Whirlpool PWDE 81473 W (EU) Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Whirlpool PWDE 81473 W (EU) Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
25
Nederlands
NL
WASDROOGMACHINE
! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen.
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasdroogmachine, 28-29
Bedieningspaneel
Display
Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 30
Programma’s en opties, 31
Programmatabel
Wasopties
Wasmiddelen en wasgoed, 32
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Voorzorgsmaatregelen en advies, 33
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 34
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controle van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
PWDE 81473 W
Gebruiksaanwijzing
26
NL
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere
raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u
verhuist, moet het boekje bij de wasdroogmachine blijven
zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende
raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke
informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasdroogmachine geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval
is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact
opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het apparaat
beschermen tijdens het
vervoer en de rubberen
ring met bijbehorende
afstandsleider die zich aan
de achterkant bevinden (zie
afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic
doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdroogmachine
ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur,
meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet volledig
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster te
schroeven (zie afbeelding);
de inclinatiehoek, gemeten
ten opzichte van het
werkvlak, mag de 2° niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit
en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen
van de automaat tijdens de werking. In het geval van
vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig
dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan
op de koudwaterkraan
met een mondstuk met
schroefdraad van 3/4 gas
(zie afbeelding).
Voordat u de
wasdroogmachine aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan de
wasdroogmachine door
hem op de betreffende
watertoevoer te schroeven,
rechtsboven aan de
achterkant (zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis
zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden
van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde
hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde
installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd.
Installatie
NL
27
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen
de 65 en 100 cm van de
grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind de
bijgeleverde steun aan
de kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
• hetstopcontactgeaardisenvoldoetaandegeldende
normen;
• hetstopcontacthetmaximumvermogenvande
wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
• despanningzichbevindttussendewaardendiezijn
aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie
hiernaast);
• decontactdoosgeschiktisvoordestekkervande
wasdroogmachine . Indien dit niet zo is moet de stekker
of het stopcontact vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en
droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade
door bevriezing of condensatie te voorkomen.
! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasdroogmachine in
gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met
wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.
65 - 100 cm
Technische gegevens
Model
PWDE 81473 W
Afmetingen
breedte 59,5 cm
hoogte 85 cm
diepte 60 cm
Laadcapaciteit
van 1 tot 8 kg voor het wassen
van 1 tot 6 kg voor het drogen
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Hydraulische
aansluitingen
maximaledruk1MPa(10bar)
minimaledruk0,05MPa(0,5bar)
inhoud trommel 62 liter
Centrifugetoe-
rental
tot 1400 toeren per minuut
Controleprogram-
ma’s volgens norm
EN 50229
Wassen: programma 2; temperatuur
60°C; uitgevoerd met een lading van 8 kg.
Drogen: eerste droging uitgevoerd met
2kgladingopmaximumdroogstandA1”
(Strijkdroog);
tweede droging uitgevoerd met 6 kg
ladingopmaximumdroogstand“A4”
(Extradroog).
Deze apparatuur voldoet aan de volgen-
de EU voorschriften:
- 2004/108/CE (Elektromagnetische
Compatibiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
28
NL
Beschrijving van de
wasdroogmachine
Bedieningspaneel
knopTEMPERATUUR
DRAAIKNOP
PROGRAMMA’S
Wasmiddelbakje
Knop ON/OFF
Knop
CENTRIFUGE
Toets en controlelampje
START/PAUSE
DISPLAY
Toetsen en
controlelampjes
FUNCTIE
Controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF
: druk even op de toets om de
wasdroogmachine aan of uit te zetten. Het blauwe
START/PAUSE controlelampje dat langzaam knippert
geeft aan dat de wasdroogmachine aanstaat. Om de
wasdroogmachine tijdens de wascyclus uit te zetten
moet u de toets iets langer, circa 3 seconden, ingedrukt
te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal
de wasdroogmachine niet uitgaan.
Als u de wasdroogmachine tijdens de wascyclus uitdoet
wordt de cyclus automatisch geannuleerd.
DRAAIKNOP PROGAMMA’S voor het instellen van het
gewensteprogramma(zie“Programmatabel”).
Knoppen en controlelampjes OPTIE: om de beschikbare
opties te selecteren. Het controlelampje van de gekozen
optie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE
: druk hierop om het
centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in
zijn geheel uit te sluiten; de waarde wordt op het display
aangegeven.
Toets TEMPERATUUR
: druk hierop om de
temperatuur te verminderen of om met koud water te
wassen: de waarde wordt op het display aangegeven.
Knop
DROGEN: druk hierop om het drogen te
verminderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen
droogniveau of droogtijd leest u af op het display (zie “Het
uitvoeren van een was- of droogcyclus”).
Knop en controlelampje START/PAUSE
: als het
blauwe controlelampje langzaam knippert, moet u op de
toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus
is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de
wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het
controlelampje wordt amberkleurig en gaat knipperen. Als
het symbool
niet aan is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Om het programma te hervatten drukt u
opnieuw op de toets.
Controlelampje deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is
geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten
tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de
wasautomaat opent (wacht circa 3 minuten).
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt
u op de toets START/PAUSE; als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet
gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de
wasdroogmachine weer aangaat.
Knop
DROGEN
NL
29
Display
B
C
A
Het display is nodig om de wasdroogmachine te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma’s en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot
het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het
geselecteerde wasprogramma.
Bovendienverschijnen,nahetdrukkenopdebetreffendetoets,demaximalewaardenvandetemperatuur,vande
centrifugesnelheid en van het niveau of de duur van het drogen dat de machine zal uitvoeren aan de hand van het
geselecteerde programma.
Het wateruurwerk knippert tijdens de fase waarin de machine de gegevens verwerkt op basis van het progamma en
het gekozen
-niveau.Namax.10minutennadestart,gaathetsymbool“wateruurwerk”aanenwordtdedefinitieve
resterende tijd weergegeven. Het symbool wateruurwerk gaat na ongeveer 1 minuut na de weergave van de definitieve
resterende tijd weer uit.
In de sectie B verschijnen de wasfases voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende
wasfase en eventueel de droogfase.
Wassen
Spoelen
Centrifugeren/Waterafvoer
Drogen
In de sectie Czijn,vanafdelinkerkant,desymbolenvoor“temperatuur”,“centrifuge”en“Drogen”aangegeven.
Destreepjes“temperatuur”
geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden.
Destreepjes“centrifuge”
geven de hoogste temperatuur aan die voor de ingestelde cyclus gekozen kan worden.
He symbool
gaat aan tijdens het regelen van het drogen.
30
NL
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
1. DE WASDROOGMACHINE AANZETTEN. Druk
optoets
; het controlelampje START/PAUSE wordt
blauw en gaat langzaam knipperen
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegevenin“Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop
PROGRAMMA’ahetgewensteprogramma;hiermee
zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid
verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display
verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzig de temperatuur en/of de
centrifuge. Het apparaat toont automatisch de
maximaletemperatuurencentrifugedievoorhet
ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde
waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen
programma. Door op de toets
te drukken kunt u de
temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude
wascyclus“OFF”.Doortedrukkenopdetoets
kunt
u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen,
totaannultoe” OFF”.Alsunogmaalsopdetoetsen
druktzultuopdemaximaaltoegestanewaarden
terugkeren.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets
drukt zal het
apparaatautomatischhetmaximaledroogniveau
selecteren dat past bij het geselecteerde programma.
Elke volgende keer dat u op de toets drukt zal het
niveau dalen, waarna ook de droogtijd, totdat het zal
wordenuitgesloten,aangegevendoor“OFF”.Alsu
nogmaals op de knoppen drukt zult u wederom op de
maximalewaardenterugkeren.
Het is mogelijk het drogen in te stellen:
A - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Strijkdroog: geschikt voor wasgoed dat naderhand
moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid
zal de vouwen verzachten en het verwijderen ervan
vergemakkelijken.Hetdisplaytoont“A1”.
Hangerdroog: ideaal voor die kledingstukken die geen
volledigedrogingnodighebben.Hetdisplaytoont“A2”.
Kastdroog: geschikt voor wasgoed dat direct in de kast
kan worden gelegd, zonder te worden gestreken. Het
displaytoont“A3”.
Extra droog: geschikt voor wasgoed dat volledig droog
moet zijn, zoals handdoeken en badjassen. Het display
toont“A4”.
B - Op tijdsbasis: van 30 tot 180 minuten(Max.lading4kg).
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed
voor wassen en drogen meer is dan het toegestane
maximum(zie Programmatabel), dan voert u eerst het
wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading
en laadt u één gedeelte in de trommel. Volg nu de
aanwijzingenvoorhetuitvoerenvan“Alleen drogen”.
Herhaal deze handelingen met de rest van de lading.
Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een
afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Selecteer met de programmaknop een droogniveau
(12-13-14) aan de hand van het type materiaal. Het
is ook mogelijk het gewenste niveau of de tijd van het
drogen in te stellen met de toets DROGEN
.
De kenmerken van de cyclus
wijzigen.
•Drukopdetoetsomdeoptieteactiveren.Het 
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
• Druknogmaalsopdeknopomdeoptietedeactiveren;
desbetreffend controlelampje gaat uit.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met
het ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is
met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje
voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen
en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet
controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal
aangaan.
N.B.: als de
-optie ingesteld is, kunnen andere niet
compatibele opties niet geactiveerd worden.
! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN.Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje
zal aangaan met een blauw licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD
is
aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus
bezig is, zet u de wasdroogmachine in pauzestand
door middel van de toets START/PAUSE (het
controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen
met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste
cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt
u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen (wacht
circa 3 minuten). Druk nogmaals op de START/PAUSE
toets om het programma te hervatten vanaf het punt
dat het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA.Detekst“END”
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat kunt u de deur openen
(wacht circa 3 minuten). Open het deurtje, laad het
wasgoed uit en schakel het apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u
enkele seconden de toets
ingedrukt houden. De cyclus
zal worden onderbroken en de wasdroogmachine gaat uit.
NL
31
Programma’s en opties
Wasopties
De “PRIME”-technologie zorgt op basis van de kleding die
daadwerkelijk in de wasmachine gedaan wordt voor een
optimaal gebruik van energie, water en tijd. Daarnaast kan
men door op toets
te drukken de volgende opties kiezen:
- Water (Water) : maakt het mogelijk om het waterverbruik te
verminderenterwijlexcellentewasresultatenbehoudenworden
(aanbevolen voor zeer vuile was).
- Energy (Energie) :optiedieautomatischdoor“PRIME”
ingesteld wordt: vermindert het energieverbruik (aanbevolen
voor normaal vuil wasgoed).
- Time (Tijd) : hiermee kan de wastijd verkort worden
(aanbevolen voor weinig vuil wasgoed).
! Kan alleen ingesteld worden met programma’s 1, 2, 3, 4, 5
(alle drie de niveaus) en 6, 7 (niveaus - Energy en - Time).
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de
centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken
worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de
wasdroogmachine de trommel langzaam laten ronddraaien.
DecontrolelampjesvandeoptieGEMAKKELIJKER
STRIJKENenSTART/PAUSEgaan(oranje)knipperenen
de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om de cyclus
te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de
toetsGEMAKKELIJKERSTRIJKEN.Bijhetprogramma
9 beëindigt de wasdroogmachine de cyclus door het
wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampje van
defunctiesGEMAKKELIJKERSTRIJKENenSTART/PAUSE
gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de
automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken
ofopdetoetsGEMAKKELIJKERSTRIJKEN.
! Kan niet ingesteld worden bij programmas
8, 11, 12, 13, 14, .
! Als u de was ook wilt drogen, is deze knop alleen actief
wanneerhijgecombineerdismethetniveau“A1”(Strijkdroog).
Antivlekken
Deze functie is geschikt voor het
verwijderen van de hardnekkigste
vlekken. Plaats het bijgeleverde
bakje 4 in vak 1. Schenk het
bleekmiddel en zorg ervoor nooit
hetmaxniveau,aangegevenop
de centrale spil, te overschrijden (zie
figuur). Om uitsluitend te bleken
gietuhetbleekmiddelinhetextra
bakje 4, stelt u het programma
Spoelen”
in, en activeert u de
optie“Antivlekken
. Om te bleken tijdens het wassen giet u het
wasmiddel en de wasversterkers in de bakjes, stelt u het gewenste
programmainenactiveertudeoptieAntivlekken
. Het gebruik
vanhetextrabakje4sluitdevoorwasuit.
! Kan niet worden geactiveerd met programma’s 1, 6, 8, 9, 10,
11, 12, 13, 14,
.
Uitgestelde start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen
drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging
heeft bereikt. Als deze optie actief is blijft het bijbehorende
controlelampje aan. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt
uopdetoetstotdatophetdisplaydetekstOFF”verschijnt.
! Deze optie kan bij alle programma’s worden geactiveerd.
Programmatabel
4
2
3
1
4
2
1
3
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: stel het programma 2 in op een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan varië-
ren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en
de geselecteerde aanvullende opties.
Programmas
Beschrijving van het Programma
Max.
Temp.
(°C)
Max.
snelheid
(toeren per
minuut)
Drogen
Wasmiddel en wasversterkers
Max.
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voorwas Wassen
Bleek-
middel
Wasver-
zachter
Programma’s voor iedere dag
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het
display controleren.
1
Katoen met voorwas: zeer vuile witte was. 90° 1400
-
8
2
Wit katoen: zeer vuile witte was. 90° 1400
-
8
2
Wit katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400
-
8
2
Wit katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400
-
8
3
Katoen: zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400
-
8
4
Bont Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1400
-
8
5
Synthetisch: niet zo vuile kleurvaste bonte was. 60° 800
-
3,5
6 Spijkergoed
40° 800
-
-
4
7 Overhemden
40° 600
-
2
Speciale wassen
8
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
-
-
2
9
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -
-
2
10
Dons: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. 30° 1000 - -
-
3
11 Sport Schoenen
30° 600 - -
-
Max.2
paar.
Programma’s drogen
12 Katoen
- -
- - - -
6
13 Synthetisch
- -
- - - -
3,5
14 Wol
- -
- - - -
1,5
Gedeeltelijke wassen
Spoelen - 1400
- -
8
Centrifugeren en Waterafvoer - 1400
- - - - 8
32
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet
beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de
wasdroogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van
het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
Vak 1: Wasmiddel voor
voorwas (poeder)
Voordat u het middel erin
strooit moet u controleren of
het aanvullende bakje 4 er
niet in zit.
Vak 2: Wasmiddel voor
hoofdwas (poeder of
vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel
moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
Vak 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Voorbereiden van het wasgoed
• Verdeelhetwasgoedvolgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
• Leegdezakkenencontroleerdeknopen.
• Overschrijdhetaangegevengewicht,berekendvoor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechtestoffen:max8kg
Synthetischestoffen:max3,5kg
Fijnestoffen:max2kg
Wol:max2kg
Zijde:max2kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Spijkergoed: draai de kledingstukken binnenstebuiten
voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik het programma 6.
Overhemden:gebruik programma 7 om overhemden/
blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen.
Zobereiktueenmaximaleverzorgingeneenminimale
kreukvorming.
4
2
3
1
4
2
1
3
Wol: met het programma 8 kan in de wasmachine al het
wolwasgoed gelasse worden, ook kledingstukken met
hetetiket“alleenhandwas”
. Gebruik voor de beste
resultaten een wasmiddel dat speciaal voor wol is bestemd
en laad niet meer dan 2 kg wollen goed in de machine.
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in een
kussensloop of wasnet. Gebruik het programma 9.
Dons: om donzen wasgoed te wassen zoals bijvoorbeeld
één- of tweepersoons dekbedden (niet zwaarder dan
3 kg), kussens, ski-jacks, gebruikt u het speciale
programma 10“Dons”Weradenuaandejacksin
de trommel te laden met de randen naar binnen toe
gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van
het volume van de trommel niet te overschrijden.
Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel
in het doseerbakje te gieten.
Sport Schoenen (programma 11) is ontwikkeld voor het
wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient
u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasdroogmachine de centrifuge op
een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als
de lading zeer uit balans is zal de wasdroogmachine een
verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde
een betere distributie van de waslading en een juiste
balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
NL
33
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
• Ditapparaatisuitsluitendontworpenvoorhuishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
• Hetapparaatmagnietwordengebruiktdoorpersonen
(kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton,
alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine,
was en stoffen om was te verwijderen moet met een grotere
hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen worden
alvorens de kleding in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen,
waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en
kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber
bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten
overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt
worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd
zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de artikelen
niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het
wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen
om het snel te laten drogen.
• Raakdemachinenietaanalsublootsvoetsbentofmet
natte of vochtige handen of voeten.
• Trekdestekkernooituithetstopcontactdooraanhetsnoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Openhetwasmiddelbakjenietterwijldemachineinwerkingis.
• Raakhetafvoerwaternietaanaangezienhetzeerheetkan
zijn.
• Forceerdedeurnooit:hetveiligheidsmechanismedateen
ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd
worden.
• Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasdroogmachine te repareren.
• Zorgervoordatkleinekinderenniettedichtbijdemachine
komen als deze in werking is.
• Dedeurkantijdenshetwassenzeerheetworden.
• Alsdemachineverplaatstmoetworden,doeditdanmet
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
• Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
• Deglazenruitwordtwarmgedurendehetdrogen.
• Drooggeenwasgoeddatmetontvlambareoplosmiddelen
is gewassen (b.v. trieline).
• Drooggeenschuimrubberofelastomerenofkledingstukken
met rubberen opschriften e.d.
• Controleerdatgedurendehetdrogendewaterkraanopenis.
Afvalverwijdering
• Hetverwijderenvanhetverpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
• DeEuropeserichtlijn2002/96/CE,betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het
normale afval mag worden meegegeven. De afgedankte
apparatuur moet apart worden opgehaald om het
wedergebruik van materialen waarvan hij is gemaakt
te optimaliseren en om potentiële schade aan de
gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van
de afvalemmer met een kruis staat op elk product, om aan
te geven dat het apart moet worden weggegooid. Voor
verdere informatie betreffende het correcte verwijderen
van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers
zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
34
NL
Onderhoud en verzorging
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in (zie
afbeelding): het is normaal
dat er een beetje water uit
komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Afsluiten van water en stroom
• Sluitnaiederewasbeurtdekraanaf.Hiermeebeperkt
u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
• Sluitaltijdeerstdestroomafvoordatude
wasdroogmachine gaat schoonmaken en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasdroogmachine
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een
spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik
nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laadje door op
het hendeltje (1) te drukken
en het naar voren te trekken
(2) (zie afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
• Laatdedeuraltijdopeenkierstaanomnareluchtjeste
vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan
echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen)
in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal
de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan
de voorzijde van de
wasdroogmachine door
er op het midden op
te drukken. Duw beide
zijkanten naar beneden toe
en verwijder het paneel (zie
afbeeldingen).
2
1
1
2
3
NL
35
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasdroogmachine ontvangt geen
water (Op de display knippert de
tekst “H2O”).
De wasdroogmachine blijft water
aan-en afvoeren
De wasdroogmachine voert het
water niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasdroogmachine lekt.
De controlelampjes van de “Opties
en het controlelampje START/PAUSE
gaan snel knipperen en op het
display verschijnt een storingscode
(bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
De Wasdroogmachine droogt
niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
• Destekkerzitnietinhetstopcontactofnietvergenoegomcontacttemaken.
• Hethelehuiszitzonderstroom.
• Dedeurzitnietgoeddicht.
• DeON/OFFtoetsisnietingedrukt.
• DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
• Dewaterkraanisnietopen.
• Eriseenuitgesteldestartingesteld.
• Dewatertoevoerbuisisnietaangeslotenopdekraan.
• Debuisisgebogen.
• Dewaterkraanisnietopen.
• Hethelehuiszitzonderwater.
• Erisonvoldoendedruk.
• DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
• Deafvoerbuisisnietop65tot100cmafstandvandegrondafgeïnstalleerd(zie
“Installatie”).
• Hetuiteindevandeafvoerbuisligtonderwater(zie “Installatie”).
• Deafvoerindemuurheeftgeenontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de
wasdroogmachine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste
verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij
de wasdroogmachine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn
er in de handel speciale beluchters te koop.
• Hetprogrammavoorzietgeenafvoer:metenkeleprogramma’sdientdemachine
handmatig te worden ingesteld.
• DeoptieGEMAKKELIJKERSTRIJKENisactief:voorhetbeëindigenvanhet
programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Programma’s en opties).
• Deafvoerbuisisgebogen(zie “Installatie”).
• Deafvoerleidingisverstopt.
Detrommelisbijhetinstallerennietopdejuistewijzegedeblokkeerd(zie “Installatie”).
• Dewasdroogmachinestaatnietgoedrecht(zie “Installatie”).
• Dewasdroogmachinestaattekraptussenmeubelsenmuur(zie “Installatie”).
• Debuisvandewatertoevoerisnietgoedaangeschroefd(zie “Installatie”).
• Hetwasmiddelbakjeisverstopt(voorreinigingzie “Onderhoud en verzorging”).
• Deafvoerbuisisnietgoedaangesloten(zie “Installatie”).
• Doedewasdroogmachineuitenhaaldestekkeruithetstopcontact.Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de
Servicedienst in te schakelen.
• Hetwasmiddelisnietbedoeldvoorwasautomaten(ermoet“voor
wasdroogmachine”,“handwasenmachinewas”,ofdergelijkeopstaan).
• Uheeftteveelwasmiddelgebruikt.
Destekkerisnietinhetstopcontactofnietvergenoegingestokenomcontacttemaken.
•Erisgeenstroom.
•Dedeurisnietgoeddicht.
•Uitgesteldestartisingesteld.
•DeDROOGtoetsstaatopOFF.
36
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
• Starthetprogrammaopnieuwomtecontrolerenofdestoringisverholpen;
• Neemindienditniethelptcontactopmetdeservicedienst.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Comunicare:
• hettypestoring;
• hetmodelwasdroogmachine(Mod.);
• hetserienummer(S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.
/