Drive Medical SmartLink Desktop 3.0, SL3-USB, SmartLink DV5M de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Drive Medical SmartLink Desktop 3.0 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
EN
DeVilbiss
®
SmartLink
®
Module Instruction Guide, Model DV5M
CAUTION–Federal (U.S.A.) law restricts this device to sale by or on the order of a physician.
ES
Guía de instrucciones del módulo SmartLink
®
de DeVilbiss
®
, model
DV5M
PRECAUCIÓN: La legislación federal de los EE. UU. restringe la venta de este dispositivo a médicos o por
prescripción médica.
FR
Manuel d’utilisation du module SmartLink
®
DeVilbiss
®
, modèle DV5M
ATTENTION – En vertu de la loi fédérale américaine, cet appareil ne peut être vendu que par un médecin ou
sur ordonnance de ce dernier.
DE
Bedienungsanleitung für das DeVilbiss
®
SmartLink
®
-Modul, Modell
DV5M
ACHTUNG – Laut US-Bundesgesetz darf dieses Gerät nur von einem Arzt bzw. auf Anordnung eines Arztes
verkauft werden.
IT
Guida all'utilizzo del modulo DeVilbiss
®
SmartLink
®
, Modello DV5M
ATTENZIONE – La legge federale statunitense limita la vendita di questo dispositivo ai medici o su loro
prescrizione.
NL
Instructiehandboekje voor DeVilbiss
®
SmartLink
®
module, model
DV5M
ATTENTIE– De federale wetgeving in de Verenigde Staten schrijft voor dat dit apparaat uitsluitend mag
worden verkocht of voorgeschreven door een arts.
0044
EN - 2
A-DV5M-1
2
3
4
5
1
ENGLISH............................................................................................ EN - 3
ESPAÑOL ........................................................................................... ES - 14
FRANÇAIS ......................................................................................... FR - 26
DEUTSCH .......................................................................................... DE - 38
ITALIANO ........................................................................................... IT - 50
NEDERLANDS .................................................................................... NL - 61
INHOUDSOPGAVE
Inleiding ............................................................................................................................................... NL - 61
Definities van symbolen ...................................................................................................................... NL - 62
Belangrijke veiligheidsinstructies ......................................................................................................... NL - 62
Opstelling ........................................................................................................................................... NL - 63
Belangrijke onderdelen van de SmartLink module .................................................................... NL - 63
Aansluiting op de CPAP ........................................................................................................... NL - 63
Optionele aansluiting voor oximeter .......................................................................................... NL - 64
Bedieningsinstructies ......................................................................................................................... NL - 64
Navigeren door menu’s en ingebouwde rapportering .............................................................. NL - 64
Ophalen van gegevens ............................................................................................................. NL - 65
Accessoires ......................................................................................................................................... NL - 67
Reinigingsinstructies ............................................................................................................................ NL - 67
Onderhoudsinstructies ......................................................................................................................... NL - 67
Problemen oplossen ............................................................................................................................ NL - 67
Specificaties ........................................................................................................................................ NL - 69
DeVilbiss richtlijnen en fabrikantenverklaring ..................................................................................... NL - 69
INLEIDING
De De Vilbiss SmartLink module is een optioneel accessoire bij de CPAP-apparaten in de DV5X reeks. Dit
SmartLink hulpmiddel is aan u gegeven door uw thuiszorgverlener als onderdeel van uw algehele therapie met
positieve druk door de neus voor obstructieve slaapapneu (OSA). SmartLink is een handig hulpmiddel voor uw
arts en/of thuiszorgverlener omdat het hen in staat stelt om te zien hoe effectief de therapie is en hoe vaak en
consequent u het apparaat gebruikt.
De informatie die SmartLink verzamelt helpt mogelijke problemen of uitdagingen aan het licht te brengen die u
wellicht heeft en waarmee uw clinicus u misschien kan helpen zodat u aan de therapie went.
SmartLink is een module met geavanceerde technologie die samen met uw CPAP-apparaat (continue
positieve druk door de neus) werkt.
