Whirlpool PWDE 81473 W de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
25
Nederlands
NL
WASDROOGMACHINE
! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen.
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 28
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controle van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 29
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Beschrijving van de wasdroogmachine, 30-31
Bedieningspaneel
Display
Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 32
Programma’s en opties, 33
Programmatabel
Wasopties
Wasmiddelen en wasgoed, 34
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
PWDE 81473 W
Gebruiksaanwijzing
26
NL
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren
voor latere raadpleging. In het geval u het
apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het
boekje bij de wasdroogmachine blijven zodat
de nieuwe gebruiker de functies en betreffende
raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasdroogmachine geen
schade heeft geleden gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer
en de rubberen ring
met bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie
afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de
wasdroogmachine ooit worden vervoerd, dan
moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasdroogmachine op een
rechte en stevige vloer en laat hem niet
steunen tegen een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal
is kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser of
vaster te schroeven
(zie afbeelding);
de inclinatiehoek,
gemeten ten opzichte
van het werkvlak, mag de niet overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine
stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het
zich verplaatsen van de automaat tijdens de
werking. In het geval van vloerbedekking of
een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat
onder de wasmachine genoeg plaats is voor
ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de
toevoerbuis aan op
de koudwaterkraan
met een mondstuk
met schroefdraad
van 3/4 gas (zie
afbeelding).
Voordat u de
wasdroogmachine
aansluit moet u het
water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan
de wasdroogmachine
door hem op
de betreffende
watertoevoer
te schroeven,
rechtsboven aan
de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels
in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich
binnen de waarden van de tabel Technische
Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet
u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel
of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat
worden geleverd.
Installatie
NL
27
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis,
zonder hem te
buigen, aan een
afvoerleiding of aan
een afvoer in de muur
tussen de 65 en 100
cm van de grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind
de bijgeleverde
steun aan de kraan
(zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis;
indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke
buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen
van de wasdroogmachine kan dragen,
zoals aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de
waarden die zijn aangegeven in de tabel
Technische Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker
van de wasdroogmachine . Indien dit niet
zo is moet de stekker of het stopcontact
vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een
vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd
om elektronische schade door bevriezing of
condensatie te voorkomen.
! Als de wasdroogmachine is gnstalleerd moet
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of
samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een
bevoegde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de
wasdroogmachine in gebruik neemt, dient u
een wascyclus uit te voeren met wasmiddel
maar zonder wasgoed, op het programma 2.
65 - 100 cm
Technische gegevens
Model
PWDE 81473 W
Afmetingen
breedte 59,5 cm
hoogte 85 cm
diepte 60 cm
Laadcapaci-
teit
van 1 tot 8 kg voor het wassen
van 1 tot 6 kg voor het drogen
Elektrische
aansluitin-
gen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Hydraulische
aansluitin-
gen
maximale druk
1 MPa (10 bar)
minimale druk
0,05 MPa (0,5 bar)
inhoud trommel 62 liter
Centrifuge-
toerental
tot 1400 toeren per minuut
Controlepro-
gramma’s
volgens
norm
EN 50229
Wassen: programma 2;
temperatuur 6C; uitgevoerd
met een lading van 8 kg.
Drogen: het drogen van de
kleinste lading moet worden
uitgevoerd door het selecteren
van het droogniveau A1 (Strij-
kdroog). De lading moet besta-
an uit 2 lakens, 1 kussensloop
en 1 handdoek; het drogen
van het overgebleven wasgoed
moet worden uitgevoerd door
het droogniveau A4 (Extra
droog) te selecteren.
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende EU voor-
schriften:
- 2004/108/CE (Elektroma-
gnetische Compatibiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan
de voorzijde van de
wasdroogmachine
door er op het
midden op te
drukken. Duw
beide zijkanten naar
beneden toe en
verwijder het paneel
(zie afbeeldingen).
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de
slang van de watertoevoer. Als er barstjes of
scheuren in zitten moet hij vervangen worden:
gedurende het wassen kan de hoge waterdruk
onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan
af. Hiermee beperkt u slijtage van de
waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasdroogmachine gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de
wasdroogmachine
De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit
schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje
door op het hendeltje
(1) te drukken en het
naar voren te trekken
(2) (zie afbeelding).
