HP OMEN X Desktop PC - 900-200nf Handleiding

Type
Handleiding
Gebruikershandleiding
© Copyright 2017 HP Development Company,
L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreende houder en wordt door HP Inc.
onder licentie gebruikt. Intel, Celeron en
Pentium zijn handelsmerken van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en andere
landen. Windows is een gedeponeerd
handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
De informatie in deze documentatie kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd. De enige
garanties voor HP producten en diensten staan
vermeld in de expliciete garantievoorwaarden
bij de betreende producten en diensten. Aan
de informatie in deze handleiding kunnen geen
aanvullende rechten worden ontleend. HP
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
technische fouten, drukfouten of weglatingen
in deze publicatie.
Eerste editie: september 2017
Onderdeelnummer van document:
937693-331
Kennisgeving van product
In deze handleiding worden de voorzieningen
beschreven die voor de meeste producten
beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle functies
op uw computer beschikbaar.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities
of versies van Windows. Voor systemen is
mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk
aangeschafte hardware, stuurprogramma's,
software en/of een BIOS-update vereist om
volledig te kunnen proteren van de
functionaliteit van Windows. Windows 10
wordt automatisch bijgewerkt, dit is altijd
ingeschakeld. De ISP kan kosten berekenen en
in de loop van de tijd kunnen extra eisen van
toepassing zijn voor updates. Ga naar
http://www.microsoft.com voor meer
informatie.
Voor toegang tot de meest recente
gebruikershandleidingen gaat u naar
http://www.hp.com/support en volgt u de
instructies om uw product te zoeken. Selecteer
daarna Gebruikershandleidingen.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of
anderszins gebruiken van een softwareproduct
dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd,
bevestigt u dat u gehouden bent aan de
voorwaarden van de HP Licentieovereenkomst
voor eindgebruikers (EULA). Indien u niet
akkoord gaat met deze licentievoorwaarden,
kunt u uitsluitend aanspraak maken op de
mogelijkheid het gehele, ongebruikte product
(hardware en software) binnen 14 dagen te
retourneren voor een volledige restitutie op
basis van het restitutiebeleid van de
desbetreende verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer
informatie of om te vragen om een volledige
restitutie van de prijs van de computer.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer
beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te
blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet
wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of
een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de
netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht
materiaal. De computer en de netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor oppervlakken
die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedenieerd door de International Standard for Safety of
Information Technology Equipment (IEC 60950).
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
BELANGRIJK: Bepaalde producten zijn gecongureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xx-processor of
een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Als uw computer
gecongureerd is zoals hierboven is beschreven, wijzigt u de conguratie-instelling van de processor in
mscong.exe niet van 4 of 2 processoren naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet
opnieuw op. U moet de fabrieksinstellingen herstellen om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
v
vi Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave
1 Direct aan de slag .......................................................................................................................................... 1
Aanbevolen procedures ......................................................................................................................................... 1
Meer HP bronnen ................................................................................................................................................... 2
2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................. 4
Hardware opzoeken ............................................................................................................................................... 4
Software opzoeken ................................................................................................................................................ 4
Voorkant ................................................................................................................................................................. 5
Kleurzones ........................................................................................................................................... 6
Kleurzones ........................................................................................................................ 6
Rechterkant ............................................................................................................................................................ 7
Achterkant ........................................................................................................................................................... 10
Onderkant ............................................................................................................................................................ 12
Labels ................................................................................................................................................................... 12
3 Verbinding maken met een netwerk .............................................................................................................. 14
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................................. 14
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken ................................................................. 14
Voorzieningen van het besturingssysteem .................................................................... 14
Verbinding maken met een WLAN ..................................................................................................... 14
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten) ....... 15
Bluetooth-apparaten aansluiten .................................................................................... 15
Verbinding maken met een bekabeld netwerk—LAN ......................................................................................... 16
4 Geniet van entertainmentvoorzieningen ....................................................................................................... 17
Audio gebruiken ................................................................................................................................................... 17
Aansluiting van luidsprekers ............................................................................................................. 17
Digitale luidsprekers aansluiten ....................................................................................................... 18
Hoofdtelefoon aansluiten ................................................................................................................. 18
Een microfoon aansluiten ................................................................................................................. 19
Een headset aansluiten ..................................................................................................................... 19
Geluidsinstellingen gebruiken .......................................................................................................... 19
Video gebruiken ................................................................................................................................................... 19
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde
producten) ......................................................................................................................................... 20
vii
5 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 21
Slaapstand en sluimerstand gebruiken .............................................................................................................. 21
De Slaapstand initiëren en verlaten .................................................................................................. 21
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) ........................................ 21
Computer afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................................... 22
6 Computer onderhouden ................................................................................................................................ 23
Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 23
Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 23
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 23
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 23
De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 24
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren .............................................................................. 24
Computer schoonmaken ...................................................................................................................................... 24
Reinigingsprocedures ........................................................................................................................ 25
De zijkanten en het deksel reinigen ............................................................................... 25
Reizen met of verzenden van de computer ......................................................................................................... 25
7 Computer en gegevens beveiligen ................................................................................................................. 27
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 27
Windows-wachtwoorden instellen ................................................................................................... 27
Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen ................................................................................... 28
Internetbeveiligingssoftware gebruiken ............................................................................................................. 29
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................ 29
Firewallsoftware gebruiken .............................................................................................................. 29
Software-updates installeren ............................................................................................................................. 29
HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................................................... 30
Draadloos netwerk beveiligen ............................................................................................................................. 30
Back-up maken van applicaties en gegevens ..................................................................................................... 30
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................... 30
8 Setup Utility (BIOS) gebruiken ...................................................................................................................... 31
De Setup Utility (BIOS) opstarten ........................................................................................................................ 31
Setup Utility (BIOS) bijwerken ............................................................................................................................. 31
BIOS-versie vaststellen ..................................................................................................................... 31
BIOS-update downloaden ................................................................................................................. 32
9 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) ........................................................................................ 33
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden ......................................................... 33
viii
10 Back-ups maken, herstellen en terugzetten ................................................................................................. 35
Herstelmedia en back-ups maken ....................................................................................................................... 35
HP Herstelmedia gebruiken (alleen bepaalde modellen) ................................................................. 35
Hulpprogramma's van Windows gebruiken ...................................................................................... 36
De downloadtool van HP Cloud Recovery gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................... 37
Herstellen ............................................................................................................................................................. 37
Herstellen met HP Recovery Manager .............................................................................................. 37
Wat u moet weten voordat u begint ............................................................................... 38
De HP Herstelpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................... 38
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen ................................................................ 39
De opstartvolgorde van de computer wijzigen .............................................................. 39
De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) ................................... 40
11 Specicaties .............................................................................................................................................. 41
Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 41
12 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 42
13 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 43
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten) .................................................. 43
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 43
Index ............................................................................................................................................................. 44
ix
x
1 Direct aan de slag
Deze computer is een krachtig hulpmiddel waarmee u uw werkprestaties en entertainmentervaring kunt
verbeteren. Dit hoofdstuk bevat informatie over wat u na de conguratie van uw computer moet doen en
waar u meer HP bronnen kunt vinden. U leest hier ook wat u allemaal voor leuke dingen met uw computer
kunt doen.
Aanbevolen procedures
Nadat u de computer hebt gecongureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te
voeren om optimaal te proteren van uw slimme investering:
Maak een back-up van uw vaste schijf door herstelmedia te maken. Zie Back-ups maken, herstellen en
terugzetten op pagina 35.
Als u dat nog niet heeft gedaan, verbindt u de computer met een bekabeld of draadloos netwerk.
Raadpleeg Verbinding maken met een netwerk op pagina 14 voor meer informatie.
Leer de hardware en software van de computer kennen. Raadpleeg Vertrouwd raken met de computer
op pagina 4 en Geniet van entertainmentvoorzieningen op pagina 17 voor meer informatie.
Koop antivirussoftware of voer een update uit. Zie Antivirussoftware gebruiken op pagina 29.
Aanbevolen procedures 1
Meer HP bronnen
Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Bron Inhoud
Installatie-instructies
Overzicht van computerinstallatie en -functies
HP ondersteuning
Voor HP ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/
support.
Online chatten met een technicus van HP
Telefoonnummers voor ondersteuning
Video van vervangende onderdelen (alleen voor bepaalde
producten)
Onderhouds- en servicehandleidingen
Locaties HP Servicecentrum
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, selecteer HP Help en
ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
– of –
Selecteer de knop Start, selecteer HP en vervolgens
HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/ergo.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn
met internet.
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort
en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop Start, selecteer HP Help en
ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
– of –
Selecteer de knop Start, selecteer HP en vervolgens
HP documentatie.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's (indien nodig)
Garantie*
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop Start, selecteer HP Help en
ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
– of –
Selecteer de knop Start, selecteer HP en vervolgens
HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
Specieke garantiegegevens voor deze computer
2 Hoofdstuk 1 Direct aan de slag
Bron Inhoud
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn
met internet.
U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd of dvd die is meegeleverd in de doos. In
sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de
garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Voor
producten gekocht in Azië en Oceanië kunt u HP aanschrijven op het volgende adres: POD, PO Box 161, Kitchener Road Post Oice,
Singapore 912006. Vermeld de productnaam en uw naam, telefoonnummer en postadres.
Meer HP bronnen 3
2 Vertrouwd raken met de computer
Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over
de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken.
Hardware opzoeken
Ga als volgt te werk om de op uw computer geïnstalleerde hardware weer te geven:
Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer.
U ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd.
Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-
BIOS op fn+esc (alleen bepaalde producten).
Software opzoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke software op uw computer is geïnstalleerd:
Klik op de knop Start.
– of –
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Apps en onderdelen.
4 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Voorkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Verlichte kleurzones Deze zorgen voor unieke lichteecten op de computer.
OPMERKING: Zie Kleurzones op pagina 6 voor aanvullende
informatie.
(2) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor de luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om
interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is
normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat
wanneer u de computer gebruikt.
(3) Gereedschapsset (niet afgebeeld) Bevat een moersleutel en schroeven die benodigd zijn om de
computeronderdelen en de ventilatoren van de grasche kaart te
installeren. De gereedschapsset bevindt zich onder het logo.
WAARSCHUWING! Om het risico van ernstig letsel of schade aan de
apparatuur te beperken, wordt u geadviseerd de bovenkant van de
behuizing van computers met een 1300 W PSU (power supply unit)
niet te openen. Om te bepalen of u een 600 W of een 1300 W PSU hebt,
raadpleegt u het label aan de achterkant van de computer.
(4) Standaard Hierin bevindt zich de computer in rechtopstaande positie.
Voorkant 5
Kleurzones
De computer is uitgerust met negen programmeerbare verlichte kleurzones waarmee u unieke lichteecten
kunt maken. Met OMEN Command Center kunt u de kleuren van elke zone of voor elk zonegroep aanpassen.
OPMERKING: Wanneer u de computer voor het eerst instelt, zijn alle kleurzones rood.
Kleurzones
Er zijn vijf kleureecten die u kunt aanpassen in OMEN Command Center:
Statische kleur: statische verlichting voor elk van de negen kleurzones.
Kleurenlus: past twee tot vier fases aan voor alle kleurzones. De kleuren gaan van de ene fase naar een
andere.
Systeemgegevens: pas de kleurzones aan voor verschillende eigenschappen van computerhardware
(CPU-gebruik, CPU-temperatuur, GPU-gebruik of GPU-temperatuur).
Geluidspuls: de helderheid van de verlichting reageert op de uitvoerfrequentie van het geluid.
Uit: alle kleurzones zijn uitgeschakeld.
Voer het volgende uit om OMEN Command Center te openen en de lichteecten aan te passen:
Klik op het pictogram OMEN op de taakbalk.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Rechterkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan/uit-knop
Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-
knop om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/
uit-knop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op
de aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan-uitknop ingedrukt houden, resulteert in
het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures
geen resultaat hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens vijf
seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw
energie-instellingen.
Typ energie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer
vervolgens Energie- en slaapstandinstellingen.
–of–
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer
vervolgens Energiebeheer.
(2) Aan-uitlampje
Aan: De computer is ingeschakeld.
Rechterkant 7
Onderdeel Beschrijving
Knipperend: De computer staat in de slaapstand, een
energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere
niet-benodigde componenten worden uitgeschakeld.
Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de
sluimerstand. De sluimerstand is een
energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie
wordt verbruikt.
(3) Lampje voor draadloze communicatie Aan: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie,
zoals een WLAN-apparaat (Wireless Local Area Network) of een
Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld. Het lampje voor
draadloze communicatie blijft aan ook als alle apparaten voor
draadloze communicatie zijn uitgeschakeld.
(4) Audio-ingang (microfooningang) Hierop kunt u een optionele headsetmicrofoon,
stereomicrofoonarray of monomicrofoon aansluiten.
(5) Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/
audio-in (microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de
microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang
ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en
vervolgens HP documentatie.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
(6) USB 3.x SuperSpeed-poort Hiermee sluit u een USB-apparaat, zoals een mobiele telefoon,
camera, activiteitstracker of smartwatch, aan. Deze poort biedt
ook gegevensoverdracht in hoge snelheid.
(7) USB 3.x SuperSpeed-poort met HP Sleep and
Charge
Hiermee sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht en zelfs wanneer de computer is
ingeschakeld, laadt deze poort de meeste apparaten, zoals een
mobiele telefoon, camera, activiteitentracker of smartwatch, op.
(8) USB Type-C-poorten (2) Wanneer de computer ingeschakeld, kunt u hiermee een USB-
apparaat dat een Type-C-connector heeft, zoals een mobiele
telefoon, camera, activiteittracker of smartwatch, aansluiten en
opladen. Deze poort biedt ook dataoverdracht.
(9) Geheugenkaartlezer Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen
waarop u gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren
naar de computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart
aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze
vervolgens uit de geheugenkaartlezer.
(10) Vergrendeling van de harde schijf Hiermee vergrendelt u de onderhoudsklep van de harde schijf.
Rechterkant 9
Achterkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Ontgrendelingsschuif van het zijpaneel Hiermee ontgrendelt u het zijpaneel.
WAARSCHUWING! Om het risico van ernstig letsel of schade
aan de apparatuur te beperken, wordt u geadviseerd de
bovenkant van de behuizing van computers met een 1300 W
PSU (power supply unit) niet te openen. Om te bepalen of u een
600 W of een 1300 W PSU hebt, raadpleegt u het label aan de
achterkant van de computer.
(2) Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hier kunt u een optionele beveiligingskabel bevestigen op de
computer.
OPMERKING: De beveiligingskabel is bedoeld om dieven te
ontmoedigen, maar kan mogelijk niet voorkomen dat de
computer wordt gestolen of beschadigd.
(3) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor de luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te
voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator
automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
(4) Optische uitgang Hiermee sluit u digitale luidsprekers aan (afzonderlijk aan te
schaen).
(5) USB Type-C-oplaadpoort (alleen bepaalde
producten)
Wanneer de computer ingeschakeld, kunt u hiermee een USB-
apparaat dat een Type-C-connector heeft, zoals een mobiele
telefoon, camera, activiteittracker of smartwatch, aansluiten en
opladen. Deze poort biedt ook dataoverdracht.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel Beschrijving
(6) USB 3.x SuperSpeed-poorten (6 of 7) Hiermee sluit u een USB-apparaat, zoals een mobiele telefoon,
camera, activiteitentracker of smartwatch, aan. Deze poort
biedt ook gegevensoverdracht in hoge snelheid.
OPMERKING: Afhankelijk van het model is de computer
mogelijk voorzien van 6 of 7 USB 3.x SuperSpeed-poorten.
(7) RJ-45-netwerkconnector met statuslampjes Hierop sluit u een netwerkkabel aan.
Wit: het netwerk is aangesloten.
Oranje: er vindt een nieuwe activiteit plaats in het netwerk.
(8) Audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset gebruikt. Zo beperkt u
het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en
vervolgens HP documentatie.
OPMERKING: Wanneer u een extern audioapparaat aansluit op
een hoofdtelefoonuitgang, worden de computerluidsprekers
uitgeschakeld.
(9) Netvoedingsconnector Hierop sluit u het netsnoer aan.
Achterkant 11
Onderkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te
voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator
automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
Labels
De etiketten die zijn aangebracht op de computer bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u
problemen met het systeem moet oplossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.
BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van
de computer, onde de onderhoudsklep of op de achterkant van de computer.
Servicelabel—Biedt belangrijke informatie voor het identiceren van uw computer. Wanneer u contact
opneemt met Ondersteuning, moet u waarschijnlijk het serie-, product- en modelnummer opgeven.
Zoek deze nummers op voordat u contact opneemt met Ondersteuning.
Het servicelabel lijkt op een van de onderstaande voorbeelden. Raadpleeg de afbeelding die het meest
overeenkomt met het servicelabel van uw computer.
12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Onderdeel
(1) Serienummer
(2) Productnummer
(3) Garantieperiode
(4) Modelnummer (alleen bepaalde producten)
Onderdeel
(1) HP productnaam (alleen bepaalde producten)
(2) Modelnaam (alleen bepaalde producten)
(3) Productnummer
(4) Serienummer
(5) Garantieperiode
Voorschriftenetiket(ten) - Verschaft informatie over de wettelijke voorschriften.
Certicatie-etiket (of etiketten) voor draadloze verbinding - verschaft informatie over optionele
draadloze apparaten en de keurmerken van een aantal landen of regio's waar de apparaten zijn
goedgekeurd voor gebruik.
Labels 13
3 Verbinding maken met een netwerk
U kunt de computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar ook thuis kunt u de wereld verkennen en de
informatie van miljoenen websites ontsluiten met de computer en een bekabelde of draadloze
netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met deze wereld in contact komt.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Uw computer beschikt mogelijk over een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:
WLAN-apparaat: via dit apparaat maakt u verbinding met draadloze lokale netwerken (ook wel Wi-Fi-
netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimten, bij u thuis en in openbare ruimten, zoals
vliegvelden, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. In een draadloos netwerk communiceert de
computer met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
Bluetooth®-apparaat: een apparaat waarmee u een PAN (personal area network) tot stand kunt
brengen, zodat u verbinding kunt maken met andere apparaten die draadloze communicatie via
Bluetooth ondersteunen, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's.
Binnen een PAN communiceert elk apparaat direct met andere apparaten en moeten apparaten zich op
relatief korte afstand (doorgaans 10 meter) van elkaar bevinden.
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken
U kunt de draadloze apparaten in uw computer beheren met behulp van de bedieningselementen van het
besturingssysteem:
Voorzieningen van het besturingssysteem
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een
netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de voorzieningen van het besturingssysteem als volgt:
1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens
Conguratiescherm.
2. Selecteer Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum.
Verbinding maken met een WLAN
OPMERKING: Om thuis internet te gebruiken, opent u een account bij een internetprovider. Neem contact op
met een lokale internetprovider voor het aanschaen van een internetservice en een modem. De
internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de
draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
14 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk:
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en maak verbinding met een van de
beschikbare netwerken.
Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te
voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, betekent dit mogelijk dat u zich buiten het
bereik van een draadloze router of toegangspunt bevindt.
OPMERKING: Als u het draadloze netwerk waarmee u verbinding wilt maken niet ziet, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus en selecteert u Netwerkcentrum openen.
Selecteer Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Er verschijnt een lijst met opties om
handmatig te zoeken naar een netwerk en hier verbinding mee te maken, of om een nieuwe
netwerkverbinding te maken.
3. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat u verbinding hebt gemaakt, selecteert u het pictogram voor de netwerkstatus helemaal rechts op de
taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: Het eectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de
WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste
obstakels zoals wanden en vloeren.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke
kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten. Voorbeelden van
dergelijke apparaten zijn:
Computers (desktopcomputer, notebookcomputer)
Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)
Weergaveapparaten (printer, camera)
Audioapparaten (headset, luidsprekers)
Muis
Extern toetsenbord
Bluetooth-apparaten aansluiten
Voordat u een Bluetooth-apparaat kunt gebruiken, moet u een Bluetooth-verbinding tot stand brengen.
1. Typ bluetooth in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Bluetooth-instellingen en
instellingen van overige apparaten
.
2. Schakel Bluetooth in als dit niet al ingeschakeld.
3. Selecteer uw apparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 15
OPMERKING: Als het apparaat vericatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg bij het
apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat
overeenkomt met de koppelingscode. Raadpleeg de met het apparaat meegeleverde documentatie voor meer
informatie.
OPMERKING: Zorg dat Bluetooth op het apparaat is ingeschakeld als uw apparaat niet wordt weergegeven
in de lijst. Sommige apparaten hebben mogelijk aanvullende vereisten. Raadpleeg de met het apparaat
meegeleverde documentatie.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk—LAN
Gebruik een LAN-verbinding als u de computer direct wilt aansluiten op een router in uw huis (in plaats van
draadloos werken) of als u de computer wilt aansluiten op een bestaand netwerk in uw kantoor.
Om verbinding te maken met een LAN hebt u een RJ-45-(netwerk)kabel en een netwerkconnector of een
optioneel dockingapparaat of uitbreidingspoort nodig, als de computer niet beschikt over een RJ-45-
connector.
U sluit de netwerkkabel als volgt aan:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een
router.
OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de
ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het
uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
16 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
4 Geniet van entertainmentvoorzieningen
Gebruik uw computer van HP als entertainment-hub om via de camera uw sociale contacten te onderhouden,
geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk lms. Of sluit externe apparaten zoals een monitor,
projector, tv, luidsprekers of een hoofdtelefoon aan om van de computer een nog krachtiger
entertainmentcentrum te maken.
Audio gebruiken
U kunt muziek downloaden en beluisteren, audio-inhoud (inclusief radio) van internet streamen, audio
opnemen, of audio en video mixen om multimedia te creëren. U kunt ook muziek-cd's afspelen op de
computer (op bepaalde modellen) of een externe optischeschijfeenheid aansluiten om cd's af te spelen. Om
uw luisterervaring te verbeteren sluit u externe audioapparaten, zoals luidsprekers of hoofdtelefoons, aan.
Aansluiting van luidsprekers
U kunt bekabelde luidsprekers op de computer aansluiten door deze aan te sluiten op een USB-poort of de
combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de computer of op een
dockingstation.
Volg de apparaatinstructies van de fabrikant om draadloze luidsprekers aan te sluiten op de computer. Zet
het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit.
Audio gebruiken 17
Digitale luidsprekers aansluiten
U kunt digitale luidsprekers gebruiken bij uw computer door ze aan te sluiten op de optische uitgang van uw
computer.
OPMERKING: Als u digitale luidsprekers op de computer wilt aansluiten, hebt u een optische kabel nodig die
u afzonderlijk moet aanschaen.
1. Sluit het ene uiteinde van de optische kabel aan op de optische uitgang van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de digitale luidsprekers.
Meer informatie over het gebruik van digitale luidsprekers vindt u in de apparaatinstructies van de fabrikant.
Hoofdtelefoon aansluiten
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer
informatie over veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
U kunt hoofdtelefoons of headsets met kabel aansluiten op de audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-ingang
(microfoon) van uw computer.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze hoofdtelefoon aan te sluiten op de
computer.
18 Hoofdstuk 4 Geniet van entertainmentvoorzieningen
Een microfoon aansluiten
Sluit een microfoon aan op de microfoonaansluiting op de computer om audio op te nemen. Voor optimale
resultaten tijdens het opnemen, spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op in een omgeving
zonder achtergrondgeluiden.
Een headset aansluiten
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer
informatie over veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP documentatie.
Hoofdtelefoons die zijn gecombineerd met een microfoon worden headsets genoemd. U kunt een headset
met kabel aansluiten op de combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de
computer.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om draadloze headsets op de computer aan te sluiten.
Geluidsinstellingen gebruiken
Gebruik geluidsinstellingen om het systeemvolume aan te passen, systeemgeluiden te wijzigen of
audioapparaten te beheren.
Ga als volgt te werk om de geluidsinstellingen te bekijken of te wijzigen:
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Conguratiescherm, selecteer
Hardware en geluiden en selecteer vervolgens Geluid.
Uw computer beschikt mogelijk over een geavanceerd geluidssysteem van Bang & Olufsen of een andere
leverancier. De computer kan daarom geavanceerde audiovoorzieningen hebben die kunnen worden geregeld
via een conguratiescherm voor audio dat speciek voor uw geluidssysteem is.
Gebruik het Audio-conguratiescherm voor het bekijken en beheren van audio-instellingen.
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Conguratiescherm, selecteer
Hardware en geluiden en selecteer vervolgens het conguratiescherm voor uw audiosysteem.
Video gebruiken
Uw computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt
bekijken en video en lms kunt downloaden om deze op uw computer te bekijken als u geen verbinding hebt
met een netwerk.
Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de videopoorten op de computer om een externe monitor,
projector of tv aan te sluiten.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van
de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Raadpleeg HP Support Assistant voor informatie over het gebruik van de videovoorzieningen.
Video gebruiken 19
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen
bepaalde producten)
Volg de onderstaande stappen om met Miracast compatibele draadloze schermen te zoeken en weer te geven
zonder uw huidige apps te verlaten.
Miracast openen:
Typ projecteren in het zoekvak van de taakbalk en klik op Projecteren op een tweede scherm. Klik
op
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
20 Hoofdstuk 4 Geniet van entertainmentvoorzieningen
5 Energiebeheer
Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer
alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om
de acculading te bewaken en op peil te houden.
Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk beschreven voorzieningen voor energiebeheer beschikbaar op uw
computer.
Slaapstand en sluimerstand gebruiken
VOORZICHTIG: Er bestaan verschillende bekende beveiligingsrisico's als een computer in de slaapstand
staat. Om te voorkomen dat een onbevoegde gebruiker toegang krijgt tot de gegevens op uw computer, zelfs
gecodeerde gegevens, raadt HP aan om in plaats van de slaapstand de hibernationstand te activeren wanneer
u niet fysiek bij de computer bent. Dit is vooral belangrijk als u met de computer reist.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een
externe mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van
audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
Windows heeft twee energiebesparingstoestanden: de Slaap- en Sluimerstand.
Slaapstand: de slaapstand wordt automatisch geactiveerd na een periode van inactiviteit. Uw werk
wordt opgeslagen, zodat u uw werk zeer snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig
initiëren. Zie De Slaapstand initiëren en verlaten op pagina 21 voor meer informatie.
Sluimerstand: de sluimerstand wordt automatisch geactiveerd wanneer de accu een kritiek laag
ladingsniveau bereikt. In de sluimerstand wordt uw werk opgeslagen in een sluimerstandbestand op de
vaste schijf en wordt de computer uitgeschakeld. U kunt de sluimerstand ook handmatig activeren. Zie
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) op pagina 21 voor meer
informatie.
De Slaapstand initiëren en verlaten
Als u de slaapstand wilt activeren, selecteert u de knop Start, selecteert u het pictogram Energie en
daarna Slaapstand.
U kunt op een van de volgende manieren de slaapstand beëindigen:
Druk dan kort op de aan/uit-knop.
Druk op een toets op het toetsenbord (alleen bepaalde producten).
Als de slaapstand van de computer wordt beëindigd, wordt uw werk weer weergegeven op het scherm.
OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw
Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten)
U kunt gebruikers als volgt de sluimerstand handmatig laten activeren en energiebeheerinstellingen en time-
outs laten wijzigen via het onderdeel Energiebeheer.
Slaapstand en sluimerstand gebruiken 21
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Energiebeheer.
2. Selecteer onder Verwante instellingen, Extra energie-instellingen.
3. Selecteer in het linkerdeelvenster Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen (aanduiding kan
verschillen per product).
4. Afhankelijk van uw product kunt u de hibernationstand inschakelen voor accuvoeding of een externe
voedingsbron op een van de volgende manieren:
Aan/uit-knop- onder Instellingen voor aan/uit-knop, slaapstandknop en deksel (aanduiding kan
verschillen per product), selecteert u Actie als ik op de aan/uit-knop druk en vervolgens
Sluimerstand.
Aan/uit-menu- selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en onder
Instellingen voor afsluiten schakelt u het selectievakje Sluimerstand in.
Het aan/uit-menu kan worden geopend door de knop Start te selecteren.
5. Selecteer Wijzigingen opslaan.
Om de hibernationstand te activeren, gebruikt u de methode die u in stap 3 hebt gebruikt.
Druk kort op de aan/uit-knop om de Sluimerstand te verlaten.
OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw
Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Computer afsluiten (uitschakelen)
VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen.
Zorg dat u uw werk opslaat voor u de computer uitschakelt.
Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en
worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Schakel de computer uit als deze lange tijd niet wordt gebruikt en koppel deze los van de externe
voedingsbron.
De aanbevolen procedure is de opdracht Afsluiten in Windows.
OPMERKING: Als de computer in de slaap- of sluimerstand staat, moet u eerst de slaap- of sluimerstand
beëindigen door kort op de aan/uit-knop te drukken.
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.
2. Selecteer de knop Start, het pictogram Energie en daarna Afsluiten.
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken,
probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde:
Druk op ctrl+alt+delete, selecteer het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten.
Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal 10 seconden ingedrukt.
Sluit de externe voeding af van de computer.
22 Hoofdstuk 5 Energiebeheer
6 Computer onderhouden
Voer regelmatig onderhoud uit aan uw computer zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk
wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. Dit
hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen
van de computer en tips voor het reizen met (of verzenden van) de computer.
Prestaties verbeteren
Door de computer regelmatig te onderhouden met hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en
Schijfopruiming kunt u de prestaties van uw computer aanzienlijk verbeteren.
Schijfdefragmentatie gebruiken
HP adviseert om uw vaste schijf ten minste één keer per maand te defragmenteren met Schijfdefragmentatie.
OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's (solid-state drives).
U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt:
1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron.
2. Typ defragmenteren in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Stations
defragmenteren en optimaliseren
.
3. Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg voor meer informatie de helpfunctie van Schijfdefragmentatie.
Schijfopruiming gebruiken
Gebruik Schijfopruiming om op de vaste schijf naar overbodige bestanden te zoeken die u veilig kunt
verwijderen. Maak schijfruimte vrij zodat de computer eiciënter werkt.
U gebruikt Schijfopruiming als volgt:
1. Typ schijf in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Schijfopruiming.
2. Volg de instructies op het scherm.
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP 3D DriveGuard beschermt een vaste schijf door deze te parkeren en gegevensverzoeken tegen te houden
wanneer zich de volgende gebeurtenissen voordoen:
U laat de computer vallen.
U verplaatst de computer met het beeldscherm gesloten en terwijl de computer op accuvoeding werkt.
Kort hierna wordt de normale werking van de vaste schijf hersteld door HP 3D DriveGuard.
OPMERKING: Alleen interne vaste schijven worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Een vaste schijf die is
geplaatst in een optioneel dockingapparaat of is aangesloten op een USB-poort, wordt niet beschermd door
HP 3D DriveGuard.
Prestaties verbeteren 23
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard
niet nodig voor deze schijfeenheden.
Zie de helpfunctie van de software HP 3D DriveGuard voor meer informatie.
De status van HP 3D DriveGuard herkennen
Het vasteschijampje op de computer verandert van kleur, ten teken dat een schijf in de ruimte van de
primaire vaste schijf en/of een schijf in de ruimte van de secundaire vaste schijf (alleen bepaalde producten) is
geparkeerd. Als u wilt nagaan of een schijf momenteel wordt beschermd of is geparkeerd, bekijkt u het
pictogram op het Windows-bureaublad in het systeemvak helemaal rechts op de taakbalk.
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
HP raadt u aan regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken. Met updates worden
problemen opgelost en worden nieuwe functies en opties op de computer geïnstalleerd. Het is bijvoorbeeld
mogelijk dat oude grasche onderdelen niet meer correct werken met de nieuwste spelsoftware. Zonder het
nieuwste stuurprogramma zou u niet optimaal gebruik kunnen maken van uw apparatuur.
Ga naar http://www.hp.com/support om de meest recente versie van programma's en stuurprogramma's van
HP te downloaden. U kunt zich ook registreren als u automatisch berichten wilt ontvangen wanneer er nieuwe
updates beschikbaar zijn.
Volg deze instructies om uw programma's en stuurprogramma's bij te werken:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Updates en selecteer vervolgens Controleren op updates en
berichten.
3. Volg de instructies op het scherm.
Computer schoonmaken
Gebruik de volgende producten voor het veilig reinigen van uw computer:
Dimethyl benzyl ammoniumchloride met een concentratie van maximaal 0,3 procent (bijvoorbeeld
wegwerpdoekjes van verschillende merken)
Glasreinigingsmiddel zonder alcohol
Oplossing van water en milde zeep
Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie)
Antistatische veegdoekjes
VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan uw computer kunnen
veroorzaken. Gebruik een bepaald schoonmaakmiddel pas als u zeker weet dat het geen alcohol, aceton,
ammoniumchloride, methyleenchloride of koolwaterstoen bevat.
Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kan krassen achterlaten op de computer. In de loop der tijd
kunnen in deze krassen vuildeeltjes en reinigingsmiddelen achterblijven.
24 Hoofdstuk 6 Computer onderhouden
Reinigingsprocedures
Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer.
WAARSCHUWING! Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet
schoon terwijl deze is ingeschakeld.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netvoeding los.
3. Koppel alle externe apparaten los.
VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of
vloeistoen direct op het oppervlak van de computer spuiten. Als er vloeistoen op het oppervlak terecht
komen, kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.
De zijkanten en het deksel reinigen
Gebruik voor het reinigen van de zijkanten en het deksel een zachte microvezeldoek of een zeem die
bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen. U kunt ook een hiervoor geschikt
wegwerpdoekje gebruiken.
OPMERKING: Wanneer u het deksel van de computer reinigt, maakt u ronddraaiende bewegingen om het
vuil te verwijderen.
Reizen met of verzenden van de computer
Als u de computer wilt meenemen op reis of als u de computer wilt verzenden, neemt u de volgende tips in
acht om de apparatuur te beschermen.
Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport:
Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid.
Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten.
Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.
Schakel de computer uit.
Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer.
Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw
overige bagage.
VOORZICHTIG: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van
beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in
plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan
schijfeenheden.
Als u de computer tijdens een vlucht wilt gebruiken, luister dan naar mededelingen tijdens de vlucht
waarin wordt aangegeven wanneer u de computer mag gebruiken. Elke maatschappij heeft eigen regels
voor het gebruik van computers tijdens vluchten.
Verzend een computer of schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal. Vermeld op de
verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
Het gebruik van draadloze apparaten is mogelijk in sommige omgevingen niet toegestaan. Dit kan het
geval zijn aan boord van een vliegtuig, in ziekenhuizen, in de buurt van explosieven en op gevaarlijke
Reizen met of verzenden van de computer 25
locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van een bepaald apparaat,
kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u de computer inschakelt.
Neem de volgende suggesties in acht als u de computer in het buitenland wilt gebruiken:
Informeer naar de douanebepalingen voor computers in de landen of regio's die u gaat bezoeken.
Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken.
De netspanning, frequentie en stekkers kunnen per land of regio verschillen.
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn
bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
26 Hoofdstuk 6 Computer onderhouden
7 Computer en gegevens beveiligen
Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te
waarborgen. Standaardbeveiligingsoplossingen die worden geboden door het besturingssysteem Windows,
applicaties van HP, Setup Utility (BIOS) en andere software van derden kunnen uw persoonlijke instellingen en
gegevens beschermen tegen uiteenlopende risico's zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
BELANGRIJK: Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk genoemde beveiligingsvoorzieningen beschikbaar op
uw computer.
Wachtwoorden gebruiken
Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens en online transacties te beveiligen.
Er kunnen verschillende soorten wachtwoorden worden ingesteld. Toen u de computer bijvoorbeeld voor de
eerste keer congureerde, werd u gevraagd een gebruikerswachtwoord in te stellen om de computer te
beveiligen. Aanvullende wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Setup Utility (BIOS) van HP
dat vooraf is geïnstalleerd op de computer.
Wellicht vindt u het handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken voor een voorziening van Setup Utility
(BIOS) en een beveiligingsvoorziening van Windows.
Gebruik de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
Om het risico te beperken dat u geen toegang meer heeft tot bepaalde voorzieningen van de computer,
moet elk wachtwoord worden vastgelegd en op een veilige plaats worden bewaard. Bewaar de
wachtwoorden niet in een bestand op de computer.
Volg, bij het maken van wachtwoorden, de voorschriften die worden gesteld door het programma.
Wijzig uw wachtwoorden ten minste één keer per kwartaal.
Een ideaal wachtwoord is lang en bestaat uit letters, leestekens, symbolen en cijfers.
Voordat u de computer verzendt voor reparatie, maakt u een back-up van uw bestanden. Verwijder
daarna vertrouwelijke bestanden en alle wachtwoordinstellingen.
Ga als volgt te werk voor meer informatie over Windows-wachtwoorden, zoals wachtwoorden voor de
schermbeveiliging:
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Windows-wachtwoorden instellen
Wachtwoord
Functie
Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.
Beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op
beheerdersniveau.
Wachtwoorden gebruiken 27
Wachtwoord Functie
OPMERKING: Met dit wachtwoord krijgt u geen toegang tot de
inhoud van Setup Utility (BIOS).
Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen
Wachtwoord Functie
Beheerderswachtwoord
Dit wachtwoord moet worden opgegeven om toegang te
krijgen tot Setup Utility (BIOS).
Als u het beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u
Setup Utility (BIOS) niet openen.
Opstartwachtwoord
Dit wachtwoord moet worden opgegeven wanneer u de
computer inschakelt of opnieuw opstart of wanneer u de
sluimerstand beëindigt.
Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de computer
niet meer inschakelen of opnieuw opstarten en kunt u de
slaapstand niet meer beëindigen.
Ga als volgt te werk om een beheerders- of opstartwachtwoord in Setup Utility (BIOS) in te stellen, te wijzigen
of te verwijderen:
VOORZICHTIG: Wees zeer voorzichtig wanneer u wijzigingen aanbrengt in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
1. Om de Setup Utility (BIOS) te starten, schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc
en vervolgens op f10.
2. Druk op Beveiliging en volg de instructies op het scherm.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
28 Hoofdstuk 7 Computer en gegevens beveiligen
Internetbeveiligingssoftware gebruiken
Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer
blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te beschermen,
kan op de computer vooraf internetbeveiligingssoftware zijn geïnstalleerd met antivirus- en
rewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie. Het is noodzakelijk om
beveiligingssoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte
virussen en andere veiligheidsrisico's. Wij raden u dringend aan de proefaanbieding te upgraden of de door u
gewenste software aan te schaen om de computer volledig te beveiligen.
Antivirussoftware gebruiken
Computervirussen kunnen programma's, hulpprogramma's of het besturingssysteem buiten werking stellen
of de werking ervan verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en
vernietigd. In de meeste gevallen kan ook schade die door virussen is aangericht, worden hersteld.
Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen
pas ontdekte virussen.
Er is op uw computer mogelijk een antivirusprogramma vooraf geïnstalleerd. Wij raden u aan de door u
gewenste antivirussoftware te gebruiken om uw computer volledig te beveiligen.
Voor meer informatie over computervirussen typt u support in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u
vervolgens de app
HP Support Assistant.
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Firewallsoftware gebruiken
Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een rewall kan
software zijn die u op de computer en/of het netwerk installeert, of een combinatie van hardware en
software.
Er zijn twee soorten rewalls waaruit u kunt kiezen:
Hostgebaseerde rewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd.
Netwerkgebaseerde rewalls die tussen het ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden
geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
Wanneer een rewall is geïnstalleerd op een systeem, worden alle gegevens die vanaf en naar het systeem
worden verzonden, gecontroleerd en vergeleken met een reeks door de gebruiker gedenieerde
beveiligingscriteria. Gegevens die niet aan deze criteria voldoen, worden geblokkeerd.
Software-updates installeren
Werk de software van HP, Windows en externe software regelmatig bij om eventuele problemen met de
beveiliging op te lossen en de prestaties van de software te verbeteren.
VOORZICHTIG: Microsoft stuurt meldingen over Windows-updates. Deze updates kunnen ook
beveiligingsupdates bevatten. Installeer alle updates van Microsoft zodra u een melding ontvangt. Zo
beschermt u de computer tegen beveiligingslekken en computervirussen.
U kunt deze updates automatisch installeren.
Internetbeveiligingssoftware gebruiken 29
Ga als volgt te werk om de instellingen te bekijken of te wijzigen:
1. Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Updates en beveiliging.
2. Selecteer Windows Update en volg de instructies op het scherm.
3. Als u een tijdstip wilt plannen voor het installeren van updates, selecteert u Geavanceerde opties en
volgt u de instructies op het scherm.
HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP Touchpoint Manager is een IT-cloudoplossing waarmee bedrijven hun activa op eectieve wijze kunnen
beheren en beveiligen. Met HP Touchpoint Manager zijn uw apparaten beveiligd tegen schadelijke software en
andere aanvallen, wordt de status van het apparaat gecontroleerd en bent u minder tijd kwijt aan het
oplossen van problemen met het apparaat en beveiligingsproblemen van de eindgebruiker. U kunt de
software snel downloaden en installeren. Dit is veel voordeliger dan wanneer u intern op zoek gaat naar een
oplossing.
Draadloos netwerk beveiligen
Schakel bij het instellen van een WLAN of het gebruiken van een bestaand WLAN altijd
beveiligingsvoorzieningen in om uw netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. WLAN's in
openbare gelegenheden, zoals hotspots in cafés en op luchthavens, bieden mogelijk geen extra beveiliging.
Back-up maken van applicaties en gegevens
Maak regelmatig een back-up van uw software-applicaties en gegevens om deze te beveiligen tegen
permanent verlies of schade door een virusaanval of een software- of hardwarestoring.
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Er is een beveiligingskabel (afzonderlijk aan te schaen) ontworpen waarvan op de eerste plaats een
ontmoedigingseect moet uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd
wordt gebruikt of wordt gestolen. Om een beveiligingskabel aan te sluiten op uw computer volgt u de
instructies van de fabrikant van het apparaat.
30 Hoofdstuk 7 Computer en gegevens beveiligen
8 Setup Utility (BIOS) gebruiken
Setup Utility ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle
invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals de schijfeenheden, het scherm, het toetsenbord, de muis
en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de
opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
De Setup Utility (BIOS) opstarten
VOORZICHTIG: Wees uiterst voorzichting bij het maken van veranderingen in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en vervolgens op f10.
Setup Utility (BIOS) bijwerken
Bijgewerkte versies van het Setup Utility (BIOS) zijn beschikbaar via de website van HP.
De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's
worden genoemd.
Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie
over de installatie en het oplossen van problemen.
BIOS-versie vaststellen
Om te bepalen of u Setup Utility (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer
is geïnstalleerd.
Gebruik een van deze opties om de BIOS-versiegegevens weer te geven (ook wel de ROM-datum en het
systeem-BIOS genoemd).
HP Support Assistant
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support
Assistant
.
– of –
Klik op het vraagtekenpictogram op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn pc en selecteer vervolgens Specicaties.
Setup Utility (BIOS)
1. Start Setup Utility (BIOS) (zie De Setup Utility (BIOS) opstarten op pagina 31).
2. Selecteer Main (Hoofd), selecteer System Information (Systeeminformatie) en noteer de BIOS-
versie.
3. Selecteer Exit (Afsluiten), selecteer No (Nee) en volg de instructies op het scherm.
Zie BIOS-update downloaden op pagina 32 om te controleren of er een nieuwere BIOS-versie beschikbaar is.
De Setup Utility (BIOS) opstarten 31
BIOS-update downloaden
VOORZICHTIG: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, moet u
een BIOS-update alleen downloaden en installeren als de computer met de netvoedingsadapter is
aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet
wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel
dockingapparaat of een optionele voedingsbron. Volg de onderstaande instructies tijdens het downloaden en
installeren:
Schakel de stroomvoorziening van de computer niet uit door de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact te halen.
Zet de computer niet uit en activeer de slaapstand niet.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt.
OPMERKING: Als de computer op een netwerk is aangesloten, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om updates van het systeem-
BIOS.
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Klik op het vraagtekenpictogram op de taakbalk.
2. Klik op Updates en klik vervolgens op Controleren op updates en berichten.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit:
a. Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is
geïnstalleerd en vergelijk ze. Als de update recenter is dan uw BIOS-versie, noteert u de datum,
naam of een ander typerend kenmerk van de update. Aan de hand van deze gegevens kunt u de
update terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload.
b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de vaste schijf.
Noteer het pad naar de locatie op de harde schijf waarnaar de BIOS-update wordt gedownload. U
hebt dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Voer de instructies die op het scherm
verschijnen, pas uit nadat de download is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te
werk:
1. Typ bestand in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens File Explorer
(Bestandsverkenner).
2. Klik op de aanduiding van de vasteschijfeenheid. De vasteschijfaanduiding is gewoonlijk lokale schijf (C:).
3. Volg het pad dat u eerder hebt genoteerd en open de map waarin de update is opgeslagen.
4. Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe).
De installatie van het BIOS begint.
5. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: Nadat op het scherm is aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade
bestand van de vaste schijf verwijderen.
32 Hoofdstuk 8 Setup Utility (BIOS) gebruiken
9 Het gebruik van HP PC Hardware
Diagnostics (UEFI)
HP PC Hardware Diagnostics is een Unied Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische
tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten
het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden
veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
Als HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Deze id-code kan vervolgens aan ondersteuning worden
gegeven om te kunnen bepalen hoe het probleem verholpen moet worden.
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te starten:
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk snel op esc.
2. Druk of tik op f2.
Het BIOS zoekt op drie plaatsen en in de onderstaande volgorde naar diagnoseprogramma's:
a. Aangesloten USB-station
OPMERKING: Zie HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden
op pagina 33 om het hulpprogramma van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-
station te downloaden.
b. Vaste schijf
c. BIOS
3. Wanneer het diagnoseprogramma wordt geopend, selecteert u het soort diagnosetest dat u wilt
uitvoeren en volgt u de instructies op het scherm.
OPMERKING: Om een test te stoppen, drukt u op de knop die u gebruikt hebt voor toegang tot UEFI.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat
downloaden
OPMERKING: Instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen
beschikbaar in het Engels en u moet een Windows-computer gebruiken voor het downloaden en maken van
de HP UEFI-ondersteuningsomgeving omdat alleen .exe-bestanden worden aangeboden.
Er zijn twee opties voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat.
Download de nieuwste UEFI-versie
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer de koppeling Downloaden in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics en selecteer
vervolgens Uitvoeren.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden 33
Download een bepaalde versie van UEFI voor een speciek product
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers downloaden.
3. Voer de productnaam of het nummer in.
4. Selecteer uw computermodel en het besturingssysteem.
5. Volg in het gedeelte Diagnosehulpmiddelen de instructies op het scherm om de gewenste UEFI-versie
te selecteren en te downloaden.
34 Hoofdstuk 9 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
10 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende processen. Voor de meeste producten zijn dit
standaardprocedures.
Herstelmedia en back-ups maken
Het systeem herstellen
Raadpleeg de app HP Support Assistant voor meer informatie.
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
BELANGRIJK: Als u herstelprocedures uitvoert op een tablet, moet de accu van de tablet ten minste 70%
zijn opgeladen voordat u het herstelproces start.
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord de tablet aan op de keyboard-base
voordat u begint met het uitvoeren van een herstelproces.
Herstelmedia en back-ups maken
De volgende methoden voor het maken van herstelmedia en back-ups zijn alleen op bepaalde producten
beschikbaar. Kies de beschikbare methode, afhankelijk van uw computermodel.
Gebruik HP Recovery Manager om HP Herstelmedia te maken nadat u de computer hebt gecongureerd.
Met deze stap wordt een back-up gemaakt van de HP Herstelpartitie op de computer. De back-up kan
gebruikt worden om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de vaste
schijf beschadigd of vervangen is. Zie HP Herstelmedia gebruiken (alleen bepaalde modellen)
op pagina 35 voor informatie over het maken van herstelmedia. Zie Hulpprogramma's van Windows
gebruiken op pagina 36 voor informatie over de herstelopties die beschikbaar zijn met de
herstelmedia.
Gebruik de hulpprogramma's van Windows voor het maken van systeemherstelpunten en back-ups van
persoonlijke gegevens. Zie Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 36.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
Bij bepaalde producten gebruikt u de downloadtool van HP Cloud Recovery om een opstartbaar USB-
ashstation voor uw HP Herstelmedia te maken. Zie De downloadtool van HP Cloud Recovery gebruiken
(alleen bepaalde producten) op pagina 37 voor meer informatie.
HP Herstelmedia gebruiken (alleen bepaalde modellen)
Controleer indien mogelijk of de herstelpartitie en de Windows-partitie aanwezig zijn. Klik met de
rechtermuisknop op de knop Start, selecteer Verkenner en selecteer vervolgens Deze computer.
Als uw computer geen terugzetpartitie en Windows-partitie bevat, neemt u contact op met de
ondersteuning van HP om terugzetmedia aan te vragen. U kunt ook contactgegevens vinden op de
Herstelmedia en back-ups maken 35
website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies
op het scherm.
Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, gebruikt u HP Recovery Manager om
herstelmedia te maken nadat u de computer hebt gecongureerd. Met HP Herstelmedia kunt u een
systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd raakt. Wanneer u systeemherstel
uitvoert, worden het oorspronkelijke besturingssysteem en de programma's die standaard zijn
geïnstalleerd opnieuw geïnstalleerd en worden de instellingen voor de programma's gecongureerd. HP
Herstelmedia kunnen ook gebruikt worden om het systeem aan te passen of voor het herstellen van de
fabrieksimage wanneer u een vaste schijf vervangt.
U kunt slechts één set herstelmedia maken. Wees voorzichtig met deze herstelmiddelen en bewaar
ze op een veilige plaats.
HP Recovery Manager onderzoekt de computer en bepaalt de benodigde opslagcapaciteit voor de
vereiste media.
Om herstelschijven te maken, moet uw computer beschikken over een vaste schijf met de
mogelijkheid dvd's te schrijven, en dient u uitsluitend lege dvd-r-, dvd+r-, dvd-r dl- of dvd+r dl-
schijven te gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven, zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd±rw
en bd-re (herschrijfbare Blu-ray-schijven). Deze schijven zijn namelijk niet compatibel met de
software van HP Recovery Manager. U kunt ook een leeg USB-ashstation van hoge kwaliteit
gebruiken.
Als uw computer geen geïntegreerde optischeschijfeenheid heeft die dvd's kan schrijven, maar u
toch dvd-herstelmedia wilt maken, kunt u een optionele externe optischeschijfeenheid
(afzonderlijk aan te schaen) gebruiken om herstelschijven te maken. Als u een externe
optischeschijfeenheid gebruikt, moet deze direct worden aangesloten op een USB-poort op de
computer. De schijf kan niet verbonden worden met een USB-poort op een extern apparaat, zoals
een USB-hub. Als u zelf geen dvd-media kunt aanmaken, kunt u herstelschijven voor uw computer
bij HP verkrijgen. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar
http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.
Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u de herstelmedia
maakt.
Dit proces kan een uur of langer duren. Onderbreek het proces niet.
U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van herstel-dvd's.
Het branden van de huidige dvd wordt dan voltooid door HP Recovery Manager. De volgende keer
dat u HP Recovery Manager start, wordt u gevraagd om door te gaan met het proces.
HP Herstelmedia maken met HP Recovery Manager:
BELANGRIJK: Sluit een tablet met een afneembaar toetsenbord aan op de keyboard-base voordat u deze
stappen uitvoert.
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP Recovery Manager.
2. Selecteer Herstelmedia maken en volg de instructies op het scherm.
Als u het systeem ooit moet herstellen, raadpleegt u Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 37.
Hulpprogramma's van Windows gebruiken
Met hulpprogramma's van Windows kunt u terugzetmedia, systeemherstelpunten en back-ups maken van
persoonlijke gegevens.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
36 Hoofdstuk 10 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
Zie de app Hulp zoeken voor meer informatie en stappen.
Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Hulp zoeken.
OPMERKING: U moet voor toegang tot de app Hulp zoeken verbonden zijn met internet.
De downloadtool van HP Cloud Recovery gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP Herstelmedia maken met de downloadtool van HP Cloud Recovery:
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers en volg de instructies op het scherm.
Herstellen
Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en
expertiseniveau:
BELANGRIJK: Sommige methoden zijn niet op alle producten beschikbaar.
Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf een back-up, het vernieuwen van de
computer en het terugzetten van de computer naar de oorspronkelijke staat. Voor meer informatie
raadpleegt u de app Hulp zoeken.
Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Hulp zoeken.
OPMERKING: U moet voor toegang tot de app Hulp zoeken verbonden zijn met internet.
Als u een probleem met een vooraf geïnstalleerd(e) applicatie of stuurprogramma wilt oplossen,
gebruikt u de optie Installeer stuurprogrammas en/of toepassingen opnieuw in HP Recovery Manager
(alleen op bepaalde producten) om de specieke applicatie of het stuurprogramma opnieuw te
installeren.
Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer HP Recovery Manager, selecteer
Installeer stuurprogramma’s en/of toepassingen opnieuw en volg de instructies op het scherm.
Als u de Windows-partitie wilt herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinhoud, kunt u kiezen voor de
optie Systeemherstel op de HP Herstelpartitie (alleen op bepaalde producten) of gebruikt u de HP
Herstelmedia. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 37 voor meer informatie. Zie HP
Herstelmedia gebruiken (alleen bepaalde modellen) op pagina 35 als u nog geen herstelmedia hebt
gemaakt.
Als u op bepaalde producten de oorspronkelijke fabriekspartitie en -inhoud van de computer wilt
herstellen, of als u de vaste schijf hebt vervangen, gebruikt u de optie Fabrieksinstellingen herstellen
van HP Herstelmedia. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 37 voor meer informatie.
Als u op bepaalde producten de herstelpartitie wilt verwijderen om ruimte op de vaste schijf terug te
winnen, biedt HP Recovery Manager de optie Herstelpartitie verwijderen.
Zie De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) op pagina 40 voor meer informatie.
Herstellen met HP Recovery Manager
Met de software van HP Recovery Manager kunt u de computer herstellen naar de oorspronkelijke staat door
gebruik te maken van de eerder gemaakte of bij HP aangevraagde HP Herstelmedia of de HP Herstelpartitie
(alleen op bepaalde producten). Zie HP Herstelmedia gebruiken (alleen bepaalde modellen) op pagina 35 als u
nog geen herstelmedia hebt gemaakt.
Herstellen 37
Wat u moet weten voordat u begint
Met HP Recovery Manager wordt alleen software hersteld die standaard is geïnstalleerd. Voor software
die niet bij deze computer is meegeleverd, moet de software worden gedownload van de website van de
fabrikant of moet de software opnieuw worden geïnstalleerd vanaf het installatiemedium dat door de
fabrikant is geleverd.
BELANGRIJK: Gebruik HP Recovery Manager alleen als laatste redmiddel voor het oplossen van
problemen met uw computer.
Gebruik HP Herstelmedia als de vaste schijf van de computer vastloopt. Zie HP Herstelmedia gebruiken
(alleen bepaalde modellen) op pagina 35 als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt.
Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen (alleen op bepaalde producten) moet u HP Herstelmedia
gebruiken. Zie HP Herstelmedia gebruiken (alleen bepaalde modellen) op pagina 35 als u nog geen
herstelmedia hebt gemaakt.
Als u met de computer geen HP herstelmedia kunt maken of als de HP herstelmedia niet werkt, kunt u
herstelmedia voor de computer aanvragen bij Support. U kunt ook contactgegevens vinden op de
website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies
op het scherm.
BELANGRIJK: Met HP Recovery Manager worden niet automatisch back-ups van uw persoonlijke gegevens
gemaakt. Maak een back-up van alle persoonlijke gegevens die u wilt behouden voordat u deze software
gebruikt.
Met de HP Herstelmedia kunt u uit de volgende herstelopties kiezen:
OPMERKING: Wanneer u het herstelproces start, ziet u alleen de opties die beschikbaar zijn voor de
computer.
Systeemherstel- hiermee wordt het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw geïnstalleerd en
worden de instellingen van de standaard geïnstalleerde programma's gecongureerd.
Fabrieksinstellingen herstellen- hiermee wordt de computer hersteld naar de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen doordat alle gegevens van de vaste schijf worden verwijderd en de vaste schijf
opnieuw wordt gepartitioneerd. Vervolgens worden het besturingssysteem en de standaard
geïnstalleerde software opnieuw geïnstalleerd.
Met de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde producten) kunt u alleen een systeemherstelbewerking uitvoeren.
De HP Herstelpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde producten) kunt u het systeem herstellen zonder dat u
herstelschijven of een USB-ashstation nodig hebt. Dit type herstel kan alleen worden gebruikt als de vaste
schijf nog werkt.
Ga als volgt te werk om HP Recovery Manager te starten vanaf de HP Herstelpartitie:
BELANGRIJK: Sluit een tablet met een afneembaar toetsenbord aan op de keyboard-base voordat u deze
stappen uitvoert (alleen bepaalde producten).
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Herstelbeheer en selecteer vervolgens
Windows-herstelomgeving.
– of –
Druk op een computer of tablet met een aangesloten toetsenbord op f11 terwijl de computer wordt
opgestart, of druk op f11 en houd deze knop ingedrukt terwijl u op de aan/uit-knop drukt.
38 Hoofdstuk 10 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
Voor tablets zonder toetsenbord:
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid harder en houd deze knop
ingedrukt. Selecteer vervolgens f11.
– of –
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop
ingedrukt. Selecteer vervolgens f11.
2. Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties.
3. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm.
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen
U kunt HP Herstelmedia gebruiken om het originele systeem te herstellen. Deze methode kan gebruikt
worden als uw systeem geen HP Herstelpartitie heeft of als de vaste schijf niet goed werkt.
1. Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden.
2. Plaats de HP Herstelmedia en start de computer opnieuw op.
OPMERKING: Als de computer niet automatisch opnieuw opstart in HP Recovery Manager, wijzigt u de
opstartvolgorde van de computer. Zie De opstartvolgorde van de computer wijzigen op pagina 39.
3. Volg de instructies op het scherm.
De opstartvolgorde van de computer wijzigen
Als de computer niet opnieuw opstart in HP Recovery Manager, wijzigt u de opstartvolgorde van de computer.
Dit is de volgorde van de apparaten in het BIOS, waar de computer naar opstartinformatie zoekt. U kunt de
selectie wijzigen naar een optischeschijfeenheid of een USB-ashdrive.
Voor het wijzigen van de opstartvolgorde:
BELANGRIJK: Sluit een tablet met een afneembaar toetsenbord aan op de keyboard-base voordat u deze
stappen uitvoert.
1. Plaats de HP Herstelmedia.
2. Open het opstart menu van het systeem.
Voor computers of tablets met een aangesloten toetsenbord:
Zet de computer of tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de
opstartopties weer te geven.
Voor tablets zonder toetsenbord:
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid harder en houd deze knop
ingedrukt. Selecteer vervolgens f9.
– of –
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop
ingedrukt. Selecteer vervolgens f9.
3. Selecteer de optischeschijfeenheid of de USB-ashdrive vanaf waar u wilt opstarten.
4. Volg de instructies op het scherm.
Herstellen 39
De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten)
Met de software van HP Recovery Manager kunt u de HP Herstelpartitie verwijderen om schijfruimte vrij te
maken.
BELANGRIJK: Nadat u de HP Herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen systeemherstel uitvoeren of HP
Herstelmedia maken vanaf de HP Herstelpartitie. Maak daarom HP Herstelmedia voordat u de herstelpartitie
verwijdert. Zie HP Herstelmedia gebruiken (alleen bepaalde modellen) op pagina 35.
OPMERKING: De optie Herstelpartitie verwijderen is alleen beschikbaar op producten die deze functie
ondersteunen.
Ga als volgt te werk om de HP Herstelpartitie te verwijderen:
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP Recovery Manager.
2. Selecteer Herstelpartitie verwijderen en volg de instructies op het scherm.
40 Hoofdstuk 10 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
11 Specicaties
Omgevingsvereisten
OPMERKING: Om de exacte elektrische specicaties van uw computer te bepalen, raadpleegt u het label
met computerspecicaties aan de buitenkant van de computer.
Factor Metrisch VS
Temperatuur
In bedrijf 5 °C tot 35 °C 41 °F tot 95 °F
Buiten bedrijf -20 °C tot 60 °C -4 °F tot 140 °F
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90%
Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95%
Maximale hoogte (zonder drukcabine)
In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft
Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.000 ft
Omgevingsvereisten 41
12 Elektrostatische ontlading
Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in
aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen
deurklink aanraakt.
Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf
vingers of andere elektrostatische geleiders.
Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of
verlies van gegevens te beperken:
Als in de instructies voor het verwijderen of installeren van onderdelen wordt aangegeven dat u de
computer moet loskoppelen, controleer dan eerst of de computer goed is geaard.
Bewaar onderdelen in de antistatische verpakking totdat u klaar bent om ze te installeren.
Raak pinnen, aansluitingen en circuits niet aan. Zorg dat u elektronische onderdelen zo min mogelijk
hoeft aan te raken.
Gebruik niet-magnetisch gereedschap.
Raak voordat u de onderdelen aanraakt, een ongeverfd metalen oppervlak aan, zodat u niet statisch
geladen bent.
Als u een onderdeel verwijdert, doet u het in een antistatische verpakking.
42 Hoofdstuk 12 Elektrostatische ontlading
13 Toegankelijkheid
HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen kunnen worden gebruikt,
waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan zijn op basis van een autonoom systeem of met behulp van
de juiste assistieve apparaten. Voor de meest recente informatie over HP toegankelijkheid gaat u naar
http://www.hp.com/accessibility.
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor
gehandicapten)
HP-producten ondersteunen een breed scala aan assistieve technologieën in het besturingssysteem en
kunnen worden gecongureerd voor het gebruik met aanvullende assistieve technologieën. Gebruik de
zoekfunctie op uw apparaat voor meer informatie over de assistieve functies.
OPMERKING: Voor aanvullende informatie over een bepaald product voor gehandicapten, kunt u contact
opnemen met de klantenondersteuning voor dat product.
Contact opnemen met ondersteuning
Wij zijn voortdurend bezig met het verbeteren van de toegankelijkheid van onze producten en services en
ontvangen graag feedback van gebruikers. Als u problemen ondervindt met een product of als u ons wilt
vertellen over toegankelijkheidsfuncties die u hebben geholpen, neemt u contact met ons op door te bellen
naar +1 (888) 259-5707, van maandag tot vrijdag tussen 6:00 en 21:00 North American Mountain Time. Als u
doof of slechthorend bent en TRS/VRS/WebCapTel gebruikt, neemt u contact met ons op als u technische
ondersteuning nodig hebt of vragen hebt over toegankelijkheid door te bellen naar +1 (877) 656-7058, van
maandag tot vrijdag tussen 06:00 en 21:00 North American Mountain Time.
OPMERKING: Ondersteuning is alleen in het Engels.
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten) 43
Index
A
aan/uit-knop, herkennen 7
aan/uit-lampje, herkennen 7
aanbevolen procedures 1
activeren, slaap- en sluimerstand
21
afsluiten 22
Antivirussoftware, gebruiken 29
audio 19
audio-ingang (microfoon)
aansluiting
8
Audio-uitgang (hoofdtelefoon) 11
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-
ingang (microfoon), herkennen 8
B
Back-up maken, van software en
gegevens 30
back-ups 35
Bedrijfs-WLAN, verbinding 14
bekabeld netwerk (LAN) 16
Besturingssysteem, voorzieningen
14
beveiligingskabel bevestigen 30
bevestigingspunt voor
beveiligingskabel, herkennen 10
BIOS
starten, Setup Utility 31
update downloaden 32
update uitvoeren 31
versie vaststellen 31
Bluetooth-apparaat 14, 15
Bluetooth-etiket 13
C
Certicatie-etiketten voor draadloze
verbinding 13
computer reageert niet 22
Computer schoonmaken 24
Connector, netvoeding 11
D
de computer uitschakelen 22
digitale luidsprekers, aansluiten 18
Draadloos netwerk, beveiligen 30
Draadloos netwerk (WLAN)
eectief bereik 15
verbinding maken 14
verbinding met bedrijfs-WLAN
14
verbinding met openbaar WLAN
14
Draadloze communicatie, knop 14
Draadloze communicatie,
voorzieningen
Besturingssysteem 14
knop 14
E
Elektrostatische ontlading 42
energiebeheer 21
etiketten
Bluetooth 13
Certicatie voor draadloze
verbinding 13
Serienummer 12
service 12
voorschriften 13
WLAN 13
F
Firewallsoftware 29
G
geheugenkaart, herkennen 8
geheugenkaartlezer, herkennen 8
geluidsinstellingen gebruiken 19
geminimaliseerde image maken 37
geminimaliseerde image
terugzetten 38
gereedschapsset, herkennen 5
H
headsets aansluiten 19
herstel
media 39
met HP herstelmedia 36
schijven 39
USB-ashdrive 39
herstellen
HP Recovery Manager 37
Ondersteunde schijven 36
opties 37
schijven 36
starten 38
systeem 37
herstelmedia
gebruiken 35
HP Recovery Manager maken
gebruiken
36
herstelpartitie
verwijderen 40
high-denition-apparatuur,
aansluiten 20
hoofdtelefoon aansluiten 18
HP 3D DriveGuard 23
HP bronnen 2
HP herstelmedia
herstel 39
HP Herstelmedia
gebruiken 35
HP Herstelpartitie
herstellen 38
verwijderen 40
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
Fout-id-code 33
gebruiken 33
HP Recovery Manager
opstartproblemen oplossen 39
starten 38
HP Touchpoint Manager 30
I
In-/uitgangen
audio-ingang (microfoon) 8
audio-uitgang (hoofdtelefoon)
11
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/
audio-ingang (microfoon) 8
netwerk 11
RJ-45 (netwerk) 11
informatie zoeken
hardware 4
software 4
44 Index
Internetbeveiligingssoftware,
gebruiken 29
K
kleurzones 6
kleurzones, herkennen 5
knoppen
aan-uit 7
L
lampjes
aan-uit 7
draadloze communicatie 8
RJ-45-netwerkstatus 11
lampjes voor de RJ-45-
netwerkstatus, herkennen 11
lampje voor draadloze
communicatie 8, 14
luidsprekers
verbinding maken 17
M
microfoon aansluiten 19
Miracast 20
N
netvoedingsconnector, herkennen
11
netwerkconnector, herkennen 11
O
OMEN Command Center 6
Omgevingsvereisten 41
onderdelen
rechter 7
terug 10
onderdelen aan de
onderkant 12
onderhoud
HP 3D DriveGuard 23
programma's en
stuurprogramma's bijwerken
24
Onderhoud
Schijfdefragmentatie 23
Schijfopruiming 23
Onderhoud van computer 24
onderkant 13
ondersteunde schijven, herstel 36
ontgrendelingsschuif van het
zijpaneel, herkennen 10
oorspronkelijk systeem, herstellen
37
Openbaar WLAN, verbinding 14
Opstartvolgorde
wijzigen 39
optische uitgang, aansluiten 18
optische uitgang, herkennen 10
Overheidsvoorschriften
Certicatie-etiketten voor
draadloze verbinding 13
voorschriftenetiket 13
P
plaatsen
optionele beveiligingskabel 30
poorten
Miracast 20
USB 3.x HP Sleep and Charge 8
USB 3.x SuperSpeed 8, 11
USB Type-C 8, 10
Productnaam en productnummer,
computer 12
programma's en stuurprogramma's
bijwerken 24
R
reizen met de computer 25
reizen met de computer. 13
RJ-45-netwerkconnector,
herkennen 11
S
Schijfdefragmentatie, software 23
Schijfopruiming, software 23
serienummer, computer 12
servicelabels zoeken 12
Setup Utility (BIOS), wachtwoorden
28
Slaap- en sluimerstand.
initialiseren 21
slaapstand
initialiseren 21
verlaten 21
sleuven
beveiligingskabel 10
geheugenkaartlezer 8
Sluimerstand
initialiseren 21
verlaten 21
software
HP 3D DriveGuard 23
Software
Schijfdefragmentatie 23
Schijfopruiming 23
software-updates installeren 29
standaard 5
systeemherstel 37
systeemherstelpunt
maken 36
systeemherstelpunt, maken 35
T
toegankelijkheid 43
U
USB 3.x-poort met HP Sleep and
Charge, herkennen 8
USB 3.x SuperSpeed-poort,
herkennen 8, 11
USB Type-C poort, herkennen 8, 10
V
ventilatieopeningen, herkennen 5,
10, 12
verbinding maken met een draadloos
netwerk 14
verbinding maken met een LAN 16
verbinding maken met een netwerk
14
Verbinding maken met WLAN 14
vergrendeling van de harde schijf,
herkennen 9
verlichting
aanpassen 6
OMEN Command Center 6
verzenden van de computer 25
video 19
W
Wachtwoorden
Setup Utility (BIOS) 28
Windows 27
Wachtwoorden gebruiken 27
Windows
systeemherstelpunt 35, 36
Windows-hulpprogramma's
gebruiken 36
Windows-wachtwoorden 27
WLAN-apparaat 13
WLAN-etiket 13
Index 45
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55

HP OMEN X Desktop PC - 900-200nf Handleiding

Type
Handleiding