Yamaha RX-V3800 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18
Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u
AMASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit
toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal vervolgens de
stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
.....................110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met AMASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC.
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
1 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
Opmerkingen ......................................................... 2
Kenmerken ............................................................. 3
Meegeleverde accessoires ......................................... 4
Van start ................................................................. 5
Snelstartgids ........................................................... 6
Verbindingen ........................................................ 12
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan
uw kamer (YPAO) ........................................... 37
Gebruiken van de automatische setup (Auto Setup)
.... 37
Weergave .............................................................. 41
Basisprocedure ........................................................ 41
Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT)
... 42
Selecteren van de MULTI CH INPUT component
.... 42
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 42
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 43
Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal
... 43
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 43
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel
door middel van de GUI menuschermen ............ 44
Geluidsveldprogramma’s ................................... 45
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 45
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 45
Gebruiken van de CINEMA DSP 3D stand ........... 50
Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 50
Gebruiken van audiofuncties .............................. 51
Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 51
Toonregeling ........................................................... 51
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 52
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave
... 52
FM/AM afstemmen ............................................. 53
Automatisch afstemmen ......................................... 53
Handmatig afstemmen ............................................ 53
Automatisch voorprogrammeren ............................ 54
Handmatig voorprogrammeren ............................... 54
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 55
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 55
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa) ...................... 56
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 56
Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
.............................................. 57
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik
van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
.... 58
Gebruiken van een iPod™ .................................. 59
iPod™ bediening .................................................... 59
Gebruiken van network/USB functies ............... 61
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s ...... 61
Gebruiken van een PC server of Yamaha MCX-2000
.... 63
Gebruiken van de Internet Radio ............................ 64
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
............................. 65
Gebruiken van sneltoetsen ...................................... 65
Opnemen .............................................................. 67
Geavanceerde geluidsinstellingen .......................68
Selecteren van decoders .......................................... 68
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
......70
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) .............. 71
Input Select ............................................................. 78
Manual Setup (Volume) ......................................... 81
Manual Setup (Sound) ............................................ 82
Manual Setup (Video) ............................................ 86
Manual Setup (Basic) ............................................. 88
Manual Setup (NET/USB) ...................................... 91
Manual Setup (Option) ........................................... 93
Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) ................. 96
Language ................................................................ 97
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen
(System Memory)
..................................................98
Opslaan van de huidige systeeminstellingen .......... 98
Laden van opgeslagen systeeminstellingen ............ 99
Gebruiksvoorbeelden ............................................ 100
Afstandsbedieningsfuncties ...............................103
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
... 103
Instellen van afstandsbedieningscodes ................. 105
Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen
... 107
Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen
... 108
Macro programmeerfuncties ................................. 109
Instellingen wissen ............................................... 112
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
.....115
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
.... 115
Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 116
Geavanceerde setup ...........................................120
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu ........... 120
Oplossen van problemen ....................................124
Resetten van het systeem ...................................134
Woordenlijst .......................................................135
Geluidsveldprogramma informatie ..................139
Parametrische equalizer informatie .................140
Technische gegevens ...........................................141
Index ....................................................................143
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel.....................................................................i
Afstandsbediening.................................................. ii
Geluidsweergave in elk van de
geluidsveldprogramma’s .................................. iii
GPL/LGPL...............................................................v
Lijst met afstandsbedieningscodes........................ix
Inhoud
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
APPENDIX (AANHANGSEL)
A
MASTER ON/OFF” of “
1
DVD” (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie
van de verschillende onderdelen.
Opmerkingen
2 Nl
Opmerking over de distributie van de broncode
Dit product maakt gebruik van programmacode die onderworpen
is aan de zogenaamde GNU General Public License (GPL) of aan
de Lesser General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden
of veranderen van deze programmacode is geoorloofd onder de
voorwaarden van de voornoemde licenties, GPL of LGPL. De
broncode is beschikbaar via de volgende website:
http://www.global.yamaha.com/download/
De broncode is eveneens beschikbaar op fysieke media (zoals een
CD-ROM), tegen kostprijs.
Contactgegevens: AV productendivisie, YAMAHA
CORPORATION, 10-1 Nakazawa-cho, Naka-
ku, Hamamatsu 430-8650, Japan
De broncode wordt in principe tot 3 jaar na de datum van aankoop
beschikbaar gehouden.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers:
5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535
& andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven &
aangevraagd. DTS is een gedeponeerd handelsmerk en de DTS
logo’s, symbolen, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn
handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle
rechten voorbehouden.
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
MPEG Layer-3 audio-coderingstechnologie wordt gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkaansluitingen.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Opmerkingen
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
De taal waarin de menu’s in de grafische
gebruikersinterface worden weergegeven kan worden
omgeschakeld. In deze handleiding worden de
voorbeelden van de grafische gebruikersinterface in het
Engels afgebeeld.
•“
A
MASTER ON/OFF” of “
1
DVD” (voorbeeld) geeft
de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende onderdelen.
Het “ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
De vormen van de op de illustraties in deze handleiding
getoonde onderdelen (bijv. luidsprekeraansluitingen, in-/
uitgangsaansluitingen, netstroomaansluitingen enz.)
kunnen verschillen, afhankelijk van het model in kwestie.
iPod
TM
Kenmerken
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 )
Voor: 140 W + 140 W
Midden: 140 W
Surround: 140 W + 140 W
Surround Achter: 140 W + 140 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
geluidsvelden
CINEMA DSP 3D stand voor een intensieve en accurate
dieptewerking in het geluidsveld
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(die kunnen voorkomen bij MP3) tot het hoogwaardige
multikanaals weergave
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Digitale audiodecoders
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder
DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio
decoder
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
DTS NEO:6 decoder
Verfijnde FM/AM ontvanger
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor
Europa)
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI
versie 1.3a
Automatische audio- en videosynchronisatie (‘lip sync’)
informatiemogelijkheid
Geschikt voor de overdracht van Deep Color videosignalen
(30/36 bits)
Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de verwerking
van videosignalen met hoge resolutie
Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen met
een hoge definitie
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video S-video component
video HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i
(NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p, 1080i of 1080p
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
Netwerkfuncties
NETWORK poort voor aansluiting op een PC en een Yamaha
MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN
DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
USB functies
USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Overige kenmerken
YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor
automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u
dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/
videosysteem
Mogelijkheid een andere taal in te stellen voor de menu’s
(Engels, Japans, Frans, Duits, Spaans en Russisch)
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i
(NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
Adaptieve regeling van het DSP effectniveau
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, Leer- en Macrofuncties en
verlichting voor de toetsen en het uitleesvenster
ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
Video weergave en in-beeld display (OSD) functie voor Zone 2
System Memory functie voor het opslaan en oproepen van
meerdere systeeminstellingen
Slaaptimer
Kenmerken
Kenmerken
4 Nl
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
De uitvoering van de meegeleverde accessoires hangt mede af van het model in kwestie.
Meegeleverde accessoires
Opmerking
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
FREQ/TEXT EON MODE - PTY SEEK - START
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
EFFECT
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
B
AND
LEVEL
CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
3D DSP
TV
SOURCE
AMP
SELECT
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
ENTER
MENU
TITLE
MUTE
4
3
ENT
+
10
09
5
1
7
6
8
SYSTEM MEMORY
CH
TV VOL
MEMORY
POWER
POWER
+
+
DISPLAY
AUDIO
TV MUTE
TV INPUT
AV
TV
RETURN
Afstandsbediening
Batterijen (6)
(AAA, LR03)
AM ringantenne
Optimalisatie-microfoonSleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Netsnoer
(Twee bij modellen voor Azië)
FM binnenantenne
TUNER
CD
CD-R
MD/TAPE DVD BD/HD DVD
NET/USB
DTV/CBL
VCR
V-AUX/DOCK
DVR
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
Van start
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
de zendindicator (P) knippert niet of wordt zwakker.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Wij raden u ten zeerste aan alkali batterijen te gebruiken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er
tegenin naar de correcte stand met een gewone
schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
.......110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Van start
1
3
2
1
3
2
Opmerkingen
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen
en kan brandgevaar opleveren.
230-
240V
VOLTAGE
SELECTOR
Aanduiding voltage
Snelstartgids
6 Nl
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen
thuisbioscoop.
Bij de onderstaande stappen heeft u de volgende
meegeleverde accessoires nodig.
AM ringantenne
FM binnenantenne
Netsnoer
De volgende onderdelen worden niet meegeleverd in de
verpakking van dit toestel.
Luidsprekers
Voor-luidspreker ................................ x 2
Midden-luidspreker ............................ x 1
Surround-luidspreker ........................ x 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee voor-
luidsprekers nodig. Hieronder staan de andere
luidsprekers gerangschikt op volgorde van
belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Eén midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
Actieve subwoofer ................................. x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabel ................................... x 7
Subwooferkabel ...................................... x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp)
stekker.
DVD-speler .............................................. x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm............................................ x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel .............................................. x 2
Kies RCA (tulpstekker) composiet videokabels.
Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1
Snelstartgids
Rechter voor-
luidspreker
Subwoofer
Rechter surround
achter-luidspreker
Linker surround-
luidspreker
Linker voor-
luidspreker
Linker surround
achter-luidspreker
Rechter surround-
luidspreker
Midden-
luidspreker
Beeldscherm
DVD-speler
Geniet van uw DVD’s!
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
P. 7
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
P. 8
P. 10
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Snelstartgids
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als
die van de subwoofer allebei uit het stopcontact
gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te
voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen
onderdelen van dit toestel.
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
4
Verbind de subwooferkabel met de
SUBWOOFER
PRE OUT
aansluiting van dit toestel en met de
ingangsaansluiting van de subwoofer.
Stap 1: Instellen van uw luidsprekers
AC IN
AC OUTLETS
HOLDER
WRENCH
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
SP1
FRONT
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
SINGLE
SP2
ANTENNA
FM
GND
AM
75 UNBAL.
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
REMOTE
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
HDMI
COMPONENT VIDEO
AUDIO
DOCK
NETWORK
DIGITAL INPUT
MULTI CH INPUT
PRE OUT
TRIGGER OUT
RS-232C
DIGITAL OUTPUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
CD
DVD
DVR
COAXIAL
1
2
1
2
CD
+12V 16mA MAX.
BD/
HD DVD
DTV/
CBL
MD/
TAPE
DVD CD-R
OPTICAL
987
65
4
321
SB(8CH)
DVD
TAPE
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
BD/HD DVD
VCR
DVR 1
DTV/CBL
OUT OUT
ININ
BD/HD DVD
DVD
DTV/CBL
MONITOR OUT
Y
P
R
Y
P
R
P
B
P
B
IN
OUT
IN
OUT
DVR
DTV/
CBL
DVD
BD/
HD DVD
OUT
+
++
A B C
R
L
R
R
L
R
L
+ + +
R
L
+ +
R
L
+ +
R
L
L
IN2
IN3
IN4
IN1
SUBWOOFER PRE OUT Luidspreker-aansluitingen
12 3 4
12 3 4
Naar de linker voor-
luidspreker
Naar de rechter voor-
luidspreker
Naar de midden-
luidspreker
Los Inbrengen Vast
Sleutel voor de luidspreker-
aansluitingen
Naar de rechter
surround-luidspreker
Naar de linker surround-
luidspreker
Naar de linker
surround achter-
luidspreker
Naar de rechter
surround achter-
luidspreker
Ingangsaansluiting
AV-receiverSubwoofer
Subwooferkabel
Snelstartgids
8 Nl
1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
y
Wanneer u een component aansluit die alleen voorzien is
van een SCART aansluiting, dient u een geschikte
converter (adapter) te gebruiken. De verbinding tussen de
converter (adapter) en dit toestel hangt af van de signalen
waarvoor de converter (adapter) geschikt is. Raadpleeg
voor details de handleiding van de converter of adapter in
kwestie.
Dit toestel is niet in staat RGB signalen over te brengen.
2 Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw DVD-
speler en met de DVD VIDEO aansluiting van
dit toestel.
3 Verbind de videokabel met de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en
met de video ingangsaansluiting van uw
beeldscherm.
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
AC IN
AC OUTLETS
HOLDER
WRENCH
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
SP1
FRONT
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
SINGLE
SP2
ANTENNA
FM
GND
AM
75
UNBAL.
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
REMOTE
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
HDMI
COMPONENT VIDEO
AUDIO
DOCK
NETWORK
DIGITAL INPUT
MULTI CH INPUT
PRE OUT
TRIGGER OUT
RS-232C
DIGITAL OUTPUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
CD
DVD
DVR
COAXIAL
1
2
1
2
CD
+12V 16mA MAX.
BD/
HD DVD
DTV/
CBL
MD/
TAPE
DVD CD-R
OPTICAL
987
65
4
321
SB(8CH)
DVD
TAPE
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
BD/HD DVD
VCR
DVR 1
DTV/CBL
OUT OUT
ININ
BD/HD DVD
DVD
DTV/CBL
MONITOR OUT
Y
P
R
Y
P
R
P
B
P
B
IN
OUT
IN
OUT
DVR
DTV/
CBL
DVD
BD/
HD DVD
OUT
+
+
+
A B C
R
L
R
R
L
R
L
+ + +
R
L
+ +
R
L
+ +
R
L
L
IN2
IN3
IN4
IN1
Zorg ervoor dat de stekker van zowel
dit toestel als die van de DVD-speler
allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
VIDEO MONITOR OUTDVD VIDEO
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL
AC IN
Coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
DVD-speler
AV-receiver
Composiet video
uitgangsaansluiting
Videokabel
DVD VIDEO
aansluiting
DVD-speler
AV-receiver
Beeldscherm
AV-receiver
Videokabel
VIDEO MONITOR OUT
aansluiting
Video
ingangsaansluiting
Snelstartgids
9 Nl
INLEIDING
Nederlands
4 Sluit de meegeleverde AM ringantenne en de
FM binnenantenne aan op dit toestel.
Wat voor soort FM binnenantenne wordt meegeleverd en
wat voor FM antenne-aansluiting dit toestel heeft, hangt af
van het model.
Aansluiten van de draad van de AM ringantenne
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u
verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
5 Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op
de AC IN aansluiting van dit toestel en doe
vervolgens de stekker hiervan en die van de
andere apparatuur in het stopcontact.
y
Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S)
(netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten
van stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering
van modellen voor Korea). Zie bladzijde 32 voor details.
(Alleen bij de modellen voor Azië) Kies één van de
meegeleverde netsnoeren aan de hand van het soort
stopcontact op de plek waar u het toestel gaat gebruiken.
Opmerking
FM binnenantenne
AM ringantenne
Doe het hendeltje open
Inbrengen
Doe het hendeltje weer dicht
Voor andere aansluitingen
Gebruiken van andere luidsprekercombinaties
P. 13
Aansluiten van een beeldscherm op verschillende
manieren P. 23
Aansluiten van een DVD-speler op verschillende
manieren P. 25
Aansluiten van een DVD-recorder of digitale
videorecorder P. 26
Aansluiten van een ‘set-top box’
(apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
P. 26
Aansluiten van een CD-speler,
een MD-recorder of een draaitafel P. 27
Aansluiten van een externe versterker P. 28
Aansluiten van een DVD-speler via een multikanaals
analoge audioverbinding P. 29
Aansluiten van een Yamaha iPod universeel
dock P. 30
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
P. 30
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen
op het voorpaneel P. 30
Aansluiten van FM/AM antennes P. 32
Dit toestel aansluiten op uw netwerk P. 31
Aansluiten van USB apparatuur P. 65
Algemene informatie over
aansluitingen
Algemene informatie over aansluitingen
en stekkers P. 20
Algemene informatie over HDMI P. 21
Luidsprekerimpedantie instellingen P. 33
Snelstartgids
10 Nl
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk
A
MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, naar de ON (Aan)
stand.
3 Verdraai
C
INPUT en stel “DVD” in als
signaalbron.
y
Het aanbevolen geluidsveldprogramma is ingesteld voor
elke signaalbron (DVD enz.). U kunt natuurlijk gebruik
maken van andere geluidsveldprogramma’s en andere
weergavefuncties bij de weergave. Raadpleeg de volgende
bladzijden voor details:
zie de bladzijden 50 en 68 voor het gebruiken van
diverse geluidsveldprogramma’s
zie bladzijde 50 om de geluidseffecten aan of uit te
zetten
zie bladzijde 51 voor het gebruiken van de directe
weergavefunctie (Pure Direct) voor natuurgetrouwe
weergave
U kunt ook “TUNER” instellen als signaalbron om de
FM/AM radio te kunnen gebruiken. Voor informatie over
de FM/AM radio, zie de bladzijden 53 t/m 55.
4 Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
5 Verdraai
R
VOLUME om het volume te
regelen.
Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op
B
MAIN ZONE ON/OFF om dit toestel
uit (standby) te zetten.
Wanneer het uit (standby) staat, verbruikt het toestel nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan
worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Om het toestel aan te zetten wanneer het uit (standby)
staat, kunt u op
B
MAIN ZONE ON/OFF
op het
voorpaneel (of
9
POWER
op de afstandsbediening)
drukken.
Zie bladzijde 33
voor details.
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
Controleer wat voor soort luidsprekers er is
aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6 MIN” zetten voor u dit
toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 120). Als voor-
luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm
luidsprekers (zie bladzijde 33).
Snelstartgids
11 Nl
INLEIDING
Nederlands
n
Wat wilt u doen met dit toestel?
Gebruiken van diverse signaalbronnen
Basisbediening van dit toestel P. 41
Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s
P. 53
Luisteren naar Radio Data Systeem programma’s
P. 56
Uw iPod gebruiken met dit toestel P. 59
Luisteren naar op uw PC opgeslagen materiaal
P. 61
Luisteren naar Internet radioprogramma’s en
Podcasts P. 64
Uw USB apparatuur gebruiken met dit toestel
P. 65
Gebruiken van diverse weergavefuncties
Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s
P. 45
Gebruiken van de Pure Direct directe weergavefunctie
voor natuurgetrouwe weergave
P. 51
Regelen van de klankkleur (toon) van de luidsprekers
P. 51
Aanpassen van de geluidsveldprogramma’s
P. 71
Wijzigen van de instellingen van dit toestel
Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer
(Auto Setup) P. 37
Instellen van de afstandsbediening P. 103
Extra functies
Tonen van informatie over het huidige ingangssignaal via het
in-beeld display (GUI)
P. 96
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen
van dit toestel (System Memory)
P. 98
Gebruiken van een hoofdtelefoon P. 42
Dit toestel gelijktijdig gebruiken in meerdere
ruimten (multi-zone) P. 115
Automatisch uitschakelen van dit toestel P. 43
Handmatig wijzigen van de diverse
instellingen van dit toestel
Instellen van de taal voor het menusysteem (GUI)
P. 97
Toewijzen van de in-/uitgangsaansluitingen van dit
toestel P. 79
Instellen van de parameters voor elk van de
signaalbronnen P. 78
Instellen van de parameters voor het volumeniveau
P. 81
Regelen van de toonkleur voor elk van de kanalen met
behulp van de parametrische equalizer
P. 82
Regelen van de audio en video synchronisatie
P. 84
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave via
het geselecteerde luidsprekerkanaal P. 85
Instellen van de parameters voor de videosignalen
P. 86
Instellen van de basis-luidsprekerconfiguratie
P. 88
Instellen van de netwerkparameters P. 91
Instellen van de parameters voor de ‘multi-zone’
functie P. 93
Beveiligen van de diverse instellingen P. 95
Aanpassen van de geavanceerde instellingen
Instellen van de impedantie voor de aangesloten
luidsprekers P. 120
Instellen van de taal voor het menusysteem (GUI)
P. 123
Instellen van het videosysteem voor het aangesloten
beeldscherm P. 123
De parameters van dit toestel terugzetten op de
standaardinstellingen P. 134
VERBINDINGEN
12 Nl
A TRIGGER OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent.
A RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
Verbindingen
Achterpaneel
AC IN
AC OUTLETS
HOLDER
WRENCH
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
SP1
FRONT
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
SINGLE
SP2
ANTENNA
FM
GND
AM
75 UNBAL.
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
REMOTE
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
HDMI
COMPONENT VIDEO
AUDIO
DOCK
NETWORK
DIGITAL INPUT
MULTI CH INPUT
PRE OUT
TRIGGER OUT
RS-232C
DIGITAL OUTPUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
CD
D
VD
D
VR
COAXIAL
1
2
1
2
CD
+12V 16mA MAX.
BD/
HD DVD
DTV/
CBL
MD/
TAP E
DVD CD-R
OPTICAL
987
65
4
321
SB(8CH)
DVD
TAP E
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
BD/HD DVD
VCR
DVR
DTV/CBL
OUT OUT
ININ
BD/HD DVD
DVD
DTV/CBL
MONITOR OUT
Y
P
R
Y
P
R
P
B
P
B
IN
OUT
IN
OUT
DVR
DTV/
CBL
DVD
BD/
HD DVD
OUT
+
++
A B C
R
L
R
R
L
R
L
+++
R
L
++
R
L
++
R
L
L
IN2
IN3
IN4
IN1
1
89 0 A B
23 4 567
Naam
Bladzijde
1 HDMI aansluitingen
21
2 COMPONENT VIDEO aansluitingen
23 – 26
3 Aansluitingen voor audio-apparatuur
27
REMOTE IN/OUT aansluitingen
30
4 Aansluitingen voor video-apparatuur
23 – 26
5 ANTENNA aansluitingen
32
6
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
32
7 AC IN
32
AC OUTLET(S)
32
8 DOCK aansluiting
30
9 NETWORK poort
31
0 DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
24
B MULTI CH INPUT aansluitingen
29
PRE OUT aansluitingen
28
ZONE OUT aansluitingen
115
Luidspreker-aansluitingen
15
WRENCH HOLDER
18
13 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
Een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling wordt ten zeerste aanbevolen voor de weergave van zowel audioformaten met hoge
definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, enz.) als conventionele audiobronnen met gebruikmaking van
geluidsveldprogramma’s. Zie bladzijde 15 voor informatie over de vereiste verbindingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 17 voor details.
Linker en rechter voor-luidsprekers
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere
reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met
een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter.
Subwoofer
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet
alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal.
De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de
subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte
om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Luidsprekers opstellen
SW
FR
FL
SBR
SBL
SL
SR
C
60˚
30˚
SB
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
1,8 m
Luidsprekeraanduidingen
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts surround
SBL/SBR: Links/rechts surround-achter
SW: Subwoofer
30 cm of meer
14 Nl
Verbindingen
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 15
voor meer informatie over deze aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe
te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 17 voor details.
Linker en rechter voor-luidsprekers
Midden-luidspreker
Linker en rechter surround-luidsprekers
Subwoofer
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers
zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in
de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 13).
Surround achter-luidspreker
Verbind een enkele surround-luidspreker met de
SURROUND BACK SINGLE luidsprekeraansluiting en
plaats de enkele surround achter-luidspreker recht achter
de luisterplek. De linker en rechter surround achterkanalen
worden gemengd en weergegeven via de enkele surround
achter-luidspreker wanneer u “Surround Back” instelt op
“Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 89).
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 15
voor meer informatie over deze aansluitingen.
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe
te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 17 voor details.
Linker en rechter voor-luidsprekers
Midden-luidspreker
Subwoofer
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers
zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in
de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 13).
Linker en rechter surround-luidsprekers
Verbind de surround-luidsprekers met de SURROUND
luidsprekeraansluitingen, ook al plaatst u de surround-
luidsprekers direct achter de luisterplek. Voor een
gelijkmatig en ononderbroken geluidsveld achter de
luisterplek dient u de linker en rechter surround-
luidsprekers verder naar achteren te plaatsen in
vergelijking met de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling. De
signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de
linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd
wanneer “Surround Back” is ingesteld op “None”
(zie bladzijde 89).
SW
FR
FL
SB
SL
SR
C
1,8 m
60˚
30˚
SB
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
Luidsprekeraanduidingen
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
surround
SB: Links/rechts surround-
achter
SW: Subwoofer
SW
FR
FL
SL
SR
C
60˚
30˚
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
1,8 m
Luidsprekeraanduidingen
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
surround
SW: Subwoofer
Voor andere luidsprekercombinaties
U kunt luisteren naar multikanaals materiaal met geluidsveldprogramma’s door een andere luidsprekercombinatie te
gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1-kanaals luidsprekercombinaties.
Gebruik de automatische instelfunctie (zie bladzijde 37) of stel de “Speaker Set” parameters onder “Manual Setup”
(zie bladzijde 88) zo in dat de surroundsignalen worden weergegeven via de aangesloten luidsprekers.
15 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
U kunt de SP1 aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten
(zie bladzijde 116).
Voor de 7.1-kanaals luidsprekerinstelling
Aansluiten van luidsprekers
Let op
U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 33).
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6MIN” instellen voor u dit toestel in
gebruik neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers
(zie bladzijde 120).
Opmerkingen
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
FRONT
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
SINGLE
SP2
SUB
WOOFER
+
R
L
+ + +
R
L
+ +
R
L
+ +
R
L
Voor-luidsprekers
Surround-luidsprekers
Subwoofer
Links
Midden-luidspreker
Surround achter-luidsprekers
Rechts
Links
Links
Rechts
Rechts
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 115)
16 Nl
Verbindingen
Voor de 6.1-kanaals luidsprekerinstelling
Voor de 5.1-kanaals luidsprekerinstelling
Surround achter-luidsprekers
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
FRONT
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
SINGLE
SP2
SUB
WOOFER
+
R
L
+ +
L
+ +
R
L
+ +
R
L
Voor-luidsprekers
Surround-luidsprekers
Subwoofer
Links
Midden-luidspreker
Links
Links
Rechts
Rechts
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 115)
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
FRONT
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
SINGLE
SP2
SUB
WOOFER
+
R
L
+ + +
R
L
+ +
R
L
+ +
R
L
Voor-luidsprekers
Surround-luidsprekers
Subwoofer
Midden-luidspreker
Links
Links
Rechts
Rechts
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 115)
Voor-luidsprekers voor
dubbele
versterkeraansluitingen
(zie bladzijde 19)
17 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra
omgevingseffecten geproduceerd door de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45). De linker en rechter
aanwezigheidsluidsprekers functioneren beter wanneer de CINEMA DSP 3D stand is ingeschakeld (zie bladzijde 50).
Met behulp van de aanwezigheidsluidsprekers kunt u de verticale positie van de dialoog (gesproken tekst) regelen
(zie bladzijde 72). Om aanwezigheidsluidsprekers te kunnen gebruiken, dient u de luidsprekers te verbinden met de SP1
luidsprekeraansluitingen en vervolgens “Presence” in te stellen op “Yes” (zie bladzijde 89).
Als “Presence” is ingesteld op “None”, kan de CINEMA DSP 3D stand van dit toestel niet worden ingeschakeld.
U kunt zowel aanwezigheids- als surround achter-luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
kunnen produceren. Dit toestel schakelt automatisch tussen de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers aan de hand van de
ingangssignalen en de geselecteerde geluidsveldprogramma’s. Via de “PR/SB Priority” parameter in de “Basic” (zie bladzijde 90)
kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
Aansluiten van de linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers
Gebruiken van "Aanwezigheidsluidsprekers"
Opmerkingen
FR
PRPL
C
FL
1,8 m
0,5 t/m 1 m 0,5 t/m 1 m
1,8 m
Luidsprekeraanduidingen
FL: Links voor
FR: Rechts voor
C: Midden
PL: Aanwezigheid links
PR: Aanwezigheid rechts
SPEAKERS
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
SP1
+ +
R
L
Aanwezigheidsluidsprekers
Rechts Links
18 Nl
Verbindingen
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
2 Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4 Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
5 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het
achterpaneel van dit toestel wanneer u de
sleutel niet gebruikt.
Verbinden met de SP2 luidspreker-
aansluitingen
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(zie bladzijde 115).
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
10 mm
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
19 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten met bananenstekkers
(uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
1 Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
2 Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidspreker-
aansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het
gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een
bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
Gebruiken van bi-amp
(tweevoudige versterking) aansluitingen
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen.
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK/BI-
AMP aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “Geavanceerde setup” (zie bladzijde 122).
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet u
ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste
manier op de luidsprekeraansluitingen worden geïnstalleerd.
Raadpleeg de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor
details.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Bananenstekker
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw
luidsprekers om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF
(Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te
scheiden.
Opmerking
BI-AMP
SURROUND BACK/
FRONT
SINGLE
++
+
+
R
L
SURROUND
+ +
R
R
L
L
Dit toestel
LinksRechts
Voor-luidsprekers
20 Nl
Verbindingen
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-
aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Verbind
de video ingangsaansluitingen van dit toestel met de video
uitgangsaansluitingen van de signaalbronnen om de audio
en videobronnen tegelijk om te kunnen schakelen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie. Zie de
bladzijden 22 en 86 voor details.
Informatie over aansluitingen en stekkers
Opmerking
COAXIAL
DIGITAL
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Audio-aansluitingen en stekkers
(Rood)(Wit) (Oranje)
VIDEO S VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y
R
P
B
P
PB
Y
P
R
S
V
Composiet
videostekker
S-videostekker Component
videostekkers
Video-aansluitingen en stekkers
(Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
21 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel is uitgerust met vier HDMI
ingangsaansluitingen en één HDMI uitgangsaansluiting
voor het ontvangen en produceren van digitale audio- en
videosignalen. Verbind de HDMI IN1, HDMI IN2, HDMI
IN3, of HDMI IN4 aansluiting van dit toestel met de
HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur
(zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel met de HDMI
ingangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals
een TV of een projector).
De video- of audiosignalen die binnenkomen via de
HDMI IN aansluitingen van de geselecteerde signaalbron
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting
van dit toestel.
y
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting
controleren (zie bladzijde 96).
Zie bladzijde 142 voor informatie omtrent de mogelijke
ingangssignalen waarvoor dit toestel geschikt is bij gebruik van
de HDMI aansluiting.
