ACCU PLAATSEN EN VERWIJDEREN
Afb. C
Controleer of het oppervlak van de accu en het
gereedschap schoon en droog is voordat de
acculader wordt aangesloten.
• Zorg dat de draairichtingomschakelaar (6, afb. A) in
de middenpositie staat om te voorkomen dat de
machine onverwacht kan worden ingeschakeld.
• Plaats de accu (5) in de voet van de machine, zie
afbeelding. Druk de accu in de houder totdat deze
vastklikt.
• Druk aan weerszijden van de accu op de
vergrendelknoppen (10) voordat u de accu
verwijdert. Neem vervolgens de accu uit de voet van
de machine.
BEDIENING
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht en
volg de desbetreffende instructies zorgvuldig op.
Houd de machine goed vast en druk de boor gelijkmatig
in het oppervlak. Oefen niet te veel druk uit op de
machine.
Gebruik uitsluitend boren die nog geen kenmerken van
slijtage vertonen. Versleten boren hebben een negatief
effect op het functioneren van de machine.
SNELHEID INSTELLEN
De machine biedt twee snelheidsposities.
• Stel de toerentalschakelaar (2) voor langzaam boren
of voor schroeven in-/uitdraaien in op ´1´.
• Stel de toerentalschakelaar voor snel boren in op ´2´.
SCHAKEL NOOIT OM BIJ EEN
DRAAIENDE MACHINE!
DRAAIMOMENT INSTELLEN
Afb. D
De machine is uitgerust met 16 verschillende draai-
momentinstellingen waarmee de kracht voor het in- en
uitdraaien van de schroeven kan worden bepaald.
• Zet de instelring voor het draaimoment (3) op de
gewenste stand.
De instellingen voor het draaimoment waaruit u
kunt kiezen, worden op de instelring met behulp van
de cijfers 1 tot en met 8 en met een punt tussen twee
cijfers voor de tussenliggende standen (totaal 16)
aangegeven.
• Kies bij voorkeur een zo laag mogelijke stand om de
schroef te bewegen. Kies een hogere stand wanneer
de machine slipt.
SCHROEVEN IN- EN UITDRAAIEN
• Zet de draairichtingomschakelaar (6) op stand ´R´
voor het indraaien van schroeven.
• Zet de draairichtingomschakelaar op stand ´L´ voor
het uitdraaien van schroeven.
BOREN
• Zet de instelring voor het draaimoment (3) op de
stand voor boren.
Zorg dat de draairichtingomschakelaar (6) bij
boren altijd op ´R´ staat ingesteld.
IN- EN UITSCHAKELEN
Afb. A
• Druk op de aan/uit-schakelaar (1). U regelt het
toerental van de machine door middel van krachtuit-
oefening op de schakelaar.
• Zodra u de aan/uit-schakelaar (1) loslaat, wordt de
boorkop geremd en stopt met draaien.
• Schuif de draairichtingomschakelaar (6) naar het
midden om de machine in uitgeschakelde toestand te
blokkeren.
Leg de machine pas neer wanneer de motor volledig
stilstaat. Leg de machine niet op een stoffige
ondergrond. Stofdeeltjes kunnen diep in de machine
doordringen.
LADEN VAN DE ACCU
Afb. E
De acculader FASL-1800K2 is uitsluitend geschikt voor
het opladen van accu´s van het type FASB-1800K2.
• Plaats de accu (5) in de acculader (11), zie afbeelding.
Let hierbij op de aanduidingen van de accupolen + en -.
• Steek de stekker van de acculader in het stopcontact.
Het rode lampje voor snelladen (12) gaat nu
branden.
• Zodra het groene lampje (13) voor onderhouds-
lading gaat branden, is het opladen voltooid. De accu
is nu gebruiksklaar.
Gebruik de acculader uitsluitend in een droge
omgeving bij een temperatuur tussen 10°C en 40°C.
De accu van uw boormachine wordt af fabriek
ongeladen geleverd. Voor het eerste gebruik dient de
accu ca. 1-2 uur te worden opgeladen om het volle
vermogen te bereiken.
Het uiteindelijke optimale vermogen van de accu wordt
na 4-5 cycli van opladen/ontladen bereikt.
ONTLADEN VAN DE ACCU
Niet alleen het opladen van accu’s is belangrijk het
ontladen is van even groot, zoniet groter belang.
• Wanneer de accu is opgeladen moet de
accuboormachine net zolang gebruikt worden
totdat u begint te merken dat de kracht van de
boormachine afneemt en dat de boormachine niet
het maximale toerental haalt.
• De accu is nu zo goed als ontladen. Nu pas mag de
accu weer opgeladen worden.
• Gaat u de accu opladen terwijl deze bijvoorbeeld nog
voor eenderde deel aan capaciteit geladen is, dan kan
het zogenaamde ‘geheugeneffect’ optreden. Omdat
bij het opladen nu alleen het ontladen deel van de
accucapaciteit van de accu wordt geactiveerd, kan de
accu in het eenderde nog geladen deel gaan
kristalliseren. Dit deel van de accucapaciteit is daarna
nooit meer bruikbaar.
Ferm 11
êÄÅéíÄ ë àçëíêìåÖçíéå
èË ‡·ÓÚÂ Ò ËÌÒÚÛÏÂÌÚÓÏ ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ
‚Ò„‰‡ Òӷβ‰‡Ú¸ Ô‡‚Ë· ÚÂıÌËÍË
·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË Ë ÒÓÓÚ‚ÂÚÒÚ‚Û˛˘Ë ËÌÒÚÛ͈ËË.
燉ÂÊÌÓ Û‰ÂÊË‚‡fl ËÌÒÚÛÏÂÌÚ ‚ Û͇ı, ‚‚Ó‰ËÚÂ
Ò‚ÂÎÓ Ò ‡‚ÌÓÏÂÌ˚Ï ÛÒËÎËÂÏ ‚ Á‡„ÓÚÓ‚ÍÛ. çÂ
Ô˷„‡ÈÚÂ Í ˜ÂÁÏÂÌÓÏÛ ÛÒËÎ˲. Ç ‡·ÓÚÂ
ËÒÔÓθÁÛÈÚ ÚÓθÍÓ Ò‚Â·, Ì Ëϲ˘Ë ÔËÁ̇ÍÓ‚
ËÁÌÓÒ‡. èËÏÂÌÂÌË ËÁÌÓ¯ÂÌÌ˚ı / Á‡ÚÛÔË‚¯ËıÒfl
Ò‚ÂÎ ÓÚˈ‡ÚÂθÌÓ Ò͇Á˚‚‡ÂÚÒfl ̇ ˝ÙÙÂÍÚË‚ÌÓÒÚË
‡·ÓÚ˚ ËÌÒÚÛÏÂÌÚ‡.
êÖÉìãàêéÇäÄ ëäéêéëíà ÇêÄôÖçàü
àÌÒÚÛÏÂÌÚ ÏÓÊÂÚ ‡·ÓÚ‡Ú¸ ‚ ‰‚Ûı ÒÍÓÓÒÚÌ˚ı
ÂÊËχı Ò‚ÂÎÂÌËfl:
• ÑÎfl Ò‚ÂÎÂÌËfl Ò Ï‡ÎÓÈ ÒÍÓÓÒÚ¸˛ Ë Á‡‚Ë̘˂‡ÌËfl
ËÎË ‚˚‚Ë̘˂‡ÌËfl ¯ÛÛÔÓ‚ ÒÂÎÂÍÚÓÌ˚È
ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ (2) ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌ ‚
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ «1»;
• ë‚ÂÎÂÌËÂ Ò ‚˚ÒÓÍÓÈ ÒÍÓÓÒÚ¸˛ Ó·ÂÒÔ˜˂‡ÂÚÒfl
ÔÂÂÏ¢ÂÌËÂÏ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂÎfl (2) ‚ ÔÓÎÓÊÂÌË «2».
äÄíÖÉéêàóÖëäà áÄèêÖôÄÖíëü
èÖêÖäãûóÄíú ëäéêéëíà èêà
êÄÅéíÄûôÖå àçëíêìåÖçíÖ!
êÖÉìãàêéÇäÄ äêìíüôÖÉé åéåÖçíÄ
êËÒ. D
àÌÒÚÛÏÂÌÚ ÒÔÓÒÓ·ÂÌ Ó·ÂÒÔ˜˂‡Ú¸ ‡Á΢Ì˚È
ÍÛÚfl˘ËÈ ÏÓÏÂÌÚ (16 ÔÓÎÓÊÂÌËÈ) ÔË ‚˚ÔÓÎÌÂÌËË
ÓÔ‡ˆËÈ Á‡Íۘ˂‡ÌËfl / ÓÚÍۘ˂‡ÌËfl ‚ËÌÚÓ‚.
•ë ÔÓÏÓ˘¸˛ „ÛÎflÚÓ‡ ÛÒËÎËfl (3) ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸
Ú·ÛÂÏÛ˛ ‚Â΢ËÌÛ ÍÛÚfl˘Â„Ó ÏÓÏÂÌÚ‡.
å‡ÍËӂ͇ Á̇˜ÂÌËÈ ÛÒËÎËfl ̇ÌÂÒÂÌ˚ ̇
ÍÓθˆÂ‚ÓÈ Â„ÛÎflÚÓ ‚ ‚ˉ ˆËÙ ÓÚ 1 ‰Ó 8 Ë
ÔÓÏÂÊÛÚÓ˜Ì˚ÏË Á̇˜ÂÌËflÏË ‚ ‚ˉ ÚÓ˜ÂÍ
ÏÂÊ‰Û ˆËÙ‡ÏË (‚ÒÂ„Ó 16 ÔÓÎÓÊÂÌËÈ).
• è‰ÔÓ˜ÚËÚÂθÌÓ ÒΉÛÂÚ ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡Ú¸
‚Â΢ËÌÛ ÛÒËÎËfl ̇ ÏËÌËχθÌÓ Á̇˜ÂÌËÂ, ‡ ‚
ÒÎÛ˜‡Â «ÔÓ·ÛÍÒÓ‚˚‚‡ÌËfl» ˝ÎÂÍÚÓÏÓÚÓ‡ ‚
ÔÓˆÂÒÒ ‡·ÓÚ˚ - Û‚Â΢ËÚ¸ Á̇˜ÂÌË ‰Ó
ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ„Ó ÛÓ‚Ìfl.
áÄäêìóàÇÄçàÖ/ éíäêìóàÇÄçàÖ
ÇàçíéÇ
• ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ̇ԇ‚ÎÂÌËfl
‚‡˘ÂÌËfl (6) ‚ ÔÓÎÓÊÂÌË «R» (‚Ô‡‚Ó) ‰Îfl
Á‡Íۘ˂‡ÌËfl ‚ËÌÚÓ‚;
• ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ̇ԇ‚ÎÂÌËfl
‚‡˘ÂÌËfl (6) ‚ ÔÓÎÓÊÂÌË «L» (‚΂Ó) ‰Îfl
ÓÚÍۘ˂‡ÌËfl ‚ËÌÚÓ‚.
ëÇÖêãÖçàÖ
• ë‚ÂÎÂÌË ÔÓËÁ‚Ó‰ËÚÒfl ÔË Â„ÛÎflÚÓÂ
ÍÛÚfl˘Â„Ó ÏÓÏÂÌÚ‡ (3) ‚ ÔÓÎÓÊÂÌËË,
ÒÓÓÚ‚ÂÚÒÚ‚Û˛˘ÂÏ ‚˚ÔÓÎÌflÂÏÓÈ ÓÔ‡ˆËË.
è‰ ̇˜‡ÎÓÏ Ò‚ÂÎÂÌËfl ۷‰ËÚÂÒ¸, ˜ÚÓ
ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ̇ԇ‚ÎÂÌËfl ‚‡˘ÂÌËfl (6)
̇ıÓ‰ËÚÒfl ‚ ÔÓÎÓÊÂÌËË «R».
ÇäãûóÖçàÖ/ ÇõäãûóÖçàÖ
àçëíêìåÖçíÄ
êËÒ. A
• ç‡Ê‡Ú¸ ̇ ÍÌÓÔÍÛ ‚˚Íβ˜‡ÚÂÎfl (1). ê„ÛÎËӂ͇
ÒÍÓÓÒÚË ‚‡˘ÂÌËfl Ó·ÂÒÔ˜˂‡ÂÚÒfl ÒËÎÓÈ
̇ʇÚËfl ̇ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ.
• éÚÔÛÒ͇ÌË ÍÌÓÔÍË ‚˚Íβ˜‡ÚÂÎfl (1) ‚˚Á˚‚‡ÂÚ
ÌÂωÎÂÌÌÓ ‚˚Íβ˜ÂÌË ËÌÒÚÛÏÂÌÚ‡.
• ÅÎÓÍËӂ͇ ‚Íβ˜ÂÌËfl ËÌÒÚÛÏÂÌÚ‡
Ó·ÂÒÔ˜˂‡ÂÚÒfl ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÍÓÈ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂÎfl
‚‡˘ÂÌËfl (6) ‚ ҉̠ÔÓÎÓÊÂÌËÂ.
ç ‡Á¯‡ÂÚÒfl ÓÚÍ·‰˚‚‡Ú¸ ËÌÒÚÛÏÂÌÚ ‚ ÒÚÓÓÌÛ
‰Ó ÔÓÎÌÓÈ ÓÒÚ‡ÌÓ‚ÍË ‚‡˘ÂÌËfl ¯ÔË̉ÂÎfl. ÇÓ
ËÁ·ÂʇÌË ÔÓÔ‡‰‡ÌËfl Ô˚ÎË ‚ÌÛÚ¸ ËÌÒÚÛÏÂÌÚ‡ „Ó
ÌÂθÁfl Í·ÒÚ¸ Ë ı‡ÌËÚ¸ ̇ Á‡Ô˚ÎÂÌÌ˚ı ÔÓ‚ÂıÌÓÒÚflı.
áÄêüÑäÄ ÄääìåìãüíéêÄ
êËÒ. E
á‡fl‰ÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó FASL-1800K2 ÍÓÌÒÚÛÍÚË‚ÌÓ
Ô‰̇Á̇˜ÂÌÓ ‰Îfl ‡·ÓÚ˚ ËÒÍβ˜ËÚÂθÌÓ Ò
‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓÌ˚ÏË ·‡Ú‡ÂflÏË ÏÓ‰ÂÎË FASB-1800K2.
• ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓÌÛ˛ ·‡Ú‡Â˛ (5) ‚ Á‡fl‰ÌÓÂ
ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó (11), Í‡Í ÔÓ͇Á‡ÌÓ Ì‡ ËÎβÒÚ‡ˆËË. çÂ
Á‡·˚‚‡ÈÚ Òӷβ‰‡Ú¸ ÔÓÎflÌÓÒÚ¸.
• èÓ‰Íβ˜ËÚ¸ Á‡fl‰ÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó Í ÒÂÚË
˝ÎÂÍÚÓÔËÚ‡ÌËfl, ÔË ˝ÚÓÏ ‰ÓÎÊÂÌ Á‡„ÓÂÚ¸Òfl
Ë̉Ë͇ÚÓ «·˚ÒÚÓÈ Á‡fl‰ÍË» (12) ͇ÒÌÓ„Ó ˆ‚ÂÚ‡.
• ÇÍβ˜ÂÌË Ë̉Ë͇ÚÓ‡ ÁÂÎÂÌÓ„Ó ˆ‚ÂÚ‡ (13)
Û͇Á˚‚‡ÂÚ Ì‡ ÚÓ, ˜ÚÓ ·‡Ú‡Âfl ÔÓÎÌÓÒÚ¸˛ Á‡flÊÂ̇
Ë „ÓÚÓ‚‡ Í ‡·ÓÚÂ.
á‡fl‰ÌÓ ÛÒÚÓÈÒÚ‚Ó ‰ÓÎÊÌÓ
ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸Òfl ‚ ÛÒÎÓ‚Ëflı ÒÛıÓ„Ó ÔÓÏ¢ÂÌËfl ‚
‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ ÚÂÏÔ‡ÚÛ ÓÚ +10°ë ‰Ó +40°ë.
ç‡ ÏÓÏÂÌÚ ÔËÓ·ÂÚÂÌËfl ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ ‚‡¯Â„Ó
ËÌÒÚÛÏÂÌÚ‡ Ì Á‡flÊÂÌ, ÔÓ˝ÚÓÏÛ Ô‰ Ô‚˚Ï
ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËÂÏ Â„Ó ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ Á‡flʇڸ ‚ Ú˜ÂÌËÂ
1 - 2 ˜‡ÒÓ‚ ‰Îfl ̇·Ó‡ ËÏ Ò‚ÓÂÈ ÔÓÎÌÓÈ fiÏÍÓÒÚË.
á‡fl‰Í‡ ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ‡ ̇ ÔÓÎÌÛ˛ ÏÓ˘ÌÓÒÚ¸ ÏÓÊÂÚ
·˚Ú¸ ‰ÓÒÚË„ÌÛÚ‡ ÔÓÒΠ4 - 5 Ò‡ÌÒÓ‚ ÔÓ‰Á‡fl‰ÍË.
êÄáêüÑäÄ ÄääìåìãüíéêÄ
LJÊ̇ Ì ÚÓθÍÓ Á‡fl‰Í‡ ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ‡.
ç‡ÒÚÓθÍÓ ÊÂ, ‡ ÏÓÊÂÚ, Ë ·ÓΠ‚‡Ê̇ „Ó
‡Áfl‰Í‡.
• äÓ„‰‡ ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ Á‡flÊÂÌ, ÏÓÊÌÓ ÔÓθÁÓ‚‡Ú¸Òfl
·ÂÒÔÓ‚ÓÎÓ˜ÌÓÈ ‰Âθ˛, ÔÓ͇ Ì ̇˜ÌÂÚÂ
Á‡Ï˜‡Ú¸, ˜ÚÓ ÏÓ˘ÌÓÒÚ¸ ‰ÂÎË Ô‡‰‡ÂÚ Ë
χÍÒËχθ̇fl ÒÍÓÓÒÚ¸ ‚‡˘ÂÌËfl ÌÂ
‰ÓÒÚË„‡ÂÚÒfl.
• íÓ„‰‡ ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ ÔÓ˜ÚË ‡ÁflÊÂÌ. íÓθÍÓ
ÚÂÔ¸ ÏÓÊÌÓ Ì‡˜Ë̇ڸ Â„Ó Á‡fl‰ÍÛ.
• á‡fl‰Í‡ ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ‡, ÍÓ„‰‡ ÓÌ Â˘Â Á‡flÊÂÌ,
Ò͇ÊÂÏ, ̇ ÚÂÚ¸ ÂÏÍÓÒÚË, ÏÓÊÂÚ ÔË‚ÂÒÚË Í
‚ÓÁÌËÍÌÓ‚ÂÌ˲ Ú‡Í Ì‡Á˚‚‡ÂÏÓ„Ó "˝ÙÙÂÍÚ‡
Ô‡ÏflÚË". èÓÒÍÓθÍÛ ÔË Á‡fl‰Í Á‡flʇÂÚÒfl Î˯¸
‡ÁflÊÂÌ̇fl ˜‡ÒÚ¸ ÂÏÍÓÒÚË ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ‡, ÚÓ ‚
ÓÒÚ‡‚¯ÂÈÒfl Á‡flÊÂÌÌÓÈ ÚÂÚË ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ‡
ÏÓÊÂÚ Ì‡˜‡Ú¸Òfl ÍËÒÚ‡ÎÎËÁ‡ˆËfl. ùÚ‡ ˜‡ÒÚ¸
ÂÏÍÓÒÚË ‡ÍÍÛÏÛÎflÚÓ‡ ÛÊ ÌËÍÓ„‰‡ Ì ÒÏÓÊÂÚ
ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸Òfl.
50 Ferm