Ruck DVL 500 D4 RK 01 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2018
DVL...D
INHOUD
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
Nederlands
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 7930 9211-300
Fax. +49 7930 9211-166
www.ruck.eu
De oorspronkelijke instructies zijn in het Duits opgesteld.
Informatiestand
print 19.07.2022
Wijzigingen voorbehouden
Voorbeeldconfiguratie afgebeeld
Dakventilator voor
luchtafzuigingsystemen
1. VOORWOORD ............................................................................. 2
2. BELANGRIJKE INFORMATIE .................................................................. 2
3. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ......................................................... 3
4. BELANGRIJKE VOORSCHRIFTEN .............................................................. 6
5. PRODUCTINFORMATIE ...................................................................... 6
6. LEVERINGSOMVANG ........................................................................ 7
7. TECHNISCHE GEGEVENS ..................................................................... 7
8. AFMETINGEN .............................................................................. 8
9. TRANSPORT EN OPSLAG .................................................................... 8
10. OPSTELLING EN MONTAGE .................................................................. 9
11. ELEKTRISCHE AANSLUITING ................................................................. 12
12. INGEBRUIKNAME .......................................................................... 14
13. ONDERHOUD EN REINIGING ................................................................. 15
14. LEVENSDUUR EN WEGGOOIEN .............................................................. 17
15. OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN .................................................. 17
Made in EU
2| DVL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
2. BELANGRIJKE INFORMATIE
1. VOORWOORD
Geachte klant,
Hartelijk dank dat u voor ons apparaat gekozen heeft.
Lees deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Als u
vragen heeft, neem dan contact op met: (Contactgegevens zie pagina 1)
De gegevens in deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies zijn alleen bedoeld als productbeschrijving.
Uitspraken over een bepaalde specificatie of geschiktheid voor een bepaald doel kunnen niet worden afgeleid uit onze
informatie. De informatie ontslaat de gebruiker niet van zijn eigen beoordelingen en controles.
Alle rechten liggen bij de ontwikkelaar, inclusief in geval van het aanvragen van industriële eigendomsrechten.
Elke rechten, zoals kopieer- en overdrachtsrechten, zijn ons eigendom.
Deze Gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie om het toestel veilig en vakkundig te monteren, te transporteren,
in gebruik te nemen, te bedienen, te onderhouden en te demonteren, en eenvoudige storingen zelf te verhelpen.
Het toestel is volgens de algemeen erkende regels van de techniek geproduceerd.
Toch bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel, indien u geen rekening houdt met de volgen-
de elementaire veiligheidsvoorschriften en waarschuwingsinstructies in deze handleiding.
Gelieve de handleiding nauwgezet en volledig te lezen voordat u met het toestel aan het werk gaat.
Bewaar de handleiding op een plaats die op elk moment voor elke gebruiker toegankelijk is.
Geef het toestel altijd samen met de gebruikshandleiding door aan derden.
2.1. Andere toepasselijke documenten
Naast de installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies moeten de volgende documenten en informatie over de
ventilator in acht worden genomen:
Overige toepasselijke normen
DIN VDE 0100-100
DIN EN 60204-1
DIN EN ISO 13857
DIN EN ISO 12100
VDMA 24186-1
Beschikbare documenten op www.ruck.eu
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
Conformiteitsverklaringen
EG-Inbouwverklaring (RL 2006/42/EG)
Inbedrijfstellingsprotocol (formulier)
Bestekteksten
Maattekeningen
Technisch tekening DWG-formaat
Technisch tekening DXF-formaat
3D-tekening STEP-formaat
Typeplaatje
3
NL
2.3. Garantie en aansprakelijkheid
Onze apparaten worden geproduceerd volgens de hoogste technische vereisten in overeenstemming met de algemeen
aanvaarde regels van de technologie. Ze worden voortdurend onderworpen aan kwaliteitscontroles. Omdat de produc-
ten voortdurend verder worden ontwikkeld, behouden we ons het recht voor om op elk moment en zonder voorafga-
ande aankondiging wijzigingen aan de producten aan te brengen. Wij stellen ons niet aansprakelijk voor de juistheid of
volledigheid van deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies.
Om zeker te zijn van uw aanspraak op garantie, bent u verplicht een inbedrijfstellingsrapport en een onderhoudsrap-
port te overleggen.
Garantie- en aansprakelijkheidsclaims voor persoonlijk letsel en materiële schade zijn uitgesloten als deze zijn terug te
voeren op één of meer van de volgende oorzaken:
Oneigenlijk gebruik
Onjuiste montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud
Gebruik van het apparaat met defecte en/of niet-werkende veiligheids- en beschermingsapparatuur
Het niet in acht nemen van de instructies met betrekking tot transport, installatie, bediening en onderhoud
Ongeautoriseerde wijzigingen in de constructie van het apparaat
Gebrekkige controle en vervanging van slijtagedelen
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
Rampen en overmacht
3. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Ontwerpers, ingenieurs en operatoren zijn verantwoordelijk voor montage en bedrijf volgens de voorschriften.
Gebruik onze apparaten alleen in technisch goede staat.
Controleer het apparaat op duidelijke gebreken, zoals bijvoorbeeld barsten in de behuizing of ontbrekende klinkna-
gels, schroeven, afdekkingen of andere gebruiksrelevante gebreken.
Gebruik het product uitsluitend voor het toepassingsgebied dat in de technische gegevens en op het typeplaatje
staat vermeld.
Houdt de instructies m.b.t. aarding, aanzuigbeveiliging en veiligheidsafstanden conform DIN EN 13857 in acht.
De klant draagt zorg voor de aanwezigheid c.q. installatie van algemeen voorgeschreven elektrische en mechani-
sche veiligheidsvoorzieningen.
Veiligheidscomponenten mogen noch verwijderd noch buiten werking gesteld worden.
De bediening van het toestel door personen met een lichamelijke, sensorische of geestelijke handicap mag uitslui-
tend gebeuren onder toezicht van of na instructie door verantwoordelijke personen.
Het toestel moet uit de buurt van kinderen gehouden worden.
2.2. Voorschriften en regelgeving
Als het apparaat correct wordt geïnstalleerd en voor de betreende doeleinden wordt gebruikt, voldoet het aan de
geldende normen en EU-richtlijnen op het moment dat het op de markt wordt gebracht.
Neem bovendien de algemeen geldende wettelijke en andere bindende voorschriften van de Europese of nationale
wetgeving in acht, evenals de voorschriften in uw land voor ongevallenpreventie en milieubescherming.
www.ruck.eu |
4| DVL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
3.2. Onjuist gebruik
3.3. Kwalificatie van het personeel
De montage, ingebruikname en bediening, demontage en instandhouding (incl. onderhoud en zorg) vereisen fundamen-
tele mechanische en elektrische kennis evenals kennis van de bijhorende vakbegrippen. Om de veiligheid te kunnen
garanderen, mogen deze werkzaamheden uitsluitend door of onder leiding van een vakman worden uitgevoerd. Een
vakman is iemand die – op grond van zijn vakopleiding, zijn kennis en ervaring en zijn kennis van de desbetreffende be-
palingen –de aan hem opgedragen werkzaamheden kan beoordelen, mogelijke gevaren kan onderkennen en geschikte
veiligheidsmaatregelen kan nemen. Een vakman moet de desbetreffende vakspecifieke regels in acht nemen.
In deze handleiding wordt gewezen op en gewaarschuwd voor handelingen waarbij gevaar bestaat voor letsel of be-
schadiging aan toestellen. De genoemde veiligheidsmaatregelen moeten in acht genomen worden.
De waarschuwingen zijn als volgt opgebouwd:
Waarschuwingssignaal - Het symbool maakt attent op het gevaar.
Aard van het gevaar! - Benoemt de aard of bron van het gevaar.
»Gevolgen - Beschrijft de gevolgen van het veronachtzamen van het gevaar.
→ Tegenactie - Geeft aan hoe men het mogelijke gevaar kan voorkomen.
3.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing
3.1. Gebruik volgens de voorschriften
Onze apparaten zijn onvolledige machines zoals gedefinieerd in de EU-machinerichtlijn 2006/42/EG (machineonder-
delen). Het toestel is geen gebruiksklare machine volgens de EU-machinerichtlijn.
Het is uitsluitend bestemd om in een machine respectievelijk luchttechnisch toestel of installatie ingebouwd te worden
of met andere componenten tot een machine resp. installatie samengevoegd te worden. Het toestel mag pas in gebru-
ik genomen worden wanneer het in de machine / de installatie waarvoor het bestemd is, ingebouwd is en deze geheel
voldoet aan de verplichtingen van de EU-machinerichtlijn.
Neem de in de technische gegevens genoemde gebruiksvoorwaarden en vermogensgrenzen in acht!
Transport- en omgevingstemperaturen volgens de technische gegevens en het typeplaatje moeten in acht worden
genomen.
Beoogd gebruik houdt ook in, dat u deze handleiding volledig hebt gelezen en begrepen.
Onjuist gebruik kan leiden tot levensgevaar en gevaar voor de gebruiker of derden of schade aan het sys-
teem of andere eigendommen.
Onjuist gebruik houdt vooral in dat u het toestel anders gebruikt dan beschreven in het hoofdstuk „Gebruik volgens de
voorschriften“.
Voorbeelden van onjuist en gevaarlijk gebruik zijn::
Het vervoeren van explosieve en brandbare stoffen evenals het gebruik van de installatie in explosieve omgevingen.
Het transport van vettige en vochtige media (meer dan 90% relatieve vochtigheid).
Het vervoeren van agressieve en abrasieve stoffen.
Gebruik van de installatie zonder kanaalsysteem.
Gebruik van de installatie met afgesloten ventilatieaansluitingen.
Gebruik op voertuigen, vliegtuigen en schepen.
5
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
NL
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
Duidt mogelijke gevaarlijke situaties aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan
leiden tot letsel en beschadiging van toestellen.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
Duidt mogelijke gevaren door elektriciteit aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwin-
gen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Duidt mogelijke gevaren aan door hoge oppervlaktetemperaturen. Het niet in acht nemen
van de waarschuwingen kan leiden tot letsel of beschadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor verwondingen aan de handen!
Duidt op gevaren die kunnen ontstaan door bewegende of roterende delen. Het niet in acht
nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel.
Waarschuwing voor zwevende lasten!
Duidt op gevaren die kunnen ontstaan door zwevende lasten. Het niet in acht nemen van
waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen.
Belangrijke aanwijzingen opvolgen!
Gebruiksaanwijzingen voor een veilig en optimaal gebruik van het toestel.
WaarschuwingssignaalBetekenis
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot mate-
riële schade, verwondingen of de dood.
→ Vóór alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen
moet het toestel altijd volledig spanningsvrij worden
geschakeld en moet het tegen opnieuw inschakelen
worden beveiligd!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewe-
gende onderdelen grijpen!
»Het negeren van de gevaarlijke situatie kan leiden tot
zwaar letsel.
→ Werkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat
het loopwiel volledig tot stilstand is gekomen!
Reinig het binnendeel in geen geval met water of een
hogedrukreiniger. Voor de reiniging (loopwielen/be-
huizing) mogen geen agressieve of licht ontvlambare
reinigingsmiddelen gebruikt worden.
Gebruik uitsluitend milde zeepoplossingen. De reiniging
van het loopwiel moet gebeuren door middel van een
doek, borstel of kwast.
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
»Het niet in acht nemen van waarschuwingssignalen
kan leiden tot letsel of materiële schade.
→ Bij onderhoud door onbevoegde personen bestaat ge-
vaar voor letsel of materiële schade, terwijl de garan-
tie van de producent vervalt.
Voorzichtig! Spanningsgevaar!
»Het niet alert zijn op mogelijke gevaarlijke situaties
kan leiden tot de dood, verwondingen of materiële
schade.
→ Raak het oppervlak pas aan nadat de motor en de
verwarming zijn afgekoeld!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewe-
gende onderdelen grijpen!
»Het negeren van de gevaarlijke situatie kan leiden tot
zwaar letsel.
→ Werkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat
het loopwiel volledig tot stilstand is gekomen!
www.ruck.eu |
6| DVL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
4. BELANGRIJKE VOORSCHRIFTEN
4.1. Algemene aanwijzingen
Personen die onze apparatuur monteren, bedienen, demonteren of onderhouden mogen niet onder invloed zijn van
alcohol, drugs of geneesmiddelen die de waarneming en reactiesnelheid beïnvloeden.
De verantwoordelijkheid voor de bediening, het onderhoud en de regeling van het toestel moet duidelijk vastgelegd
en in acht genomen worden, zodat er op het gebied van de veiligheid geen onduidelijke competenties optreden.
4.2. Instructies voor montage
Houd rekening met de geldende voorschriften. Koppel het toestel altijd helemaal af van de netstroom alvorens het
product te monteren respectievelijk de stekker aan te sluiten of af te koppelen. Beveilig het toestel steeds tegen
opnieuw inschakelen.
Leg kabels en leidingen zo dat ze niet beschadigd kunnen worden en niemand erover kan struikelen.
Waarschuwingstekens mogen niet veranderd of verwijderd worden.
4.3. Instructies voor inbedrijfstelling
Zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen bedekt of afgesloten zijn en beveiligd tegen aanraking. Neem uitslui-
tend een volledig geïnstalleerd product in gebruik.
De AAN/UIT-schakelaar moet altijd goed functioneren en makkelijk toegankelijk zijn!
Alleen bevoegd personeel mag in het kader van het reglementaire gebruik van het toestel instellingen aan compo-
nenten veranderen en onderdelen bedienen.
Schakel in een noodsituatie, bij een foutmelding of bij andere onregelmatigheden het toestel uit en beveilig het
tegen opnieuw inschakelen.
De technische gegevens zoals aangegeven op het typeplaatje mogen niet overschreden worden.
4.4. Instructies tijdens gebruik
5. PRODUCTINFORMATIE
Beschrijving:
Dakventilator voor luchtafzuigingsystemen
De transportmiddeltemperatuur van de afzonderlijke types staat in de technische gegevens
Achterwaarts gebogen radiale waaier
Motor buiten de luchtstroom (VDI 2052)
Motorbeveiliging ter plaatse
Opstelling in de buitenlucht boven verwarmde ruimtes
Montagepositie verticaal
Sneeuwbelasting klasse 0
Afmetingen flens volgens DIN 24154R3
De behuizing is gemaakt van zeewaterbestendig aluminium.
3-fasemotoren volgens IE-classificatie kunnen in principe alleen via frequentieregelaars worden bestuurd!
7
DVL 450 D4 RK 01 163317 400V 3~Y 50 1149 2,1 60 60 79 82 150251 51,0
DVL 500 D4 RK 01 163330 400V 3~Y 50 1325 2,7 60 60 82 85 150251 54,0
DVL 560 D4 RK 01 160877 400V 3~Y 50 2604 5,2 60 60 81 85 150251 79,8
NL
5.1. Typeplaatje
WAARSCHUWING! De informatie op het typeplaatje moet altijd in acht worden genomen!
Legende:
Imax Max. opgenomen stroom
tA / tMMax. omgevingstemp. / Max. omgevingstemperatuur.
P1N Nominaal vermogen
nNNominaal toerental
ErP Data ErP-conformiteit, indien volgens verordening 327/2011
vereist
η Algehele efficiëntie
N Efficiëntie bij optimale energie-efficiëntie
ID Artikelnummer
SN Serienummer
Luchtrichtingspijl
ErP 2015
Productomschrijving
Keuringsdatum
CE-markering
UKCA-markering
6. LEVERINGSOMVANG
1 x dakventilator
1 x installatie-, bedienings- en onderhoudshandleiding
Conformiteitsverklaringen
EG-Inbouwverklaring (RL 2006/42/EG)
EAC-markering
Isolatieklasse motor
7. TECHNISCHE GEGEVENS
Productomschrijving
Artikelnummer
Spanning UN
Frequentie fN
Nominaal vermogen PN
Max. motorstroom Imax
Max. omgevingstemp. tA
Max. omgevingstemperatuur. tM
Geluidsemissie aanzuiging
Geluidsemissie luchtafvoer
Schakelschema
Gewicht
VHz W A °C °C dB(A) dB(A) kg
Beschermingsklasse
www.ruck.eu |
DVL 560 D4 RK - 01
27.06.2022
400V 3~Y
I
max.
t
A
/t
M
P1N
nN
50Hz
5,2A
60/60°C
2604W
1440 1/min
ISO F
VSD not integrated
N= 69,5
η=63,4% (A,static)
ErP 2015
8
A B C D E F G H
mm mm mm mm mm mm mm mm
F
HG
E
A
B
C
D
| DVL...D
DVL...D
DVL 450 D4 RK 01 163317 902 674 699 605 462 535 4xØ11 Ø438 6x M6x15
DVL 500 D4 RK 01 163330 902 674 699 605 462 535 4xØ11 Ø438 6x M6x15
DVL 560 D4 RK 01 160877 1136 935 960 730 399 750 4xØ11 Ø605 8x M8x20
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
8. AFMETINGEN
Productomschrijving
9. TRANSPORT EN OPSLAG
Transport en opslag mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel in overeenstemming met de ins-
tallatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies en de geldende voorschriften.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
De levering volgens de afleverbon moet nagekeken worden op juistheid, volledigheid en beschadigingen. Laat
ontbrekende hoeveelheden of beschadigingen tijdens het transport schriftelijk door de transporteur bevestigen. Bij
niet nakoming vervalt de aansprakelijkheid.
Gewicht zie techn. specificaties.
Het transport moet worden uitgevoerd met geschikte hefapparatuur in de originele verpakking of met de hiervoor
bestemde transportapparaten.
Zorg er bij het transport met een vorkheftruck voor dat het apparaat volledig op een pallet rust en dat het zwaar-
tepunt zich tussen de vorken bevindt.
De bestuurder moet voor het besturen van de vorkheftruck bevoegd zijn.
Loop niet onder een zwevende last door.
Vermijd beschadiging en vervorming van de behuizing.
De opslag moet droog en weerbestendig in de originele verpakking gebeuren. Open pallets moeten worden afge-
dekt met dekzeilen. Ook weerbestendige modules moeten worden afgedekt, omdat hun weerbestendigheid pas
na volledige montage gegarandeerd kan worden. Mocht er vocht in de originele verpakking zijn binnengedrongen,
moet dit direct worden verwijderd.
Opslagtemperatuur tussen +5°C en +40°C. Vermijd sterke temperatuurschommelingen.
Bij langdurige opslag (meer dan een jaar) moet de soepele bediening van de schoepenwielen en de ventielen met
de hand worden gecontroleerd.
Artikelnummer
9
1
4
2
3
3
1
2
4
1
2
4
3
NL
10. OPSTELLING EN MONTAGE
Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vaklieden, met inachtneming van de montage- en
gebruikshandleiding en de geldende voorschriften en normen.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
Het fundament moet egaal en genivelleerd zijn. Het mag in geen enkel opzicht niveauverschillen of oneffenheden vertonen.
Stel het toestel met behulp van een waterpas op en breng het in de juiste stand. Alleen bij horizontaal gemonteer-
de apparaten kan een perfecte werking worden gegarandeerd.
Gebruik uitsluitend geschikte montagehulpmiddelen die beantwoorden aan de voorschriften.
Het apparaat moet op een zodanige manier worden geïnstalleerd, dat het gemakkelijk toegankelijk is voor onder-
houd en reiniging.
Het toestel mag uitsluitend met goedgekeurde en daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen aan alle bevestigings-
punten worden gemonteerd.
Zet het toestel bij het inbouwen niet vast.
Behalve voor het vastzetten van het apparaat op de aangegeven posities, mogen er geen schroef- of boorgaten in
de behuizing worden gemaakt.
Het gewicht van het kanaalsysteem mag niet rusten op de behuizing.
Voor het ontkoppelen van mechanische trillingen wordt bij montage op een kanaalsysteem een elastische steun
geadviseerd.
Ten minste 2,5-voudige diameter aan lengte van het rechte kanaal voor de ventilator
Til de dakventilator uit de verpakking:
Steek de kraanhaken (1) in de twee haakogen (2) op de dakventilator
Maak de 4 transportvergrendelingen (3) los
Til de dakventilator (4) uit de verpakking (zie afb.)
10.1. Montage op daksokkel (DSF)
Dakventilator (2) met schroeven en ringen (3) en (4) op daksokkel
(1) bevestigen
www.ruck.eu |
10 | DVL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
10.2. Montagevoorbeelden
DSF - Plattedaksokkel / Contactdoos voor hellend dak
DSF
DAS
DAF
Buis
Dakventilator
DSF
DAS
DAF
Buis
Dakventilator
DVK
DSF
DVK
DAF
Buis
Dakventilator
11
NL
DSS - Sokkelgeluidsdemper / Geluidsdemper contactdoos voor hellend dak
Buis
Dakventilator
DAS
DAF
Buis
Dakventilator
DAP
DVK
DAF
Buis
Dakventilator
DSS DSS
DVK
DAP
DSS
DAS
DAF
DAP
www.ruck.eu |
12 | DVL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
De elektrische installatie mag alleen worden gemonteerd door gekwalificeerde elektriciens in overeenstemming met de
installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies en de geldende landelijk voorschriften, normen en richtlijnen:
ISO, DIN, EN en VDE-voorschriften, inclusief alle veiligheidsregels.
Technische aansluitingsvoorwaarden (TAV).
Arbeidsbeschermingsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen (ABV, VVO).
Deze opsomming maakt geen aanspraak op volledigheid.
Bepalingen moeten onder eigen verantwoordelijkheid worden toegepast.
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de bijbehorende schakel- en klemmenschema‘s.
Het soort kabel, de kabeldoorsnede en de wijze van leggen moeten worden bepaald door een gediplomeerd elekt-
romonteur.
Zorg ervoor dat kabels van verschillende spanning gescheiden worden geïnstalleerd.
Indien er geen werkschakelaar in het apparaat is geïntegreerd, moet in de leiding een omnipolaire mogelijkheid
voorhanden zijn om het apparaat los te koppelen van het lichtnet. Deze moet een contactopening van minimaal 3
mm hebben.
Voor elke kabel moet een afzonderlijke kabeldoorvoer gebruikt worden.
Niet gebruikte kabeldoorvoeren moeten luchtdicht afgesloten worden.
Alle kabeldoorvoeren moeten zijn voorzien van een trekontlasting.
Er moet een potentiaalvereffening tussen het toestel en het kanaalsysteem worden aangebracht.
Na de elektrische aansluiting moeten alle veiligheidsmaatregelen gecontroleerd worden (aardingsweerstand enz.).
Motorstroom en motorvermogen mogen de waarden op het typeplaatje van de motor niet overschrijden. Het
opgegeven max. ventilatortoerental mag in geen geval worden overschreden omdat anders de motor en de venti-
lator door deze overbelasting beschadigd raken en losgeraakte of rondvliegende onderdelen andere componenten
kunnen beschadigen.
11. ELEKTRISCHE AANSLUITING
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Onvoorzichtigheid kan leiden tot materiële schade, lichamelijk letsel of de dood.
→ Voordat werkzaamheden aan stroomvoerende delen worden uitgevoerd, moet het toestel altijd volledig
spanningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
11.1. Toevoerleiding van het toestel / Elektrisch stroomschema
De aansluitkabel moet worden aangesloten volgens het schakelschema. Voor het kalibreren van de leiding moet re-
kening worden gehouden met het typeplaatje van het toestel en de desbetreffende richtlijnen. Er moet een beveiliging
zijn aangebracht met stroomonderbrekers van de correcte waarde.
Het apparaat moet volgens het stroomschema worden aangesloten. Voor ventilatoren die worden aangestuurd door
externe besturingsapparaten, moeten de betreffende gebruiksinstructies van de fabrikant in acht worden genomen.
Ventilatoren met regelbare spanning mogen bij continubedrijf minimaal op halve nominale spanning worden
ingesteld. Wordt dit niet in acht genomen, kan dat leiden tot beschadigen van de motoreenheid.
13
NL
Sterschakeling (Toestand bij levering)
Driehoekschakeling
Als de apparaten ondanks correcte aansluiting op het lichtnet of de frequentieomvormer tegen de aan-
gegeven draairichting draaien, moet dit worden gecorrigeerd. Hiervoor kunnen twee fasen op het klem-
menblok worden omgewisseld (bijvoorbeeld L1 met L2 of L2 met L3). Vervolgens moet de draairichting
nogmaals worden gecontroleerd.
Voor de elektrische aansluiting, voor de instellingen van een motorbeveiligingsschakelaar of voor de
parameterinstelling van een frequentieomvormer zijn alleen de technische gegevens van het typeplaatje
van de ventilator relevant. Deze kunnen afwijken van de technische gegevens van de motor.
De sterschakeling moet worden gebruikt
als de motor direct op een driefasig net-
werk met een lijnspanning van 400 V moet
worden gebruikt.
De driehoekschakeling moet worden ge-
bruikt wanneer de motor rechtstreeks op
een 3-fasig netwerk met een spanning van
230 V moet worden aangesloten.
(Als een driehoekschakeling vereist is, moet op locatie conform bedradingsschema omgeschakeld worden.)
De driehoekschakeling moet ook worden
gebruikt bij aansturing via een frequen-
tieomvormer met 230 V uitgangsspanning
(normaal gesproken frequentieomvormers
met 1-fase 230 V netaansluiting).
De sterschakeling moet ook worden ge-
bruikt bij aansturing via een frequentieom-
vormer met 400 V uitgangsspanning (nor-
maal gesproken frequentieomvormers
met driefasige 400 V netaansluiting).
11.2. Sterschakeling / Driehoekschakeling
Tijdens gebruik worden elektrische motoren warm. Onder bepaalde omstandigheden (te hoge omgevings- of vloeis-
toftemperaturen, zware vervuiling, enz.), kan de motortemperatuur de veiligheidslimiet van de elektrisch geïsoleerde
componenten overschrijden. Om motorschade te voorkomen zijn verschillende vormen van temperatuurbewaking mo-
gelijk, waarvan er ten minste één op de locatie moet worden geïnstalleerd.:
Bewaking van de thermische motorstroom via een FU
Motorbeveiligingsschakelaar
11.3. ermische motorbeveiliging
www.ruck.eu |
14 | DVL...D
DVL 450 D4 RK 01 163317 50 55 2,4 4,2
DVL 500 D4 RK 01 163330 50 50 2,9 5,0
DVL 560 D4 RK 01 160877 50 50 5,2 9,0
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
12. INGEBRUIKNAME
De ingebruikname door deskundig vakpersoneel mag pas gebeuren als elk risico is uitgesloten. De volgende
tests moeten worden uitgevoerd met inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende
voorschriften:
Toestel en kanaalsysteem moeten zijn gemonteerd volgens de voorschriften.
Het kanaalsysteem, het toestel en mediumleidingen (indien voorhanden) moeten gecontroleerd worden op
de aanwezigheid van vreemde objecten, die zonodig moeten worden verwijderd (spoelen).
De aanzuigopening en toevoerleiding naar het toestel moeten vrij zijn.
Alle mechanische en elektrische beschermingsmaatregelen moeten worden gecontroleerd (bijv. aarding).
Spanning, frequentie en stroomsoort van de netaansluiting moeten met het typeplaatje overeenstemmen.
Als de ventilatoren binnen de EU op de markt worden gebracht of worden gebruikt, moeten deze over toerentalre-
geling beschikken. Dit is alleen mogelijk door middel van frequentieomvormers. Als andere toerentalregelingen zoals
spanningsregeling worden gebruikt, leidt dit direct tot schade aan de motor.
Wij bieden geteste en goedgekeurde frequentieomvormers als accessoire aan. Deze zijn voorgeprogrammeerd en ex-
act afgestemd op het betreffende motorvermogen en toerental.
Bij gebruik van een frequentieomvormer moet de kabel (max. lengte 50 m) tussen de motor en de frequentieomvormer
zijn afgeschermd.
11.4. Frequentieomvormer
Als merken van derden worden gebruikt, moeten de volgende parameters correct zijn ingesteld.
Als een aardlekschakelaar wordt gebruikt, zijn alleen AC/DC-gevoelige aardlekbeveiligingen (type B of B+) toegestaan.
Productomschrijving Artikelnummer Nominale frequentie
fN
Maximale frequentie
fmax
Max. motorstroom Imax
3~400V Y
Max. motorstroom Imax
3~230V D
Hz Hz A A
11.5. Aardlekschakelaar
Ook als het apparaat is uitgeschakeld staat er spanning op de klemmen en aansluitingen. U mag het
apparaat pas aanraken nadat alle polen gedurende 5 minuten van het netwerk zijn losgekoppeld.
Tip:
Standaard frequentieomvormers hebben een aangepaste sinusgolf aan de uitgang. Dit kan ruis veroorzaken, afhanke-
lijk van de combinatie van motor en frequentieomvormer. Afhankelijk van het ontwerp van de ventilator en het stra-
lingsoppervlak zijn deze waarneembaar.
Bij zeer hoge geluidseisen kan dit als storend worden ervaren. Voor industriële toepassingen zijn de geluidsontwikke-
lingen over het algemeen acceptabel.
Maatregelen om dit op te lossen kunnen een verandering in de klokfrequentie of het gebruik van een sinusfilter of fre-
quentieomvormer met een geïntegreerd sinusfilter zijn.
Bij toerentalgeregelde werking met een frequentieomvormer moeten de kritische frequenties (frequenties waarbij re-
sonanties optreden ten gevolge van natuurlijke frequenties) bij de frequentieomvormer worden afgeschermd.
15
NL
Onderhoud, foutenherstel en reiniging mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakpersoneel, met
inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften.
Zorg ervoor dat geen verbindingen van leidingen, aansluitingen en onderdelen losgemaakt worden
zolang het toestel niet volledig is afgesloten van de netstroom. Beveilig het toestel tegen opnieuw
inschakelen.
Afzonderlijke onderdelen mogen niet met elkaar worden verwisseld, d.w.z. dat bijvoorbeeld de voor
een bepaald product bestemde onderdelen niet voor andere producten gebruikt mogen worden.
Door regelmatig onderhoud van onze apparatuur zorgt u voor een goede werking, waardebehoud en
vermijdt u schade. Houd een onderhoudsprotocol bij.
Voer het gespecificeerde onderhoud aan het apparaat uit met de aangegeven intervallen.
13. ONDERHOUD EN REINIGING
Onze apparaten vereisen weinig onderhoud wanneer ze correct worden gebruikt.
De volgende werkzaamheden moeten met inachtneming van de veiligheids- en arbeidsveiligheidsvoorschriften op re-
gelmatige tijdstippen worden uitgevoerd:
Het functioneren van de regeling en de veiligheidsinrichtingen moet worden gecheckt.
Elektrische aansluitingen en bedrading moeten worden gecontroleerd op beschadigingen.
Vervuilingen van de rotor(en) van de ventilator moeten worden verwijderd om onevenwichtige belasting en vermo-
gensvermindering tegen te gaan.
Voor het schoonmaken (rotoren/behuizing) mogen geen agressieve of licht ontvlambare reinigingsmiddelen
worden gebruikt.
Gebruik bij voorkeur uitsluitend water (geen stromend water) of een zachte zeepoplossing.
De reinigen van de rotor moet door middel van een doek, borstel of kwast gebeuren.
Gebruik in geen geval een hogedrukreiniger!
Balansklemmen mogen niet verschoven of verwijderd worden.
De rotor en de inbouwdelen mogen in geen geval beschadigd worden.
Voer na onderhoudswerkzaamheden een veiligheidscontrole volgens hoofdstuk 11. en 12. uit alvorens het apparaat
weer in gebruik te nemen!
13.1. Checklist onderhoud en service
Beschrijving Controle-interval
Schakelmechanisme Maandelijks
Ventilator
Controleer of de ventilator goed werkt en klaar is voor gebruik (ten minste 15 minuten proefdraai-
en)
Elke 6 maanden
Controleer of de ventilator goed werkt en klaar is voor gebruik (ten minste 1 uur proefdraaien) Jaarlijks
Controleer op verontreiniging, beschadiging, corrosie en bevestiging Elke 6 maanden
Reiniging voor functiebehoud Elke 6 maanden
Controleer de draairichting van de waaier Jaarlijks
Controleer flexibele verbindingen op lekken Jaarlijks
Controleer de waaier op onbalans Jaarlijks
Controleer de werking van het beveiligingsmechanisme Jaarlijks
Motor
Controleer de buitenkant op vuil, beschadiging, corrosie en bevestiging Elke 6 maanden
Reiniging voor functiebehoud Jaarlijks
Controleer lagers op bijgeluiden Jaarlijks
Controleer of de de aansluitingen goed zijn bevestigd Jaarlijks
Meet de spanning Jaarlijks
www.ruck.eu |
16
A
A
B
B
A-A
B-B
1
2
3
3
4
| DVL...D
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
13.2. Waaierinstallatie met Taperlock-klembusnaaf
1. Reinig alle kale oppervlakken (pasvlakken van
de klembussen en motoras).
2. Steek de klembus (1) in de naaf (2) en zorg
ervoor dat de gaten samenvallen.
3. Smeer de stelschroeven (3) licht in met olie
en schroef ze vast - nog niet vastdraaien.
4. Waaier met klembus op stang schuiven, in
axiale positie uitlijnen en draadeinden gelijk-
matig aan beide zijden aandraaien. Aanhaal-
moment uit tabel 4-1 in acht nemen.
Montage
De waaier is door middel van een klembus verbonden met het aseinde van de aandrijfmotor.
Demontage
1. Alle draadeinden (3) losdraaien en helemaal
uitdraaien. Smeer de stelschroef in met olie
en schroef deze in het demontagegat (4).
2. Draadeind aantrekken tot de klembus (1) van
de naaf (2) loskomt.
3. Waaier kan gedemonteerd worden.
Technische gegevens
Inbedrijfstelling (na vervanging)
Verwijder eventuele aanwezige restanten en vreemde voorwerpen van de waaier en het aanzuiggedeelte.
Controleer de draairichting (draairichtingspijl op de onderste schijf van de waaier).
Bij de eerste inbedrijfstelling moet de gehele eenheid op mechanische trillingen worden gecontroleerd. Indien nodig
moet deze opnieuw worden gebalanceerd.
Let erop dat de eenheid met weinig trillingen en rustig loopt.
Busmaat
Tabel met aanhaalmomenten
Busmaat 1210 2012 2517
Aanhaalmoment schroeven met vlakspie
(Nm) 17 26 41
Aanhaalmoment schroeven zonder vlakspie
(Nm) 20 31 48
Aantal schroeven 2 2 2
17
NL
14. LEVENSDUUR EN WEGGOOIEN
14.2. Buitenbedrijfstelling en weggooien
Bij demontage komen stroomvoerende delen bloot te liggen, deze leiden bij aanraking tot een elektri-
sche schok. Ontkoppel vóór het demonteren de ventilator van alle elektriciteitspunten en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen!
Componenten en modules van het apparaat die hun levensduur hebben bereikt, bijv. vanwege slijtage, corrosie, me-
chanische stress, metaalmoeheid en/of andere, niet direct herkenbare redenen, moeten na demontage correct en
overeenkomstig de nationale en internationale wet- en regelgeving worden afgevoerd. Hetzelfde geldt voor gebruikte
hulpstoffen zoals olie en vet of andere stoffen. Het bewust of onbewust hergebruik van gebruikte componenten zoals
bijv. waaiers, walslagers, motoren, enz. kan leiden tot gevaar voor personen, het milieu en machines en installaties. De
geldende plaatselijke gebruiksvoorschriften moeten worden nageleefd en toegepast.
14.1. Levensduur van het product
14.3. Reserveonderdelen (motor + waaier)
Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
De reparatie mag alleen worden uitgevoerd door getraind en geautoriseerd vakpersoneel.
De motoren zijn uitgerust met onderhoudsvrije, permanent gesmeerde kogellagers. Onder normale bedrijfsomstandig-
heden is de verwachte levensduur ongeveer 30.000 bedrijfsuren.
De hier gegeven informatie is sterk afhankelijk van de betreffende gebruiksomgeving en de omgevingsomstandighed-
en. We adviseren deze apparaten na ongeveer 30.000 bedrijfsuren of 5 jaar te vervangen.
15. OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
Storing Mogelijke oorzaak Oplossingen
Ventilator start
niet
Geen voeding Controleer de stroomvoorziening/aansluitingen
Waaier draait niet vrij Spoor de oorzaken op en verhelp de storing
indien mogelijk. Neem contact op met de lever-
ancier als dit niet mogelijk is.
Motor oververhit/
thermische beveili-
ging is geactiveerd
Kogellager defect Neem contact op met de leverancier
Te hoge bedrijfstemperatuur Neem de gegevens op het typeplaatje in acht
Luchtstroom is te gering, motor kan niet
aoelen
Zie storing „Lage luchtcapaciteit“
Apparaat maakt
teveel lawaai/
trillingen in de
behuizing
Vuilafzettingen op de waaier Zie hoofdstuk Onderhoud en reiniging
Onbalans van de waaier Neem contact op met de leverancier
Verbinding met de aanzuig- of afzuigbui-
zen veroorzaakt trillingen/vibraties
Installeer de ventilator met trillingsisolatie
Bevestigingsschroeven losgeraakt Schroeven vastdraaien
Kogellager defect Neem contact op met de leverancier
Losgeraakt waaierblad Neem contact op met de leverancier
Lage luchtcapaci-
teit
Waaier draait in de verkeerde richting
(verkeerde richting van de luchtverplaat-
sing)
Let op de markering op het apparaat/type-
plaatje. Controleer de elektrische aansluitingen
Hoge drukverliezen in het systeem Verbeter de leidingconfiguratie of kies een
krachtigere ventilator
Terugstroomkleppen gesloten of slechts
gedeeltelijk open
Controleer de aansturing/inbouwpositie van de
terugslagklep
Kanaalsysteem verstopt Verstopping verwijderen / Beschermrooster
schoonmaken
Toerentalregeling verkeerd ingesteld /
onjuist aangesloten
Controleer instellingen/schakelapparaat en evt.
opnieuw instellen/aansluiten
www.ruck.eu |
Informatiestand
print 19.07.2022
mdnvl_pb_02b_k10001_nl
Onder voorbehoud van wijzigingen
Taal:
Nederlands
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 7930 9211-300
Fax. +49 7930 9211-166
www.ruck.eu
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Ruck DVL 500 D4 RK 01 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor