Fujitsu ASYG07KGTA Handleiding

Type
Handleiding
Nl-1
AIRCONDITIONER
Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Voor gebruik van dit product moet u deze instructies goed doorlezen en deze handleiding bewaren voor
toekomstig gebruik.
Veiligheidsmaatregelen
Om persoonlijk letsel of schade aan eigendommen te voorkomen, moet u deze paragraaf zorgvuldig doorlezen voordat u dit product gebruikt, en zorg ervoor dat u
voldoet aan de volgende voorzorgsmaatregelen.
Onjuiste bedieningen door het niet naleven van de instructies kan letsel of schade, de ernst hiervan wordt als volgt geclassiceerd:
WAARSCHUWING OPGELET
Dit teken waarschuwt voor dodelijk of ernstig letsel. Dit teken waarschuwt voor letsel of schade aan eigendommen.
Dit teken verwijst naar een handeling die is VERBODEN. Dit teken verwijst naar een handeling die VERPLICHT is.
Uitleg van de symbolen die op de binnenunit of buitenunit worden weergegeven.
WAARSCHUWING
Dit symbool geeft aan dat dit apparaat gebruik maakt van een brandbare koelmiddel. Als het koelmiddel lek en
blootgesteld wordt aan een externe ontstekingsbron,bestaat er een risico op brand.
OPGELET
Dit symbool geeft aan dat de handleiding zorgvuldig dient te worden gelezen.
OPGELET
Dit symbool laat zien dat servicepersoneel deze apparatuur moet installeren aan de hand van de installatiehandleiding.
OPGELET
Dit symbool geeft aan dat informatie beschikbaar is, zoals de handleiding of installatiehandleiding.
WAARSCHUWING
Dit product geen onderdelen die door gebruiker
gerepareerd mogen worden. Raadpleeg altijd bevoegd
onderhoudspersoneel voor reparatie, installatie en
verplaatsing van het product.
Onjuiste installatie of behandeling zal leiden tot lekkage,
elektrische schok of brand.
In het geval van een storing, zoals brandgeur, moet u
onmiddellijk stopen met het gebruik van de airconditioner,
en alle voedingen loskoppelen door het uitschakelen van de
elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het stopcontact
halen. Raadpleeg dan bevoegd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat u de voedingskabel niet beschadigd.
Als deze beschadigd is, mag hij alleen worden vervangen
door bevoegd onderhoudspersoneel.
In het geval van koelmiddellekkage moet u uit de buurt
blijven van brand of brandbare stoffen, en bevoegd
onderhoudspersoneel raadplegen.
In het geval van onweer of een voorgaand teken
van blikseminslag, moet u de airconditioner via de
afstandsbediening uitschakelen, en het product of de
stroomvoorziening niet aanraken om elektrische gevaren te
voorkomen.
Het apparaat moet worden bewaard in een ruimte die geen
continu werkende ontstekingsbronnen bevat (bijvoorbeeld: naakte
vlammen, een werkend gastoestel of elektrische verwarming).
Het apparaat moet in een goed geventileerde ruimte worden
bewaard.
De koelmiddelen mogen geen geur bevatten.
Het apparaat moet zodanig worden bewaard dat er geen
mechanische schade kan optreden.
Het product mag enkel conform de nationale of regionale
regelgeving worden weggegooid.
Tijdens het transport of verplaatsing van de binnenunit,
worden de leidingen bedekt met de wandhaakbeugel voor
bescherming.
Het apparaat niet verplaatsen door de leidingen van de
binnenunit vast te houden.
(De spanning uitgeoefend op de leidingverbindingen kan
veroorzaken dat het ontvlambare gas gaat lekken).
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder
kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale
mogelijkheden, of die een gebrek hebben aan ervaring en
kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben
gekregen omtrent het gebruik van het apparaat door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd
toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat spelen.
Start of stop de werking van dit product niet door het
invoegen van of trekken aan de stekker, of door het in- of
uitschakelen van de stroomonderbreker.
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van dit product.
Stel uzelf niet voor vele uren bloot aan de directe koelende luchtstroom.
Steek uw vingers of andere voorwerpen niet in de
uitgangspoort, het open paneel of het inlaatrooster.
Gebruik het apparaat niet met natte handen.
Installeer het apparaat niet in een ruimte met minerale olie
zoals een fabriek of een ruimte met veel oliespatten of stoom
zoals een keuken.
Gebruik nooit een ander middel om het ontdooiproces te
versnellen of om het apparaat te reinigen dan de middelen
aanbevolen door de fabrikant.
Niet doorboren of verbranden.
Inhoud
Veiligheidsmaatregelen ........................................................ 1
Binneneenheid overzicht en bediening................................. 3
Afstandsbediening overzicht en bediening ........................... 4
Timerwerking ........................................................................ 6
Menselijke sensor (energiebesparing).................................. 8
Algemene informatie over werking ....................................... 9
Reiniging en verzorging ...................................................... 10
Problemen oplossen ........................................................... 12
ONDERDEEL Nr. 9387602005
Nederlands
Nl-2
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Binneneenheid accessoires
Afstandsbediening
Batterijen Luchtreiniginglters Filterhouders
Houder
afstandsbediening
Tapschroeven
Installatie houder afstandsbediening
321
Schroeven
Invoegen
Schuiven
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat baby´s en jonge kinderen niet per ongeluk de
batterijen kunnen inslikken.
OPGELET
Probeer niet om droge batterijen op te laden.
Gebruik geen droge batterijen die zijn opgeladen.
Batterij (R03/LR03/AAA × 2) aan het laden en voorbereiding afstandsbediening
4
2
3
1
6
7
8
5
9
5
Druk op de “CLOCK ADJUST” (klok instellen) knop om de klok in
te stellen.
6
Stel de dag van de week in door op de "SELECT" (keuze) knop
te drukken (maandag tot zondag). *Door op de "TEMP."
( / )
knoppen te drukken, kan de tijdindicator worden gewijzigd van 24
uur in 12 uur.
7
Druk op de "NEXT" (volgende) knop om door te gaan.
8
Stel de tijd in door het drukken op de "SELECT" (keuze) knop.
Door op
of
te drukken wordt de waarde steeds met één
minuut gewijzigd.
Door op
of
te drukken wordt de waarde steeds met 10
minuten gewijzigd.
9
Druk op de "SEND" (verzonden) knop bij de binneneenheid om
de instelling te voltooien. De instellingen worden mogelijk niet
goed ingesteld als u dit op afstand doet.
OPMERKINGEN:
Gebruik slechts een opgegeven batterijtype.
Gebruik geen verschillende batterijtypes of nieuw en gebruikte
batterijen door elkaar.
Batterijen kunnen bij normaal gebruik voor ongeveer 1 jaar gebruikt
worden.
Als het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk verkort wordt,
moeten de batterijen vervangen worden en druk op de “RESET”
(herstellen) knop op pagina 5.
OPGELET
Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens gebruik.
Gebruik dit product altijd met geïnstalleerde luchtlters.
Zorg ervoor dat enig elektrisch apparatuur ten minste 1 m uit
de buurt is van de binnen- of buiteneenheid.
