71
Veiligheid
De veiligheid van dit toestel voldoet aan de erkende re-
gels van de techniek en aan de wetgeving inzake toe-
stelveiligheid. Daarnaast zien wij ons als fabrikant er-
toe genoodzaakt, u vertrouwd te maken met de
volgende veiligheidsaanwijzingen.
Elektrische veilig h eid
D Montage en aansluiting van het nieuwe toestel
mogen enkel uitgevoerd worden door een geau-
toriseerde elektricien.
D Reparaties aan het toestel mogen enkel uitge-
voerd worden door vaklui. Door ondeskundige re-
paraties kunnen er aanzienlijke gevaren ont-
staan. Wendt u zich voor reparaties tot onze
klantendienst of tot uw vakhandelaar.
U dient deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te
nemen. Indien niet vervalt de garantie bij bescha-
digingen.
D Inbouwtoestellen mogen uitsluitend gebruikt wor-
den na inbouw in overeenkomstig genormeerde,
aangepaste inbouwkasten en werkbladen. Hier-
door wordt de contactbeveiliging van elektrische
toestellen gewaarborgd overeenkomstig de voor-
schriften van de Duitse Federatie van Elektro-
technici (VDE).
D W anneer er zich storingen aan het toestel, breu-
ken, barsten of scheuren voordoen:
schakelt u alle kookzones uit,
schakelt u de zekering voor de kookplaat
uit of verwijdert u deze.
D Een speciale, elektronisch gestuurde veiligheids-
uitschakeling zorgt ervoor dat alle kookzones na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld wor-
den wanneer de instelling niet gewijzigd wordt.
Veiligheid voor kinderen
W anneer u kookt en braadt, worden de kookzones
heet. Houd kleine kinderen daarom steeds uit de buurt
en laat grotere kinderen alleen onder toezicht aan het
toestel werken.
D Dit toestel is uitgerust met een veiligheidsver-
grendeling die ook kan worden ingeschakeld om
schakelprocessen door spelende kinderen te ver-
hinderen.
Veiligheid tijdens het gebruik
D Dit toestel mag enkel gebruikt worden voor huis-
houdelijk koken en braden van etenswaren.
D Gebruik de kookplaat niet voor het verwarmen
vanderuimte.
D Wees voorzichtig bij de aansluiting van elektri-
sche toestellen op contactdozen in de buurt van
het toestel. Aansluitleidingen mogen niet in con-
tact komen met hete kookplaten.
D Oververhitte vetten en oliën zijn licht ontvlam-
baar. W anneer u etenswaren bereidt in vet of olie
(bv. frieten), blijft u dan in de buurt.
D De sensortechniek biedt de grootst mogelijke vei-
ligheid bij de bediening van het toestel, maar ver-
eist overeenkomstige zorgvuldigheid bij het in-
stellen van kookzones, vermogens of tijden.
D Schakel de kookzones na elk gebruik uit.
Veiligheid bij het schoonmaken
D Voor het schoonmaken moet het toestel uitge-
schakeld zijn.
D De reiniging van het toestel met een stoom-- of ho-
gedrukreiniger is om veiligheidsredenen niet toe-
gelaten.
Zo vermijdt u b esch adigingen
aan h et toestel
D Gebruik de kookplaat niet als werkblad of berg-
plaats.
D Gebruik de kookzones niet zonder of met leeg
kookgerei en vermijd het leegkoken van kookpot-
ten en pannen. Het kookgerei en de kookplaat
kunnen beschadigd worden.
D Vitrokeramische oppervlakken zijn ongevoelig
voor temperatuurschokken en zeer resistent,
maar niet onbreekbaar. Met name puntige en
harde voorwerpen die op het kookoppervlak val-
len, kunnen beschadigingen veroorzaken.
D Gebruik geen kookpotten uit gietijzer of met be-
schadigde bodems die ruw zijn of bramen verto-
nen. Bij het verschuiven ervan kunnen immers
krassen ontstaan.
D Zet geen pannen of kookpotten op de omranding
van de kookplaat. Er kunnen krassen en bescha-
digingen van de laklaag ontstaan.
D W anneer er suiker of een bereiding met suiker op
de hete kookzone terechtkomt en smelt, dient u
deze onmiddellijk, in hete toestand, te verwijde-
ren met een reinigingsschraper Indien de massa
afkoelt, kan het oppervlak bij verwijdering be-
schadigd worden.
D Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen
smelten, bv. kunststof, aluminiumfolie of fornuis-
folie, uit de buurt van het vitrokeramische opper-
vlak. Indien er toch iets mocht smelten op het vi-
trokeramische oppervlak, dan moet dit, eveneens
onmiddellijk, worden verwijderd met de reini-
gingsschraper.