het batterijcompartiment is niet gesloten.
s Sluit het deksel van het batterijcompartiment goed. (p.20)
¡ De CF-kaartsleuf is niet gesloten.
s Sluit het deksel van de CF-kaartsleuf goed. (p.24)
¡
Als u de schakelaar <
4
> direct nadat u een opname hebt gemaakt op
<
2
> zet, blijft de lees-/schrijfindicator nog enkele seconden branden
of knipperen terwijl de opname op de CF-kaart wordt opgeslagen.
s Als de camera de opname op de CF-kaart heeft opgeslagen,
stopt de lees-/schrijfindicator met knipperen en wordt de camera
automatisch uitgeschakeld.
¡ De batterij is niet helemaal opgeladen.
s Laad de batterij helemaal op. (p.18)
¡ De levensduur van de batterij is verlopen.
s Vervang de batterij door een nieuwe.
Handleiding Problemen oplossen
Stroombron
De batterij kan niet worden opgeladen.
De camera werkt niet, zelfs wanneer de schakelaar <4> op
<1> of <J> staat.
De lees-/schrijfindicator knippert, zelfs wanneer de schakelaar <
4
> op <
2
> staat.
De batterij raakt snel leeg.
H41.book Page 150 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
151
Handleiding Problemen oplossen
¡ Automatisch uitschakelen is geactiveerd.
s Druk de ontspanknop half in. Als u niet wilt dat de camera zichzelf
uitschakelt, stelt u [c Uitschakelen] in het menu in op [Uit].
¡ De batterij is bijna leeg.
s Laad de batterij op. (p.18)
¡ De CF-kaart is niet goed geplaatst.
s Plaats de CF-kaart op de juiste manier. (p.24)
¡ De CF-kaart is vol.
s Gebruik een nieuwe CF-kaart of verwijder overbodige opnamen.
(p.24, 112)
¡ De batterij is leeg.
s Laad de batterij op. (p.18)
¡ U hebt niet goed scherpgesteld. (Het
focusbevestigingslampje <o> in de zoeker knippert.)
s Druk de ontspanknop nogmaals half in en stel het onderwerp
scherp. Wanneer u nog steeds niet goed kunt scherpstellen, stel
dan handmatig scherp. (p.26, 70)
¡ Het LCD-scherm is vies.
s Gebruik een zachte doek om het scherm schoon te maken.
¡ De levensduur van het LCD-scherm is verlopen.
s Neem contact op met uw dealer of Canon Service Center.
De camera schakelt zichzelf uit.
Alleen het pictogram <
c
> knippert op het bovenste LCD-paneel.
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen.
Het LCD-scherm geeft geen duidelijke opname weer.
H41.book Page 151 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Handleiding Problemen oplossen
152
¡ De focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op <MF>.
s Stel de focusinstellingsknop op de lens in op <AF>. (p.23)
¡ De camera bewoog toen u de ontspanknop indrukte.
s Houd de camera stil en druk voorzichtig op de ontspanknop om te
voorkomen dat de camera beweegt. (p.26, 38)
¡ [Err **] wordt op het LCD-paneel weergegeven.
s Als het gaat om [Err CF], raadpleegt u pagina 114.
s Als het gaat om [Err 02], raadpleegt u pagina 153.
¡ U gebruikt een CF-kaart van een ander merk dan Canon.
s Het gebruik van CF-kaarten van Canon wordt aanbevolen. (p.155)
¡ De opname is beveiligd tegen wissen.
s Annuleer de beveiliging. (p.111)
¡ De juiste datum en tijd zijn nog niet ingesteld.
s Stel de juiste datum en tijd in. (p.34)
¡ Stekkers van de videokabel zijn niet volledig ingestoken.
s Plaats de stekkers van de videokabel helemaal. (p.110)
¡ Het juiste videoformaat (NTSC of PAL) is niet ingesteld.
s Stel het juiste videoformaat voor de camera in zodat dit
overeenkomt met de tv. (p.31)
De opname is niet gefocust.
De CF-kaart kan niet worden gebruikt.
Opnamen bekijken en gebruiken
De opname kan niet worden verwijderd.
Er wordt een onjuiste datum en tijd van opname weergegeven.
Er verschijnt geen opname op het tv-scherm.
H41.book Page 152 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
153
Als er een camerafout optreedt, verschijnt Err xxop het LCD-paneel.