Dit systeem is uniek in de gezondheidszorg omdat het vaak zo is dat een clinicus een therapie voorschrijft en
u ermee naar huis stuurt en nooit echt weet hoe effectief de therapie is. SmartLink is een groot voordeel voor
u omdat het uw clinicus helpt bij te houden wat er gebeurt met uw toestand zonder dat u extra tochten naar de
praktijk van de clinicus hoeft te maken
Gebruiksindicaties
Het DeVilbiss SmartLink-systeem kan uitsluitend worden gebruikt in combinatie met de CPAP-systemen uit de
DV51, DV53, DV54, DV55, DV56, en DV57 series voor het volgen van patiënten met obstructieve slaapapnoe
die meer dan 30 kg wegen bij CPAP-therapie via de neus. Het systeem moet worden gebruikt in thuis- en
gezondheidszorgomgevingen.
NL - 61
A-DV5M-1
DEFINITIES VAN SYMBOLEN
Waarschuwing. Raadpleeg
gebruikershandleiding
Gegevenspoort ingang/uitgang
Type BF–apparatuur – toegepast
onderdeel
Oriëntatie van geheugenkaartplaatsing
Elektrische beschermingsklasse II –
dubbel geïsoleerd
Aansluitpoort voor oximeter
Producent Serienummer
Radiozender Catalogusnummer
Dit apparaat bevat elektrische en/of elektronische apparatuur die moet worden gerecycled
conform EU-richtlijn 2012/19/EU met betrekking tot elektrisch en elektrotechnisch afval (WEEE)
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees vóór gebruik alle instructies. Belangrijke informatie wordt aangegeven met behulp van de volgende termen:
GEVAAR Dringende veiligheidsinformatie met betrekking tot gevaren die ernstig letsel of de
dood tot gevolg kunnen hebben.
WAARSCHUWING Belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot gevaren die ernstig letsel tot
gevolg kunnen hebben.
VOORZICHTIG Informatie te voorkoming van schade aan het product.
OPMERKING
Informatie waarop u bijzonder acht moet slaan.
GEVAAR
• Gevaar voor elektrische schokken - Gebruik het apparaat niet in bad of onder de douche.
• Gevaar voor elektrische schokken - Leg of dompel het apparaat niet in water of enige andere
vloeistof.
• Gevaar voor elektrische schokken - Probeer NIET de behuizing te openen of te verwijderen. Er
zijn geen onderdelen in die door de gebruiker moeten worden onderhouden. Neem contact op
met uw thuiszorgverlener als uw apparaat onderhoud nodig heeft. Wanneer het product wordt
geopend of onjuist wordt gebruikt, komt de garantie te vervallen.
WAARSCHUWING
• Gebruik de SmartLink module alleen voor het doel waarvoor het is bestemd (zoals beschreven in
dit handboekje).
• Zorg dat u alle met de SmartLink module meegeleverde veiligheidsinstructies hebt gelezen.
• Gebruik uitsluitend door DeVilbiss aangeraden accessoires.
• Gebruik alleen door uw thuiszorgverlener geleverde geheugenkaarten. Andere SD-kaarten zijn
wellicht niet compatibel met het systeem of werken misschien niet op de juiste wijze.
• Stel het apparaat niet bloot aan water.
• Als er water gemorst is op de SmartLink module of als deze in water is ondergedompeld, het
netsnoer uit de voedingsbron halen. Laat het apparaat helemaal droog worden voordat u het
NL - 62
A-DV5M-1
weer gebruikt.
• Als het apparaat gevallen is, raadpleegt u de sectie Problemen oplossen voor instructies. Neem
contact op met uw thuiszorgverlener voor evaluatie van het apparaat.
• Verwijder, om elektrische schokken te voorkomen, altijd het netsnoer uit het stopcontact tijdens
het reinigen.
• Steek geen vreemde voorwerpen in een van de openingen
VOORZICHTIG–De ronde aansluitingen voor de gegevenspoort en oximeter aan de zijkant van de SmartLink
module worden gebruikt om accessoires op het apparaat aan te sluiten. De aansluitingen mogen alleen
gebruikt worden met door De Vilbiss voor gebruik goedgekeurde accessoires. Probeer niet andere apparaten
aan te sluiten op deze aansluitingen, daar dit de CPAP, SmartLink module en/of het apparaat dat u probeert
aan te sluiten kan beschadigen.
Lees de informatie in dit instructiehandboekje zorgvuldig door en zorg dat u deze ook begrijpt. De informatie in
dit handboekje zal u helpen begrijpen hoe de SmartLink module werkt en hoe u de module dient te
onderhouden. Wanneer u zich aan deze instructies en aan het advies van uw arts houdt, kan uw SmartLink
module uitgroeien tot een effectieve aanvulling op uw CPAP-therapie.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
OPSTELLING
Belangrijke onderdelen van de SmartLink module
1. Gegevenskaartsleuf
2. Vrijmaakknop
3. Gegevensaansluitingspoort voor secundair accessoire
4. Aansluitpoort voor oximeter
5. Primaire gegevensaansluiting
6. Vergrendellipjes (3 lipjes)
7. Instructiehandboekje (niet afgebeeld)
Aansluiting op de CPAP
OPMERKING–Het is mogelijk dat de SmartLink-module al op de CPAP
aangesloten aan u gegeven is. Als u de module afzonderlijk van de CPAP
gekregen hebt, volgt u de onderstaande stappen om de module op de juiste
wijze op de CPAP aan te sluiten.
1. Zoek de primaire gegevensaansluiting op de achterkant van de
SmartLink module op. Breng de primaire gegevensaansluiting in lijn met
de ronde DIN-aansluiting op de achterkant van de CPAP en breng hem
gedeeltelijk aan. Breng op hetzelfde moment de drie vergrendellipjes op
de module in lijn met de drie vergrendelinkepingen op het
achteroppervlak van de CPAP en zet ze vast Afbeelding 1.
2. Duw de module stevig en gelijkmatig op de achterkant van de CPAP totdat de module helemaal vast en
op zijn plaats vergrendeld is. ATTENTIEControleer of de aansluiting en de lipjes recht en goed zijn
uitgelijnd voordat u begint te drukken. Dit voorkomt schade aan het CPAP-apparaat Figuur 2. U kunt
een klik horen die bevestigt dat de module goed aan de CPAP bevestigd is. Controleer visueel dat er
geen ruimte is tussen de module en de CPAP.
B
A
4
6
3
3
1
6
6
2
2
4
5
NL - 63
A-DV5M-1
3. Om te controleren of de module succesvol is gekoppeld met het CPAP-apparaat: schakel de CPAP in,
druk tegelijkertijd de linker en rechter pijltoetsen in, en controleer of het SmartLink-menubericht wordt
getoond op het scherm van de CPAP. Als het SmartLink-menubericht niet wordt getoond, raadpleeg dan
het gedeelte Problemen oplossen voor aanvullende informatie.
Verwijdering van de CPAP
De module van de CPAP verwijderen:
1. Druk de vrijmaakknop aan de zijkant van de module helemaal in.
2. Trek de module recht naar achteren bij de CPAP vandaan.
VOORZICHTIG- De module niet omhoog trekken, daar dit de gegevensaansluiting kan beschadigen.
Optionele aansluiting voor oximeter
De SmartLink module biedt de mogelijkheid om een oximeter aan te sluiten zodat een goedgekeurde Nonin
XPOD oximeter met het CPAP-/modulesysteem kan worden gebruikt. Sluit de kabel van de oximeter aan op
de aansluitpoort voor de oximeter aan de zijkant van de module. Als u een oximeter gebruikt, raadpleegt u de
meegeleverde montage- en gebruiksvoorschriften die met de oximeter zijn meegeleverd Afbeelding 3.
U kunt op elk moment de metingen van uw oximeter zien met behulp van het SmartLink-menu (zie SmartLink-
menustructuur).
Bericht weergegeven wanneer de oximeter voor het eerst wordt aangesloten
en met opnemen begint. Dit bericht blijft vijf seconden lang op het scherm. Het
pulsoximetermenu (SpO
2
/PR) wordt vervolgens weergegeven.
Bericht weergegeven wanneer de oximeter verwijderd is. Dit bericht blijft vijf
seconden lang op het scherm. Meerdere kennisgevingen worden gedaan
totdat het opnemen stopt.
Smartlink-menustructuur
Druk tegelijkertijd op de pijltoetsen links en rechts om het SmartLink-menu weer te geven of uit te schakelen.
Ga zoals getoond met de pijlen door de menustructuur (volgt de stippellijn).
Navigatie:
Pijl rechts - navigeert naar rechts door de menuonderdelen.
Pijl links - navigeert naar links door de menuonderdelen.
Pijl omhoog - navigeert omhoog door de menuonderdelen.
Pijl omlaag - navigeert omlaag door de menuonderdelen.
To Exit SmartLink menu (choose one):
1. Schakel de ventilator aan of uit
2. Druk tegelijkertijd op de pijltoetsen links en rechts.
SmartLink menu
Druk  afsluiten
Volume
100% (Aanp. )
Serienummer
CM123456
Firmware versie
V0.06 25/04/2008
SPO2 100
PR: 101
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Navigeren door menu’s en ingebouwde rapportering
Terwijl de SmartLink module is aangesloten, verzamelt deze belangrijke gegevens over hoe het apparaat
wordt gebruikt en welke soort therapie het aan u geeft. Veel van de informatie die verzameld wordt, is
Oximeter
aangesloten
Oximeter
verwijderd
NL - 64
A-DV5M-1
beschikbaar voor u via het ingebouwde menu op uw CPAP-scherm. De voorgaande tabel laat zien hoe u door
de menu’s navigeert.
Wanneer de SmartLink op de juiste wijze is aangesloten, toont het scherm van
de CPAP dit bericht. OPMERKINGAls er een geheugenkaart in de module is
geplaatst voordat de module wordt aangesloten op de CPAP, worden er
misschien kaartwaarnemingsberichten weergegeven.
Druk tegelijkertijd op de pijltoetsen LINKS en RECHTS op het toetsenblok van
de CPAP om het SmartLink-menu te openen. Druk nogmaals op dezelfde
toetsen of schakel de CPAP gewoon uit en weer aan om het SmartLink-menu
af te sluiten.
Druk op de pijltoets OMHOOG of OMLAAG op het toetsenblok van de CPAP
om het volume voor de hoorbare waarschuwing af te stellen.
Dit menu geeft het serienummer van de op de CPAP aangesloten SmartLink
module weer.
Dit menu geeft de versie van de besturingsrmware van de op de CPAP
aangesloten SmartLink module weer.
Dit menu geeft de informatie van de pulsoximetrie (SpO2) en de hartslag (PR)
weer wanneer er een pulsoximeter met het systeem wordt gbruikt. Als er geen
pulsoximeter op de module is aangesloten wordt “***” weergegeven voor de
SpO2- en PR-waarden.
Ophalen van gegevens
Uw clinicus kan een standaardprotocol hebben voor follow-up van uw therapie om te weten te komen hoe het
apparaat werkt en eventuele problemen of kwesties te identiceren die u zou kunnen hebben. Uw
thuiszorgverlener zal met bepaalde tussenpozen een SmartLink-gegevenskaart naar u sturen en u vragen de
gegevens op de kaart te downloaden en deze terug te sturen. Het is een heel eenvoudig proces:
1. Zorg ervoor dat de SmartLink module op de juiste wijze is aangesloten op de CPAP en dat de CPAP is
aangesloten op een geschikte voedingsbron.
2. Oriënteer de kaart zoals afgebeeld in Afbeelding 4. Steek en duw de kaart in de kaartsleuf boven aan de
module totdat de kaart op zijn plaats klikt Afbeelding 5.
3. Overtuig u ervan dat de kaart wordt waargenomen (zie bericht of hoorbare waarschuwing) en laat de
gegevens naar de kaart overzetten. Afhankelijk van de hoeveelheid gegevens kan dit een aantal
minuten in beslag nemen. Haal de kaart pas uit de module totdat het overdragen van de gegevens klaar
is. Zie het bericht of de berichten op het scherm om te bevestigen dat de overdracht succesvol was (zie
onderstaande berichten). Neem zo nodig contact op met uw thuiszorgverlener en meldt eventuele fouten
die zijn opgetreden.
4. Als u daartoe opdracht krijgt van uw thuiszorgverlener haalt u de kaart uit de kaartsleuf door de kaart naar
beneden te drukken totdat deze los komt en haal de kaart uit de sleuf.
5. Stop de kaart in de geleverde envelop en stuur hem terug naar de thuiszorgverlener.
SmartLink-module
Gereed v. gebr.
SmartLink-menu
Druk afsluiten
Volume
100% (Aanp. )
Serialnummer
CM123456
Firmware versie
V0.06 25/04/2008
SpO2: 100
Pols: 101
NL - 65
A-DV5M-1
Berichten
De volgende berichten kunnen worden weergegeven op de CPAP tijdens het ophalen van de gegevens:
Bericht weergegeven wanneer een kaart voor het eerst in de SmartLink
module wordt geplaatst en gegevens worden overgedragen. Dit bericht blijft op
he scherm totdat de overdracht klaar is.
Bericht weergegeven wanneer een kaart voor het eerst in de SmartLink
module wordt geplaatst en er zijn geen nieuwe gegevens om over te dragen.
Dit blijft tien seconden op het scherm.
Bericht weergegeven nadat de gegevensoverdracht naar de kaart klaar is. Dit
bericht blijft tien seconden op het scherm.
Bericht weergegeven wanneer er een fout optreedt bij de gegevensoverdracht
naar de kaart. Dit bericht blijft op het scherm totdat het bevestigd wordt door
op een willekeurige toets op het toetsenblok te drukken of er na 15 minuten
een time-out optreedt.
Bericht weergegeven als er een fout optreedt bij het bijwerken van de
apparaatinstellingen. Dit bericht blijft op het scherm totdat het bevestigd wordt
door op een willekeurige toets op het toetsenblok te drukken of er na 15
minuten een time-out optreedt. OPMERKING-Neem contacxt op met uw clinicus als dit bericht wordt
weergegeven.
Bericht weergegeven nadat de kaart uit de module is gehaald. Dit bericht blijft
tien seconden op het scherm.
Bericht weergegeven wanneer een nieuwe module met niet overeenkomende
gegevens wordt waargenomen. Dit bericht blijft op he scherm totdat de module
wordt verwijderd. Neem contact op met uw thuiszorgverlener om ze van de
situatie op de hoogte te brengen en om instructies te krijgen hoe u het
probleem oplost. Als deze situatie niet wordt opgelost, kan de module geen gebruiks- en therapiegegevens
opnemen. Hoewel dit bericht op het scherm blijft terwijl de module aangesloten is, blijft de CPAP echter wel
werken en therapie verzorgen.
Overige berichten
In het onwaarschijnlijke geval dat er een storing optreedt, wordt dit bericht
weergegeven wanneer er een modulestoring optreedt (klokfout, geheugenfout,
instellingsfout enz.).
Bericht weergegeven wanneer de rmware wordt bijgewerkt. Dit bericht blijft
op he scherm totdat het bijwerken klaar is. Af en toe kan de rmware worden
bijgewerkt voor uw apparaat via de SmartLink gegevenskaart. Het
bijwerkproces is automatisch en kan een paar seconden in beslag nemen. Nadat het bijwerken klaar is, gaat
het systeem terug naar de normale werking.
Kaart-fout
Bel leverancier
Kaart verwijderd
Stuur naar lever
Install. Vereist
Bel leverancier
Instellingsfout
Bel leverancier
E00-modulefout
Bel leverancier
Firmware-update
Een ogenblik ...
Kaart gedetect.
Een ogenblik ...
Kaart gedetect.
Gereed v. gebr.
Kaart-overdracht
Geslaagd
NL - 66
A-DV5M-1
ACCESSOIRES
Oximeterkit ............................................................................................................................................ DV5M-697
Vingerklemsensor voor oximeter ................................................................................................................ 8000AA
Oorklemsensor voor oximeter ......................................................................................................................8000Q
Oximeter Finger Soft Sensor, medium ...................................................................................................... 8000SM
Oximeter Finger Soft Sensor, groot ........................................................................................................... 8000SM
REINIGINGSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Verwijder, om elektrische schokken te voorkomen, altijd het netsnoer uit het stopcontact.
VOORZICHTIG-Spoel het apparaat nooit af met water en dompel het nooit in water onder. Zorg ervoor dat er
nooit water in de poorten of openingen komt, aangezien het product hierdoor beschadigd kan raken. Als dit
gebeurt, mag u het systeem niet gebruiken. Neem contact op met uw leverancier voor service.
OPMERKING–De module dient naar behoefte te worden gereinigd.