Was het onder
stromend water. Dit
moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van
een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet
te worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp
beschermt en zich aan de onderkant ervan
bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd
is en haal de stekker uit het stopcontact.
2
1
NL
29
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton,
alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine,
was en stoffen om was te verwijderen moet met een grotere
hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen worden
alvorens de kleding in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen,
waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en
kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber
bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten
overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt
worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd
zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artikelen
niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het
wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen
om het snel te laten drogen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan
zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een
ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd
worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasdroogmachine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine
komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen.
Droog geen wasgoed dat met ontvlambare oplosmiddelen
is gewassen (b.v. trieline).
Droog geen schuimrubber of elastomeren of kledingstukken
met rubberen opschriften e.d.
Controleer dat gedurende het drogen de waterkraan open is.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/CE, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het
normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte
apparatuur moet apart worden opgehaald om het
wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt
te optimaliseren en om potentiële schade aan de
gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van
de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan
te geven dat het apart moet worden weggegooid. Voor
verdere informatie betreffende het correcte verwijderen
van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers
zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
30
NL
Beschrijving van de
wasdroogmachine
Bedieningspaneel
knopTEMPERATUUR
DRAAIKNOP
PROGRAMMA’S
Wasmiddelbakje
Knop ON/OFF
Knop
CENTRIFUGE
Toets en controlelampje
START/PAUSE
DISPLAY
Toetsen en
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF : druk even op de toets om de
wasdroogmachine aan of uit te zetten. Het blauwe
START/PAUSE controlelampje dat langzaam knippert
geeft aan dat de wasdroogmachine aanstaat. Om de
wasdroogmachine tijdens de wascyclus uit te zetten
moet u de toets iets langer, circa 3 seconden, ingedrukt
te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal
de wasdroogmachine niet uitgaan.
Als u de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet
wordt de cyclus automatisch geannuleerd.
DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het
gewenste programma (zie “Programmatabel”).
Knoppen en controlelampjes OPTIE: om de beschikbare
opties te selecteren. Het controlelampje van de gekozen
optie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE : druk hierop om het
centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in
zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display
aangegeven.
Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de
temperatuur te verminderen of om met koud water te
wassen: de waarde wordt op het display aangegeven.
Knop DROGEN: druk hierop om het drogen te
verminderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen
droogniveau of droogtijd leest u af op het display (zie “Het
uitvoeren van een was- of droogcyclus”).
Knop en controlelampje START/PAUSE : als het
blauwe controlelampje langzaam knippert, moet u op de
toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus
is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de
wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het
controlelampje wordt amberkleurig en gaat knipperen. Als
het symbool niet aan is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u
opnieuw op de toets.
Controlelampje deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is
geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten
tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de
wasautomaat opent (wacht circa 3 minuten).
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt
u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet
gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de
wasdroogmachine weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 0,5 W
Knop
DROGEN
NL
31
Display
B
C
A
Het display is nodig om de wasdroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot
het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het
geselecteerde wasprogramma.
Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de temperatuur, van de
centrifugesnelheid en van het niveau of de duur van het drogen dat de machine zal uitvoeren aan de hand van het
geselecteerde programma.
Het wateruurwerk knippert tijdens de fase waarin de machine de gegevens verwerkt op basis van het progamma en
het gekozen -niveau. Na max. 10 minuten na de start, gaat het symbool “wateruurwerk” aan en wordt de definitieve
resterende tijd weergegeven. Het symbool wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de weergave van de definitieve
resterende tijd weer uit.
In de sectie B verschijnen de wasfases voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
wasfase en eventueel de droogfase.
Wassen
Spoelen
Centrifugeren/Waterafvoer
Drogen
In de sectie C zijn, vanaf de linkerkant, de symbolen voor “temperatuur”, “centrifuge” en “Drogen” aangegeven.
De streepjestemperatuur” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden.
De streepjes “centrifuge” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden.
He symbool gaat aan tijdens het regelen van het drogen.
