Ruck EL 500 D4 O 01 de handleiding

Type
de handleiding
EL...D
INHOUD
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
Nederlands
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 7930 9211-300
Fax. +49 7930 9211-166
www.ruck.eu
De oorspronkelijke instructies zijn in het Duits opge-
steld.
Informatiestand
print 06.06.2023
Wijzigingen voorbehouden
Voorbeeldconfiguratie afgebeeld
Buisventilator voor venti-
latietoepassingen
1. VOORWOORD ............................................................................. 2
2. BELANGRIJKE INFORMATIE .................................................................. 2
3. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ......................................................... 3
4. BELANGRIJKE VOORSCHRIFTEN .............................................................. 6
5. PRODUCTINFORMATIE ...................................................................... 6
6. LEVERINGSOMVANG ........................................................................ 7
7. TECHNISCHE GEGEVENS ..................................................................... 7
8. AFMETINGEN .............................................................................. 8
9. TRANSPORT EN OPSLAG .................................................................... 8
10. OPSTELLING EN MONTAGE .................................................................. 9
11. ELEKTRISCHE AANSLUITING .................................................................. 9
12. INGEBRUIKNAME .......................................................................... 12
13. ONDERHOUD EN REINIGING ................................................................. 12
14. LEVENSDUUR EN WEGGOOIEN .............................................................. 14
15. OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN .................................................. 15
Made in EU
2| EL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
2. BELANGRIJKE INFORMATIE
1. VOORWOORD
Geachte klant,
Hartelijk dank dat u voor ons apparaat gekozen heeft.
Lees deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Als u
vragen heeft, neem dan contact op met: (Contactgegevens zie pagina 1)
De gegevens in deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies zijn alleen bedoeld als productbeschrijving.
Uitspraken over een bepaalde specificatie of geschiktheid voor een bepaald doel kunnen niet worden afgeleid uit onze
informatie. De informatie ontslaat de gebruiker niet van zijn eigen beoordelingen en controles.
Alle rechten liggen bij de ontwikkelaar, inclusief in geval van het aanvragen van industriële eigendomsrechten.
Elke rechten, zoals kopieer- en overdrachtsrechten, zijn ons eigendom.
Deze Gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie om het toestel veilig en vakkundig te monteren, te transporteren,
in gebruik te nemen, te bedienen, te onderhouden en te demonteren, en eenvoudige storingen zelf te verhelpen.
Het toestel is volgens de algemeen erkende regels van de techniek geproduceerd.
Toch bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel, indien u geen rekening houdt met de volgen-
de elementaire veiligheidsvoorschriften en waarschuwingsinstructies in deze handleiding.
Gelieve de handleiding nauwgezet en volledig te lezen voordat u met het toestel aan het werk gaat.
Bewaar de handleiding op een plaats die op elk moment voor elke gebruiker toegankelijk is.
Geef het toestel altijd samen met de gebruikshandleiding door aan derden.
2.1. Andere toepasselijke documenten
Naast de installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies moeten de volgende documenten en informatie over de
ventilator in acht worden genomen:
Overige toepasselijke normen
DIN VDE 0100-100
DIN EN 60204-1
DIN EN ISO 13857
DIN EN ISO 12100
VDMA 24186-1
Beschikbare documenten op www.ruck.eu
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
Programmeerinstructie FU (Driefasenuitvoering)
Conformiteitsverklaringen
EG-Inbouwverklaring (RL 2006/42/EG)
Inbedrijfstellingsprotocol (formulier)
Bestekteksten
Maattekeningen
Technisch tekening DWG-formaat
Technisch tekening DXF-formaat
3D-tekening STEP-formaat
Typeplaatje
3
NL
2.3. Garantie en aansprakelijkheid
Onze apparaten worden geproduceerd volgens de hoogste technische vereisten in overeenstemming met de algemeen
aanvaarde regels van de technologie. Ze worden voortdurend onderworpen aan kwaliteitscontroles. Omdat de produc-
ten voortdurend verder worden ontwikkeld, behouden we ons het recht voor om op elk moment en zonder voorafga-
ande aankondiging wijzigingen aan de producten aan te brengen. Wij stellen ons niet aansprakelijk voor de juistheid of
volledigheid van deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies.
Om zeker te zijn van uw aanspraak op garantie, bent u verplicht een inbedrijfstellingsrapport en een onderhoudsrap-
port te overleggen.
Garantie- en aansprakelijkheidsclaims voor persoonlijk letsel en materiële schade zijn uitgesloten als deze zijn terug te
voeren op één of meer van de volgende oorzaken:
Oneigenlijk gebruik
Onjuiste montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud
Gebruik van het apparaat met defecte en/of niet-werkende veiligheids- en beschermingsapparatuur
Het niet in acht nemen van de instructies met betrekking tot transport, installatie, bediening en onderhoud
Ongeautoriseerde wijzigingen in de constructie van het apparaat
Gebrekkige controle en vervanging van slijtagedelen
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
Rampen en overmacht
3. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Ontwerpers, ingenieurs en operatoren zijn verantwoordelijk voor montage en bedrijf volgens de voorschriften.