Ontkoppel alle stroomvoorziening wanner u dit product voor
een langere periode niet gebruikt.
Na een lange periode van gebruik moet u ervoor zorgen dat
de montage van de binneneenheid wordt gecontroleerd om te
voorkomen dat het product naar beneden valt.
De richting van de luchtstroom en de kamertemperatuur
moeten zorgvuldig worden overwogen wanneer u dit product
gebruikt in een kamer met kinderen, bejaarden of zieke
personen.
Plaats geen andere elektrische producten of huishoudelijke
bezittingen direct onder dit product.
Druipende condensatie van dit product kan ze nat maken, en
kan leiden tot schade aan of storing van uw eigendommen.
Stel dit product niet direct bloot aan water.
Gebruik dit product niet voor het bewaren van voedsel,
planten, dieren, precisie-apparatuur, kunstwerken of andere
objecten. Dit kan leiden tot achteruitgang in de kwaliteit van
deze producten.
Stel geen dieren of planten direct bloot aan de luchtstroom.
Drink de afvoer van de airconditioner niet.
Niet aan het netsnoer trekken om de stekker uit het
stopcontact te halen
Raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar
ingebouwd in dit product niet aan, om letsel bij repareren van
het apparaat te voorkomen.
Ga niet op een onstabiele ondergrond of ladder staan bij
gebruik of reiniging van dit product. Hierdoor kunt u ten val
komen, wat tot letsel kan leiden.
Richt de luchtstroom niet direct op open haarden of
verwarmingstoestellen.
Blokkeer of bedek het inlaatrooster en de uitlaatpoort niet.
Oefen geen hevige druk uit op de lamellen van de radiator.
Klim niet op het product of plaats geen voorwerpen op of hang
voorwerpen aan dit product.
Dit product bevat geuoreerde broeikasgassen.
Nl-3
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
1 Inlaatrooster
Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het inlaatrooster volledig
is afgesloten. Onvolledig afsluiten kan effect hebben op een juist
functioneren of de prestaties van de airconditioner.
2 "MANUAL AUTO" (handmatige auto) knop
Gebruik deze als u de afstandsbediening kwijt bent of als er een
defect is.
Status Actie Modus of bediening
In bedrijf Druk langer dan 3 seconden in. Stop
Stoppen Druk langer dan 3 seconden en
minder dan 10 seconden in.
Auto
Druk langer dan 10 seconden in.
(Alleen voor onderhoud.*)
Geforceerde koeling
Na reiniging Druk minder dan 3 seconden in.
Filtercontrolelampje resetten
*: Om geforceerde koeling te stoppen, drukt u op deze knop of de
Start/Stop knop van de afstandsbediening.
3 Voorpaneel
Zie pagina 8
4 Menselijke sensor
Gebruikt voor energiebesparingsfunctie. Bedient de
temperatuurinstelling door mensen in de ruimte te detecteren.
5 Verticale luchtstroom richtingslamellen
Elke keer dat u op de "SET" (instel) knop op de afstandsbediening
drukt, beweegt de hoek van de verticale luchtstroom richtingslamellen
als volgt:
1
2
3
4
5
6
Koelen of Ontvochtigen
modus
Verwarmingsmodus
1 2
3
65
* *
4
*: Standaardinstelling in elke modus.
Pas dit niet handmatig aan.
Aan het begin van de Auto of Verwarmingsmodus, kunnen ze even
in positie 1 blijven staan voor aanpassing.
Als de hoek op positie 4-6 langer dan 30 minuten in de modus
Koelen of Ontvochtigen instelt, keren de lamellen automatisch terug
naar positie 3.
Door positie 4-6 in de modus Koelen of Ontvochtigen te laten staan
kan er zich condensatie vormen. De druppels kunnen tot schade
leiden aan uw eigendommen.
6 Afvoerslang
7 Afstandsbediening signaalontvanger
OPGELET
Voor passende signaaloverdracht tussen de afstandsbedie-
ning en de binneneenheid moet u de signaalontvanger uit de
buurt houden van de volgende producten:
- Direct zonlicht of ander sterk lichten
- Flat-paneel-tv-scherm
In kamers met onmiddellijke tl-verlichting, zoals type-omvor-
mers, wordt het signaal misschien niet goed doorgegeven. In
een dergelijk geval moet u contact opnemen met de winkel
waar u het product hebt gekocht.
6
9
8
10
13
1
2
3
4
4
4
5
7
12
11
8
Energiebesparing controlelampje (groen)
Lichten in de Energiebesparing werking en in 10 °C Verwarmen
werking.
9
Timer controlelampje (oranje)
Lichten in Timer-werking, en knipperen langzaam wanneer de
timerinstelling wordt gedetecteerd.
Raadpleeg voor meer informatie “Functie automatisch opnieuw
opstarten” op pagina 9.
10 Werking controlelampje (groen)
Lichten in normale werking, en knipperen langzaam in Automatische
ontdooiingswerking.
11
Horizontale luchtstroom richtingslamellen
OPGELET
Voor u de horizontale richting van de luchtstroom aanpast, moet u
ervoor zorgen dat de verticale luchtstroom voor de roosterrichting
volledig is gestopt
.
Pas twee knoppen handmatig aan.
Zie pagina
10
12
Luchtlter
Zie pagina
11
13
Luchtreiniginglters
Zuiver of ontsmet de lucht, en biedt verse luchtstroom.
Binneneenheid overzicht en bediening
Nl-4
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
Om storingen of beschadigingen aan van de afstandsbediening
te voorkomen moet u het volgende doen:
- Plaats de afstandsbediening op een plek waar zij niet zal
worden blootgesteld aan direct zonlicht of overmatige hitte.
- Verwijder de batterijen als het product voor een langere
periode niet wordt gebruikt.
- Lege batterijen moeten onmiddellijk worden verwijderd en
afgevoerd volgens de plaatselijke wetten en regelgeving
van uw regio.
Als vloeistof van een lekkende batterij in contact komt met uw
huid, ogen of mond, moet onmiddellijk spoelen met water en
uw arts raadplegen.
Obstakels zoals een gordijn of een muur tussen
afstandsbediening en de binneneenheid kunnen de juiste
signaaloverdracht beïnvloeden.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke schokken.
Giet geen water op de afstandsbediening.
Afstandsbediening overzicht en bediening
22
19
20
18
23
2
10
15
14
21
3
1
5
6
7
8
9
12
11
16
13
4
24
17
U kunt de bediening snel beginnen met de volgende 3 stappen:
1 Start/Stop knop
2 "MODE" (modus) knop
Schakelt bedieningsmodus uit in de volgende volgorde.
AUTO COOL
(koelen)
DRY
(ontvochtigen)
FAN
(ventilator)
HEAT
(verwarmen)
Opmerkingen in de Verwarmingsmodus:
Aan het begin van de operatie werkt de binneneenheid bij zeer
lage snelheid van de ventilator voor ongeveer 3–5 minuten voor de
voorbereiding, schakelt dan over op de geselecteerde ventilatorsnelheid.
Automatische ontdooiing bediening heft het voorverwarmen op als
het nodig is.
Opmerkingen in de Koelen modus:
Binneneenheid ventilator kan van tijd tot tijd stoppen om controle
van de Binneneenheid van de ventilator uit te voeren voor
energiebesparing, die energiebesparende werking mogelijk maakt
door het stoppen van de rotatie van de binneneenheid ventilator
wanneer de buiteneenheid wordt gestopt.
3 "TEMP." (temperatuur) knoppen
Stel de gewenste temperatuur in.
De temperatuur kan worden ingesteld in stappen van 0,5°C.
In de Koelen en Ontvochtigen modus moet de temperatuur lager
worden ingesteld dan de huidige kamertemperatuur.
In de Verwarmings modus moet de temperatuur hoger worden
ingesteld dan de huidige kamertemperatuur.
Anders begint een bijbehorende bedrijfsmodus mogelijk niet te werken.
Temperatuurinstelbereik
Auto/Koelen/Ontvochtigen 18,0–30,0 °C
Verwarmen 16,0–30,0 °C
OPMERKINGEN: Temperatuurcontrole is niet beschikbaar in Ventilator modus.
4 Display afstandsbediening
In deze paragraaf worden alle mogelijke beschrijvingen voor
controlelampjes weergegeven. In de huidige bediening wordt
het display gekoppeld met de toetsbediening, en toont alleen de
noodzakelijke controlelampjes voor elke instelling.
5 "POWERFUL" (krachtige) knop
Activeer de Krachtige werking.
Het apparaat werkt op maximaal vermogen en sterke luchtstroom om
de kamer snel af te koelen of op te warmen.
Na activatie zendt de binneneenheid 2 korte piepjes uit.
Druk nogmaals op de "POWERFUL" (krachtige) knop om deze uit te
schakelen. De binneneenheid zendt vervolgens 1 kort piepje uit.
De Krachtige werking wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
Aangepaste kamertemperatuur bereikt de bepaalde temperatuur in
de Koelen, Ontvochtigen of Verwarmen modus.
20 minuten zijn verstreken na het instellen van de POWERFUL
werking modus.
Zelfs in de voornoemde situaties zal de Krachtige werking niet
automatisch uitschakelen, tenzij deze al bepaalde tijd in werking was.
OPMERKINGEN:
De luchtstroomrichting en de ventilatorsnelheid worden automatisch
gecontroleerd.
Deze bewerking kan niet tegelijkertijd worden uitgevoerd met de
Energiebesparing werking.
De Krachtige werking overschrijft de Buiteneenheid lage geluid,
Energiebesparings functies. Beide functies zullen, indien ingesteld,
starten nadat de Krachtige werking is uitgeschakeld.
6 "10 °C HEAT" (10 °C verwarmen) knop
Start 10 °C Verwarmen werking die de kamertemperatuur op 10 °C
houdt, om te voorkomen dat de kamertemperatuur te laag wordt.
Nadat u op de knop heeft gedrukt voor het starten van de 10 °C
Verwarmen werking, geeft de binneneenheid 2 korte piepjes en het
Energiebesparing controlelampje (groen) gaat branden.
Druk op de Start/Stop knop om deze uit te schakelen. Het
Energiebesparing controlelampje gaat uit.
OPMERKINGEN:
In 10 °C Verwarmen bedrijfsmodus kan alleen de verticale
luchtstroomrichting worden aangepast door het gebruik van de "SET"
(instel) knop.
De Verwarmen modus wordt niet uitgevoerd als de kamertemperatuur
niet warm genoeg is.
(vervolg)
Nl-5
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Afstandsbediening overzicht en bediening (vervolg)
7 Signaalzender
Richt juist op de signaalontvanger van de binneneenheid.
Indicator signaalzender op het display van de afstandsbediening
toont dat het signaal van de afstandsbediening wordt verzonden.
Werkgebied is ongeveer 7 m.
U zult een pieptoon horen als het uitgezonden signaal juist
is verzonden. Als er geen pieptoon is, moet u de knop de
afstandsbediening nogmaals indrukken.
8 "FAN" (ventilator) knop
Regelt de ventilatorsnelheid.
(Auto) (Hoog) (Gemiddeld) (Laag) (Still)
Wanneer "AUTO" wordt geselecteerd, wordt de ventilatorsnelheid
automatisch aangepast volgens de bedrijfsmodus.
9 "SWING" (draaien) knop
Begint of stopt automatische swing van de verticale luchtstroom richtingslamellen.
Elke keer dat u op de knop drukt, draaien de verticale luchtstroom
richtingslamellen als volgt:
Koelen, Ontvochtigen of
Ventilator modus
Verwarmen of Ventilator
modus
1 2
3 3
65
4
1 2
3 3
6
5
4
1
2
3
4
5
6
OPMERKINGEN:
Draaien werking kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator in het
apparaat draait op zeer lage snelheid of stopt.
In de Ventilator modus, wordt ofwel de draairichting 1
3 of 4
6
uitgevoerd in overeenstemming met de verticale luchtstroomrichting
voorafgaand ingesteld voordat u de Swing werking start.
Zie pagina
3
10 "SET" (instel) knop
Past de verticale luchtstroomrichting aan.
Zie pagina 7
11
"WEEKLY" (wekelijkse) timer knop
Activeert de Wekelijkse timer voor maximaal 4 aan of uit programma's
per dag, voor elke dag van de week.
Zie pagina
6
12
"SLEEP" (slaap) timer knop
Activeert de Slaap timer die u helpt comfortabel in slaap te vallen met
geleidelijke temperatuurregeling.
Zie pagina
6
13
"ON/OFF" (aan/uit) timer knop
Activeert de Aan/Uit timer.
14
"NEXT" (volgende) knop
Gebruikt voor aanpassen van de timerinstelling.
15
"BACK" (terug) knop
Gebruikt voor aanpassen van de timerinstelling.
16
"RESET" (herstellen) knop
Wanneer u op de “RESET” (herstellen) knop drukt, druk dan
voorzichtig met de punt van een pen of een ander klein voorwerp in
de juiste richting zoals weergegeven in deze guur.
RESET
17
"TEST RUN" (teststart) knop
Enkel gebruik voor de initiële test in de installatie van de eenheid.
Druk niet op deze knop tijdens de normale werking omdat dit een
incorrecte werking zal veroorzaken.
Tijdens de test knippert het Werking controlelampje en het Timer
controlelampje gelijktijdig.
Om een test te stoppen die onbedoeld werd gestart, moet u de
airconditioner uitschakelen door te drukken op de Start/Stop knop.
Zie pagina
2
18 "CLOCK ADJUST" (klok instellen) knop
Gebruikt voor het instellen van de klok.
19 "SEND" (verzonden) knop
Gebruikt voor het zenden van de klok of timer.
Zie pagina 6
20 "TIMER SETTING" (timerinstelling) knop
Gebruikt voor invoeren van de timerinstellingmodus.
21 "SELECT" (keuze) knop
Gebruikt voor het instellen van de klok of timer.
22
"OUTDOOR UNIT LOW NOISE" (buiteneenheid lage geluid) knop
Start of stopt de Buiteneenheid lage geluid werking dat geluid
vermindert, veroorzaakt door de buiteneenheid door het kappen van
het aantal rotaties van de compressor, en het onderdrukken van de
ventilatorsnelheid.
Zodra de werking is ingesteld, wordt de instelling behouden totdat u
weer op deze knop drukt om de bewerking te stoppen, zelfs als de
binnenunit is gestopt.
op het display van de afstandsbediening "LOW NOISE" (lage geluid)
toont dat het apparaat in de Buiteneenheid lage geluid modus is.
OPMERKINGEN:
Deze bewerking kan niet tegelijkertijd worden uitgevoerd met de
Ventilator, Ontvochtigen en Krachtige werking.
23
"ECONOMY" (energiebesparende) knop
Start of stopt de Energiebesparende werking, die meer elektriciteit
bespaart dan andere werkingsmodi doordat de ingestelde
temperatuur lager wordt ingesteld.
Wanneer u op de knop "ECONOMY" (energiebesparende) knop
drukt, gaat het Energiebesparende controlelampje op de binnenunit
branden.
In de Koelen of Ontvochtigen modus zal de kamertemperatuur
worden aangepast voor een temperatuur die een paar graden hoger
ligt dan de ingestelde temperatuur.
In de Verwarmen modus zal de kamertemperatuur worden
aangepast voor een temperatuur die een paar graden lager ligt dan
de ingestelde temperatuur.
OPMERKINGEN:
In de Koelen, Verwarmen of Ontvochtigen modus is de maximale
uitgang van deze bewerking ongeveer 70% van de gebruikelijke
werking van de airconditioner.
Deze bewerking kan niet worden uitgevoerd tijdens de
temperatuurbewaking door de Auto modus.
Zie pagina
8
24 "SENSOR" knop (energiebesparingsfunctie)
Activeert of deactiveert de energiebesparingsfunctie.
* De energiebesparingsfunctie is Aan ten tijde van aankoop.
: De instelling moet worden gedaan wanneer het instellingens-
cherm wordt getoond voor elke functie.
: De knop is alleen regelbaar wanner de airconditioner aan is.
Nl-6
GEBRUIKERSHANDLEIDING
1
Druk herhaaldelijk op de Start/Stop knop
totdat enkel de klok op het display van de
afstandsbediening wordt weergegeven.
2
Druk minstens vijf seconden op de “MODE”
(modus) knop om de huidige persoonlijke code
weer te geven (standaard ingesteld op A).
3
Druk op de “TEMP.” (
∧/∨
) (temperatuur) knoppen om
de persoonlijke code te veranderen tussen
A↔B↔C↔D
. Vergelijk de
code op het display met de persoonlijke code van de airconditioner.
4
Druk nogmaals op de “MODE” (modus) knop om naar de klokweergave
terug te keren. De persoonlijke code wordt gewijzigd.
Als er na de weergave van de persoonlijke code er
binnen 30 seconden geen enkele knop wordt ingedrukt,
keert het systeem terug naar de oorspronkelijke
klokweergave. In dit geval, start opnieuw vanaf stap 1.
De persoonlijke code van de airconditioner is voor het
verzenden op A ingesteld. Neem contact op met uw
handelaar om de persoonlijke code te wijzigen.
Afhankelijk van de afstandsbediening, kan de
aangepaste code terugkeren naar aangepaste code A
als de batterijen worden vervangen. In dit geval, indien
u een andere code dan A gebruikt, moet u de code
resetten na het vervangen van de batterijen.
Als u de
instelling van de persoonlijke code niet weet, probeer alle
persoonlijke codes (A↔B→C→D) totdat u deze vindt die
met de airconditioner werkt.
Ventilator bediening voor energiebesparing
Als de ingestelde temperatuur bereikt wordt
tijdens de koeling, werkt ventilator intermitterend
en wordt stroom bespaard.
Ventilator besturing voor energiebesparende functie
is reeds ingeschakeld op het moment van aankoop.
Volg deze stappen om deze functie te gebruiken:
1. Schakel de binneneenheid uit door te
drukken op de Start/Stop knop.
2.
Druk op de "FAN" (ventilator) knop gedurende
minimum 5 seconden tot de huidige "FC"
(Ventilator bediening) status verschijnt.
3. Druk op de "TEMP."
(
/
)
knoppen om te schakelen tussen "ON" (aan)
of "OFF" (uit).
4. Druk op de Start/Stop knop om de instelling naar de binneneenheid te
sturen. Nadat de status verzonden is, keert het scherm automatisch
terug naar het originele scherm.
Als er geen knoppen worden ingedrukt binnen 30 seconden nadat
de "FC" status verschijnt, keert het systeem terug naar de originele
klokweergave. In dit geval begint u opnieuw met stap 1.
Ventilator bediening voor energiebesparing
Wanneer er twee of meerdere airconditioners in een kamer geïnstalleerd zijn
en de afstandsbediening bedient een andere airconditioner dan deze die u
wilt instellen, wijzig de persoonlijke code van de afstandsbediening om enkel
de airconditioner die u wilt instellen te bedienen (4 mogelijke selecties).
Wanneer er twee of meerdere airconditioners in een kamer geïnstalleerd
zijn, neem contact op met uw handelaar om de persoonlijke codes voor
elke airconditioner in te stellen.
Voer de volgende stappen uit om de persoonlijke code van de
afstandsbediening te selecteren. (Opgelet, de airconditioner kan geen
signaal ontvangen als deze niet op de overeenkomstige persoonlijke
code is ingesteld.)
Opmerking voor timerinstellingen:
Elke onderbreking van de stroomvoorziening, zoals een stroomstoring, afsnijden of een stroomonderbreker leidt tot een foutieve instelling van de interne klok.
In een dergelijk geval knippert het Timer controlelampje op de binneneenheid en u moet de instelling aanpassen.
Timerwerking
Aan timer of Uit timer
U kunt de Aan of Uit timer middels de volgende stappen instellen.
1
Druk op de “TIMER SETTING” (timerinstelling) knop om de klok in te stellen.
De "WEEKLY" (wekelijkse) aanduiding op de afstandsbediening zal knipperen.
2
Druk op de "SELECT" (keuze) knop om de gewenste modus te
kiezen. De modus wordt als volgt gewijzigd:
WEEKLY
ON/OFF
(Aan)
ON/OFF
(Uit)
ON/OFF
((Aan
Uit)
SLEEP
(Uit)
3
Druk op de "NEXT" (volgende) knop. Ga door met het instellen van elke modus.
* Om de timerinstelling te annuleren tijdens het instelproces drukt
u nogmaals op de "TIMER SETTING" (timerinstelling) knop.
4
Pas de tijd aan door het drukken op de “SELECT” (keuze) knop,
nadat het "CLOCK" (klok) controlelampje is gaan branden. Elke
keer dat u op de knop drukt, wordt de tijd met +5/-5 minuten
gewijzigd. Door op omlaag te drukken wordt de waarde steeds met
+10/-10 minuten gewijzigd.
5
Druk op de "SEND" (verzonden) knop.
Om de timerinstelling opnieuw uit te voeren herhaalt u stap 1 tot 5.
Om de Aan/Uit timer te annuleren, drukt u op de "ON/OFF" (aan/uit)
knop terwijl het "ON/OFF" (aan/uit) controlelampje brandt. (Hierdoor
dooft het controlelampje)
Programmatimer (gecombineerd gebruik van de Aan timer en de Uit timer)
U kunt een geïntegreerde Aan→Uit of Uit→Aan timer instellen.
De timer wiens gecongureerde starttijd het dichtst in de buurt komt
van de huidige tijd werkt eerst, en de volgorde van de timerwerking
wordt als volgt weergegeven:
Timer Lampje op display van afstandsbediening
Aan→Uit timer
Uit→Aan timer
(vervolg)
Om de programmatimer in te stellen, herhaalt u stap 1 tot 5 voor de
Aan/Uit timer. (Selecteer Aan
Uit in Stap 2)
OPMERKINGEN:
Als u de instelwaarde voor de timer instelt nadat de programma-timer is
ingesteld, zal het aftellen van de timer op dat moment worden gereset.
Time-instelling voor elke combinatie moet binnen een tijdspanne
van 24 uur liggen.
Slaap timer
Om de Slaap timer in te stellen, volgt u stap 1 to 3 voor de Aan/Uit timer.
4
Pas de tijd aan door het drukken op de “SELECT” (keuze) knop,
nadat het "CLOCK" (klok) controlelampje is gaan branden.
Elke keer dat u op de knop drukt, verandert de tijd als volgt:
9H
00M
7H
00M
5H
00M
3H
00M
2H
00M
1H
00M
0H
30M
uren
(30 min.)
5
Druk op de "SEND" (verzonden) knop.
Om de Slaap timer te annuleren, drukt u op de "SLEEP" (slaap) knop terwijl
het "SLEEP" (slaap) controlelampje brandt. (Hierdoor dooft het controlelampje)
Om u te helpen comfortabel in slaap te vallen en overmatige
opwarming of afkoeling in uw slaap te voorkomen, controleert de Slaap
timer de temperatuurinstelling automatisch in overeenstemming met de
getoonde ingestelde tijd als volgt. De airconditioner schakelt volledig uit
na nadat de ingestelde tijd is verstreken.
In de Verwarmingsmodus
Temperatuur
instellen
Tijd instellen
1 uur
Tijd instellen
1 uur
1,5 uur
30 min.
1 °C 2 °C 3 °C 4 °C
2 °C
1 °C
In Koelen of Ontvochtigen modus
Afstandsbediening overzicht en bediening (vervolg)
Nl-7
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Wekelijkse timer
De Aan en Uit timer kunnen worden gecombineerd en u kunt tot 4 re-
serveringen (
programma) per dag en 28 reserveringen per week
instellen.
Voordat u het programma instelt, moet u eerst de week en de tijd van
de airconditioner instellen.
De wekelijkse timer zal niet goed op de ingestelde tijd werken als de
week en tijd niet zijn ingesteld.
Raadpleeg "voorbereiding afstandsbediening" (pagina 2).
Voorbeeld Wekelijkse timer 1
Geen timer instellingen
Programma
09:00 Uit
Programma
11:00 Uit
Programma
17:00 Uit
Programma
23:00 Uit
Maandag
tot vrijdag
Zaterdag
Zondag
Programma
07:00 Aan 26°C
Programma
09:00 Uit
Ontwaken
Gaat naar werk
Programma
17:00 Aan 28°C
Programma
23:00 Uit
Komt weer thuis
Gaat slapen
Aan
Aan Aan
Aan
Voorbeeld Wekelijkse timer 2
U kunt een bepaalde temperatuur speci ceren in de Aan instelling van
de Wekelijkse timer.
Programma
07:00 Aan 28°C
Programma
09:00 Aan 26°C
Programma
17:00 Aan 27°C
Programma
23:00 Aan 28°C
* U kunt de temperatuur instellen voor de Auto, Koelen en Ontvochtigen
modi binnen het bereik van 18-30°C, voor de Verwarmen modus is het
bereik 10 of 16-30°C.
Zelfs als u deze instelt op 10, 16 of 17°C, zal het product op 18°C wer-
ken in de Auto, Koelen of Ontvochtigen modus.
OPMERKINGEN:
Andere werkingsmodi dan de ingestelde temperatuur zullen het-
zelfde zijn als toen de laatste werking werd gestopt, waardoor de
type werking Afkoelen → Verwarmen → Afkoelen → Verwarmen
niet automatisch kan worden ingesteld.
De airconditioner zal de Aan timer uitvoeren als u de Aan timer en
de Uit timer tegelijkertijd instelt. Als twee Aan timers tegelijkertijd
zijn ingesteld, zal de airconditioner deze uitvoeren op volgorde van
het programmanummer.
De interne timer van de airconditioner is onjuist als er een stroom-
onderbreking is, zoals door een stroomstoring tijdens de Weke-
lijkse timer instelling of als er een zekering uitslaat. (Zie pagina 9
"Functie automatisch opnieuw opstarten".) In een dergelijk geval
laat de hoofdtimer u dit weten door te gaan knipperen, waarna u
de juiste tijd en datum moet instellen. (Zie pagina 2 "voorbereiding
afstandsbediening".)
U kunt de Wekelijkse timer niet gebruiken in combinatie met de
andere timers.
U moet de Wekelijkse timer opnieuw activeren als u de Wekelijkse
timer van het product wilt gebruiken nadat u de Aan/Uit timer,
Programmatimer of Slaap timer heeft gebruikt terwijl de Wekelijkse
timer actief was.
Timerwerking (vervolg)
Om de Wekelijkse timer in te stellen, volgt u eerst stap 1~3 op
pagina 6 voor de Aan/Uit timer.
4
Selecteer het programmanummer en de dag door middel van de
"SELECT" (keuze) knop.
Programma 1Week
Programma
Maandag
Programma
Dinsdag Programma Zondag
Programma
1Week
Programma Maandag
Programma
Zaterdag Programma Zondag
Druk op de "NEXT" (volgende) knop zodra het programma
nummer en de dag die u wenst knipperen.
5
Met de "SELECT" (keuze) knop selecteert u de werkingsmodus
(Aan timer, Uit timer of Zonder timer).
Werking zonder timer
1. Druk op de "NEXT" (volgende) knop om terug te gaan naar
stap 4 en de volgende instelling te con gureren.
2. Druk op de "SEND" (verzonden) knop om af te ronden.
Druk op de "NEXT" (volgende) knop.
6
Druk op de "SELECT" (keuze) knop om de gewenste Aan tijd of
Uit tijd in te stellen.
Als u Uit selecteerde in stap 5
1. Druk op de "NEXT" (volgende) knop om terug te gaan naar
stap 4 en de volgende instelling te con gureren.
2. Druk op de "SEND" (verzonden) knop.
Druk op de "NEXT" (volgende) knop.
7
Druk op de "SELECT" (keuze) knop om de gewenste temperatuur
te kiezen.
Druk op de "NEXT" (volgende) knop als u naar de volgende
instelling wilt gaan, ga terug naar stap 4 en con gureer de
volgende instelling.
8
Druk op de "SEND" (verzonden) knop om de instelling te voltooien
.
Als u de instelling tussentijds wilt annuleren, drukt u op de
"TIMER SETTING" (timerinstelling) knop in plaats van de
"SEND" (verzonden) knop.
OPMERKINGEN:
Selecteer Zonder timer in Stap 5 in de Wekelijkse timer instelling
als u de Wekelijkse timer annuleert.
Als u terug wilt gaan naar de vorige stap als u de instellingen
con gureert, druk dan op de "BACK" (terug) knop om terug te gaan
naar de vorige stap.
Druk op de "SEND" (verzonden) knop als u dichtbij de hoofdeen-
heid bent. Als u dit vanaf grote afstand van de hoofdeenheid doet,
wordt het signaal mogelijk niet goed verzonden en worden de
instellingen mogelijk niet goed gecon gureerd.
Om de planner te controleren herhaalt u stap 1 tot 3 om de Weke-
lijkse timer modus te openen en gebruikt u de "SELECT" (keuze)
knop om door de instellingen van de WEKELIJKSE timer te blade-
ren in de volgorde zoals aangegeven in stap 4.
Om de Wekelijkse timer te annuleren, drukt u op de "WEEKLY"
(wekelijkse) knop terwijl het "WEEKLY" (wekelijkse) controlelampje
brandt. (Het controlelampje gaat uit)
Nl-8
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Menselijke sensor (energiebesparing)
Deze functie bedient de temperatuurinstelling als er zich niemand
in de ruimte bevindt om energieverspilling te voorkomen. De
energiebesparingsfunctie is aan ten tijde van aankoop.
1
Druk op de "SENSOR" knop om de energiebesparingsfunctie te
activeren.
De "ENERGY SAVING" (energie besparing) aanduiding op de
afstandsbediening zal knipperen.
2
Druk nogmaals op de "SENSOR" knop om de energiebesparingsfunctie
te deactiveren.
De "ENERGY SAVING" (energie besparing) aanduiding op de
afstandsbediening zal uitschakelen.
Over de Energiebesparing functie
De ingestelde temperatuur wordt automatisch bediend als er circa 20
minuten niemand de ruimte betreedt.
(Als iemand de ruimte weer betreedt zal de menselijke sensor dit
detecteren en automatisch de originele instellingen weer aannemen.)
Werkings-
modus
Werkingsgegevens
(als er een tijdje niemand in de ruimte is)
Koelen/Ont-
vochtigen
De ingestelde temperatuur wordt maximaal verhoogd
met circa 2˚C.
Verwarmen
De ingestelde temperatuur wordt maximaal verlaagd
met circa 4˚C.
Auto
Hierdoor wordt de Energiebesparing functie automa-
tisch uitgevoerd voor de geselecteerde modus (afkoelen/
verwarmen/drogen).
● De Slaap timer krijgt prioriteit als deze in combinatie met de Slaap
timer (pagina 6) wordt gebruikt.
● De ingestelde temperatuur wordt tijdens de 10°C Verwarmen
werking niet gewijzigd als er niemand in de ruimte is.
Toepassingsbereik is als volgt.
Verticale hoek 90° (zij-aanzicht) Horizontale hoek 100° (bovenaanzicht)
6 m
6 m
90°
50° 50°
De energiebesparingsfunctie werkt mogelijk niet als de
kamertemperatuur veel verschilt van de temperatuur die is gedenieerd
in de temperatuurinstelling, zoals direct na het starten van de werking.
Over de MENSELIJKE SENSOR
Informatie over detectie met de menselijke sensor
De menselijke sensor detecteert of er mensen in de ruimte zijn
door naar beweging door mensen in de ruimte te zoeken.
Het kan voorkomen dat de detectie onjuist is gezien de mense-
lijke sensor infrarood licht detecteert dat mensen afgeven.
Situaties waarin de sensor geen mensen in de ruimte detec-
teert, zelfs als er wel iemand in de ruimte is
Als de temperatuur oog is en het verschil met de lichaams-
temperatuur van mensen klein is.
(Zoals in de zomer, wanneer de temperatuur 30°C of hoger
is.)
Als er iemand in de ruimte is, maar diegene langere tijd niet
beweegt.
Als er iemand verborgen is achter een bank, andere meubels,
glas of in soortgelijke situaties.
Als iemand zeer dikke kleding draagt en met de rug naar de
sensor is gericht.
Situaties waarin de sensor onjuist mensen in de ruimte
detecteert, zelfs als er niemand in de ruimte is
Als een hond of kat beweegt in de ruimte.
Als de wind ervoor zorgt dat gordijnen of planten bewegen.
Als er verwarmingseenheden, bevochtigers of elektrische ap-
paratuur zoals oscillerende ventilators in werking zijn.
OPMERKINGEN
Nl-9
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Algemene informatie over werking
Automatische ontdooiing
Wanneer de buitentemperatuur erg laag is met een
hoge luchtvochtigheid, kan er ijsvorming ontstaan op
de buiteneenheid tijdens het verwarmen, en het kan de
operationele prestaties van het product verminderen.
Voor vorstbeveiliging is een microcomputer-gestuurde
automatische ontdooiingsfunctie opgenomen in deze
airconditioner.
Als er vorst wordt gevormd zal de airconditioner tijdelijk stoppen,
en de ontdooiingsfunctie zal kort functioneren (maximaal 15
minuten.) Werking controlelampje op de binneneenheid knippert
tijdens deze werking.
Als er vorst wordt gevormd op de buiteneenheid na het
verwarmen, zal de buiteneenheid automatisch stoppen
nadat het voor een paar minuten functioneert. Dan begint de
bewerking automatische ontdooiing.
Functie automatisch opnieuw opstarten
In het geval van een stroomstoring, zoals een
stroomonderbreking, stopt de airconditioner direct. Maar hij
wordt automatisch opnieuw opgestart en voert de vorige
bewerking uit wanneer de stroomtoevoer wordt hervat.
Als er een stroomonderbreking plaatsvindt nadat de timer is
ingesteld, wordt het aftellen van de timer gereset.
Nadat de stroomtoevoer wordt hervat, knippert het Timer
controlelampje op de binneneenheid om u te waarschuwen
dat er een storing in de timer is geweest. In een dergelijk geval
moet u de timer resetten voor uw juiste moment.
Verwarmingsprestaties
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe,
waardoor warmte uit de lucht buiten wordt geabsorbeerd en
deze warmte wordt overgebracht naar de binneneenheid.
Hierdoor zijn de prestaties minder goed wanneer
de buitentemperatuur lager wordt. Als u vindt dt de
verwarmingsprestaties onvoldoende zijn, raden wij u aan
deze airconditioner te gebruiken in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur.
Groepsregeling (optie)
Een afstandsbediening kan tot wel 16 airconditioners regelen.
Alle airconditioners worden bediend met dezelfde instellingen.
Storingen veroorzaakt door andere elektrische apparaten:
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals een elektrisch
scheerapparaat of het nabije gebruik van een draadloze radiozender
kan storing van de airconditioner veroorzaken.
Als er zich een dergelijke storing voordoet, schakel de
stroomonderbreker dan een keer uit. Zet hem dan weer aan, en
hervat de bewerking met behulp van de afstandsbediening.
Bedrade afstandsbediening (optie)
U kunt de optionele bedrade afstandsbediening gebruiken.
Als u de afstandsbediening gebruikt, zijn de volgende punten anders
in vergelijking met de draadloze afstandsbediening.
[De aanvullende functies van de bedrade afstandsbediening]
Temperatuur instellen afteltimer
U kunt zowel de bedrade als de draadloze afstandsbediening
tegelijkertijd gebruiken. (De functie daarvan is echter beperkt.)
Als de beperkte functies op de afstandsbediening worden gebruikt
zult u een piepgeluid horen en knipperen de Werking, Timer en
Energiebesparing controlelampjes van de binneneenheid.
[De beperkte functies van de draadloze afstandsbediening]
<Bedrade afstandsbediening (Niet-gepoleerd, 2-draads)>
Buiteneenheid lage geluid
10°C Verwarmen
Wekelijkse timer
Krachtige
Draadloze LAN controle (optioneel)
De optionele draadloze LAN-besturing kan worden gebruikt.
Nl-10
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Reiniging en verzorging
OPGELET
Voor het reinigen van dit product, moet u hem uitzetten en loskoppelen van de stroomvoorziening.
Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het inlaatrooster volledig is afgesloten. Onvolledig afsluiten van het inlaatrooster kan effect
hebben op de juiste werking of de prestaties van de airconditioner.
Raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar ingebouwd in de binneneenheid niet aan, om letsel bij het onderhouden van het
apparaat.
Stel de binneneenheid niet bloot aan vloeistonsecticiden of haarspray.
Sta niet op gladde, ongelijke of onstabiele ondergrond wanneer u het apparaat onderhoudt.
Dagelijkse verzorging
Tijdens het reinigen van het chassis van de binneneenheid moet u op
het volgende letten:
Gebruik geen water warmer dan 40 °C.
Gebruik geen schurend reinigingsmiddel, vluchtige oplosmiddelen
zoals benzeen of thinner.
Veeg het apparaat voorzichtig met behulp van een zachte doek.
Het reinigen van het inlaatrooster
1
Houd de inlaatrooster met beide handen aan de zijkant vast, trek
vervolgens naar voren totdat deze vastklikt. Het inlaatrooster in
horizontale positie houden, de bevestigingsas links en rechts
bewegen om los te maken.
Bevestigingsas
Inlaatrooster
Bevestigingsas
2
Was het inlaatrooster voorzichtig met water of veeg het voorzichtig
schoon met een zachte doek bevochtigd met warm water.
Veeg deze vervolgens af met een droge en zachte doek.
3
Bevestig de linker- en rechter bevestigingsas in de richting van de
pijl aan de bovenste lager van het paneel, terwijl u de inlaatrooster
horizontaal ondersteunt. Druk op de unit totdat het klikt, zodat elke
as vastklikt.
BevestigingsasBevestigingsas
Inlaatrooster
Lager
Lager
4
Druk op 4 plaatsen op het inlaatrooster totdat hij volledig sluit.
Het reinigen van de luchtlters
1
Open het inlaatrooster en verwijder de luchtlters.
Til het handvat van het luchtlter op, maak de twee lagere lipjes los
en neem deze eruit.
Luchtlterhandvat
Haken (2 plaatsen)
2
Verwijder stof met een stofzuiger of door deze te wassen.
Laat na het wassen goed drogen op een plek in de schaduw.
3
Vervang het luchtlter en sluit het inlaatrooster.
(1) Plaats de zijkanten van het luchtlter gelijk aan het paneel en
druk deze er stevig in, waarbij u ervoor zorgt dat de twee lagere
lipjes goed teruggeplaatst worden in de gaatjes in het paneel.
Haken (2 plaatsen)
(2) Sluit dan het inlaatrooster.
U kunt een stofzuiger gebruiken om het luchtlter te reinigen, of u
kunt het lter wassen in een oplossing van mild schoonmaakmiddel
met warm water. Als u het lter wast, laat u deze goed drogen op
een plaats in de schaduw voordat u hem weer terugplaatst.
Indien er zich vuil ophoopt op het luchtlter zal de luchtstroom
verminderen, leidend tot een lagere efciëntie en meer geluid.
Bij normaal gebruik moeten de luchtlters elke twee weken worden
schoongemaakt.
Gebruik de airconditioner niet als het inlaatrooster open is.
Nl-11
AIRCONDITIONER Muurmodel
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Reiniging en verzorging (vervolg)
Installatie luchtreiniginglters
1
Open het inlaatrooster en verwijder de luchtlters.
Luchtlter (rechts & links)
2
Plaats de luchtreinigende lterset (set van 2).
(1) Plaats het luchtzuiveringslter in het frame van het
luchtzuiveringslter.
Luchtreinigingslter
Frame luchtreiniginglter
(2) Vergrendel de hendel aan beide uiteinden van het lter met
de twee haakjes aan de achterkant van het frame van het
luchtzuiveringslter.
Hendel (4 plaatsen)
Haak (4 plaatsen aan achterzijde)
Zorg ervoor dat het luchtzuiveringslter niet uit het frame steekt.
3
Plaats de twee luchtlters en sluit het inlaatrooster.
Als luchtzuiveringslters worden gebruikt zal het effect worden
vergroot door de snelheid van de ventilator in te stellen op Hoog.
Vervangen van vieze luchtzuiveringslters
Vervang lters door de volgende onderdelen (afzonderlijk verkrijgbaar).
Apple-catechin lter: UTR-FA16
Ion deodorization lter: UTR-FA16-2
1
Open het inlaatrooster en verwijder de luchtlters.
2
Vervang ze door twee nieuwe luchtzuiveringslters.
(1) Verwijder de oude luchtzuiveringslters in omgekeerde
volgorde voor installatie.
(2) Plaats deze op dezelfde manier als voor installatie van de set
luchtzuiveringslters.
3
Plaats de twee luchtlters en sluit het inlaatrooster.
[Met betrekking tot de luchtzuiveringslters]
Apple-catechin lter (1 rooster)
De lters zijn wegwerplters. (Deze kunt u niet wassen en
hergebruiken.)
Voor opslag van de lters, gebruikt u de lters zo spoedig mogelijk
nadat de verpakking is geopend.
(Het luchtreinigende effect wordt minder goed als de lters in een
geopende verpakking worden achtergelaten)
Over het algemeen moet u de lters elke 3 maanden vervangen.
Koop speciale Apple-catechin lter (UTR-FA16) (afzonderlijk
verkrijgbaar) ter vervanging van vieze luchtzuiveringslters.
Ion deodorization lter ( 1 rooster) - lichtblauw
De lters moeten elke 3 jaar worden vervangen om het
reukverdrijvende effect te behouden.
Koop speciale Ion deodorization lter (UTR-FA16-2) (afzonderlijk
verkrijgbaar) ter vervanging van de lters.
[Onderhoud van de Ion deodorization lter]
Om het reukverdrijvend effect te behouden maakt u het lter elke 3
maanden op de volgende manier schoon.
1. Verwijder het lter.
2. Maak schoon met water en droog in de lucht.
(1) Spoel de lters met heet hogedrukwater totdat het
oppervlak wordt bedekt met water. Spoel met een neutraal
reinigingsmiddel.
(Nooit wassen door te wrijven of te schuren, hierdoor kan het
geurverdrijvende effect verloren gaan.)
(2) Spoel onder stromend water.
(3) Droog in de schaduw.
3. Plaats het lter opnieuw.
Na langdurig niet-gebruik van het apparaat
Als u de binneneenheid voor 1 maand of langer hebt afgesloten, voer
dan voor een halve dag de Ventilator bewerking uit om de interne delen
goed te drogen voordat u de normale werking uit kunt voeren.
Aanvullende inspectie
Na een lange gebruiksperiode kan het opgehoopte stof in de
binneneenheid de productprestatie beperken, zelfs als u het apparaat
hebt onderhouden met dagelijkse verzorgings- of reinigingsprocedures
zoals beschreven in deze handleiding.
In dat geval wordt een productinspectie aanbevolen.
Neem voor meer informatie contact op met geautoriseerd personeel.
Filter resetten
Deze functie kan worden gebruikt indien correct ingesteld tijdens de
installatie. Contact opnemen met bevoegd onderhoudspersoneel om
deze functie te activeren.
De Energiebesparing aanduidinglampjes geen branden wanneer
het tijd is de luchtlters te reinigen.
Na het inschakelen van de netvoeding, drukt u op de "MANUAL
AUTO" (handmatige auto) knop voor 3 seconden of korter op de
binnenunit.
Nl-12
GEBRUIKERSHANDLEIDING
WAARSCHUWING
In de volgende gevallen, moet u onmiddellijk stopen met het gebruik van de airconditioner, en alle voedingen loskoppelen door het uitschakelen
van de elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het stopcontact halen. Raadpleeg dan uw dealer of bevoegd onderhoudspersoneel.
Zolang het apparaat is aangesloten op de stroomvoorziening, is deze niet geïsoleerd van de stroomvoorziening, zelfs als het apparaat is
uitgeschakeld.
Apparaat ruikt of iets brandt of stoot rook uit
Er lekt water uit het apparaat
De volgende symptomen geven geen storing van het product aan, maar het zijn normale functies of eigenschappen van dit product.
Symptoom Oorzaak Zie pagina
Werking wordt vertraagd na
het opnieuw opstarten.
Om doorbranden van de zekering te voorkomen, zal de compressor niet functioneren wanneer het
beschermingscircuit voor ongeveer 3 minuten werkt na een plotseling Uit→Aan werking van de ener-
gievoorziening.
Er is ruis hoorbaar.
Tijdens werking of direct na het stoppen van de airconditioner kan het geluid van stromende koelvloeistof
worden gehoord. En het is vooral merkbaar gedurende 2-3 minuten na aanvang van de werking.
Tijdens deze werking kan een licht piepend geluid worden geproduceerd door de minimale
uitzetting en inkrimping van het voorpaneel veroorzaakt door temperatuurverandering.
Tijdens de Verwarmen werking kan een sissend geluid geproduceerd door het automatische ont-
dooien worden gehoord.
9
Er komt een geur uit het ap-
paraat.
Verschillende geurtjes geabsorbeerd uit interieurtextiel, meubels, of sigarettenrook in de airconditio-
ner kan worden uitgestoten.
Er komt nevel of stoom uit het
apparaat.
In de Koelen of Ontvochtigen modus kan een dunne mist worden gegenereerd door condensatie
gevormd door een plotseling afkoelingsproces.
Tijdens het verwarmen kan de ingebouwde ventilator in de buitenunit kan stoppen en stijgende stoom
gegenereerd door de automatische ontdooiingswerking kan worden gezien.
9
Luchtstroom is zwak of stopt. Direct nadat de Verwarmen werking wordt gestart, blijft de ventilatorsnelheid zeer laag om de interne
delen van het apparaat tijdelijk op te warmen.
In de Verwarmen modus stopt de buiten- en de binnenunit functioneert op zeer lage ventilatorsnelheid
als de kamertemperatuur boven de ingestelde temperatuur uitkomt.
In de Verwarmen modus stopt de binnenunit voor maximaal 15 minuten om de automatische ontdooi-
ing uit te voeren terwijl het Werking controlelampje knippert.
9
In de Ontvochtigen modus werkt de binnenunit op lage ventilatorsnelheid voor het aanpassen van de
vochtigheid in de kamer, en kan van tijd tot tijd stoppen.
Wanneer de ventilatorsnelheid is ingesteld op Still draait de ventilator op een erg lage snelheid en
wordt de luchtstroom verminderd.
In de Koelen modus kan de ventilator van de binnenunit van tijd tot tijd stoppen wanneer de buite-
neunit is gestopt.
4
Wanneer de bewaking wordt uitgevoerd in de Auto modus draait de ventilator op zeer lage snelheid.
Buiteneenheid geeft water af.
Tijdens de Verwarmen werking kan de buitenunit water afgegeven gegenereerd door het automatisch ontdooien.
9
Voordat u belt of verzoekt om onderhoud, dient u een probleem op te lossen door het uitvoeren van de volgende controles:
Symptoom Diagnostiek Zie pagina
Werkt helemaal niet.
Is de stroomonderbreker uitgezet?
Is er een stroomstoring geweest?
Is er een zekering doorgebrand of is de stroomonderbreker geactiveerd?
Werkt de timer?
6
Slechte koeling- of verwar-
mingsprestaties.
Is het luchtlter vuil?
10
Is het inlaatrooster of uitgangspoort van de binnenunit geblokkeerd?
Wordt de kamertemperatuur juist aangepast?
4
Staat er een raam of deur open?
Is er direct of fel zonlicht in de kamer in de Koelen werking?
Zijn are andere verwarmingsapparaten of computers werkzaam, of zijn er teveel mensen in de
kamer in de Koelen werking?
Is de ventilator ingesteld op Still?
Wanneer de instelling van de ventilatorsnelheid is ingesteld op Still heeft ruisonderdrukking
voorrang en de prestaties van de airconditioner kunnen minder worden. Als het volume van de
geleverde luchtstroom niet overeenstemt met uw voorkeur, kunt u de ventilatorsnelheid instellen op
Laag of hogere ventilatorsnelheid.
5
Is de Buiteneenheid lage geluid modus ingesteld?
5
Het apparaat werkt anders dan
de instelling van de afstands-
bediening.
Worden er batterijen in de afstandsbediening gebruikt die leeg zijn?
Worden er batterijen in de afstandsbediening gebruikt die juist geplaatst zijn?
2
Stop onmiddellijk met de werking en zet in de volgende gevallen de elektrische schakelaar uit. Raadpleeg dan geautoriseerd personeel.
Het probleem blijft aanhouden, zelfs als u deze controles of diagnostiek uitvoert.
Het Werking controlelampje en Timer controlelampje knipperen terwijl het Energiebesparing controlelampje snel knippert.
Problemen oplossen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Fujitsu ASYG07KGTA Handleiding

Type
Handleiding