Fujitsu ASYG09KXCA Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ONDERDEELNr. 9319356136-02
AIRCONDITIONER
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Muurmodel
Nederlands
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-1
Veiligheidsmaatregelen
Om persoonlijk letsel of schade aan eigendommen te voorkomen, moet u deze paragraaf zorgvuldig doorlezen voordat u dit product gebruikt, en zorg ervoor dat u
voldoet aan de volgende voorzorgsmaatregelen.
Onjuiste bedieningen door het niet naleven van de instructies kan letsel of schade, de ernst hiervan wordt als volgt geclassiceerd:
WAARSCHUWING OPGELET
Dit teken waarschuwt voor dodelijk of ernstig letsel. Dit teken waarschuwt voor letsel of schade aan eigendommen.
Dit teken verwijst naar een handeling die is VERBODEN. Dit teken verwijst naar een handeling die VERPLICHT is.
WAARSCHUWING
Het apparaat, de uitlaat en de inlaat moeten worden
geïnstalleerd, bediend en bewaard in een kamer met een
groter vloeroppervlak dan X m
2
.
09 type
12 type
M (kg) M ≤ 1,30
X (m
2
) 1,61
M (kg): Hoeveelheid koudemiddelinhoud ( IEC 60335-2-40 )
X (m
2
): Minimum grondoppervlak van de ruimte
Dit product geen onderdelen die door gebruiker
gerepareerd mogen worden. Raadpleeg altijd bevoegd
onderhoudspersoneel voor reparatie, installatie en
verplaatsing van het product.
Onjuiste installatie of behandeling zal leiden tot lekkage,
elektrische schok of brand.
In het geval van een storing, zoals brandgeur, moet u
onmiddellijk stopen met het gebruik van de airconditioner,
en alle voedingen loskoppelen door het uitschakelen van de
elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het stopcontact
halen. Raadpleeg dan bevoegd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat u de voedingskabel niet beschadigd.
Als deze beschadigd is, mag hij alleen worden vervangen
door bevoegd onderhoudspersoneel.
In het geval van koelmiddellekkage moet u uit de buurt
blijven van brand of brandbare stoffen, en bevoegd
onderhoudspersoneel raadplegen.
In het geval van onweer of een voorgaand teken
van blikseminslag, moet u de airconditioner via de
afstandsbediening uitschakelen, en het product of de
stroomvoorziening niet aanraken om elektrische gevaren te
voorkomen.
Het apparaat moet worden bewaard in een ruimte die geen
continu werkende ontstekingsbronnen bevat (bijvoorbeeld:
naakte vlammen, een werkend gastoestel of elektrische
verwarming).
Het apparaat moet in een goed geventileerde ruimte worden
bewaard.
De koelmiddelen mogen geen geur bevatten.
Het apparaat moet zodanig worden bewaard dat er geen
mechanische schade kan optreden.
Het product mag enkel conform de nationale of regionale
regelgeving worden weggegooid.
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder
kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale
mogelijkheden, of die een gebrek hebben aan ervaring en
kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben
gekregen omtrent het gebruik van het apparaat door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd
toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat spelen.
Start of stop de werking van dit product niet door het
invoegen van of trekken aan de stekker, of door het in- of
uitschakelen van de stroomonderbreker.
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van dit product.
Stel uzelf niet voor vele uren bloot aan de directe koelende
luchtstroom.
Steek uw vingers of andere voorwerpen niet in de
uitgangspoort, het open paneel of het inlaatrooster.
Gebruik het apparaat niet met natte handen.
Installeer het apparaat niet in een ruimte met minerale olie
zoals een fabriek of een ruimte met veel oliespatten of stoom
zoals een keuken.
Gebruik nooit een ander middel om het ontdooiproces te
versnellen of om het apparaat te reinigen dan de middelen
aanbevolen door de fabrikant.
Niet doorboren of verbranden.
Inhoud
Veiligheidsmaatregelen ........................................................................ 1
Eigenschappen en functies .................................................................. 2
Voorbereiding ....................................................................................... 3
Binneneenheid overzicht en bediening................................................. 4
Afstandsbediening overzicht en bediening ........................................... 5
Timerwerking ........................................................................................ 7
Dubbel ventilator comfort...................................................................... 7
Menselijke sensor (energiebesparing).................................................. 8
Filter reinigen ........................................................................................ 8
Plasma luchtreiniging ........................................................................... 9
Algemene informatie over werking ....................................................... 9
Reiniging en verzorging ...................................................................... 10
Problemen oplossen ........................................................................... 13
GEBRUIKERSHANDLEIDING
ONDERDEELNr. 9319356136-02
Airconditioner (muurmodel)
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-2
OPGELET
Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens gebruik.
Gebruik dit product altijd met het luchtlter geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat enig elektrisch apparatuur ten minste 1 m uit
de buurt is van de binnen- of buiteneenheid.
Ontkoppel alle stroomvoorziening wanner u dit product voor
een langere periode niet gebruikt.
Na een lange periode van gebruik moet u ervoor zorgen dat
de montage van de binneneenheid wordt gecontroleerd om te
voorkomen dat het product naar beneden valt.
De richting van de luchtstroom en de kamertemperatuur
moeten zorgvuldig worden overwogen wanneer u dit product
gebruikt in een kamer met kinderen, bejaarden of zieke
personen.
Na het reinigen van het luchtlter, stofafscheider en plasma
reinigt u het apparaat met water en neemt u het af met een
zachte doek en laat u het drogen in de schaduw.
Plaats geen andere elektrische producten of huishoudelijke
bezittingen direct onder dit product.
Druipende condensatie van dit product kan ze nat maken, en
kan leiden tot schade aan of storing van uw eigendommen.
Stel dit product niet direct bloot aan water.
Gebruik dit product niet voor het bewaren van voedsel,
planten, dieren, precisie-apparatuur, kunstwerken of andere
objecten. Dit kan leiden tot achteruitgang in de kwaliteit van
deze producten.
Stel geen dieren of planten direct bloot aan de luchtstroom.
Drink de afvoer van de airconditioner niet.
Trek niet aan de voedingskabel.
Raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar
ingebouwd in dit product niet aan, om letsel bij repareren van
het apparaat te voorkomen.
Ga niet op een onstabiele ondergrond of ladder staan bij
gebruik of reiniging van dit product. Hierdoor kunt u ten val
komen, wat tot letsel kan leiden.
Voer nooit uw vinger of een smal voorwerp in de dubbele
ventilator inlaat of uitlaat.
Raak de dubbele ventilator niet aan als hij in beweging is.
Raak de dubbele ventilator niet aan en plaats er geen
voorwerpen op.
Richt de luchtstroom niet direct op open haarden of
verwarmingstoestellen.
Blokkeer of bedek het inlaatrooster en de uitlaatpoort niet.
Oefen geen hevige druk uit op de lamellen van de radiator.
Klim niet op het product of plaats geen voorwerpen op of hang
voorwerpen aan dit product.
Dit product bevat geuoreerde broeikasgassen.
Eigenschappen en functies
DUBBEL VENTILATOR COMFORT
De 2 types luchstromen (koud/warme lucht van de hoofdventilator, en
omgevingstemperatuur lucht van de dubbele ventilator) bieden comfort
door de hele kamer. Dit wordt aanbevolen voor degenen die niet van
de normale COOL/HEAT modus houden.
In COOL mode
Blaast lucht aan een com-
fortabele temperatuur.
Koude luchtstroom
In HEAT modus
Warme lucht
De zijdelingse luchtstroom doet de
warme lucht minder snel stijgen en
verwarmt zo op vloerniveau.
FILTER REINIGEN
Het tijdrovende reinigen van het luchtlter wordt automatisch
uitgevoerd. Stof dat aan het luchtlter kleeft wordt verwijderd en er is
geen daling in efciëntie.
PLASMA LUCHTREINIGING
Fijne deeltjes zoals pollen en huishoudelijk stof worden verzameld met
statische elektriciteit om de lucht in de ruimte te zuiveren.
"10°C HEAT" WERKING
De kamertemperatuur kan worden gehandhaafd aan 10 °C om te
vermijden dat de kamertemperatuur te veel zou dalen.
ECONOMISCHE WERKING
Als de economische modus ingeschakeld is, zal de kamertemperatuur
iets hoger zijn dan de ingestelde temperatuur in de koelingmodus en
lager dan de ingestelde temperatuur in de verwarmingsmodus. Om
die reden kan de economische modus meer energie sparen dan in de
normale modi.
AUTOMATISCHE OMSCHAKELFUNCTIE
De operationele modus (Koeling, verwarming) wordt automatisch
omgeschakeld om de ingestelde temperatuur te handhaven en de
temperatuur wordt voortdurend constant gehouden.
VENTILATOR BEDIENING VOOR ENERGIEBESPARING
Wanneer de ingestelde temperatuur wordt bereikt tijdens de koeling
werkt de ventilator met tussenpozen en zo bespaart men stroom.
FIJNE TEMPERATUURWIJZIGINGEN
De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 0,5°C.
PROGRAMMA TIMER
De programma timer biedt u de mogelijkheid de OFF-timer en ON-
timer werking te integreren in één enkele sequentie. De sequentie kan
1 transitie omvatten van de OFF-timer naar de ON-timer, of van de ON-
timer naar OFF-timer, binnen een periode van 24 uur.
SLEEP TIMER
Als de "SLEEP (Slaap) timer" knop wordt ingedrukt in de
verwarmingmodus wordt de thermostaatinstelling van de airconditioner
geleidelijk verlaagd tijdens de werking; in de koeling- of droogmodus
wordt de thermostaatinstelling langzaam verhoogd tijdens de werking.
Wanneer de ingestelde tijdsduur ingesteld is, schakelt het apparaat
automatisch uit.
Veiligheidsmaatregelen (vervolg)
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-3
Voorbereiding
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat baby´s en jonge kinderen niet per ongeluk de batterijen kunnen inslikken.
OPGELET
Om storingen of beschadigingen aan van de afstandsbediening
te voorkomen moet u het volgende doen:
- Plaats de afstandsbediening op een plek waar zij niet zal
worden blootgesteld aan direct zonlicht of overmatige hitte.
- Wanneer u de afstandsbediening gedurende een lange
periode niet gebruikt, moet u de batterijen verwijderen om
lekken en schade aan het apparaat te vermijden.
- Lege batterijen moeten onmiddellijk worden verwijderd en
afgevoerd volgens de plaatselijke wetten en regelgeving
van uw regio.
Obstakels zoals een gordijn of een muur tussen
afstandsbediening en de binneneenheid kunnen de juiste
signaaloverdracht beïnvloeden.
Als vloeistof van een lekkende batterij in contact komt met uw
huid, ogen of mond moet u onmiddellijk overvloedig spoelen
met water en uw arts raadplegen.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke schokken.
Giet geen water op de afstandsbediening.
Probeer niet om droge batterijen op te laden.
Gebruik geen droge batterijen die zijn opgeladen.
Binneneenheid accessoires
Afstandsbediening
Batterijen
Houder
afstandsbediening
Draadloze LAN-
adapter
Tapschroeven
(Klein)
Tapschroeven
(Groot)
Batterij (R03/LR03/AAA × 2) aan het laden en voorbereiding afstandsbediening
4
2
3
1
6
5
7
5
Druk op de "CLOCK ADJUST" (KLOK INSTELLEN) knop om de
klok in te stellen.
6
Stel de tijd in door het drukken op de “SELECT” (KEUZE) knop.
Elke keer dat u op de knop drukt, wordt de waarde tijd met 1 minuut
verhoogd of verlaagd. Wanneer u de knop indrukt en ingedrukt
houdt, wordt de waarde tijd met 10 minuten verhoogd of verlaagd.
*Door de drukken op de "TEMP. (temperatuur)" (
/
) knoppen te
drukken, kan de tijdindicator worden gewijzigd van 24 uur in 12 uur.
7
Druk opnieuw op de “CLOCK ADJUST” (KLOK INSTELLEN)
knop om de instelling van de klok te voltooien.
Opmerkingen:
Gebruik uitsluitend een opgegeven batterijtype.
Gebruik geen verschillende batterijtypes of nieuw en gebruikte
batterijen door elkaar.
Batterijen kunnen bij normaal gebruik voor ongeveer 1 jaar gebruikt
worden.
Als het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk verkort wordt,
vervangt u de batterijen en drukt u op de “RESET” (HERSTELLEN)
knop.
Installatie houder afstandsbediening
321
Schroeven
Invoegen
Schuiven
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-4
1 Inlaatrooster
Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het inlaatrooster volledig
is afgesloten. Onvolledig afsluiten kan effect hebben op een juist
functioneren of de prestaties van de airconditioner.
Zie pagina 7
2 Dubbele ventilator
De dubbele ventilator schakelt over op de optimale positie op basis
van de positie van de hoofdventilator die wordt ingesteld met de
"Verticale SET (INSTEL)" en de "Horizontale SET (INSTEL)" knoppen.
3 Draadloze LAN controle-indicator en knoppen
Dit product heeft een draadloze LAN-adapter als accessoire. De
installatie kan worden uitbesteed aan de winkel waar het apparaat
werd gekocht of aan een professionele installateur.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing.
4 Verticale luchtstroom richtingslamellen
Elke keer dat u op de “Verticale SET (INSTEL)” knop op de
afstandsbediening drukt, beweegt de hoek van de verticale luchtstroom
richtingslamellen als volgt:
1
2
3
4
5
6
7
8
COOL of DRY modus HEAT modus
1 2 3 4 5 6 7 8
**
*: Standaardinstelling in elke modus.
Pas dit niet handmatig aan.
Aan het begin van de AUTO of HEAT modus, kunnen ze even in
positie 1 blijven staan voor aanpassing.
Als de hoek op positie 5-8 langer dan 30 minuten in de modus COOL
of DRY instelt, keren de lamellen automatisch terug naar positie 4.
Door positie 5-8 in de modus COOL of DRY te laten staan kan er zich condensatie
vormen. De druppels kunnen tot schade leiden aan uw eigendommen.
5 Stroom diffuser
De hoek van de stroom diffuser beweegt in samenhang met de bewe-
ging van de lamellen om de luchtstroom verticaal te regelen.
6
"PLASMA AIR CLEAN" (PLASMA LUCHTREINIGING) controlelampje (blauw)
Lichten in de plasma luchtreiniging.
Het lampje knippert langzamer wanneer het moment is aangebroken
het plasma luchtreinigingsapparaat te reinigen.
Knippert als het inlaatrooster open is of als het plasma
luchtreinigingsapparaat nat of vuil is.
7
"FILTER CLEAN" (FILTERREINIGING) controlelampje (geel)
Lichten in de lterreiniging.
Het lampje knippert langzaam, wanneer het moment is aangebroken
de stofafscheider te reinigen.
8
"ECONOMY"(ENERGIEBESPARING) controlelampje (groen)
Lichten in de ECONOMY werking en in 10 °C HEAT werking.
9 "TIMER" controlelampje (oranje)
Lichten in timer-werking, en knipperen langzaam wanneer de fout in
de timerinstelling wordt gedetecteerd.
Raadpleeg voor meer informatie "Functie automatisch opnieuw
opstarten" op pagina 9.
10
"OPERATION"(WERKING) controlelampje (groen)
Lichten in normale werking, en knipperen langzaam in Automatische ontdooiing werking.
11
Afstandsbediening signaalontvanger
OPGELET
Voor passende signaaloverdracht tussen de afstandsbedie-
ning en de binneneenheid moet u de signaalontvanger uit de
buurt houden van de volgende producten:
- Direct zonlicht of ander sterk lichten
- Flat-paneel-tv-scherm
In kamers met onmiddellijke tl-verlichting, zoals type-omvormers, wordt
het signaal misschien niet goed doorgegeven. In een dergelijk geval
moet u contact opnemen met de winkel waar u het product hebt gekocht.
1
16
9
10
11
12
13
17
2
6
8
7
4
5
14
15
3
12
Horizontale luchtstroom richtingslamellen
Elke keer dat u op de “Horizontale SET (INSTEL)” knop op de
afstandsbediening drukt, beweegt de hoek van de horizontale
luchtstroom richtingslamellen als volgt:
1
2
3
4
5
Horizontale luchtstroom richtings-
lamellen
5 4
1
3
*
2
*: Standaard instelling.
Zie pagina 8
13
Menselijke sensor
Gebruikt voor energiebesparingsfunctie. Bedient de
temperatuurinstelling door mensen in de ruimte te detecteren.
Zie pagina 9
14
Plasma luchtreinigingsapparaat
Vangt jne deeltjes op zoals pollen en huishoudelijk stof (enkel rech-
terzijde van de binneneenheid).
15
Binneneenheid knop
Functie Beschrijving Actie
MAINTENANCE RESET
(ONDERHOUD HER-
STELLEN)
Ook gebruiken als het
onderhoud van de stofaf-
scheider en het plasma
luchtreinigingsapparaat
voltooid is. (Zie pagina
12)
Druk minder dan 3
seconden in.
MANUAL AUTO
(MANUEEL AU-
TOMATISCH)
Gebruiken om de aircon-
ditioner te starten in de
AUTO modus, in het geval
u de afstandsbediening
verloren bent of deze niet
functioneert.
Druk langer dan 3
seconden en minder
lang dan 10 seconden
in.
(Te starten of stop-
pen.)
FORCED COOLING
OPERATION
(GEFORCEERDE
KOELINGFUNCTIE)
(Uitsluitend voor onderhoud: Druk langer dan 10
seconden in. Om te stoppen, drukt u op deze knop
of de "Start/Stop (
)" knop op de afstandsbedi-
ening.)
Zie pagina 10
16
Stofafscheider
Zie pagina 10
17
Luchtlter
Binneneenheid overzicht en bediening
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-5
Afstandsbediening overzicht en bediening
23
20
21
19
24
17
18
22
2
25
11
16
15
8
9
10
14
12
13
3
1
5
6
7
4
U kunt de bediening snel beginnen met de volgende 3 stappen:
1 "Start/Stop ( )" knop
2 "MODE" (MODUS) knop
Schakelt bedieningsmodus uit in de volgende volgorde.
AUTO
(AUTO)
COOL
(KOELEN)
DRY
(DROGEN)
FAN
(VENTILATOR)
HEAT
(VERWARMEN)
Opmerkingen in HEAT modus:
Aan het begin van de operatie werkt de binneneenheid bij zeer
lage snelheid van de ventilator voor ongeveer 3–5 minuten
voor de voorbereiding, schakelt dan over op de geselecteerde
ventilatorsnelheid.
Automatische ontdooiing bediening heft het voorverwarmen op als
het nodig is.
Opmerking in COOL modus:
Binneneenheid ventilator kan van tijd tot tijd stoppen om controle
van de Binneneenheid van de ventilator uit te voeren voor
energiebesparing, die energiebesparende werking mogelijk maakt
door het stoppen van de rotatie van de binneneenheid ventilator
wanneer de buiteneenheid wordt gestopt.
3 "TEMP. (temperatuur)" knoppen
Stel de gewenste temperatuur in.
De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 0,5°C.
In de COOL en DRY modus moet de temperatuur lager worden
ingesteld dan de huidige kamertemperatuur. In de HEAT modus
moet de temperatuur hoger worden ingesteld dan de huidige
kamertemperatuur.
Anders begint een bijbehorende bedrijfsmodus mogelijk niet te werken.
Temperatuurinstelbereik
AUTO/COOL/DRY 18,0–30,0 °C
HEAT 16,0–30,0 °C
Opmerkingen: Temperatuurcontrole is niet beschikbaar in FAN modus.
De temperatuureenheid wijzigen.
1. Druk op de "Start/Stop( )" knop tot de klok verschijnt.
2. Druk op de "TEMP. (temperatuur) (opstaan)" knop (
) gedurende
minimum 5 seconden om de huidige temperatuureenheid weer te
geven. (Fabrieksinstelling: °C)
3.
Druk op de "TEMP. (temperatuur)" knoppen (
/
) om de
temperatuureenheid te wijzigen.
(°C
°F)
4. Door op de "Start/Stop( )" knop te drukken of door geen
bijkomende knop in te drukken gedurende 30 seconden in stap 2.,
wordt de momenteel geselecteerde temperatuureenheid ingesteld.
4 Display afstandsbediening
In deze paragraaf worden alle mogelijke beschrijvingen voor
controlelampjes weergegeven. In de huidige bediening wordt
het display gekoppeld met de toetsbediening, en toont alleen de
noodzakelijke controlelampjes voor elke instelling.
5 "POWERFUL" (KRACHTIGE) knop
Activeert de POWERFUL werking.
Het apparaat werkt op maximaal vermogen en sterke luchtstroom om
de kamer snel af te koelen of op te warmen.
Na activatie zendt de binneneenheid 2 korte piepjes uit.
Druk nogmaals op de "POWERFUL" (KRACHTIGE) knop om deze uit
te schakelen. De binneneenheid zendt vervolgens 1 kort piepje uit.
POWERFUL werking wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
Aangepaste kamertemperatuur bereikt de bepaalde temperatuur in
de COOL, DRY of HEAT modus.
20 minuten zijn verstreken na het instellen van de POWERFUL
werking modus.
Zelfs in de voornoemde situaties zal de POWERFUL werking niet
automatisch uitschakelen, tenzij deze al bepaalde tijd in werking was.
Opmerkingen:
De luchtstroomrichting en de ventilatorsnelheid worden automatisch
gecontroleerd.
Deze bewerking kan niet tegelijkertijd worden uitgevoerd met de
ECONOMY werking.
De POWERFUL werking overschrijft de OUTDOOR UNIT LOW
NOISE, ENERGY SAVING functies. Beide functies zullen, indien
ingesteld, starten nadat de POWERFUL werking is uitgeschakeld.
6 "10 °C HEAT" (10 °VERWARMEN) knop
Start 10 °C HEAT werking die de kamertemperatuur op 10 °C houdt,
om te voorkomen dat de kamertemperatuur te laag wordt.
Nadat u op de knop heeft gedrukt voor het starten van de 10 °C HEAT
werking, geeft de binneneenheid 1 korte piep en het "ECONOMY"
(ENERGIEBESPARING) controlelampje (groen) gaat branden.
Druk op de "Start/Stop( )" knop om deze uit te schakelen. Het
"ECONOMY" (ENERGIEBESPARING) controlelampje gaat uit.
Opmerkingen:
HEAT modus wordt niet uitgevoerd als de kamertemperatuur niet
warm genoeg is.
7 Signaalzender
Richt juist op de signaalontvanger van de binneneenheid.
Indicator signaalzender op het display van de afstandsbediening
toont dat het signaal van de afstandsbediening wordt verzonden.
Werkgebied is ongeveer 7 m.
U zult een pieptoon horen als het uitgezonden signaal juist
is verzonden. Als er geen pieptoon is, moet u de knop de
afstandsbediening nogmaals indrukken.
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-6
8 "FAN" (VENTILATOR) knop
Regelt de ventilatorsnelheid.
(AUTO) (HOOG) (MED) (LAAG) (STILL)
Wanneer AUTO wordt geselecteerd, wordt de ventilatorsnelheid
automatisch aangepast volgens de bedrijfsmodus.
9 "SWING" (DRAAIEN) knop
Stelt de automatische swing werking in. De werking verandert telkens
wanneer de "SWING" (DRAAIEN) knop wordt ingedrukt.
Omhoog/
omlaag
Links/
rechts
Swing
stoppen
Omhoog/omlaag/
links/rechts
De linker/rechter "SWING" (DRAAIEN) werking volgt de richting
zoals aangegeven op de pagina 4 "Horizontale luchtstroom
directionele lamellen".
Het omhoog/omlaag swing bereik wisselt als volgt per modus:
COOL, DRY of FAN
modus
HEAT of FAN modus
1 2 3 4 5
5
8
7
6
1
2
3
4
5
6
7
8
Opmerkingen:
SWING werking kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator in de
binneneenheid draait op zeer lage snelheid of stopt.
In de FAN modus, wordt het bereik van de omhoog/omlaag swing
werking 1
5 of 5
8 uitgevoerd in overeenstemming met de
luchtstroomrichting voorafgaand ingesteld voordat u de SWING
werking start.
Zie pagina 4
10
"Verticale SET (INSTEL)" knop
Past de verticale luchtstroomrichting aan.
Opmerkingen:
In het begin van de AUTO modus kunt u de luchtstroomrichting niet
wijzigen.
Zie pagina 4
11 "Horizontale SET (INSTEL)" knop
Past de horizontale luchtstroomrichting aan.
Opmerkingen:
In het begin van de AUTO modus kunt u de luchtstroomrichting niet wijzigen.
12
"ECONOMY" (ENERGIEBESPARENDE) knop
Start of stopt de ECONOMY werking, die meer elektriciteit bespaart
dan andere werkingsmodi doordat de ingestelde temperatuur lager
wordt ingesteld.
Wanneer u op de knop "ECONOMY" (ENERGIEBESPARENDE)
knop drukt, gaat het "ECONOMY" (ENERGIEBESPARENDE)
controlelampje op de binneneenheid branden.
In de COOL of DRY modus zal de kamertemperatuur worden
aangepast voor een temperatuur die een paar graden hoger ligt dan
de ingestelde temperatuur.
In de HEAT modus zal de kamertemperatuur worden aangepast
voor een temperatuur die een paar graden lager ligt dan de
ingestelde temperatuur.
Opmerkingen:
In de COOL, HEAT of DRY modus is de maximale uitgang van
deze bewerking ongeveer 70% van de gebruikelijke werking van de
airconditioner.
Deze bewerking kan niet worden uitgevoerd tijdens de
temperatuurbewaking door de AUTO modus.
Zie pagina 9
13
"PLASMA AIR CLEAN" (PLASMA LUCHTREINIGING) knop
Activeert of deactiveert de plasma luchtreinigingsfunctie.
* De plasma luchtreinigingsfunctie is AAN ten tijde van aankoop.
Zie pagina 8
14
"FILTER CLEAN" (FILTERREINIGING) knop
Luchtlterreiniging kan onmiddellijk worden uitgevoerd met de
afstandsbediening.
Zie pagina 7
15
"SLEEP (Slaap) timer" knop
Activeert de SLEEP timer die u helpt comfortabel in slaap te vallen
met geleidelijke temperatuurregeling.
16
"Timer CANCEL (ANNULEER)" knop
Annuleert de ingestelde timer.
17
"RESET" (HERSTELLEN) knop
Wanneer u op de “RESET” (HERSTELLEN) knop drukt, druk dan voorzichtig
met de punt van een pen of een ander klein voorwerp in de juiste richting
zoals weergegeven in deze guur.
RESET
18
"TEST RUN" (TESTSTART) knop
Enkel gebruik voor de initiële test in de installatie van de eenheid.
Druk niet op deze knop tijdens de normale werking omdat dit een
incorrecte werking zal veroorzaken.
Tijdens de test knippert het "OPERATION" (WERKING)
controlelampje en het "TIMER" (TIMER) controlelampje gelijktijdig.
Om een test te stoppen die onbedoeld werd gestart, moet u de
airconditioner uitschakelen door te drukken op de "Start/Stop(
)"
knop.
Zie pagina 3
19
"CLOCK ADJUST"(KLOK INSTELLEN) knop
Gebruikt voor het instellen van de klok.
Zie pagina 7
20
"OFF (UIT) timer" knop
Activeert de OFF timer.
Zie pagina 7
21
"ON (AAN) timer" knop
Activeert de ON timer.
22
"SELECT" (KEUZE) knop
Gebruikt voor het instellen van de klok of timer.
23
"OUTDOOR UNIT LOW NOISE"(BUITENEENHEID LAGE GELUID) knop
Start of stopt de OUTDOOR UNIT LOW NOISE werking dat geluid
vermindert, veroorzaakt door de buiteneenheid door het kappen van
het aantal rotaties van de compressor, en het onderdrukken van de
ventilatorsnelheid.
Zodra de werking is ingesteld, wordt de instelling behouden totdat u
weer op deze knop drukt om de bewerking te stoppen, zelfs als de
binneneenheid is gestopt.
op het display van de afstandsbediening toont dat het
apparaat in de OUTDOOR UNIT LOW NOISE modus is.
Opmerkingen:
Deze bewerking kan niet tegelijkertijd worden uitgevoerd met de
FAN, DRY en POWERFUL werking.
Zie pagina 7
24
"DUAL FAN COMFORT" (DUBBEL VENTILATOR COMFORT) knop
Activeert of deactiveert de DUBBEL VENTILATOR COMFORT
functie.
Zie pagina 8
25
"SENSOR" (SENSOR) knop (ENERGIEBESPARINGSFUNCTIE)
Activeert of deactiveert de energiebesparingsfunctie.
* De energiebesparingsfunctie is AAN ten tijde van aankoop.
: De instelling moet worden gedaan wanneer het instellingen-
scherm wordt getoond voor elke functie.
: De knop is alleen regelbaar wanner de airconditioner aan is.
Ventilator bediening voor energiebesparing
Wanneer de ingestelde temperatuur wordt
bereikt tijdens de koeling werkt de ventilator met
tussenpozen en zo bespaart men stroom.
Ventilator besturing voor energiebesparende functie
is reeds ingeschakeld op het moment van aankoop.
Volg deze stappen om deze functie te gebruiken:
1. Schakel de binneneenheid uit door te
drukken op de "Start/Stop(
)" knop.
2.
Druk op de "FAN" (VENTILATOR) knop
gedurende minimum 5 seconden tot de huidige
"FC" (Ventilator bediening) status verschijnt.
3.
Druk op de "TEMP. (temperatuur)" knoppen (
/
) om te schakelen tussen aan of uit
4. Druk op de "Start/Stop( )" knop om de instelling naar de
binneneenheid te sturen. Nadat de status verzonden is, keert het
scherm automatisch terug naar het originele scherm.
Als er geen knoppen worden ingedrukt binnen 30 seconden nadat de
"FC" (Ventilator bediening) status verschijnt, keert het systeem terug
naar de originele klokweergave. In dit geval begint u opnieuw met stap 1.
Afstandsbediening overzicht en bediening (vervolg)
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-7
Timerwerking
Opmerking voor timerinstellingen:
Elke onderbreking van de stroomvoorziening, zoals een
stroomstoring, afsnijden of een stroomonderbreker leidt tot een
foutieve instelling van de interne klok.
In een dergelijk geval knippert het TIMER controlelampje op de
binneneenheid en u moet de instelling aanpassen.
ON timer of OFF timer
1
Schakel de binneneenheid in door te drukken op de "Start/Stop
( )" knop.
Het
"OPERATION" (WERKING)
controlelampje op de
binneneenheid gaat aan.
Als de binneneenheid reeds ingeschakeld is, kunt u deze stap
overslaan.
2
Druk op de
“ON (AAN) timer”
knop of de
“OFF (UIT) timer”
knop.
Het klok controlelampje op de afstandsbediening begint te
knipperen en het "TIMER" controlelampje op de binneneenheid
begint te branden.
3
Stel de tijd in door het drukken op de "SELECT" (KEUZE)
knop. knippert op de afstandsbediening en het signaal wordt
uitgezonden.
(Ongeveer 5 seconden later keert de afstandsbediening terug
naar het stand-by scherm.)
Om de timer te annuleren en terug te keren naar de normale werking
drukt u op de "Timer CANCEL (ANNULEER)" knop.
Om de timerinstelling opnieuw uit te voeren herhaalt u stap 2 tot 3.
Programmatimer (gecombineerd gebruik van de ON timer en de OFF timer)
U kunt een geïntegreerde ON–OFF of OFF–ON timer instellen.
De timer wiens gecongureerde starttijd het dichtst in de buurt komt
van de huidige tijd werkt eerst, en de volgorde van de timerwerking
wordt als volgt weergegeven:
Timer Lampje op display van afstandsbediening
ON–OFF timer
OFF–ON timer
De timer die later is ingesteld, begint af te tellen nadat de aftelling van
de voorgaande timer is afgelopen.
Opmerkingen:
Als u de instelwaarde voor de timer instelt nadat de programma-
timer is ingesteld, zal het aftellen van de timer op dat moment
worden gereset.
Time-instelling voor elke combinatie moet binnen een tijdspanne van
24 uur liggen
.
SLEEP timer
1
Druk op de “SLEEP (Slaap) timer” knop om de SLEEP timer te
activeren.
Het "OPERATION" (WERKING) controlelampje en het "TIMER"
controlelampje op de binneneenheid gaat aan.
2
Stel de tijd in door het drukken op de “SELECT” (KEUZE)
knop.
knippert op de afstandsbediening en het signaal wordt
uitgezonden.
(Ongeveer 5 seconden later keert de afstandsbediening terug
naar het stand-by scherm.)
Elke keer dat u op de knop drukt, verandert de tijd als volgt:
9H
00M
7H
00M
5H
00M
3H
00M
2H
00M
1H
00M
0H
30M
uren(30 min.)
Om de timer te herhalen, drukt u op de “SLEEP (Slaap) timer” knop
als het controlelampje niet verschijnt op de afstandsbediening.
Om u te helpen comfortabel in slaap te vallen en overmatige
opwarming of afkoeling in uw slaap te voorkomen, controleert
de SLEEP timer de temperatuurinstelling automatisch in
overeenstemming met de getoonde ingestelde tijd als volgt. De
airconditioner schakelt volledig uit na nadat de ingestelde tijd is
verstreken.
In HEAT modus
Temperatuur
instellen
Tijd instellen
1 uur
Tijd instellen
1 uur
1,5 uur
30 min.
1 °C 2 °C 3 °C 4 °C
2 °C
1 °C
In COOL of DRY modus
Dubbel ventilator comfort
* Dual fan is UITgeschakeld op het moment van aankoop.
1
Om het dubbele ventilator comfort te activeren, drukt u op de
"DUAL FAN COMFORT" (DUBBEL VENTILATOR COMFORT)
knop.
op de afstandsbediening gaat knipperen.
2
Om het dubbele ventilator comfort te deactiveren, drukt u
opnieuw op de "DUAL FAN COMFORT" (DUBBEL VENTILATOR
COMFORT) knop.
wordt niet langer getoond op het display van de
afstandsbediening.
Opmerkingen:
Dual fan functioneert met aanbevolen instellingen.
De werking alleen met dual fan ( dubbele ventilator) is niet mogelijk.
In de HEAT modus is er geen dual fan luchtstroom in de
onderstaande situaties.
- Indien de kamertemperatuur lager is dan de ingestelde
temperatuure
- Wanneer de temperatuur van de HEAT luchtstroom laag is
- Gedurende een automatische ontdooiing werking
Er is meer luchtstroming, wanneer de dual fan is INgeschakeld
vergeleken met wanneer het UITgeschakeld is, zodat het
operationeel lawaai ook luider is.
<Aanvullende instelling>
De Dual fan instellingen komen misschien niet overeen met uw
gewenste instellingen in het geval van de COOL modus, DRY modus of
FAN modus.
In dit geval kunt u de afstandsbediening gebruiken om de dual
fan luchtstroom richting te veranderen, zodat de luchtstromingen
doorstromen.
1. Schakel de binneneenheid uit door te
drukken op de "Start/Stop(
)" knop.
2. Druk minimaal 5 seconden op de "DUAL
FAN COMFORT" (DUBBEL VENTILATOR
COMFORT) knop totdat de "DUAL FAN"
(DUBBEL VENTILATOR) status wordt
weergegeven.
3. Druk op de "TEMP. (temperatuur)" knoppen
(
/
) om de instelling te wijzigen.
"1"(Standaard)
"2"(Ver)
4. Druk op de "Start/Stop( )" knop om de instelling naar de
binneneenheid te sturen. Nadat de status verzonden is, keert het
scherm automatisch terug naar het originele scherm.
geen knoppen worden ingedrukt binnen 30 seconden nadat de "DUAL
FAN" (DUBBEL VENTILATOR) status verschijnt, keert het systeem
terug naar de originele klokweergave. In dit geval begint u opnieuw
met stap 1.
Wanneer dit nog steeds niet overeenkomt met uw voorkeuren,raadpleeg
een servicetechnicus. (Dual fan instellingen kunnen nauwkeuriger
worden afgesteld.)
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-8
Menselijke sensor (energiebesparing)
Deze functie bedient de temperatuurinstelling als er zich niemand
in de ruimte bevindt om energieverspilling te voorkomen. De
energiebesparingsfunctie is aan ten tijde van aankoop.
1
Druk op de "SENSOR" (SENSOR) knop om de
energiebesparingsfunctie te activeren.
op de afstandsbediening gaat knipperen.
2
Druk nogmaals op de "SENSOR" (SENSOR) knop om de
energiebesparingsfunctie te deactiveren.
wordt niet langer getoond op het display van de
afstandsbediening.
Over de ENERGY SAVING functie
De ingestelde temperatuur wordt automatisch bediend als er circa 20
minuten niemand de ruimte betreedt.
(Als iemand de ruimte weer betreedt zal de menselijke sensor dit
detecteren en automatisch de originele instellingen weer aannemen.)
Werkings-
modus
Werkingsgegevens
(als er een tijdje niemand in de ruimte is)
COOL/DRY
De ingestelde temperatuur wordt maximaal verhoogd
met circa 2˚C.
HEAT
De ingestelde temperatuur wordt maximaal verlaagd
met circa 4˚C.
AUTO
Hierdoor wordt de ENERGY SAVING functie automa-
tisch uitgevoerd voor de geselecteerde modus (afkoelen/
verwarmen).
De SLEEP timer krijgt prioriteit als deze in combinatie met de
SLEEP timer (pagina 7) wordt gebruikt.
● De ingestelde temperatuur wordt tijdens de 10°C HEAT werking
niet gewijzigd als er niemand in de ruimte is.
Toepassingsbereik is als volgt.
Verticale hoek 90° (zij-aanzicht)
Horizontale hoek* 100° (bovenaanzicht)
7 m
7 m
90°
50° 50°
De energiebesparingsfunctie werkt mogelijk niet als de
kamertemperatuur veel verschilt van de temperatuur die is gedenieerd
in de temperatuurinstelling, zoals direct na het starten van de werking.
* De horizontale hoek kan worden gewijzigd naargelang de
installatiepositie. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de
installatiehandleiding.
Over de MENSELIJKE SENSOR
Informatie over detectie met de menselijke sensor
De menselijke sensor detecteert of er mensen in de ruimte zijn
door naar beweging door mensen in de ruimte te zoeken.
Het kan voorkomen dat de detectie onjuist is gezien de mense-
lijke sensor infrarood licht detecteert dat mensen afgeven.
Situaties waarin de sensor geen mensen in de ruimte de-
tecteert, zelfs als er wel iemand in de ruimte is
Als de temperatuur oog is en het verschil met de lichaam-
stemperatuur van mensen klein is.
(Zoals in de zomer, wanneer de temperatuur 30°C of hoger
is.)
Als er iemand in de ruimte is, maar diegene langere tijd niet
beweegt.
Als er iemand verborgen is achter een bank, andere meu-
bels, glas of in soortgelijke situaties.
Als iemand zeer dikke kleding draagt en met de rug naar de
sensor is gericht.
Situaties waarin de sensor onjuist mensen in de ruimte
detecteert, zelfs als er niemand in de ruimte is
Als een hond of kat beweegt in de ruimte.
Als de wind ervoor zorgt dat gordijnen of planten bewegen.
Als er verwarmingseenheden, bevochtigers of elektrische
apparatuur zoals oscillerende ventilators in werking zijn.
Opmerkingen
Filter reinigen
Wanneer de airconditioner een totaal van 40 uur operationeel is
geweest, wordt het luchtlter automatisch gereinigd en de werking
wordt gepauzeerd. Opgehoopt stof wordt automatisch gereinigd en
opgevangen in de stofafscheider.
Het duurt ca. 13 minuten om het lter te reinigen. Het binneneen-
heid "FILTER CLEAN" (FILTERREINIGING) controlelampje licht op
tijdens het reinigen van het lter.
Als de airconditioner doorlopend wordt gebruikt zonder stoppen,
wordt de werking altijd tijdelijk gestopt na 64 uur om het lter te
reinigen. (De werking wordt hervat wanneer het lter gereinigd is.)
Als het “FILTER CLEAN” (FILTERREINIGING) controlelampje
langzaam knippert , wijst dit er op dat de stofafscheider moet
worden gereinigd. (Nadat ongeveer 10.000 uur werking van de
airconditioner zijn verstreken.) Op dat moment wordt het lter niet
gereinigd. U moet de stofafscheider reinigen.
Het reinigen van het lter werkt niet als de binneneenheid wordt ge-
pauzeerd met de SLEEP timer. Als de binneneenheid iedere maal
wordt gepauzeerd met de SLEEP timer, terwijl het afhangt van de
hoeveelheid stof, is het aanbevolen het lter ongeveer één maal te
reinigen met de afstandsbediening.
De reinigingsfunctie van het lter kan worden uitgeschakeld. Raad-
pleeg bevoegd servicepersoneel om de lter reinigen functie uit te
schakelen.
Als de lter reinigen functie werd uitgeschakeld, moet u het lter
regelmatig reinigen met de afstandsbediening.
Opmerkingen
OPGELET
U mag de stofafscheider of het luchtlter niet aanraken tijdens
het reinigen van het lter. Als u de stofafscheider / het lucht-
lter verwijdert of op het luchtlter duwt of er aan trekt, kunt u
de binneneenheid beschadigen.
Het lter onmiddellijk reinigen
1
Druk op de "FILTER CLEAN" (FILTERREINIGING) knop terwijl de
airconditioner niet in werking is.
Het controlelampje “FILTER CLEAN” (FILTERREINIGING) van de
binneneenheid gaat branden.
2
Om de reiniging van het lter te stoppen, drukt u op de "FILTER
CLEAN" (FILTERREINIGING) knop.
Het controlelampje “FILTER CLEAN” (FILTERREINIGING) van de
binneneenheid schakelt uit.
Opmerkingen:
U mag de voeding niet ontkoppelen of de stroomonderbreker
uitschakelen tijdens het reinigen van het lter tot het “FILTER
CLEAN” (FILTERREINIGING) controlelampje uit gaat en het
luchtlter terugkeert naar de originele positie (ca. 4 minuten). Dit
kan de binneneenheid beschadigen.
Afhankelijk van hoe vuil het luchtlter is, wordt het stof mogelijk
niet allemaal verwijderd met een lter reiniging. In dit geval moet
u het reinigingsproces van het lter opnieuw inschakelen met de
afstandsbediening.
Om schade aan het apparaat te voorkomen, is het mogelijk dat
de reiniging van het lter niet werkt als het herhaaldelijk wordt
ingeschakeld met de afstandsbediening. Wacht ongeveer 30
minuten voor u de reiniging van het lter inschakelt.
Het lter kan mogelijk geen stof verwijderen, of het werkt mogelijk
niet correct naargelang het type stof, zoals stof met een grote
hoeveelheid teer van sigaretten of olie, of als het stof verhard is. In
dat geval moet u de stofafscheider en het luchtlter reinigen.
Stof kan ophopen in het apparaat als de binneneenheid wordt
gebruikt in een omgeving met heel jn stof of een grote hoeveelheid
olie. Het wordt aanbevolen een inspectie/onderhoud uit te voeren
bovenop het regelmatig reinigen.
Als het reinigen van het lter wordt gestopt tijdens de werking, stopt
het niet automatisch aangezien het enkel stopt nadat het luchtlter
is teruggekeerd naar de originele positie.
De bewerkingstijd dat moet worden bereikt voor het automatisch
reinigen van het luchtlter kan worden aangepast, en de “FILTER
CLEAN” (FILTERREINIGING) controlelampje kan worden ingesteld
zodat het niet ingeschakeld wordt. Voor meer informatie kunt u het
bevoegd servicepersoneel raadplegen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-9
Algemene informatie over werking
Automatische ontdooiing
Wanneer de buitentemperatuur erg laag is met een
hoge luchtvochtigheid, kan er ijsvorming ontstaan op
de buiteneenheid tijdens het verwarmen, en het kan de
operationele prestaties van het product verminderen.
Voor vorstbeveiliging is een microcomputer-gestuurde
automatische ontdooiingsfunctie opgenomen in deze
airconditioner.
Als er vorst wordt gevormd zal de airconditioner tijdelijk stoppen,
en de ontdooiingsfunctie zal kort inschakelen (maximaal 15
minuten.) Het "OPERATION" (WERKING) controlelampje op de
binneneenheid knippert tijdens deze werking.
Als er vorst wordt gevormd op de buiteneenheid na het
verwarmen, zal de buiteneenheid automatisch stoppen
nadat het voor een paar minuten functioneert. Dan begint de
bewerking automatische ontdooiing.
Functie automatisch opnieuw opstarten
In het geval van een stroomstoring, zoals een
stroomonderbreking, stopt de airconditioner direct. Maar hij
wordt automatisch opnieuw opgestart en voert de vorige
bewerking uit wanneer de stroomtoevoer wordt hervat.
Als er een stroomonderbreking plaatsvindt nadat de timer is
ingesteld, wordt het aftellen van de timer gereset.
Nadat de stroomtoevoer wordt hervat, knippert het "TIMER"
controlelampje op de binneneenheid om u te waarschuwen
dat er een storing in de timer is geweest. In een dergelijk geval
moet u de timer resetten voor uw juiste moment.
Verwarmingsprestaties
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe,
waardoor warmte uit de lucht buiten wordt geabsorbeerd en
deze warmte wordt overgebracht naar de binneneenheid.
Hierdoor zijn de prestaties minder goed wanneer
de buitentemperatuur lager wordt. Als u vindt dat de
verwarmingsprestaties onvoldoende zijn, raden wij u aan
deze airconditioner te gebruiken in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur.
Storingen veroorzaakt door andere elektrische apparaten:
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals een elektrisch
scheerapparaat of het nabije gebruik van een draadloze radiozender
kan storing van de airconditioner veroorzaken.
Als er zich een dergelijke storing voordoet, schakel de
stroomonderbreker dan een keer uit. Zet hem dan weer aan, en
hervat de bewerking met behulp van de afstandsbediening.
Draadloze LAN-controle
U kunt de binneneenheid van de airconditioner bedienen met een
smartphone of tablet door deze te verbinden met een draadloze
LAN-adapter. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de
gebruiksaanwijzing.
Plasma luchtreiniging
Het plasma reinigingsapparaat vangt jne deeltjes op zoals pollen en
huishoudelijk stof met statische elektriciteit om de lucht in de ruimte te
zuiveren.
䠇䠇
䠇䠇
䠇䠇
Ionen emissie onderdeel
Verzamelaar onderdeel
Fijne deeltje zijn
positief geladen
Geabsorbeerd door
de negatieve plaat
* De verwijdering van jne deeltjes van minder dan 0.3μm kan niet
worden bevestigd. Bovendien worden niet alle schadelijke stoffen
verwijderd uit de lucht.
1
Om de plasma luchtreinigingsfunctie te activeren, drukt u op de
"PLASMA AIR CLEAN" (PLASMA LUCHTREINIGING) knop.
Het controlelampje "PLASMA AIR CLEAN" (PLASMA
LUCHTREINIGING) van de binneneenheid gaat branden.
2
Om de plasma luchtreinigingsfunctie te deactiveren,
drukt u opnieuw op de "PLASMA AIR CLEAN" (PLASMA
LUCHTREINIGING) knop.
Het controlelampje "PLASMA AIR CLEAN" (PLASMA
LUCHTREINIGING) van de binneneenheid schakelt uit.
Opmerkingen:
Zorg ervoor de plasma luchtreiniging te gebruiken met het luchtlter
bevestigd. Zo niet kan dit de binneneenheid beschadigen.
De plasma luchtreiniging is actief tijdens de werking. Tijdens de
plasma luchtreiniging licht het "PLASMA AIR CLEAN" (PLASMA
LUCHTREINIGING) controlelampje op.
Als het binneneenheid “PLASMA AIR CLEAN” (PLASMA
LUCHTREINIGING) controlelampje langzaam knippert, wijst dit er
op dat het plasma luchtreinigingsapparaat moet worden gereinigd.
Als het binneneenheid “PLASMA AIR CLEAN” (PLASMA
LUCHTREINIGING) controlelampje knippert, wijst dit er op dat het
plasma luchtreinigingsapparaat nat of vies is. Dit wijst er op dat het
plasma luchtreinigingsapparaat nat of vuil is. In dat geval moet u het
plasma luchtreinigingsapparaat reinigen en volledig drogen.
Hoewel de wasfrequentie verschilt naargelang de gebruiksomgeving
wordt het aanbevolen het plasma reinigingsapparaat één maal per
jaar te reinigen.
Uit veiligheidsoverwegingen werkt de plasma luchtreiniging
niet als het inlaatrooster open is tijdens de werking. In dit geval
kan het “PLASMA AIR CLEAN” (PLASMA LUCHTREINIGING)
controlelampje knipperen.
Tijdens de plasma luchtreiniging kan er een lichte geur merkbaar
zijn, gelijkaardig aan de chemicaliën die worden gebruikt in
zwembaden. Als de geur u stoort, kunt u de plasma luchtreiniging
op "OFF" schakelen en de kamer verluchten.
De plasma luchtreiniging is het meest efciënt als de
ventilatorsnelheid ingesteld is op HIGH.
Het “PLASMA AIR CLEAN” (PLASMA LUCHTREINIGING)
controlelampje kan zodanig worden ingesteld dat het niet inschakelt.
Voor meer informatie kunt u het bevoegd servicepersoneel
raadplegen.
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-10
Reiniging en verzorging
OPGELET
Voor het reinigen van dit product, moet u hem uitzetten en loskoppelen van de stroomvoorziening.
Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het inlaatrooster volledig is afgesloten. Onvolledig afsluiten van het inlaatrooster kan effect
hebben op de juiste werking of de prestaties van de airconditioner.
Raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar ingebouwd in de binneneenheid niet aan, om letsel bij het onderhouden van het
apparaat.
Stel de binneneenheid niet bloot aan vloeistonsecticiden of haarspray.
Sta niet op gladde, ongelijke of onstabiele ondergrond wanneer u het apparaat onderhoudt.
Zorg ervoor de stofafscheider, het luchtlter en het plasma luchtreinigingsapparaat, etc. correct te monteren.
Dagelijkse verzorging
Tijdens het reinigen van het binneneenheid of andere onderdelen van
de airconditioner moet u letten op het volgende:
Gebruik geen water warmer dan 40 °C.
Gebruik geen schurend reinigingsmiddel, vluchtige oplosmiddelen
zoals benzeen of thinner.
Veeg het apparaat voorzichtig met behulp van een zachte doek.
Borstel niet te hard wanneer u een borstel gebruikt tijdens het
reinigen, etc.
Als het vuil niet kan worden verwijderd, kunt u lauw water gebruiken
met synthetisch wasmiddel voor huishoudelijk gebruik (neutraal).
Gebruik uitsluitend synthetisch wasmiddel voor huishoudelijk
gebruik (neutraal).
Droog grondig na het wassen met koud of lauw water.
U mag niet drogen met warme lucht zoals een haardroger.
Na langdurig niet-gebruik van het apparaat
Als u de binneneenheid voor 1 maand of langer hebt afgesloten, voer
dan voor een halve dag de FAN bewerking uit om de interne delen goed
te drogen voordat u de normale werking uit kunt voeren.
Aanvullende inspectie
Na een lange gebruiksperiode kan het opgehoopte stof in de
binneneenheid de productprestatie beperken, zelfs als u het apparaat
hebt onderhouden met dagelijkse verzorgings- of reinigingsprocedures
zoals beschreven in deze handleiding.
In dat geval wordt een productinspectie aanbevolen.
Neem voor meer informatie contact op met geautoriseerd personeel.
Gids voor reinigingsperiode
Stofafscheider
Als het “FILTER CLEAN” (FILTERREINIGING) controlelampje langzaam
knippert , wijst dit er op dat de stofafscheider moet worden gereinigd. In
dit geval moet u hem zeker reinigen.
Opmerkingen:
De hoeveel stof die ophoopt hangt af van de omgeving en de
gebruiksvoorwaarden.
Als de stofafscheider regelmatig wordt gereinigd voor het "FILTER
CLEAN" (FILTERREINIGING)” controlelampje knippert, kan het
“FILTER CLEAN” (FILTERREINIGING) controlelampje onmiddellijk
gaan branden na het reinigen.
Het "FILTER CLEAN" (FILTERREINIGING) controlelampje kan
zodanig worden ingesteld dat het niet inschakelt. Voor meer
informatie kunt u het bevoegd servicepersoneel raadplegen.
Plasma luchtreinigingsapparaat
Als het “PLASMA AIR CLEAN” (PLASMA LUCHTREINIGING)
controlelampje langzaam knippert, wijst dit er op dat het moet worden
gereinigd. In dit geval moet u hem zeker reinigen.
Luchtlter
Normaal gezien is er geen reiniging vereist. Reinig het als u bezorgd
bent over stof en olie, etc.
Binneneenheid, verticale luchtstroom directionele lamellen,
stroom diffuser, dubbele ventilator
Reinig deze onderdelen als u bezorgd bent over vuil. (Raadpleeg de
eerder vermelde “Dagelijkse verzorging”.)
[Indien de dubbele ventilator erg verontreinigd is]
Indien olie vervuiling of andere verontreinigingen op de ingang van
de dubbele ventilator niet kunnen worden verwijderd, kunt u een
stofzuiger gebruiken om stof te verwijderen.
De dual ventilator niet met de hand verplaatsen als u het wilt gaan
reinigen. Dit kan storingen in de dual ventilator veroorzaken.
De stofafscheider en het luchtlter verwijderen
1
Het reinigen van het inlaatrooster
Raak de insprin-
ging aan en open.
2
Schuif de stopper naar rechts.
Stopper
Het hand-
vat opent.
3
Verwijder de stofafscheider en het luchtlter.
Handvat
Houd het handvat vast
en trek het omhoog.
Trek het naar u toe.
Opmerkingen:
Als u de voeding loskoppelt tijdens het reinigen van het lter kan
het moeilijk zijn de stofafscheider en het luchtlter te verwijderen.
Trek de stofafscheider en het luchtlter opnieuw uit nadat u de
onderstaande procedure hebt gevolgd.
(1) Sluit de netvoeding aan en houd de binneneenheid knop gedurende
ca. 3 seconde ingedrukt. (Na het "piepend geluid", beweegt het
luchtlter.)
(2) Wacht ca. 2 minuten en ontkoppel de voeding nadat u hebt
bevestigd dat het luchtlter gestopt is.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-11
De stofafscheider reinigen
Opmerkingen:
Gebruik geen overmatige kracht wanneer u de stofafscheider of het
deksel opent (transparant).
Trek niet te hard aan het luchtlter en zorg ervoor dat het niet
vervormt.
1
Verwijder het luchtlter uit de stofafscheider.
Stofafscheider
Luchtlter
Trekt de stofafscheider
in de richting van de pijl.
2
Open het deksel en verwijder het stof met een stofzuiger of een
borstel.
Deksel (transparant)
Borstel (A) (Zwart)
Verwijder het opgehoopte
stof (A) met een borstel.
3
Open de stofafscheider en verwijder het opgehoopte stof binnenin
met een stofzuiger of een borstel.
Houd het handvat vast en
open.
Handvat
Borstel (B) (grijs)
(achterzijde)
Verwijder het opgehoopte stof
(B) met een borstel.
Opmerkingen:
U mag de stofafscheider niet openen of hard schudden. Dit kan
de stofafscheider uit elkaar doen vallen of defecten of letsels
veroorzaken.
[Als de stofafscheider of het luchtlter erg vuil zijn]
Stofafscheider
Was met water en neem ze daarna af met een zachte doek. Droog ze
grondig in de schaduw.
Luchtlter
Verwijder het stof met een stofzuiger of was met water en neem ze
daarna af met een zachte doek. Droog ze grondig in de schaduw.
De stofafscheider en het luchtlter bevestigen
1
Sluit het deksel van de stofafscheider en bevestig de tab.
Deksel tab
Deksel (transparant)
2
Houd het handvat vast en sluit de stofafscheider.
Handvat
Bevestig de tabs aan
beide zijden van de
stofafscheider
Tab
Tab
Opmerkingen:
Let er op uw hand niet te klemmen wanneer u de stofafscheider
sluit. Dit kan letsels of schade veroorzaken.
3
Voeg het luchtlter in de geleiders op beide zijden van de
luchtafscheider.
(41 06
(41 0 6
Geleider
Geleider
Duw met uw duim in
de richting van de pijl.
Voer het luchtlter in de
geleiders aan beide zijden.
Luchtlter
Luchtlter
Plaats het "FRONT" (VOORPA-
NEEL) oppervlak bovenaan.
4
Lijn de onderste rand van het luchtlter uit met de horizontale
markeringen op de stofafscheider.
Luchtlter
* Als het luchtlter niet horizontaal aange-
bracht is, kan het schade veroorzaken.
5
Voeg het luchtlter lang de rails van de binneneenheid.
Rails (links en rechts)
Reiniging en verzorging (vervolg)
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-12
Reiniging en verzorging (vervolg)
6
Duw de stofafscheider naar achter en bevestig hem neerwaarts
op de onderzijde.
(1) Duw naar achter in
de binneneenheid.
(2) Duw uw onder om te
bevestigen.
7
Sluit het handvat.
Handvat
De stopper vergrendelt
als het handvat wordt
verlaagd.
Nadat u de stofafscheider hebt bevestigd, houd u het centrale deel van
de stofafscheider vast en trekt u het naar u toe om zeker te zijn dat het
niet kan loskomen.
8
Sluit de netvoeding aan en houd de binneneenheid knop
gedurende ca. 3 seconde ingedrukt.
De “FILTER CLEAN” (FILTERREINIGING) controlelampje gaat
uit en de geaccumuleerde operationele duur die als gids werkt
voor de reinigingsduur wordt gereset. Het luchtlter wordt naar de
vooringestelde positie verplaatst.
Opmerkingen:
Zorg ervoor de binneneenheid knop in te drukken om het "FILTER
CLEAN" (FILTERREINIGING) controlelampje uit te schakelen, of de
lter reiniging zal niet worden uitgevoerd.
Bevestig dat de stofafscheider en het luchtlter correct bevestigd is,
alvorens u de knop van de binneneenheid indrukt.
9
Druk en sluit het inlaatrooster.
Druk hier
Opmerkingen:
Gebruik de binneneenheid niet als het inlaatrooster open is. Dit kan
de binneneenheid beschadigen. Sluit het inlaatrooster volledig. Zo
niet kan de reiniging van het lter niet correct worden uitgevoerd.
De airconditioner werkt niet als het lter niet correcte geïnstalleerd
is. (Het controlelampje zal knipperen).
"OPERATION" (WERKING)
: 5 maal
"TIMER" : 5 maal
"ECONOMY" (ENERGIEBESPARING)
: Snel knippert
Nadat het lter gereinigd is, moet u het installeren en controleren of
de airconditioner correct werkt.
Het plasma luchtreinigingsapparaat reinigen
Opmerkingen:
U mag de binnenzijde van het plasma luchtreinigingsapparaat niet
wassen met een borstel, etc. Dit kan het apparaat beschadigen of
de dunne draden in het apparaat loskoppelen.
U mag het apparaat niet blootstellen aan direct zonlicht.
1
Bevestig de stofafscheider en het luchtlter. (Raadpleeg "De
stofafscheider en het luchtlter verwijderen".)
2
Verwijder het plasma luchtreinigingsapparaat.
Handvat
Trek het handvat omlaag
en trek het uit.
OPGELET
De draden aan de binnenkant van de plasma luchtreigingsunit
niet aanraken of er een stang in stekken etc. in het apparaat.
Dit kan elektrische schokken of schade veroorzaken.
3
Plaats het in lauw water.
Laat het 10 tot 15 minuten weken.
Als het apparaat erg vuil is, plaatst u het in warm water met een
verdund synthetisch wasmiddel voor huishoudelijk gebruik (neutraal).
4
Schud verticaal en horizontaal of neem het oppervlak af met een spons.
5
Spoel onder stromend water.
6
Schud het plasma luchtreinigingsapparaat om water te
verwijderen en het grondig te laten drogen in de schaduw.
U moet er zeker van zijn dat het plasma luchtreinigingsapparaat volledig
droog is voor u het bevestigt. Als u het bevestigt wanneer het nog nat
is, kan het de binneneenheid beschadigen.
7
Duw het plasma luchtreinigingsapparaat naar achter in de
binneneenheid en til het handvat in de richting van de pijl.
Handvat
8
Verwijder de stofafscheider en het luchtlter (Raadpleeg "De
stofafscheider en het luchtlter bevestigen".)
9
Sluit de netvoeding aan en houd de binneneenheid knop
gedurende ca. 3 seconde ingedrukt.
Het “PLASMA AIR CLEAN” (PLASMA LUCHTREINIGING)
controlelampje gaat uit en de geaccumuleerde operationele duur die als
gids werkt voor de reinigingsduur wordt gereset.
Opmerkingen:
Zorg ervoor de binneneenheid knop in te drukken om het “PLASMA
AIR CLEAN” (PLASMA LUCHTREINIGING) controlelampje uit te
schakelen, of de lter reiniging zal niet worden uitgevoerd.
Bevestig dat de stofafscheider en het luchtlter correct bevestigd is,
alvorens u de binneneenheid knop indrukt.
Na het reinigen van het plasma luchtreinigingsapparaat, indien
het “PLASMA AIR CLEAN” (PLASMA LUCHTREINIGING)
controlelampje knippert, moet u bevestigen dat het
inlaatrooster correct gesloten is. Als het “PLASMA AIR CLEAN”
(PLASMA LUCHTREINIGING) controlelampje knippert,
zelfs als het inlaatrooster correct gesloten is, is het plasma
luchtreinigingsapparaat mogelijk stuk. In dat geval moet het plasma
luchtreinigingsapparaat worden vervangen. Raadpleeg uw verdeler
of bevoegd servicepersoneel.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-13
Problemen oplossen
WAARSCHUWING
In de volgende gevallen, moet u onmiddellijk stopen met het gebruik van de airconditioner, en alle voedingen loskoppelen door het uitschake-
len van de elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het stopcontact halen. Raadpleeg dan uw dealer of bevoegd onderhoudspersoneel.
Zolang het apparaat is aangesloten op de stroomvoorziening, is deze niet geïsoleerd van de stroomvoorziening, zelfs als het apparaat is uitgeschakeld.
Apparaat ruikt of iets brandt of stoot rook uit
Er lekt water uit het apparaat
De volgende symptomen geven geen storing van het product aan, maar het zijn normale functies of eigenschappen van dit product.
Symptoom Oorzaak Zie pagina
Het “FILTER CLEAN” (FILTER-
REINIGING) controlelampje
(geel) knippert langzaam.
Dit wijst er op dat het moment is aangebroken de stofafscheider te reinigen. In dat geval moet u de
stofafscheider reinigen.
10
Het “PLASMA AIR CLEAN” (PLAS-
MA LUCHTREINIGING) controle-
lampje (blauw) knippert langzaam.
Dit wijst er op dat het moment is aangebroken het plasma reinigingsapparaat te reinigen. In dat geval
moet u het plasma luchtreinigingsapparaat reinigen.
12
Het “PLASMA AIR CLEAN” (PLAS-
MA LUCHTREINIGING) controle-
lampje (blauw) knippert snel.
Het plasma luchtreinigingsapparaat is nat of vuil. In dit geval, drukt u op de “Start/Stop ( )” knop
om de bewerking te stoppen, en reinig vervolgens de plasma air clean eenheid en u moet het
compleet drogen.
Het inlaatrooster is geopend. In dit geval, drukt u op de "Start/Stop ( )" knop, en vervolgens
bevestigen het inlaatrooster goed gesloten is.
12
De "OPERATION"(WERKING)
indicator en de "TIMER" indi
-
cator knippert 5 keer, terwijl de
"ECONOMY"(ENERGIEBESPA
-
RING) indicator snel knippert.
Dit wijst er op dat de stofafscheider en het luchtlter niet correct bevestigd zijn. In dit geval moet u
controleren of de stofafscheider en het luchtlter correct bevestigd zijn.
11
Werking wordt vertraagd na
het opnieuw opstarten.
Om doorbranden van de zekering te voorkomen, zal de compressor niet functioneren wanneer het bescher-
mingscircuit voor ongeveer 3 minuten werkt na een plotseling OFF→ON werking van de energievoorziening.
Er is ruis hoorbaar. T
ijdens werking of direct na het stoppen van de airconditioner kan het geluid van stromende koelvloeistof
worden gehoord. En het is vooral merkbaar gedurende 2-3 minuten na aanvang van de werking.
Tijdens deze werking kan een licht piepend geluid worden geproduceerd door de minimale uitzetting
en inkrimping van het voorpaneel veroorzaakt door temperatuurverandering.
Tijdens de verwarmende werking kan een sissend geluid geproduceerd door het automatische ont-
dooien worden gehoord.
9
Als de lterreinigingsfunctie in werking is, kunt u een klikkend geluid of andere geluiden opmerken
van de binneneenheid. Op dit moment licht het binneneenheid "FILTER CLEAN" (FILTERREINIGING)
controlelampje op.
Als de stofafscheider of het luchtlter niet correct bevestigd is, hoort u een luid, doorlopend klikkend
geluid. Ontkoppel de voeding of schakel de schakelaar uit, verwijder de stofafscheider en het luchtlter
aan beide zijden en bevestig de stofafscheider en het luchtlter correct.
10
Als het plasma luchtreinigingsapparaat vuil is, kunt u bepaalde geluidjes horen. Reinig het plasma
luchtreinigingsapparaat.
12
Er komt een geur uit het
apparaat.
Verschillende geurtjes geabsorbeerd uit interieurtextiel, meubels, of sigarettenrook in de airconditioner
kan worden uitgestoten.
Tijdens de plasma luchtreiniging kan er een lichte geur merkbaar zijn, gelijkaardig aan de chemicaliën
die worden gebruikt in zwembaden. Als de geur u stoort, kunt u de plasma luchtreiniging op "OFF"
schakelen en de kamer verluchten.
6
Er komt nevel of stoom uit het
apparaat.
In de COOL of DRY modus kan een dunne mist worden gegenereerd door condensatie gevormd door
een plotseling afkoelingsproces.
Tijdens het verwarmen kan de ingebouwde ventilator in de buiteneenheid kan stoppen en stijgende
stoom gegenereerd door de automatische ontdooiingswerking kan worden gezien.
9
Luchtstroom is zwak of stopt. Direct nadat de verwarming wordt gestart, blijft de ventilatorsnelheid zeer laag om de interne delen
van het apparaat tijdelijk op te warmen.
In de HEAT modus stopt de buiteneenheid en de binneneenheid functioneert op zeer lage
ventilatorsnelheid als de kamertemperatuur boven de ingestelde temperatuur uitkomt.
In de "HEAT" modus stopt de binneneenheid voor maximaal 15 minuten om de automatische ontdooi-
ing uit te voeren terwijl het "OPERATION" (WERKING) controlelampje knippert.
9
In de DRY modus werkt de binneneenheid op lage ventilatorsnelheid voor het aanpassen van de
vochtigheid in de kamer, en kan van tijd tot tijd stoppen.
Wanneer de ventilatorsnelheid is ingesteld op “QUIET” draait de ventilator op een erg lage snelheid en
wordt de luchtstroom verminderd.
In de COOL modus kan de ventilator van de binneneenheid van tijd tot tijd stoppen wanneer de buiteneenheid is gestopt.
6
Wanneer de bewaking wordt uitgevoerd in de AUTO modus draait de ventilator op zeer lage snelheid.
Buiteneenheid geeft water af.
Tijdens de verwarming kan de buiteneenheid water afgegeven gegenereerd door het automatisch ontdooien.
9
Werkt niet onmiddellijk.
Wanneer de lter wordt gereinigd, schakelt het apparaat in als de reiniging van het lter voltooid is. Op dit mo-
ment licht het binneneenheid "FILTER CLEAN" (FILTERREINIGING) controlelampje op. Wacht ca. 13 minuten.
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Nl-14
Symptoom Oorzaak Zie pagina
De reiniging van het lter
werkt niet ondanks het feit dat
de reiniging ingeschakeld is.
De reiniging van het lter werkt mogelijk niet ondanks het feit dat de reiniging herhaaldelijk werd
ingeschakeld. Dit is om schade te voorkomen aan de airconditioner.
De lter wordt niet gereinigd als de airconditioner ingeschakeld is. U moet de reiniging activeren
nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld.
Het is niet mogelijk stof te
verwijderen uit het luchtlter
met de lterreiniging.
De stofafscheider of het luchtlter zijn mogelijk niet correct bevestigd. Bevestig of de stofafscheider
en het luchtlter correct bevestigd zijn.
De stofafscheider zit mogelijk vol stof. U moet de stofafscheider reinigen.
Het lter kan mogelijk geen stof verwijderen naargelang het type stof, zoals stof met een
grote hoeveelheid teer van sigaretten of olie, of als het stof verhard is. In dat geval moet u de
stofafscheider en het luchtlter handmatig reinigen.
10
Het plafond of de muur dicht
bij de binneneenheid of dub-
bele ventilator zijn vuil.
Deeltjes en stof in de lucht zijn bevestigd aan de muur, etc. omwille van de luchtcirculatie van de
airconditioner en statische elektriciteit. Sommige soorten behangpapier worden sneller vuil.
Voordat u belt of verzoekt om onderhoud, dient u een probleem op te lossen door het uitvoeren van de volgende controles:
Symptoom Diagnostiek Zie pagina
Werkt helemaal niet.
Is de stroomonderbreker uitgezet?
Is er een stroomstoring geweest?
Is er een zekering doorgebrand of is de stroomonderbreker geactiveerd?
Werkt de timer?
7
Slechte koeling- of verwar-
mingsprestaties.
Is het luchtlter vuil?
10
Is het inlaatrooster of uitgangspoort van de binneneenheid geblokkeerd?
Wordt de kamertemperatuur juist aangepast?
5
Staat er een raam of deur open?
Is er direct of fel zonlicht in de kamer die gekoeld wordt?
Zijn are andere verwarmingsapparaten of computers werkzaam, of zijn er teveel mensen in de
kamer die gekoeld moet worden?
Is de ventilator ingesteld op “QUIET”?
Wanneer de instelling van de ventilatorsnelheid is ingesteld op “QUIET” heeft ruisonderdrukking
voorrang en de prestaties van de airconditioner kunnen minder worden. Als het volume van de
geleverde luchtstroom niet overeenstemt met uw voorkeur, kunt u de ventilatorsnelheid instellen op
“LOW” of hogere ventilatorsnelheid.
6
Is de OUTDOOR UNIT LOW NOISE modus ingesteld?
6
De luchtstroom van de dubbe-
le ventilator is erg zwak.
Is de dubbele ventilator verontreinigd?
10
Het apparaat werkt anders
dan de instelling van de
afstandsbediening.
Worden er batterijen in de afstandsbediening gebruikt die leeg zijn?
Worden er batterijen in de afstandsbediening gebruikt die juist geplaatst zijn?
3
Stop onmiddellijk met de werking en zet in de volgende gevallen de elektrische schakelaar uit. Raadpleeg dan geautoriseerd personeel.
Het probleem blijft aanhouden, zelfs als u deze controles of diagnostiek uitvoert.
Het "OPERATION" (WERKING) controlelampje en "TIMER" controlelampje knipperen terwijl het "ECONOMY" (ENERGIEBESPARING)
controlelampje snel knippert.
(Uitstluitend wanneer de “OPERATION” (WERKING) indicator en de “TIMER” indicator 5 keer knippert terwijl de “ECONOMY”
(ENERGIEBESPARING) indicator snel knippert. In dit geval moet u controleren of de stofafscheider en het luchtlter correct bevestigd zijn.)
Opmerkingen:
Met betrekking tot de probleemoplossing van de draadloze LAN-controle verwijzen wij u naar de handleiding voor draadloze voor draadloze LAN-
controle.
Problemen oplossen (vervolg)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Fujitsu ASYG09KXCA Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor