Boss DD-8 de handleiding

Type
de handleiding
Nr. Naam Uitleg
1
DC IN-
connector
Hierop kunt u een netstroomadapter (PSA-reeks, apart
verkrijgbaar) aansluiten. Door een netstroomadapter
te gebruiken, kunt u spelen zonder dat u zich zorgen
hoeft te maken over het resterende batterijvermogen.
* Als er batterijen in het apparaat zitten, terwijl een
netstroomadapter wordt gebruikt, blijft het apparaat
gewoon werken als de stroom wordt onderbroken (door
een stroomstoring of een losgekoppelde stroomkabel).
* Gebruik alleen de opgegeven netstroomadapter
(PSA-reeks).
* Als de netstroomadapter is aangesloten terwijl het
apparaat is ingeschakeld, gebruikt het apparaat de
voeding van de netstroomadapter.
2
CHECK-
indicator
Dit is een gecombineerde indicator die aangeeft of
het eect is ingeschakeld of niet, de verschillende
functies aangeeft en functioneert als controle voor
het batterijniveau.
De indicator licht op wanneer een eect is ingeschakeld.
* Als de indicator verzwakt of niet meer oplicht wanneer
een eect is ingeschakeld of wanneer de functies zijn
aangegeven, is de batterij bijna leeg en dient u de
batterij te vervangen. Raadpleeg “De batterij vervangen”
voor instructies om de batterijen te vervangen.
* De CHECK-indicator geeft weer of het eect is in- of
uitgeschakeld en geeft de verschillende functies
aan. De indicator geeft niet aan of het apparaat is
ingeschakeld of niet.
3
OUTPUT-A
(MONO)-
aansluiting,
OUTPUT-B-
aansluiting
Sluit een versterker aan op deze aansluiting.
* De functie verschilt afhankelijk van de modus of
verbindingen.
4
INPUT-A
(MONO)-
aansluiting,
INPUT-B-
aansluiting
Op deze aansluitingen kunnen invoersignalen (van
een gitaar, een ander muziekinstrument of een ander
eectapparaat) worden aangeboden.
* De functie verschilt afhankelijk van de modus of verbindingen.
De stroom in-/uitschakelen
* De INPUT-A (MONO)- en INPUT-B-aansluitingen
dienen ook als stroomschakelaar. Het apparaat wordt
ingeschakeld wanneer u de INPUT-A (MONO)- of
INPUT-B-aansluiting aansluit. Het apparaat wordt
uitgeschakeld wanneer u de kabel loskoppelt. Zorg
ervoor dat u snoeren die op de INPUT-A (MONO)- of
INPUT-B-aansluiting zijn aangesloten, loskoppelt
wanneer u dit eectapparaat niet gebruikt.
5
TEMPO/EXP-
aansluiting
Deze aansluiting is voor het aansluiten van een
voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7; apart verkrijgbaar)
of een expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500H,
FV-500L, EV-30; apart verkrijgbaar).
Met deze aansluiting kunt u een voetschakelaar
gebruiken om het tempo in te stellen, de loop te regelen
of TWIST aan/uit te zetten, of een expressiepedaal te
gebruiken om verschillende parameters te besturen.
* Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal. Het
aansluiten van een expressiepedaal van een ander type
kan leiden tot defecten en/of schade aan het apparaat.
Nr. Naam Uitleg
6
Pedaalscha-
kelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om het eect in en uit
te schakelen en om tussen de verschillende functies
te wisselen.
7
Duimschroef
Wanneer deze schroef wordt losgedraaid, opent het
pedaal en kunt u de batterij vervangen.
* Raadpleeg “De batterij vervangen voor instructies om
de batterij te vervangen.
8
[E.LEVEL]-
regelaar
Hiermee regelt u het volume van het eectgeluid.
Als u de regelaar rechtsom draait, verhoogt u het
eectgeluid. Als u deze schakelaar op 3 uur zet, wordt
het eect op hetzelfde volume als het directe geluid
afgespeeld.
* Als u de [E.LEVEL]-regelaar op MAX zet terwijl de
REVERSE-modus is ingeschakeld, wordt alleen het
eectgeluid uitgestuurd en staat dit geluid op
hetzelfde niveau als het ingevoerde geluid.
9
[FEEDBACK]-
regelaar
Hiermee regelt u het feedbackniveau. Het aantal
keer dat het delaygeluid wordt herhaald, verhoogt
wanneer u de regelaar naar rechts draait.
* U kunt deze regelaar niet gebruiken in de LOOP-modus.
* In de GLT-modus wordt de diepte van het GLT-eect
aangepast.
* Oscillatie kan optreden wanneer de regelaar op
bepaalde posities wordt gezet.
10
[TIME]-
regelaar
Hiermee regelt u de delaytijd. Als u de regelaar
rechtsom draait, wordt de delaytijd langer.