32
NL
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
1. DE WASDROOGMACHINE AANZETTEN. Druk
optoets ; het controlelampje START/PAUSE wordt
blauw en gaat langzaam knipperen
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop
PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee
zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid
verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display
verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzig de temperatuur en/of de
centrifuge. Het apparaat toont automatisch de
maximale temperatuur en centrifuge die voor het
ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde
waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen
programma. Door op de toets te drukken kunt u de
temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude
wascyclus “OFF”. Door te drukken op de toets kunt
u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen,
tot aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen
drukt zult u op de maximaal toegestane waarden
terugkeren.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets drukt zal het
apparaat automatisch het maximale droogniveau
selecteren dat past bij het geselecteerde programma.
Elke volgende keer dat u op de toets drukt zal het
niveau dalen, waarna ook de droogtijd, totdat het zal
worden uitgesloten, aangegeven door “OFF”. Als u
nogmaals op de knoppen drukt zult u wederom op de
maximale waarden terugkeren.
Het is mogelijk het drogen in te stellen:
A - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Strijkdroog: geschikt voor wasgoed dat naderhand
moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid
zal de vouwen verzachten en het verwijderen ervan
vergemakkelijken. Het display toont “A1”.
Hangerdroog: ideaal voor die kledingstukken die geen
volledige droging nodig hebben. Het display toont “A2”.
Kastdroog: geschikt voor wasgoed dat direct in de kast
kan worden gelegd, zonder te worden gestreken. Het
display toont “A3”.
Extra droog: geschikt voor wasgoed dat volledig droog
moet zijn, zoals handdoeken en badjassen. Het display
toont “A4”.
B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten (Max. lading 4 kg).
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed
voor wassen en drogen meer is dan het toegestane
maximum (zie Programmatabel), dan voert u eerst het
wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading
en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de
aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”.
Herhaal deze handelingen met de rest van de lading.
Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een
afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Selecteer met de programmaknop een droogniveau
(12-13-14) aan de hand van het type materiaal. Het
is ook mogelijk het gewenste niveau of de tijd van het
drogen in te stellen met de toets DROGEN .
De kenmerken van de cyclus wijzigen.
• Druk op de toets om de optie te activeren. Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren;
desbetreffend controlelampje gaat uit.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met
het ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is
met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje
voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen
en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet
controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal
aangaan.
N.B.: als de -optie ingesteld is, kunnen andere niet
compatibele opties niet geactiveerd worden.
! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje
zal aangaan met een blauw licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is
aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus
bezig is, zet u de wasdroogmachine in pauzestand
door middel van de toets START/PAUSE (het
controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen
met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste
cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt
u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Druk nogmaals op de START/PAUSE
toets om het programma te hervatten vanaf het punt
dat het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen
(wacht circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het
wasgoed uit en schakel het apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u
enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus
zal worden onderbroken en de wasdroogmachine gaat uit.
NL
33
Programma’s en opties
Wasopties
De “PRIME”-technologie zorgt op basis van de kleding die
daadwerkelijk in de wasmachine gedaan wordt voor een
optimaal gebruik van energie, water en tijd. Daarnaast kan
men door op toets te drukken de volgende opties kiezen:
- Water (Water) : maakt het mogelijk om het waterverbruik te
verminderen terwijl excellente wasresultaten behouden worden
(aanbevolen voor zeer vuile was).
- Energy (Energie) : optie die automatisch door “PRIME”
ingesteld wordt: vermindert het energieverbruik (aanbevolen
voor normaal vuil wasgoed).
- Time (Tijd) : hiermee kan de wastijd verkort worden
(aanbevolen voor weinig vuil wasgoed).
! Kan alleen ingesteld worden met programma’s 1, 2, 3, 4, 5
(alle drie de niveaus) en 6, 7 (niveaus - Energy en - Time).
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de
centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken
worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de
wasdroogmachine de trommel langzaam laten ronddraaien.
De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER
STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en
de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om de cyclus
te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de
toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het programma
9 beëindigt de wasdroogmachine de cyclus door het
wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampje van
de functies GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE
gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de
automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken
of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Kan niet ingesteld worden bij programma’s 8, 11, 12, 13,
14, , .
! Als u de was ook wilt drogen, is deze knop alleen actief
wanneer hij gecombineerd is met het niveau “A1” (Strijkdroog).