Gebruik onze apparaten alleen in technisch goede staat.
Controleer het apparaat op duidelijke gebreken, zoals bijvoorbeeld barsten in de behuizing of ontbrekende klinkna-
gels, schroeven, afdekkingen of andere gebruiksrelevante gebreken.
Gebruik het product uitsluitend voor het toepassingsgebied dat in de technische gegevens en op het typeplaatje
staat vermeld.
Houdt de instructies m.b.t. aarding, aanzuigbeveiliging en veiligheidsafstanden conform DIN EN 13857 in acht.
De klant draagt zorg voor de aanwezigheid c.q. installatie van algemeen voorgeschreven elektrische en mechani-
sche veiligheidsvoorzieningen.
Veiligheidscomponenten mogen noch verwijderd noch buiten werking gesteld worden.
De bediening van het toestel door personen met een lichamelijke, sensorische of geestelijke handicap mag uitslui-
tend gebeuren onder toezicht van of na instructie door verantwoordelijke personen.
Het toestel moet uit de buurt van kinderen gehouden worden.
2.2. Voorschriften en regelgeving
Als het apparaat correct wordt geïnstalleerd en voor de betreffende doeleinden wordt gebruikt, voldoet het aan de
geldende normen en EU-richtlijnen op het moment dat het op de markt wordt gebracht.
Neem bovendien de algemeen geldende wettelijke en andere bindende voorschriften van de Europese of nationale
wetgeving in acht, evenals de voorschriften in uw land voor ongevallenpreventie en milieubescherming.
www.ruck.eu |
4| EL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
3.2. Onjuist gebruik
Onjuist gebruik houdt vooral in dat u het toestel anders gebruikt dan beschreven in het hoofdstuk „Gebruik volgens de
voorschriften“.
Voorbeelden van onjuist en gevaarlijk gebruik zijn::
Het vervoeren van explosieve en brandbare stoffen evenals het gebruik van de installatie in explosieve omgevin-
gen.
Het transport van vettige en vochtige media (meer dan 90% relatieve vochtigheid).
Het vervoeren van agressieve en abrasieve stoffen.
Gebruik van de installatie zonder kanaalsysteem.
Gebruik van de installatie met afgesloten ventilatieaansluitingen.
Gebruik op voertuigen, vliegtuigen en schepen.
3.3. Kwalificatie van het personeel
De montage, ingebruikname en bediening, demontage en instandhouding (incl. onderhoud en zorg) vereisen fundamen-
tele mechanische en elektrische kennis evenals kennis van de bijhorende vakbegrippen. Om de veiligheid te kunnen
garanderen, mogen deze werkzaamheden uitsluitend door of onder leiding van een vakman worden uitgevoerd. Een
vakman is iemand die – op grond van zijn vakopleiding, zijn kennis en ervaring en zijn kennis van de desbetreffende be-
palingen –de aan hem opgedragen werkzaamheden kan beoordelen, mogelijke gevaren kan onderkennen en geschikte
veiligheidsmaatregelen kan nemen. Een vakman moet de desbetreffende vakspecifieke regels in acht nemen.
In deze handleiding wordt gewezen op en gewaarschuwd voor handelingen waarbij gevaar bestaat voor letsel of be-
schadiging aan toestellen. De genoemde veiligheidsmaatregelen moeten in acht genomen worden.
De waarschuwingen zijn als volgt opgebouwd:
Waarschuwingssignaal - Het symbool maakt attent op het gevaar.
Aard van het gevaar! - Benoemt de aard of bron van het gevaar.
»Gevolgen - Beschrijft de gevolgen van het veronachtzamen van het gevaar.
→ Tegenactie - Geeft aan hoe men het mogelijke gevaar kan voorkomen.
3.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing
3.1. Gebruik volgens de voorschriften
Onze apparaten zijn onvolledige machines zoals gedefinieerd in de EU-machinerichtlijn 2006/42/EG (machineonder-
delen). Het toestel is geen gebruiksklare machine volgens de EU-machinerichtlijn.
Het is uitsluitend bestemd om in een machine respectievelijk luchttechnisch toestel of installatie ingebouwd te worden
of met andere componenten tot een machine resp. installatie samengevoegd te worden. Het toestel mag pas in gebru-
ik genomen worden wanneer het in de machine / de installatie waarvoor het bestemd is, ingebouwd is en deze geheel
voldoet aan de verplichtingen van de EU-machinerichtlijn.
Neem de in de technische gegevens genoemde gebruiksvoorwaarden en vermogensgrenzen in acht!
Transport- en omgevingstemperaturen volgens de technische gegevens en het typeplaatje moeten in acht worden
genomen.
Beoogd gebruik houdt ook in, dat u deze handleiding volledig hebt gelezen en begrepen.
Onjuist gebruik kan leiden tot levensgevaar en gevaar voor de gebruiker of derden of schade aan het sys-
teem of andere eigendommen.
5
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
NL
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
Duidt mogelijke gevaarlijke situaties aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan
leiden tot letsel en beschadiging van toestellen.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
Duidt mogelijke gevaren door elektriciteit aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwin-
gen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Duidt mogelijke gevaren aan door hoge oppervlaktetemperaturen. Het niet in acht nemen
van de waarschuwingen kan leiden tot letsel of beschadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor verwondingen aan de handen!
Duidt op gevaren die kunnen ontstaan door bewegende of roterende delen. Het niet in acht
nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel.
Waarschuwing voor zwevende lasten!
Duidt op gevaren die kunnen ontstaan door zwevende lasten. Het niet in acht nemen van
waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen.
Belangrijke aanwijzingen opvolgen!
Gebruiksaanwijzingen voor een veilig en optimaal gebruik van het toestel.
WaarschuwingssignaalBetekenis
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot mate-
riële schade, verwondingen of de dood.
→ Vóór alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen
moet het toestel altijd volledig spanningsvrij worden
geschakeld en moet het tegen opnieuw inschakelen
worden beveiligd!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewe-
gende onderdelen grijpen!
»Het negeren van de gevaarlijke situatie kan leiden tot
zwaar letsel.
→ Werkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat
het loopwiel volledig tot stilstand is gekomen!
Reinig het binnendeel in geen geval met water of een
hogedrukreiniger. Voor de reiniging (loopwielen/be-
huizing) mogen geen agressieve of licht ontvlambare
reinigingsmiddelen gebruikt worden.
Gebruik uitsluitend milde zeepoplossingen. De reiniging
van het loopwiel moet gebeuren door middel van een
doek, borstel of kwast.
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
»Het niet in acht nemen van waarschuwingssignalen
kan leiden tot letsel of materiële schade.
→ Bij onderhoud door onbevoegde personen bestaat ge-
vaar voor letsel of materiële schade, terwijl de garan-
tie van de producent vervalt.
Voorzichtig! Spanningsgevaar!
»Het niet alert zijn op mogelijke gevaarlijke situaties
kan leiden tot de dood, verwondingen of materiële
schade.
→ Raak het oppervlak pas aan nadat de motor en de
verwarming zijn afgekoeld!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewe-
gende onderdelen grijpen!
»Het negeren van de gevaarlijke situatie kan leiden tot
zwaar letsel.
→ Werkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat
het loopwiel volledig tot stilstand is gekomen!
www.ruck.eu |
6| EL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
4. BELANGRIJKE VOORSCHRIFTEN
4.1. Algemene aanwijzingen
Personen die onze apparatuur monteren, bedienen, demonteren of onderhouden mogen niet onder invloed zijn van
alcohol, drugs of geneesmiddelen die de waarneming en reactiesnelheid beïnvloeden.
De verantwoordelijkheid voor de bediening, het onderhoud en de regeling van het toestel moet duidelijk vastgelegd
en in acht genomen worden, zodat er op het gebied van de veiligheid geen onduidelijke competenties optreden.
4.2. Instructies voor montage
Houd rekening met de geldende voorschriften. Koppel het toestel altijd helemaal af van de netstroom alvorens het
product te monteren respectievelijk de stekker aan te sluiten of af te koppelen. Beveilig het toestel steeds tegen
opnieuw inschakelen.
Leg kabels en leidingen zo dat ze niet beschadigd kunnen worden en niemand erover kan struikelen.
Waarschuwingstekens mogen niet veranderd of verwijderd worden.
4.3. Instructies voor inbedrijfstelling
Zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen bedekt of afgesloten zijn en beveiligd tegen aanraking. Neem uitslui-
tend een volledig geïnstalleerd product in gebruik.
De AAN/UIT-schakelaar moet altijd goed functioneren en makkelijk toegankelijk zijn!
Alleen bevoegd personeel mag in het kader van het reglementaire gebruik van het toestel instellingen aan compo-
nenten veranderen en onderdelen bedienen.
Schakel in een noodsituatie, bij een foutmelding of bij andere onregelmatigheden het toestel uit en beveilig het
tegen opnieuw inschakelen.
De technische gegevens zoals aangegeven op het typeplaatje mogen niet overschreden worden.
4.4. Instructies tijdens gebruik
5. PRODUCTINFORMATIE
Beschrijving:
Buisventilator voor ventilatietoepassingen
De transportmiddeltemperatuur van de afzonderlijke types staat in de technische gegevens
Diagonale waaier en stator van kunststof tot en met maat 355. Vanaf maat 400 diagonale waaier van aluminium.
ermische motorbeveiliging die ter plaatse moet worden aangesloten
Binneninstallatie (buitenopstelling beschermd tegen weersinvloeden)
Montagepositie horizontaal en verticaal
Gegalvaniseerde metalen behuizing tot en met maat 355. Vanaf maat 400 aluminium behuizing.
Driefasenmotor aanstuurbaar via frequentieomvormer
Inclusief montagebeugels
7
EL 400 D2 O 01 159298 400V 3~Y 50 1590 3,0 60 60 85 91 IPX4 162003 19,5
EL 400 D4 O 01 159310 400V 3~Y 50 274 1,3 60 60 84 84 IPX4 162003 18,5
EL 450 D4 O 01 159400 400V 3~Y 50 1132 2,2 60 60 84 90 162003 26,5
EL 500 D4 O 01 160105 400V 3~Y 50 1921 3,6 60 60 93 93 162003 36,3
EL 560 D4 O 01 164087 400V 3~Y 50 1445 2,7 60 60 85 86 IPX4 162003 33,0
EL 630 D4 O 01 159754 400V 3~Y 50 2955 5,5 60 60 90 94 IPX4 162003 45,0
EL 710 D4 O 01 163097 400V 3~D 50 5015 9,6 60 60 91 94 IPX4 162004 63,0
NL
5.1. Typeplaatje
WAARSCHUWING! De informatie op het typeplaatje moet altijd in acht worden genomen!
Legende:
Imax Max. opgenomen stroom
tA / tMMax. omgevingstemp. / Max. omgevingstemperatuur.
P1N Nominaal vermogen
nNNominaal toerental
ErP Data ErP-conformiteit, indien volgens verordening 327/2011
vereist
η Algehele efficiëntie
N Efficiëntie bij optimale energie-efficiëntie
ID Artikelnummer
SN Serienummer
Luchtrichtingspijl
Productomschrijving
Keuringsdatum
CE-markering
6. LEVERINGSOMVANG
1 x pijpventilator
1 x installatie-, bedienings- en onderhoudshandleiding
Conformiteitsverklaringen
EG-Inbouwverklaring (RL 2006/42/EG)
EAC-markering
Isolatieklasse motor
7. TECHNISCHE GEGEVENS
Productomschrijving
Artikelnummer
Spanning UN
Frequentie fN
Nominaal vermogen PN
Max. motorstroom Imax
Max. omgevingstemp. tA
Max. omgevingstemperatuur. tM
Geluidsemissie aanzuiging
Geluidsemissie luchtafvoer
IP-beveiligingsklasse volledig
apparaat
Schakelschema
Gewicht
VHz W A °C °C dB(A) dB(A) kg
ErP 2015
Beschermingsklasse
UKCA-markering
www.ruck.eu |
8
A B1 B2 C D E F G
mm mm mm mm mm mm mm mm
F
G
E
B1
A
C
D
B2
| EL...D
EL 400 D2 O 01 159298 Ø400 416 427 432 407 220 275 4x Ø9
EL 400 D4 O 01 159310 Ø400 416 427 432 407 220 275 4x Ø9
EL 450 D4 O 01 159400 Ø450 467 493 467 457 250 310 4x Ø9
EL 500 D4 O 01 160105 Ø500 515 559 512 507 250 360 4x Ø9
EL 560 D4 O 01 164087 Ø560 582 - 573 568 250 440 4x Ø9
EL 630 D4 O 01 159754 Ø630 653 - 643 638 290 490 4x Ø9
EL 710 D4 O 01 163097 Ø710 731 - 723 717 290 550 4x Ø9
EL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
8. AFMETINGEN
Productomschrijving
9. TRANSPORT EN OPSLAG
Transport en opslag mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel in overeenstemming met de ins-
tallatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies en de geldende voorschriften.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
De levering volgens de afleverbon moet nagekeken worden op juistheid, volledigheid en beschadigingen. Laat
ontbrekende hoeveelheden of beschadigingen tijdens het transport schriftelijk door de transporteur bevestigen. Bij
niet nakoming vervalt de aansprakelijkheid.
Gewicht zie techn. specificaties.
Het transport moet worden uitgevoerd met geschikte hefapparatuur in de originele verpakking of met de hiervoor
bestemde transportapparaten.
Zorg er bij het transport met een vorkheftruck voor dat het apparaat volledig op een pallet rust en dat het zwaar-
tepunt zich tussen de vorken bevindt.
De bestuurder moet voor het besturen van de vorkheftruck bevoegd zijn.
Loop niet onder een zwevende last door.
Vermijd beschadiging en vervorming van de behuizing.
De opslag moet droog en weerbestendig in de originele verpakking gebeuren. Open pallets moeten worden afge-
dekt met dekzeilen. Ook weerbestendige modules moeten worden afgedekt, omdat hun weerbestendigheid pas
na volledige montage gegarandeerd kan worden. Mocht er vocht in de originele verpakking zijn binnengedrongen,
moet dit direct worden verwijderd.
Opslagtemperatuur tussen +5°C en +40°C. Vermijd sterke temperatuurschommelingen.
Bij langdurige opslag (meer dan een jaar) moet de soepele bediening van de schoepenwielen en de ventielen met
de hand worden gecontroleerd.
Artikelnummer
9
NL
10. OPSTELLING EN MONTAGE
Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vaklieden, met inachtneming van de montage- en
gebruikshandleiding en de geldende voorschriften en normen.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
Gebruik uitsluitend geschikte montagehulpmiddelen die beantwoorden aan de voorschriften.
Het apparaat moet op een zodanige manier worden geïnstalleerd, dat het gemakkelijk toegankelijk is voor onder-
houd en reiniging.
Het toestel mag uitsluitend met goedgekeurde en daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen aan alle bevestigings-
punten worden gemonteerd.
Zet het toestel bij het inbouwen niet vast.
Behalve voor het vastzetten van het apparaat op de aangegeven posities, mogen er geen schroef- of boorgaten in
de behuizing worden gemaakt.
Het gewicht van het kanaalsysteem mag niet rusten op de behuizing.
Voor het ontkoppelen van mechanische trillingen wordt bij montage op een kanaalsysteem een elastische steun
geadviseerd.
Ten minste 2,5-voudige diameter aan lengte van het rechte kanaal voor en na de ventilator
De elektrische installatie mag alleen worden gemonteerd door gekwalificeerde elektriciens in overeenstemming met de
installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies en de geldende landelijk voorschriften, normen en richtlijnen:
ISO, DIN, EN en VDE-voorschriften, inclusief alle veiligheidsregels.
Technische aansluitingsvoorwaarden (TAV).
Arbeidsbeschermingsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen (ABV, VVO).
Deze opsomming maakt geen aanspraak op volledigheid.
Bepalingen moeten onder eigen verantwoordelijkheid worden toegepast.
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de bijbehorende schakel- en klemmenschema‘s.
Het soort kabel, de kabeldoorsnede en de wijze van leggen moeten worden bepaald door een gediplomeerd elekt-
romonteur.
Zorg ervoor dat kabels van verschillende spanning gescheiden worden geïnstalleerd.
Indien er geen werkschakelaar in het apparaat is geïntegreerd, moet in de leiding een omnipolaire mogelijkheid
voorhanden zijn om het apparaat los te koppelen van het lichtnet. Deze moet een contactopening van minimaal 3
mm hebben.
Voor elke kabel moet een afzonderlijke kabeldoorvoer gebruikt worden.
Niet gebruikte kabeldoorvoeren moeten luchtdicht afgesloten worden.
Alle kabeldoorvoeren moeten zijn voorzien van een trekontlasting.
Er moet een potentiaalvereffening tussen het toestel en het kanaalsysteem worden aangebracht.
Na de elektrische aansluiting moeten alle veiligheidsmaatregelen gecontroleerd worden (aardingsweerstand enz.).
Motorstroom en motorvermogen mogen de waarden op het typeplaatje van de motor niet overschrijden. Het
opgegeven max. ventilatortoerental mag in geen geval worden overschreden omdat anders de motor en de venti-
lator door deze overbelasting beschadigd raken en losgeraakte of rondvliegende onderdelen andere componenten
kunnen beschadigen.
11. ELEKTRISCHE AANSLUITING
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Onvoorzichtigheid kan leiden tot materiële schade, lichamelijk letsel of de dood.
→ Voordat werkzaamheden aan stroomvoerende delen worden uitgevoerd, moet het toestel altijd volledig
spanningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
www.ruck.eu |
10
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
160568
Schaltplan
3
Schaltbilder
06.09.2019
S. Kuhbach
30
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
U1 U2
V2
V1
W2
W1
150XXX_ts_3y_00
gnye
bk1 bk2 bk3 bk6bk5bk4
U1 U2
V2
V1
W2
W1
150XXX_ts_3d_00
gnye
bk1 bk2 bk3 bk6bk5bk4
L1 L2 L3
PE
L1 L2 L3
PE
Stern Betrieb
Dreieck Betrieb
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
160568
Schaltplan
3
Schaltbilder
06.09.2019
S. Kuhbach
30
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
U1 U2
V2
V1
W2
W1
150XXX_ts_3y_00
gnye
bk1 bk2 bk3 bk6bk5bk4
U1 U2
V2
V1
W2
W1
150XXX_ts_3d_00
gnye
bk1 bk2 bk3 bk6bk5bk4
L1 L2 L3
PE
L1 L2 L3
PE
Stern Betrieb
Dreieck Betrieb
| EL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
11.1. Toevoerleiding van het toestel / Elektrisch stroomschema
De aansluitkabel moet worden aangesloten volgens het schakelschema. Voor het kalibreren van de leiding moet re-
kening worden gehouden met het typeplaatje van het toestel en de desbetreffende richtlijnen. Er moet een beveiliging
zijn aangebracht met stroomonderbrekers van de correcte waarde.
Het apparaat moet volgens het stroomschema worden aangesloten. Voor ventilatoren die worden aangestuurd door
externe besturingsapparaten, moeten de betreffende gebruiksinstructies van de fabrikant in acht worden genomen.
Sterschakeling
Driehoekschakeling Bij de driehoekschakeling moeten de aansluitingen wor-
den aangesloten zoals in het aansluitschema weergege-
ven. Om hier een rechts draaiveld te krijgen, moet L1 op
U1, L2 op V1 en L3 op W1 worden aangesloten.
De driehoekschakeling moet worden gebruikt wanneer de
motor rechtstreeks op een 3-fasig netwerk met een span-
ning van 230 V moet worden aangesloten.
De driehoekschakeling moet ook worden gebruikt bij aan-
sturing via een frequentieomvormer met 230 V uitgangs-
spanning (normaal gesproken frequentieomvormers met
1-fase 230 V netaansluiting).
Bij de sterschakeling moeten de aansluitingen U2, V2 en
W2 worden aangesloten. Om hier een rechts draaiveld te
krijgen, moet L1 op U1, L2 op V1 en L3 op W1 worden
aangesloten.
De sterschakeling moet worden gebruikt als de motor di-
rect op een driefasig netwerk met een lijnspanning van
400 V moet worden gebruikt.
De sterschakeling moet ook worden gebruikt bij aanstu-
ring via een frequentieomvormer met 400 V uitgangs-
spanning (normaal gesproken frequentieomvormers met
driefasige 400 V netaansluiting).
11.2. Sterschakeling / Driehoekschakeling
11
EL 400 D2 O 01 159298 50 50 3,0 5,2
EL 400 D4 O 01 159310 50 75 1,3 2,3
EL 450 D4 O 01 159400 50 70 2,2 3,8
EL 500 D4 O 01 160105 50 70 3,7 6,2
EL 560 D4 O 01 164087 50 55 2,7 4,7
EL 630 D4 O 01 159754 50 55 5,5 9,5
EL 710 D4 O 01 163097 50 55 9,6 / 3~ 400V D -
NL
11.4. Frequentieomvormer
De ventilatoren kunnen zijn uitgerust met een toerentalregeling. Dit is alleen mogelijk door middel van frequentieom-
vormers. Als andere toerentalregelingen zoals spanningsregeling worden gebruikt, leidt dit direct tot schade aan de
motor.
Wij bieden geteste en goedgekeurde frequentieomvormers als accessoire aan. Deze zijn voorgeprogrammeerd en ex-
act afgestemd op het betreffende motorvermogen en toerental. Bij gebruik van een frequentieomvormer moet de
kabel (max. lengte 50 m) tussen de motor en de frequentieomvormer zijn afgeschermd. Als merken van derden worden
gebruikt, moeten de volgende parameters correct zijn ingesteld.
Productomschrijving Artikelnummer Nominale frequentie
fN
Maximale frequentie
fmax
Max. motorstroom Imax
3~400V Y
Max. motorstroom Imax
3~230V D
Hz Hz A A
Als de apparaten ondanks correcte aansluiting op het lichtnet of de frequentieomvormer tegen de aan-
gegeven draairichting draaien, moet dit worden gecorrigeerd. Hiervoor kunnen twee fasen op het klem-
menblok worden omgewisseld (bijvoorbeeld L1 met L2 of L2 met L3). Vervolgens moet de draairichting
nogmaals worden gecontroleerd.
Voor de elektrische aansluiting, voor de instellingen van een motorbeveiligingsschakelaar of voor de
parameterinstelling van een frequentieomvormer zijn alleen de technische gegevens van het typeplaatje
van de ventilator relevant. Deze kunnen afwijken van de technische gegevens van de motor.
Als een aardlekschakelaar wordt gebruikt, zijn alleen AC/DC-gevoelige aardlekbeveiligingen (type B of B+) toegestaan.
11.5. Aardlekschakelaar
Ook als het apparaat is uitgeschakeld staat er spanning op de klemmen en aansluitingen. U mag het apparaat
pas aanraken nadat alle polen gedurende 5 minuten van het netwerk zijn losgekoppeld.
11.3. ermische motorbeveiliging
Tijdens gebruik worden elektrische motoren warm. Onder bepaalde omstandigheden (te hoge omgevings- of vloeis-
toftemperaturen, zware vervuiling, enz.), kan de motortemperatuur de veiligheidslimiet van de elektrisch geïsoleerde
componenten overschrijden. Om motorschade te voorkomen zijn verschillende vormen van temperatuurbewaking mo-
gelijk, waarvan er ten minste één op de locatie moet worden geïnstalleerd.
Bewaking van de thermische motorstroom via een FU
Motorbeveiligingsschakelaar
www.ruck.eu |
12 | EL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
12. INGEBRUIKNAME
De ingebruikname door deskundig vakpersoneel mag pas gebeuren als elk risico is uitgesloten. De volgende
tests moeten worden uitgevoerd met inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende
voorschriften:
Toestel en kanaalsysteem moeten zijn gemonteerd volgens de voorschriften.
Het kanaalsysteem, het toestel en mediumleidingen (indien voorhanden) moeten gecontroleerd worden op
de aanwezigheid van vreemde objecten, die zonodig moeten worden verwijderd (spoelen).
De aanzuigopening en toevoerleiding naar het toestel moeten vrij zijn.
Alle mechanische en elektrische beschermingsmaatregelen moeten worden gecontroleerd (bijv. aarding).
Spanning, frequentie en stroomsoort van de netaansluiting moeten met het typeplaatje overeenstemmen.
Onderhoud, foutenherstel en reiniging mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakpersoneel, met
inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften.
Zorg ervoor dat geen verbindingen van leidingen, aansluitingen en onderdelen losgemaakt worden
zolang het toestel niet volledig is afgesloten van de netstroom. Beveilig het toestel tegen opnieuw
inschakelen.
Afzonderlijke onderdelen mogen niet met elkaar worden verwisseld, d.w.z. dat bijvoorbeeld de voor
een bepaald product bestemde onderdelen niet voor andere producten gebruikt mogen worden.
Door regelmatig onderhoud van onze apparatuur zorgt u voor een goede werking, waardebehoud en
vermijdt u schade. Houd een onderhoudsprotocol bij.
Voer het gespecificeerde onderhoud aan het apparaat uit met de aangegeven intervallen.
13. ONDERHOUD EN REINIGING
Tip:
Standaard frequentieomvormers hebben een aangepaste sinusgolf aan de uitgang. Dit kan ruis veroorzaken, afhanke-
lijk van de combinatie van motor en frequentieomvormer. Afhankelijk van het ontwerp van de ventilator en het stra-
lingsoppervlak zijn deze waarneembaar.
Bij zeer hoge geluidseisen kan dit als storend worden ervaren. Voor industriële toepassingen zijn de geluidsontwikke-
lingen over het algemeen acceptabel.
Maatregelen om dit op te lossen kunnen een verandering in de klokfrequentie of het gebruik van een sinusfilter of fre-
quentieomvormer met een geïntegreerd sinusfilter zijn.
Onze apparaten vereisen weinig onderhoud wanneer ze correct worden gebruikt.
De volgende werkzaamheden moeten met inachtneming van de veiligheids- en arbeidsveiligheidsvoorschriften op re-
gelmatige tijdstippen worden uitgevoerd:
Het functioneren van de regeling en de veiligheidsinrichtingen moet worden gecheckt.
Elektrische aansluitingen en bedrading moeten worden gecontroleerd op beschadigingen.
Vervuilingen van de rotor(en) van de ventilator moeten worden verwijderd om onevenwichtige belasting en vermo-
gensvermindering tegen te gaan.
Voor het schoonmaken (rotoren/behuizing) mogen geen agressieve of licht ontvlambare reinigingsmiddelen
worden gebruikt.
Gebruik bij voorkeur uitsluitend water (geen stromend water) of een zachte zeepoplossing.
De reinigen van de rotor moet door middel van een doek, borstel of kwast gebeuren.
Gebruik in geen geval een hogedrukreiniger!
Balansklemmen mogen niet verschoven of verwijderd worden.
De rotor en de inbouwdelen mogen in geen geval beschadigd worden.
Voer na onderhoudswerkzaamheden een veiligheidscontrole volgens hoofdstuk 11. en 12. uit alvorens het apparaat
weer in gebruik te nemen!
13
A
A
B
B
A-A
B-B
1
2
3
3
4
NL
13.1. Checklist onderhoud en service
Beschrijving Controle-interval
Schakelmechanisme Maandelijks
Ventilator
Controleer of de ventilator goed werkt en klaar is voor gebruik (ten minste 15 minuten proefdraai-
en)
Elke 6 maanden
Controleer of de ventilator goed werkt en klaar is voor gebruik (ten minste 1 uur proefdraaien) Jaarlijks
Controleer op verontreiniging, beschadiging, corrosie en bevestiging Elke 6 maanden
Reiniging voor functiebehoud Elke 6 maanden
Controleer de draairichting van de waaier Jaarlijks
Controleer flexibele verbindingen op lekken Jaarlijks
Controleer de waaier op onbalans Jaarlijks
Controleer de werking van het beveiligingsmechanisme Jaarlijks
Motor
Controleer de buitenkant op vuil, beschadiging, corrosie en bevestiging Elke 6 maanden
Reiniging voor functiebehoud Jaarlijks
Controleer lagers op bijgeluiden Jaarlijks
Controleer of de de aansluitingen goed zijn bevestigd Jaarlijks
Meet de spanning Jaarlijks
1. Reinig alle kale oppervlakken (pasvlakken van de
klembussen en motoras).
2. Steek de klembus (1) in de naaf (2) en zorg ervoor
dat de gaten samenvallen.
3. Smeer de stelschroeven (3) licht in met olie en
schroef ze vast - nog niet vastdraaien.
4. Waaier met klembus op stang schuiven, in axiale
positie uitlijnen en draadeinden gelijkmatig aan
beide zijden aandraaien. Aanhaalmoment uit tabel
4-1 in acht nemen.
Montage
Demontage
1. Alle draadeinden (3) losdraaien en helemaal
uitdraaien. Smeer de stelschroef in met olie en
schroef deze in het demontagegat (4).
2. Draadeind aantrekken tot de klembus (1) van de
naaf (2) loskomt.
3. Waaier kan gedemonteerd worden.
De waaier is door middel van een klembus verbonden met het aseinde van de aandrijfmotor.
13.2. Waaierinstallatie met Taperlock-klembusnaaf
www.ruck.eu |
14 | EL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
14. LEVENSDUUR EN WEGGOOIEN
14.1. Levensduur van het product
De motoren zijn uitgerust met onderhoudsvrije, permanent gesmeerde kogellagers. Onder normale bedrijfsomstandig-
heden is de verwachte levensduur ongeveer 30.000 bedrijfsuren.
De hier gegeven informatie is sterk afhankelijk van de betreffende gebruiksomgeving en de omgevingsomstandighed-
en. We adviseren deze apparaten na ongeveer 30.000 bedrijfsuren of 5 jaar te vervangen.
14.2. Buitenbedrijfstelling en weggooien
Bij demontage komen stroomvoerende delen bloot te liggen, deze leiden bij aanraking tot een elektri-
sche schok. Ontkoppel vóór het demonteren de ventilator van alle elektriciteitspunten en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen!
Componenten en modules van het apparaat die hun levensduur hebben bereikt, bijv. vanwege slijtage, corrosie, me-
chanische stress, metaalmoeheid en/of andere, niet direct herkenbare redenen, moeten na demontage correct en
overeenkomstig de nationale en internationale wet- en regelgeving worden afgevoerd. Hetzelfde geldt voor gebruikte
hulpstoffen zoals olie en vet of andere stoffen. Het bewust of onbewust hergebruik van gebruikte componenten zoals
bijv. waaiers, walslagers, motoren, enz. kan leiden tot gevaar voor personen, het milieu en machines en installaties. De
geldende plaatselijke gebruiksvoorschriften moeten worden nageleefd en toegepast.
14.3. Reserveonderdelen (motor + waaier)
Vervanging mag alleen worden uitgevoerd door opgeleid en geautoriseerd personeel.
Busmaat
Tabel met aanhaalmomenten
Busmaat 1210 2012 2517 3020
Aanhaalmoment schroeven met vlakspie
(Nm) 17 26 41 77
Aanhaalmoment schroeven zonder vlakspie
(Nm) 20 31 48 90
Aantal schroeven 2 2 2 2
Technische gegevens
Inbedrijfstelling (na vervanging)
Verwijder eventuele aanwezige restanten en vreemde voorwerpen van de waaier en het aanzuiggedeelte.
Controleer de draairichting (draairichtingspijl op de onderste schijf van de waaier).
Bij de eerste inbedrijfstelling moet de gehele eenheid op mechanische trillingen worden gecontroleerd. Indien nodig
moet deze opnieuw worden gebalanceerd.
Let erop dat de eenheid met weinig trillingen en rustig loopt.
15
NL
15. OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
Storing Mogelijke oorzaak Oplossingen
Ventilator start
niet
Geen voeding Controleer de stroomvoorziening/aansluitin-
gen
Waaier draait niet vrij Spoor de oorzaken op en verhelp de storing
indien mogelijk. Neem contact op met de leve-
rancier als dit niet mogelijk is.
Motor overver-
hit/thermische
beveiliging is
geactiveerd
Kogellager defect Neem contact op met de leverancier
Te hoge bedrijfstemperatuur Neem de gegevens op het typeplaatje in acht
Luchtstroom is te gering, motor kan niet
aoelen
Zie storing „Lage luchtcapaciteit“
Apparaat maakt
teveel lawaai/
trillingen in de
behuizing
Vuilafzettingen op de waaier Zie hoofdstuk Onderhoud en reiniging
Onbalans van de waaier Neem contact op met de leverancier
Verbinding met de aanzuig- of afzuigbui-
zen veroorzaakt trillingen/vibraties
Installeer de ventilator met trillingsisolatie
Bevestigingsschroeven losgeraakt Schroeven vastdraaien
Kogellager defect Neem contact op met de leverancier
Losgeraakt waaierblad Neem contact op met de leverancier
Lage luchtcapa-
citeit
Waaier draait in de verkeerde richting (ver-
keerde richting van de luchtverplaatsing)
Let op de markering op het apparaat/type-
plaatje. Controleer de elektrische aansluitingen
Hoge drukverliezen in het systeem Verbeter de leidingconfiguratie of kies een
krachtigere ventilator
Terugstroomkleppen gesloten of slechts
gedeeltelijk open
Controleer de aansturing/inbouwpositie van
de terugslagklep
Kanaalsysteem verstopt Verstopping verwijderen / Beschermrooster
schoonmaken
Toerentalregeling verkeerd ingesteld /
onjuist aangesloten
Controleer instellingen/schakelapparaat en
evt. opnieuw instellen/aansluiten
www.ruck.eu |
Informatiestand
print 06.06.2023
merus_pb_05i_k10001_nl
Onder voorbehoud van wijzigingen
Taal:
Nederlands
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 7930 9211-300
Fax. +49 7930 9211-166
www.ruck.eu
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Ruck EL 500 D4 O 01 de handleiding

Type
de handleiding