* U kunt deze regelaar niet gebruiken in de LOOP-modus.
* De delaytijden die kunnen worden ingesteld, zijn
afhankelijk van de positie van de [MODE]-regelaar.
11
[MODE]-
regelaar
Hiermee regelt u het delayeect.
12
[CARRYOVER]-
schakelaar
Hiermee wordt geselecteerd of het delaygeluid
aanblijft (ON) of niet aanblijft (OFF) wanneer u het
eect uitschakelt.
Aansluitingen
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen
maakt om defecten of storingen aan de apparatuur te voorkomen.
* Gebruik geen verbindingskabels met een ingebouwde weerstand.
* Verlaag altijd eerst het volume voordat u het apparaat in- of uitschakelt.
Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u mogelijk geluid wanneer u het
apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
* Zodra de aansluitingen zijn voltooid, schakelt u uw verschillende apparaten
in de opgegeven volgorde in. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde
inschakelt, kunt u defecten en/of schade aan de luidsprekers en andere
apparaten veroorzaken.
• Bij het inschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als laatste in.
• Bij het uitschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als
eerste uit.
* Wanneer u een voetschakelaar aansluit, moet u de stroom uitschakelen voordat
u kabels aansluit of loskoppelt. Het niet naleven van deze voorzorgsmaatregel
zal storingen veroorzaken.
Gebruikershandleiding
© 2019 Roland Corporation
Het apparaat bedienen
1. Schakel het eect in.
Nadat u de aansluitingen hebt gemaakt, drukt u op de pedaalschakelaar
om het eect in te schakelen (de CHECK-indicator licht rood op).
* In de LOOP-modus kan dit eect niet worden in- of uitgeschakeld.
* U kunt verschillende delayeecten krijgen door de aansluitingen te
veranderen. Raadpleeg de “Referentiehandleiding” (PDF) voor meer informatie.
2. Gebruik de [MODE]-regelaar om de modus te selecteren.
MODE-
regelaar
Uitleg Delaytijd
STANDARD Heldere digitale delay. 20-800 ms
ANALOG Milde analoge delay. 20-800 ms
TAPE
Geluid met de modulatie die kenmerkend is
voor een tape echo-apparaat.
20-800 ms
WARM Milde digitale delay. 20-800 ms
REVERSE Delay achteruit afgespeeld. 300-5000 ms
+RV Delay met reverb. 20-800 ms
SHIM
Delay met geluid met
toonhoogteverandering.
200-800 ms
MOD Digitale delay met modulatie. 20-800 ms
WARP Creëert een droomachtige klank. 20-800 ms
GLT
Creëert een geluid zoals een machinegeweer.
Het eect wordt toegepast terwijl u de
pedaalschakelaar ingedrukt houdt.
10-400 ms
LOOP
Neemt uw spel op en speelt het herhaaldelijk af.
40 sec. *1
*1: De maximale opnametijd is 20 seconden voor stereo-invoer of
40seconden voor mono-invoer.
* Als u de instelling voor lange delay-uitvoer opgeeft, wordt de delaytijd
verdubbeld.
3. Regel de delaytijd met de [TIME]-regelaar.
4. Pas de hoeveelheid feedback aan met de [FEEDBACK]-regelaar.
* Oscillatie kan optreden bij de invoer van bepaalde geluiden of wanneer de
regelaar op bepaalde posities wordt gezet.
5. Regel het volume van het eectgeluid met de [E.LEVEL]-
regelaar.
De LOOP-functie (overdubben) gebruiken
Met de LOOP-functie kunt u tot 40 seconden van uw optreden opnemen en
vervolgens kunt u de inhoud herhaaldelijk laten afspelen. U kunt dit ook als
een laag toevoegen terwijl u iets anders speelt en vervolgens beide partijen
samen opnemen (overdubben).
1. Selecteer LOOP.
Stel de MODE-regelaar in op LOOP (de CHECK-indicator dooft).
2. Start met opnemen.
De opname start wanneer u de pedaalschakelaar indrukt (de CHECK-
indicator knippert rood).
* De maximale opnametijd is 20 seconden voor stereo-invoer of 40 seconden
voor mono-invoer.
* De opname gaat verder zelfs wanneer u de pedaalschakelaar loslaat.
3. Stop met opnemen0start met afspelen.
Druk in de opnamestand op de pedaalschakelaar om de opname te
stoppen en om te schakelen naar afspelen (de CHECK-indicator wordt
groen opgelicht).
4. Start met overdubben.
Druk in de afspeelstand op de pedaalschakelaar om te beginnen met
overdubben (de CHECK-indicator wordt oranje opgelicht).
5. Stop met overdubben0start met afspelen.
Druk in de stand voor overdubben op de pedaalschakelaar om het
overdubben te stoppen en om te schakelen naar afspelen (de CHECK-
indicator wordt groen opgelicht).
6. Wijzig het volume.
Gebruik de [E.LEVEL]-regelaar om het volume van het afspeelgeluid
teregelen.
7. Voltooi het afspelen.
Druk tweemaal op de pedaalschakelaar om het afspelen te stoppen. (Als er
gegevens zijn opgenomen, knippert de CHECK-indicator groen).
* Druk twee keer na elkaar op de pedaalschakelaar en houd het interval tussen
elke druk op één seconde of minder.
Verwijderen
Houd de pedaalschakelaar gedurende twee seconden of langer
ingedrukt om de opgenomen inhoud te verwijderen.
Gebruik van de batterij
* Als u dit apparaat gebruikt op batterijen, moet u alkalinebatterijen gebruiken.
* Verkeerd gebruik van de batterijen kan leiden tot explosie en lekkende
vloeistof. Zorg ervoor dat u de instructies met betrekking tot de batterijen
in “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN
(bijgeleverd op een apart blad) zorgvuldig volgt.
* Als u het apparaat alleen op batterijstroom gebruikt, verzwakt de indicator
van het apparaat wanneer de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij zo
snelmogelijk.
* Plaats of vervang batterijen altijd voordat u andere apparaten aansluit. Zo kunt
u defecten en schade vermijden.
De batterij vervangen
1. Houd het pedaal ingedrukt,
draai de duimschroef los
en open het pedaal naar
boventoe.
* Het pedaal kan worden geopend
zonder dat u de duimschroef volledig
hoeft los te draaien.
2. Verwijder de oude batterij
uit de batterijbehuizing en
verwijder de kabel met drukknoop die eraan bevestigd is.
3. Verbind de kabel met drukknoop met de nieuwe batterij
en plaats de batterij in de batterijbehuizing.
* Houd rekening met de polariteit van de batterij (+ versus -).
4. Schuif de schroefveer over de veerbasis aan de achterkant
van het pedaal en sluit vervolgens het pedaal.
* Let op dat de kabel met drukknoop niet klem komt te zitten tussen het pedaal,
de schroefveer en de batterijbehuizing.
5. Steek de duimschroef in het gat van de geleidebus en
draai deze stevig vast.
Belangrijkste specicaties
BOSS DD-8: Digital Delay
Nominaal ingangsniveau
-20 dBu
Ingangsimpedantie
1 MΩ
Nominaal
uitgangsniveau
-20 dBu
Uitgangsimpedantie
1 kΩ
Aanbevolen
lastimpedantie
10 kΩ of hoger
Stroomtoevoer
DC 9 V: Alkalinebatterij (9 V, 6LR61)
Netstroomadapter (PSA-reeks: apart verkrijgbaar)
Stroomverbruik
65 mA (DC 9 V)
* Verwachte levensduur van de batterij bij continu
gebruik (Deze cijfers variëren afhankelijk van de
werkelijke gebruikscondities.)
Alkaline: Ca. 5 uur
Afmetingen
73 (W) x 129 (D) x 59 (H) mm
Gewicht
440 g (inclusief batterij)
Accessoires
Gebruikershandleiding, Infoblad (“HET APPARAAT
VEILIG GEBRUIKEN”, “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” en
“Informatie”), Alkalinebatterij (9 V 6LR61)
Opties
Netstroomadapter: PSA-reeks
Voetschakelaar: FS-5U, FS-6, FS-7
Expressiepedaal: FV-500H, FV-500L, EV-30,
RolandEV-5
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd op het
moment dat het document werd vrijgegeven. Raadpleeg de Roland-website
voor de meest recente informatie.
Duimschroef
Batterijbehuizing
Pedaal
Veerbasis
Schroefveer
Gat van
geleidebus
Kabel met
drukknoop
van batterij
Drukknoop
van batterij
9 V-batterij
Nederlands
* Lees zorgvuldig onderstaande hoofdstukken voordat u dit apparaat gebruikt: “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (bijgeleverd op een
apart blad). Bewaar na het lezen het document (de documenten) op een direct toegankelijke plaats.
Paneelbeschrijvingen
1
2
3
4
5
6
7
8 9 10
11
Netstroomadapter
(PSA-reeks; apart
verkrijgbaar)
Expressiepedaal
(Roland EV-5 enz.)
Voetschakelaar
(FS-6 enz.)
Elektrische
gitaar
Gitaarversterker
Keyboard
12
Raadpleeg de “Referentiehandleiding” (PDF) voor meer
informatie.
1. Ga naar de volgende URL.
http://www.boss.info/manuals/
2. Kies “DD-8” als productnaam.
  • Page 1 1

Boss DD-8 de handleiding

Type
de handleiding