HP Compaq dx2450 Microtower PC Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Computer Setup (F10) Handleiding - dx2450
Microtowermodel
Zakelijke personal computers
© Copyright 2008 Hewlett-Packard
Development Company, L.P. De informatie
in deze publicatie kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn
handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
De enige garanties die gelden voor HP
producten en diensten zijn de garanties die
worden beschreven in de
garantievoorwaarden behorende bij deze
producten en diensten. Geen enkel
onderdeel van dit document mag als extra
garantie worden opgevat. HP aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor technische
fouten of redactionele fouten, drukfouten of
weglatingen in deze publicatie.
De informatie in dit document valt onder het
auteursrecht. Geen enkel deel van dit
document mag worden gekopieerd,
vermenigvuldigd of vertaald in een andere
taal, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard
Company.
Computer Setup (F10) Handleiding
Zakelijke personal computers
dx2450 Microtowermodel
Eerste editie, februari 2008
Artikelnummer van document: 464055-331
Over deze handleiding
Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U
gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te
wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren.
WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel
of levensgevaar.
VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van
de apparatuur of verlies van gegevens.
OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
NLWW iii
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave
Computer Setup
Mogelijkheden van Computer Setup .................................................................................................... 1
Werken met Computer Setup .............................................................................................. 1
Computer Setup: Main (Hoofdmenu) ................................................................................... 2
Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) ........................................................................ 3
Computer Setup: Power (Voeding) ...................................................................................... 5
Computer Setup: Boot (Opstarten) ...................................................................................... 6
Computer Setup: Exit (Afsluiten) ......................................................................................... 6
Configuratie-instellingen herstellen ...................................................................................................... 8
NLWW v
vi NLWW
Computer Setup
Mogelijkheden van Computer Setup
Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u:
De fabrieksinstellingen wijzigen.
De systeemdatum en -tijd instellen.
De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere
instellingen wijzigen voor beeldscherm, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
Instellingen weergeven voor processor en geheugen.
De opstartvolgorde wijzigen van schijfeenheden waarvan kan worden opgestart, zoals vaste
schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden of USB-flashapparaten.
Voorkomen dat een apparaat de eenheid opstart.
Zelftests van de vaste schijf uitvoeren.
Een supervisorwachtwoord instellen dat de toegang regelt tot het hulpprogramma Computer Setup
(Computerinstellingen) en de instellingen die in dit gedeelte worden beschreven.
De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare schijfeenheden in- of uitschakelen.
Werken met Computer Setup
Het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kan alleen worden geactiveerd wanneer
u de computer inschakelt of opnieuw opstart. U krijgt als volgt toegang tot Computer Setup:
1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw op.
2. Druk nadat de computer is ingeschakeld op F10 op het moment dat het monitorlampje groen gaat
branden om Computer Setup te openen.
OPMERKING: Als u niet op het juiste moment op F10 drukt, start u de computer opnieuw op en
drukt u opnieuw op F10 (maar nu op het moment dat het monitorlampje groen gaat branden) om
het hulpprogramma te openen.
3. Het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) is opgedeeld in menu’s en opties voor
te ondernemen acties.
NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 1
Op het scherm Computer Setup Utility (Computerinstellingen) worden vijf menu’s weergegeven:
Main (Hoofdmenu)
Advanced (Geavanceerd)
Power (Voeding)
Boot (Opstarten)
Exit (Afsluiten)
Gebruik de pijltoetsen om naar het gewenste menu te gaan en druk vervolgens op Enter. Gebruik
vervolgens de pijltoetsen omhoog en omlaag om de gewenste optie te selecteren en druk op
Enter. Druk op Esc om terug te keren naar het vorige scherm.
VOORZICHTIG: Schakel de computer NOOIT uit terwijl de wijzigingen in de configuratie van
Computer Setup (Computerinstellingen) worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan
raken. U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van Computer Setup
(Computerinstellingen) heeft afgesloten.
Computer Setup: Main (Hoofdmenu)
OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden
ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 1 Computer Setup: Main (Hoofdmenu)
Optie Beschrijving
System Time
(Systeemtijd)
Hiermee stelt u de systeemtijd in.
System Date
(Systeemdatum)
Hiermee stelt u de systeemdatum in.
Language (Taal) Hiermee selecteert u de taal.
Floppy Diskette A:
(Diskette A)
Hiermee kunt u de A-schijf als volgt instellen:
Disabled (Uitgeschakeld)
1.44 MB 3.5
Not Installed (Niet geïnstalleerd)
2 Computer Setup NLWW
1st Drive (Eerste
schijfeenheid)
2nd Drive (Tweede
schijfeenheid)
3rd Drive (Derde
schijfeenheid)
4th Drive (Vierde
schijfeenheid)
Met elke optie kunt u het volgende doen:
(alleen bekijken)
Capacity (Size - HDD only) (Capaciteit (grootte – alleen vaste schijf))
Transfer Mode (Overdrachtstand)
SATA Speed (Snelheid SATA)
NCQ
Smart Support - zelftest van de vaste schijf uitvoeren voor een bepaald kanaal:
SMART Status Check (SMART-statuscontrole)
SMART Short Self-Test (Korte zelftest SMART)
SMART Extended Self-Test (Uitgebreide zelftest SMART)
System Information
(Systeeminformatie)
(alleen bekijken)
Installed Memory (Geïnstalleerd geheugen)
Memory Bank 1 (Geheugenbank 1)
Memory Bank 2 (Geheugenbank 2)
Memory Bank 3 (Geheugenbank 3)
Memory Bank 4 (Geheugenbank 4)
BIOS Revision (BIOS-revisie)
Core Version (Kernversie)
Model Number (Modelnummer)
Product Number (Productnummer)
Asset Tag (Inventarisnummer) (Druk op Enter om te wijzigen)
Computer Setup: Advanced (Geavanceerd)
OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden
ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
WAARSCHUWING! Het instellen van items in dit menu in onjuiste waarden kan leiden tot een storing
van het systeem.
Tabel 2 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd)
Optie Beschrijving
CPU Type (CPU-type) (alleen bekijken)
CPU Speed (Snelheid CPU) (alleen bekijken)
Cache RAM (L2) (Cache-RAM (L2)) (alleen bekijken)
Cache RAM (L3) (Cache-RAM (L3)) (alleen bekijken – bepaalde modellen)
Tabel 1 Computer Setup: Main (Hoofdmenu) (vervolg)
NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 3
Primary Video Adapter (Primaire videokaart) Hiermee kunt u het opstartweergaveapparaat selecteren wanneer het
systeem meer dan 2 video-opties biedt:
PCI
PCI-Ex1
PCI-Ex16
Onboard (Op de systeemkaart)
Onboard Video Memory Size (Grootte
videogeheugen op de systeemkaart)
32 MB
128 MB
256 MB
PS/2 Mouse (PS/2-muis) Hiermee kunt u het volgende instellen:
Disabled (Uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld)
Auto Detect (Automatisch detecteren)
USB Legacy Mode Support (Ondersteuning
voor stand voor verouderde USB)
Hiermee kunt u het volgende instellen:
Disabled (Uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld)
Onboard LAN (Lokaal netwerk op de
systeemkaart)
Hiermee kunt u de LAN-controller op de systeemkaart in- of uitschakelen.
Onboard LAN Boot ROM (Opstartgeheugen
lokaal netwerk op de systeemkaart)
Hiermee kunt u het opstartgeheugen van de LAN-chip op de systeemkaart
in- of uitschakelen.
SATA Controller (SATA-controller) Hiermee kunt u het volgende instellen:
Disabled (Uitgeschakeld)
SATA1
SATA1+2
Onboard Audio (Audio op systeemkaart) Hiermee kunt u de audio op de systeemkaart instellen op:
Auto (Automatisch)
Disabled (Uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld)
Internal Speaker (Interne luidspreker) Hiermee kunt u de interne luidspreker instellen op:
Disabled (Uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld)
Supervisor Password
(Supervisorwachtwoord)
Hiermee kunt u het supervisorwachtwoord wijzigen.
User Password (Gebruikerswachtwoord) Hiermee kunt u het gebruikerswachtwoord wijzigen.
Tabel 2 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (vervolg)
4 Computer Setup NLWW
Computer Setup: Power (Voeding)
OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden
ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 3 Computer Setup: Power (Voeding)
Optie Beschrijving
After AC Power
Failure (Na
stroomstoring)
Hiermee kunt u het opstartgedrag van het systeem selecteren in het geval van een
stroomonderbreking:
Auto (Automatisch)
Power On (Opstarten)
Stay Off (Uitgeschakeld blijven)
NX Hiermee schakelt u NX-bit in of uit.
NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 5
Computer Setup: Boot (Opstarten)
OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden
ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 4 Computer Setup: Boot (Opstarten)
Optie Beschrijving
Boot-time Diagnostic
Screen (Opstarttijd
diagnosescherm)
Hiermee schakelt u de weergave van POST-diagnoseberichten in of uit.
1st Boot Device (Eerste
opstartapparaat)
2nd Boot Device
(Tweede
opstartapparaat)
3rd Boot Device (Derde
opstartapparaat)
4th Boot Device (Vierde
opstartapparaat)
Hiermee kunt u aangeven welke apparaatgroep als eerste, tweede, derde en vierde zal opstarten,
of een van de vier opties uitschakelen:
Floppy Group (Diskettegroep)
Hard Drive Group (Vaste-schijfgroep)
CD-ROM Group (Cd-rom-groep)
Network Boot Group (Opstartgroep netwerk)
OPMERKING: De toewijzing van stationsletters in MS-DOS is mogelijk niet meer van toepassing
nadat een ander besturingssysteem is opgestart.
Floppy Group Boot
Priority
(Opstartprioriteit
diskettegroep)
Hiermee geeft u de prioriteit aan van opstartapparaten binnen verwijderbare apparaten.
CD-ROM Group Boot
Priority
(Opstartprioriteit cd-rom-
groep)
Hiermee geeft u de prioriteit aan van opstartapparaten binnen cd/dvd-schijfeenheden.
Hard Drive Group Boot
Priority
(Opstartprioriteit vaste-
schijfgroep)
Hiermee geeft u de prioriteit aan van opstartapparaten binnen vaste schijven.
Network Group Boot
Priority
(Opstartprioriteit
netwerkgroep)
Hiermee geeft u de prioriteit aan van opstartapparaten binnen opstartbare netwerkapparaten.
Computer Setup: Exit (Afsluiten)
OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden
ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 5 Computer Setup: Exit (Afsluiten)
Optie Beschrijving
Exit Saving Changes
(Afsluiten en wijzigingen
opslaan)
Druk op Enter om af te sluiten en wijzigingen op te slaan.
Exit Discarding
Changes (Afsluiten en
wijzigingen negeren)
Druk op Enter om af te sluiten en wijzigingen te negeren.
6 Computer Setup NLWW
Load Setup Defaults
(Standaardinstellingen
laden)
Druk op Enter om de standaardinstellingen te laden.
Discard Changes
(Wijzigingen negeren)
Druk op Enter om wijzigingen te negeren.
Save Changes
(Wijzigingen opslaan)
Druk op Enter om wijzigingen op te slaan.
Tabel 5 Computer Setup: Exit (Afsluiten) (vervolg)
NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 7
Configuratie-instellingen herstellen
Als u alle opties voor BIOS Setup wilt instellen op de standaardwaarden (inclusief de opties voor
Ctrl+F10), opent u Computer Setup en drukt u op F5.
Hieronder vallen niet de updates voor system date (systeemdatum), system time (systeemtijd),
supervisor password (supervisorwachtwoord), user password (gebruikerswachtwoord) en CPU
frequency multiplier (CPU-frequentievermenigvuldiger).
8 Computer Setup NLWW
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

HP Compaq dx2450 Microtower PC Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding