32
Het systeem blijft in de gasmodus totdat de geleverde
elektrische stroomspanning weer op normaal niveau is.
TEMPERATUURREGELING
Het positienummer verwijst naar fig. 1.
Het zal een paar uur duren voordat de koelkast de nor-
male bedrijfstemperatuur bereikt. Wij raden u daarom
aan deze ruim voor vertrek aan te zetten en indien mo-
gelijk met voorgekoelde etenswaren te vullen.
De temperatuur van het hoofdvak van de koelkast wordt
voor alle drie energiebronnen ingesteld met behulp van
de thermostaatknop (B). Nadat de koelkast is aangezet
kiest het systeem automatisch de middelste positie. Na
enige ervaring zult u snel de juiste instelling vinden. Nor-
maal gesproken hoeft de temperatuur daarna niet meer
te worden ingesteld, omdat dezelfde thermostaat de tem-
peratuur van het hoofdvak regelt voor elk van de drie
energiebronnen.
REISBEVEILIGING
De koelkast is uitgerust met twee reisbeveiligers. Verze-
ker u ervan dat tijdens de reis beide beveiligers vergren-
deld zijn.
VOEDSELOPSLAG
Bewaar het voedsel altijd in afgesloten containers. Nooit
warm voedsel in de koelkast stoppen, laat het eerst af-
koelen.
Bewaar geen artikelen in de koelkast die brandbare
gassen kunnen afgeven.
Het vak voor diepvrieswaren is bedoeld voor het bewa-
ren van diepvrieswaren en het maken van ijs. Het is niet
geschikt voor het invriezen van voedsel.
Plaats nooit flessen of blikjes met koolzuurhoudende
drank in het vak voor diepvrieswaren, aangezien zij ka-
pot kunnen springen wanneer zij bevriezen.
De meeste soorten diepvrieswaren kunnen in het vak
voor diepvrieswaren ongeveer een maand worden be-
waard. Deze periode kan echter verschillen en het is
belangrijk dat u de aanwijzingen op de verschillende
verpakkingen in acht neemt.
IJS MAKEN
Vul de ijslaatjes tot net onder de rand met drinkwater en
leg ze op de bodem van het vriesvak. Het ijs zal sneller
worden gemaakt wanneer de thermostaat op de hoog-
ste positie wordt ingesteld, maar vergeet niet de ther-
mostaat weer op de normale instelling terug te zetten
wanneer het ijs klaar is, omdat de koelkast anders te
koud wordt.
ONTDOOIEN
De hoeveelheid ijs op de koeloppervlakken zal langzaam
toenemen. De ijslaag mag niet te dik worden omdat deze
een isolerende werking heeft en de prestatie van de koel-
kast negatief kan beïnvloeden. Controleer de ijslaag ie-
dere week en wanneer deze ongeveer 3 mm dik is dient
u de koelkast te ontdooien.
Om de koelkast te ontdooien dient u deze uit te zetten
en de ijslaatjes en alle voedingswaren te verwijderen.
Laat de deur van de koelkast en van het vriesvak open
staan.
Probeer niet het ontdooiproces met behulp van een
verwarmingsapparaat te versnellen, aangezien hiermee
de van kunststof vervaardigde oppervlakken van de koel-
kast kunnen worden beschadigd. U kunt ook geen ge-
bruik maken van scherpe voorwerpen om het ijs af te
schrapen.
Het dooiwater loopt van het verzamelkanaal naar een
opvangbak aan de achterzijde van de koelkast waar het
normaal gesproken verdampt.
Wanneer er een dikke ijslaag op de vriesplaat en de
koelribben zit en er veel dooiwater ontstaat, dient u de
plastic afvoerslang naar een opvangdichte emmer of
container te leiden. (Toegang via het onderste ventilatie-
rooster aan de buitenkant van het voertuig.) Als het ijs
smelt zal het water naar de container stromen. Breng na
het ontdooien de afvoerslang terug op zijn oorspronke-
lijke plaats.
Dooiwater in het vriesvak dient men met een doek op te
nemen.
Wanneer het ijs is gesmolten kunt u de koelkast afdro-
gen en opnieuw starten. Leg de voedingswaren weer in
de koelkast, maar wacht met het maken van ijsblokjes
totdat de koelkast koud is.
KOELKAST SCHOONMAKEN
Maak de binnenzijde van de koelkast regelmatig schoon
om hem fris en hygiënisch te houden.
Dompel een doek in een oplossing, bestaande uit een
theelepel bicarbonaat of soda op een halve liter warm
water. Wring de doek uit en gebruik hem om de binnen-
zijde van de koelkast en de onderdelen schoon te ma-
ken.
Maak nooit gebruik van reinigingsmiddelen, schuur-
poeder, sterk geurende producten of waspolish om de
binnenzijde van de koelkast schoon te maken, omdat
hierdoor oppervlakken beschadigd kunnen worden en
een penetrante lucht kan ontstaan.
De buitenzijde van de koelkast moet zo nu en dan wor-
den schoongeveegd met behulp van een vochtige doek
en een klein beetje reinigingsmiddel. Dit geldt niet voor
de afdichting van de deur, deze mag alleen met zeep en
water worden schoongemaakt en moet vervolgens gron-
dig worden afgedroogd.
De koeleenheid achter de koelkast moet af en toe met
een borstel worden schoongemaakt, maar zorg ervoor
dat de koelkast uit staat als u dit doet.
VERWARMINGSLEIDING
Bij hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid in
de zomermaanden zullen waterdruppels op het metalen
frame tussen de vriezer en de compartimenten met verse
levensmiddelen worden gevormd.
De koelkast wordt standaard voorzien van een 12 V (DC)
verwarmingsleiding die ervoor zorgt dat de waterdrup-
pels verdampen.
Om de verwarmingsleiding in te schakelen zet u de scha-
kelaar onder het bedieningspaneel op stand I. U kunt de
verwarmingsleiding permanent ingeschakeld laten of
deze alleen inschakelen wanneer de temperatuur dit
vereist.