Antivlekken
Deze functie is geschikt voor het
verwijderen van de hardnekkigste
vlekken. Plaats het bijgeleverde
bakje 4 in vak 1. Schenk het
bleekmiddel en zorg ervoor nooit
het max niveau, aangegeven op
de centrale spil, te overschrijden (zie
figuur). Om uitsluitend te bleken
giet u het bleekmiddel in het extra
bakje 4, stelt u het programma
Spoelen in, en activeert u de
optie “Antivlekken . Om te bleken tijdens het wassen giet u het
wasmiddel en de wasversterkers in de bakjes, stelt u het gewenste
programma in en activeert u de optie Antivlekken . Het gebruik
van het extra bakje 4 sluit de voorwas uit.
! Kan niet worden geactiveerd met programma’s 1, 6, 8, 9, 10,
11, 12, 13, 14, .
Uitgestelde start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen
drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging
heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het bijbehorende
controlelampje aan. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt
u op de toets totdat op het display de tekst OFFverschijnt.
! Deze optie kan bij alle programma’s worden geactiveerd.
Programmatabel
4
2
3
1
4
2
1
3
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: stel het programma 2 in op een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan varië-
ren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en
de geselecteerde aanvullende opties.
Programmas
Beschrijving van het Programma
Max.
Temp.
(°C)
Max.
snelheid
(toeren per
minuut)
Drogen
Wasmiddel en wasversterkers
Max.
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voorwas Wassen
Bleek-
middel
Wasver-
zachter
Programma’s voor iedere dag
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het
display controleren.
1
Katoen met voorwas: zeer vuile witte was. 90° 1400
-
8
2
Wit katoen: zeer vuile witte was. 90° 1400
-
8
2
Wit katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400
-
8
2
Wit katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400
-
8
3
Katoen: zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400
-
8
4
Bont Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1400
-
8
5
Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. 60° 800
-
3,5
6 Spijkergoed
40° 800
-
-
4
7 Overhemden
40° 600
-
2
Speciale wassen
8
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
-
-
2
9
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -
-
2
10
Dons: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. 30° 1000 - -
-
3
11 Sport Schoenen
30° 600 - -
-
Max. 2
paar.
Programma’s drogen
12 Katoen
- -
- - - -
6
13 Synthetisch
- -
- - - -
3,5
14 Wol
- -
- - - -
1,5
Gedeeltelijke wassen
Spoelen - 1400
- -
8
Centrifugeren en Waterafvoer - 1400
- - - - 8
34
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet
beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de
wasdroogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van
het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
Vak 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of het
aanvullende bakje 4 er niet in zit.
Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of
vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Spijkergoed: draai de kledingstukken binnenstebuiten
voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik het programma 6.
Overhemden:gebruik programma 7 om overhemden/
blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen.
Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale
kreukvorming.
Wol: het “Wol” wasprogramma van deze wasmachine is
door The Woolmark Company getest en goedgekeurd
4
2
3
1
4
2
1
3
voor het wassen van kleding waar wol in is verwerkt en die
als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de
aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het
kledingstuk vermeld staan en de instructies van de
fabrikant van de wasmachine. (M1127)
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in een
kussensloop of wasnet. Gebruik het programma 9.
Dons: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbeeld
één- of tweepersoons dekbedden (niet zwaarder dan
3 kg), kussens, ski-jacks, gebruikt u het speciale
programma 10 “Dons” We raden u aan de jacks in
de trommel te laden met de randen naar binnen toe
gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van
het volume van de trommel niet te overschrijden.
Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel
in het doseerbakje te gieten.
Sport Schoenen (programma 11) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasdroogmachine de centrifuge op
een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als
de lading zeer uit balans is zal de wasdroogmachine een
verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde
een betere distributie van de waslading en een juiste
balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
NL
35
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasdroogmachine ontvangt geen
water (Op de display knippert de
tekst “H2O”).
De wasdroogmachine blijft water
aan-en afvoeren
De wasdroogmachine voert het
water niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasdroogmachine lekt.
De controlelampjes van de “Opties
en het controlelampje START/PAUSE
gaan snel knipperen en op het
display verschijnt een storingscode
(bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
De Wasdroogmachine droogt
niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
Er is een uitgestelde start ingesteld.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie
“Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de
wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste
verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij
de wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn
er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine
handmatig te worden ingesteld.
De optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is actief: voor het beëindigen van het
programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en opties).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”).
De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de
Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor
wasdroogmachine ”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken.
• Er is geen stroom.
• De deur is niet goed dicht.
• Uitgestelde start is ingesteld.
• De DROOG toets staat op OFF.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Comunicare:
het type storing;
het model wasdroogmachine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASDROOGMACHINE ! NL Nederlands Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen. Inhoud Installatie, 26-27 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 28 PWDE 81473 W Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasdroogmachine Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controle van de buis van de watertoevoer Voorzorgsmaatregelen en advies, 29 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Beschrijving van de wasdroogmachine, 30-31 Bedieningspaneel Display Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 32 Programma’s en opties, 33 Programmatabel Wasopties Wasmiddelen en wasgoed, 34 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Storingen en oplossingen, 35 Service, 36 25 NL Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroogmachine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasdroogmachine uitpakken. 2. Controleer of de wasdroogmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdroogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 26 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis totdat het helder is. 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasdroogmachine aansluit moet u het water laten lopen 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasdroogmachine door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond af; of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasdroogmachine . Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasdroogmachine in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2. Technische gegevens PWDE 81473 W breedte 59,5 cm Afmetingen hoogte 85 cm diepte 60 cm Laadcapaci- van 1 tot 8 kg voor het wassen teit van 1 tot 6 kg voor het drogen Elektrische zie het typeplaatje met de techaansluitinnische eigenschappen dat op gen het apparaat is bevestigd maximale druk Hydraulische 1 MPa (10 bar) aansluitinminimale druk gen 0,05 MPa (0,5 bar) inhoud trommel 62 liter Centrifugetot 1400 toeren per minuut toerental Wassen: programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met een lading van 8 kg. Drogen: het drogen van de Controlepro- kleinste lading moet worden uitgevoerd door het selecteren gramma’s van het droogniveau “A1” (Strijvolgens kdroog). De lading moet bestanorm an uit 2 lakens, 1 kussensloop EN 50229 en 1 handdoek; het drogen van het overgebleven wasgoed moet worden uitgevoerd door het droogniveau “A4” (Extra droog) te selecteren. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EU voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische Compatibiliteit) - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) Model 27 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasdroogmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasdroogmachine De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje 1 2 Verwijder het laadje door op het hendeltje (1) te drukken en het naar voren te trekken (2) (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. Reinigen van de pomp De wasdroogmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. ! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal de stekker uit het stopcontact. 28 Toegang tot het voorvakje: 1 2 3 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de wasdroogmachine door er op het midden op te drukken. Duw beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het paneel (zie afbeeldingen). 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. • De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen. • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen. - Geen ongewassen kledingstukken drogen. • Droog geen wasgoed dat met ontvlambare oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline). - Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en stoffen om was te verwijderen moet met een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen worden alvorens de kleding in de wasdroger te drogen. • De Europese richtlijn 2002/96/CE, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte apparatuur moet apart worden opgehaald om het wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt te optimaliseren en om potentiële schade aan de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan te geven dat het apart moet worden weggegooid. Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. - Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen, waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden. - Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt worden. - Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden. • Droog geen schuimrubber of elastomeren of kledingstukken met rubberen opschriften e.d. • Controleer dat gedurende het drogen de waterkraan open is. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen om het snel te laten drogen. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasdroogmachine te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. 29 NL Beschrijving van de wasdroogmachine NL Bedieningspaneel Toetsen en controlelampjes Knop ON/OFF FUNCTIE knopTEMPERATUUR Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD DISPLAY Wasmiddelbakje Knop DRAAIKNOP PROGRAMMA’S CENTRIFUGE Toets en controlelampje Knop START/PAUSE DROGEN Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Toets ON/OFF : druk even op de toets om de wasdroogmachine aan of uit te zetten. Het blauwe START/PAUSE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasdroogmachine aanstaat. Om de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 3 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasdroogmachine niet uitgaan. Als u de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het gewenste programma (zie “Programmatabel”). Knoppen en controlelampjes OPTIE: om de beschikbare opties te selecteren. Het controlelampje van de gekozen optie zal aanblijven. Toets CENTRIFUGE : druk hierop om het centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display aangegeven. Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. 30 Knop DROGEN: druk hierop om het drogen te verminderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen droogniveau of droogtijd leest u af op het display (zie “Het uitvoeren van een was- of droogcyclus”). Knop en controlelampje START/PAUSE : als het blauwe controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt amberkleurig en gaat knipperen. Als het symbool niet aan is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Controlelampje deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent (wacht circa 3 minuten). Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen. Stand- by modus Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasdroogmachine weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 0,5 W Display NL B A C Het display is nodig om de wasdroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, de maximale waarden van de temperatuur, van de centrifugesnelheid en van het niveau of de duur van het drogen dat de machine zal uitvoeren aan de hand van het geselecteerde programma. Het wateruurwerk knippert tijdens de fase waarin de machine de gegevens verwerkt op basis van het progamma en het gekozen -niveau. Na max. 10 minuten na de start, gaat het symbool “wateruurwerk” aan en wordt de definitieve resterende tijd weergegeven. Het symbool wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de weergave van de definitieve resterende tijd weer uit. In de sectie B verschijnen de wasfases voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende wasfase en eventueel de droogfase. Wassen Spoelen Centrifugeren/Waterafvoer Drogen In de sectie C zijn, vanaf de linkerkant, de symbolen voor “temperatuur”, “centrifuge” en “Drogen” aangegeven. De streepjes “temperatuur” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden. De streepjes “centrifuge” geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden. He symbool gaat aan tijdens het regelen van het drogen. 31 Het uitvoeren van een was- of droogcyclus NL 1. DE WASDROOGMACHINE AANZETTEN. Druk optoets ; het controlelampje START/PAUSE wordt blauw en gaat langzaam knipperen 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door te drukken op de toets kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul toe” OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. Het drogen instellen De eerste keer dat u op de toets drukt zal het apparaat automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past bij het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven door “OFF”. Als u nogmaals op de knoppen drukt zult u wederom op de maximale waarden terugkeren. Het is mogelijk het drogen in te stellen: A - Aan de hand van het gewenste droogniveau: Strijkdroog: geschikt voor wasgoed dat naderhand moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de vouwen verzachten en het verwijderen ervan vergemakkelijken. Het display toont “A1”. Hangerdroog: ideaal voor die kledingstukken die geen volledige droging nodig hebben. Het display toont “A2”. Kastdroog: geschikt voor wasgoed dat direct in de kast kan worden gelegd, zonder te worden gestreken. Het display toont “A3”. Extra droog: geschikt voor wasgoed dat volledig droog moet zijn, zoals handdoeken en badjassen. Het display toont “A4”. B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten (Max. lading 4 kg). Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum (zie Programmatabel), dan voert u eerst het 32 wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Herhaal deze handelingen met de rest van de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet. Alleen drogen Selecteer met de programmaknop een droogniveau (12-13-14) aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk het gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen met de toets DROGEN . De kenmerken van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de optie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit. ! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd. ! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal aangaan. N.B.: als de -optie ingesteld is, kunnen andere niet compatibele opties niet geactiveerd worden. ! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een blauw licht en de deur wordt geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is, zet u de wasdroogmachine in pauzestand door middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen (wacht circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus zal worden onderbroken en de wasdroogmachine gaat uit. Programma’s en opties Programma’s Programmatabel Beschrijving van het Programma Wasmiddel en wasversterkers Max. Max. snelheid Drogen Temp. (toeren per (°C) Bleek- Wasverminuut) Voorwas Wassen middel zachter Max. lading (kg) 90° 90° 60° 40° 60° 40° 60° 40° 40° 1400 1400 1400 1400 1400 1400 800 800 600           -                          8 8 8 8 8 8 3,5 4 2 40° 30° 30° 800 0 1000  - -    -    11 Sport Schoenen 30° 600 - -  -  2 2 3 Max. 2 paar. - -    - - - - 3,5 - 1400  - -   8 - 1400  - - - - 8 Programma’s drogen 12 Katoen 13 Synthetisch 14 Wol Gedeeltelijke wassen Spoelen Centrifugeren en Waterafvoer 6 1,5 U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. Programma’s voor iedere dag Katoen met voorwas: zeer vuile witte was. Wit katoen: zeer vuile witte was. Wit katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. Wit katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. Katoen: zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. Bont Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte was. Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. Spijkergoed Overhemden Speciale wassen 8 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 9 Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 10 Dons: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. 1 2 2 2 3 4 5 6 7 Duur cyclus De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: stel het programma 2 in op een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Wasopties De “PRIME”-technologie zorgt op basis van de kleding die daadwerkelijk in de wasmachine gedaan wordt voor een optimaal gebruik van energie, water en tijd. Daarnaast kan men door op toets te drukken de volgende opties kiezen: - Water (Water) : maakt het mogelijk om het waterverbruik te verminderen terwijl excellente wasresultaten behouden worden (aanbevolen voor zeer vuile was). - Energy (Energie) : optie die automatisch door “PRIME” ingesteld wordt: vermindert het energieverbruik (aanbevolen voor normaal vuil wasgoed). - Time (Tijd) : hiermee kan de wastijd verkort worden (aanbevolen voor weinig vuil wasgoed). ! Kan alleen ingesteld worden met programma’s 1, 2, 3, 4, 5 (alle drie de niveaus) en 6, 7 (niveaus - Energy en - Time). Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasdroogmachine de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het programma 9 beëindigt de wasdroogmachine de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampje van de functies GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Kan niet ingesteld worden bij programma’s 8, 11, 12, 13, 14, , . ! Als u de was ook wilt drogen, is deze knop alleen actief wanneer hij gecombineerd is met het niveau “A1” (Strijkdroog). Antivlekken Deze functie is geschikt voor het verwijderen van de hardnekkigste vlekken. Plaats het bijgeleverde bakje 4 in vak 1. Schenk het bleekmiddel en zorg ervoor nooit 3 1 3 het “max” niveau, aangegeven op 22 de centrale spil, te overschrijden (zie figuur). Om uitsluitend te bleken giet u het bleekmiddel in het extra bakje 4, stelt u het programma “Spoelen” in, en activeert u de optie “Antivlekken” . Om te bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en de wasversterkers in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de optie “Antivlekken” . Het gebruik van het extra bakje 4 sluit de voorwas uit. ! Kan niet worden geactiveerd met programma’s 1, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, . 44 Uitgestelde start Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het bijbehorende controlelampje aan. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. ! Deze optie kan bij alle programma’s worden geactiveerd. 33 NL Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasdroogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: 44 3 3 1 22 Vak 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) Voordat u het middel erin strooit moet u controleren of het aanvullende bakje 4 er niet in zit. Vak 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. extra bakje 4: Bleekmiddel Voorbereiden van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. • Leeg de zakken en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Speciale programma’s Spijkergoed: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 6. Overhemden:gebruik programma 7 om overhemden/ blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale kreukvorming. Wol: het “Wol” wasprogramma van deze wasmachine is door The Woolmark Company getest en goedgekeurd 34 voor het wassen van kleding waar wol in is verwerkt en die als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant van de wasmachine. (M1127) Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in een kussensloop of wasnet. Gebruik het programma 9. Dons: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbeeld één- of tweepersoons dekbedden (niet zwaarder dan 3 kg), kussens, ski-jacks, gebruikt u het speciale programma 10 “Dons” We raden u aan de jacks in de trommel te laden met de randen naar binnen toe gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van de trommel niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten. Sport Schoenen (programma 11) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasdroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasdroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasdroogmachine gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. Er is een uitgestelde start ingesteld. De wasdroogmachine ontvangt geen • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. water (Op de display knippert de • De buis is gebogen. tekst “H2O”). • De waterkraan is niet open. • Het hele huis zit zonder water. • Er is onvoldoende druk. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasdroogmachine blijft water aan-en afvoeren • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. • Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine De wasdroogmachine voert het handmatig te worden ingesteld. water niet af of centrifugeert niet. • De optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is actief: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en opties). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasdroogmachine lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “Opties” • Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de en het controlelampje START/PAUSE Servicedienst in te schakelen. gaan snel knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasdroogmachine ”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. De Wasdroogmachine droogt niet. • • • • • De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken. Er is geen stroom. De deur is niet goed dicht. Uitgestelde start is ingesteld. De DROOG toets staat op OFF. 35 NL Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Comunicare: • het type storing; • het model wasdroogmachine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Whirlpool PWDE 81473 W de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor