Medion BLOOD PRESSURE MONITOR MD 42780 de handleiding

Type
de handleiding
1
D
NL
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsadviezen . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Bloeddruk en het meten ervan . . . . . . . . 5
Wat is bloeddruk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Het meten van de bloeddruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Batterijen inleggen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Datum en tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Bloeddruk meten . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Polsmanchet omdoen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Meting voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Meten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De geheugenfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Er wordt een foutbericht weergegeven 20
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . 21
2
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Lees deze handleiding zorgvuldig door en gebruik
dit apparaat alleen op de hier beschreven wijze.
Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan
iemand anders overdoet.
Houd op batterijen werkende apparaten
buiten bereik van kinderen
Het apparaat werkt op batterijen. Batterijen kunnen
bij inslikken levensgevaarlijk zijn. Bewaar het appa
raat daarom buiten bereik van kinderen. Als een
batterij is ingeslikt moet direct medische hulp wor
den ingeroepen.
Juist gebruik van het apparaat
Lekkende batterijen kunnen het apparaat bescha
digen. Neem de batterijen daarom uit het apparaat
als u het langere tijd niet gebruikt. Blaas de man
chet alleen op als het apparaat goed om de arm is
aangebracht.
Blaas de manchet alleen op als hij goed om de pols
is aangebracht. Druk nooit op de starttoets als de
manchet niet is aangebracht.
Probeer in geen geval zelf het apparaat te openen
en/of te repareren. In het inwendige van het appa
Het juiste gebruik van dit apparaat
Het apparaat is bedoeld voor gezonde personen vanaf 14 jaar.
Gebruik het apparaat voor vergelijkende metingen, met name bij
sportieve activiteiten.
Gebruik het apparaat niet voor het stellen van een medische dia
gnose. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor persoonlijk ge
bruik en mag geen vervanging zijn van door een arts te nemen
maatregelen.
3
D
NL
raat mag niets worden gewijzigd, met om het even
welk gereedschap. Neem bij storingen contact op
met ons Service Center.
Dit apparaat bevat precisieonderdelen; daarom
mag het niet worden blootgesteld aan
• extreme temperatuurverschillen
• vocht (ook geen waterdruppels of ne)
vel)
• rechtstreeks zonlicht
• schokken
• en stof.
Dompel het apparaat nooit in water.
Zorg dat het harde deel van de manchet niet verbo
gen raakt.
Laat het apparaat niet vallen en leg er geen zware
voorwerpen op.
Als het apparaat dichtbij het vriespunt wordt be
waard moet het voor gebruik op kamertemperatuur
komen.
Ga milieubewust om met batterijen
Lege batterijen horen niet bij het huisvuil.
Batterijen moeten bij een verzamelpunt voor lege
batterijen worden ingeleverd.
Adviezen aangaande onderhoud
Aanbevolen wordt de goede werking van het appa
raat tenminste eens per 3 jaar te testen.
In de gebruikshandleiding en op het appa
raat
gebruikte symbolen:
Let op! Lees de bijgaande papieren (Gebruiks
handleiding).
4
Gebruiksdeel van het type BF
Schoonmaken
De behuizing van de bloeddrukcomputer en ook de
manchet kunnen voorzichtig met een vochtig zacht
doekje gereinigd worden. Gebruik daarbij geen
druk.
Buig de voorgevormde manchet niet naar buiten.
De manchet mag niet worden gewassen of che
misch gereinigd.
Gebruik voor het schoonmaken nooit thinner, alco
hol of benzine.
5
D
NL
BLOEDDRUK EN HET METEN ERVAN
Tegenwoordig behoren de gevolgen van een te
hoge bloeddruk tot de belangrijkste doodsoorza
ken. Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat ze
een te hoge bloeddruk hebben.
Met deze bloeddrukmeter kunt u regelmatig verge
lijkende metingen uitvoeren. (Afzonderlijke onre
gelmatige metingen zeggen niet veel; zie onder.)
Wat is bloeddruk?
De bloeddruk is een maat voor de kracht die het
hart moet leveren om het bloed door de bloedsom
loop en de vitale organen van het lichaam te pom
pen. Hoe hoger de druk, hoe meer werk het hart
moet verzetten.
Als delen van de bloedsomloop vernauwd, ziek of
op een andere manier afwijkend zijn kan de bloed
druk daardoor oplopen. Een te hoge bloeddruk kan
schadelijk zijn voor vitale organen zoals de herse
nen en het hart.
