ProForm PETL49817 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnummer PETL49817.0
Serienummer
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere naslag.
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze
handleiding door voordat u dit
apparaat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Serienummer-
sticker
iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
iconsupport.eu
Email:
2
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de Engelse
waarschuwingen op de aangegeven locatie. Deze
tekening toont de locaties van de waarschuwings-
stickers. Bel, wanneer een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is, het nummer op de voorkant
van deze handleiding en vraag om een gratis
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Let op: De stickers worden
mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE LOOPBAND GEBRUIKEN ................................................................12
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ................................................21
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
INFORMATIE OVER RECYCLING ......................................................Achterzijde
INHOUDSOPGAVE
PROFORM en IFIT zijn geregistreerde handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. App store is een handels-
merk van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van
Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG,
Inc. en in licentie worden gebruikt. IOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en in
andere landen en worden in licentie gebruikt.
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van alle waarschuwingen en alle
voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Het is niet de bedoeling dat de loopband
wordt gebruikt door mensen met mentale,
sensitieve of fysieke beperkingen of gebrek
aan ervaring en kennis, tenzij zij onder
supervisie of instructie staan betreffende het
gebruik van de loopband door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
4. Gebruik de loopband alleen zoals
beschreven.
5. De loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
6. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
7. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen enkele luchtopening
blokkeert. Leg een matje onder de loop-
band om de vloer of de vloerbedekking te
beschermen.
8. Gebruik de loopband niet daar waar spuit-
bussen gebruikt worden of waar zuurstof
beheerd wordt.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
10. De loopband zou niet door personen die
meer dan 115 kg wegen gebruikt mogen
worden.
11. Laat nooit meer dan één persoon tegelijker-
tijd op de loopband.
12. Draag juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die in
de loopband verstrikt kan raken. Atletische
ondersteunende kleding wordt zowel voor
mannen als voor vrouwen aanbevolen. Draag
altijd sportschoenen. Gebruik de loopband
nooit op blote voeten, nooit op sokken, of
met sandalen.
13. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 12). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangesloten
zijn.
14. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3 conductor, 2 mm
2
snoer van
maximaal 1,5 m.
15. Houd het stroomsnoer uit de buurt van ver-
warmde oppervlakken.
16. Loop nooit op de loopband wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of
de stekker beschadigd is. Gebruik de loop-
band niet wanneer deze niet goed werkt.
(Zie ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN op bladzijde 22 als de loopband
niet goed werkt.)
17. Lees de noodstop procedure grondig door
en test deze voordat u de loopband gaat
gebruiken (raadpleeg HET APPARAAT
INSCHAKELEN op bladzijde 14). Draag altijd
de clip tijdens het gebruik van de loopband.
18. Sta altijd op de voetleuningen wanneer de
loopband wordt gestart of gestopt. Houd bij
gebruik van de loopband de handleuningen
altijd vast.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op de loopband voordat u deze gebruikt om het risico op
brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Als een persoon op de loopband loopt,
zal het geluidsniveau van de loopband
toenemen.
20. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende loopband.
21. De loopband kan hoge snelheden bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
22. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij het oefenen.
23. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, zet
de stroomschakelaar in de stand Off (uit)
(zie tekening op bladzijde 5 voor de loca-
tie van de stroomschakelaar) en haal het
stroomsnoer uit het stopcontact als de loop-
band niet wordt gebruikt.
24. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
bladzijde 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN
EN VERPLAATSEN op bladzijde 21). U moet
in staat zijn om 20 kg veilig op te kunnen
tillen om de loopband te verplaatsen.
25. Zorg ervoor dat de opbergvergrendeling het
onderstel stevig in de opbergstand houdt tij-
dens het inklappen of het verplaatsen van de
loopband. Gebruik de loopband niet als deze
is ingevouwen.
26. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
27. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
28. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de loopband en draai ze goed vast.
29. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend door een
erkende onderhoudsmonteur uitgevoerd te
worden.
30. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met af te koelen als u tijdens het
oefenen uitgeput raakt, kortademig wordt of
pijn voelt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe
PROFORM
®
205 CST loopband. De 205 CST loop-
band biedt een reeks functies die zijn ontwikkeld
om uw oefeningen effectiever te maken. Als u geen
oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvou-
wen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte
inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorg-
vuldig door voordat u de loopband begint te
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Noteer het productmodelnum-
mer en het serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn.
De plaats waar u de sticker van het modelnummer en
het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de
volgende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Bedieningspaneel
Sleutel/Clip
Stroomschakelaar
Band
Motorkap
Wiel
Voetleuning
Schroeven van de Spanrol
Accessoireshouder
Kussen van het Loopvlak
Lengte: 165 cm
Breedte: 74 cm
Gewicht: 56 kg
6
3/8" x 2 3/4" Schroef (2)–2
3/8" x 3/4"
Schroef (3)–2
3/8" x 2 1/4" Schroef (1)–2
M10 Sterring (5)–2
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Gebruik de onderstaande tekeningen om kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere
tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding.
Het nummer naast het sleutelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als een onder-
deel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd.
7
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Leg alle onderdelen op een open plek en ver-
wijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Er kan na verzending een vettige substantie
op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is
normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant van
de loopband bevinden, veeg dit dan weg met
een zachte doek en een mild, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 6.
Linker onderdelen worden met “L” of “Left” aan-
gegeven en rechter onderdelen worden met “R”
of “Right” aangegeven.
Voor de montage heeft u het volgende gereed-
schap nodig:
de meegeleverde inbussleutels
één instelbare sleutel
één Philips schroevendraaier
Om schade aan de onderdelen te vermij-
den, dient u nooit elektrisch gereedschap te
gebruiken.
MONTAGE
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• documenteert uw eigendom
activeert uw garantie
garandeert eersteklas klantenondersteuning
als u ooit hulp nodig heeft
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
bel dan met de Klantenservice (zie de kaft van
deze handleiding) en registreer uw product.
1
8
2. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Draai de Rechter- en de Linkerachtervoet
(66, 67) omlaag uit de transportstand zoals
afgebeeld.
Breng, met de hulp van een tweede persoon, de
Linker- en de Rechterstaander (94, 95) voorzich-
tig in de verticale stand.
BELANGRIJK: Gebruik de loopband niet met
de Achtervoeten (66, 67) in de transportstand.
94
2
95
3
3
83
95
1
67
66
3. Draai vervolgens een 3/8" x 2 1/4" Schroef (1)
en een 3/8" x 3/4" Schroef (3) in de Basis (83)
en in de Rechterstaander (95) zoals afgebeeld;
draai de Schroeven nog niet volledig vast.
Herhaal deze stap voor de linkerkant van de
loopband.
Maak vervolgens alle vier Schroeven (1, 3) vast.
9
5
2
5
91
4. Draai de Handleuningen (91) omlaag in de hori-
zontale stand.
4
91
91
2
5
91
5. Draai een 3/8" x 2 3/4" Schroef (2) met een
M10 Sterring (5) in de onderkant van elke
Handleuning (91) zoals afgebeeld; draai de
Schroeven stevig vast.
10
6. Schuif de Binnenkap van de Rechterstaander
(100) tussen de Rechterstaander (95) en de
Motorkap (69). Druk de Buitenkap van de
Rechterstaander (101) tegen de Binnenkap van
de Rechterstaander tot ze in elkaar vastklikken.
Herhaal deze stap voor de linkerkant van de
loopband.
100
69
101
6
95
83
93
62
4
48
A
7
7. Til het Onderstel (62) rechtop. Laat een tweede
persoon het Onderstel vasthouden totdat
stap 8 voltooid is.
Verwijder de M8 Moer (48) en de M8 x 35mm
Bout (4) uit de beugel op de Basis (83).
Draai vervolgens de Opbergvergrendeling (93)
zoals afgebeeld.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (93) aan beugel op de
Basis (83) met een M8 x 35mm Bout (4) en een
M8 Moer (48).
Til de Opbergvergrendeling (93) vervolgens naar
een verticale stand en verwijder de draadband
(A).
11
62
9
48
B
93
8
8. Verwijder de M8 Moer (48) en de M8 x 52mm
Bout (9) uit de beugel op het Onderstel (62).
Lijn het bovenste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (93) uit met de beugel op het
Onderstel (62) en steek de M8 x 52mm Bout
(9) door de beugel en de Opbergvergrendeling.
Hierdoor wordt een tussenstuk (B) uit de
Opbergvergrendeling geduwd; gooi het tus-
senstuk weg.
Draai vervolgens de M8 Moer (48) op de M8 x
52mm Bout (9). Draai de Moer niet te vast;
de Opbergvergrendeling (93) moet kunnen
draaien.
Breng het Onderstel (62) omlaag (zie DE
LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK op
bladzijde 21).
9. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Plaats een mat onder de loopband
om de vloer of het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht om schade aan de
loopband te voorkomen. Berg de meegeleverde inbussleutel op een veilige plaats op. Een van de inbussleu-
tels wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie bladzijde 24). Let op: Er kunnen extra onderdelen
zijn meegeleverd.
12
DE LOOPBAND GEBRUIKEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle
plaatselijke regelingen.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
13
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in
andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak
de waarschuwingssticker in het Nederlands op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
reeks functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen
effectiever te maken. U kunt wanneer u de handma-
tige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van
de loopband veranderen door een druk op een toets.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel door-
lopende feedback over uw oefening geven. U kunt
zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van
de ingebouwde handgreep-hartslagmonitor of door
middel van een geschikte hartslagmonitor. Zie blad-
zijde 20 voor informatie over het kopen van een
borstkas-hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel biedt ook een selectie vooraf
ingestelde oefeningen die zijn ontwikkeld om u te
helpen bij het verbranden van calorieën en uw hart- en
vaatsysteem versterken. Elke oefening regelt de snel-
heid en de helling van de loopband als het u door een
effectieve oefeningsessie begeleidt.
U kunt ook uw tablet op het bedieningspaneel aanslui-
ten en een iFit
®
Bluetooth Tablet app gebruiken om uw
oefening-informatie vast te leggen en bij te houden.
U kunt zelfs, tijdens het oefenen, via het geluidssys-
teem van het bedieningspaneel naar uw favoriete
oefening muziek of audioboeken luisteren.
Om het apparaat aan te zetten, zie bladzijde 14. Om
de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde
14. Voor gebruik van een vooraf ingestelde oefe-
ning, zie bladzijde 16. Om uw tablet aan te sluiten
op het bedieningspaneel, zie bladzijde 17. Om
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 18. Voor gebruik van de
instellingenmodus, zie bladzijde 18. Voor gebruik
van het geluidssysteem, zie bladzijde 19. Voor
gebruik van het kussensysteem, zie bladzijde 20.
BELANGRIJK: Als er een velletje plastic op het
bedieningspaneel zit, verwijder dat dan. Draag
alleen schone trainingsschoenen wanneer u
de loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. Bekijk de eerste keer dat
u de loopband gebruikt, de uitlijning van de band
en leg, indien nodig, de band in het midden (zie
bladzijde 24).
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Zie DE
INSTELLINGENMODUS op bladzijde 18 om te ont-
dekken welk meeteenheid gekozen is. Druk op de
toets St/M (standaard/metrisch) om de meeteenheid
te wijzigen. Om het eenvoudig te houden, verwijzen
alle instructies in dit gedeelte van de handleiding naar
kilometers.
ETPE49817
(PETL49817)
DIAGRAM VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
14
HET APPARAAT INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek de stekker van het
stroomsnoer in het stopcon-
tact (zie bladzijde 12). Zoek
vervolgens naar de stroom-
schakelaar op het onderstel
van de loopband bij het
stroomsnoer. Zorg ervoor dat
de schakelaar in de resetstand staat.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel kan zijn
uitgerust met een displaydemostand, die ont-
wikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerd in een winkel. Als de displays oplich-
ten als het stroomsnoer wordt ingestoken en de
stroomschakelaar in de resetstand is gezet, gaat
de demostand aan. Houd de toets Stop enkele
lang seconden ingedrukt om de demo instelling
uit te schakelen. Zie DE INSTELLINGENMODUS op
bladzijde 18 om de demo instelling uit te schakelen
wanneer de displays blijven branden.
Ga vervolgens op de
voetleuningen van
de loopband staan.
Zoek naar de clip die
aan de sleutel vastzit
en schuif de clip op
de tailleband van
uw kleding. Plaats
de sleutel in het
bedieningspaneel.
Kort daarna zal de
display oplichten.
BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
BELANGRIJK: Volg voordat u de loopband gaat
gebruiken, de volgende stappen om er voor te
zorgen dat het bedieningspaneel het juiste hel-
lingniveau van de loopband aangeeft: Druk eerst
eenmaal op de toenametoets Incline (helling).
Druk vervolgens op de afnametoets Incline of de
onderste toets Quick Grade (directe helling) om de
loopband in de laagste stand te zetten. Wanneer
het onderstel niet meer beweegt is de loopband
klaar voor gebruik.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Wanneer de sleutel wordt ingestoken dan zal de
handmatige instelling worden gekozen. Indien u
een oefening heeft geselecteerd, drukt u op de
toets Manual Control (handmatige bediening). Er
moeten alleen nullen verschijnen op het display.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets Start
of op een van de genummerde snelheidstoetsen
Quick (direct).
Indien u drukt op de toets Start, zal de loopband
beginnen te bewegen met een snelheid van
2 km/u. U kunt tijdens het oefenen de snelheid van
de loopband naar wens veranderen door op de
toenametoets of afnametoets Speed (snelheid) te
drukken. Steeds als u een van de toetsen indrukt
zal de snelheidsinstelling met kleine stapjes veran-
deren; indien u de toets ingedrukt houdt, verandert
de snelheidsinstelling steeds sneller.
Indien u drukt op een van de genummerde
snelheidstoetsen Quick, zal de snelheid van de
loopband geleidelijk worden aangepast tot het de
gewenste snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop-
band opnieuw te starten, druk op de toets Start, de
toenametoets Speed of een van de genummerde
snelheidstoetsen Quick.
Resetten
ETPE49817
(PETL49817)
Clip
Sleutel
15
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toenametoets en de afnametoets Incline
(helling) of een van de genummerde toetsen Quick
Grade (directe helling). Elke keer als u op de
toenametoets of afnametoets Incline drukt, ver-
andert de helling met 0,5%. Als u op een van de
genummerde toetsen Quick Grade drukt, dan zal
de helling zich geleidelijk veranderen tot deze de
geselecteerde hellinginstelling bereikt.
5. Volg uw vordering op de display.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Wanneer de handmatige
instelling en de meeste vooraf ingestelde oefe-
ningen worden gekozen zal deze display het
geschatte aantal calorieën dat u verbrand heeft
aangeven. Wanneer calorie-oefeningen worden
gekozen, zal deze display het geschatte aantal
calorieën dat u nog moet verbranden met de oefe-
ning aangeven.
CALS/HR (calorieën per uur) – Het geschatte
aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
MI of KI (afstand) – De afstand die u in mijlen of
kilometers heeft gelopen of gerend. Druk op de
toets St/M (standaard/metrisch) om de meeteen-
heid te wijzigen.
%Grade (helling) – Het hellingniveau van de
loopband.
Pace (tempo) – Uw snelheid in minuten per mijl of
minuten per kilometer. Druk op de toets St/M om
de meeteenheid te wijzigen.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u de hartslagmonitor met handgreep gebruikt of
een geschikte borstkashartslagmonitor (zie stap 6
op bladzijde 16).
MPH of KPH (snelheid) – Uw trapsnelheid in mij-
len of kilometers per uur. Druk op de toets St/M om
de meeteenheid te wijzigen.
Time (tijd) – In de manuele instelling toont deze
weergave de verstreken tijd. Wanneer een vooraf
ingestelde oefening is geselecteerd, de resterende
tijd van de oefening.
VRT FT of VRT M (verticale afstand) – De
afstand die u lopend of rennend heeft afgelegd in
verticale meters of verticale feet.
Druk herhaalde-
lijk op de toets
Display (A) om de
gewenste oefenin-
ginformatie op de
display te zien.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft ook een
scanmodus waarmee oefeninginformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Om de scanmo-
dus aan te zetten, drukt u op de toets Scan (B); de
scan-indicator (D) zal op het display aangaan.
Om de scancyclus handmatig verder te laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Scan.
Om de scanmodus uit te zetten, drukt u op de
toets Display; de scanindicator en het woord SCAN
gaan dan uit.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om alleen
de gewenste oefeninginformatie in een herhalende
cyclus te zien.
Om de scanmodus aan te passen, drukt u eerst
herhaaldelijk op de toets Display tot de oefeningin-
formatie die u wilt toevoegen of verwijderen uit de
scancyclus in de display verschijnt.
Druk vervolgens op de toets Add/Remove
(toevoegen/verwijderen) (C) om oefeninginfor-
matie toe te voegen aan of te verwijderen uit de
scancyclus. Wanneer oefeninginformatie wordt
toegevoegd, zal de indicator ervan aan gaan in
de display. Wanneer oefeninginformatie wordt
verwijderd, zal de indicator uitgaan.
Druk vervolgens op de toets Scan om de scanmo-
dus aan te zetten.
Om de display te resetten drukt u twee keer op de
toets Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de
sleutel er weer in.
AB
C
D
16
6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te maken
van de ingebouwde handgreep-hartslagmonitor of
door middel van de bijbehorende borstkas-hart-
slagmonitor. Zie bladzijde 20 voor informatie
over het kopen van een optionele borst-
kas-hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren. Om
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 18.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Verwijder de
plastic velletjes
van de metalen
contactpunten
voordat u de
handgreep-hart-
slagmonitor
gaat gebruiken.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, stap vervolgens op de
voetleuningen en plaats uw handen op de meta-
len contactpunten – beweeg uw handen niet. Uw
hartslag zal worden weergegeven wanneer uw pols
gemeten kan worden. Houd de contactpunten
ongeveer 15 seconden lang vast voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets Stop
en stel de helling van de loopband af op nul. De
helling moet op nul staan als u de loopband in
de opbergstand inklapt, anders kunt u de loop-
band beschadigen. Trek vervolgens de sleutel uit
het bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, zet u de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
14.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren
drukt u herhaaldelijk op de toets Incline (helling),
de toets Calorie, de toets Interval of de toets Speed
(snelheid) totdat de gewenste oefening op de dis-
play verschijnt.
Een paar seconden nadat u een oefening heeft
geselecteerd verschijnt de tijd, de afstand en de
maximum snelheidsinstelling van de oefening in de
display gedurende een paar seconden.
3. Start de loopband.
Druk op de toets Start. Even nadat u op de toets
heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de eerste snelheid- en hellingsin-
stelling van de oefening. Houd de handleuningen
vast en begin te lopen.
Elk oefenprogramma is onderverdeeld in ver-
schillende segmenten van 1 minuut. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor
elk segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde
snelheid- en/of hellingsinstelling kan worden gepro-
grammeerd voor opeenvolgende onderdelen.
Als een andere snelheids- en/of hellinginstelling is
geprogrammeerd voor het volgende segment, dan
zal de snelheids- of hellinginstelling in het display
knipperen om u te waarschuwen. De loopband zal
dan automatisch de nieuwe snelheids- of hellingin-
stelling van het volgende segment instellen.
De oefening zal zo door gaan tot het laatste
segment eindigt. De band zal dan langzaam tot
stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling voor het
huidige onderdeel te hoog of te laag staat, dan
kunt u de instelling handmatig overschrijven door
te drukken op de toetsen Speed en Incline, als het
huidige segment van de oefening eindigt, dan
zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheid- en hellinginstellingen voor het
volgende onderdeel.
Contactpunten
17
Druk op de toets Stop om de oefening op enig mo-
ment te stoppen. Druk op de toets Start om de oe-
fening te hervatten. De loopband zal met een snel-
heid van 2 km/u beginnen te draaien. Echter, als
het volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid- en hellinginstellingen voor dat onderdeel.
4. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 5 op bladzijde 15.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 16.
6. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 16.
UW TABLET OP HET BEDIENINGSPANEEL
AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt BLUETOOTH-
verbindingen naar tablets via de iFit Bluetooth Tablet
app en naar compatibele hartslagmonitoren. Let
op: Andere BLUETOOTH-verbindingen worden niet
ondersteund.
1. Download en installeer de iFit Bluetooth Tablet
app op uw tablet.
Open op uw iOS
®
of Android™ tablet, de App
Store℠ of de Google Play™ store, zoek naar de
gratis iFit Bluetooth Tablet app, en installeer dan
de app op uw tablet. Zorg ervoor dat de optie
BLUETOOTH op uw tablet is ingeschakeld.
Open dan de iFit Bluetooth Tablet app en volg de
instructies om een iFit-account aan te maken en
instellingen aan te passen.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor en uw tablet
aansluit op het bedieningspaneel, dient u de hart-
slagmonitor eerder dan de tablet aan te sluiten.
Zie UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP
HET BEDIENINGSPANEEL op bladzijde 18.
3. Uw tablet aansluiten op het bedieningspaneel.
Druk op de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel; het koppelingsnummer van het
bedieningspaneel zal in de display verschijnen.
Volg vervolgens de instructies op de iFit Bluetooth
Tablet app om uw tablet op het bedieningspaneel
aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gekomen dan zal
de LED-verlichting op het bedieningspaneel blauw
branden.
4. Uw oefeninginformatie opslaan en volgen.
Volg de instructies op de iFit Bluetooth Tablet app
om uw oefeninginformatie vast te leggen en bij te
houden.
18
5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het
bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie
in de iFit Bluetooth Tablet app te selecteren.
Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel
om uw BLUETOOTH Smart hartslagmonitor met het
bedieningspaneel te verbinden; het koppelingsnummer
van het bedieningspaneel zal in het display verschij-
nen. Wanneer een verbinding tot stand is gekomen zal
de LED-verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Indien er meer dan één geschikte hartslagmo-
nitor in de buurt is van het bedieningspaneel, zal het
bedieningspaneel verbinding maken met de hartslag-
monitor met het sterkste signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets iFit Sync op het
bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting
groen gaat branden.
Let op: Alle BLUETOOTH-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
DE INSTELLINGENMODUS
1. Selecteer de instellingenmodus.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingen te kiezen. Het eerste instellingen-
scherm verschijnt op de display. Let op: Als een
oefening heeft geselecteerd, moet u mogelijk
herhaaldelijk op de toets Stop drukken om terug te
keren naar het hoofdmenu voordat u de instellin-
genmodus selecteert.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
U kunt door verschillende instellingsschermen
navigeren wanneer u de instellingenmodus heeft
gekozen. Druk herhaaldelijk op de toets Stop om
het gewenste instellingenscherm te kiezen.
3. Verander desgewenst instellingen.
Softwareversienummer – Het softwareversienum-
mer zal in de display verschijnen.
Hellingsysteemkalibratie – De letters CAL (kali-
bratie) zullen in het display verschijnen. Als het
hellingsysteem niet goed functioneert, moet het
mogelijk worden geijkt. Druk op de toenametoets
of afnametoets Incline (helling) om het hellingsys-
teem te ijken. De loopband zal automatisch naar
het maximum hellingniveau stijgen en dan naar het
minimumniveau terugkeren. Wanneer het platform
stopt met bewegen, is het hellingsysteem geijkt.
Meeteenheid – De momenteel geselecteerde
meeteenheid verschijnt in de display. Het bedie-
ningspaneel kan snelheid en afstand weergeven
in standaard of metrische meeteenheden. Druk op
de toenametoets Speed (snelheid) om de mee-
teenheid te wijzigen. Selecteer Std (standaard) om
oefeninginformatie te zien in standaard eenheden.
Selecteer Met (metrisch) om oefeninginformatie te
zien in metrische eenheden.
19
Displaytest – Dit scherm is is bedoeld om door
onderhoudsmonteurs gebruikt te worden om te
bepalen of de display correct werkt.
Toetstest – Dit scherm is is bedoeld om door
onderhoudsmonteurs gebruikt te worden om te
bepalen of een bepaalde toets correct werkt.
Totale Tijd – Het woord TIME (tijd) zal in de dis-
play verschijnen. De display zal het totaal aantal
uren dat de loopband gebruikt, aangeven.
Totale Afstand – De letters MI (mijlen) of KM (kilo-
meters) verschijnen in de display. De display toon
de totale afstand (in kilometers of mijlen) waarop
de loopband heeft bewogen.
Contrastniveau – Het huidig geselecteerde
contrastniveau verschijnt op de display. Druk op
de toenametoets en afnametoets Incline om het
contrastniveau aan te passen.
Demomodus – De huidig geselecteerde demomo-
dus verschijnt op de display. Het bedieningspaneel
toont een demostand, die ontwikkeld is voor
gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een
winkel. Als de demo-instelling aan staat, gaat het
bedieningspaneel niet uit en reset de display niet
als u klaar bent met oefenen. Druk herhaaldelijk op
de toenametoets Speed om een demomodusoptie
te kiezen. Selecteer Don (demo aan) om de demo-
modus aan te zetten. Selecteer Doff (demo uit) om
de demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de toets Settings om de instellingenmodus
te verlaten.
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw eigen audio-speler.
Pas het volumeniveau aan met de volume regelaar van
uw eigen audio-speler.
20
DE OPTIONELE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbran-
den of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke tnessdoelen te behalen. Zie de
kaft van deze handleiding om een optionele borst-
kas-hartslagmonitor aan te schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel is geschikt voor alle
BLUETOOTH Smart hartslagmonitoren.
HET KUSSENSYSTEEM AANPASSEN
De loopband heeft een kussensysteem dat de impact
tijdens het lopen of rennen op de loopband vermindert.
Voor een steviger loopvlak schuift u de kussens naar
de voorkant van de loopband; voor een minder stevig
loopvlak schuift u de kussens naar de achterkant van
de loopband. Let op: Zorg ervoor dat de kussens
aan de linkerkant en de rechterkant van de loop-
band even stevig zijn afgesteld. Hoe sneller u op
de loopband rent, of hoe zwaarder u bent, des te
steviger zou het loopvlak moeten zijn.
Aanpasbaar
Kussen
21
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
trek het stroomsnoer uit het stopcontact voordat u
de loopband inklapt. OPGELET: U moet in staat zijn
om 20 kg veilig op te kunnen tillen om de loopband
in te klappen, te laten zakken of te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de onderstaande pijl wordt aange-
geven. OPGELET: Houd het onderstel niet bij de
plastic voetleuningen vast. Buig uw knieën en
houd uw rug recht. Til het onderstel half omhoog
naar de verticale stand.
2. Til het onderstel omhoog tot de opbergvergrende-
ling in de opbergstand vastklikt. OPGELET: Zorg
ervoor dat de opbergvergrendeling vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op
in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan
30°C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: Zorg dat de opbergvergrendeling is
vergrendeld. Er kunnen twee mensen nodig zijn om
de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te laten kantelen, trek niet aan het onder-
stel en verplaats de loopband niet over een
oneffen ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND NEERLATEN VOOR GEBRUIK
1. Duw het bovenste uit-
einde van het onderstel
naar voren en druk
tegelijkertijd voorzichtig
met uw voet tegen het
bovenste gedeelte van de
opbergvergrendeling.
2. Trek het bovenste uiteinde
van het onderstel naar u
toe terwijl u met uw voet
op de opbergvergrendeling
drukt.
3. Zet een stap terug en laat
het onderstel op de vloer
zakken.
Onderstel
1
Vergrendeling
2
Onderstel
1
Handleuning
Onderstel
Wiel
1
2
22
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de loopband
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Maak de loopband regelmatig schoon en houd de band
schoon en droog. Druk allereerst de stroomschake-
laar in de stand Off (uit) en trek de stroomkabel
uit. Veeg de buitenkant van de loopband met een
vochtige doek en een klein beetje zachte zeep af.
BELANGRIJK: Spuit geen vloeistoffen recht-
streeks op de loopband. Houd vloeistoffen weg
van het bedieningspaneel om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen. Maak de loopband
vervolgens met een zachte doek goed droog.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Zie de kaft van
deze handleiding als u verdere hulp nodig heeft.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten op
een geaard stopcontact (zie bladzijde 12). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een
3 conductor, 2 mm
2
snoer van maximaal 1,5 m.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de stroomschakelaar bij de stroomkabel
op het onderstel van de loopband. De schakelaar
is doorgeslagen wanneer de schakelaar uitsteekt
zoals afgebeeld. Wacht vijf minuten en druk dan
de schakelaar weer in om de stroomschakelaar te
resetten.
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar doorgeslagen is,
wacht dan vijf minuten en druk de schakelaar weer
in.
b. Zorg ervoor dat de stroomkabel ingestoken is. Als
de stroomkabel ingestoken is, trek deze dan uit,
wacht vijf minuten en steek hem dan weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
a. Naar de instellingenmodus gaan (zie bladzijde
18). Druk één keer op de toets Stop en druk
dan op de toenametoets of afnametoets Incline
(helling). De loopband zal automatisch naar
het maximum hellingniveau stijgen en dan
naar het minimumniveau terugkeren. Hierdoor
zal het hellingsysteem opnieuw geijkt worden.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als het
hellingsysteem geijkt is.
Resetten
Doorgeslagen
c
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
23
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet goed
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Plaats de loopband vervolgens in de opbergpositie
(raadpleeg DE LOOPBAND INKLAPPEN op blad-
zijde 21).
Verwijder de vijf aangegeven M4,2 x 19mm
Schroeven met Tussenkopring (12). Verwijder
vervolgens voorzichtig de Motorkap (69).
Zoek vervolgens de Snelheidssensor (111) en de
Magneet (110) aan de linkerkant van de Katrol (59).
Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is. Draai de #8 x 3/4" Trusskopschroef (112) indien
nodig los, verplaats de Snelheidssensor lichtjes en
maak de Schroef weer vast. Loop een paar minu-
ten op de loopband om te controleren of de
snelheid juist wordt afgelezen en bevestig de
Motorkap (niet afgebeeld) weer.
SYMPTOOM: Het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het bedie-
ningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo
instelling voor de display die ontwikkeld is voor
als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt.
De demo instelling staat aan als de displays blij-
ven branden wanneer u de sleutel uittrekt. Houd
de toets Stop enkele lang seconden ingedrukt
om de demo instelling uit te schakelen. Zie DE
INSTELLINGENMODUS op bladzijde 18 om de
demo instelling uit te schakelen als de displays nog
steeds branden.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, 2 mm
2
snoer van 1,5 m of
korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs beschadigd
worden. Verwijder de sleutel en HAALT U DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
schroeven van de spanrol met de inbussleutel een
kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed
vastligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7
cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
69
12
12
12
110
Boven-
aanzicht
59
80
112
111
3 mm
Schroeven van de Spanrol
5–7 cm
b
24
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u ver-
moedt dat de loopband aanvullende smering nodig
heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
SYMPTOOM: De loopband ligt niet in het midden
van de voetleuningen.
a. BELANGRIJK: Als de loopband langs de voet-
leuningen schuurt kan de loopband beschadigd
raken. Allereerst, verwijdert u de sleutel en vervol-
gens HAALT U DE STEKKER UIT HET STOP-
CONTACT. Als de loopband naar links is
verschoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om
de linker Schroef van de ruststandrol een halve
slag naar rechts te draaien; als de loopband naar
rechts is verschoven kunt u de linkerschroef van
de ruststandrol een halve slag naar links draaien.
Zorg dat u de loopband niet te strak draait. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
deze procedure tot de band goed in het midden
ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt als u erop loopt
a. Verwijder als eerste de sleutel en HAAL DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de inbussleutel beide schroeven van de spanrol
een kwartslag met de klok mee. Als de loopband
goed vastligt moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de band in het midden blijft liggen. Steek
dan de stekker in het stopcontact, plaats de sleutel
en loop een paar minuten op de loopband. Herhaal
tot de loopband goed vastzit.
a
Voetleuningen
a
25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u
uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afge-
rond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden – Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een aero-
bic-oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up – Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening – Oefen gedurende 20
tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING: Voordat
u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulpmid-
del bij de oefening voor het bepalen van de
hartslag over het algemeen.
26
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnummer PETL49817.0 R1117A
1 2 3/8" x 2 1/4" Schroef
2 2 3/8" x 2 3/4" Schroef
3 2 3/8" x 3/4" Schroef
4 1 M8 x 35mm Bout
5 4 M10 Sterring
6 2 M8 x 35mm Schroef
7 4 M4,2 x 13mm Schroef
8 20 M4,2 x 19mm Schroef
9 1 M8 x 52mm Bout
10 6 M4,2 x 13mm Pankopschroef
11 6 M4,2 x 19mm Tekschroef
12 5 M4,2 x 19mm Schroef met
Tussenkopring
13 8 M4,2 x 18mm Schroef
14 9 M4,2 x 10mm Schroef
15 4 M8 x 30mm Schroef
16 4 M4,2 x 13mm Riemgeleiderschroef
17 2 M6 x 70mm Schroef
18 2 1/4" Motorschroef
19 1 M8 x 102mm Bout
20 2 M8 x 20mm Bout
21 2 3/8" x 2" Bout
22 1 #8 x 1/2" Pankopschroef
23 2 M8 x 40mm Bout
24 4 M10 x 57mm Bout
25 1 M4,2 x 13mm Heldere Schroef
26 1 3/8" x 1 3/8" Bout
27 1 3/8" x 2" Inbusbout
28 16 #8 x 3/4" Schroef
29 1 M6 x 60mm Schroef
30 2 M10 x 55mm Bout
31 2 M8 x 48mm Schroef
32 2 1/4" Platte Tussenring
33 2 M8,4 Sterring
34 4 M6 Sterring
35 1 Aansluiting
36 14 Platte Tussenring van de
Voetleuning
37 2 M4,2 Sterring
38 2 Wiel
39 1 Bedieningspaneel
40 1 Basis van het Bedieningspaneel
41 1 Sleutel/Klem
42 3 M8 Slotmoer
43 4 3/8" Moer
44 1 M6 Moer
45 3 Kapklem
46 2 M8 Lasmoer
47 4 M10 Moer
48 6 M8 Moer
49 1 Linkervoetleuning
50 1 Rechtervoetleuning
51 2 Kussenbaan
52 2 Kussen van het Loopvlak
53 2 Kussenstop
54 1 Waarschuwingssticker
55 1 #8 x 3/4" Machineschroef
56 1 #8 Moer
57 2 Riemgeleider
58 1 Loopband
59 1 Aandrijfrol/Katrol
60 1 Riem van de Motor
61 4 Draadband
62 1 Onderstel
63 1 Loopvlak
64 1 Rechterbeugel van de Spanrol
65 1 Linkerbeugel van de Spanrol
66 1 Rechterachtervoet
67 1 Linkerachtervoet
68 1 Spanrol
69 1 Motorkap
70 1 Beugel van de Motor
71 1 Aandrijfmotor
72 1 Controllerbeugel
73 1 Controller
74 1 Beugel van de Elektronica
75 1 Hellingmotor
76 1 Tussenstuk van de Hellingmotor
77 1 Onderstel van het Hellingsysteem
78 4 Tussenstuk van het Onderstel
79 1 Onderpan
80 1 Stroomschakelaar
81 1 Stroomsnoer
82 2 Huls van de Motor
83 1 Basis
84 2 Vierkante Kap
85 1 Linkeronderstel van het
Bedieningspaneel
86 1 Rechteronderstel van het
Bedieningspaneel
87 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
88 1 Hartslagdwarsstang
89 2 Kapje van de Voorste Handleuning
90 4 Bus van de Handleuning
91 2 Handleuning
92 2 Kapje van de Handleuning
93 1 Opbergvergrendeling
94 1 Linkerstaander
95 1 Rechterstaander
96 3 Doorvoerhuls
97 1 Draad van de Staander
98 1 Buitenkap van de Linkerstaander
99 1 Binnenkap van de Linkerstaander
100 1 Binnenkap van de Rechterstaander
101 1 Buitenkap van de Rechterstaander
27
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. Zie de achter-
kant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet afgebeeld.
102 2 Kap van de Basis
103 4 Kussen van de Basis
104 2 Waarschuwingssticker
105 2 M8 Moer met Rand
106 2 Stootkussen van het Loopvlak
107 2 M10 Platte Tussenring
108 1 Filter
109 4 Tussenring van het Loopvlak
110 1 Magneet
111 1 Snelheidssensor
112 1 #8 x 3/4" Trusskopschroef
113 1 Klem van de Snelheidssensor
114 1 Motorisolator
* Gebruikershandleiding
28
36
57
109
13
13
51
51
53
13
13
109
109
109
28
53
36
8
36
106
8
11
8
36
16
57
50
28
52
8
36
36
46
66
23
8
48
64
34
32
17
8
6
15
8
68
36
48
23
67
46
34
32
17
65
15
37
37
6
8
8
8
36
54
36
52
49
63
8
16
8
58
59
60
7
15
48
36
48
15
7
62
44
7
42
19
25
29
7
61
28
106
11
113
110
111
112
48
9
93
48
4
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnummer PETL49817.0 R1117A
29
76
43
75
43
14
14
73
14
72
14
20
70
71
33
105
33
20
12
45
45
12
12
45
69
96
12
79
80
24
27
74
26
24
78
12
47
47
78
77
108
14
114
18
82
81
35
56
55
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnummer PETL49817.0 R1117A
30
107
107
43
21
100
11
43
38
38
3
1
2
5
91
90
30
42
89
90
47
42
28
28
28
28
28
28
84
86
8
31
8
85
28
22
87
88
28
84
11
103
103
5
102
24
14
3
96
1
97
95
2
11
104
101
78
21
83
104
11
103
103
102
78
99
98
5
24
92
94
92
91
47
90
5
96
90
30
97
31
89
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnummer PETL49817.0 R1117A
31
10
10
61
10
10
40
39
41
28
10
10
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnummer PETL49817.0 R1117A
Onderdeelnr. 396604 R1117A Gedrukt in China © 2017 ICON Health & Fitness, Inc.
Dit elektronische product mag niet worden afgevoerd bij het huishoudelijke
afval. Voor het behoud van het milieu moet dit product volgens de wet na
zijn levensduur worden gerecycled.
Gebruik recyclingfaciliteiten in uw regio die bevoegd zijn om dit type afval te
verzamelen. Door dit te doen helpt u bij het behoud van natuurlijke bronnen en
verbeterd u de Europese normen voor milieubescherming. Indien u meer informa-
tie nodig heeft over veilige en correcte afvoeringsmethoden, neem dan contact op
met uw plaatselijke stadskantoor of de locatie waar u dit product heeft gekocht.
INFORMATIE OVER RECYCLING
Voor het kopen van vervangingsonderdelen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding. Om ons te helpen u
van dienst te zijn, dient u de volgende informatie bij de hand te hebben wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
de naam van het product (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving van vervangingsonderdelen (zie LIJST MET ONDERDELEN
en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PETL49817 de handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
de handleiding