Volg de onderstaande instructie om een oplossing te vinden voor de
respectieve foutcode.
Wanneer dezelfde fout vaker optreedt, is er waarschijnlijk iets mis met
de camera. Schrijf de foutcode “xxop en breng de camera naar het
dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Wanneer een fout optreedt tijdens het maken van een opname, is de
opname waarschijnlijk niet gemaakt. Druk op de knop <x> om te
kijken of de opname op het LCD-scherm verschijnt.
Foutcodes
Foutcode Maatregelen
Err 01 De communicatie tussen de camera en de lens is verbroken.
Maak de contacten van de lens schoon. (p.9)
Err 02 Er is een probleem met de CF-kaart. Probeer een van de
volgende oplossingen: Verwijder de geheugenkaart en plaats
deze opnieuw. Formatteer de CF-kaart. Gebruik een andere
CF-kaart.
Err 04 De geheugenkaart is vol. Verwijder overbodige opnamen of
vervang de CF-kaart.
Err 05 De automatische pop-up van de ingebouwde flitser is
geblokkeerd.
Zet de schakelaar <4> op <1>.
Err 99 Een andere fout dan bovenstaande is opgetreden.
Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw.
Deze fout kan optreden als u een lens gebruikt van een ander
merk dan Canon en de camera of lens niet correct werkt.
H41.book Page 153 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
154
Belangrijkste accessoires (optioneel)
Batterij BP-511A
Secundaire lithium-ion batterij met hoge capaciteit.
AC-adapterset ACK-E2
Stroombronset (AC-adapter, gelijkstroomkoppeling,
voedingskabel) voor de voeding van de camera met een
gewone wandcontactdoos. Compatibel met AC 100 - 240 V.
Compacte stroomadapter CA-PS400
Snelle oplader voor BP-511A. Het duurt ongeveer
90 minuten om één batterij op te laden. Er kunnen twee
batterijen tegelijkertijd worden opgeladen.
Gelijkstroomkoppeling DR-400 (optioneel) kan ook op
de CA-PS400 worden aangesloten. Compatibel met
AC 100 - 240 V.
Batterijgreep BG-E2
Deze is geschikt voor twee BP-511A-batterijen of
zes AA-batterijen. Uitgerust met een ontspanknop
met verticale greep, elektronische knop,
AE-vergrendelings-/Flitsbelichtingsvergrendelingsknop
en AF-puntselectieknop.
Semi-harde cameratas EH17-L
Beschermtas, speciaal voor deze camera.
De camera past erin met de EF-S17-85mm f/4-5,6 IS
USM-lens (optioneel) bevestigd.
Speedlites voor op de cameraschoen
Een Speedlite uit de EX-serie past op de cameraschoen.
Net zoals bij normale belichting kunt u
E-TTL II-flitsopname gebruiken voor flitsbelichting.
H41.book Page 154 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
155
Belangrijkste accessoires (optioneel)
Macro Ring Lites
De Macro Lites uit de EX-serie (twee modellen) zijn
ideaal voor close-upflitsfotografie. U kunt een of allebei
de flitseenheden gebruiken en de flitsverhouding regelen
om eenvoudig de geavanceerde belichtingseffecten te
verkrijgen met automatische E-TTL II-flitsopname.
Afstandsbediening RS-80N3
Dit is een afstandsbediening om te voorkomen dat de
camera beweegt bij opnamen met een zoomlens, macro-
opnamen en opnamen met bulbbelichting. Het snoer is
80 cm lang. U kunt de afstandsbediening gebruiken om
de ontspanknop half of helemaal in te drukken. Tevens is
de afstandsbediening voorzien van een
ontspanknopvergrendeling. De stekker voor de aansluiting
van de camera beschikt over een snelle vergrendeling.
Afstandsbediening met timer TC-80N3
De afstandsbediening kan met een snoer van 80 cm
worden aangesloten en bevat vier ingebouwde functies: 1.
Zelfontspanner, 2. Intervaltimer, 3. Timer voor bulbbelichting
en 4. Instelfunctie voor de ontspanknop. De timer kan
worden ingesteld tussen 1 sec. en 99 uur, 59 min., 59 sec.
in stappen van 1 seconde. De stekker voor de aansluiting
van de camera beschikt over een snelle vergrendeling.
Dioptrische aanpassingslenzen E-serie
Een van de tien dioptrische aanpassingslenzen uit de
E-serie (-4 tot +3 diopters) kan op het oculair van de
camera worden bevestigd om het bereik van de
dioptrische aanpassing verder uit te breiden.
CF-kaart
Opslagmedia waarop de gemaakte opnamen worden
opgeslagen.
CF-kaarten van Canon worden aanbevolen.
PC-kaartadapter
Hiermee kan een CF-kaart in een PC-kaartsleuf of
PC-kaartlezer worden geplaatst.
H41.book Page 155 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
156
Systeemoverzicht
Semi-harde
cameratas EH-17L
Oculairdop Eb
Rubberframe Eb
Oculairverlengstuk
EP-EX15
Hoekzoeker C
CR2016
lithiumbatterij
voor datum/tijd
Dioptrische aanpas-
singslenzen E-serie
Brede draagriem
EW-100DGR
220EXST-E2 420EX 580EX Macro Ring Lite
MR-14EX
Macro Twin Lite
MT-24EX
* De lensset omvat de
EF-S 18-55mm-lens.
Batterij
BP-511A
Batterij
BP-511A
Batterijgreep
BG-E2
Batterijhouder
BGM-E2
Batterijoplader
CG-580 of CB-5L
AC-adapter
AC-E2
Gelijkstroom-
koppeling
DR-400
Batterij
BP-514
Compacte
stroomadapter
CA-PS400
AC-adapterset
ACK-E2
Standaard-
accessoires
H41.book Page 156 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
157
Systeemoverzicht
Gegevensverificatieset
DVK-E2 (ver. 2.1)
Bubble Jet Direct- en
PictBridge-compatibele printers
CP Printer
EF-lenzen
Afstandsbediening
met timer
TC-80N3
Afstandsbediening
RS-80N3
Draadloze
afstandsbediening
LC-4
PC-kaartsleuf
CF-kaart
CF-kaartlezer
TV/Video
PC-kaartadapter
• EOS DIGITAL Solution Disk
• Digital Photo Professional Disk
• Adobe Photoshop Elements Disk
Interfacekabel
IFC-400PCU
Videokabel
VC-100
USB-poort
(2.0/1.1)
Windows XP
(Home Edition/Professional)
Windows 2000 Professional
Windows ME
Windows 98 Second Edition
Mac OS X 10.1-10.3
Mac OS 9.0-9.2
PC
EF-S-lenzen
H41.book Page 157 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
158
•Type
Type: Digitale, spiegelreflex-, AF/AE-camera met ingebouwde
flitser en enkele lens
Opnamemedia: CF-kaart type I of type II
* Compatibel met Microdrive en CF-kaarten van 2 GB of meer
Beeldgrootte: 22,5 x 15,0mm
Compatibele lenzen: Canon EF-lenzen (inclusief de EF-S-lenzen)
(de brandpuntafstand die gelijk is aan 35 mm is ongeveer
1,6 keer de aangegeven brandpuntafstand.)
Lensbevestiging: EF-bevestiging van Canon
Beeldregistratie-element
Type: Grote, ultragevoelige single-plate CMOS-sensor met
hoge resolutie
Pixels: Effectieve pixels: Ongeveer 8,20 megapixels
Totaalaantal pixels: Ongeveer 8,50 megapixels
Beeldverhouding: 3:2
Kleurfiltersysteem: RGB-filter voor primaire kleuren
Laagdoorlaatfilter: Bevindt zich voor de beeldsensor, niet-verwijderbaar
Opnamesysteem
Opnameformaat: Design rule voor Camera File System 2.0: JPEG en RAW
Beeldformaat: JPEG, RAW (12 bits)
RAW+JPEG
gelijktijdige opname:
Mogelijk
Bestandsgrootte: (1) Groot/Fijn: Circa 3,6 MB (3504 x 2336 pixels)
(2) Groot/Normaal: Circa 1,8 MB (3504 x 2336 pixels)
(3) Medium/Fijn: Circa 2,2 MB (2544 x 1696 pixels)
(4)
Medium/Normaal:
Circa 1,1 MB (2544 x 1696 pixels)
(5) Klein/Fijn: Circa 1,2 MB (1728 x 1152 pixels)
(6) Klein/Normaal: Circa 0,6 MB (1728 x 1152 pixels)
(7) RAW: Circa 8,7 MB (3504 x 2336 pixels)
* Exacte bestandsformaten zijn afhankelijk van het
onderwerp, de ISO-waarde, de bewerkingsparameters,
enzovoort.