1. Schakel de CPAP uit en koppel het apparaat los van de voedingsbron.
2. Gebruik een zachte, vochtige doek om de oppervlakken van het apparaat te reinigen.
3. Laat het apparaat volledig drogen voordat u het aansluit op een voedingsbron.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
De SmartLink module hoeft niet regelmatig onderhouden te worden.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De module wordt niet
herkend wanneer
aangesloten op de
CPAP.
1. De CPAP is niet
aangesloten op een
voedingsbron.
1. De CPAP op een geschikte voedingsbron aan en
controleer of de module wordt herkend.
2. De module zit niet
helemaal vast op de
CPAP.
2. Haal de module van de CPAP en herhaal de
stappen uit het gedeelte “Aansluiten op de CPAP”.
3. De CPAP of de module is
defect.
3. Raadpleeg de leverancier van uw apparatuur.
NL - 67
A-DV5M-1
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Kaart wordt niet
herkend bij plaatsing in
de kaartsleuf van de
module.
1. Kaart niet goed
georiënteerd.
1. Zie het symbool bovenop de module of Afbeelding
4 in dit handboekje voor de juiste kaartoriëntatie.
2. Kaart niet helemaal in de
kaartsleuf van de module
gestoken.
2. Duw de kaart helemaal in de kaartsleuf totdat de
kaart op zijn plaats klikt.
3. De module zit niet
helemaal vast op de
CPAP.
3. Haal de module van de CPAP, breng de primaire
gegevensaansluting weer in lijn met de ronde DIN-
aansluiting van de CPAP en duw stevig totdat de
module op zijn plaats vergrendeld is. Overtuig u
ervan dat er geen ruimte is tussen de module en
de CPAP.
Kaartfout. 1. Verkeerd kaarttype. 1. Gebruik alleen een door uw thuiszorgverlener
geleverde kaart. De kaart moet een SD-kaart met
FAT16 indeling zijn.
2. Kaart verwijderd tijdens
gegevensoverdracht.
2. De kaart mag niet worden verwijderd tijdens
gegevensoverdracht. Onderbreking van de
gegevensoverdracht kan de kaart aantasten en
voorkomen dat de kaart op de juiste wijze werkt.
Plaats de kaart opnieuw laat de
gegevensoverdracht doorgaan totdat deze klaar is.
3. Kaart corrupt of defect. 3. Stuur de kaart voor vervanging terug naar de
thuiszorgverlener.
Instellingenfout. 1. Kaart verwijderd tijdens
gegevensoverdracht.
1. De kaart mag niet worden verwijderd tijdens
gegevensoverdracht. Onderbreking van de
gegevensoverdracht kan de kaart aantasten en
voorkomen dat de kaart op de juiste wijze werkt.
Plaats de kaart opnieuw laat de
gegevensoverdracht doorgaan totdat deze klaar is.
Als dit de fout niet oplost, neem dan contact op
met de thuiszorgverlener voor een oplossing.
2. Kaart corrupt of defect. 2. Stuur de kaart voor vervanging terug naar de
thuiszorgverlener. Als dit de fout niet oplost, neem
dan contact op met de thuiszorgverlener voor een
oplossing.
Instelling vereist. 1. Module niet op de juiste
wijze ingesteld.
1. Informeer de thuiszorgverlener over de situatie en
volg de instructies van de thuiszorgverlener.
Oximetergegevens
(SpO
2
en PR) niet
weergegeven.
1. Oximeter niet goed
aangesloten op de
SmartLink module.
1. Controleer de aansluiting tussen de
oximeterstekker en de oximeteraansluitpoort van
de module.
2. Oximetersonde niet goed
aan de gebruiker
bevestigd.
2. Raadpleeg de met de oximeter meegeleverde
bedieningsinstructies.
NL - 68
A-DV5M-1
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
CPAP werkt niet
helemaal.
1. Module is misschien
defect.
1. Haal de module van de CPAP en controleer of de
CPAP helemaal goed werkt. Als de CPAP zonder
de module goed werkt, kan het zijn dat de module
defect is. Neem contact op met de
thuiszorgverlener. Raadpleeg de sectie Problemen
oplossen van de CPAP als de CPAP nog steeds
niet goed werkt.
DEVILBISS SMARTLINK SPECIFICATIES
Afmetingen: .................................................9,9cm (H) x 7,9 cm (B) x 3,6 cm (D)
Gewicht: ........................................................................... 0,14 kg
Elektrische waarden:
Max stroomverbruik (alleen SmartLink module): ...............................................4 W
Voltage en stroom: ........................................Stroom geleverd door het DV5X apparaat
Klasse II-apparatuur; Toegepaste onderdelen Type BF; continue werking
Bedrijfsomstandigheden:
Temperatuurbereik:..............................................................5 °C tot 40 °C
Vochtigheidsbereik: ..............................................0 tot 95% RV, niet-condenserend
Atmosferische omstandigheden: ........................................... Zeeniveau tot 2.743 m)
Omstandigheden bij transport en opslag:
Temperatuurbereik:........................................................... -40 °C to +70 °C
Vochtigheidsbereik: ..............................................0 tot 95% RV, niet-condenserend
DEVILBISS RICHTLIJNEN EN FABRIKANTENVERKLARING
WAARSCHUWING
Medische elektrische apparatuur vereist speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
elektromagnetische compatibiliteit (EMC) en moet worden geïnstalleerd en in gebruik worden genomen
overeenkomstig de informatie met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit in de hier
verstrekte documenten.
Draagbare en mobiele communicatieapparatuur die werkt met radiogolven kan een negatieve invloed
hebben op medische elektrische apparatuur.
Het apparaat of systeem mag niet worden gebruikt in de buurt van of bovenop andere apparatuur. Als
dergelijk gebruik toch noodzakelijk is, moet de uitrusting of het systeem worden geobserveerd om de
normale werking ervan te controleren in de opstelling waarin deze zal worden gebruikt.
NB–De EMC-tabellen en andere richtlijnen geven de klant of gebruiker essentiële informatie om te bepalen of
het apparaat/systeem geschikt is voor de elektromagnetische gebruiksomgeving en voor het beheersen van
de elektromagnetische gebruiksomgeving, zodat het apparaat/systeem voor het beoogde doel kan worden
gebruikt zonder andere apparaten, systemen of niet-medische elektrische apparatuur te storen.
NL - 69
A-DV5M-1
Richtlijnen en fabrikantenverklaring: Emissies, alle apparaten en systemen
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespeciceerde elektromagnetische omgeving. De klant of
gebruiker van dit apparaat moet zorgen dat het in zo’n omgeving wordt gebruikt.
Emissietest Conformiteit Richtlijnen voor elektromagnetische regelhandhaving
Radiofrequentie-emissies
CISPR 11
Groep 1
Dit apparaat gebruikt RF- (radiofrequente) energie uitsluitend voor
interne functies. De RF-emissie is daarom zeer laag en het is niet
waarschijnlijk dat deze zal interfereren met elektronische
apparatuur die zich in de nabijheid bevindt.
Radiofrequentie-emissies
CISPR 11
Klasse B
Uitgestraalde en
geleide emissies
Dit apparaat is geschikt voor gebruik in alle gebouwen, inclusief
gebouwen bestemd voor bewoning en gebouwen die rechtstreeks
aangesloten zijn op het openbare lichtnet dat voor bewoning
gebruikte gebouwen van elektrische energie voorziet.
Harmonischen
IEC 61000-3-2
Klasse A
Flikkeremissies
IEC 61000-3-3
Voldoet
Immuniteitstest
IEC 60601
testniveau
Compliant
ieniveau
Richtlijnen voor elektromagnetische
omgeving
Elektrostatische ontlading
(ESD)
IEC 61000-4-2
±6kV contact
±8kV lucht
±6kV contact
±8kV lucht
Vloeren dienen van hout, beton of keramische
tegels te zijn. Als de vloeren synthetisch zijn,
dient de relatieve vochtigheid minimaal 30%
te zijn.
Elektrische snelle
transiënte/burstontlading
IEC 61000-4-4
±2kV op
AC-netspanning
±2kV op AC-
netspanning
De kwaliteit van de netspanning dient de
normale kwaliteit voor een bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving te zijn.
Piek
IEC 61000-4-5
±1 kV differentiaal
±2 kV algemeen
±1 kV differentiaal
±2 kV algemeen
De kwaliteit van de netspanning dient de
normale kwaliteit voor een bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving te zijn.
Spanningsdalingen, korte
onderbrekingen en
spanningsverschillen op
voedingsinputleidingen
IEC 61000-4-11
>95% daling voor
0,5 cyclus
60% daling voor 5
cycli
30% daling voor
25 cycli
>95% daling voor
5 seconden
>95% daling voor
0,5 cyclus
60% daling voor 5
cycli
30% daling voor
25 cycli
>95% daling voor
5 seconden
De kwaliteit van de netspanning dient de
normale kwaliteit voor een bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving te zijn. Als de gebruiker
van dit apparaat continu gebruik vereist
tijdens netstroomonderbrekingen, verdient het
aanbeveling het apparaat van stroom te
voorzien met een noodvoeding (UPS,
uninterruptible power supply) of een batterij.
Netfrequentie 50/60Hz
magnetisch veld
IEC 61000-4-8
3A/m 3A/m
Het magnetische veld van de
vermogensfrequentie dient van een niveau te
zijn dat gebruikelijk is voor een normale
locatie in een normale commerciële of
ziekenhuisomgeving.
Geleide RF
IEC 61000-4-6
3 Vrms van
150 kHz tot 80
MHz
V1 = 3 Vrms
Zorg dat draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur zich op de
volgende minimale afstanden van het
apparaat bevinden (zie de hieronder
berekende, aanbevolen scheidingsafstanden):
D=(3,5/V1)
P
NL - 70
A-DV5M-1
Immuniteitstest
IEC 60601
testniveau
Compliant
ieniveau
Richtlijnen voor elektromagnetische
omgeving
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
3 V/m
80 MHz tot 2,5
GHz
E1 = 3V/m
D=(3,5/E1)
P
80 tot 800 MHz
D=(7/E1)
P
800 MHz tot 2,5 GHz
Waarbij P het maximale vermogen is in watt
en D de aanbevolen scheidingsafstand in
meter.
De veldsterkte van vaste zenders, zoals
bepaald in een elektromagnetisch
locatieonderzoek, dient kleiner te zien dat het
compliantieniveau (V1 en E1).
In de nabijheid van apparatuur met een
zender kan interferentie optreden.
Voor zenders met een hierboven niet vermeld nominaal maximaal uitgangsvermogen kan de aanbevolen
scheidingsafstand d in meter (m) worden berekend met gebruik van de vergelijking die van toepassing is op de
frequentie van de zender, waarbij P het volgens de fabrikant van de zender geldende nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender is in watt (W)
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2: Het kan zijn dat deze richtlijnen niet in alle omstandigheden van toepassing zijn. Overdracht van
elektromagnetische energie wordt beïnvloed door absorptie en reectie van constructies, voorwerpen en mensen.
Aanbevolen scheidingsafstand tussen draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur en dit apparaat.
D
it apparaat en systeem zijn
NIET levensondersteunend.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin de uitgestraalde storingen
beheersbaar zijn. De afnemer of gebruiker van dit apparaat kan bijdragen aan de preventie van elektromagnetische
interferentie door een minimumafstand te handhaven tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en
het apparaat, volgens onderstaande aanbevelingen, met als maatstaf het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur.
Maximaal
uitgangsvermogen
(watt)
Aanbevolen scheidingsafstand voor het apparaat (meter)
150 kHz tot 80
MHz
D=(1,1667)
P
80 tot 800MHz
D=(1,1667)
P
800 MHz tot 2,5 GHz
D=(2,3333)
P
0,01 0,11667 0,11667 0,23333
0,1 0,36894 0,36894 0,73785
1 1,1667 1,1667 2,3333
10 3,6894 3,6894 7,3785
100 11,667 11,667 23,333
Voor zenders met een hierboven niet vermeld nominaal maximaal uitgangsvermogen kan de aanbevolen
scheidingsafstand d in meter (m) worden berekend met gebruik van de vergelijking die van toepassing is op de
frequentie van de zender, waarbij P het volgens de fabrikant van de zender geldende nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender is in watt (W)
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2: Het kan zijn dat deze richtlijnen niet in alle omstandigheden van toepassing zijn. Overdracht van
elektromagnetische energie wordt beïnvloed door absorptie en reectie van constructies, voorwerpen en mensen.
NL - 71
A-DV5M-1
1/72