6
Normale en hoge bloeddruk
De normen voor een normale en hoge bloeddruk
(diastolische en systolische waarde) zijn vastge
steld door de wereldgezondheidsorganisatie WHO
en staan in de onderstaande tabel.
Het meten van de bloeddruk
De bloeddruk van elk mens varieert voortdurend.
Veranderingen kunnen worden veroorzaakt door
geestelijke en lichamelijke factoren (b v. angst, in
spanning, roken, coffeïne en stress). Maar ook de
tijd van de dag, het jaargetijde en temperaturen
kunnen de bloeddruk beïnvloeden.
7
D
NL
De volgende figuur geeft een beeld van de veran
deringen van de bloeddruk in de loop van een werk
dag:
Zoals blijkt uit deze afbeelding is er geen reden tot
opwinding over de resultaten van afzonderlijke op
een bepaald moment uitgevoerde metingen.
Belangrijke aanwijzingen voor een correcte
meting
Met behulp van dit apparaat kunt u, door regelma
tig te meten, een duidelijk overzicht van uw bloed
druk krijgen.
Voor een realistisch beeld van de manier waarop
uw bloeddruk zich gedraagt moet op het volgende
worden gelet:
Meet uw bloeddruk meerdere malen per dag,
steeds op dezelfde tijd.
8
Meet terwijl u ontspannen bent. Probeer vooraf
gaand aan het meten een kwartiertje te rusten.
Na een wat grotere maaltijd moet u een uur
wachten met het meten.
Rook niet en drink geen alcohol voordat u uw
bloeddruk meet.
Voorafgaand aan het meten moet u een uur lang
geen lichamelijk werk doen.
Meet uw bloeddruk niet als u last hebt van stress
of gespannen bent.
Meet uw bloeddruk bij een normale lichaam
stemperatuur  niet als u het te koud of te warm
hebt.
Wacht ongeveer 5 minuten met het opnieuw meten
van uw bloeddruk.
Laat diagnoses over aan de arts.
Na het meten dient een arts de waarden te interpre
teren en een diagnose te stellen. Hij zal u zeggen
welke bloeddruk voor u normaal is en welke bijzon
derheden u aan hem moet laten weten.
Begin niet met therapeutische maatregelen zonder met een arts ge
sproken te hebben. Gebruik in GEEN geval medicijnen op basis van
de gemeten waarden zonder dit met een arts te overleggen.
Bij mensen met de onderstaande klachten moet
extra worden opgelet:
Mensen met hoge bloeddruk, diabetes, aandoe
ningen van de lever, aderverkalking, een verzwakte
bloedsomloop etc.
De meettechniek van het apparaat
Deze bloeddrukmeter bevat technisch hoogwaar
dige onderdelen en materialen die de druk meten,
9
D
NL
de signalen verwerken en de waarden op een LCD
display weergeven. Bovendien meet het apparaat
ook de polsslag en geeft deze weer.
Het apparaat meet de bloeddruk indirect via een
om de pols gelegde manchet die door het oppom
pen ervan de arterie (slagader) zodanig samen
drukt dat er geen bloed meer door kan stromen. Als
vervolgens de druk in de manchet wordt vermin
derd wordt er een verband gelegd tussen de druk in
de manchet en de bloeddruk.
Het apparaat is voorzien van elektronische variabe
le ventielen die zelfs geringe variaties tijdens het
meten registreren, die door de druk in de manchet
gecompenseerd kunnen worden .
Door het stapsgewijs verlagen van de druk worden
variaties in de manchet door het apparaat geregi
streerd en in de beoordeling betrokken. Als bij een
stap geen variaties worden herkend wordt de lucht
druk verlaagd. Optredende variaties worden op de
betreffende stand geanalyseerd totdat de nauw
keurigheid ervan is bepaald.
Arm en polsmeting
De aan de pols gemeten bloeddruk kan afwijken
van de aan de bovenarm gemeten druk, b v. omdat
de stevigheid van de bloedvaten van de pols ver
schilt van die van de bovenarm.
In veel gevallen kan het verschil bij gezonde perso
nen ±10 mm Hg van de systolische en diastolische
bloeddruk zijn.
10
OVERZICHT
Het apparaat
Accessoires
2 alkalinebatterijen 1,5 V type
"AAA" LR03
Opbergetui
11
D
NL
Het display
Symbolen:
Als de batterijen moeten worden vervangen wordt
het symbool Batterijen vervangen weergegeven.
Bij het weergeven van de pols wordt het Polssym
bool weergegeven.
Het Memorysymbool geeft het nummer van de ge
heugenplaats weer. In het geheugen van het appa
raat kunnen maximaal 90 metingen, incl. datum en
tijd, worden opgeslagen.
Bij bedienings of apparaatfouten wordt het Fout
symbool weergegeven.
12
VOOR HET GEBRUIK
Batterijen inleggen
Het batterijvak bevindt zich aan de achterzijde van
het apparaat.
• Schuif het deksel naar boven toe af.
• Leg de 2 meegele
verde 1,5 V alkaline
batterijen type
"AAA” op de getoon
de manier in het vak.
Let daarbij op de po
lariteit (de negatieve
pool moet tegen de
veer liggen).
• Schuif het deksel weer op het batterijvak.
Batterijen vervangen
Vervang de batterijen als het symbool Batterij ver
vangen op het display wordt weergegeven.
Vervang de batterijen ook als op het display na het
inschakelen van het apparaat niets wordt weerge
geven.
Vervang de batterijen steeds tegelijk.
Omdat de bijgaande batterijen bedoeld zijn voor
het testen kunnen ze eerder leeg zijn dan in de han
del verkrijgbare batterijen.
Advies voor verwijdering
Batterijen horen bij chemisch afval. Ze horen niet bij
het huisvuil.
13
D
NL
Datum en tijd instellen
Door het indrukken van de
toets Tijd instellen komt u in
de modus Tijd instellen. In
het display knippert de
maand.
Wijzig de maand door het in
drukken van de toets +. Door
elke keer indrukken van de
toets gaat de instelling een
maand verder. Na het cijfer
12 (december) komt u weer
bij 1 (januari).
Druk op de tijdinsteltoets (of
wacht ongeveer 10 secon
den) om bij de volgende in
stelling te komen. De dag
knippert.
Stel de dag weer in met de toets +.
Druk op de tijdinsteltoets (of wacht ongeveer 10 se
conden) om bij de volgende instelling te komen. De
urenweergave knippert.
AM: Als voor de tijd “AM” staat, dan worden de
ochtenduren bedoeld (0:00 tot 11:59).
PM: Als voor de tijd “PM” staat, dan gaat het om
de middag/avonduren (12:00 tot 23:59).
Stel de uren weer in met de toets +.
Druk op de tijdinsteltoets (of wacht ongeveer 10 se
conden) om bij de volgende instelling te komen. De
minutenweergave knippert.
Stel de minuten weer in met de toets +.
Druk op de tijdinsteltoets (of wacht ongeveer 10 se
conden) om de instelling te bevestigen.
Het apparaat schakelt na het doorlopen van alle po
sities weer over op de normale modus.
14
BLOEDDRUK METEN
Polsmanchet omdoen.
Doe horloges, sieraden etc. af en doe uw mouw
omhoog. Voor een correcte meting moet het appa
raat rechtstreeks contact met de huid maken.
• Breng de polsmanchet zo
aan dat hij ongeveer 1 cm
afstand heeft tot de hand
palm van de linker hand
(zie fig. B). Controleer of
er geen kleding tussen zit.
• Houd het onderste deel
van de polsmanchet zoals
getoond in fig. C. Trek
hem aan en wikkel hem
naar boven, zodat er geen
ruimte meer is tussen
manchet en pols.
• Tijdens het naarboven
wikkelen houdt de duim
de manchetafdekking op
zijn plaats. Wikkel de
manchet naar de vorm
van de pols. Scheef opwi
kkelen is niet van invloed
op de meetgegevens.
15
D
NL
Als de manchet niet om de
linkerpols kan worden aan
gebracht en het meten op de
linker pols niet mogelijk is,
meet dan op de rechterpols.
Breng dan de manchet aan
zoals aangegeven op de af
beelding rechts.
Meting voorbereiden
Lees hiervoor ook het deel “Belangrijke aanwijzin
gen voor een correcte meting” auf Seite 7.
Lichaamshouding
Leg uw elleboog op tafel of
een andere ondergrond en
houd uw arm zo dat de pols
manchet ter hoogte van uw
hart is. Steun daarbij uw on
derarm op de opbergbox,
een opgevouwen handdoek
o.i.d.
Ga voor het meten gemakke
lijk op een stoel zitten, haal 5 of 6 keer diep adem en
ontspan u.
Meten
Druk op de aan/uittoets.
16
Als op de aan/uittoets wordt gedrukt
lichten alle tekens van de weergave
op. Met deze test kan de volledig
heid van de weergave gecontroleerd
worden. Het oplichten duurt onge
veer 2 seconden.
Na deze displaytest wordt het hier
naast staande beeld weergege
ven. Het apparaat is nu klaar om te
meten. De ”0” knippert en het ap
paraat begint automatisch de
manchet op te pompen.
Beweeg tijdens de meting noch de
manchet, noch uw arm of handspieren en spreek
niet.
17
D
NL
Eerst pompt het appa
raat de manchet op tot
ongeveer 180 mm Hg.
Als de juiste druk in de
manchet is bereikt be
gint de meting; de
waarde zakt.
Als u de meting wilt af
breken zet u het appa
raat uit. De manchet
wordt ontlucht.
Einde van de
meting
Als de meting is beëin
digd wordt de man
chet ontlucht. De
systolische en de dia
stolische bloeddruk
en de pols met het
polssymbool verschij
nen op het display.
Het memorysymbool
“mem” knippert en het
geheugennummer
wordt weergegeven.
De meetwaarden worden automatisch in het ge
heugen opgeslagen. U hoeft niet op de toets M te
drukken.
Storingen bij het oppompen?
Als de druk in de manchet te laag is onderbreekt het
apparaat de meting en pompt de manchet verder
op tot de druk hoog genoeg is om de meting uit te
voeren.
18
Als de manchet opgepompt blijft doet u de man
chet af en neemt u contact op met de klantenser
vice.
De manchet kan niet opgepompt worden als de
USBkabel op het apparaat aangesloten is.
Apparaat uitschakelen
Druk op de aan/uittoets om het apparaat uit te
schakelen. Het display wordt uitgeschakeld.
Als u vergeet het apparaat uit te schakelen schakelt
het ongeveer 1 minuut na de laatste bediening van
de toetsen automatisch uit.
De geheugenfunctie
De meetwaarden (bloeddruk en pols) worden na
het beëindigen van het meten samen met de datum
en de tijd automatisch in het geheugen opgesla
gen.
Geheugengegevens ophalen
Om de opgeslagen meetwaarden
op te halen drukt u op de ge
heugentoets M ( = “Memory”). Of
het apparaat in of uitgeschakeld
is, is daarbij niet van belang. De
eerste getoonde waarde is de la
atst gemeten waarde (b v. geheu
genplaats 60).
19
D
NL
Druk herhaald op de
toets M om de vorige
geheugengegevens
(59, 58, 57 etc.) weer
te geven.
Tijdens de weergave
wisselen tijd en datum
om de 2 seconden.
Geheugeninhoud
wissen
Als u de geheugentoets M 5 seconden lang inge
drukt houdt wist u alle gegevens in het geheugen.
De gegevens worden ook gewist als de batterijen
verwijderd worden.
De opgeslagen gegevens blijven bewaard na het
bedienen van de aan/uittoets.
20
ER WORDT EEN FOUTBERICHT WEERGEGE
VEN
Bericht Storing/oorzaak Probleemoplossing
Het display
blijft donker
Het apparaat is niet inge
schakeld
De batterijen zijn te zwak.
De batterijen zijn ver
keerd ingelegd.
Controleer de batterijen
op de juiste polariteit.
Batterijen eventueel ver
vangen.
Bericht
“EE”
U hebt tijdens het meten
gesproken of zich bewo
gen.
De manchet is niet goed
aangebracht.
U hebt het apparaat niet
ter hoogte van het hart
gehouden.
Blijf rustig zolang de me
ting wordt uitgevoerd.
Leg de manchet goed
om.
Houd uw arm met het ap
paraat ter hoogte van uw
hart
Bericht
“E2”
U hebt zich tijdens het
meten bewogen.
Blijf rustig zolang de me
ting wordt uitgevoerd
(niet bewegen of spre
ken).
De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen
door nieuwe alkalinebat
terijen van het type
“AAA”/LR03.
21
D
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Model: K350 MD42780
Meetprincipe: Oscillometrisch
Bericht: LCD
Meetbereik: 20  280 mm Hg (bloeddruk)
40  180 polsslagen/min. (Polsfrequentie)
Meetnauwkeurigheid: ± 3 mm Hg (drukweergave)
± 5 % (polsfrequentie)
Lucht afblazen: Automatisch afblaasventiel
Voeding: High performance of alkalinebatterijen:
2 x 1,5 V = type AAA/LR03
Geheugen: 90 meetgegevens
Gebruikstemperatuur: 5 °C tot 75 °C
max. 40 tot 85 % relat. luchtvochtigheid
Opbergen bij: 10 °C tot 60 °C
max. 10 tot 95 % relat. luchtvochtigheid
Manchet: voor polsomvang
135  220 mm omtrek
Afmetingen (meeteenheid): ongeveer (79 x 72 x 71) mm
Gewicht: ongeveer 120 g (zonder batterijen)
Productiejaar 2004

Documenttranscriptie

INHOUDSOPGAVE Veiligheidsadviezen . . . . . . . . . . . . . . . . 2 D Bloeddruk en het meten ervan . . . . . . . . 5 Wat is bloeddruk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Het meten van de bloeddruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Het display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Batterijen inleggen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Datum en tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Bloeddruk meten . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Polsmanchet omdoen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meting voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De geheugenfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 15 15 18 Er wordt een foutbericht weergegeven 20 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . 21 1 NL VEILIGHEIDSADVIEZEN Het juiste gebruik van dit apparaat Het apparaat is bedoeld voor gezonde personen vanaf 14 jaar. Gebruik het apparaat voor vergelijkende metingen, met name bij sportieve activiteiten. Gebruik het apparaat niet voor het stellen van een medische dia gnose. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor persoonlijk ge bruik en mag geen vervanging zijn van door een arts te nemen maatregelen. Lees deze handleiding zorgvuldig door en gebruik dit apparaat alleen op de hier beschreven wijze. Geef deze handleiding erbij als u het apparaat aan iemand anders overdoet. Houd op batterijen werkende apparaten buiten bereik van kinderen Het apparaat werkt op batterijen. Batterijen kunnen bij inslikken levensgevaarlijk zijn. Bewaar het appa raat daarom buiten bereik van kinderen. Als een batterij is ingeslikt moet direct medische hulp wor den ingeroepen. Juist gebruik van het apparaat Lekkende batterijen kunnen het apparaat bescha digen. Neem de batterijen daarom uit het apparaat als u het langere tijd niet gebruikt. Blaas de man chet alleen op als het apparaat goed om de arm is aangebracht. Blaas de manchet alleen op als hij goed om de pols is aangebracht. Druk nooit op de starttoets als de manchet niet is aangebracht. Probeer in geen geval zelf het apparaat te openen en/of te repareren. In het inwendige van het appa 2 raat mag niets worden gewijzigd, met om het even welk gereedschap. Neem bij storingen contact op met ons Service Center. Dit apparaat bevat precisieonderdelen; daarom mag het niet worden blootgesteld aan • extreme temperatuurverschillen • vocht (ook geen waterdruppels of ne) vel) • rechtstreeks zonlicht • schokken • en stof. Dompel het apparaat nooit in water. Zorg dat het harde deel van de manchet niet verbo gen raakt. Laat het apparaat niet vallen en leg er geen zware voorwerpen op. Als het apparaat dichtbij het vriespunt wordt be waard moet het voor gebruik op kamertemperatuur komen. D NL Ga milieubewust om met batterijen Lege batterijen horen niet bij het huisvuil. Batterijen moeten bij een verzamelpunt voor lege batterijen worden ingeleverd. Adviezen aangaande onderhoud Aanbevolen wordt de goede werking van het appa raat tenminste eens per 3 jaar te testen. In de gebruikshandleiding en op het appa raat gebruikte symbolen: Let op! Lees de bijgaande papieren (Gebruiks handleiding). 3 Gebruiksdeel van het type BF Schoonmaken De behuizing van de bloeddrukcomputer en ook de manchet kunnen voorzichtig met een vochtig zacht doekje gereinigd worden. Gebruik daarbij geen druk. Buig de voorgevormde manchet niet naar buiten. De manchet mag niet worden gewassen of che misch gereinigd. Gebruik voor het schoonmaken nooit thinner, alco hol of benzine. 4 BLOEDDRUK EN HET METEN ERVAN Tegenwoordig behoren de gevolgen van een te hoge bloeddruk tot de belangrijkste doodsoorza ken. Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat ze een te hoge bloeddruk hebben. Met deze bloeddrukmeter kunt u regelmatig verge lijkende metingen uitvoeren. (Afzonderlijke onre gelmatige metingen zeggen niet veel; zie onder.) D Wat is bloeddruk? NL De bloeddruk is een maat voor de kracht die het hart moet leveren om het bloed door de bloedsom loop en de vitale organen van het lichaam te pom pen. Hoe hoger de druk, hoe meer werk het hart moet verzetten. Als delen van de bloedsomloop vernauwd, ziek of op een andere manier afwijkend zijn kan de bloed druk daardoor oplopen. Een te hoge bloeddruk kan schadelijk zijn voor vitale organen zoals de herse nen en het hart. 5 Normale en hoge bloeddruk De normen voor een normale en hoge bloeddruk (diastolische en systolische waarde) zijn vastge steld door de wereldgezondheidsorganisatie WHO en staan in de onderstaande tabel. Het meten van de bloeddruk De bloeddruk van elk mens varieert voortdurend. Veranderingen kunnen worden veroorzaakt door geestelijke en lichamelijke factoren (b v. angst, in spanning, roken, coffeïne en stress). Maar ook de tijd van de dag, het jaargetijde en temperaturen kunnen de bloeddruk beïnvloeden. 6 De volgende figuur geeft een beeld van de veran deringen van de bloeddruk in de loop van een werk dag: D NL Zoals blijkt uit deze afbeelding is er geen reden tot opwinding over de resultaten van afzonderlijke op een bepaald moment uitgevoerde metingen. Belangrijke aanwijzingen voor een correcte meting Met behulp van dit apparaat kunt u, door regelma tig te meten, een duidelijk overzicht van uw bloed druk krijgen. Voor een realistisch beeld van de manier waarop uw bloeddruk zich gedraagt moet op het volgende worden gelet: Meet uw bloeddruk meerdere malen per dag, steeds op dezelfde tijd. 7 Meet terwijl u ontspannen bent. Probeer vooraf gaand aan het meten een kwartiertje te rusten. Na een wat grotere maaltijd moet u een uur wachten met het meten. Rook niet en drink geen alcohol voordat u uw bloeddruk meet. Voorafgaand aan het meten moet u een uur lang geen lichamelijk werk doen. Meet uw bloeddruk niet als u last hebt van stress of gespannen bent. Meet uw bloeddruk bij een normale lichaam stemperatuur  niet als u het te koud of te warm hebt. Wacht ongeveer 5 minuten met het opnieuw meten van uw bloeddruk. Laat diagnoses over aan de arts. Na het meten dient een arts de waarden te interpre teren en een diagnose te stellen. Hij zal u zeggen welke bloeddruk voor u normaal is en welke bijzon derheden u aan hem moet laten weten. Begin niet met therapeutische maatregelen zonder met een arts ge sproken te hebben. Gebruik in GEEN geval medicijnen op basis van de gemeten waarden zonder dit met een arts te overleggen. Bij mensen met de onderstaande klachten moet extra worden opgelet: Mensen met hoge bloeddruk, diabetes, aandoe ningen van de lever, aderverkalking, een verzwakte bloedsomloop etc. De meettechniek van het apparaat Deze bloeddrukmeter bevat technisch hoogwaar dige onderdelen en materialen die de druk meten, 8 de signalen verwerken en de waarden op een LCD display weergeven. Bovendien meet het apparaat ook de polsslag en geeft deze weer. Het apparaat meet de bloeddruk indirect via een om de pols gelegde manchet die door het oppom pen ervan de arterie (slagader) zodanig samen drukt dat er geen bloed meer door kan stromen. Als vervolgens de druk in de manchet wordt vermin derd wordt er een verband gelegd tussen de druk in de manchet en de bloeddruk. Het apparaat is voorzien van elektronische variabe le ventielen die zelfs geringe variaties tijdens het meten registreren, die door de druk in de manchet gecompenseerd kunnen worden . Door het stapsgewijs verlagen van de druk worden variaties in de manchet door het apparaat geregi streerd en in de beoordeling betrokken. Als bij een stap geen variaties worden herkend wordt de lucht druk verlaagd. Optredende variaties worden op de betreffende stand geanalyseerd totdat de nauw keurigheid ervan is bepaald. D NL Arm en polsmeting De aan de pols gemeten bloeddruk kan afwijken van de aan de bovenarm gemeten druk, b v. omdat de stevigheid van de bloedvaten van de pols ver schilt van die van de bovenarm. In veel gevallen kan het verschil bij gezonde perso nen ±10 mm Hg van de systolische en diastolische bloeddruk zijn. 9 OVERZICHT Het apparaat Accessoires 2 alkalinebatterijen 1,5 V type "AAA" LR03 Opbergetui 10 Het display D NL Symbolen: Als de batterijen moeten worden vervangen wordt het symbool Batterijen vervangen weergegeven. Bij het weergeven van de pols wordt het Polssym bool weergegeven. Het Memorysymbool geeft het nummer van de ge heugenplaats weer. In het geheugen van het appa raat kunnen maximaal 90 metingen, incl. datum en tijd, worden opgeslagen. Bij bedienings of apparaatfouten wordt het Fout symbool weergegeven. 11 VOOR HET GEBRUIK Batterijen inleggen Het batterijvak bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat. • Schuif het deksel naar boven toe af. • Leg de 2 meegele verde 1,5 V alkaline batterijen type "AAA” op de getoon de manier in het vak. Let daarbij op de po lariteit (de negatieve pool moet tegen de veer liggen). • Schuif het deksel weer op het batterijvak. Batterijen vervangen Vervang de batterijen als het symbool Batterij ver vangen op het display wordt weergegeven. Vervang de batterijen ook als op het display na het inschakelen van het apparaat niets wordt weerge geven. Vervang de batterijen steeds tegelijk. Omdat de bijgaande batterijen bedoeld zijn voor het testen kunnen ze eerder leeg zijn dan in de han del verkrijgbare batterijen. Advies voor verwijdering Batterijen horen bij chemisch afval. Ze horen niet bij het huisvuil. 12 Datum en tijd instellen Door het indrukken van de toets Tijd instellen komt u in de modus Tijd instellen. In het display knippert de maand. Wijzig de maand door het in drukken van de toets +. Door elke keer indrukken van de toets gaat de instelling een maand verder. Na het cijfer 12 (december) komt u weer bij 1 (januari). Druk op de tijdinsteltoets (of wacht ongeveer 10 secon den) om bij de volgende in stelling te komen. De dag knippert. Stel de dag weer in met de toets +. Druk op de tijdinsteltoets (of wacht ongeveer 10 se conden) om bij de volgende instelling te komen. De urenweergave knippert. AM: Als voor de tijd “AM” staat, dan worden de ochtenduren bedoeld (0:00 tot 11:59). PM: Als voor de tijd “PM” staat, dan gaat het om de middag/avonduren (12:00 tot 23:59). D NL Stel de uren weer in met de toets +. Druk op de tijdinsteltoets (of wacht ongeveer 10 se conden) om bij de volgende instelling te komen. De minutenweergave knippert. Stel de minuten weer in met de toets +. Druk op de tijdinsteltoets (of wacht ongeveer 10 se conden) om de instelling te bevestigen. Het apparaat schakelt na het doorlopen van alle po sities weer over op de normale modus. 13 BLOEDDRUK METEN Polsmanchet omdoen. Doe horloges, sieraden etc. af en doe uw mouw omhoog. Voor een correcte meting moet het appa raat rechtstreeks contact met de huid maken. • Breng de polsmanchet zo aan dat hij ongeveer 1 cm afstand heeft tot de hand palm van de linker hand (zie fig. B). Controleer of er geen kleding tussen zit. • Houd het onderste deel van de polsmanchet zoals getoond in fig. C. Trek hem aan en wikkel hem naar boven, zodat er geen ruimte meer is tussen manchet en pols. • Tijdens het naarboven wikkelen houdt de duim de manchetafdekking op zijn plaats. Wikkel de manchet naar de vorm van de pols. Scheef opwi kkelen is niet van invloed op de meetgegevens. 14 Als de manchet niet om de linkerpols kan worden aan gebracht en het meten op de linker pols niet mogelijk is, meet dan op de rechterpols. Breng dan de manchet aan zoals aangegeven op de af beelding rechts. D Meting voorbereiden Lees hiervoor ook het deel “Belangrijke aanwijzin gen voor een correcte meting” auf Seite 7. NL Lichaamshouding Leg uw elleboog op tafel of een andere ondergrond en houd uw arm zo dat de pols manchet ter hoogte van uw hart is. Steun daarbij uw on derarm op de opbergbox, een opgevouwen handdoek o.i.d. Ga voor het meten gemakke lijk op een stoel zitten, haal 5 of 6 keer diep adem en ontspan u. Meten Druk op de aan/uittoets. 15 Als op de aan/uittoets wordt gedrukt lichten alle tekens van de weergave op. Met deze test kan de volledig heid van de weergave gecontroleerd worden. Het oplichten duurt onge veer 2 seconden. Na deze displaytest wordt het hier naast staande beeld weergege ven. Het apparaat is nu klaar om te meten. De ”0” knippert en het ap paraat begint automatisch de manchet op te pompen. Beweeg tijdens de meting noch de manchet, noch uw arm of handspieren en spreek niet. 16 Eerst pompt het appa raat de manchet op tot ongeveer 180 mm Hg. Als de juiste druk in de manchet is bereikt be gint de meting; de waarde zakt. D Als u de meting wilt af breken zet u het appa raat uit. De manchet wordt ontlucht. NL Einde van de meting Als de meting is beëin digd wordt de man chet ontlucht. De systolische en de dia stolische bloeddruk en de pols met het polssymbool verschij nen op het display. Het memorysymbool “mem” knippert en het geheugennummer wordt weergegeven. De meetwaarden worden automatisch in het ge heugen opgeslagen. U hoeft niet op de toets M te drukken. Storingen bij het oppompen? Als de druk in de manchet te laag is onderbreekt het apparaat de meting en pompt de manchet verder op tot de druk hoog genoeg is om de meting uit te voeren. 17 Als de manchet opgepompt blijft doet u de man chet af en neemt u contact op met de klantenser vice. De manchet kan niet opgepompt worden als de USBkabel op het apparaat aangesloten is. Apparaat uitschakelen Druk op de aan/uittoets om het apparaat uit te schakelen. Het display wordt uitgeschakeld. Als u vergeet het apparaat uit te schakelen schakelt het ongeveer 1 minuut na de laatste bediening van de toetsen automatisch uit. De geheugenfunctie De meetwaarden (bloeddruk en pols) worden na het beëindigen van het meten samen met de datum en de tijd automatisch in het geheugen opgesla gen. Geheugengegevens ophalen Om de opgeslagen meetwaarden op te halen drukt u op de ge heugentoets M ( = “Memory”). Of het apparaat in of uitgeschakeld is, is daarbij niet van belang. De eerste getoonde waarde is de la atst gemeten waarde (b v. geheu genplaats 60). 18 Druk herhaald op de toets M om de vorige geheugengegevens (59, 58, 57 etc.) weer te geven. Tijdens de weergave wisselen tijd en datum om de 2 seconden. D Geheugeninhoud wissen NL Als u de geheugentoets M 5 seconden lang inge drukt houdt wist u alle gegevens in het geheugen. De gegevens worden ook gewist als de batterijen verwijderd worden. De opgeslagen gegevens blijven bewaard na het bedienen van de aan/uittoets. 19 ER WORDT EEN FOUTBERICHT WEERGEGE VEN Bericht Storing/oorzaak Het display Het apparaat is niet inge blijft donker schakeld De batterijen zijn te zwak. De batterijen zijn ver keerd ingelegd. Bericht U hebt tijdens het meten “EE” gesproken of zich bewo gen. De manchet is niet goed aangebracht. U hebt het apparaat niet ter hoogte van het hart gehouden. Bericht U hebt zich tijdens het “E2” meten bewogen. De batterijen zijn leeg. 20 Probleemoplossing Controleer de batterijen op de juiste polariteit. Batterijen eventueel ver vangen. Blijf rustig zolang de me ting wordt uitgevoerd. Leg de manchet goed om. Houd uw arm met het ap paraat ter hoogte van uw hart Blijf rustig zolang de me ting wordt uitgevoerd (niet bewegen of spre ken). Vervang de batterijen door nieuwe alkalinebat terijen van het type “AAA”/LR03. TECHNISCHE GEGEVENS Model: Meetprincipe: Bericht: Meetbereik: K350 MD42780 Oscillometrisch LCD 20  280 mm Hg (bloeddruk) 40  180 polsslagen/min. (Polsfrequentie) Meetnauwkeurigheid: ± 3 mm Hg (drukweergave) ± 5 % (polsfrequentie) Lucht afblazen: Automatisch afblaasventiel Voeding: High performance of alkalinebatterijen: 2 x 1,5 V = type AAA/LR03 Geheugen: 90 meetgegevens Gebruikstemperatuur: 5 °C tot 75 °C max. 40 tot 85 % relat. luchtvochtigheid Opbergen bij: 10 °C tot 60 °C max. 10 tot 95 % relat. luchtvochtigheid Manchet: voor polsomvang 135  220 mm omtrek Afmetingen (meeteenheid): ongeveer (79 x 72 x 71) mm Gewicht: ongeveer 120 g (zonder batterijen) Productiejaar 2004 21 D NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192

Medion BLOOD PRESSURE MONITOR MD 42780 de handleiding

Type
de handleiding