Bestandsnummering: Opeenvolgende nummering, auto reset
Kleurruimte: sRGB, Adobe RGB
Bewerkingsparameters:
Parameter 1 en 2, set 1 tot 3 (drie aangepaste
bewerkingsparameters), B/W
Interface: USB 2.0 Hi-Speed (normaal/PTP selecteerbaar)
Video-uitgang (NTSC/PAL)
Specificaties
H41.book Page 158 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
159
Specificaties
Witbalans
Type: Auto, daglicht, schaduw, bewolkt, gloeilamp, TL, flits,
aangepast, kleurtemperatuurinstelling.
Automatische witbalans:
Automatische witbalans met de beeldsensor
Kleurtemperatuurcorrectie:
Witbalanscorrectie:
±9 stappen in verhogingen van hele stappen
Reeksopnamen op basis van de witbalans:
±3 stappen in verhogingen van hele stappen
* Blauw/amber-afwijking of magenta/groen-afwijking mogelijk
Kleurtemperatuur
informatieoverdracht:
Meegeleverd
Zoeker
Type: Oogniveau pentaprisma
Dekking: Verticaal/horizontaal 95%
Vergroting: 0,9x (-1 diopter met een lens van 50 mm bij oneindig)
Oogafstand: 20 mm
Ingebouwde dioptrische aanpassing:
-3,0 - +1.0 diopter
Focusscherm: Vast, precisiemat
Spiegel: Snel terugklappende, half doorlatende spiegel
(Transmissie: reflectieverhouding van 40:60, geen
vignettering in zoeker met EF-lens van 600 mm f/4 of kleiner)
Zoekerinformatie: AF (AF-punten, focusbevestigingslampje), belichting
(sluitertijd, diafragmawaarde, AE-vergrendeling,
belichtingsniveau, cirkel van deelmeting,
belichtingswaarschuwing), flitser (flitser gereed, rode-
ogenreductielamp aan, high-speed synchronisatie,
flitsbelichtingsvergrendeling, flitsbelichtingscompensatie),
witbalanscorrectie, maximaal aantal opnamen bij continu-
opnamen, CF-kaartinformatie
Preview scherptediepte: Ingeschakeld met previewknop scherptediepte
•Autofocus
Type: TTL-CT-SIR met een CMOS-sensor
(TTL secundaire beeldregistratie, fasedetectie)
AF-punten: 9 AF-punten
Meetbereik: EV -0,5 - 18 (bij 20°C, ISO 100)
Focusmodi: One-Shot AF, AI Servo AF, AI Focus AF, Handmatige
focus (MF)
AF-puntselectie: Automatisch, handmatig
Geselecteerde AF-puntweergave:
Ingespiegeld in zoeker en aangegeven op het LCD-paneel
H41.book Page 159 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Specificaties
160
AF-hulplicht: Ingebouwde flits gaat geregeld af
Effectief bereik: Ongeveer 4,0 m gecentreerd, ongeveer
3,5 m in periferie
Belichting
Lichtmeetmodi: TTL-meting volle lensopening met 35-zones
• Evaluatieve lichtmeting (koppelbaar aan elk AF-punt)
• Deelmeting (ongeveer 9% van de zoeker gecentreerd)
• Gemiddelde meting met nadruk op het midden
Meetbereik: EV 1-20 (bij 20°C met 50mm f/1,4 lens, ISO 100)
Belichting: AE-programma (Volautomatisch, Portret, Landschap, Close-
up, Sport, Nachtopnamen, Flitser uit, Programma), AE-
sluiterprioriteit, AE-diafragmaprioriteit, AE-scherptediepte,
handmatige belichting, automatische E-TTL II-flits
ISO-waarde: Basisgebruik-modi: Automatisch ingesteld (ISO 100-400)
Creatief gebruik-modi: ISO 100, 200, 400, 800, 1600,
uitbreidbaar tot ISO 3200.
Belichtingscompensatie:
Handmatig: ±2 stappen met tussenstappen van 1/3 of
1/2 (kan worden gecombineerd met AEB)
AEB: ±2 stappen met tussenstappen van 1/3 of 1/2
AE-vergrendeling: Auto: Toegepast in One-Shot AF-modus met evaluatieve
meting als het onderwerp is scherpgesteld.
Handmatig: met de AE-vergrendelingsknop in alle lichtmeetmodi.
Sluiter
Type: Elektronisch geregelde, focal-plane ontspanner
Sluitertijden: 1/8000 tot 30 seconden (tussenstappen van 1/3 en 1/2),
bulb X-sync bij 1/250 sec.
Ontspanknop: Soft-touch elektromagnetische ontspanner
Zelfontspanner: 10-sec. vertraging
Afstandsbediening: Afstandsbediening met aansluitbus type N3
Ingebouwde flitser
Type: Intrekbare, automatische flitser
Flitsmeting: Automatische E-TTL II-flits
Flitsafstand: 13/43 (ISO 100, in meter/feet)
Recycle-tijd: Circa 3 sec.
Flits-gereed-lampje: Pictogram "flitser gebruiksklaar" verschijnt in de zoeker
Bereik van de flitser: Bereik voor 17 mm lensbrandpuntafstand
Flitsbelichtingsvergrendeling:
Ingebouwd
Flitsbelichtingscompensatie:
±2 stappen met tussenstappen van 1/3 of 1/2.
H41.book Page 160 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
161
Specificaties
Externe Speedlite
Voor EOS geschikte Speedlite:
Automatische E-TTL II-flitsopamen met Speedlite uit de EX-serie
PC-aansluitbus: Ingebouwd
Zoomen in overeenstemming
met lensbrandpuntafstand:
Ingebouwd
•Transportsysteem
Transportmodi: Enkel, continu en zelfontspanner (10 sec.)
Continu: Max. 5 opnamen per sec.
Maximale opnamereeks:
JPEG* (Groot/Fijn): Circa 20, RAW: Ongeveer 6
* Varieert afhankelijk van het onderwerp, de ISO-waarde,
de bewerkingsparameters, de CF-kaart, enzovoort..
LCD-scherm
Type: TFT-kleurenmonitor van vloeibaar kristal
Monitorgrootte: 1,8 inch
Pixels: Ongeveer 118.000
Dekking: 100% met betrekking tot de effectieve pixels
Aanpassing helderheid: Vijf niveaus beschikbaar
Interfacetalen: 12
Opnameweergave
Weergaveformaat: Enkele opname, opname-informatie, index van 9
opnamen, vergrote weergave (circa 1,5x - 10x),
automatisch afspelen, afbeeldingsrotatie en sprong
Waarschuwing door markering:
In de opname-informatiemodus knipperen eventuele
overbelichte gebieden zonder beeldinformatie.
Wispreventie en wissen
Beveilig: Enkele opnamen kunnen al dan niet tegen wissen
worden beveiligd.
Wissen: Eén opname of alle opnamen op de CF-kaart kunnen
worden gewist (behalve beveiligde opnamen).
Rechtstreeks afdrukken
Compatibele printers: CP Direct-, Bubble Jet Direct- en PictBridge-compatibele
printers
Afbeeldingen die kunnen
worden afgedrukt:
JPEG-afbeeldingen (DPOF-afdrukken mogelijk)
Aanpassing
Persoonlijke voorkeuren:
18 persoonlijke voorkeuren met 50 instellingen
H41.book Page 161 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Specificaties
162
Stroombron
Batterij: Een batterij BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512.
* wisselstroom kan ook worden geleverd met de gelijkstroomkoppeling.
* Met batterijgreep BG-E2 kunnen AA-batterijen worden gebruikt.
Levensduur batterij: [opnamen]
* De bovenstaande cijfers zijn van toepassing wanneer
een volledig opgeladen BP-511A-batterij wordt gebruikt.
Controle batterij: Automatisch
Energiebesparing: Beschikbaar. De stroom wordt na 1, 2, 4, 8, 15 of 30
minuten uitgeschakeld.
Batterij voor datum/tijd: Eén CR2016-lithiumbatterij
Afmetingen en gewicht
Afmetingen: 144 (W) x 105,5 (H) x 71,5 (D) mm
Gewicht: 685g (alleen behuizing)
Gebruiksomgeving
Temperatuurbereik tijdens werking:
0°C- 40°C
Luchtvochtigheid tijdens werking:
85% of minder
Batterijoplader CG-580
Compatibele batterij: Een batterij BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512.
Oplaadtijd: BP-511A, BP-514: Ongeveer 100 min.
BP-511, BP-512: Ongeveer 90 min.
Nominaal ingangsvermogen:
AC 100 - 240 V
Nominaal uitgangsvermogen:
DC 8,4 V
Temperatuurbereik tijdens werking:
0°C - 40°C
Luchtvochtigheid tijdens werking:
85% of minder
Afmetingen (B x H x D)
: 91 x 67 x 31 mm
Gewicht: 115 g
Batterijoplader CB-5L
Compatibele batterij: Een batterij BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512.
Temperatuur
Omstandigheden tijdens de opname
Geen flits 50% flits
Bij 20°C Ongeveer 1000 Ongeveer 700
Bij 0°C Ongeveer 750 Ongeveer 550
H41.book Page 162 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
163
Specificaties
Lengte netsnoer: Circa 1,8 meter
Oplaadtijd: BP-511A, BP-514: Ongeveer 100 min.
BP-511, BP-512: Ongeveer 90 min.
Nominaal
ingangsvermogen: AC 100 - 240 V
Nominaal
uitgangsvermogen: DC 8,4 V
Temperatuurbereik tijdens
werking:
0°C - 40°C
Luchtvochtigheid
tijdens werking: 85% of lager
Afmetingen (B x H x D)
: 91 x 67 x 32,3 mm
Gewicht: 105 g (zonder netsnoer)
¡ Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon.
¡ De specificaties en het uiterlijk van de camera kunnen zonder voorafgaande
waarschuwing worden gewijzigd.
H41.book Page 163 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
164
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggoolen
maar inleveren als KCA
H41.book Page 164 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
165
Index
A
aan-/uitschakelaar ....................16, 26
aantal afdrukken ..........................134
aantal exemplaren ................124, 127
aantal kopieën ..............................121
AC-adapterset ..............................154
Accessoires ..................................154
AF-punt ..........................................67
A-DEP ............................................82
Adobe RGB ....................................56
AE ..................................................74
AEB ................................................84
AE-programma ...............................74
AE-vergrendeling ...................86, 149
afbeeldingen bewerken ..................47
afdrukopties .................................131
AF-hulplicht ............................68, 142
AF-modus ......................................64
afstellen ........................................129
afzonderlijke afbeeldingen selecteren
..134
AI Focus AF ...................................66
AI Servo AF ...................................65
alle afbeeldingen selecteren ........136
alle afbeeldingen wissen ..............113
alle camera-instellingen wissen .....32
auto reset .......................................61
automatisch afspelen ...................108
automatisch uitschakelen .........26, 33
automatische AF-puntselectie ........67
automatische
E-TTL II-flitsopname ........92, 97, 145
automatische opnameweergave
....108
Av ...................................................78
B
B/W ................................................59
basisgebruik-modi ..........................14
batterij ..............................18, 20, 154
batterij voor datum/tijd vervangen
....35
batterijcontrole ...............................20
batterijoplader ............................... 15
beeldgrootte ................................ 149
beeldomkeren .............................. 101
belichtingscompensatie ................. 83
belichtingsniveauverhoging ......... 142
bestandsnummer ........................... 61
bewerkingsparameters ............ 57, 58
Bubble Jet Direct ......................... 126
bulbopnamen ................................. 87
C
C.Fn ............................................. 141
CF-kaart .................... 155, 9, 24, 114
close-up ......................................... 42
communicatie .............................. 116
compressieratio ............................. 46
continu ........................................... 61
continu-opname ............................. 72
contrast .......................................... 58
CP Direct ..................................... 123
creatief gebruik-modi ..................... 14
D
datum/tijd instellen ......................... 34
deelmeting ..................................... 71
diafragmawaarde ........................... 78
dioptrische aanpassing ................. 38
DPOF .......................................... 131
draadloos, multi-Speedlite-systeem
.... 97
E
een opname wissen .................... 112
enkele opname .............................. 72
evaluatieve meting ......................... 71
extensie ................................... 46, 61
externe Speedlite .......................... 97
F
FEB (reeksopnamen met flitser) .... 97
filtereffecten ................................... 60
firmware ........................................ 31
H41.book Page 165 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
166
Index
flits .....................................92, 97, 98
flitsbelichtingscompensatie ......96, 97
flitsbelichtingsvergrendeling .....95, 97
flitser uit .........................................43
flitsers gebruiken van een ander merk
....98
flitssynchronisatietijd ....................141
focusbevestigingslampje ................13
focusinstellingsknop .................64, 70
focusvergrendeling .........................69
formatteren ..................................114
foto zonder CF ...............................90
foutcodes .....................................153
FP-flits ............................................97
G
gelijkstroomkoppeling ....................22
gemiddelde meting met nadruk op het midden
....71
H
half indrukken ................................26
handm. WB ....................................51
handmatige AF-puntselectie ..........67
handmatige scherpstelling .............70
helemaal indrukken ........................26
high-speed flitssynchronisatie ........97
histogram .....................................104
hoofdinstelwiel .........................16, 27
I
index ............................................132
indexweergave .............................105
INFO. ......................................62, 103
ingebouwde flitser ..........................92
ingespiegeld display ....................144
instellingen wissen .........................31
instellingenmenu ......................29, 31
interfacekabel ..................................3
ISO-vergroting .............................143
ISO-waarde ....................................49
J
JPEG ............................................. 46
K
kijktijd .......................................... 100
kleurruimte .................................... 56
kleurtemperatuur ........................... 52
kleurtoon ....................................... 58
kleurverzadiging ............................ 58
L
landschap ...................................... 42
LCD-helderheid ........................... 102
LCD-paneel ............................... 9, 12
LCD-paneelverlichting ................... 89
LCD-scherm .............................. 9, 32
lees-/schrijfindicator ...................... 25
lens ............................................ 9, 23
lichtmeetmodus ............................. 71
M
M (Handmatig) .............................. 80
map ............................................... 61
markering .................................... 104
maximumaantal opnamen ....... 21, 47
meegeleverde onderdelen ............... 3
menu's ..................................... 29, 31
MF ................................................. 70
multifunctionele knop .............. 16, 28
N
nachtopnamen .............................. 43
namen van onderdelen ................. 10
NTSC .................................... 31, 110
O
oculairdop ................................ 17, 89
One-Shot AF ................................. 65
ontspanknop .................................. 26
opladen ......................................... 18
opname-informatie ...................... 104
opnamekwaliteit ............................ 46
H41.book Page 166 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
167
Index
opnamemenu ...........................29, 31
opnamemodus ...............................14
opnamen zonder kaart ...................25
opnamesprong .............................107
P
P (Programma) ..............................74
PAL .........................................31, 110
papierinstellingen .........................119
pc-aansluitbus ................................98
persoonlijke voorkeuren ...............141
persoonlijke voorkeuren wissen ...140
PictBridge ....................................119
pieptoon .........................................90
portret ............................................42
preview scherptediepte ..................79
Programmakeuze ...........................75
programmakeuzewiel .....................14
PTP ..............................................116
R
RAW ...............................................47
RAW+JPEG ...................................46
rechtstreeks afdrukken .........115, 137
reeksopnamen .............................143
reeksopnamen op basis van de witbalans
....54
resterende opnamen ......................21
riem bevestigen ..............................17
rode ogen-reductie .........................94
roteren ..........................................109
ruisreductie ..................................141
S
scherpte .........................................58
sensor reinigen ..............................36
sluiter synchronisatie ...................145
sluitertijd .........................................76
snelkeuzewiel ...........................16, 28
specificaties .................................158
Speedlite, EX-serie ........................97
spiegel opklappen ..........................88
sport .............................................. 43
sRGB ............................................. 56
standaard .................................... 132
standaardgebruik .......................... 14
stijl ....................................... 123, 126
systeemoverzicht ......................... 156
T
taal ................................................. 33
tabel met functiemogelijkheden ... 148
timer .............................................. 16
toning-effect ................................... 60
transportmodi ................................ 72
Tv .................................................. 76
V
vasthouden van de camera ........... 38
veiligheidsshift ............................. 145
vergrote weergave ....................... 106
video OUT ................................... 110
videokabel ................................... 110
voeg originele data toe ................ 146
volautomatisch .............................. 40
W
wandcontactdoos .......................... 22
WB-BKT ........................................ 54
weergave enkele opname ........... 103
weergave van camera-instellingen
... 62
weergavemenu ........................ 29, 31
weergeven ................................... 103
wisbeveiliging .............................. 111
wispreventie ................................. 111
wisselstroomadapterset ................. 22
wissen ......................................... 112
witbalans ....................................... 50
witbalanscorrectie .......................... 53
Z
zelfontspanner ......................... 44, 72
zoeker ............................................ 13
H41.book Page 167 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168

Canon EOS 20D Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding