9
door de fabrikant, zijn dealer of vergelijkbare, erkende personen
vervangen worden om gevaar te vermijden.
Opmerkingen voor het gebruik
Uitpakken
1. Verwijder alle verpakkingsmaterialen, zoals folies, vulma-
terialen, kabelbinders en kartonverpakking.
2. Wikkel de kabel a.u.b. compleet af.
Elektrische aansluiting
1. Waarborg dat de apparaatspanning (zie typeplaatje) en
de netspanning overeenkomen.
2. Zet de schakelaars op resp. op de laagste stand.
3. Sluit de netstekker alleen aan op een correct geïnstal-
leerde en geaarde contactdoos.
Aansluitwaarde
In totaal kan het station een vermogen van 2000 W opne-
men. Bij een dergelijke aansluitwaarde is het raadzaam, te
voorzien in een gescheiden toevoer met een zekering via
een 16 A veiligheidsschakelaar voor huishoudelijk gebruik.
LET OP: Overbelasting
• Wanneer u verlengsnoeren gebruikt, moeten deze
minimaal een diameter van 1,5 mm² hebben.
• Gebruik géén meervoudige contactdozen omdat dit
apparaat te veel vermogen heeft.
Functieschakelaar
= Uit
= Koele lucht
= Warme lucht (1000 W)
= Warme lucht (2000 W)
OPMERKING:
Kies een klein vermogen voor bijv. een kleine ruimte.
Wanneer dit vermogen niet voldoende is, schakelt u over
naar de hoge stand.
Instellen van de temperatuur
De thermostaat zorgt door regelmatig in- en uitschakelen
van het verwarmingstoestel voor het aanhouden van de
gewenste temperatuur.
Hoogste stand
Laagste stand
Om de thermostaatinstelling te vinden, gaat u als volgt te
werk:
1. Zet de thermostaatregelaar op de hoogste stand.
2. Zodra de gewenste temperatuur bereikt is, draait u de
thermostaatregelaar langzaam terug totdat het verwar-
mingsapparaat uitschakelt. Het controlelampje aan de
schakelaar dooft.
Het verwarmingstoestel houdt vervolgens automatisch de
gewenste temperatuur aan.
LET OP:
Wanneer u het apparaat niet meer gebruikt, dient u altijd
de netstekker uit de contactdoos te trekken.
Koude lucht
Wanneer u het apparaat als ventilator wilt gebruiken, zet u
de functieschakelaar op het ventilatorsymbool en draait u
de temperatuurregelaar naar de hoogste stand.
Na het gebruik
Om het apparaat uit te schakelen, zet u de schakelaar op
de laagste stand of op en trekt vervolgens de netstekker
uit de contactdoos. Het controlelampje dooft.
Oververhittingsbeveiliging
• Het apparaat is voorzien van een oververhittingsbevei-
liging (thermosensor) die het apparaat bij oververhitting
automatisch uitschakelt. Zet de functieschakelaar op
en trek de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat
ong. 10 minuten afkoelen voordat u het weer inschakelt.
• Wanneer de oververhittingsbeveiliging het apparaat na
korte tijd weer uitschakelt, is er vermoedelijk sprake van
een defect. Schakel in dat geval het apparaat weer uit en
trek de stekker uit het stopcontact.
• Laat het toestel door de verkoper of onze service
controleren.
Reiniging
WAARSCHUWING:
• Trek vóór de reiniging van het apparaat altijd de steker
uit de contactdoos.
• Wacht totdat het apparaat volledig is afgekoeld!
• Dompel het apparaat voor de reiniging niet onder wa-
ter. Dit zou tot een elektrische schok of brand kunnen
leiden.
LET OP:
• Gebruik geen draadborstel of andere schurende
voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmid-
delen.