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te
gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is
van het HDMI logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
De HDMI OUT aansluiting reproduceert alleen de
audiosignalen die binnenkomen via de HDMI
ingangsaansluitingen, zelfs als “Support Audio” is ingesteld op
“Other” (zie bladzijde 95).
Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet,
S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet
“Conversion” op “On” via de “Manual Setup” om deze functie
in te schakelen (zie bladzijde 86).
Standaard ingangstoewijzing voor HDMI
ingangsaansluitingen
Informatie over HDMI™
Opmerkingen
HDMI
HDMI stekker
HDMI
ingangsaansluiting
Toegewezen signaalbron
IN1 BD/HD DVD
IN2 DVD
IN3 DTV/CBL
IN4 DVR
22 Nl
Verbindingen
Stroomschema audiosignalen
2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS
signalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen
kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting wanneer “Support Audio” is ingesteld op “Other”
(zie bladzijde 95).
De volgende typen audiosignalen kunnen alleen worden
ontvangen via de HDMI ingangsaansluitingen:
–DSD
–Dolby TrueHD
Dolby Digital Plus
DTS-HD Master Audio
DTS-HD High Resolution Audio
Stroomschema videosignalen
y
U kunt videosignalen laten deïnterliniëren en de resolutie laten
omzetten met behulp van de “Video” parameters. Zie bladzijde 86
voor details.
Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI
ingangsaansluitingen kunnen niet worden gereproduceerd via
de analoge video uitgangsaansluitingen.
Analoge component videosignalen (alleen met een resolutie van
480i (NTSC)/576i (PAL)) worden omgezet naar S-video of
composiet videosignalen en gereproduceerd via de VIDEO of
S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
De analoge component videosignalen met een resolutie van
1080p worden alleen gereproduceerd via de COMPONENT
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Het signaal voor de grafische gebruikersinterface (GUI) wordt
niet gereproduceerd via de DVR OUT en VCR OUT
aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
Stroomschema audio- en videosignalen
Opmerkingen
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
HDMI
AUDIO
UitgangIngang
Analoog uitgangssignaal
Digitaal uitgangssignaal
Opmerkingen
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
HDMI
Door
UitgangIngang
Video conversie ON (zie bladzijde 86)
23 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT
aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit
toestel.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt
laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op
het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “Support Audio”
parameter in het “Option” om de component te selecteren die de
HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 95).
Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten
beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/
videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een
dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
Stel “Conversion” onder “Video” in op “On” (zie bladzijde 86)
om de verkorte meldingen te laten weergeven.
Het GUI menuscherm zal worden weergegeven met de gekozen
of de grijze achtergrond afhankelijk van het ontvangen
videosignaal en de instellingen bij “Wall Paper”
(zie bladzijde 88).
Als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische
audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie),
zal dit toestel de timing van de audio en video automatisch
aanpassen (zie bladzijde 84). Verbind het beeldscherm met de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel om om deze functie te
kunnen gebruiken.
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit
toestel als die van de andere apparatuur
uit het stopcontact gehaald zijn.
Opmerkingen
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
HDMI
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
Y
P
R
P
B
OUT
PR PB
V
S
Y
TV
(of projector)
Video ingangComponent video ingang
S-video ingangHDMI ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
24 Nl
Verbindingen
Wanneer “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 86)
moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u
gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 23). Als u
bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw
andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 86),
worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via
de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt
opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-
aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Om een digitale verbinding te maken met een andere
component dan de component die standaard is toegewezen aan
de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient
u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”,
“Optical Output”, of “Coaxial Input” bij “I/O Assignment”
(zie bladzijde 79).
Waneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT
(OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT
(COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Aansluiten van een Blu-ray Disc of HD DVD-speler
Verbind uw Blu-ray Disc of HD DVD-speler met de HDMI IN1 aansluiting van dit toestel om volledig gebruik te kunnen
maken van de functies van de Blu-ray Disc of HD DVD.
Aansluiten van andere componenten
Opmerkingen
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit
toestel als die van de andere apparatuur
uit het stopcontact gehaald zijn.
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
HDMI
COMPONENT VIDEO
DIGITAL INPUT
BD/
HD DVD
OPTICAL
5
BD/HD DVD
BD/HD DVD
Y
P
R
P
B
BD/
HD DVD
A
R
L
IN1
L R
O
V
S
PRPBY
Blu-ray Disc of
HD DVD-speler
HDMI uitgang
Component uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
25 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een DVD-speler
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
HDMI
COMPONENT VIDEO
DIGITAL INPUT
DVD
COAXIAL
DVD
OPTICAL
6
2
DVD
DVD
Y
P
R
P
B
DVD
B
R
L
IN2
L R
C
O
V
S
PRPBY
DVD-speler
HDMI uitgang
Coaxiale uitgang
Component uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
26 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
* Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR aansluitingen (S VIDEO IN,
VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR aansluitingen,
met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
Opmerking
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
HDMI
COMPONENT VIDEO
DIGITAL INPUT
DTV/
CBL
OPTICAL
7
DTV/CBL
DTV/CBL
Y
P
R
P
B
DTV/
CBL
C
R
L
IN3
O
V
L R
S
PRPBY
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of
HDTV-decoder
HDMI uitgang
Component uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
S-video uitgang
Optische uitgang
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
HDMI
DIGITAL INPUT
DVR
3
VCR
DVR
OUT OUT
ININ
DVR
R
L
IN4
DVR
OUT
IN
R
L
R
L
V
V
S
S
C
DVD-recorder, PVR of videorecorder
Coaxiale uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio ingang
Video ingang
S-video ingang
Audio uitgang
HDMI uitgang
*
27 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van audiocomponenten
Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Opmerkingen
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
AUD IO
DIGITAL INPUT
DIGITAL OUTPUT
CD
COAXIAL
CD
MD/
TAP E
CD-R
OPTICAL
98
4
1
TAP E
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
R
L
R
L
L R L RL RL R
L
R
L
R
C
OO
O
CD-recorder
Draaitafel CD-speler MD-recorder of
cassettedeck
Audio ingang
Optische ingang
Audio uitgang
Optische uitgang
Audio ingang
Audio uitgang
Optische ingang
Aarde
Audio uitgang
Coaxiale uitgang
Audio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
28 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de
luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker verbinden
met de PRE OUT aansluitingen.
Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende SPEAKERS aansluiting.
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 52).
Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de
“Speaker Set” (zie bladzijde 88) en “Bass Out” (zie bladzijde 89) instellingen.
U kunt de automatische instelfunctie ook gebruiken wanneer u een externe versterker gebruikt (zie bladzijde 37).
1 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
2 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
Zet “Surround Back” op “Large x2”, “Large x1”, “Small x2” of
“Small x1” en zet “Presence” op “None” (zie bladzijde 89) om
de signalen voor het surround-achterkanaal te laten
reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE
OUT aansluitingen.
Zet “Presence” op “Yes” en “Surround Back” op “None”
(zie bladzijde 89) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal
te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 19), zal
dit toestel de audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren
via de SUR.BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
Opmerkingen
PRE OUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
5
4321
R
L
29 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “Input Channels” instelt op “8ch” via “MULTI CH” (zie bladzijde 80), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 80) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 42), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel wordt geselecteerd als signaalbron,
zullen alleen de signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT FRONT aansluitingen worden gereproduceerd via de
aangesloten hoofdtelefoon.
Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen
* De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als
“Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 80).
Opmerkingen
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
R
L
LR
LR
Subwoofer uitgang
Multiformaat-speler/externe
decoder
Middenkanaal uitgang
Surroundkanaal uitgang
Voorkanaal uitgang
Opmerking
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
SUB
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
TAPE
MD/
(C)
()
R
L
R
L
LR
LRLR
Multiformaat-speler/externe
decoder
Voorkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Surround-achter
uitgang
Surroundkanaal uitgang
*
30 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock
Dit toestel is voorzien van een
DOCK
aansluiting op het
achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw
iPod
,
zodat u uw
iPod
kunt bedienen met de meegeleverde
afstandsbediening. Verbind een Yamaha iPod universeel dock (zoals
een los verkrijgbare YDS-10) met de
DOCK
aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel.
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en de
mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door
te sturen, kunt u de REMOTE IN en REMOTE OUT
aansluiting als volgt verbinden met de bijbehorende in- en
uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met
behulp van een mono ministekkerkabeltje. Zie
bladzijde 115 voor meer details omtrent deze
mogelijkheid.
* U kunt een extra set met een infraroodontvanger en een Yamaha
component aansluiten op de
REMOTE IN 2
en
OUT 2
aansluitingen
op dezelfde manier als op de
REMOTE IN 1
en
OUT 1
aansluitingen.
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
DOCK
Yamaha iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
REMOTE
1
2
IN
OUT
IN
OUT
Yamaha component
(CD of DVD-speler enz.)
*
Afstandsbediening
uitgang
Infraroodontvanger of
Yamaha component
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere componenten
laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
Opmerking
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
SLEEP
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
PROGRAM
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
DISPLAY
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
A/B/C/D/E
MULTI ZONE
YPAO
R
L
OPTICAL
AUDIO
S VIDEO
VIDEO
O
V
S
L
R
Spelcomputer of
videocamera
Optische uitgang
Video uitgang
S-video uitgang
Audio uitgang
31 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger
geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de NETWORK poort van dit toestel te steken
en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten
op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en
Yamaha MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn.
U moet een STP (Shielded Twisted Pair) kabel (los verkrijgbaar) gebruiken om dit toestel aan te sluiten op een netwerkhub of router.
Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren
(zie bladzijde 91).
Yamaha De MCX-2000, MCX-A10 en MCX-C15 zijn mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
Aansluiten op het netwerk
Opmerkingen
NETWORK
LAN
WAN
Router
PC
Modem
Yamaha MCX-2000
Internet
Yamaha MCX-C15
Yamaha MCX-A10
(met los verkrijgbare
luidsprekers)
Netwerkkabel
32 Nl
Verbindingen
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke
ontvangst.
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) U moet de
afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 122).
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Aansluiten van het netsnoer
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de
netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt
verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact.
(Alleen bij de modellen voor Azië) Kies één van de meegeleverde
netsnoeren aan de hand van het soort stopcontact op de plek waar
u het toestel gaat gebruiken.
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
..... 1 netstroomaansluiting
Model voor Korea...................................................... Geen
Overige modellen....................... 2 netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “Technische gegevens” op bladzijde 141.
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Opmerkingen
ANTENNA
FM
GND
AM
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
AM ringantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat
u bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
Aansluiten van het netsnoer
Opmerking
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
AC IN
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
33 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Met deze functie kunt u de impedantie van de aangesloten
luidsprekers instellen en kiezen in welke taal de menus en
meldingen van de grafische gebruikersinterface (GUI) van
dit toestel moeten worden getoond.
1 Controleer of het toestel uit staat.
2
Houd
P
STRAIGHT
op het voorpaneel ingedrukt
en druk vervolgens
A
MASTER ON/OFF
naar
binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu (
zie
bladzijde 120
) zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
3 Verdraai
O
PROGRAM en selecteer
“SPEAKER IMP.”.
4 Druk herhaaldelijk op
P
STRAIGHT en
selecteer “6MIN”.
5 Verdraai
O
PROGRAM en selecteer
“GUI LANGUAGE”.
6
Druk herhaaldelijk op
P
STRAIGHT
om de gewenste
taal voor de grafische gebruikersinterface te selecteren.
Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans),
FRENCH (Frans), GERMAN (Duits),
SPANISH (Spaans), RUSSIAN (Russisch)
Deze instelling heeft geen invloed op de meldingen die op het
display op het voorpaneel verschijnen.
U kunt de taal voor de grafische gebruikersinterface ook via het
GUI menuscherm zelf aanpassen.
Zie bladzijde 97
voor details.
7 Druk
A
MASTER ON/OFF nog eens in zodat
deze naar buiten komt, naar de OFF stand om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel
uit te schakelen.
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
Aan zetten van dit toestel
Druk
A
MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten.
Wanneer u dit toestel aan zet door op
A
MASTER ON/OFF
te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren
voor het toestel geluid kan reproduceren.
Uit zetten van dit toestel
Druk
A
MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in de
OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
B
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en
9
POWER en
8
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
A
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
In principe bevelen we u aan het toestel uit (standby) te zetten
wanneer u het toestel niet gebruikt.
Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op
B
MAIN ZONE ON/OFF
(of
8
STANDBY
) om de hoofdzone uit (standby)
te zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd
kan worden op de infraroodsignalen van de
afstandsbediening.
Aan zetten van de hoofdzone wanneer
het toestel uit (standby) staat
Druk op
B
MAIN ZONE ON/OFF (of
9
POWER)
om de hoofdzone aan te zetten.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren
voor het toestel geluid kan reproduceren.
Deze toetsen werken alleen wanneer
A
MASTER ON/OFF
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
Instellen van de luidspreker-
impedantie en de taal voor de
grafische gebruikersinterface (GUI)
Let op
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u als volgt “
SPEAKER
IMP.
” op “
6MIN
” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als
voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers.
Opmerkingen
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
Aan en uit zetten van dit toestel
Opmerkingen
Bij problemen...
Zet dit toestel eerst uit en dan weer aan.
Als de problemen zich blijven voordoen, dient u de
instellingen van dit toestel terug te zetten. Zie
bladzijde 134 voor details.
34 Nl
Verbindingen
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
2 LIGHT
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uitleesvenster (B) te verlichten.
Uitleesvenster (B)
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
Infrarood venster (Q)
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Overdrachtsindicator (P)
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
Schakelaar voor de bedieningsfunctie (D)
De functies van sommige toetsen hangen mede af van de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 104).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
PHONO (zie bladzijde 103).
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Gebruiken van de afstandsbediening
30 30
Ongeveer 6 m
Sensor voor de afstandsbediening
Opmerkingen
Open en dicht doen van de klep in
het voorpaneel
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen.
35 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
1 RECOUT indicator
Licht op wanneer dit toestel in de functie staat voor het
opnemen van een signaalbron (zie bladzijde 67).
2 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via één van de HDMI
aansluitingen (zie bladzijde 21).
3 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een Yamaha iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 30).
4 Oplaad-indicator
Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de
aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit
(standby) staat (zie bladzijde 59).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 MUTE indicator en VOLUME niveau indicator
Geeft het huidige volumeniveau aan.
De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE
functie (geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt
(zie bladzijde 43).
7 Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
8 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
9 Ingangskanaal en luidspreker indicators
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat.
Licht op of knippert aan de hand van de
luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de
automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 37)
of in de “Speaker Level” instelfunctie voor de
luidsprekerniveaus (zie bladzijde 91).
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Licht op of knippert aan de hand van de “Presence”
instellingen (zie bladzijde 89) onder “Speaker Set”
wanneer dit toestel in de automatische instelfunctie
staat (zie bladzijde 37) of in de “Speaker Level”
instelfunctie voor de luidsprekerniveaus
(zie bladzijde 91).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de
“Auto Setup” (zie bladzijde 37), of met de hand via de
instellingen voor “Presence” (zie bladzijde 89) en
“Surround Back” (zie bladzijde 89) in het “Speaker Set”.
Display voorpaneel
MUTE
VOLUME
dB
LL C R
SL SB SR
MP3
WMA
DSD
PCM
96/24
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
NET/USB
DOCK
DVR
DTV/CBL
VCR
V-AUX
MASTER AUDIO
MATRIX
DISCRETE
SILENT
CINEMA
YPAO ENHANCER
VIRTUAL
HiFi
DSP
HD
96
24
q
DIGITAL PLUS
q
TRUE HD
q
EX
q
PL x
LFE
SBRSBL
3
RECOUT
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
C
B
A
0
9
8
7
32
1 465
Zie bladzijde 36 voor details.
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Indicators ingangskanalen
LL C R
SL SB SR
LFE
SBRSBL
36 Nl
Verbindingen
0 Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een
zender (zie bladzijde 53).
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM
stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt
(zie bladzijde 53).
AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 53).
MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan
worden (zie bladzijde 55).
y
De MEMORY indicator knippert ook terwijl dit toestel in de
NET/USB voorprogrammeerstand staat (zie bladzijde 65).
A ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld
(zie bladzijde 115).
B SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 43).
C Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa)
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
D YPAO indicator
Licht op wanneer u de “Auto Setup” doet en wanneer de
via de “Auto Setup” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt
(zie bladzijde 37).
E Ingangssignaal indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer dit toestel
DSD (Direct Stream Digital), PCM (Pulse Code
Modulation), WMA (Windows Media Audio) of MP3
(MPEG-1 Audio Layer-3) audiosignalen reproduceert.
F DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 51).
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 50).
3D indicator
Licht op wanneer de CINEMA DSP 3D functie is
ingeschakeld (zie bladzijde 50).
G Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke geluidsvelden er in
werking zijn (zie bladzijde 45).
H ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 49).
I Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 42).
J SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 50).
K Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
MP3
WMA
DSD
PCM
MASTER AUDIO
MATRIX
DISCRETE
SILENT
CINEMA
YPAO ENHANCER
HD
96
24
q
DIGITAL PLUS
q
TRUE HD
q
EX
q
PL x
VIRTUAL
HiFi
DSP
3
D
E
F
G
H
I
J
K
AANPASSEN VAN DE LUIDSPREKERINSTELLINGEN AAN UW KAMER (YPAO)
37 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische
setup procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
y
Als er iets mis gaat tijdens de automatische setup procedure en
er een foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het GUI
scherm of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de
“Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van
problemen” op de bladzijden 132 en 133 voor een complete lijst
met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u in zo’n geval
moet doen.
De begininstelling voor elk van de parameters staat vet
aangegeven.
Voor u deze handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP zetten.
Basisprocedure voor de automatische instelling
1 Controleer de volgende punten voor u met de
automatische setup begint.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
Dit toestel en het beeldscherm moeten worden
ingeschakeld.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer
halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
De crossoverfrequentie voor de aangesloten subwoofer
moet op de maximum stand worden ingesteld.
Als u externe versterkers gebruikt (
zie bladzijde 28
),
moeten deze aan staan en correct zijn ingesteld.
De kamer moet voldoende stil zijn.
2 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
“MIC ON” en “View OSD MENU” zal op het display
op het voorpaneel verschijnen.
Het volgende menuscherm zal nu verschijnen op het
beeldscherm.
y
Na een tijdje zullen de volgende aanduidingen op het
display op het voorpaneel verschijnen. U kunt de
automatische setup alleen uitvoeren via de grafische
gebruikersinterface (GUI).
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
Gebruiken van de automatische setup
(Auto Setup)
Opmerkingen
VOLUME
MIN
MAX
MIN MAX
CROSSOVER
HIGH CUT
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
SLEEP
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDI O
TONE
REC OUT/
ZONE2
PROGRAM
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDI O
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
DISPLAY
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
A/B/C/D/E
MULTI ZONE
YPAO
Omnidirectionele
microfoon
MIC ON
VIEW OSD MENU
Information
Setup Menu
Start Start: ENTER
GUI
RX-V3800
38 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om
de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte
als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw
luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten
op het statief (enz.) met behulp van de statiefschroef.
4 Druk op
4
ENTER om de instelprocedure te
laten beginnen.
Dit toestel begint onmiddellijk met de automatische
instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de
automatische setup. Tijdens de instelprocedure zal de
melding “Measuring...” (Aan het meten...) op het
GUI scherm verschijnen.
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Probeer de kamer zo stil
mogelijk te verlaten. Hoeveel tijd er nodig is voor de
automatische setup hangt mede af van de kamer zelf en de
aangesloten luidsprekers (reken op een tijd tussen
30 seconden en 3 minuten).
y
Om de automatische instelprocedure (setup) te stoppen en
dit toestel in de pauzestand te zetten, dient u op één van de
cursortoetsen (4k / n / l / h) te drukken of op
4ENTER. Druk tijdens pauze op 4k om de procedure
opnieuw uit te voeren, of op 4
l om de Auto Setup
procedure te annuleren.
5 Wanneer alle items met succes zijn
ingesteld, zal het volgende verschijnen op
het GUI scherm.
Druk op 4n en selecteer “Setup” om de gemeten
waarden definitief te maken.
Druk op 4k en selecteer “Retry” om de
automatische instelprocedure opnieuw te proberen.
Dit toestel begint onmiddellijk opnieuw met de
automatische instelprocedure (setup).
Druk op 4h en selecteer “Detail” om informatie
over de meetresultaten en eventuele foutmeldingen
te bekijken. Druk op het informatiescherm
herhaaldelijk op 4k / n om heen en weer te
schakelen tussen de parameters. Voor details
omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we
u naar de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk
“Oplossen van problemen” op bladzijde 132.
Druk op 4l en selecteer “Exit” om de Auto
Setup procedure af te sluiten. Als u “Exit”
selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm
verschijnen. Selecteer “Setup” om de gemeten
waarden definitief te maken en de procedure af te
sluiten. Selecteer “Cancel” om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u deze
parameters instellen via “Basic” (zie bladzijde 88).
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten
luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de
inrichting van uw luisterruimte, moet u de “Auto Setup”
opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te
optimaliseren.
De afstanden bij de “Distance” resultaten kunnen groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer of eventueel
aangesloten externe versterkers.
Bij de “Equalizing” resultaten kunnen er verschillende
waarden worden gebruikt voor dezelfde band om een nog
gedetailleerde instelling te bereiken.
Voor u verder gaat met de volgende handeling
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit
toestel onmiddellijk beginnen met de automatische
setup. Voor de beste meetresultaten kunt u bij het
uitvoeren van de volgende handeling het beste de
kamer verlaten of uzelf zo opstellen dat u geen invloed
uitoefent op de metingen (bijvoorbeeld langs de wand,
uit de buurt van de luidsprekers).
Opmerkingen
Optimalisatie-microfoon
Opmerkingen
Equalizing
Level
Result
Retry
Exit Detail
Setup
Measurement Over
Successfully
39 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
6 Druk op
G
SET MENU om het GUI
menuscherm te sluiten.
Nadat u de automatische setup procedure heeft afgemaakt moet
u de optimalisatie-microfoon weer losmaken.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel.
Aanpassen van de metingen
U kunt het parametrische equalizertype selecteren en de
diverse items aan of uit zetten.
1 Sluit de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon aan op dit toestel en
stel de microfoon op de juiste manier op.
Raadpleeg de stappen 1 t/m 3 onder “Basic
procedure” op bladzijde 41.
2 Druk op
4
k, selecteer “Setup Menu” en druk
vervolgens op
4
h.
“Setup Menu” is het op dit moment geselecteerde
menu-onderdeel.
3 Druk herhaaldelijk op
4
k / n en selecteer
“Wiring”, “Distance”, “Size”, “Equalizing” of
“Level” en druk vervolgens op
4
h om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
4
Druk herhaaldelijk op
4
k / n
om de gewenste
parameter te selecteren en vervolgens op
4
ENTER
om uw keuze te bevestigen.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u alle gewenste
instellingen verricht heeft.
Dit toestel voert de volgende controles uit:
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance (Luidspreker afstand)
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot
de luisterplek en stelt de timing voor elk van de
kanalen af.
Size (Luidsprekerafmetingen)
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage frequentie-
crossover voor elk van de kanalen in.
Keuzes: Check, Skip
Selecteer “Check” om het onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Selecteer “Skip” om het onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
Equalizing (Parametrische equalizerniveau)
De parametrische equalizer regelt het niveau van de
gespecificeerde frequentiebanden. Dit toestel
selecteert automatisch de cruciale frequentiebanden
voor uw luisterruimte en past de niveaus van de
geselecteerde frequentiebanden zo aan dat er een
samenhangend geluidsveld wordt gecreëerd in de
betreffende ruimte. U kunt kiezen uit de volgende
soorten instellingen voor de parametrische equalizer.
Keuzes: Check:Natural, Check:Flat, Check:Front,
Skip
Selecteer “Check:Natural” om de
frequentierespons van alle luidsprekers te
middelen, met minder nadruk op de hogere
frequenties. Aanbevolen wanneer de “Check:Flat”
instelling een beetje schel klinkt.
Selecteer “Check:Flat” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit zijn.
Selecteer “Check:Front” om de frequentierespons
van elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voor-
luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor-
luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
Selecteer “Skip” om het geselecteerde onderdeel
over te slaan zonder instellingen te wijzigen.
Level (Volumeniveau)
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
Keuzes: Check, Skip
Selecteer “Check” om dit onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Selecteer “Skip” om dit onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
y
Er verschijnt een vinkje of kruisje links van de parameter die
u op iets anders heeft ingesteld dan “Skip”.
Als er een waarschuwing verschijnt...
Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de
automatische setup procedure, zullen er waarschuwingen
verschijnen op het resultatenscherm. Zie de paragraaf
Auto Setup
” in het hoofdstuk
“Oplossen van
problemen”
op bladzijde 132
voor een complete lijst
met waarschuwingen en wat u eraan kunt doen.
Opmerkingen
Equalizing
Level
Result
Retry
Exit Detail
Setup
Measurement Over
W1:Out of Phase
W3:Level Error
Waarschuwingen
40 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
6
Wanneer u alle gewenste instellingen verricht
heeft, kunt u op
4
l
drukken om terug te keren
naar het vorige menuniveau, waarna u door op
4
n
te drukken “Start” kunt selecteren.
7 Start de automatische setup procedure nadat
u de meting heeft ingesteld.
Raadpleeg de stappen 4 t/m 6 onder “Basisprocedure voor
de automatische instelling” op bladzijde 37 voor details.
Beoordelen van de resultaten van de
automatische setup procedure
Met deze functie kunt u de resultaten van de automatische
setup beoordelen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET
MENU om het GUI menuscherm te openen.
2 Druk herhaaldelijk op 4k / n en vervolgens
op 4h om “Auto Setup” te selecteren.
3 Druk op 4k en selecteer “Information”.
4
Druk op
4h
en vervolgens herhaaldelijk op
4n
om de items te selecteren die u wilt controleren.
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Toont de polariteit van elk van de aangesloten
luidsprekers.
“NRM” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie normaal is.
“REV” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie omgekeerd is.
“––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Distance (Luidspreker afstand)
Toont de luidsprekerafstand tot de luisterplek. Druk
op 4l / h om het toestel de waarde voor elk van de
afzonderlijke luidsprekerafstanden te laten tonen.
“––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Size (Luidsprekerafmetingen)
Toont de afmetingen van elk van de aangesloten
luidsprekers. De cross-over frequentie voor de lage
tonen (“Cross”) wordt onderaan het menu
aangegeven.
“LRG” verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker geschikt is voor de weergave van lage
tonen.
•“SML verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker niet geschikt is voor de weergave van
lage tonen.
“––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Equalizing (Luidspreker equalizer)
Toont het resultaat van de regeling van de
frequentierespons van elk van de aangesloten
luidsprekers.
“––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Level (Luidsprekerniveau)
Toont het uitgangsniveau van de aangesloten
luidsprekers.
“––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
System Memory functie
U kunt meerdere resultaten van de automatische setup
opslaan met behulp van de System Memory functie. Zie
bladzijde 98 voor details.
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Signal Info.
Information
Setup Menu
Start
Information
Setup Menu
Start
Wiring
Distance
Size
Wiring
Distance
Size
Left Right
Front NRM NRM
Center NRM
Sur. NRM NRM
S.Back NRM NRM
PRNS NRM NRM
SubWfr NRM
Reload:ENTER
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
WEERGAVE
41 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
U kunt dit toestel bedienen door middel van de grafische
gebruikersinterface (Graphical User Interface; GUI)
menuschermen. Zie bladzijde 44 voor details.
U kunt de verkorte weergave van meldingen op het
beeldscherm aan of uit zetten. Zie bladzijde 87 voor
details.
2 Verdraai
C
INPUT (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op
D
AMP en druk op
één van de ingangskeuzetoetsen (1)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en als verkorte melding getoond.
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 53 voor details omtrent het
afstemmen (FM/AM).
Zie bladzijde 59 voor details over het gebruiken
van een iPod met dit toestel.
Zie bladzijde 61 voor details omtrent weergave van
Internet radioprogrammas en muziek die is
opgeslagen op een PC of op USB
geheugenapparaten.
4
Verdraai
R
VOLUME
(of druk op
C
VOLUME +/–
)
om het volume op het gewenste niveau in te stellen.
Instelbereik: Mute, –80,0 dB (minimum) t/m
+16,5 dB (maximum)
y
Zie bladzijde 52 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
5 Verdraai
O
PROGRAM op het voorpaneel
(of druk herhaaldelijk op één van de toetsen
voor de geluidsveldprogramma’s (O)) om het
gewenste geluidsveldprogramma te
selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het display voor de verkorte
meldingen. Zie bladzijde 45 voor details omtrent
geluidsveldprogramma’s.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de
MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 42).
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw
CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave
begint “Decoder Mode” in het “Input Select” instellen op
“DTS” (zie bladzijde 79).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP zetten.
Basisprocedure
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
DVR
DTV/CBL
VCR
V-AUX
NET/USB
DVD
Op dit moment geselecteerde signaalbron
Beschikbare signaalbronnen
Opmerking
Movie
Sci-Fi
Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogrammacategorie
42 Nl
Weergave
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik deze
functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen
naar een andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting wanneer
er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit
toestel zelf bepalen via “Audio Select” in het “Option” (
zie bladzijde 95
).
U kunt de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting bepalen via de
Audio Select
” instelling onder “
Input Select
” (
zie bladzijde 79
).
1 Verdraai
C
INPUT (of druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de (1)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op
D
AUDIO SELECT
(of
0
AUDIO SEL
) om de gewenste instelling voor
de audio ingangsaansluiting selectie te kiezen.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(
OPTICAL
,
COAXIAL
en
HDMI
) zijn toegewezen. Gebruik
I/O
Assignment
” in het “Input Select” om de ingangsaansluiting in
kwestie opnieuw toe te wijzen (
zie bladzijde 79
).
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 29).
Verdraai
C
INPUT
op het voorpaneel en selecteer
MULTI CH
(of druk op
1
MULTI CH IN
).
y
Gebruik het “MULTI CH” menu in het “Input Select” om de
parameters voor MULTI CH in te stellen (zie bladzijde 80).
Er kunnen geen geluidsveldprogrammas worden geselecteerd en
de Compressed Music Enhancer stand kan niet worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de
MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 45).
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(zie bladzijde 50).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen van dit toestel wordt geselecteerd als
signaalbron, zullen alleen de signalen die binnenkomen via de
MULTI CH INPUT FRONT aansluitingen worden
gereproduceerd via de aangesloten hoofdtelefoon.
Alle digitale multikanaals audiosignalen (behalve DSD
signalen) worden teruggemengd naar de linker en rechter
hoofdtelefoonkanalen.
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
AUTO
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
HDMI
Er zullen alleen
HDMI
signalen worden geselecteerd.
Als er geen
HDMI
signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen via de
COAXIAL aansluiting.
(2) Digitale signalen die binnenkomen via de
OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Opmerking
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
DVR
DTV/CBL
VCR
V-AUX
NET/USB
A.SEL: AUTO
Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting
Beschikbare signaalbronnen
Selecteren van de
MULTI CH INPUT component
Opmerking
Gebruiken van een hoofdtelefoon
Opmerkingen
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
SLEEP
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
PROGRAM
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
DISPLAY
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
A/B/C/D/E
MULTI ZONE
YPAO
43 Nl
Weergave
BASISBEDIENING
Nederlands
Druk op
E
MUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op
E
MUTE om de
geluidsweergave te hervatten.
y
U kunt ook
R
VOLUME
op het voorpaneel of
C
VOLUME +/
op de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“Muting Type” parameter in het “Volume” (zie bladzijde 81).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (1) om de
gewenste videobron te selecteren en kies
vervolgens de audiobron.
y
Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de
gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 80).
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 32).
1 Verdraai
C
INPUT (of druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de (1)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
2 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 53 voor details omtrent het afstemmen.
3 Druk herhaaldelijk op
M
SLEEP
(of
A
SLEEP) om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op
M
SLEEP (of
A
SLEEP) zal het
display op het voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op
M
SLEEP (of
A
SLEEP) tot
“SLEEP OFF” verschijnt op het display op het
voorpaneel.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met
B
MAIN ZONE
ON/OFF (of
8
STANDBY) de hoofdzone van het toestel uit
(standby) te zetten.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
Gebruiken van de slaaptimer
SLEEP 120min. SLEEP 90min.
SLEEP 60min.SLEEP 30min.SLEEP OFF
SLEEP
SLEEP 120min.
Knippert
SLEEP
STRAIGHT
Licht op
SLEEP OFF
Verdwijnt
44 Nl
Weergave
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. U kunt de begininstellingen voor het toestel ook bepalen met
behulp van het GUI menuscherm (zie bladzijde 70).
Onderdelen op het GUI menuscherm
y
Zet de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP wanneer u dit toestel via de GUI menuschermen wilt bedienen.
Zie bladzijde 70 voor details omtrent de inhoud van het menu-gedeelte.
Dit toestel onthoudt het laatst geselecteerde GUI menuscherm.
Basisbediening op het GUI menuscherm
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI
menuschermen
DVD
Manual Setu
p
-40.0dB
qPLIIx Movie Sci-Fi
Op dit moment geselecteerde decoder
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Menu-gedeelte
Op dit moment
geselecteerde signaalbron
Op dit moment geselecteerde
menu-onderdeel
Huidige menu Volumeniveau
(zie bladzijde 41)
Stereo/Surround
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Sound
Video
Basic
NET/USB
Option
Toets Functie
4 Cursor k / n
Druk hierop om een item in het huidige
menuniveau te selecteren.
4 Cursor h
Druk hierop om het geselecteerde
menu-onderdeel te openen en naar het
volgende menuniveau te gaan.
4 Cursor l
Druk hierop om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
4 ENTER
Druk hierop om het geselecteerde
menu-onderdeel te openen en naar het
volgende menuniveau te gaan.
G SET MENU
Druk hierop om het GUI menuscherm te
openen of te sluiten.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
45 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
Het Yamaha CINEMA DSP geluidsveldprogramma is geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS, Dolby Surround, Dolby
TrueHD en DTS-HD Master Audio bronnen.
De Yamaha HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
Verdraai
O
PROGRAM (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op
D
AMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op één van de
geluidsveldtoetsen (O)).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de
component die is verbonden met de
MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (
zie bladzijde 42
) of
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat (
zie bladzijde 51
).
Wanneer u
DTS 96/24
materiaal weergeeft zonder
geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma
toepassen zonder de
DTS 96/24
decoder in werking te stellen.
Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz
zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
y
U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de
bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie
bladzijde 71 voor details.
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Geluidsveldprogramma’s
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Geluidsveld indicators
Sci-Fi
MOVIE
8
MOVIE
Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects films. U kunt hierdoor
genieten van een cinematografisch gelaagde virtuele ruimte, waarin de dialogen, de geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn.
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 73)
Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van het
programma
Gecreëerde
geluidsvelden
CINEMA DSP of
HiFi DSP
Categorie van het
programma
Decoder Type Init. Delay Sur. Init. Delay SB. Init. Delay Dialogue Lift
DSP Level Room Size Sur. Room Size SB. Room Size
Aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
geluidsveld
Rechter surround
geluidsveld
Surround-achter geluidsveld
46 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 51), de “STRAIGHT” functie (zie
bladzijde 50), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 68).
CLASSICAL Hall in Munich
Dit geluidsveld simuleert een concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen in Muenchen, met een stijlvol houten interieur, zoals normaal is in
Europese concertzalen. Verfijnde, mooie natrillingen verspreiden zich door de ruimte en creëren een kalme sfeer. U bevindt zich virtueel in
het midden links in de zaal.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
CLASSICAL Hall in Vienna
Dit is een traditionele middelgrote, doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen in Wenen. De zuilen en ingewikkelde
versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties die voor het publiek van alle kanten lijken te komen en voor een volle en rijke
geluidsweergave.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
7
ENTERTAIN
5
CLASSICAL
HiFi DSP
7
ENTERTAIN
5
CLASSICAL
HiFi DSP
CLASSICAL
Hall in Amsterdam
Deze grote, doosvormige zaal biedt ongeveer 2200 zitplaatsen rond een cirkelvormig podium. De weerkaatsingen zijn rijk en het oor
welgevallig terwijl het geluid vrije doorgang vindt.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
CLASSICAL
Church in Freiburg
Deze grootse stenen kerk bevindt zich in Zuid-Duitsland en heeft een torenspits van 120 meter hoog. De lange, smalle vorm en het hoge
plafond leveren een lange natriltijd op en en een beperkte tijd voor de eerste weerkaatsingen. Op deze manier zorgen de rijke natrillingen
meer voor de atmosfeer in de kerk dan het oorspronkelijke geluid zelf.
DSP Level
Init. Delay
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
CLASSICAL Chamber
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
DSP Level
Init. Delay
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Village Vanguard
Deze jazzclub is te vinden op 7th Avenue, New York. Het is een kleine club met een laag plafond dat ervoor zorgt dat de sterke weerkaatsing
uitstraalt van het podium in de hoek.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Warehouse Loft
Dit pakhuis lijkt op sommige zolders in Soho. Het geluid wordt met een hoge energie-inhoud weerkaatst door de betonnen wanden.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
7
ENTERTAIN
5
CLASSICAL
HiFi DSP
7
ENTERTAIN
5
CLASSICAL
HiFi DSP
5
CLASSICAL
HiFi DSP
6
LIVE/CLUB
HiFi DSP
6
LIVE/CLUB
HiFi DSP
47 Nl
Geluidsveldprogramma’s
BASISBEDIENING
Nederlands
Voor divers materiaal
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
LIVE/CLUB Cellar Club
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een
krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
LIVE/CLUB The Roxy Theatre
Dit is het geluidsveld van een rock live house in Los Angeles, met ongeveer 460 plaatsen. U bevindt zich virtueel in het midden links in de
zaal.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB The Bottom Line
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en
rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
Opmerking
ENTERTAINMENT Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit
de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het
stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Action Game
Dit geluidsveld is geschikt voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt van
weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan
zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor
actiespellen (“Action Game”) om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook
zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
6
LIVE/CLUB
HiFi DSP
6
LIVE/CLUB
HiFi DSP
6
LIVE/CLUB
HiFi DSP
7
ENTERTAIN
7
ENTERTAIN
7
ENTERTAIN
48 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Voor visuele muziekbronnen
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogrammas (behalve met “Mono Movie”). Zie
bladzijde 68 voor details.
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
Opmerking
ENTERTAINMENT Music Video
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe
livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de
ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Recital/Opera
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem.
“Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid
voor de artiesten op het podium. Het surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik gemaakt van concertzaal-effecten om
de inherente schoonheid van de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Opmerking
6
LIVE/CLUB
7
ENTERTAIN
HiFi DSP
7
ENTERTAIN
MOVIE Standard
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
Decoder Type
DSP Level
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
Sur. Liveness
SB. Init. Delay
SB Room Size
SB Liveness
Dialogue Lift
MOVIE Spectacle
Dit programma reproduceert de overweldigende ervaring van groots opgezette spektakelfilms. Het voorziet in een breed geluidsveld dat past
bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot verschrikkelijk harde geluiden.
Decoder Type
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
8
MOVIE
8
MOVIE
MOVIE Sci-Fi
Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects films. U kunt
hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde virtuele ruimte, waarin de dialogen, de geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk
gescheiden zijn.
Decoder Type
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
8
MOVIE
49 Nl
Geluidsveldprogramma’s
BASISBEDIENING
Nederlands
Stereoweergave
De Compressed Music Enhancer
MOVIE Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van het geluid bij actie- en avonturenfilms. Het geluidsveld beperkt natrillingen en
geeft de nadruk aan het reproduceren van een zich ver naar links en naar rechts uitstrekkende geluidsruimte. De gereproduceerde diepte wordt
ook relatief beperkt om de scheiding tussen de audiokanalen en de helderheid van de weergave te kunnen waarborgen.
Decoder Type
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
8
MOVIE
MOVIE Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies.
De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven,
maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na
vele uren kijken.
Decoder Type
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
8
MOVIE
MOVIE Mono Movie
Dit programma is speciaal bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal, zoals klassieke films, en geeft u het gevoel alsof u in een
oude, gezellige bioscoop zit. Dit programma produceert de optimale expansie en natrillingen voor de originele geluidsweergave en creëert
een comfortabele ruimte met een duidelijk bepaalde diepte.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Level
Rev. Delay
Dialogue Lift
STEREO 2ch STEREO
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 52 voor details.
Direct
8
MOVIE
9
STEREO
STEREO 7ch STEREO
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het
bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
MUSIC ENHANCER Straight Enhancer
Gebruik dit programma om het geluid te verbeteren tot het zo goed mogelijk de originele diepte en breedte van het 2-kanaals of multikanaals
signaal voor compressie benadert.
Level
9
STEREO
HiFi DSP
0
ENHANCER
MUSIC ENHANCER 7ch Enhancer
Gebruik dit programma voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 7-kanaals stereo.
Level
0
ENHANCER
50 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers. Dit programma maakt
virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld
te reproduceren.
Als u “Surround” op
None” (zie bladzijde 89) instelt, zal
Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld
wanneer u een CINEMA DSP of HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “Surround” op “None”
(zie bladzijde 89):
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 42).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
wanneer dit toestel in de “7ch stereo” stand staat.
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting doet terwijl u luistert met de CINEMA DSP of
HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45).
Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 42).
SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct
(zie bladzijde 51) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 52) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie
staat.
CINEMA DSP 3D stand voor een intensieve en accurate
dieptewerking in het in de luisterruimte gecreëerde
geluidsveld. U kunt de CINEMA DSP 3D stand naar
keuze aan of uit zetten.
Druk herhaaldelijk op
K
3D DSP om de CINEMA
DSP 3D stand aan of uit te zetten.
“3D:ON” verschijnt op het display op het voorpaneel
en de 3D indicator (zie bladzijde 36) licht op wanneer
dit toestel in de CINEMA DSP 3D stand staat. De
CINEMA DSP 3D stand creëert een intensieve en
accurate dieptewerking in het geluidsveld in de
luisterruimte.
“3D:OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel
en de 3D indicator verdwijnt wanneer de CINEMA
DSP 3D stand wordt uitgeschakeld. De CINEMA DSP
stand creëert een uitgebreid en expansief geluidsveld in
de luisterruimte.
“3D:–” verschijnt wanneer de CINEMA DSP 3D stand niet
beschikbaar is.
Als u “Presence” heeft ingesteld op “None”, kan de CINEMA
DSP 3D stand van dit toestel niet worden ingeschakeld.
De CINEMA DSP 3D stand van dit toestel kan alleen worden
ingeschakeld wanneer u één van de CINEMA DSP of HiFi DSP
geluidsveldprogramma’s selecteert.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel, kan
de CINEMA DSP 3D stand niet worden ingeschakeld.
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren via het GUI
menuscherm. Zie bladzijde 71 voor details.
Druk op
P
STRAIGHT (of
I
STRAIGHT) en
selecteer “STRAIGHT”.
y
De namen van het soort audiosignaal van de signaalbron en de
actieve decoder zullen verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Uitschakelen van de “STRAIGHT”
weergavefunctie
Druk op
P
STRAIGHT (of
I
STRAIGHT) zodat
“STRAIGHT” verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
y
U kunt ook het gewenste geluidsveldprogramma selecteren door
O
PROGRAM te verdraaien (of door herhaaldelijk op één van
de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s te drukken (O)).
Opmerking
Opmerkingen
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP zetten.
Gebruiken van de CINEMA DSP 3D stand
Opmerkingen
Luisteren naar onbewerkte
weergave
STRAIGHT
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
51 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op
N
PURE DIRECT
(of
F
PURE DIRECT
)
om de Pure Direct stand aan of uit te zetten.
De
F
PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal
oplichten en het display op het voorpaneel zal automatisch
uit gaan wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat.
Wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat, zal het geen
videosignalen reproduceren via de MONITOR OUT
aansluitingen en de HDMI OUT aansluiting.
Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT”
(zie bladzijde 42) en vervolgens bitstroomsignalen of
multikanaals PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de
corresponderende decoder inschakelen.
De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
omschakelen van het geluidsveldprogramma
openen van het GUI menuscherm
bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal en het
subwooferkanaal.
1 Druk herhaaldelijk op
E
TONE CONTROL
op het voorpaneel om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
2 Verdraai
O
PROGRAM om de weergave van
de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker en de subwoofer.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer
PURE DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH is
geselecteerd als signaalbron.
y
Gebruik de “Tone Control” parameter in het “Sound” menu om
de balans te regelen tussen de weergave van de hoge en die van de
lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon met behulp van
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 83 voor details.
Gebruiken van audiofuncties
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP zetten.
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Opmerkingen
Toonregeling
Opmerkingen
52 Nl
Gebruiken van audiofuncties
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “Auto Setup” (zie bladzijde 37) en
“Speaker Level” (zie bladzijde 91) methodes.
1
Druk net zo vaak op
3
LEVEL
op het
voorpaneel tot u de luidspreker geselecteerd
heeft die u wilt instellen.
y
Wanneer u op
3
LEVEL op de afstandsbediening heeft
gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren
met 4k / n.
In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SB” worden getoond
indien “Surround Back” is ingesteld op “Small x1” of
“Large x1” (zie bladzijde 89).
2 Druk op 4l / h om het uitgangsniveau
(volume) van de luidspreker te regelen.
Druk op 4h om de ingestelde waarde te
verhogen.
Druk op 4l om de ingestelde waarde te
verlagen.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot
2 kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Druk herhaaldelijk op
O
STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te
selecteren.
y
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
“Bass Out” is ingesteld op “SWFR” of “Both”
(zie bladzijde 89).
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door
O
PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien.
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren en instellen via
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 71 voor details.
Zie bladzijde 76 voor details omtrent de parameters voor de
“2ch Stereo” stand.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP zetten.
Instellen luidsprekerniveaus
Opmerking
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Luisteren naar multikanaals materiaal
met 2-kanaals stereoweergave
FM/AM AFSTEMMEN
53 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in
5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Verdraai
C
INPUT op het voorpaneel en
selecteer de “TUNER” (radio) als
signaalbron.
2 Druk op
J
FM/AM om de radioband te
kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op
L
TUNING MODE zodat de AUTO
indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op
I
PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4
Druk één keer op
H
PRESET/TUNING l / h
om het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Druk op
H
h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op
H
l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Verdraai
C
INPUT op het voorpaneel en
selecteer de “TUNER” (radio) als
signaalbron.
2 Druk op
J
FM/AM om de radioband te
kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op
L
TUNING MODE zodat de AUTO
indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op
I
PRESET/
TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk op
H
PRESET/TUNING l / h om met
de hand af te stemmen op de gewenste
zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
FM/AM afstemmen
Opmerking
Automatisch afstemmen
AUTO
A FM 88.90MHz
Licht opGeen dubbele punt (:)
Handmatig afstemmen
Opmerking
A FM 88.90MHz
Geen dubbele punt (:)
54 Nl
FM/AM afstemmen
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch voorprogrammeren
op de volgorde waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens
gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen
op de voorgeprogrammeerde zenders.
1
Verdraai
C
INPUT
op het voorpaneel en
selecteer de “
TUNER
” (radio) als signaalbron.
2
Druk op
J
FM/AM
en selecteer
FM
” als de radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
3
Houd
K
MEMORY
tenminste 3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de
AUTO
en
MEMORY
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 10 seconden zal
het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de
huidige frequentie naar hogere frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde
zender op het display getoond worden.
y
U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
G
A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op
H
PRESET/TUNING l / h nadat u stap 3 heeft
uitgevoerd om het voorkeuzenummer te selecteren
waaronder de eerste zender zal worden opgeslagen.
U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en
opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op
I
PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt
van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op
H
PRESET/TUNING l nadat u
K
MEMORY
tenminste 3 seconden ingedrukt heeft gehouden.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren”.
(Alleen modellen voor Europa) Alleen Radio Data
Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het
automatisch voorprogrammeren.
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie bladzijde 53 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2 Druk op
K
MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer
10 seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op
G
A/B/C/D/E om een
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E)
terwijl de MEMORY indicator knippert.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
4 Druk op
H
PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
Druk op
H
h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op
H
l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
Automatisch voorprogrammeren
Opmerkingen
AUTO
MEMORY
A1:FM 88.90MHz
Knippert Knippert
Handmatig voorprogrammeren
MEMORY
Knippert
MEMORY
A :FM 88.90MHz
Voorkeuzegroep
KnippertDubbele punt (:)
MEMORY
A1:FM 88.90MHz
Voorkeuzenummer Knippert
55 Nl
FM/AM afstemmen
BASISBEDIENING
Nederlands
5 Druk op
K
MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
1
Druk op
G
A/B/C/D/E
(of
4
A//B/C/D/E l / h
)
om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op
H
PRESET/TUNING l / h
(of
4
PRESET/CH k / n) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
G
A/B/C/D/E en
H
PRESET/TUNING l / h
op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” in de linker
kolom.
2 Houd
I
EDIT tenminste 3 seconden
ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
G
A/B/C/D/E en
H
PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” in de linker
kolom.
4 Druk nog eens op
I
EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
Opmerkingen
Selecteren van voorkeuzezenders
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE,
druk vervolgens herhaaldelijk op
1
TUNER, selecteer
“TUNER” (radio) als signaalbron.
A1:FM 88.90MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
A1:FM 88.90MHz
Omwisselen van voorkeuzezenders
MEMORY
E1:FM 88.90MHz
KnippertKnippert
MEMORY
A5:FM 88.90MHz
KnippertKnippert
EDIT E1-A5
RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
56 Nl
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op LTUNING MODE op het
voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het
display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 54).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op 7 FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa)
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
57 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa)
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 54).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
SOURCE, druk vervolgens
herhaaldelijk op
1
TUNER op de
afstandsbediening, selecteer “TUNER”
(radio) als signaalbron.
2 Druk herhaaldelijk op
3
BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
3 Druk op
7
PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
7
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
4 Druk op
4
PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Knippert
NEWS
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Licht op
POP M
58 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa)
5 Druk op
7
PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op
7
PTY SEEK START op de
afstandsbediening te drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op
7
PTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de
EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio
Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data
Systeem programmatypes (
NEWS
,
AFFAIRS
,
INFO
of
SPORT
) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een
bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken
die
EON
gegevens uitzenden naar een programma van het
geselecteerde type. Wanneer de geplande
EON
service begint,
zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender
die de
EON
gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen
naar de nationale zender wanneer de
EON
gegevens ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de
EON
indicator niet oplicht op het display, dient u
af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de
EON
indicator wel gaat branden.
3 Druk herhaaldelijk op
7
EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
7
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam
van het programmatype verdwijnt en de malding “EON
OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van andere
netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
Opmerkingen
EON
NEWS
Licht op
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™
59 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 30), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 49).
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 132.
Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de DOCK
aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10)
verbonden met de
DOCK
aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een aangesloten
iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “
Standby Charge
” parameter in het “
iPod
” (
zie bladzijde 93
).
Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 35) getoond
worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal
de indicator van het display verdwijnen.
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “
V-AU X
” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het GUI menuscherm van dit toestel (menufunctie) of zonder
dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie).
Afstandsbediening
Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop, overslaan enz.)
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening, zonder gebruik te
maken van het GUI menusysteem van dit toestel.
y
U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Bedienen van een iPod met de menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod uitvoeren
met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van het
GUI menusysteem van dit toestel. De naam van het
weergegeven muziekstuk zal op het display op het voorpaneel
worden weergegeven in overeenstemming met de “
Scroll
instelling in het “
Front Panel Disp.
” (
zie bladzijde 93
). U
kunt via het GUI menusysteem ook door de muziekstukken
op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw
iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Het Yamaha logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven op het display
op het voorpaneel of via het GUI menusysteem van dit toestel.
Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping).
U kunt niet via het GUI menusysteem bladeren door eventueel
op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of
videoclips op uw iPod te bekijken.
U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor de iPod zal worden
weergegeven op het beeldscherm door middel van de “
On Screen
parameter onder “
Manual Setup
” (
zie bladzijde 87
).
Gebruiken van een iPod™
Opmerkingen
iPod™ bediening
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE zetten en dan op 1V-AUX/DOCK drukken.
Toets Functie
4 ENTER Volgende menu
k Menu op
n Menu neer
l Vorige menu
h Volgende menu
7 ll Terug zoeken (ingedrukt houden)
hh
Vooruit zoeken
(ingedrukt houden)
a Vooruit springen
b Terug springen
s Stop
e Pauze (menu bedieningsfunctie)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie)
p Weergave (menu bedieningsfunctie)
Weergave/pauze (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
G MENU Vorige menu
J DISPLAY Display
Opmerkingen
60 Nl
Gebruiken van een iPod™
1 Druk op
J
DISPLAY op de
afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm
verschijnen.
2 Druk op
4
k / n / l / h om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op
4
ENTER
om het geselecteerde muziekstuk weer te
laten geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
Playlists > Songs
Artists > Albums > Songs
Albums > Songs
Songs
Genres > Artists > Albums > Songs
Composers > Albums > Songs
Settings > Shuffle, Repeat
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Druk herhaaldelijk op 4ENTER om heen en weer te schakelen
tussen de diverse “Shuffle” instellingen.
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
Druk herhaaldelijk op 4ENTER om heen en weer te schakelen
tussen de diverse “Repeat” instellingen.
De functies van het weergave-
informatiedisplay
1 Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
2 Titel van het album
3 Titel van het muziekstuk
4 Verstreken tijd
5 (weergave), (pauze), (vooruit zoeken) of
(terug zoeken)
6 Pictogrammen willekeurige en herhaalde weergave
7 Naam van de artiest
8 Voortgangsbalk
9 Resterende tijd
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE zetten en dan op 1V-AUX/DOCK drukken.
Opmerkingen
Top
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
Opmerkingen
0:51 -7:44
Play Information
Road to India
Made-to-order
Frankie Zipper
1/9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
61 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM
formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, Yamaha MCX-2000, USB geheugenapparatuur of
draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio.
•De Ya mah a MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg
indien nodig ook technische referentiewerken.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
y
Voor een complete lijst met op afstand te bedienen netwerk en USB functies verwijzen we u naarAfstandsbediening” op
bladzijde 59.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 129.
Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien.
* Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond.
Gebruiken van network/USB functies
Opmerkingen
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s
Opmerking
NET/USB
PC/MusicCAST
(MCX-2000)
Artists
Albums
Songs
Genres
Popular Stations
New Stations
USB
Recall Play
Server* Playlists
Internet Radio
Bestanden/Mappen
Help
Locations
Podcasts
Bookmarks
Genres
Selecteert een muziekstuk via een op de server opgeslagen speellijst.
Raadpleeg de documentatie van de server voor details omtrent de
formattering van de speellijst, hoe u een speellijst kunt aanmaken enz.
Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt.
Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000.
Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een
bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een muziekstuk op album.
Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een
bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks”
(zie bladzijde 64).
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie.
Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde
Internetservice.
Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen.
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre.
Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen zijn.
Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders.
Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre.
Direct selecteren van een muziekstuk.
62 Nl
Gebruiken van network/USB functies
De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het
navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s.
Zie
de bladzijden 63
t/m 65 voor details over elke sub-signaalbron.
“Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even
geduld moeten oefenen.
1 Druk op
1
NET/USB op de
afstandsbediening en selecteer “NET/USB”
als signaalbron.
De cursor links van de
NET/USB
indicator zal oplichten
op het display op het voorpaneel en het eerder weergegeven
materiaal voor de corresponderende su-signaalbron voor
NET/USB
zal automatisch worden weergegeven.
2 Druk op
J
DISPLAY om terg te keren naar
het bovenste NET/USB menu.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm verschijnen.
Als er een ander scherm op het beeldscherm verschijnt,
dient u net zo vaak op
G
MENU
op de afstandsbediening
te drukken tot het NET/USB hoofdmenu verschijnt.
3 Druk op
4
k / n om de gewenste sub-
signaalbron te selecteren en druk vervolgens
op
4
h of
4
ENTER.
y
U kunt ook de gewenste sub-signaalbron selecteren door op
7
NET RADIO
,
7
USB
of
7
PC/MCX
te drukken wanneer
“NET/USB” is geselecteerd als signaalbron. Dit toestel begint
automatisch met de weergave van het laatst geselecteerde
muziekbestand, Internet radiostation of Podcast wanneer u op
7
NET RADIO
,
7
USB
of
7
PC/MCX
drukt.
4
Druk op
4k / n / l / h
om het gewenste muziekstuk
of de gewenste Internetradiozender te selecteren.
Druk op
4k / n
om het gewenste menu te selecteren.
Druk op 4h om het gewenste menu te openen.
Druk op
4l
om terug te keren naar het vorige menuniveau.
y
“>” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
U kunt ook op 4ENTER of
G
MENU drukken om het
geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar
het vorige menuniveau.
5 Druk op
4
ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven of om te
luisteren naar de geselecteerde zender.
y
Zie bladzijde 60 voor details omtrent de functies van het
weergave-informatiedisplay.
Afhankelijk van de geselecteerde sub-signaalbron is het
mogelijk dat bepaalde items niet voorkomen in het
weergave-informatiedisplay.
U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor het
netwerk/de iPod zal worden weergegeven op het
beeldscherm door middel van de “On Screen” parameter
onder “Manual Setup” (zie bladzijde 87).
Afstandsbediening
*1 Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders
op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 64).
*2 Druk hierop om items voor te programmeren of weer op te
roepen (zie bladzijde 65).
Opmerking
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE zetten.
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
NET/USB
DVR
DTV/CBL
VCR
V-AUX
Licht op
Top
PC/MusicCAST
Internet Radio
USB
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE zetten en dan op 1NET/USB drukken.
Toets Functie
3 TITLE
Bladwijzer
*1
4 k Hoger
n Lager
l Vorige menu
h Volgende menu
5 MEMORY Geheugen
6 1 – 8
Cijfertoetsen (1-8)
*2
7 NET RADIO Selecteer “NET RADIO”
USB Selecteer “USB”
b Terug springen (alleen “PC/MCX” en “USB”)
a Vooruit springen (alleen “PC/MCX” en “USB”)
PC/MCX Selecteer “PC/MCX”
s Stop
p Weergave
G MENU Vorige menu
J DISPLAY Display
63 Nl
Gebruiken van network/USB functies
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om te luisteren naar
muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of
Yamaha MCX-2000. De MCX-2000 is een muziekserver
die het concept volgt van Yamaha’s exclusieve
MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor weergave
via een persoonlijk netwerk.
1 Installeer Windows Media Player 11 op uw
PC, of registreer dit toestel op uw Yamaha
MCX-2000.
Raadpleeg “Installeren van Windows Media Player
11 op uw PC” en “Registreren van dit toestel op de
Yamaha MCX-2000” op bladzijde 64.
Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te
voeren.
(Alleen voor PC) U dient mogelijk Windows
Media Player 11 te wijzigen om het materiaal te
kunnen delen. Raadpleeg de bij de Windows Media
Player 11 behorende documentatie.
2 Zet uw PC of MCX-2000 aan.
De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
3 Selecteer de gewenste server or MusicCAST
om de weergave te laten beginnen.
•De Ya mah a MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in
bepaalde locaties.
U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1
MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde
subnet als dit toestel.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op
uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
(Alleen voor de
MCX-2000
) Bestanden met een asterisk (*) zijn
niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden niet
onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “
Receive PCM
Stream
” instelling voor dit toestel instelt op “
ON
” op
MCX-2000
.
Raadpleeg voor details de handleiding van de
MCX-2000
.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden
aangegeven.
U kunt met 7b / a vooruit/terug springen en met
7h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het
menu op het beeldscherm.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB”
(zie bladzijde 92).
U kunt de weergave op het display op het voorpaneel instellen
met de “Scroll” parameter onder “Front Panel Disp.”
(zie bladzijde 93).
Installeren van Windows Media Player 11
op uw PC
Met Windows Media Player 11 kunt u de op uw PC
opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor
details de documentatie van Windows Media Player 11.
y
Met Windows Media Connect 2.0 geïnstalleerd, kunt u de op uw
PC opgeslagen audiobestanden ook weergeven.
1 Installeer Windows Media Player 11 op uw
PC.
U kunt het Windows Media Player 11
installatieprogramma downloaden van de Microsoft
website, of u kunt gebruik maken van de upgrade-
functie van de geïnstalleerde versie van de Microsoft
Windows Media Player.
2 Zet uw PC aan en deel een map op de PC met
anderen.
De ‘gedeelde’ map wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
Als het besturingssysteem (OS) van uw PC Windows Vista is, is
Windows Media Player 11 reeds geïnstalleerd (behalve bij
sommige producten).
Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC
(antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot
uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
instellingen in de betreffende beveiligingssoftware.
Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC
inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult
kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in
op de lokale machine in plaats van het domein.
Gebruiken van een PC server of
Yamaha MCX-2000
Opmerkingen
Opmerkingen
64 Nl
Gebruiken van network/USB functies
Registreren van dit toestel op de
Yamaha MCX-2000
U moet dit toestel registreren op uw Yamaha MCX-2000
zodat dit toestel kan worden herkend door uw Yamaha
MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van
uw Yamaha MCX-2000.
1 Zet dit toestel uit.
2 Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de
“Auto Config” stand.
3 Zet dit toestel aan.
De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst
op het submenu van PC/MCX.
De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het in-
beeld display van uw Yamaha MCX-2000
(als CL-XXXXX), en hiermee is de automatische
configuratieprocedure ten einde.
Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als
de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor
details over het MAC adres, zie bladzijde 92.
Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u
de “Manual Config” stand van uw Yamaha MCX-2000 te
gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de
“INITIALIZE” instelling in het geavanceerde instellingenmenu
van dit toestel op “NETWORK” te zetten (zie bladzijde 120).
De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet
beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van
“View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”.
Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de
weergave op dit toestel stoppen.
Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te
luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service
voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit
toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders.
Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door
middel van ‘bladwijzers’.
Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven.
Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen
worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET
RADIO menu.
Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel
aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 31).
Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal
geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een
breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL
modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent
contact op met uw internet service-provider.
y
U kunt met
7
h / s de weergave starten/stoppen,
onafhankelijk van het menu op het beeldscherm.
Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn
een aantal Podcast programma’s beschikbaar op het Internet.
Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen
dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is
afgelopen.
Het is mogelijk dat een bepaalde beveligingsvoorziening
(zoals een firewall) de toegang van dit toestel tot
Internetradiozenders blokkeert. Maak in een dergelijk geval de
juiste beveligingsinstellingen.
Opslaan van uw favoriete
Internetradiozenders met behulp van
bladwijzers
Gebruik deze functie om snel uw favoriete
Internetradiozender op te kunnen zoeken.
Houd
3
TITLE op de afstandsbediening
ingedrukt terwijl u luistert naar de gewenste
Internetradiozender.
De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan
de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 61).
y
Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u
deze zender te selecteren op het eerste niveau van de
“Bookmarks” lijst en dan op de afstandsbediening
3
TITLE
ingedrukt te houden.
U kunt uw favoriete Internetradiozenders ook op dit toestel
registreren via de webbrowser op uw PC en de volgende
website. Om deze functie te kunnen gebruiken heeft u het MAC
adres van dit toestel nodig als ID-nummer en uw e-mail adres
om uw eigen account te kunnen maken. Gebruik “Information”
in het “NET/USB” menu om het MAC adres van dit toestel te
weten te komen (zie bladzijde 92). Raadpleeg voor verdere
details de informatie op de website zelf.
URL: http://yradio.vtuner.com/
Opmerkingen
Gebruiken van de Internet Radio
Opmerkingen
65 Nl
Gebruiken van network/USB functies
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV
(alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn
aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel.
Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massa-
opslagapparaten (met uitzondering van USB harde schijven) die
gebruik maken van FAT 16 of FAT 32.
Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het GUI
menusysteem. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities.
Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet
weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB
audiospeler aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor
het apparaat herkend wordt.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven.
U kunt met
7
b / a
vooruit/terug springen en met
7
h / s
de
weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen
via de “
Play Style
” parameters in het “
NET/USB
” (
zie bladzijde 92
).
U kunt de weergave op het display op het voorpaneel instellen met de
Scroll
” parameter onder “
Front Panel Disp.
” (
zie bladzijde 93
).
Aansluiten van USB
geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
Sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler aan op de USB poort op het
voorpaneel van dit toestel.
Met deze functie kunt u direct toegang krijgen tot de
gewenste muziekbron (WAV, MP3 en WMA bestanden
opgeslagen op een aangesloten PC, MCX-2000 of USB
geheugenapparatuur en Internetradiozenders). U kunt voor
elke signaalbron 8 items voorprogrammeren.
Toewijzen van items aan de cijfertoetsen
(1-8)
1 Druk op
1
NET/USB om “NET/USB” als
signaalbron te selecteren.
2 Selecteer de gewenste muziekbron die u wilt
toewijzen aan de cijfertoets (1-8) (6) en laat
de bron weergeven.
Zie bladzijde 62 voor details.
3 Druk op
5
MEMORY.
Dit toestel gaat in de stand voor het programmeren
van het geheugen. De MEMORY indicator knippert
en de volgende melding zal verschijnen op het
beeldscherm en op het display op het voorpaneel.
y
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 10 seconden
uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
Gebruiken van USB
geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
Opmerkingen
SLEEP
S
USB
USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler
Gebruiken van sneltoetsen
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE zetten.
MEMORY
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
NET/USB
DVR
DTV/CBL
VCR
V-AUX
-: PC/MCX
KnippertVoorkeuzenummer
66 Nl
Gebruiken van network/USB functies
4 Druk op de gewenste cijfertoets (1-8) (6).
Het bij de cijfertoets behorende nummer verschijnt nu
op het beeldscherm of op het display op het voorpaneel.
5 Druk op
4
ENTER of
5
MEMORY om uw
keuze te bevestigen.
Selecteer een item met de cijfertoetsen
(1-8) (6)
1 Druk op
1
NET/USB om “NET/USB” als
signaalbron te selecteren.
2 Selecteer de gewenste sub-signaalbron.
3 Druk op de cijfertoets (1-8) (6) waaronder
het gewenste item is opgeslagen om dit item
te selecteren voor weergave.
Het geselecteerde voorkeuzenummer verschijnt op
het display op het voorpaneel en dit toestel zal
beginnen met de weergave van het onder de
geselecteerde cijfertoets opgeslagen item.
“Empty Memory!” verschijnt op het display op het
voorpaneel en als verkorte melding op het beeldscherm
wanneer u op een cijfertoets (1-8) (6) drukt waaronder
geen item is opgeslagen.
In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het
correcte item zoals opgeslagen onder een cijfertoets (1-8)
(6) op te roepen:
het aangesloten USB apparaat is niet correct.
de PC of
MCX-2000
waarop het geselecteerde item is
opgeslagen staat uit of is niet aangesloten op het netwerk.
de geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet
beschikbaar of bestaat niet meer.
de directory (map) van het geselecteerde item is gewijzigd.
y
Dit toestel slaat de relatieve positie van de
voorgeprogrammeerde items in de map of speellijst op en
zal niet het correcte item op kunnen roepen met de
cijfertoetsen (1-8) (6) als u muziekbestanden toevoegt aan
of verwijdert uit dezelfde map of speellijst als de
voorgeprogrammeerde items. In een dergelijk geval zult u de
het gewenste item opnieuw onder de cijfertoetsen (1-8) (6)
moeten programmeren.
We raden u de volgende methoden aan:
PC server/MCX-2000
Maak acht speellijsten aan met de gewenste items en
programmeer vervolgens het eerste item van elke speellijst
voor onder de cijfertoetsen (1-8) (6). Wanneer u de onder
de cijfertoetsen (1-8) (6) geprogrammeerde items wilt
veranderen, hoeft u alleen maar de in de speellijst
geregistreerde items te vervangen, zonder dat u de speellijst
hoeft te wissen.
USB geheugenapparaten
Maak acht mappen aan met de gewenste items in een andere
map dan de map met alle muziekbestanden en programmeer
vervolgens het eerste item van elke map voor onder de
cijfertoetsen (1-8) (6). Wanneer u de onder de cijfertoetsen
(1-8) (6) geprogrammeerde items wilt veranderen, hoeft u
alleen maar de in de map opgeslagen items te vervangen,
zonder dat u de map hoeft te wissen.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE zetten.
Opmerkingen
MEMORY
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
NET/USB
DVR
DTV/CBL
VCR
V-AUX
1: PC/MCX
KnippertGeselecteerde voorkeuzenummer
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
NET/USB
DVR
DTV/CBL
VCR
V-AUX
1: PC/MCX
Geselecteerde voorkeuzenummer
OPNEMEN
67 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL (zie bladzijde 51) en volume-instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 91) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge audio OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
Audio- en videosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge audio OUT (REC) aansluitingen en de
DVR of VCR OUT aansluitingen worden weergegeven voor opname.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Druk net zo vaak op
F
REC OUT/ZONE2 tot
de RECOUT indicator oplicht op het display
op het voorpaneel.
Dit toestel gaat in de stand voor het selecteren van de
opnamebron.
3 Verdraai
O
PROGRAM en selecteer de
signaalbron waarvan u wilt opnemen.
Voer de handeling uit terwijl de RECOUT indicator
brandt.
y
Selecteer “SOURCE” om op te nemen van de op dit
moment geselecteerde signaalbron.
4 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
5 Start de opname op de opnemende
component.
Opnemen
Let op
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom,
zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een
aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en
CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient
u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
RECOUT
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
68 Nl
Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
L
SUR. DECODE op de afstandsbediening om
de surround decoderfunctie te selecteren.
U kunt de gewenste surround decoderfunctie kiezen aan
de hand van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de gewenste decoder selecteren en de bijbehorende
parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 71
voor details.
Decoder beschrijvingen
Geavanceerde geluidsinstellingen
Selecteren van decoders
SUR. DECODE
Surround Decoder
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
SUR. DECODE
Surround Decoder
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89).
SUR. DECODE
Surround Decoder
PLIIx Music
PLII Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89).
Panorama Dimension Center Width
SUR. DECODE
Surround Decoder
PLIIx Game
PLII Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89).
Center WidthDimension
PLIIMusic
PLIIxMusic
SUR. DECODE
Surround Decode
Panorama
+10
SUR.DECODE
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder
kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89).
Beschikbare decoderparameters (zie bladzijde 77) Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van de decoder
(Decoder Type)
Categorie en naam
van het programma
+10
SUR.DECODE
+10
SUR.DECODE
+10
SUR.DECODE
+10
SUR.DECODE
69 Nl
Geavanceerde geluidsinstellingen
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor digitale multikanaals bronnen, zal dit toestel automatisch de corresponderende
decoder voor elke bron selecteren.
Selecteren van de met
geluidsveldprogramma’s te gebruiken
decoders
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s
(behalve met “Mono Movie”). Gebruik de
“Decoder Type” parameter onder “Stereo/Surround” om
de gewenste decoder in te stellen (zie bladzijde 73).
y
Zie bladzijde 48 voor details over MOVIE
geluidsveldprogramma’s.
Beschikbare decoders (Decoder Type)
SUR. DECODE
Surround Decoder
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
+10
SUR.DECODE
SUR. DECODE
Surround Decoder
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Center Image
+10
SUR.DECODE
Decoder Functies
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro
Logic II) verwerking voor
filmmateriaal.
De Pro Logic IIx decoder
kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld
(zie bladzijde 89).
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
70 Nl
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt.
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren en de programma-instellingen te wijzigen
(zie bladzijde 71).
Input Select (Ingangskeuze menu)
Gebruik deze functie om de signaalbron te selecteren en de parameters voor elke signaalbron aan te passen
(zie bladzijde 78).
Manual Setup (Handmatige setup menu)
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Volume (Volumemenu)
Zie bladzijde 81 voor details.
Sound (Geluidsmenu)
Zie bladzijde 82 voor details.
Video (Video menu)
Zie bladzijde 86 voor details.
Basic (Basismenu)
Zie bladzijde 88 voor details.
NET/USB (Netwerk en USB menu)
Zie bladzijde 91 voor details.
Option (Optiemenu)
Zie bladzijde 93 voor details.
Auto Setup (Automatische setup menu)
Via deze functie kunt u de automatische setup laten uitvoeren en opgeven welke luidsprekerparameters er ingesteld
moeten worden (zie bladzijde 37).
System Memory (Systeemgeheugen menu)
Hiermee kunt u diverse instellingen voor dit toestel opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 98).
Signal Info. (Signaalinformatie)
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 96).
Language (GUI taalkeuze menu)
Via deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem moeten
worden getoond (zie bladzijde 97).
y
U kunt de taal voor het GUI menusysteem ook kiezen met de “GUI Language” parameter in de “Geavanceerde setup” op het display
op het voorpaneel (zie bladzijde 123).
Zie bladzijde 44 voor details omtrent de bediening van het GUI menusysteem.
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Stereo/Surround
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Sound
Video
Basic
NET/USB
Option
71 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te
selecteren (zie bladzijde 45), de surround decoderfunctie,
of de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 50), en om de
instellingen voor elk van de programma’s aan te passen.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
en de bijbehorende parameters instellen
via het GUI menuscherm
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU.
2 Druk herhaaldelijk op
4
k / n / l / h om
“Stereo/Surround” te selecteren en druk dan
op
4
h.
3 Druk herhaaldelijk op
4
k / n om de
gewenste categorie programma’s te
selecteren en druk vervolgens op
4
h.
4 Druk herhaaldelijk op
4
k / n om het
gewenste programma te selecteren.
5 Druk op
4
h op de afstandsbediening en
vervolgens op
4
k / n om de gewenste
parameter te selecteren.
y
U kunt “Initialize” selecteren om alle parameters voor het
geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
standaardwaarden. Zie bladzijde 77 voor details.
6 Druk op
4
h en vervolgens op
4
l / h om
de geselecteerde parameter in te stellen.
7 Druk op
4
ENTER of
4
k / n om de nieuwe
instelling voor de geselecteerde parameter
definitief te maken.
Basisconfiguratie
geluidsveldprogramma’s
Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters
(instellingen) die de karakteristieken van dat programma
bepalen. Om een bepaald geluidsveldprogramma aan te
passen, dient u eerst “DSP Level” en/of “Dialogue Lift” te
wijzigen en dan pas andere parameters te proberen.
Instellen van het effectniveau van
geluidsveldprogramma’s (DSP Level)
Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten)
toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een
nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP Level”
parameter om het niveau van de toegepaste effecten te
regelen.
Stel het “DSP Level” als volgt in:
Verhoog de “DSP Level” waarde wanneer
het effect van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te zwak klinkt.
u kunt geen verschil horen tussen de verschillende
geluidsveldprogramma’s.
Verlaag de “DSP Level” waarde wanneer
de geluidsweergave vaag is.
u voelt dat de toegevoegde effecten overdreven
zijn.
Instelbereik: 6 dB t/m +3 dB
Stereo/Surround
(Stereo/Surround menu)
Het DSP
effectniveau is laag.
Het DSP effectniveau
is hoog.
72 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Regelen van de verticale positie van gesproken tekst
(Dialogue Lift)
Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken
teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor
de dialogen is wanneer ze uit het midden van het
beeldscherm lijken te komen.
Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm
hoort komen, dient u de “Dialogue Lift” waarde te
verhogen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
“0” (begininstelling) is de laagste positie, en “5” is de
hoogste positie.
“Dialogue Lift” is alleen beschikbaar wanneer “Presence” is
ingesteld op “Yes” (zie bladzijde 89).
U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de
begininstelling.
Opmerkingen
Ideale
dialoogpositie
Naar boven verplaatsen, naar de ideale dialoogpositie.
73 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
Geluidsveldparameter Kenmerken
Decoder Type
Decodertype. Selecteert de decoder voor gebruik met de SUR. DECODE of MOVIE programma’s. Zie
de bladzijden 68 en 69 voor details.
Init. Delay
Sur. Init. Delay
SB. Init. Delay
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter geluidsveld aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afmetingen van het geluidsveld door het verschil te regelen tussen het
moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan
hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe kleiner het geluidsveld lijkt voor de luisteraar.
y
Wanneer u de aanvankelijke vertraging parameters verandert, raden we u aan ook de corresponderende parameters voor
de kamerafmetingen aan te passen. Deze instelling is in het bijzonder effectief voor de
CINEMA DSP
programma’s.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (Init. Delay)
1 t/m 49 ms (Sur. Init. Delay en SB Init. Delay)
Room Size
Sur. Room Size
SB. Room Size
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de
schijnbare afmetingen van het geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld
wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd
tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van
deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
y
Wanneer u de parameters voor de kamerafmetingen verandert, raden we u aan ook de corresponderende parameters voor de
aanvankelijke vertraging aan te passen. Deze instelling is in het bijzonder effectief voor de
CINEMA DSP
programmas.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd Tijd Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend oppervlak
Niveau
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
Geluidsbron
74 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Liveness
Sur. Liveness
SB. Liveness
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de
virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te
veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte
met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte
met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de
mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Rev. Time
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met
60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer
groot bereik veranderd. Stel een langere natriltijd in voor langdurigere natrillingen, of een kortere tijd
voor een helderder weergave.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Geluidsveldparameter Kenmerken
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10
Natrillingen NatrillingenBrongeluid
Rev. Time Rev. Time Rev. Time
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s
Vroege weerkaatsingen
60 dB 60 dB 60 dB
75 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Rev. Delay
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe
geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen
beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische
omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Rev. Level
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe
sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 tot 100%
Geluidsveldparameter Kenmerken
(dB)
Nivea
Brongeluid
Natrillingen
Rev. TimeRev. Delay
Tijd
60 dB
Brongeluid
Niveau
Rev. Level
Tijd
76 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Beschrijvingen stereo programmaparameters
Compressed Music Enhancer functie parameter beschrijvingen
Geluidsveldparameter Kenmerken
Direct
(Alleen “2ch Stereo”)
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: Auto, Off
y
Selecteer “Auto” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te laten
passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 51).
Selecteer “Off” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
Wanneer er multi-kanaals signalen binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen
en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voorkanalen omgeleid worden
naar de subwoofer:
– “Bass Out” is ingesteld op “Both” (zie bladzijde 89).
– “Front” is ingesteld op “Small” (zie bladzijde 89) en “Bass Out” is ingesteld op “SWFR”
(zie bladzijde 89).
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
(Alleen “7ch Stereo”)
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie. Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
Instelbereik: 0 tot 100%
De Compressed Music
Enhancer stand
Kenmerken
Level
(“Straight Enhancer”en
Alleen “7ch Enhancer”)
Directe weergaveverbetering of 7-kanaals verbetering van het effectniveau. Selecteer “High” of “Low”
om het effect voor de hoge tonen te regelen.
Keuzes: High, Low
77 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Decoder parameter beschrijvingen
Initialize (Programma instellingen terugzetten)
Gebruik deze functie om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
beginwaarden.
Keuzes: No, Yes
Selecteer “Yes” en druk vervolgens op 4ENTER om de programmaparameters terug te zetten op hun
fabrieksinstellingen.
Selecteer “No” (of druk op 4l) om het terugzetten van de programmaparameters te annuleren.
y
Gebruik de “DSP PARAM” of “INITIALIZE” functie onder “Geavanceerde setup” om de parameters voor alle geluidsveldprogramma’s
in een groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 123).
Decoderparameter Kenmerken
Panorama
(Alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround-
luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: Off, On
Center Width
(Alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
Dimension
(Alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
Center Image
(Alleen “Neo:6 Music”)
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers) t/m
1,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker)
Begininstelling: 0,3
SB. Room Size
Dialogue Lift
Initialize No
Yes
78 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen,
het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de
signaalbronnen regelen.
Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Wanneer er een iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel
dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal de melding “DOCK”
verschijnen in het “Input Select” menu, in plaats van “V-AUX”.
In een dergelijk geval zullen de parameters die in de
bovenstaande tabel aangegeven zijn met een sterretje (*) niet
verschijnen in het instelmenu voor de signaalbron.
Wanneer u “NET/USB” als signaalbron selecteert, zal de
ingestelde sub-signaalbron (PC/MCX, NET RADIO of USB)
verschijnen in het Input Select menu. U kunt de “Volume Trim”
voor elke sub-signaalbron apart instellen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk op 4k / n, selecteer “Input Select” en
druk vervolgens op
4
h.
3 Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk dan op
4
h of
4
ENTER om de
instelfunctie te openen en de instellingen te
wijzigen.
Input Select
Signaalbron Parameter
TUNER Volume Trim
Rename
MULTI CH Volume Trim
Rename
Multi CH Assign
BGV
PHONO
CD
CD-R
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
DTV/CBL
DVR
VCR
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
V-AUX of DOCK I/O Assignment*
Audio Select*
Decoder Mode*
Volume Trim
Rename
PC/MCX, NET RADIO of
USB
Volume Trim
Opmerkingen
Stereo/Surround
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Sound
Video
Basic
NET/USB
Option
Stereo/Surround
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
MD/TAPE
BD/HD DVD
DVD
DTV/CBL
DVR
79 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
I/O Assignment
(Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen)
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen
om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere
apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen,
kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron
met
C
INPUT
(of met de ingangskeuzetoetsen (
1
)).
Voorbeeld 1: Toewijzen van de CD DIGITAL
INPUT COAXIAL aansluiting aan de
DVD signaalbron.
1 Selecteer “Input Select” op het GUI
menuscherm en selecteer vervolgens “DVD”.
2 Selecteer “I/O Assignment” en druk
vervolgens op “Coaxial Input”.
3 Selecteer
1
CD”.
Voorbeeld 2: Wissen van een eerder toegewezen
aansluiting.
1
Selecteer “
Input Select
” en selecteer vervolgens
de gewenste signaalbron (“
DVD
”, enz.).
2
Selecteer “
I/O Assignment
” en selecteer
vervolgens de gewenste toegewezen aansluiting
(“
Coaxial Input
”, “
Optical Input
”, “
Optical
Output
”, “
Component Video
”, of “
HDMI
”).
3
Selecteer “
None
” en druk vervolgens op
4
ENTER
om de toewijzing ongedaan te maken.
“None” verschijnt in de grafische gebruikersinterface wanneer
er geen signaalbron is toegewezen aan de in-/
uitgangsaansluiting.
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Audio Select (Selectiefunctie audio ingangsaansluiting)
Gebruik deze functie om het soort ingangsaansluiting dat u wilt gebruiken te selecteren.
y
U kunt de audio ingangsaansluiting ook selecteren door op
D
AUDIO SELECT
te drukken op het voorpaneel (of op
0
AUDIO SEL
op de afstandsbediening).
Zie bladzijde 42
voor details.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de
“Audio Select” onder “Option” (zie bladzijde 95).
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (
OPTICAL
,
COAXIAL
en
HDMI
) zijn toegewezen. Daarnaast zal “
HDMI
” niet beschikbaar
zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting als de HDMI
ingangsaansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “
I/O Assignment
” in het
Input Select
” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen.
Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u een andere decoderfunctie inschakelen. U
kunt de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen
(
zie bladzijde 79
) voor DTS signalen instellen.
Volume Trim (Volume trimmen)
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor
elk van de signaalbronnen op elkaar afstemmen. Dit komt van
pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling
verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige signaalbron regelen.
Opmerkingen
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Optical Output
Component Video
HDMI
Keuze Functies
Auto
Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
HDMI
Er zullen alleen
HDMI
signalen worden geselecteerd.
Als er geen
HDMI
signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Coax/Opt
Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen via de
COAXIAL aansluiting.
(2) Digitale signalen die binnenkomen via de
OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Analog
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Opmerking
Keuze Functies
Auto
Detecteert automatisch de typen digitale audio
ingangssignalen en selecteert de juiste decoder.
DTS
Activeert de DTS decoder wanneer er digitale
audiosignalen binnenkomen.
Opmerking
80 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Rename (Nieuwe naam geven)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI scherm en op het
display op het voorpaneel verschijnen veranderen. (In het
volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als broncomponent.)
1 Druk op
4
l / h om de _ (onderstreping)
onder de spatie of het teken dat u wilt
bewerken te plaatsen.
2 Druk herhaaldelijk op
4
ENTER om het
soort teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/
FIGURE/MARK).
3 Kies met
4
k / n het teken dat u wilt
gebruiken en ga vervolgens met
4
l / h
naar het volgende teken.
U kunt maximaal 9 tekens gebruiken voor elke signaalbron.
Druk op 4n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op 4k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen:
CAPITAL A t/m Z, spatie
SMALL a t/m z, spatie
FIGURE 0 t/m 9, spatie
MARK !, #, %, &, enz.
Druk op
4
ENTER om te schakelen tussen de
diverse tekensets.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor
andere ingangsaansluitingen wilt veranderen.
Ook als u “Français”, “Deutsch”, “Español” of “Русский
selecteert bij “Language” (zie bladzijde 97), kunt u geen
tekens met accenten of Cyrillische letters gebruiken voor de
naam van de signaalbron.
4 Druk herhaaldelijk op 4l / h, selecteer
“OK” en druk vervolgens op 4ENTER
wanneer u klaar bent.
y
U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in het
uitleesvenster (B) van de afstandsbediening veranderen.
Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen” op bladzijde 108.
U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen
(behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling.
Multi CH Assign
(Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave)
Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH
INPUT aansluitingen naartoe moeten.
Input Channels (Ingangskanalen)
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder (zie bladzijde 29).
Als “Zone2 Amplifier” (bladzijde 94) is ingesteld op
“INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” of “INT:Both”, zal er geen geluid
worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers, ook
niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de
uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen.
Front Input
(Linker en rechter voorkanalen ingangsaansluitingen)
Als u “8ch” heeft ingesteld bij “Input Channels”, kunt u de
analoge aansluitingen selecteren waarop de linker en
rechter voorkanalen van de externe decoder zullen
binnenkomen.
Keuzes: CD, CD-R, MD/TAPE, BD/HD DVD, DVD,
DTV/CBL, DVR, VCR, V-AUX
BGV (Achtergrondvideo)
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron
als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van
signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
Opmerking
Opmerking
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
CAPITAL
DVD
OK RESET
Keuze Beschrijving
6ch
Selecteer “6ch” als de aangesloten component
gescheiden 6-kanaals audiosignalen produceert.
8ch
Selecteer “8ch” als de aangesloten component
gescheiden 8-kanaals audiosignalen produceert.
Stel “Front Input” (zie hieronder) in voor de
analoge audio-aansluitingen via welke de linker
en rechter voorkanalen van de aangesloten
worden ontvangen.
Opmerking
Keuze Functies
Last
Gebruikt automatisch de laatst geselecteerde
videobron als signaalbron voor de
achtergrondvideo.
BD/HD DVD,
DTV/CBL,
DVD, DVR,
VCR, V-AUX
Selecteert de corresponderende signaalbron als
bron voor de achtergrondvideo.
Off
Er wordt geen video op de achtergrond
weergegeven.
81 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u met de hand de diverse volume-instellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU op de afstandsbediening.
2
Druk op
4
k / n
op de afstandsbediening, selecteer
Manual Setup
” en druk vervolgens op
4
h
.
3 Druk op
4
k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Volume” en
druk vervolgens op
4
h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op
4
h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Adaptive DRC
(Adaptieve regeling van het dynamisch bereik)
Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten regelen
aan de hand van het volumeniveau. Deze functie komt van pas
wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld ’s nachts, wilt
luisteren. Wanneer “
Adaptive DRC
” is ingesteld op “
Auto
”,
zal dit toestel het dynamisch bereik als volgt regelen:
Als het VOLUME laag staat:
het dynamisch bereik wordt beperkt
Als het VOLUME hoog staat:
het dynamisch bereik is groot
y
U kunt het dynamisch bereik van bitstroomsignalen ook regelen
met “Dynamic Range” in het “Sound” (zie bladzijde 82).
Deze functie is ook handig wanneer u luistert met uw hoofdtelefoon.
De functie voor het adaptief regelen van het dynamisch bereik
werkt niet wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat
(zie bladzijde 51).
Adaptive DSP Lvl (Adaptief DSP effectniveau)
Gebruik deze functie om het
DSP
effectniveau (
zie bladzijde 71
)
in te stellen aan de hand van het volumeniveau.
Ook als u “Adaptive DSP Lvl” op “Auto” zet, zal dit toestel de bij
“DSP Level” gespecificeerde waarde (zie bladzijde 71) niet
wijzigen, maar alleen fijnregelen.
Max Volume (Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volume voor de
hoofdzone in te stellen. Deze functie is nuttig om te
voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden
weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is
bijvoorbeeld –80,0 dB t/m +16,5 dB. Maar wanneer
“Max Volume” is ingesteld op –5,0 dB, wordt het
volumebereik –80,0 dB t/m –5,0 dB.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
Initial Volume (Beginvolume)
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in de
hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt
gezet.
Keuzes: Off, Mute, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Wanneer dit toestel bezig is met de automatische setup, wordt
het volume automatisch op 0 dB gezet, ongeacht de huidige
“Max Volume” instelling.
De “Max Volume” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor het beginvolume. Als bijvoorbeeld “Initial Volume” is
ingesteld op –20,0 dB en “Max Volume” is ingesteld op
–30,0 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op
–30,0 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt
(zie bladzijde 43).
Manual Setup (Volume)
Keuze Functies
Auto
Regelt het dynamisch bereik automatisch.
Off
Regelt het dynamisch bereik niet automatisch.
Volume
Sound
Video
Adaptive DRC
Adaptive DSP Lvl
Max Volume
Initial Volume
Muting Type
Ingangsniveau
Uitgangsniveau
Uitgangsniveau
Ingangsniveau
AUTO
OFF
AUTO
OFF
VOLUME: laag VOLUME: hoog
Opmerking
Keuze Functies
Auto
Regelt het DSP effectniveau aan de hand van het
volumeniveau.
Off
Regelt het DSP effectniveau niet automatisch.
Opmerking
Opmerkingen
Keuze Functies
Full
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
–20dB
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
82 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU op de afstandsbediening.
2 Druk op
4
k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op
4
h.
3 Druk op
4
k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Sound” en
druk vervolgens op
4
h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op
4
h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
LFE Level
(Niveau Lage Frequentie Effecten)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
treedt alleen in werking wanneer dit toestel
bitstroomsignalen decodeert.
Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Speaker (Luidspreker Niveau Lage Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone
(Hoofdtelefoon Niveau Lage Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Afhankelijk van de instellingen bij “Bass Out” (zie bladzijde 89)
is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER
PRE OUT aansluiting worden gereproduceerd.
Dynamic Range (Dynamisch bereik)
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer het toestel bitstroomsignalen decodeert.
Speakers (Luidspreker Dynamisch bereik)
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
luidsprekers.
Headphones (Hoofdtelefoon Dynamisch bereik)
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
hoofdtelefoon.
Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor
elke luidspreker instellen.
1 Druk op
4
k / n / l / h en kies Test Tone of
de luidspreker die u wilt instellen.
Manual Setup (Sound)
Opmerking
Keuze Functies
MAX
Behoudt het grootste dynamische bereik.
STD
Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde
waarde. Wanneer dit toestel Dolby TrueHD
signalen decodeert, zal de regeling van het
dynamisch bereik altijd zijn ingeschakeld,
ongeacht de instructies in het ingangssignaal.
MIN/AUTO
MIN: Beperkt het dynamisch bereik wanneer
dit toestel bitstroomsignalen decodeert
(behalve Dolby TrueHD).
AUTO: Regelt het dynamisch bereik aan de
hand van de instructies in het ingangssignaal
wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen
decodeert.
Keuze Ingestelde luidspreker
Front L
Linker voor-luidspreker
Front R
Rechter voor-luidspreker
Center
Midden-luidspreker
Surround L
Linker surround-luidspreker
Surround R
Rechter surround-luidspreker
Surround Back L
Linker surround achter-luidspreker
Surround Back R
Rechter surround achter-luidspreker
Presence L
Linker aanwezigheidsluidspreker
Presence R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
Subwoofer
LFE Level
Dynamic Range
Parametric EQ
Tone Control
Lipsync
Test Tone
Front L
Front R
Center
83 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Test Tone
Gebruik deze functie om de testtoon in of uit te
schakelen wanneer u de klankkleur van uw
luidsprekers op elkaar af wilt stellen.
2 Druk op
4
h om het instelvenster te openen.
3 Druk op
4
k / n / l / h, selecteer “PARAM”
en druk vervolgens op
4
ENTER om een
parameter te kiezen uit “Band” (band),
“Freq.” (frequentie) of “Q” (Q factor).
y
U kunt de “
Gain
” (versterking) instellen voor elk van de parameters.
4 Druk op
4
n, selecteer “EDIT” en druk
vervolgens op
4
ENTER om het
bewerkingsvenster te openen.
Voor meer informatie over de parametrische equalizer
en de diverse parameters, zie bladzijde 139.
De via “
PARAM
” geselecteerde parameter zal oplichten.
Druk op
4
l / h om de parameter in te stellen.
Druk op
4
k / n om de “Gain” in te stellen.
Druk op
4
ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
y
Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu
als grafische equalizer gebruiken.
Via “Band #1” en “Band #2” kunnen frequenties onder
198,4 Hz worden geregeld.
Als u “Subwoofer” selecteert bij stap 1 en “Band” bij
stap 3, kunt u alleen “Band #1” en “Band #2” instellen.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
met het resultaat.
y
Als u alle “Parametric EQ” instellingen voor de
geselecteerde luidspreker terug wilt zetten op de
standaardwaarden, kiest u “RESET” en drukt u vervolgens
op
4
ENTER.
6 Selecteer “EXIT” en druk op
4
ENTER om
het instelvenster te sluiten.
Tone Control (Toonregeling)
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en die
van de hoge tonen via uw luidsprekers en uw
hoofdtelefoon regelen.
Tone Control werkt niet wanneer:
PURE DIRECT (zie bladzijde 51) is geselecteerd.
MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron.
Control (Toonregeling)
y
De “Speaker” en “Headphone” instellingen worden apart
opgeslagen. De instellingen voor “Speaker” hebben invloed op de
linker/rechter voor-, midden-, linker/rechter aanwezigheids- en
subwoofer-kanalen.
Bass (Regeling lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz
Instelbereik: – 6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Keuze Functies
On
Produceert de testtoon.
Off
Produceert geen testtoon.
Test Tone
Front L
Front R
Center
PARAM RESET
EDIT EXIT
Band / Gain
Test Tone
Front L
Front R
Center
Band #1
Gain 0.0dB
Freq. 62.5Hz
Q 1.000
Opmerking
Keuze Functies
Speaker
Regelt de balans voor de lage/hoge tonen van
uw luidsprekers.
Headphone
Regelt de balans voor de lage/hoge tonen van
uw hoofdtelefoon.
+6
0
-6
Control
Bass
Treble
Auto Bypass
Speaker
Freq : 350Hz
Gain : 0.0dB
84 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Treble (Regeling hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz
Instelbereik: – 6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Auto Bypass (Automatisch passeren toonregeling)
Gebruik deze functie om de geluidssignalen de
schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten
negeren wanneer “Treble” en “Bass” op 0 dB zijn
ingesteld (zie bladzijde 51).
Lipsync
(Audio en video synchronisatie)
Gebruik deze functie om de synchronisatie van beeld en
geluid te regelen.
HDMI Auto (HDMI automatische synchronisatie)
Als het beeldscherm is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel en geschikt is voor automatische
audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’
functie), zal dit toestel beeld en geluid automatisch
synchroniseren. Gebruik deze functie om de automatische
synchronisatie (‘lip sync’) aan of uit te zetten.
Auto (Automatische regeling audio vertraging)
Gebruik deze functie om gedetailleerde instellingen te
kunnen maken voor de synchronisatie van audio en video
wanneer u “HDMI Auto” heeft ingesteld op “On”.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
y
“offset” geeft het verschil aan tussen de waarde voor de
audiovertraging die dit toestel instelt en de waarde voor de
audiovertraging die u instelt bij “Auto”. Dit toestel slaat de
“offset” waarde op en past deze toe op eventuele andere
beeldschermen die geschikt zijn voor de automatische
synchronisatie.
Manual (Handmatige regeling audio vertraging)
Gebruik deze functie om de vertraging van de
geluidsweergave met de hand in te stellen zodat deze
synchroon loopt met de weergegeven beelden wanneer u
“HDMI Auto” heeft ingesteld op “Off”.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
Keuze Functies
Auto
Passeert automatisch de schakelingen voor de
toonregeling voor de meest natuurgetrouwe
weergave wanneer “TREBLE” en “BASS” op
0 dB staan.
Off
De schakelingen voor de toonregeling worden
niet gepasseerd.
Keuze Beschrijving
Off
Selecteer deze instelling als het aangesloten
beeldscherm geschikt is voor automatische
synchronisatie. Gebruik “Auto” om de audio en
video synchronisatie in meer detail in te stellen.
On
Selecteer deze instelling als het beeldscherm
niet geschikt is voor de automatische
synchronisatie, of als u de automatische
synchronisatie niet wilt gebruiken. Gebruik
“Manual” (Handmatig) om de synchronisatie
van beeld en geluid te regelen.
+6
0
-6
Control
Bass
Treble
Auto Bypass
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
85 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
EXTD Surround (Uitgebreid surround)
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers.
y
Gebruik deze functie om de gewenste decoder handmatig in te
schakelen wanneer dit toestel niet in staat is de codering van het
ingangssignaal (‘vlag’) correct te herkennen.
Welke decoders er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen en de signaalbronnen.
In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk:
wanneer “Surround” (zie bladzijde 89) of “Surround Back”
(zie bladzijde 89) op “None” staat.
wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
wanneer dit toestel in de stereoweergave, Compressed Music
Enhancer (zie bladzijde 76) of Pure Direct (zie bladzijde 51)
stand staat.
wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 122).
Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “Auto”.
Channel Mute (Kanaaldemping)
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via bepaalde
luidsprekerkanalen tijdelijk zacht zetten.
Mode (Stand; modus)
Met deze functie kunt u de “Channel Mute” instelling voor
elk van de luidsprekers aan of uit zetten.
Instellingen voor elk van de luidsprekers
Bepaalt of dit toestel alle luidsprekerkanalen uitschakelt
wanneer u “Mode” instelt op “Enable”.
Keuze Functies
Auto
Schakelt de optimale decoder in voor weergave
van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit
toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het
ingangssignaal herkent.
PLIIx Movie
Geeft multikanaals signalen weer via 7.1
kanalen met de Pro Logic IIx Movie decoder.
PLIIx Music
Geeft multikanaals signalen via 6.1/7.1 kanalen
weer met de Pro Logic IIx Music decoder.
EX/ES
Geeft multikanaals signalen weer via 6.1/7.1
kanalen met de Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder.
EX
Geeft multikanaals signalen weer via 6.1/7.1
kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
Off
Er worden geen decoders gebruikt om
6.1/7.1 kanalen te creëren.
Opmerkingen
Keuze Functies
Disable
Schakelt de “Channel Mute” functie uit.
Enable
Schakelt de “Channel Mute” functie in.
Channel Mute Luidsprekerkanaal
Front L
Links voor
Front R
Rechts voor
Center
Midden
Surround L
Links surround
Surround R
Rechts surround
Surround Back L
Linker surround-achter
Surround Back R
Rechts surround-achter
Presence L
Aanwezigheid links
Presence R
Aanwezigheid rechts
Subwoofer
Subwoofer
Keuze Functies
Mute On
Schakelt tijdelijk de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal uit.
Mute Off
De geluidsweergave via het geselecteerde
luidsprekerkanaal wordt niet uitgeschakeld.
86 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU op de afstandsbediening.
2 Druk op
4
k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Manual Setup”
en druk vervolgens op
4
h.
3 Druk op
4
k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Video” en
druk vervolgens op
4
h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op
4
h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Gebruik “Video” in de “Initialize” om de “Manual Setup (Video)”
parameters (behalve “Short Message” en “On Screen”) terug te
zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 123).
Conversion (Video conversie)
Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve
video-omzetting in- of uitschakelen, alsook de HDMI
opwaardering van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet VIDEO, S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen.
Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i ( NTSC)/576i
(PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video of composiet
videosignalen en gereproduceerd via de
S VIDEO MONITOR OUT
en
VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan
de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
Zelfs wanneer “
Conversion
” is ingesteld op “
On
”,
HDMI
worden
digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen.
Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zullen de “Component
I/P”, “HDMI Resolution”, “HDMI Aspect” en “Short Message”
functies worden uitgeschakeld.
Stel “
Conversion
” in op “
On
” om de verkorte meldingen te laten weergeven.
Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “Conversion” op “Off”.
Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen
worden binnenkomen (zoals videosignalen van een
spelcomputer), is het mogelijk dat dit toestel geen verkorte
meldingen kan weergeven op het beeldscherm, ook al heeft u
“Conversion” ingesteld op “On”.
Wanneer er analoge component videosignalen met een resolutie van
480p binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO
aansluitingen en
het beeldscherm is verbonden met de
VIDEO MONITOR OUT
of
S VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel, dan zal het
GUI menuscherm niet worden weergegeven op het beeldscherm.
Dit toestel zal geen analoge component videosignalen met een
resolutie van 720p of 1080i opwaarderen.
Component I/P (Component geïnterlinieerde/
progressieve conversie)
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/progressieve conversie
van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video,
S-video en component video-aansluitingen in- of uit te schakelen zodat de
analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen waarvan de interliniëring
is verwijderd bij de omzetting naar 480p/576p worden geproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT
aansluitingen.
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”.
Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat het GUI
scherm niet op uw beeldscherm getoond kan worden wanneer
“Component I/P” is ingesteld op “On”. Zet in een dergelijk
geval de “VIDEO” instelling bij “INITIALIZE” onder
“Geavanceerde setup” op “Off” (zie bladzijde 123).
Manual Setup (Video)
Opmerking
Keuze Functies
On
Omzetten van composiet videosignalen,
S-videosignalen en component videosignalen en
in voorkomende gevallen opwaarderen van
S-video- en component videosignalen naar
HDMI videosignalen.
Off
Selecteer deze instelling om geen signalen om te
laten zetten.
Opmerkingen
Keuze Functies
On
Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve
conversie van analoge videosignalen in.
Off
Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve
conversie van analoge videosignalen uit.
Opmerkingen
87 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
HDMI Resolution
(HDMI videosignaalresolutie)
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van
analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet
video, S-video en component video-aansluitingen in- of uit
te schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Dit toestel kan analoge videosignalen als volgt
opwaarderen:
480i (NTSC)/576i (PAL) 480p/576p, 1080i,
720p of 1080p
480p/576p 1080i, 720p of 1080p
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”
(zie bladzijde 86).
Dit toestel kan geen digitale videosignalen opwaarderen die
binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen.
HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding)
Gebruik deze functie om de beeldverhouding te selecteren
voor analoge videosignalen die worden geproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting.
Wanneer “HDMI Resolution” is ingesteld op “Through”, kunt u
geen wijzigingen maken voor “HDMI Aspect”.
Als de beeldverhouding van de videosignaalbron anders is dan
4:3, zal dit toestel automatisch de “HDMI Aspect” instelling
negeren.
Wanneer “HDMI Aspect” is ingesteld op “Smart Zoom” zullen
de beelden worden uitgerekt aan de randen van het
beeldscherm.
Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een
resolutie van 720p, 1080i of 1080p, heeft de “HDMI Aspect”
instelling geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting
gereproduceerde signalen.
Short Message (Verkorte weergave meldingen)
Gebruik deze functie om de verkorte weergave van
meldingen aan of uit te zetten.
De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen
niet verschijnen:
wanneer er component videosignalen met een resolutie van
720p, 1080i of 1080p binnenkomen
wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen
On Screen (Weergavetijd in-beeld display)
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod of
NET/USB menu nog moet worden weergegeven op
beeldscherm nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Position (GUI scherm positie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
GUI scherm instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/rechts)
Keuze Functies
Through
Geen opwaardering van analoge videosignalen.
480p (of 576p),
1080i, 720p,
1080p
Opwaarderen van analoge videosignalen naar
resoluties van 480p of 576p, 1080i, 720p, of
1080p.
Opmerkingen
Keuze Functies
Through
Er zullen geen wijzigingen worden aangebracht
in de beeldverhouding voor HDMI
videobronsignalen.
16:9 Normal
Laat videobeelden met een beeldverhouding van
4:3 weergeven op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links
en rechts op het beeldscherm zwarte balken
worden weergegeven.
Smart Zoom
Past videobeelden met een beeldverhouding van
4:3 op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9.
Opmerkingen
Keuze Functies
On
Schakelt de verkorte weergave van meldingen
in. De inhoud van het display op het voorpaneel
wordt onderaan het scherm getoond telkens
wanneer het toestel bediend wordt.
Off
Schakelt de verkorte weergave van meldingen uit.
Opmerking
Keuze Functies
Always
Laat het in-beeld display voortdurend
weergeven tijdens een handeling.
10sec
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
30sec
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
Toets Verplaatsen van het GUI scherm
4 k
Hoger
4 n
Lager
4 h
Rechts
4 l
Links
:0
+
:0 //
Short Message
On Screen
Position
Wall Paper
88 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Wall Paper (Achtergrond)
Met deze functie kunt u een afbeelding of een grijze
achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden weergegeven, ook al heeft u “Wall Paper” ingesteld op
“Yes”.
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU op de afstandsbediening.
2 Druk op
4
k / n, selecteer “Manual Setup” en
druk vervolgens op
4
h.
3 Druk op
4
k / n / l / h, selecteer “Basic” en
druk vervolgens op
4
h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op
4
h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
y
De meeste parameters in het basismenu worden automatisch
ingesteld wanneer u de “Auto Setup” laat doen. U kunt het
basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten,
maar we raden u toch aan eerst de “Auto Setup” te laten doen.
U kunt deze paramaters terugzetten met de “Auto Setup”
procedure (zie bladzijde 37).
Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets
lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
Test Tone (Testtoon)
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “Speaker Set”,
“Speaker Distance” en “Speaker Level” instellingen.
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On”
kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte zijn.
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het
“Basic” verlaat.
Speaker Set (Luidspreker-instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde
lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren.
Keuze Functies
None
Geeft geen enkele achtergrond weer op uw
beeldscherm.
Yes
Geeft een afbeelding (de foto van een piano) als
achtergrond weer op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Gray
Geeft een grijze achtergrond weer op uw
beeldscherm wanneer er geen videosignaal
binnenkomt.
Opmerking
Manual Setup (Basic)
Keuze Functies
Off
Dit toestel zal geen testtoon weergeven bij de
“Speaker Set”, “Speaker Level” en “Speaker
Distance” instellingen.
On
Dit toestel zal wel een testtoon weergeven bij de
“Speaker Set”, “Speaker Level” en “Speaker
Distance” instellingen.
Opmerkingen
89 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Front (Voor-luidsprekers)
Als “Bass Out” is ingesteld op “Front”, zullen eventuele LFE
signalen in bitstroomsignalen, de lage tonen in de linker en
rechter voorkanalen en de lage tonen voor andere luidsprekers
die zijn ingesteld op “Small” allemaal gedirigeerd worden naar
de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “Front”
instelling.
Wanneer “Bass Out” is ingesteld op “Front”, kunt u alleen
“Large” kiezen bij “Front”. Als “Front” van tevoren op een
andere instelling dan “Large” is gezet, zal dit toestel die
instelling automatisch veranderen naar “Large”.
Center (Midden-luidspreker)
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
y
Zie bladzijde 15 voor informatie omtrent het aansluiten van de
surround-luidsprekers.
Surround Back
(Linker/rechter surround achter-luidsprekers)
y
Zie bladzijde 15 voor informatie omtrent het aansluiten van de
surround-luidsprekers.
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Gebruik deze functie wanneer u
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel.
Als u “Presence” heeft ingesteld op “No”, kunt u de CINEMA
DSP 3D stand van dit toestel niet inschakelen (zie bladzijde 50).
“Dialogue Lift” is alleen beschikbaar wanneer “Presence” is
ingesteld op “Yes” (zie bladzijde 72).
Bass Out (Weergave lage tonen)
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
LFE uitgangssignalen
Afmetingen van luidsprekers
De woofer (lage tonen) luidspreker is
16 cm of groter: groot
kleiner dan 16 cm: klein
Keuze Beschrijving
Large
Selecteer deze instelling wanneer de
voor-luidsprekers groot zijn.
Small
Selecteer deze instelling wanneer de
voor-luidsprekers klein zijn.
Opmerkingen
Keuze Beschrijving
Large
Selecteer deze instelling wanneer de
midden-luidspreker groot is.
Small
Selecteer deze instelling wanneer de
midden-luidspreker klein is.
None
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van een midden-luidspreker. De
signalen voor het middenkanaal zullen naar de
linker en rechter voor-luidsprekers worden
gestuurd.
Keuze Beschrijving
Large
Selecteer deze instelling wanneer de
surround-luidsprekers groot zijn.
Small
Selecteer deze instelling wanneer de
surround-luidsprekers klein zijn.
None
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van surround-luidsprekers.
Hiermee zet u het toestel in de CINEMA DSP
stand (zie bladzijde 50) en zal “Surround Back”
automatisch op “None” (geen) worden
ingesteld.
Keuze Beschrijving
Large x1
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker groot is.
Large x2
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers groot zijn.
Small x1
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker klein is.
Small x2
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers klein zijn.
None
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van surround achter-luidsprekers.
De signalen voor het surround-achterkanaal
zullen naar de linker en rechter surround-
luidsprekers worden gestuurd.
Keuze Beschrijving
Yes
Selecteer “Yes” wanneer u gebruik maakt van
aanwezigheidsluidsprekers.
None
Selecteer “None” wanneer u geen gebruik maakt
van aanwezigheidsluidsprekers.
Opmerkingen
Keuze
Subwoofer en luidsprekers
Subwoofer
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
Both
Uitgang Uitgang Geen uitg.
SWFR
Uitgang Geen uitg. Geen uitg.
Front
Geen uitg. Uitgang Geen uitg.
90 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Lage frequentie uitgangssignalen
*1 Produceert (produceren) de lage frequentiesignalen voor de
voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“Small” of “None”.
*2 Produceert altijd de lage frequentiesignalen voor de
voorkanalen.
*3 Produceert de lage frequentiesignalen als de luidsprekers zijn
ingesteld op “Large”.
*4 Produceert de lage frequentiesignalen voor de luidsprekers die
zijn ingesteld op “Small” of “None”.
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor
alle luidsprekers die zijn ingesteld op “
Small
” of “
None
” via
Speaker Set
” (
zie de bladzijden 88
en 89). Alle frequenties
onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer
worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld
op “
Large
” via “
Speaker Set
” (
zie de bladzijden 88
en 89).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
y
Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets
lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
PR/SB Priority
(Aanwezigheids-/surround achter-luidspreker prioriteit)
Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij
uw aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achter-
luidsprekers bij het afspelen van 2-kanaals audiobronnen
met de geluidsveldprogramma’s.
Wanneer de
CINEMA DSP 3D
stand is ingeschakeld (
zie bladzijde 50
),
zal dit toestel altijd de voorkeur geven aan de aanwezigheidsluidsprekers.
Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/Subwoofer:
3,00 m
CENTER: 2,60 m
Surround L/Surround R/Surround Back L/Surround Back
R: 2,40 m
Instelstap: 0,1 m
y
Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets
lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK SINGLE
aansluiting en dient u de afstand in te stellen met
“Surround Back L”.
Keuze
Subwoofer en luidsprekers
Subwoofer
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
Both
*1 *2 *3
SWFR
*4 *3 *3
Front
Geen uitg. *1 *3
Keuze Functies
Normal
(normaal)
Verandert de fase van uw subwoofer niet.
Reverse
(omgekeerd)
Keert de fase voor uw subwoofer om.
Keuze Functies
Presence
Maakt gebruik van uw aanwezigheidsluidsprekers.
Surround
Back
Maakt gebruik van uw surround achter-
luidsprekers.
Opmerking
Speaker Distance Ingestelde luidspreker
Front L
Linker voor-luidspreker
Front R
Rechter voor-luidspreker
Center
Midden-luidspreker
Surround L
Linker surround-luidspreker
Surround R
Rechter surround-luidspreker
Surround Back L
Linker surround achter-luidspreker
Surround Back R
Rechter surround achter-luidspreker
Presence L
Linker aanwezigheidsluidspreker
Presence R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
Subwoofer
Opmerkingen
Test Tone
Speaker Set
Speaker Distance
Speaker Level
Subwoofer
Unit
Front L
Front R
Center
91 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Unit (Eenheid)
Selecteert de eenheid waarin de waarden voor
“Speaker Distance” zullen worden aangegeven.
Begininstelling: Feet (modellen voor de V.S. en Canada)
Meter (Overige modellen)
Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “Speaker Set” (zie bladzijde 88) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/Subwoofer: 0,0 dB
CENTER/Surround L/Surround R/Surround Back L/
Surround Back R: –1,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
y
Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets
lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK SINGLE
aansluiting en dient u de balans in te stellen met
“Surround Back L”.
Via dit menu kunt u de netwerk en USB
systeeminstellingen wijzigen.
Network (Netwerkinstellingen)
Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres
enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen.
DHCP (DHCP instelling)
Gebruik deze functie om te bepalen of dit toestel de
netwerkinstellingen kan verkrijgen (IP adres, subnet
masker, standaard gateway, primaire DNS server en
secundaire DNS server) van de DHCP server voor het
aangesloten netwerk.
IP Address (IP adres)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde
zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere
apparatuur in het beoogde netwerk.
Subnet Mask (Subnet masker)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
subnet masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker
worden ingesteld op “255.255.255.0”.
Default Gateway (Default gateway)
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
DNS Server (P) (Primaire DNS server)
DNS Server (S) (Secundaire DNS server)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de
primaire en secundaire DNS (Domain Name System)
servers te specificeren.
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS Server
(P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan
één in bij “DNS Server (P)” en een ander bij “DNS Server (S)”.
Setup (Setup)
Selecteer “Setup” om de instellingen voor de “Network”
parameters te bevestigen.
Keuze Functies
Meter (m)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in meters in.
Feet (ft)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in voeten
(feet) in.
Speaker Level Ingestelde luidspreker
Front L
Linker voor-luidspreker
Front R
Rechter voor-luidspreker
Center
Midden-luidspreker
Surround L
Linker surround-luidspreker
Surround R
Rechter surround-luidspreker
Surround Back L
Linker surround achter-luidspreker
Surround Back R
Rechter surround achter-luidspreker
Presence L
Linker aanwezigheidsluidspreker
Presence R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
Subwoofer
Opmerkingen
Manual Setup (NET/USB)
Keuze Beschrijvingen
On
Selecteer deze instelling wanneer dit toestel de
netwerkinstellingen kan verkrijgen van de
DHCP server voor het aangesloten netwerk.
Off
Selecteer deze instelling wanneer u de
netwerkinstellingen met de hand wilt instellen.
Opmerking
92 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
Procedure voor het configureren van het netwerk
1 Druk op het bovenste GUI menuscherm op
4
k / n en druk herhaaldelijk op 4h op de
afstandsbediening om “Network” te
selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op
4
k / n en vervolgens
op 4h om “DHCP” te selecteren.
3 Druk op 4k / n, selecteer “On” of “Off” en
druk dan op 4ENTER om te bevestigen.
Als u “On” selecteert, hoeft u geen andere
netwerkinstellingen meer te verrichten. Raadpleeg stap
5 en sluit de configuratie af.
Als u “Off” selecteert, moet u de andere
netwerkinstellingen nog verrichten. Raadpleeg de stappen
4 t/m 6 om deze instellingen te verrichten.
Wanneer “DHCP” is ingesteld op “On”, kunt u geen andere
netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de
andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst
“DHCP” op “Off” instellen.
4
Druk op
4k
/
n om de gewenste parameter te
selecteren en druk vervolgens op 4h.
5 Druk herhaaldelijk op 4l / h om het cijfer
dat u wilt wijzigen te selecteren en druk
vervolgens herhaaldelijk op 4k / n om het
cijfer te wijzigen.
6 Druk op 4ENTER om de instelling voor de
parameter te bevestigen.
7 Herhaal de steppen 4 t/m 6 om alle
networkparameters in te stellen.
8 Druk herhaaldelijk op 4n om “Setup” te
selecteren en druk dan op 4ENTER om de
configuratie af te sluiten.
Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het mogelijk
dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten aanpassen.
y
U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de
fabrieksinstellingen door middel van “
NETWORK
” onder
INITIALIZE
” in het geavanceerde setup menu (
zie bladzijde 123
).
Play Style (Weergavestijlen)
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeur. U kunt muziekstukken in een willekeurige volgorde laten weergeven,
of een bepaald muziekstukken of een reeks muziekstukken laten herhalen.
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Als “Repeat” is ingesteld op “Single”, zal deze instelling worden
teruggezet op “Off” wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld.
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Information (Netwerkinformatie)
Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te
kunnen bekijken.
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
MAC Address
(MAC (Media Access Control) adres)
Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is
toegewezen aan dit toestel.
Status (Netwerkstatus)
Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding
met het netwerk weer.
Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, Full Duplex,
Half Duplex, No Link
“No Link” verschijnt wanneer er geen verbinding met het
netwerk is gemaakt.
System (Systeem ID)
Deze informatie geeft de systeemidentificatie weer die is
toegewezen aan dit toestel.
Opmerking
Opmerking
Keuze Functies
Off
Schakelt de herhaalfunctie uit.
Single
Herhaalt één song. “
” verschijnt in de rechter
bovenhoek van het weergave-statusscherm.
All
Herhaalt een reeks songs. ” verschijnt in de
rechter bovenhoek van het weergave-statusscherm.
Opmerking
Keuze Functies
Off
Schakelt de willekeurige weergavefunctie uit.
On
Geeft songs of albums in een willekeurige
volgorde weer. “ ” verschijnt in de rechter
bovenhoek van het weergave-statusscherm.
Opmerking
Opmerking
Network
Play Style
Information
MAC Address
00:00:00:00:00:00
Status
100 BASE-TX
Full Duplex
System
ABCDE123
93 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU op de afstandsbediening.
2 Druk op
4
k / n, selecteer “Manual Setup” en
druk vervolgens op
4
h.
3 Druk op
4
k / n / l / h, selecteer “Option”
en druk vervolgens op
4
h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op
4
h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Front Panel Disp.
(Instelling display voorpaneel)
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Scroll (Scrollen over het display op het voorpaneel)
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie
(zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig
over het display op het voorpaneel moet worden
weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat
alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven
moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer
over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of
“NET/USB” is geselecteerd als signaalbron.
iPod (iPod instellingen)
Standby Charge
(iPod opladen wanneer het toestel uit (standby) staat)
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de
batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of
niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat
(zie bladzijde 59).
Zone OSD (In-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE VIDEO
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De
informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden
getoond:
De signaalbron
Het volumeniveau
De audiodempingstatus
De toonkleurstatus
Manual Setup (Option)
Video
Basic
Option
Front Panel Disp.
iPod
Zone OSD
Zone2 Set
Zone3 Set
0
Dimmer
Scroll
Keuze Functies
Continue
Doorlopend.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
doorlopend weer te laten geven op het display
op het voorpaneel.
Once
Eén keer scrollen.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het
display op het voorpaneel te laten zien nadat de
hele melding één keer over het display is
geschoven (gescrolld).
Keuze Functies
Auto
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
op wanneer dit toestel aan staat en wanneer het
uit (standby) staat.
Off
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
alleen op wanneer dit toestel aan staat.
Keuze Functies
Off
Toont geen bedieningsstatus voor Zone 2 en
Zone 3.
Zone2
Toont alleen de bedieningsstatus voor Zone 2.
Zone2&Zone3
Toont de bedieningsstatus voor Zone 2 en Zone 3.
94 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
U kunt maximaal twee beeldschermen aansluiten op de ZONE
VIDEO aansluitingen van dit toestel als Zone 2 beeldschermen.
Als u twee beeldschermen aansluit op de ZONE VIDEO
aansluitingen, zullen deze beeldschermen dezelfde beelden
laten zien als die voor de signaalbron voor Zone 2.
Wanneer u “Zone OSD” instelt op “Zone2&Zone3”, zal de
bedieningsstatus voor Zone 3 verschijnen op het (de) Zone 2
beeldscherm(en), ook als Zone 2 is uitgeschakeld.
Zone2 Set/Zone3 Set
(Zone 2/Zone 3 instellingen)
Zone2 Amplifier/Zone3 Amplifier
(Zone 2/Zone 3 versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers
versterkt moeten worden.
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON” in de “Geavanceerde
setup” (zie bladzijde 122), kunt u “Zone2 Amplifier” of “Zone3
Amplifier” alleen instellen op “EXT”.
Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op
“INT:[SP1]” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld,
zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achter-
luidsprekers.
Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op
“INT:[SP2]” in “ZONE 2” of “ZONE 3” en de
corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid
worden weergegeven via de surround-luidsprekers.
Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op
“INT:Both”, kunt u “AMP” alleen instellen op “EXT” voor de
andere zone.
Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op
“INT:Both” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld,
zal er geen geluid worden weergegeven via de surround
luidsprekers en de surround achter-luidsprekers.
Zone2 Volume/Zone3 Volume
(Zone 2/Zone 3 volume)
Gebruik deze functie om te selecteren of dit toestel het
volumeniveau regelt van audiosignalen die worden
gereproduceerd via de ZONE OUT (ZONE2 of ZONE3)
aansluitingen wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3
Amplifier” instelt op “EXT”.
Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol.
(Zone 2/Zone 3 Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
Zone 2 of Zone 3 in te stellen.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15 ,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling. Als bijvoorbeeld “Zone2 Initial Vol.” is ingesteld op
20,0 dB en vervolgens “Zone2 Max Vol.” wordt ingesteld op
–30,0 dB, dan zal het volumeniveau automatisch worden
ingesteld op 30,0 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan
zet.
Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol.
(Zone 2/Zone 3 Beginvolume)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2 of
Zone 3 bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt
gezet.
Keuzes: Off, Mute, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling.
Opmerkingen
Keuze Beschrijving
EXT
Selecteer deze instelling wanneer de
luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 zijn
aangesloten op de externe versterker en de
externe versterker is verbonden met de ZONE
OUT (ZONE 2 of ZONE 3) aansluitingen van
dit toestel. “Met externe versterkers” op
bladzijde 115 voor details.
INT:[SP1]
Selecteer deze instelling wanneer de
luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 direct zijn
verbonden met de SP1 luidspreker-aansluitingen
van dit toestel. Zie “Gebruiken van de interne
versterkers van dit toestel” op bladzijde 116
voor details.
INT:[SP2]
Selecteer deze instelling wanneer de
luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 direct zijn
verbonden met de SP2 luidspreker-aansluitingen
van dit toestel. Zie “Gebruiken van de interne
versterkers van dit toestel” op bladzijde 116
voor details.
INT:Both
Selecteer deze instelling wanneer de
luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 zowel zijn
aangesloten op de SP1 als op de SP2
luidspreker-aansluitingen (als de luidsprekers
bijvoorbeeld via dubbele (bi-amp) verbindingen
zijn aangesloten, of wanneer er vier luidsprekers
in een bepaalde ruimte zijn opgesteld), of als u
tegelijkertijd dezelfde signaalbron wilt laten
weergeven in Zone 2 en Zone 3. Zie “Gebruiken
van de interne versterkers van dit toestel” op
bladzijde 116 voor details.
Opmerkingen
Keuze Beschrijvingen
Fixed
Selecteer deze instelling wanneer u het
volumeniveau van de geselecteerde zone wilt
regelen op de externe versterker. Dit toestel zet
het ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3)
volumeniveau vast op een standaard niveau.
Variable
Selecteer deze instelling wanneer u het
volumeniveau van de geselecteerde zone wilt
regelen op dit toestel. U kunt het volumeniveau
in ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3)
tegelijkertijd regelen met
C
VOLUME +/– op
de afstandsbediening.
Opmerking
Opmerking
95 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Audio Select
(Standaardinstelling Selectiefunctie
audio ingangsaansluiting)
Met deze functie kunt u de standaard selectiefunctie voor
de audio ingangsaansluiting (zie bladzijde 78) instellen
voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL
INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Decoder Mode
(Standaardinstelling decoderfunctie)
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen (zie bladzijde 79) voor de
signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
EXTD Surround
(Standaardinstelling uitgebreid surround)
Met deze functie kunt u de uitgebreide decoderfuncties
instellen (zie bladzijde 85) voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Memory Guard (Geheugenbeveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de
geluidsveldprogramma parameterwaarden en andere
systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
y
Wanneer u een beveiligde parameter selecteert, zal “ ” links
onderaan het GUI scherm verschijnen. U kunt de parameters
instellen wanneer u de parameter selecteert en “ ” niet
verschijnt links onderin het GUI scherm, ook al is “Memory
Guard” ingesteld op “On”.
HDMI Set (S-instellingen)
Gebruik deze functie om de door HDMI ondersteunde
audio in te stellen.
Support Audio (Audio ondersteuning)
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de
HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI OUT
uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is
“Support Audio” ingesteld op “Other”.
Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
Keuze Functies
Auto
Detecteert automatisch het type audio
ingangssignalen en selecteert de juiste instelling
voor de audio ingangsaansluiting
selectiefunctie.
Last
Selecteert automatisch de laatste audio
ingangsaansluiting geselecteerd voor de
signaalbron in kwestie.
Keuze Functies
Auto
Detecteert automatisch het type ingangssignaal
en selecteert de juiste instelling voor de
decoderfunctie.
Last
Selecteert automatisch de laatste instelling voor
de decoderfunctie die werd gebruikt met de
signaalbron in kwestie.
Keuze Functies
Auto Detecteert automatisch de digitale audiosignalen
en schakelt de juiste decoder in.
Last Selecteert automatisch de laatst geselecteerde
decoderfunctie voor “EXTD Surround” onder
“Sound”.
Keuze Functies
Off
Schakelt de “Memory Guard” functie uit.
On
Beveiligt de volgende parameters
geluidsveldprogrammaparameters
alle GUI menu parameters
alle luidsprekerniveaus
Keuze Functies
RX-V3800
Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit
toestel. De HDMI audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI
ingangsaansluitingen van dit toestel worden niet
gereproduceerd via de HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting op
het achterpaneel van dit toestel.
Other
Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te
laten geven door een andere HDMI component
die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting.
Opmerkingen
96 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU op de afstandsbediening.
2 Druk herhaaldelijk op
4
k / n en selecteer
“Signal Info.”.
De audio-informatie over de huidige signaalbron zal
op het GUI scherm verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op
4
l / h en selecteer
“Audio Info.” of “Video Info.”
y
De informatie verschijnt ook op het display op het
voorpaneel. Druk herhaaldelijk op 4l / h om andere
informatie te bekijken.
Audio Info. (Audio informatie)
“––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
Sommige zogenaamde ‘hoge definitie’ audio bitstroomsignalen
bevatten mogelijk niet de aparte linker en rechter surround-
achterkanalen, maar zijn wel gecodeerd met een bitsnelheid van
192 kHz.
Ook als u instellingen maakt om bitstroomsignalen direct te
reproduceren, is het mogelijk dat sommige spelers Dolby
TrueHD of Dolby Digital Plus bitstroomsignalen zullen
omzetten naar Dolby Digital bitstroomsignalen, en DTS-HD
Master Audio of DTS-HD High Resolution Audio in DTS
bitstroomsignalen.
Video Info. (Video informatie)
Signal Info.
(Ingangssignaalinformatie)
Format
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
Sampling
Het aantal metingen per seconden van een
continu signaal om een digitaal signaal te
kunnen maken.
Channel
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen,
2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal
worden getoond als “3/2/0.1”.
Bitrate
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde
een bepaald meetpunt passeert.
Dialogue
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor
het op dit moment ontvangen bitstroomsignaal
(zie bladzijde 135).
Flag1/Flag2
Signalering (vlag) die in de bitstroom of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in
staat stelt automatisch van decoder te wisselen
(“Surround EX” enz.).
Opmerkingen
HDMI Signal
Het soort videosignalen ontvangen
van de signaalbron en gereproduceerd
via de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
HDMI Resolution
Resolutie van het ingangssignaal
(analoog of HDMI) en het
uitgangssignaal (HDMI).
Analog Resolution
De resolutie van de videosignalen
ontvangen van de signaalbron en de
analoge videosignalen die worden
gereproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT
aansluitingen van dit toestel.
HDMI Error
(HDMI Message)
Foutmelding voor HDMI bronnen of
aangesloten HDMI apparatuur. Zie
bladzijde 129 voor details.
97 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menus
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: English (Engels), (Japans),
Français (Frans), Deutsch (Duits),
Español (Spaans), Русский (Russisch)
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de
“GUI LANGUAGE” parameter in de “Geavanceerde setup” op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 123).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens op
G
SET MENU op de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op
4
n om “Language” te
selecteren en druk dan op
4
h.
3 Druk herhaaldelijk op
4
k / n om de
gewenste taal in te stellen.
4 Druk op
4
ENTER om uw keuze te
bevestigen.
Language
Français
English
System Memory
Signal Info.
Language
OPSLAAN EN WEER OPROEPEN VAN DE SYSTEEMINSTELLINGEN (SYSTEM MEMORY)
98 Nl
Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete
instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op kunt
roepen. U kunt de volgende systeeminstellingen opslaan:
* De “Dynamic Range”, “LFE Level”, “Tone Control”
instellingen en de instellingen voor de toonregeling voor de
hoofdtelefoon worden niet opgeslagen.
Opslaan met de
N
SYSTEM MEMORY
toetsen
U kunt de onder “Memory1” t/m “Memory4” opgeslagen
systeeminstellingen opslaan door op de corresponderende
N
SYSTEM MEMORY toetsen te drukken.
Houd één van de
N
SYSTEM MEMORY toetsen
op de afstandsbediening 4 seconden lang
ingedrukt.
MEMORY 1 SAVE Done
” (voorbeeld) verschijnt op het display
op het voorpaneel en dit toestel zal de huidige systeeminstellingen
opslaan onder het corresponderende geheugennummer.
Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het geselecteerde
geheugennummer, zullen deze door de nieuwe worden overschreven.
Opslaan via het SET MENU
U kunt de onder “Memory1t/m Memory6” opgeslagen
systeeminstellingen opslaan via “System Memory” in het
“SET MENU”.
1 Druk op
G
SET MENU op de
afstandsbediening.
Het top menuscherm zal in de grafische
gebruikersinterface (GUI) verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op 4k / n om “System
Memory” te selecteren en druk dan op 4h.
Het “System Memory” menu zal in de grafische
gebruikersinterface (GUI) verschijnen.
3 Druk op 4k / n, selecteer “Save” en druk
vervolgens op 4h.
Het volgende menuscherm zal in de grafische
gebruikersinterface (GUI) verschijnen.
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
Opgeslagen parameters Bladzijde
“Stereo/Surround” parameters
71
“Volume” parameters
(behalve “Initial Volume”)
81
“Sound” parameters*
(behalve “EXTD Surround” en
“Channel Mute”)
82
“Video” parameters
(behalve “Short Message”)
86
“Basic” parameters
88
“Front Panel Disp.” parameters
93
“Support Audio”
95
Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma
(of de Pure Direct stand)
45, 51
Toonregeling instellingen*
51
Opslaan van de huidige systeeminstellingen
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP zetten.
Opmerking
4
3
2
1
SYSTEM MEMORY
Stereo/Surround
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Sound
Video
Basic
NET/USB
Option
Load
Save
Current
Memory1
Memory2
Memory3
Memory4
Current
Memory1
Memory2
Sci-Fi
SpeakerCH 4/3/0.1
LFE Level 0dB
D-Range MAX
PEQ YPAO Natural
Huidige systeemparameters
99 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4 Druk herhaaldelijk op 4k / n om het
gewenste geheugennummer te selecteren
(“Memory1” t/m “Memory6”) en druk
vervolgens op 4h.
“Save: ENTER” verschijnt in de grafische
gebruikersinterface (GUI).
y
Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer, zullen deze verschijnen
op het menuscherm.
Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer, zullen deze door de
nieuwe worden overschreven.
Als u systeeminstellingen opslaat onder “Memory1” t/m
“Memory4”, kunt u deze weer oproepen door op de
corresponderende
N
SYSTEM MEMORY
(zie bladzijde 99).
5 Druk op
4
ENTER om de huidige
systeeminstellingen op te slaan onder het
geselecteerde geheugennummer.
y
U kunt het opslaan annuleren door op 4l te drukken.
6 Druk nog eens op
G
SET MENU om het GUI
scherm te sluiten.
Laden van instellingen met de
N
SYSTEM MEMORY toetsen
U kunt de onder “Memory1” t/m “Memory4” opgeslagen
systeeminstellingen weer oproepen door op de
corresponderende
N
SYSTEM MEMORY toetsen te
drukken.
1 Druk op één van de
N
SYSTEM MEMORY
toetsen op de afstandsbediening om het
gewenste geheugennummer te selecteren.
“MEMORY 1 LOAD” (voorbeeld) zal op het display
op het voorpaneel verschijnen.
y
De melding “EMPTY” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen als er geen systeeminstellingen zijn opgeslagen
onder het geselecteerde geheugennummer.
2 Druk nog eens op de geselecteerde
N
SYSTEM MEMORY toets om uw keuze te
bevestigen.
Dit toestel laadt de instellingen die zijn opgeslagen
onder het geselecteerde geheugennummer.
Current
Memory1
Memory2
Memory3
Memory Empty
Save: ENTER
Current
Memory1
Memory2
Memory3
Recital/Opera
SpeakerCH 5/4/0.1
LFE Level 0dB
D-Range MAX
PEQ Reset
Onder het geselecteerde geheugennummer
opgeslagen systeeminstellingen
Laden van opgeslagen systeeminstellingen
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op
D
AMP zetten.
Dit toestel overschrijft de opgeslagen instellingen met de
huidige instellingen van het toestel. Als u de huidige
instellingen niet kwijt wilt raken, kunt u ze eerst opslaan
onder een ander System Memory nummer.
4
3
2
1
SYSTEM MEMORY
100 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
Laden van instellingen via het
SET MENU
1 Druk op
G
SET MENU op de
afstandsbediening.
Het top menuscherm zal in de grafische
gebruikersinterface (GUI) verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op
4
k / n om “System
Memory” te selecteren en druk dan op
4
h.
Het “System Memory” menu zal in de grafische
gebruikersinterface (GUI) verschijnen.
3 Druk op
4
k / n, selecteer “Load” en druk
vervolgens op 4h.
Het volgende menuscherm zal in de grafische
gebruikersinterface (GUI) verschijnen.
4 Druk herhaaldelijk op
4
k / n om het
geheugennummer met de gewenste
systeeminstellingen te selecteren en druk
vervolgens op
4
h.
Wanneer “Load: ENTER” verschijnt op het scherm,
kunt u op 4ENTER drukken om het laden te
bevestigen.
y
U kunt het laden annuleren door op 4l te drukken.
5 Druk op
G
SET MENU om het GUI
menuscherm te sluiten.
Voorbeeld 1: Vergelijken van de
resultaten van de automatische en de
handmatige setup
Dit toestel is uitgerust met drie soorten parametrische
equalizer instellingen (zie bladzijde 40), en u kunt ook uw
eigen geluidsinstellingen maken met behulp van de
“Manual Setup” parameters (zie bladzijde 82). Om de
resultaten van de automatische setup of uw eigen
handmatige instellingen te kunnen controleren, kunt u de
NSYSTEM MEMORY toetsen gebruiken.
Opslaan van elke instelling
Voer de volgende procedure uit wanneer alle parameters zijn
ingesteld op hun standaardwaarden.
1 Houd
N
SYSTEM MEMORY 1 vier
seconden lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de huidige instellingen op onder
“Memory1”.
2 Voer de automatische setup uit.
Stel “Equalizing” in op “Check:Natural”.
Zie bladzijde 40 voor details.
3 Houd
N
SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel zal de resultaten van de automatische setup
uitgevoerd in stap 2 opslaan onder “Memory2”.
4 Voer de automatische setup opnieuw uit.
Zet deze keer “Equalizing” op “Check:Front”.
5 Houd
N
SYSTEM MEMORY 3 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel zal de resultaten van de automatische setup
uitgevoerd in stap 4 opslaan onder “Memory3”.
Current
Memory1
Memory2
Sci-Fi
SpeakerCH 3/2/0.1
LFE Level 0dB
D-Range MAX
PEQ YPAO Natural
Memory1
Memory2
Memory3
Memory4
Memory5
Pure Direct
SpeakerCH 5/4/0.1
LFE Level 0dB
D-Range MAX
PEQ YPAO Flat
Gebruiksvoorbeelden
Opmerking
4
5
7
6
8
CLASSICAL LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
SYSTEM MEMORY
3
2
1
SYSTEM MEMORY 1
De huidige instellingen van dit toestel
SYSTEM MEMORY 2
De resultaten van de automatische
setup (Equalizing: Check:Natural)
SYSTEM MEMORY 3
De resultaten van de automatische setup
(Equalizing: Check:Front)
101 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Voorbeeld 2: Omschakelen van de
instellingen voor verschillende
omstandigheden in de luisterruimte
De toonkarakteristieken van uw luisterruimte kan
veranderen wanneer de omstandigheden in de ruimte
veranderen (of de gordijnen open of dicht zijn,
bijvoorbeeld) en de instellingen van dit toestel kunnen
worden aangepast aan de veranderende omstandigheden.
U kunt gemakkelijk heen en weer schakelen tussen de
diverse sets instellingen voor dit toestel met behulp van de
NSYSTEM MEMORY toetsen.
Opslaan van elke instelling
1 Doe de gordijnen van de kamer dicht en voer
de automatische setup uit.
Zie bladzijde 37 voor details omtrent de automatische
setup.
2 Houd
N
SYSTEM MEMORY 1 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige
omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de
gordijnen dicht) onder “Memory1”.
3 Doe de gordijnen van de kamer open en voer
de automatische setup uit.
4 Houd
N
SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige
omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de
gordijnen open) onder “Memory2”.
Voorbeeld 3: Opslaan van
geluidsinstellingen voor bepaalde
signaalbronnen
De gewenste geluidsinstellingen kunnen verschillen voor
elk van de gebruikte signaalbronnen. Als u bijvoorbeeld
het geluidsveldprogramma “Village Vanguard” gebruikt
voor de weergave van live jazz opnamen, zult u wellicht
andere parameter instellingen willen gebruiken wanneer
de opnamen die u wilt weergeven op een LP staan of op
bijvoorbeeld een SACD. U kunt de gewenste
geluidsinstellingen opslaan voor elk van de verschillende
signaalbronnen.
Opslaan van elke instelling
y
Zie bladzijde 73 voor de geluidsveldprogramma parameter
instellingen.
1 Laat de weergave van de SACD met uw
favoriete live jazz optreden beginnen.
2 Selecteer het “Village Vanguard”
geluidsveldprogramma en stel de parameters
in voor de huidige signaalbron.
3 Houd
N
SYSTEM MEMORY 1 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de huidige geluidsveldprogramma
instellingen op onder “Memory1”.
4 Schakel over naar “PHONO” als signaalbron
en laat vervolgens de weergave van de LP
met uw favoriete live jazz optreden beginnen.
5 Stel de geluidsveldprogramma parameters in
voor de huidige signaalbron.
6 Houd
N
SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de huidige geluidsveldprogramma
instellingen op onder “Memory2”.
4
5
7
6
8
CLASSICAL LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
SYSTEM MEMORY
3
2
1
SYSTEM MEMORY 1
Instellingen wanneer de gordijnen
dicht zijn
SYSTEM MEMORY 2
Instellingen wanneer de gordijnen
open zijn
4
5
7
6
8
CLASSICAL LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
SYSTEM MEMORY
3
2
1
SYSTEM MEMORY 1
Het “Village Vanguard” programma ingesteld
voor SACD bronnen
SYSTEM MEMORY 2
Het “Village Vanguard” programma ingesteld voor
LP bronnen
102 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
Voorbeeld 4: Schakelen tussen
verschillende audio en video
synchronisatie instellingen
Als u gebruik maakt van verschillende soorten
beeldschermen of projectoren en de gebruikte apparatuur
niet geschikt is voor de automatische synchronisatie van
audio en video, dan dient u voor elk van deze
componenten “Manual” in te stellen bij “Lipsync”. U kunt
schakelen tussen de verschillende “Manual” instellingen
onder “Lipsync” met de NSYSTEM MEMORY toetsen.
Opslaan van elke instelling
In het volgende voorbeeld zijn het LCD beeldscherm en een
signaalbron (bijvoorbeeld een VCR) verbonden met de S VIDEO
ingangsaansluiting en de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting,
terwijl de videoprojector en de andere signaalbron (bijvoorbeeld
een DVD-speler) zijn verbonden met één van de HDMI IN
aansluitingen en de HDMI OUT aansluiting.
1
Begin de weergave van de gewenste video
signaalbron op het aangesloten LCD
beeldscherm en stel “
Manual
” in het “
Lipsync
op de juiste manier in (
zie bladzijde 84
).
2 Houd
N
SYSTEM MEMORY 1 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel zal de audio en video synchronisatie instellingen
voor het LCD beeldscherm opslaan onder “
Memory1
”.
3 Schakel over naar de component die is
verbonden met één van de HDMI IN
aansluitingen en laat de weergave beginnen.
4 Stel de “Manual” in het “Lipsync” op de
juiste manier in.
5 Houd
N
SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel zal de audio en video synchronisatie instellingen
voor de videoprojector opslaan onder “
Memory2
”.
Opmerking
4
5
7
6
8
CLASSICAL LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
SYSTEM MEMORY
3
2
1
SYSTEM MEMORY 1
Instellingen voor het LCD beeldscherm
verbonden met de S VIDEO MONITOR OUT
aansluiting
SYSTEM MEMORY 2
Instellingen voor de videoprojector verbonden
met de HDMI OUT aansluiting
AFSTANDSBEDIENINGSFUNCTIES
103 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten
aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de
diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 105).
Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP
om dit toestel te bedienen.
*1 Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op DAMP staat.
Bedienen van een TV
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
TV om
uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet
u de juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of
PHONO (zie bladzijde 105). Wanneer u
afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV
ingestelde code.
*1 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op DTV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 104.
Afstandsbedieningsfuncties
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
FREQ/TEXT EON MODE - PTY SEEK - START
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
EFFECT
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
3D DSP
TV
SOURCE
AMP
SELECT
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
ENTER
MENU
TITLE
MUTE
4
3
ENT
+
10
09
5
1
7
6
8
SYSTEM MEMORY
CH
TV VOL
MEMORY
POWER
POWER
+
+
DISPLAY
AUDI O
TV MUTE
TV INPUT
AV
TV
RETURN
Zet op AMP
*1
*1
*1
*2
Opmerkingen
Afstandsbediening Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT Wijzigt de signaalbron.
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
EFFECT
STRAIGHT
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
3D DSP
TV
SOURCE
AMP
SELECT
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
ENTER
MENU
TITLE
MUTE
4
3
ENT
+
10
09
5
1
7
6
8
SYSTEM MEMORY
CH
TV VOL
MEMORY
POWER
POWER
+
+
DISPLAY
AUDI O
TV MUTE
TV INPUT
AV
TV
RETURN
FREQ/TEXT EON MODE - PTY SEEK - START
A/B/C/D/E
Zet op TV
*2
*1
*1
*2
*2
104 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
DSOURCE
om andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen (
1
)
kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (
zie
bladzijde 105
). De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten
die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen (
1
). Het is
mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen)
om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen.
*1 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2 Deze toetsen bedienen uw videorecorder (DVD-recorder enz.) alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR
(zie bladzijde 105).
*3 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
VOLUME
STRAIGHT
A-E/CAT.
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
+
ENTER
MENU
TITLE
MUTE
CH
TV VOL
POWER
POWER
+
+
AUDIO
TV MUTE
TV INPUT
AV
TV
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
FREQ/TEXT EON MODE - PTY SEEK - START
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE
STEREO
ENHANCER
SUR. DECODE
3D DSP
2
ENTER
MENU
TITLE
MUTE
4
3
ENT
+
10
09
5
1
7
6
8
SYSTEM MEMORY
MEMORY
DISPLAY
AUDIO
TV MUTE
TV INPUT
RETURN
[
1
]
[
3
]
[8]
[9]
[10]
[
11
]
[
4
]
[
5
]
[
6
]
[7]
[2]
Zet op SOURCE
Blu-ray Disc/
HD DVD-
speler/
recorder
DVD-speler/
DVD-
recorder
Videorecorder
Kabel TV/
satellietontvanger
TV LD-speler CD-speler
MD-recorder/
CD-recorder
Cassettedeck
Tuner
[1] AV P OW E R
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
DVR aan/uit
*2
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
[2] CH + TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
Kanaal hoger Kanaal hoger Kanaal hoger
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
CH –
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
Kanaal lager Kanaal lager Kanaal lager
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
[3] TITLE Titel Titel Titel Titel Titel Band
[4] ENTER Menu Enter Menu Enter Menu selectie Menu selectie
PRESET/CH k Menu op Menu op Menu op Menu op
Voorkeuzekanaal
hoger (1 t/m 8)
PRESET/CH n Menu neer Menu neer Menu neer Menu neer
Voorkeuzekanaal
lager (1 t/m 8)
A/B/C/DE h Menu links Menu links Menu links Menu links
Voorkeuzekanaal
lager (A t/m E)
A/B/C/DE l Menu rechts Menu rechts Menu rechts Menu rechts Richting A/B
Voorkeuzekanaal
hoger (A t/m E)
[5] RETURN,
MEMORY
Terug Terug Terug Terug Terug
[6] 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
[7] ll
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken
DVR terug
zoeken
*2
DVR terug
zoeken
*2
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken
hh Vooruit zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
DVR vooruit
zoeken
*2
DVR vooruit
zoeken
*2
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
b Terug springen
Terug
springen
Hoofdstuk/
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
Richting
terug
a
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Hoofdstuk/
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
REC
Opname
(recorder)
Disc overslaan
(speler)
Opname
(recorder)
Opname
DVR
opname
*2
DVR
opname
*2
Disc
overslaan
Opname Opname
s Stop Stop Stop
DVR stop
*2
DVR stop
*2
Stop Stop Stop Stop
e Pauze Pauze Pauze
DVR pauze
*2
DVR pauze
*2
Pauze Pauze Pauze Pauze
p Weergave Weergave Weergave
DVR
weergave
*2
DVR
weergave
*2
Wee rgave Weergave Weergave Weergave
[8] MENU Menu Menu Menu Menu
[9] AUDIO Audio Audio Audio
[10] DISPLAY Display Display Display Display Display Display Display
[11] ENT
Enter
Enter/
oproepen
Enter
Opmerkingen
105 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op
B
SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening.
Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op
B
SELECT n te
drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster (B) van
de afstandsbediening verschijnt.
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of
‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 107 voor het
programmeren van bedieningstoetsen voor deze set.
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding voor een complete lijst met de beschikbare
afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld.
Probeer in een dergelijk geval een andere Yamaha
afstandsbedieningscode in te stellen.
Opmerking
Instellen van afstandsbedieningscodes
Ingang
Archief
(componentencategorie)
Fabrikant
Standaard code
TAPE 2604
NET/USB TUNER Yamaha 2607
TUNER TUNER Yamaha 2602
CD CD Yamaha 2300
CD-R CD-R Yamaha 2400
MULTI
CH IN
DVD Yamaha 2100
MD/TAPE MD Yamaha 2500
DVD DVD Yamaha 2100
BD/HD DVD DVD Yamaha 2100
PHONO TV
DTV/CBL TV
DVR DVR Yamaha 2807
VCR VCR
V-AUX /
DOCK
TUNER Yamaha 2606
Opmerking
106 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (
1
) om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
2 Houd vervolgens
M
LEARN ongeveer
3 seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen.
y
U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op
4
l / h om de
componentencategorie (het archief) te veranderen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD, L;CDR,
L;MD, L;TAP (cassettedeck), L;TUN (tuner),
L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets, of druk herhaaldelijk op
B
SELECT k / n om de gewenste set te selecteren.
•U moet
M
LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Druk op
4
ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster (B).
“0000” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen wanneer er
geen code is ingesteld.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode (6) voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes”
aan het eind van deze handleiding voor een complete
lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
5 Druk op
4
ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling met
succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
of op BSELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6 Druk nog eens op
M
LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
7 Druk op
4
p of AV POWER om te
controleren of u de component in kwestie
inderdaad met de afstandsbediening kunt
bedienen.
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere codes
zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één
voor één tot u de juiste gevonden heeft.
“ERROR” zal in het uitleesvenster (B) op de
afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet
staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u
tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
De meegeleverde afstandsbediening bevat NIET ALLE
mogelijke codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en
video-apparatuur (met inbegrip van Yamaha componenten). Als
geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘leerfunctie’
(zie “Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen” op bladzijde 107) of dient u de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te
gebruiken.
Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
Opmerkingen
Opmerking
Opmerkingen
107 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere
afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet
mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes, of als er
geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden kan worden,
dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies
van een andere afstandsbediening programmeren onder de op de
volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart
voor elke set bedieningstoetsen worden geprogrammeerd.
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE
en druk op een ingangskeuzetoets
(
1
) om de set bedieningstoetsen die u wilt
instellen te selecteren.
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op
D
AMP zet en vervolgens instructies van
andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in
kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
2 Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
M
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in
het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening
verschijnen.
Houd
M
LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje
drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4 Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen.
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
Opmerking
Opmerking
Zet op
SOURCE
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
Opmerkingen
SELECT
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
POWER
POWER
AV
TV
5 t/m 10 cm
Andere afstandsbediening
LEARN
108 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
5 Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster (B)
van de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
y
Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op
B
SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 4 en 5.
6 Druk nog eens op
M
LEARN om de
leerfunctie te verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster (B) op de
afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet
staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u
tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn.
wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster (B) van de afstandsbediening veranderen
als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas
wanneer u een andere component met een bepaalde set
bedieningstoetsen wilt gebruiken.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP of
D
SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (
1
) om de set
bedieningstoetsen waaraan u een andere
naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in
het uitleesvenster (B).
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
M
RENAME in.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
Opmerkingen
SELECT
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
POWER
POWER
AV
TV
Andere afstandsbediening
LEARN
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
Opmerking
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
RENAME
109 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
3 Druk op
4
k / n om een teken te selecteren
en in te voeren.
Door op
4
n te drukken zullen de tekens als volgt
veranderen:
A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje),
; (punt comma), / (slash) en spatie.
Druk op
4
k om deze reeks in omgekeerde volgorde
te doorlopen.
4 Druk op
4
h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
y
Druk op
4
l om de cursor naar de vorige tekenpositie te
verplaatsen.
5 Druk op
4
ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen als de naam met
succes is veranderd.
“NG” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen
niet met succes is verlopen. Begin in dit geval
opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe
naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of
herhaaldelijk op
B
SELECT k / n om de gewenste
component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen
3 t/m 5.
6 Druk nog eens op
M
RENAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te
verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster (B) op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor
deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen
heeft ingedrukt.
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (zie bladzijde 111).
MACRO handelingen
1 Zet
M
MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
2 Druk op de gewenste macrotoets.
3 Zet de
M
MACRO ON/OFF schakelaar op
OFF wanneer u klaar bent met het
programmeren van macro’s.
Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld
tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen).
Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
Opmerking
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
RENAME
Macro programmeerfuncties
Opmerkingen
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
POWER
POWER
AV
TV
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
FREQ/TEXT EON MODE - PTY SEEK - START
NET RADIO
USB
PC/MCX
SO
C
SU CO
3S
ENT
+
10
09
MACROMACRO ON/OFF
Macrotoetsen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
110 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Standaard macrofuncties
*1 U kunt sommige componenten (inclusief Yamaha componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de
AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en
uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten
component.
*2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV/CBL of PHONO (zie bladzijde 105), kunt u uw TV aan zetten
zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, Blu-ray Disc-speler, HD DVD-
speler of DVD-recorder die geschikt is voor de Yamaha afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt,
moet u van tevoren de weergavetoets programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 107) of een
afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 105).
Druk op
macrotoets
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
Eerste Tweede Derde
(*1)
(CD set) (*4)
(CD-R set) (*4)
(MD/TAPE set) (*4)
(DVD set) (*4)
(BD/HD DVD set) (*4)
(DVR set) (*4)
(VCR set) (*4)
STANDBY STANDBY
POWER
POWER
(*1)
TV
POWER
(*2)
POWER
NET/USB
POWER
NET/USB
TUNER
POWER
TUNER
(*3)
CD CD
CD-R CD-R
MULTI CH IN MULTI CH IN
MD/TAP
E
MD/TAP
E
DVD DVD
BD/HD DV
D
BD/HD DV
D
PHONO PHONO
DTV/CBL DTV/CBL
DVR DVR
VCR VCR
V-AUX/DOCK V-AUX/DOCK
111 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Programmeren van macrohandelingen
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren.
De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het
regelen van het volume, in een macro te programmeren.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP of
D
SOURCE en druk
vervolgens
M
MACRO in met een balpen of
iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van
de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om
en om in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen.
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) wanneer
u op een andere dan een macrotoets drukt.
3 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten.
Voorbeeld
Stel de signaalbron in op DVD
Schakel de DVD-
speler in Stel de slaaptimer in
Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD.
Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER.
Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP.
Druk op
B
SELECT k / n
om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden
geprogrammeerd, terwijl u met
B
SELECT k / n
alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
4 Druk nog eens op
M
MACRO met een balpen
of iets dergelijks wanneer u klaar bent met
programmeren.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
Opmerking
Opmerking
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
STANDBY
NET/USB
POWER
POWER
AV
TV
1
2
3
Geeft het aantal
macro-stappen aan
dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
112 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor
een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen.
Wissen van functiesets
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP of
D
SOURCE en druk
vervolgens
M
CLEAR in met een balpen of
iets dergelijks.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster (B).
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op
4
k / n om de wisfunctie te
selecteren.
L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen)
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De
naam van een component wordt getoond achter
een puntcomma (;). Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste set
bedieningstoetsen.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor het bedienen van de versterkerfuncties van
dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor
signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en
zet deze terug op de fabrieksinstellingen.
3 Houd
M
CLEAR nog eens tenminste
3 seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster (B). Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster (B) van de afstandsbediening
verschijnen.
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets
terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel
ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie).
“L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden duren.
“C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als het wissen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
4 Druk nog eens op MCLEAR om deze functie
te verlaten.
Instellingen wissen
Opmerking
CLEAR
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Opmerkingen
CLEAR
113 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP of
D
SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (
1
) om de set
bedieningstoetsen waarvoor u een functie
wilt wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster (B).
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
M
LEARN in.
“LEARN” en van de geselecteerde component
(bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster
(B) verschijnen.
Houd
M
LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje
drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Houd
M
CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste
3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen als
het wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in
het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening kunt
u met de balpen of iets dergelijks
M
CLEAR loslaten
om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening
gaat nu weer in de leerfunctie.
y
Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op
B
SELECT k / n om de
gewenste set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal
vervolgens stap 3.
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4 Druk nog eens op
M
LEARN om deze functie
te verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) wanneer u
op meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
TUNER
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
CD CD-R
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RENAME
MODE - PTY SEEK - START
114 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP of
D
SOURCE en druk
vervolgens
M
MACRO in met een balpen of
iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Houd
M
CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen als het wissen met
succes is verlopen.
y
Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
3 Druk nog eens op
M
MACRO om de
macrofunctie te verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnen wanneer u op meer dan één toets
tegelijk drukt.
Opmerking
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO
DTV/CBL DVR VCR
V-AUX/DOCK
Opmerkingen
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
115 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dit toestel stelt u in staat een audio/videosysteem in verschillende kamers (zones) samen te stellen. De functies voor weergave in meerdere zones
maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de hoofdzone (woonkamer bijv.) en in een
tweede (
Zone 2
) en/of derde zone (
Zone 3
). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde zone met de meegeleverde afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in Zone 2 en/of Zone 3.
Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in Zone 2
en/of Zone 3 over naar de hoofdzone (bijv. uw woonkamer; naar uw CD-speler of DVD-speler).
Een versterker en luidsprekers voor Zone 2 en/of Zone 3.
Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor Zone 2 en/of Zone 3 als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken.
Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten om het in meerdere zones te kunnen gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde
erkende Yamaha dealer of servicecentrum te raadplegen voor de
Zone 2
en
Zone 3
aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen.
Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken voor
Zone 2
of
Zone 3
, dient u de externe versterker te verbinden met de
ZONE OUT
aansluitingen en moet u “
EXT
” selecteren bij “
Zone2 Amplifier
” of “
Zone3 Amplifier
” (
zie bladzijde 94
).
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is
ingesteld op “Fixed” (zie bladzijde 94).
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Verbind de signaalbron met de analoge audio ingangsaansluitingen van dit toestel om deze signaalbron weer te
kunnen geven in Zone 2 of Zone 3. Dit toestel kan de audiosignalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT en
HDMI aansluitingen niet weergeven via de ZONE OUT aansluitingen.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Opmerkingen
OUTOUT
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
REMOTE
Dit toestel Yamaha component Yamaha componentInfraroodontvanger
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
Infraroodzender
DVD-speler enz.
Versterker
Afstandsbediening
Alleen analoge audiosignalen
Ve rs t er ke r
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede zone (Zone 2) Derde zone (Zone 3)
Eerste ruimte
Dit toestel
Van de ZONE OUT (ZONE 2) aansluitingen
Van de ZONE OUT (ZONE 3) aansluitingen
Naar de REMOTE IN aansluiting
Naar de REMOTE IN aansluitingVan de REMOTE OUT aansluiting
Van de ZONE OUT (ZONE VIDEO) aansluiting
Infraroodontvanger
116 Nl
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “INT:[SP1]”
of “INT:[SP2]” voor “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 94).
Als u twee interne versterkers (SP1 en SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “Both” bij
“Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 94).
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening.
Selecteren van Zone 2 of Zone 3
Bediening via het voorpaneel
1 Druk op
Q
ZONE 2 ON/OFF of
Q
ZONE 3
ON/OFF op het voorpaneel om Zone 2 of
Zone 3 apart in of uit te schakelen.
2 Druk herhaaldelijk op
Q
ZONE CONTROLS
op het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
Met elke druk op
Q
ZONE CONTROLS zal het
display op het voorpaneel veranderen zoals hieronder
staat aangegeven en zal de indicator voor de op dit
moment geselecteerde zone ongeveer 10 seconden
lang knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd.
ZONE2
Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties.
ZONE3
Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties.
y
U moet deze stap binnen 10 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval
Q
ZONE
CONTROLS nog eens ingedrukt.
De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als
Zone 3 zijn ingeschakeld.
Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid
De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde
Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
R
L
+
SP2
SINGLE
R
L
+
+
+
+
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
L
SP1
Derde zone
(Zone 3)
Dit toestel
Tweede zone
(Zone 2)
Bedienen van Zone 2 of Zone 3
ZONE2
ZONE3
Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de
hoofdzone is geselecteerd.
117 Nl
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 118 voor andere handelingen.
Afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk
op
B
SELECT k om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
“ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster (B)
van de afstandsbediening verschijnen.
2 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 118 voor andere handelingen.
3
Druk op
B
SELECT k / n
om de
Zone 2/Zone 3
bedieningsfunctie te verlaten.
Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met
de afstandsbediening
9
POWER en
8
STANDBY op de afstandsbediening
werken iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone
zoals die in het uitleesvenster (B) van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft
geselecteerd (zie bladzijde 117), kunt u de hoofdzone,
Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit
(standby) zetten.
Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd,
zullen door op
9
POWER te drukken de hoofdzone,
Zone 2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl
een druk op
8
STANDBY deze zones tegelijk uit
(standby) zal zetten.
Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone
staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden
wanneer er op
9
POWER of
8
STANDBY wordt gedrukt.
“ALL” zal in het uitleesvenster (B) ovan de afstandsbediening
verschijnen wanneer er op
B
SELECT n wordt gedrukt.
Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
Verdraai
C
INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP
en druk op één van de ingangskeuzetoetsen (
1
))
om de gewenste signaalbron voor de
geselecteerde zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2;naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3;naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster
(B) van de afstandsbediening verschijnen wanneer
respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is geselecteerd.
De geselecteerde signaalbronnen worden gedeeld door alle zones.
Als u een andere opnamebron instelt dan “
SOURCE
(
zie bladzijde 67
), zal de signaalbron voor
Zone 2
worden
vastgesteld op de signaalbron die u heeft ingesteld als opnamebron.
Dit toestel zal het iPod of network/USB menu niet tonen op een beeldscherm
dat is verbonden met één van de
ZONE VIDEO
aansluitingen.
y
U moet deze stap binnen 10 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op
Q
ZONE CONTROLS op het voorpaneel.
Wanneer er een beeldscherm is verbonden met één van de
ZONE
VIDEO
aansluitingen, kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2
of
Zone 3
op dat beeldscherm weer laten geven. Zet “
Zone OSD
op “
Zone2&Zone3
” of “
Zone2
” (
zie bladzijde 93
).
SELECT
TV
SOURCE
AMP
of
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster (B)
POWER en
STANDBY
Stand voor de
hoofdzone
Naam van de
geselecteerde set
bedieningstoetsen
Hiermee zet u alleen
de hoofdzone aan of
uit (standby).
Zone 2 stand
“ZONE 2” of “2;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u alleen de
weergave in
Zone 2
aan
of uit (standby) zetten.
Zone 3 stand
“ZONE 3” of “3;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u alleen de
weergave in
Zone 3
aan
of uit (standby) zetten.
Alle standen
“ALL”
9
POWER: zet de
hoofdzone, Zone 2
en Zone 3 aan.
8
STANDBY
:
hiermee zet u de
hoofdzone, Zone 2 en
Zone 3 tegelijkertijd
uit (standby).
Opmerkingen
Opmerkingen
118 Nl
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
Verdraai RVOLUME op het voorpaneel
(of druk op CVOLUME +/) om het volume voor
de geselecteerde zone op het gewenste niveau in
te stellen.
y
Druk op
E
MUTE op de afstandsbediening om het in de
geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen.
Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3,
kunt u
C
VOLUME +/ alleen gebruiken wanneer “Zone2
Volume” of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Variable” via
“Zone2 Set” of “Zone3 Set” (zie bladzijde 94).
Instellen van de balans van de
luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3
Druk herhaaldelijk op
E
TONE CONTROL,
selecteer “BALANCE” en verdraai vervolgens
OPROGRAM om de balans tussen de linker en
rechter luidspreker in de geselecteerde zone te
regelen.
Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
D
AMP
en gebruik
CH +/–
op de
afstandsbediening om de weergave van de hoge
tonen (
TREBLE
) te regelen, of gebruik
TV VOL +/–
om de weergave van de lage tonen (
BASS
) te
regelen.
y
U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met
E
TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op
bladzijde 51 voor details.
Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het
uitleesvenster (B) van de afstandsbediening voor u de toonkleur
voor de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 117).
Doe het volgende nadat u de Zone 2 of Zone 3
bedieningsfunctie heeft ingeschakeld.
Opmerking
Opmerking
+
TV VOL
+
CH
TV
SOURCE
AMP
TREBLE
BASS
119 Nl
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruiken van de Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
U kunt de Zone 2 en Zone 3 functies bedienen met de
meegeleverde Zone 2/Zone 3 afstandsbediening. Stel eerst
de ID1/ID2 schakelaar en de ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
op de juiste manier in.
Bedienen van versterkerfuncties
1 Ingangskeuzetoetsen
Selecteert de gewenste signaalbron voor de zone in
kwestie.
4 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 121).
5 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Deze toets werkt alleen wanneer
A
MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
6 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Deze toets werkt alleen wanneer
A
MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
7 VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
8 MUTE
Schakelt de geluidsweergave in Zone 2 of Zone 3 tijdelijk
uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave te
hervatten op het oorspronkelijke volumeniveau.
9 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
Bedienen van tunerfuncties (zie bladzijde 53)
2 PRESET k / n
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8)
kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 55).
3 A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
(zie bladzijde 55).
Opmerking
TUNER
CD
CD-R
MD/TAPE DVD
BD/HD DVD
NET/USB
DTV/CBL
VCR
V-AUX/DOCK
DVR
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
4
9
8
7
6
5
1
2
3
Opmerking
Selecteer de “TUNER” als signaalbron voor de zone in
kwestie om de volgende functies te kunnen gebruiken.
GEAVANCEERDE SETUP
120 Nl
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer
A
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt
om dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 33).
Alleen
A
MASTER ON/OFF,
P
STRAIGHT en
O
PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
1 Druk
A
MASTER ON/OFF op het
voorpaneel nog eens in zodat deze naar
buiten komt in de OFF stand om dit toestel
uit te schakelen.
2 Houd PSTRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens
A
MASTER
ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai
O
PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op
P
STRAIGHT op het
voorpaneel om de geselecteerde instelling te
wijzigen.
5 Druk
A
MASTER ON/OFF op het
voorpaneel nog eens in zodat deze naar
buiten komt in de OFF stand om de nieuwe
instelling op te slaan en dit toestel uit te
schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8MIN, 6MIN
Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 .
Selecteer “6MIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 .
Sensor voor de afstandsbediening
REMOTE SENSOR
Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel
van dit toestel aan of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening aan wilt zetten.
Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen
van de afstandsbediening uit wilt zetten.
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te
laten staan.
Geavanceerde setup
Opmerkingen
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu
SPEAKER
IMP.
Luidspreker Impedantieniveau
8ΩMIN
Vo o r
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
6ΩMIN
Vo o r
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 4
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
Opmerking
121 Nl
Geavanceerde setup
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Inschakelen bij RS-232C gebruik
RS-232C STANDBY
Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de
RS-232C
interface laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat.
Keuzes: YES, NO
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: YES
[Overige modellen]: NO
Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Afstandsbediening AMP ID
RC AMP ID
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen.
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2001”.
Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2002”.
Instellen van een AMP ID code op de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
C
AMP of
C
SOURCE.
2 Houd
M
LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op
4
l / h
tot “L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster
(B) van de afstandsbediening.
•U moet
M
LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Druk op
4
ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster (B) van de afstandsbediening.
4 Gebruik de cijfertoetsen (
6
) om de vier
cijfers van de AMP ID
afstandsbedieningscode voor de gewenste
set bedieningstoetsen in te voeren.
*1 Afstandsbedieningsinstelling.
*2 De instelling van dit toestel.
5 Druk op
4
ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen als de
instelling gelukt is.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 2.
6 Druk nog eens op
M
LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Afstandsbediening TUNER ID
RC TUNER ID
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen.
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”.
Instellen van een TUNER ID op de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op
D
AMP of
D
SOURCE en druk
vervolgens op
1
TUNER op de
afstandsbediening om de tuner waarvoor een
andere afstandsbediening ID wilt instellen te
selecteren.
Opmerkingen
LEARN
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
AMP ID code
afstandsbediening
*1
Functie
RC AMP ID
*2
2001
(begininstelling)
Bedient dit toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2002
Bedient dit toestel met een
alternatieve code.
ID2
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
LEARN
122 Nl
Geavanceerde setup
2 Houd
M
LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
tot “L;TUN” en “TUNER” om en om
verschijnen in het uitleesvenster (B).
•U moet
M
LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Druk op
4
ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster (B) van de afstandsbediening.
4 Gebruik de cijfertoetsen (
6
) om de vier
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de gewenste set bedieningstoetsen in te
voeren.
*1 Afstandsbedieningsinstelling.
*2 De instelling van dit toestel.
5 Druk op
4
ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen als de
instelling gelukt is.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 2.
6 Druk nog eens op
M
LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Afstemstap tuner TUNER FRQ STEP
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Bi-amp instelling BI-AMP
Gebruik deze functie om de ‘bi-amp’ (dubbele
versterking) functie aan of uit te zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de bi-amp (dubbele versterking)
functie aan wilt zetten.
Selecteer “OFF” als u de bi-amp (dubbele versterking)
functie uit wilt zetten.
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de
SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de
bi-amp aansluitingen (zie bladzijde 19).
Opmerkingen
Afstandsbediening
TUNER ID code
*1
Functie
RC TUNER
ID
*2
2602
(begininstelling)
Bedient dit toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Bedient dit toestel met een
alternatieve code.
ID2
LEARN
3 seconden
LEARN
Zie bladzijde 120 voor de bediening van het uitgebreide
instelmenu (de geavanceerde setup).
Opmerking
123 Nl
Geavanceerde setup
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Parameters initialiseren INITIALIZE
Met deze functie kunt u de parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
U kunt kiezen welke categorie parameters u terug wilt
zetten.
Keuzes: DSP PARAM, VIDEO, NETWORK, ALL,
CANCEL
Selecteer “DSP PARAM” om alle
geluidsveldparameters terug te zetten op hun
beginwaarden (zie bladzijde 71).
Selecteer “VIDEO” met uitzondering van “Short
Message” en “On Screen” (zie bladzijde 87).
Selecteer “NETWORK” om de netwerk- en USB
instellingen te initialiseren (zie bladzijde 91).
Selecteer “ALL” om alle instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Selecteer “CANCEL” om het terugzetten te annuleren.
Gebruik “Initialize” in het geluidsveldprogramma menu om de
parameters voor een bepaald programma terug te zetten
(zie bladzijde 77).
Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in
het “NET/USB” automatisch worden ingesteld op “On”
(zie bladzijde 91) en zal de geregistreerde client ID van dit
toestel op uw Yamaha MCX-2000 worden gewist (zie
bladzijde 64).
TV formaat TV FORMAT
Met deze functie kunt u het kleurweergavesysteem van uw
tv instellen.
Keuzes: NTSC, PAL
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene]:
NTSC
[Overige modellen]: PAL
Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm
dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet
op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2
VIDEO aansluitingen.
HDMI monitor-controlefunctie
MONITOR CHECK
Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan
of uit te zetten. Wanneer “MONITOR CHECK” is
ingesteld op “YES”, zal dit toestel de gegevens omtrent de
videosignalen en resoluties waarvoor het beeldscherm
geschikt is ontvangen van het beeldscherm zelf via de
HDMI verbinding en kunt u alleen maar de door het
beeldscherm ondersteunde resoluties selecteren bij
“HDMI Resolution” (zie bladzijde 87). Wanneer
“MONITOR CHECK” is ingesteld op “SKIP”, kunt u elke
mogelijke resolutie kiezen bij “HDMI Resolution”.
Keuzes: YES, SKIP
GUI taalkeuze GUI LANGUAGE
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans),
FRENCH (Frans), GERMAN (Duits),
SPANISH (Spaans), RUSSIAN (Russisch)
Opmerkingen
Opmerking
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
124 Nl
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
Algemeen
Oplossen van problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
33
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
15
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
23-30
De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat
op “
HDMI
”, “
COAX/OPT
” of “
ANALOG
”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
is ingesteld op “
ANALOG
” terwijl de
signaalbron digitale audiosignalen produceert.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO” of op “COAX/OPT”.
42
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met
C
INPUT op
het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen (1)
op de afstandsbediening).
41, 42
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
15
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
E
MUTE
of
C
VOLUME +/–
op de afstandsbediening
om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen.
43
Er worden signalen van een broncomponent
ontvangen die dit toestel niet kan
weergeven, zoals van een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
De
HDMI
componenten die zijn aangesloten
op dit toestel bieden geen ondersteuning voor
de
HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
21
“Support Audio” is ingesteld op “Other” en “HDMI”
audiosignalen worden niet weergegeven door dit toestel.
Zet “Support Audio” op “RX-V3800” via de
“Option”.
95
Geen beeld.
Er wordt gebruik gemaakt van
verschillende types video-aansluitingen
voor de in- en uitgang van het beeldsignaal.
Zet “Conversion” op “On” of sluit uw
broncomponenten op dezelfde manier aan op dit
toestel als uw beeldscherm.
86
Dit toestel produceert een video
uitgangssignaal dat niet wordt ondersteund
door het beeldscherm dat is aangesloten op
de HDMI OUT aansluiting.
Kies “INITIALIZE” voor “VIDEO” om de video
instellingen terug te zetten.
123
Zet “MONITOR CHECK” op “YES”.
123
De Pure Direct stand is in werking. Schakel de Pure Direct stand uit.
51
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
125 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Verkorte meldingen
worden niet
weergegeven op het
beeldscherm.
“Short Message” is ingesteld op “Off”. Zet “Short Message” op “On”.
87
“Conversion” is ingesteld op “Off”. Zet “Conversion” op “On”.
86
De via de HDMI ingangsaansluitingen
binnenkomende signalen worden gereproduceerd
via de
HDMI OUT
aansluiting.
Er komen HDTV videosignalen binnen.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
33, 120
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
E
MUTE
of
C
VOLUME +/–
op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
43
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
15
Onjuiste balans ingesteld via “
Speaker Level
”.
Wijzig de “Speaker Level” instellingen.
91
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP programma,
zal dit signaal via het middenkanaal worden
weergegeven, terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de midden-
luidspreker.
Center
” in het “
Speaker Set
” staat op “
None
”.
Zet “Center” op “Small” of “Large”.
89
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “7ch Stereo”) is
geselecteerd en er komt een analoog
2-kanaals ingangssignaal binnen.
Probeer een ander geluidsveldprogramma als u geluid
wilt laten weergeven door de midden-luidspreker.
45
Geen geluid uit de
aanwezigheidsluidspr
ekers.
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies
P
STRAIGHT om de effecten in te schakelen.
50
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
41
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
Surround
” in het “
Speaker Set
” staat op “
None
”.
Zet “Surround” op “Small” of “Large”.
89
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op
P
STRAIGHT
op het voorpaneel zodat
STRAIGHT
” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
50
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“Bass Out” staat op “Front” in het
“Speaker Set” terwijl er een Dolby Digital
of DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “SWFR” of “Both”.
89
“Bass Out” in het “Speaker Set” staat op
“SWFR” of “Front” terwijl er een
2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “Both”.
89
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“Surround” in het “Speaker Set” is
ingesteld op “None” en “Surround Back”
is automatisch ingesteld op “None”.
Zet “Surround” en “Surround Back” op een andere
instelling dan “None”.
89
“Surround Back” in het “Speaker Set”
staat op “None”.
Zet “Surround Back” op een andere instelling dan
“None”.
89
De CINEMA DSP 3D stand is in werking. Schakel de CINEMA DSP 3D stand uit (“OFF”). 50
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
126 Nl
Oplossen van problemen
De audio signaalbronnen
kunnen niet worden
weergegeven met het
gewenste digitale audio
signaaltype. (De gewenste
signaalbron indicator of
decoder indicator op het
display op het voorpaneel
licht niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van de draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
27
Het volume is te laag bij
weergave van een plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
Sluit de draaitafel op dit toestel aan via een
MC-kopversterker.
27
Het volume kan niet
worden verhoogd, of het
geluid klinkt vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er wordt niet opgenomen
door digitale opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
24, 27
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO
OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
27
De geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit toestel
kunnen niet worden
gewijzigd.
“Memory Guard” in het “Option” staat op
“On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
95
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
CHECK SP WIRES
zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
15
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
127 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
32
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
53
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
53
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
54
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
53
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
De meegeleverde AM ringantenne is
niet aangesloten.
Sluit de AM ringantenne correct aan, ook al
gebruikt u een buitenantenne.
32
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
128 Nl
Oplossen van problemen
Afstandsbediening
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
34
Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral
van TL lampen enz.) valt op de sensor voor
de afstandsbediening van dit toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
5
De batterijen gaan niet lang mee en zijn snel leeg.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Zet de afstandsbediening in de
D
AMP
stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de
afstandsbediening op de
D
SOURCE stand wanneer
u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in
de
D
TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor
de DTV of PHONO set wilt bedienen.
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met
behulp van de “
Lijst met afstandsbedieningscodes
” aan
het eind van deze handleiding.
105
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant
met behulp van de “
Lijst met afstandsbedieningscodes
aan het eind van deze handleiding.
105
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
105
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Ook als de juiste afstandsbedieningscode is
ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen
niet goed reageren op de afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
107
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
5
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand
van elkaar.
107
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
112
129 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
HDMI
Netwerk en USB
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Device Over
Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI componenten.
HDCP Error
HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten
HDMI
componenten ondersteuning
bieden voor de
HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
HDMI Message Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Out of Resolution
Het aangesloten beeldscherm is niet geschikt
voor de resolutie van het video ingangssignaal,
of er komt een analoog component videosignaal
binnen met een resolutie van 1080p.
Stel de resolutie van het video ingangssignaal
afkomstig van de signaalbron op de juiste manier in.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De PC server/MCX-2000/
Internetradio functioneert
niet naar behoren.
Het IP adres is niet correct ingesteld.
Zet de DHCP serverfunctie van de router aan (ON).
Of voer met 3de hand de vereiste instellingen uit
aan de hand van de huidige gebruiksomgeving.
91
De netwerkkabel is niet aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan.
31
De muziek op de PC
server kan niet worden
weergegeven.
De Windows Media Player 11 of
Windows Media Connect 2.0 is niet
geïnstalleerd op de PC.
Installeer Windows Media Player 11 of Windows
Media Connect 2.0 op de PC.
De muziek is opgenomen in een
bestandsindeling of formattering die niet met dit
toestel kan worden weergegeven. Dit toestel kan
geen andere muziekbestanden weergeven dan
WMA, MP3 en WAV (PCM formaat) bestanden.
Vergeet ook niet dat het toestel soms toch niet in
staat zal zijn bepaalde muziekbestanden weer te
geven, ook al zijn deze opgeslagen in WMA,
MP3 of WAV formaat.
Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat
compatibel is met dit toestel.
De muziek is auteursrechtelijk
beschermd.
Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd
materiaal weergeven.
Geen verbinding met
Windows Media Player 11
of Windows Media
Connect 2.0.
De Windows XP PC logt in op een
domein.
Log in op de lokale machine in plaats van het
domein.
Geen verbinding met de
MusicCAST server.
U probeert verbinding te krijgen met de
MCX-1000. De MusicCAST server die
verbonden kan worden met dit toestel is
de MCX-2000.
Gebruik een MCX-2000 of de PC server.
De automatische configuratie wordt niet
uitgevoerd.
Voer “Auto Configure” uit.
63
De melding “Disconnected”
(Niet aangesloten) verschijnt
ook al is er wel degelijk een
USB apparaat aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
65
Er kan geen Internetradio
worden weergegeven.
De firewall van het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden
weergegeven wanneer het signaal de door elke
zender gespecificeerde poort passeert. Het
poortnummer hangt af van de radiozender zelf.
Controleer de firewall-instellingen van het
netwerkapparaat in kwestie.
De verbinding met het internet is
verbroken.
Controleer de configuratie van het netwerkapparaat
en zoek vervolgens verbinding met uw provider.
130 Nl
Oplossen van problemen
De muziekbestanden en
mappen op het USB
apparaat kunnen niet
worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op andere
geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken
of een map met meer dan 500 bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB
apparaat.
Het USB apparaat kan niet
worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers herkennen.
Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in staat kan blijken te
zijn bepaalde USB apparaten te herken, ook al zijn dit
ogenschijnlijk geschikte apparaten zoals hierboven vermeld.
65
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
65
Dit toestel roept niet het
correcte item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Het aangesloten USB apparaat is niet
correct.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
65
De directory (map) met het geselecteerde
item is gewijzigd.
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
65
Dit toestel roept niet het
geselecteerde item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Het USB apparaat is niet correct
aangesloten.
Sluit de geschikte USB apparatuur op de juiste
manier aan.
65
De PC of MCX-2000 met het
geselecteerde item staat uit.
Zet de PC of MCX-2000 aan.
63
De geselecteerde Internetradiozender is
tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet
meer.
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
64
Programmeer andere Internetradiozenders voor.
65
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Please wait Dit toestel is bezig de verbinding met uw
netwerk te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Please wait
(Starting Server)
Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te
schakelen die uit (standby) is gezet.
Wacht ongeveer 20 seconden.
Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw netwerk.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
de LAN poort van uw router of hub.
31
Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en
is ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op
de juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld
wanneer u naar de Internetradio wilt luisteren.
31
Disconnected Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
De eerder op dit toestel aangesloten PC
server of MCX-2000 bestaat niet meer.
Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server
of MCX-2000.
63
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
33
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
131 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Access error
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of
andere draagbare USB audiospeler.
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
33
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw
PC opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0
correct is geïnstalleerd op uw PC.
Controleer of de op uw PC opgeslagen
muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen
worden (MP3, WMA en WAV).
Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3,
WMA en WAV) op uw PC op die wel kunnen
worden weergegeven.
Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn,
hetgeen de weergave stoort of
onmogelijk maakt.
Probeer een netwerk te installeren dat exclusief
voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het
algemene netwerk.
List updated De lijst met materiaal dat is opgeslagen
op uw PC server of MCX-2000 is
bijgewerkt.
Bookmark ON De gewenste Internetradiozender is
toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst.
Bookmark OFF De opgeslagen Internetradiozender is
verwijderd van de “Bookmarks” lijst.
Empty Memory! Er zijn geen items toegewezen aan de
geselecteerde cijfertoets.
Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde
cijfertoets.
65
Not found! Dit toestel kan het aan de geselecteerde
cijfertoets toegewezen item niet vinden.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
65
Zet de PC of MCX-2000 aan.
63
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
64
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
65
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
132 Nl
Oplossen van problemen
iPod
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of op het
beeldscherm, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 30).
Auto Setup
Voor Auto Setup
Opmerking
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Loading... Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel
dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit
toestel.
30
Probeer uw iPod te resetten.
Unknown iPod De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
iPod connected Uw iPod is correct geplaatst in een
Yamaha iPod universeel dock (zoals de
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel, en
de verbinding tussen uw iPod en dit
toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel
dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel.
30
Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
37
Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
No Setup Menu! Alle setup menu's zijn ingesteld op “Skip”
(Overslaan).
Zet het gewenste menu-item op “Check”
(Controleren).
39
Memory Guard! “Memory Guard” is ingesteld op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 95
133 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tijdens Auto Setup
Na Auto Setup
Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “Auto Setup” opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwing “W2” of “W3” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
Afhankelijk van de luidsprekers is het mogelijk dat de waarschuwing “W1” verschijnt ook al zijn de luidsprekers correct aangesloten.
Als foutmelding “E10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
E01:No Front SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
15
E02:No Sur. SP Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
15
E03:No PRNS SP Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
15
E04:SBR SBL Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de SURROUND BACK SINGLE
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
15
E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “Auto Setup” onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
E06:Check Sur.
Wel surround achter-luidsprekers aangesloten,
maar geen L/R surround-luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u
surround achter-luidsprekers gebruikt.
15
E07:No MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “Auto Setup” procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met
de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
37
E08:No Signal De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon. 37
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
15
E09:User Cancel De “Auto Setup” procedure is geannuleerd
door iets dat de gebruiker gedaan heeft.
Doe de “Auto Setup” nog eens. 37
E10:Internal Err. Er is een interne fout opgetreden. Doe de “Auto Setup” nog eens. 37
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
W1:Out of Phase
De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze
melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie,
ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ of –).
15
W2:Over Distance De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W3:Level Error Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de luidspreker.
15
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit.
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in.
37
W4:SP Mismatch Het resultaat van de bedradingscontrole bij
de “Auto Setup” verschilt van de “Speaker
Set” instelling in de “Manual Setup”.
Gebruik “Speaker Set” onder
“Manual Setup” om met de hand de
luidspreker-instellingen te wijzigen.
88
Opmerkingen
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
134 Nl
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide
instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op
A
MASTER ON/OFF op het voorpaneel
drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
1 Druk
A
MASTER ON/OFF op het
voorpaneel nog eens in zodat deze naar
buiten komt in de OFF stand om dit toestel
uit te schakelen.
2 Houd
P
STRAIGHT ingedrukt en druk
vervolgens
A
MASTER ON/OFF naar
binnen, naar de ON stand om dit toestel in te
schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en de melding
“Geavanceerde setup” zal verschijnen op het display
op het voorpaneel.
3 Verdraai
O
PROGRAM en selecteer
“INITIALIZE”.
4 Druk herhaaldelijk op
P
STRAIGHT en
selecteer “ALL”.
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
U kunt de video parameters of geluidsveldprogramma
parameters apart terug laten zetten (initialiseren). Zie
bladzijde 123 voor details.
5 Druk
A
MASTER ON/OFF nog eens in zodat
deze naar buiten komt, naar de OFF stand om
uw selectie op te slaan en dit toestel uit te
schakelen.
Resetten van het systeem
Opmerkingen
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
INITIALIZE
CANCEL
INITIALIZE
ALL
WOORDENLIJST
135 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Audio en video synchronisatie
(‘lip sync’)
‘Lip sync’ staat voor ‘lip synchronisatie’ en geeft in deze
context zowel het probleem aan als een technische manier
om beeldsignalen en geluid signalen tijdens
signaaloverdracht en weergave netjes met elkaar in de pas
te laten lopen. De verschillende manieren waarop beeld en
geluid verwerkt worden hebben ingewikkelde instellingen
door de eindgebruiker vereist, maar HDMI versie 1.3 is nu
voorzien van een automatisch synchronisatie voor audio
en video die de apparatuur in staat stelt automatisch de
vereiste correcties uit te voeren, zonder dat de gebruiker
daarmee lastig wordt gevallen.
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene
versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen)
van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het
gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen.
In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte
toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de
weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-
schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een
bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen
frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op
dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde
waarde een HPF gewoon passeren.
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en P
R signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
Deep Color
Deep Color verwijst naar de grotere aantallen kleuren
(‘kleurdiepte’) die door beeldschermen kunnen worden
weergegeven, in vergelijking met de 24-bits kleurdiepte in
eerdere HDMI versies. Deze extra bits voor de
kleurweergave (en dus extra mogelijke kleuren) stellen
HDTV’s en andere soorten beeldschermen om het aantal
weer te geven kleuren op te voeren van miljoenen naar
miljarden en zorgen ervoor dat de storende kleurbanden op
het scherm worden vervangen door vloeiende
kleurovergangen en subtiele kleurgradaties. Een verbeterde
contrastverhouding betekent dat er veel meer grijstonen
kunnen worden weergegeven tussen zwart en wit. Deep
Color verhoogt ook het aantal mogelijke kleuren binnen de
door de RGB of YCbCr kleurruimten bepaalde grenzen.
‘Dialogue normalization’
‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een
Dolby Digital
of
DTS
functie die verschillende programma’s
op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het
volume niet hoeft aan te passen wanneer er een ander
Dolby Digital
of
DTS
programma wordt weergegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital
is een digitaal surroundsysteem met volledig
van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen
(links, midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt
Dolby Digital
in totaal 5 audiokanalen met het volle
frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer
lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect)
kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal
wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de
surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave
van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel
surroundeffect mogelijk dan bij
Dolby Surround
. Het grote
dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat
nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door
de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord
realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat
voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals
weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
Woordenlijst
136 Nl
Woordenlijst
Dolby Digital Plus
Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie
die speciaal is ontwikkeld voor high-definition
programma’s en media, inclusief HD uitzendingen, HD
DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is geselecteerd
als vereiste audiostandaard voor HD DVD en als een
optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert
multikanaals weergave via gescheiden kanalen. Dolby
Digital Plus biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot
6,0 Mbps en kan maximaal 7.1 gescheiden audiokanalen
tegelijk bevatten. Dolby Digital Plus wordt ondersteund
door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische
discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst,
maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande
multikanaals audiosystemen die gebruik maken van Dolby
Digital.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden
5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van
2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
Dolby TrueHD
Dolby TrueHD
is een geavanceerde, verliesloze
audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor high-
definition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs.
Deze technologie is een vereiste audiostandaard voor HD
DVD en een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en
levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio
masteropname en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. Dolby TrueHD biedt
ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps en kan
maximaal 8 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk
bevatten.
Dolby TrueHD
wordt ondersteund door HDMI
versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV
receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig
compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen en
behoudt de metadata mogelijkheden van
Dolby Digital
, zodat
de dialoog normalisatiefunctie en de regeling van het
dynamisch bereik onverminderd mogelijk blijven.
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt
voor het opslaan van audiosignalen op digitale media,
zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen
opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge
bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik
wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering
om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge
kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de
hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM
technologie van gewone audio-CD’s.
DTS 96/24
DTS 96/24
biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit
voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig
compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan
de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een
normale waarde van 48 kHz). “24” verwijst naar de gebruikte
codelengte van 24-bits.
DTS 96/24
biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met
die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
DTS Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een
6.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld
bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u
gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS
digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een
vrijwel vervormingsvrije weergave via 6 kanalen (dat wil
zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts
surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
137 Nl
Woordenlijst
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
DTS Express
DTS Express is een geavanceerde audiotechnologie voor
optioneel gebruik op Blu-ray Disc of HD DVD, die een
geluidssignaal van hoge kwaliteit met een lage bitsnelheid
biedt, speciaal voor overdracht via netwerken en voor
Internet applicaties. DTS Express wordt gebruikt voor de
Secondary Audio functie op Blu-ray Discs of de Sub
Audio functie van HD DVD. Deze functies kunnen op
commando van de gebruiker audiocommentaren laten
weergeven (bijvoorbeeld commentaar van de regisseur)
via het Internet enz. DTS Express signalen worden op de
speler gemengd met de hoofd-audiobitstroom, waarna het
gemengde signaal naar de AV receiver/versterker wordt
gestuurd via digitaal coaxiale, digitaal optische of analoge
verbindingen.
DTS-HD Master Audio
DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze
audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor high-
definition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs.
Deze technologie is een vereiste audiostandaard voor
zowel HD DVD als voor Blu-ray Discs en levert een
weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio
masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD Master Audio
biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps voor
HD DVD en 24,5 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen
tegelijk bevatten. DTS-HD Master Audio wordt
ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor
de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken
van DTS Digital Surround.
DTS-HD High Resolution Audio
DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie
met een hoog oplossend vermogen die speciaal is
ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals HD
DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een optionele
audiostandaard voor HD DVD en Blu-ray Discs en levert
een weergave die vrijwel niet te onderscheiden is van het
origineel en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD High Resolution
Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 3,0 Mbps
voor HD DVD en 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen
tegelijk bevatten. DTS-HD High Resolution Audio wordt
ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor
de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken
van DTS Digital Surround.
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de
audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI
geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-
bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een
veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie
omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan
de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of
DTS 5.1/6.1-kanaals systeem.
MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
138 Nl
Woordenlijst
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een
C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale
S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO
aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange
verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
GELUIDSVELDPROGRAMMA INFORMATIE
139 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Onderdelen van een geluidsveld
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die
onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende
soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van
het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond
of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het
direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het
plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk
van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze
informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat Yamaha nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
CINEMA DSP
Omdat de
Dolby Surround
en
DTS
systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Gebaseerd
op een macht aan daadwerkelijke meetgegevens geeft
Yamaha CINEMA DSP
u de audiovisuele ervaring van een
echte bioscoop in uw eigen huiskamer door middel van de
door Yamaha zelf ontwikkelde geluidsveldentechnologie
in combinatie met diverse digitale audiosystemen.
CINEMA DSP 3D
De daadwerkelijk gemeten geluidsveldgegevens bevatten
ook informatie betreffende de hoogte van het
geluidsbeeld. De CINEMA DSP 3D functie draagt zorg
voor een precieze reproductie van de hoogte van het
geluidsbeeld, zodat er een accurate en intensieve
dieptewerking optreedt in het in de luisterruimte
gecreëerde geluidsveld.
SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch
DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor
elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Compressed Music Enhancer
De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel
verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze
zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende
harmonische signalen te regenereren. Op deze manier
wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als
gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van
zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele
geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt.
Geluidsweergave door elk van de luidsprekers
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af
van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de
diagrammen in de tabel hieronder voor meer informatie omtrent
de opstelling van de luidsprekers voor elk
geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de
geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik van de
geluidsveldprogramma’s verwijzen we u naar “Geluidsweergave
in elk van de geluidsveldprogramma’s” in de “
APPENDIX
(AANHANGSEL)
” aan het eind van deze handleiding.
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers
kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt weergegeven.
Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk
kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde manier zijn
ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt
u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de
surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 45).
Geluidsveldprogramma informatie
Opmerking
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
140 Nl
Dit toestel maakt gebruik van Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee, samen
met de Parametric EQ instellingen (zie bladzijde 82), de
frequentiekarakteristieken via een instelbare equalizer
worden afgestemd op uw luisteromgeving. YPAO gebruikt
een combinatie van de volgende drie parameters
(Frequentie, Gain en Q-factor) om te komen tot een zo
precies mogelijke aanpassing van de
frequentiekarakteristieken.
Frequentie
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
één-derde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz.
Gain (extra versterking)
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
Q-factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequentie, Gain en
Q-factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft
7 equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Parametrische equalizer informatie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Band 1
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Band 1
Band 2
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Originele
frequentiekarakteristiek
TECHNISCHE GEGEVENS
141 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 ................................... 140 W
Dynamisch vermogen (IHF)
L/R voor 8/6/4/2 ........................................ 170/205/265/345 W
Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ......................................................... 185 W
Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 ........................................................ 200 W
Dynamisch bereik
8 .................................................................................... 0,84 dB
IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
L/R voor 1 kHz, 0,04% THV, 8 ...................................... 145 W
Dempingsfactor (IHF)
L/R voor 20 Hz t/m 20 kHz, 8 ............................... 150 of meer
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 k
CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................. 2,4 V of meer
Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900
PRE OUT .................................................................. 1,0 V/1,2 k
SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/1,2 k
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................. 1,0 V/1,4 k
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 ) .............................. 150 mV/100
Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct
..................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) .................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 70 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ....... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................. 86 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ......... 60 dB/55 dB of meer
CD, enz. (5,1 k kortgesloten) naar L/R voor
................................................................... 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling (L/R voor, Midden, Subwoofer)
BASS versterking/drempel ........................................ ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ............................................ 3,5 kHz
Zone 2/Zone 3 Toonregeling
BASS versterking/drempel .................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz
TREBLE turnover frequentie ............................................ 2,0 kHz
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (voor, midden, surround, surround-achter, aanwezigheid:
Klein) .......................................................................... 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Videoformaat [MONITOR OUT] (Achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
................................................................................... NTSC/PAL
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
................................................................................... PAL/NTSC
Videoformaat (Videoconversie)
..........................................................................................NTSC/PAL
Signaalniveau
Composiet ..................................................................1 Vp-p/75
S-video ............................ 1 Vp-p/75 (Y), 0,286 Vp-p/75 (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit)
................................................................................ 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit)
.................................................................................... 60 dB of meer
Frequentierespons [MONITOR OUT]
Component (Video omzetting uit)
........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
Videoformaat [ZONE OUT] (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.............................................................................................. PAL
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo .............................................................. 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo .................................................................... 0,2/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo .................................................................................... 42 dB
Frequentierespons
Stereo ............................................ 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75
Technische gegevens
142 Nl
Technische gegevens
AM GEDEELTE
•Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid .................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................ 500 W
Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
......................................................................... 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
............................................... 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en Algemene modellen]
........................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor Australië] ............................ 1 (100 W maximum)
[Modellen voor het V.K.] ................... 1 (100 W/0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] .......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm
Gewicht ................................................................................ 17,4 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
HDMI geschikte signalen
Audiosignalen
y
Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom
audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u
de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren
teruggemengd via de volgende aansluitingen:
multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 29)
DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en
stel de apparatuur op de juiste manier in.
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-
speler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u
de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de
bitstroom audiosignalen onveranderd reproduceert (en niet zelf
decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor
details.
Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties
(bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het
Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in
staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD
materiaal weer te geven.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de
volgende resoluties:
Videosignaalformaten
480i/576i
480p/576p
720p
1080i
1080p
Verversingsfrequentie
59,94(60)/50 Hz
y
Dit toestel accepteert ook 30 of 36-bits Deep Color
videosignalen.
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
media
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio, enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals, 32-192 kHz,
16/20/24 bits
DVD-Audio, enz.
DSD 2/5.1-kanaals,
2,8224 MHz, 1 bit
SACD, enz.
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz.
Bitstromen
(‘High definition’
audio)
Dolby TrueHD,
Dolby Digital Plus,
DTS-HD Master Audio,
DTS-HD High
Resolution Audio
Blu-ray Disc,
HD DVD, enz.
Opmerkingen
De HDMI interface van dit toestel is gebaseerd op de
volgende standaarden en normen:
HDMI Versie 1.3a (High-Definition Multimedia
Interface Specification Versie 1.3a) gelicenseerd
door HDMI Licensing, LLC.
HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection
System) gelicenseerd door Digital Content
Protection, LLC.
INDEX
143 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Numerics
2ch Stereo Direct, Geluidsveldparameter
...76
2ch STEREO, Geluidsveldprogramma’s
... 49
2-kanaals stereo direct.,
Geluidsveldparameter ...................... 76
3D indicator ......................................... 36
7ch Enhancer Level,
Geluidsveldparameter ...................... 76
7ch Enhancer, Geluidsveldprogramma’s
... 49
7ch Stereo Center Level,
Geluidsveldparameters .................... 76
7ch Stereo Presence L Level,
Geluidsveldparameters .................... 76
7ch Stereo Presence R Level,
Geluidsveldparameters .................... 76
7ch Stereo Sur. Back Level,
Geluidsveldparameter ...................... 76
7ch Stereo Surround L Level,
Geluidsveldparameters .................... 76
7ch Stereo Surround R Level,
Geluidsveldparameters .................... 76
7ch STEREO, Geluidsveldprogramma’s
... 49
7-kanaals Compressed Music Enhancer
effectniveau, Geluidsveldparameter
...76
7-kanaals stereo linker
aanwezigheidsluidsprekerniveau.,
Geluidsveldparameter ...................... 76
7-kanaals stereo linker
surround-luidsprekerniveau.,
Geluidsveldparameter ...................... 76
7-kanaals stereo
midden-luidsprekerniveau.,
Geluidsveldparameter ...................... 76
7-kanaals stereo rechter
aanwezigheidsluidsprekerniveau.,
Geluidsveldparameter ...................... 76
7-kanaals stereo rechter
surround-luidsprekerniveau.,
Geluidsveldparameter ...................... 76
7-kanaals stereo surround
achter-luidsprekerniveau.,
Geluidsveldparameter ...................... 76
96/24 indicator ..................................... 35
A
Aan zetten ............................................33
Aansluiten, audiocomponenten ............27
Aansluiten, set-top box ........................ 26
Aansluiting, AM antenne ..................... 32
Aansluiting, Blu-ray Disc-speler .........24
Aansluiting, CD-speler ........................27
Aansluiting, CENTER PRE OUT
aansluiting ........................................28
Aansluiting, draaitafel .......................... 27
Aansluiting, DVD-recorder ................. 26
Aansluiting, DVD-speler ..................... 25
Aansluiting, externe decoder ...............29
Aansluiting, FM antenne ...................... 32
Aansluiting, iPod .................................30
Aansluiting, multiformaat-speler ......... 29
Aansluiting, netsnoer ............................32
Aansluiting, PRESENCE PRE OUT
aansluiting ........................................28
Aansluiting, projector ...........................23
Aansluiting, PVR .................................26
Aansluiting, SUBWOOFER PRE OUT
aansluiting
.........................................28
Aansluiting, SURROUND BACK PRE OUT
aansluiting
...........................................28
Aansluiting, SURROUND PRE OUT
aansluiting ........................................28
Aansluiting, TV monitor ......................23
Aansluiting, videorecorder ...................26
Aansluitingen .......................................20
Aanvankelijke vertraging,
Geluidsveldparameter ......................73
Aanwezigheids- en surround
achter-luidspreker indicators ............35
Aanwezigheids-/surround
achter-luidspreker prioriteit,
Luidspreker-instellingen ..................90
Aanwezigheidsluidsprekers,
Luidspreker-instellingen ..................89
AC OUTLET(S) ...................................32
Achtergrond, Video ..............................88
Achtergrondvideo, ingangsselectie ......80
Action Game, Geluidsveldprogramma’s
...47
Adaptief DSP effectniveau, Volume ....81
Adaptieve regeling van het dynamisch
bereik, Volume .................................81
Adaptive DRC, Volume .......................81
Adaptive DSP Lvl, Volume .................81
Adventure, Geluidsveldprogramma’s
...49
AFFAIRS, Radio Data System
programmatype ................................57
Afstandsbediening AMP ID,
Geavanceerde setup .......................121
Afstandsbediening TUNER ID,
Geavanceerde setup .......................121
Afstandsbedieningscodes instellingen
...105
Afstandsbedieningssensor,
Geavanceerde setup .......................120
Afstemstap tuner, Geavanceerde setup
...122
Albums, netwerkmenu .........................61
AM afstemmen .....................................53
AM antenne aansluiten .........................32
AMP, Schakelaar voor de bedieningsfunctie
....34
Andere componenten bedienen met de
afstandsbediening ...........................104
Andere componenten bedienen,
Afstandsbediening ..........................104
Artists, netwerkmenu ...........................61
AUDIO aansluitingen ...........................20
Audio en video synchronisatie, Geluid
...84
Audio Info., Ingangssignaalinformatie
...96
Audio informatie, Ingangssignaalinformatie
...96
Audio ingangsaansluitingen selectie ....42
Audio ondersteuning, HDMI instellingen
...95
AUDIO SELECT .................................42
Audio Select, Ingangsmenu .................79
Audio Select, Optie ............................. 95
Audio-aansluitingen ............................ 20
Audiocomponenten aansluiten ............ 27
Audiokabelstekkers ............................. 20
Auto Bypass, Toonregeling ................. 84
AUTO indicator ................................... 36
Auto Setup ........................................... 37
Auto, Audio en video synchronisatie
... 84
Automatisch afstemmen,
FM/AM afstemmen ......................... 53
Automatisch passeren toonregeling,
Toonregeling ................................... 84
Automatisch voorprogrammeren,
FM/AM afstemmen ......................... 54
Automatische regeling audio vertraging
... 84
B
Basic, Handmatige setup ..................... 88
Basis, Handmatige setup ..................... 88
Basisprocedure weergave .................... 41
Bass Cross Over, Luidspreker-instellingen
... 90
Bass Out, Luidspreker-instellingen ..... 89
Bass, Toonregeling .............................. 83
Beginvertraging natrillingen,
Geluidsveldparameter ...................... 75
Beginvolume, Volume ......................... 81
Beschrijvingen geluidsveldparameters
... 73
Beschrijvingen stereo programmaparameters
... 76
Bestanden/Mappen, USB menu ........... 61
BGV, Ingangsselectie .......................... 80
BI-AMP, Geavanceerde setup ........... 122
Bi-AMP, Geavanceerde setup ........... 122
Blu-ray Disc-speler aansluiting ........... 24
Bookmarks, netwerkmenu ................... 61
C
CD-speler aansluiting .......................... 27
Cellar Club, Geluidsveldprogramma’s
... 47
CENTER PRE OUT aansluiting verbinden
.... 28
Center, Luidspreker-instellingen ......... 89
Chamber, Geluidsveldprogramma’s .... 46
Channel Mute, Geluid ......................... 85
Church in Freiburg,
Geluidsveldprogramma’s ................ 46
CINEMA DSP indicator ...................... 36
CLASSICAL, Geluidsveldprogramma’s
.... 46
CLASSICS, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Component geïnterlinieerde/progressieve
conversie, Video
............................... 86
Component I/P, Video ......................... 86
COMPONENT VIDEO aansluitingen
.... 20
Compressed Music Enhancer .............. 49
Control, Toonregeling ......................... 83
Conversion, Video ............................... 86
CT, Radio Data Systeem informatie .... 56
CULTURE, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Index
Index
144 Nl
D
Decoder beschrijvingen ....................... 68
Decoder indicators ............................... 36
Decoder Mode, Ingangsmenu .............. 79
Decoder Mode, Optie ........................... 95
Decoder parameter beschrijvingen ...... 77
Decoder Type, Geluidsveldparameters
...73
Decoderfunctie, Ingangsmenu ............. 79
Decodertype, Geluidsveldparameters
...73
Default Gateway, Netwerkinstellingen
.... 91
Default gateway, Netwerkinstellingen
...91
DHCP instelling, Netwerkinstellingen
... 91
DHCP, Netwerkinstellingen ................ 91
Dialogue Lift, Geluidsveldparameters
... 72
Dialooglift, Geluidsveldparameters ..... 72
DIGITAL COAXIAL aansluitingen .... 20
DIGITAL OPTICAL aansluitingen ..... 20
Dimmer, Instelling display voorpaneel
...93
Dimmer, Instelling display voorpaneel
...93
Distance, Automatische instelparameter
... 39, 40
DNS Server (P), Netwerkinstellingen
...91
DNS Server (S), Netwerkinstellingen
...91
DOCK indicator ................................... 35
Draaitafel aansluiten ............................ 27
Drama, Geluidsveldprogramma’s ........ 49
DRAMA, Radio Data System
programmatype ................................ 57
DSP effectniveau, Geluidsveldparameter
...71
DSP indicators ..................................... 36
DSP Level, Geluidsveldparameters ..... 71
DTS Neo:6 Music middengeluidsbeeld,
Decoderparameter
............................ 77
DVD-recorder aansluiting .................... 26
DVD-speler aansluiting ....................... 25
Dynamic Range, Geluid ....................... 82
Dynamisch bereik, Geluid ................... 82
E
EDUCATE, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Eenheid, Luidsprekerafstand ............... 91
ENHANCER indicator ........................ 36
ENTERTAINMENT,
Geluidsveldprogramma’s ................ 47
EON dataservice, Radio Data System
afstemmen ........................................ 58
Equalizing, Automatische
instelparameter .......................... 39, 40
EXTD Surround, Geluid ...................... 85
EXTD Surround, Optie ........................ 95
Externe decoder aansluiten .................. 29
Externe versterker aansluiten ............... 28
F
FM afstemmen ..................................... 53
FM antenne aansluiten ......................... 32
Front Input, Toewijzen van kanalen bij
multikanaals weergave .................... 80
Front Panel Disp., Optie ...................... 93
FRONT PRE OUT verbinding ............ 28
Front, Luidspreker-instellingen,
Voor-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen .................. 89
G
Geavanceerde geluidsinstellingen ........68
Geavanceerde setup ............................120
Geheugenbeveiliging, Optie .................95
Geluid tijdelijk uitschakelen ................43
Geluid, Handmatige setup ....................82
Geluidsveld indicators ..........................36
Geluidsveldprogramma’s .....................45
Geluidsveldprogramma’s met hoofdtelefoon
...50
Geluidsveldprogramma’s zonder
surround-luidsprekers ......................50
Genres, netwerkmenu ...........................61
Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm
...70
GUI LANGUAGE, Geavanceerde setup
.....123
GUI scherm positie, Video ...................87
GUI taalkeuze, Geavanceerde setup
....123
H
Hall in Amsterdam,
Geluidsveldprogramma’s .................46
Hall in Munich, Geluidsveldprogramma’s
...46
Hall in Vienna, Geluidsveldprogramma’s
...46
Handmatig afstemmen, FM/AM afstemmen
...53
Handmatig voorprogrammeren,
FM/AM afstemmen ..........................54
Handmatige regeling audio vertraging
...84
HDMI ...................................................21
HDMI Aspect, Video ...........................87
HDMI Auto, Audio en video synchronisatie
....84
HDMI automatische synchronisatie .....84
HDMI beeldverhouding, Video ...........87
HDMI indicator ....................................35
HDMI instellingen, Optie ....................95
HDMI monitor-controlefunctie,
Geavanceerde setup .......................123
HDMI Resolution, Video .....................87
HDMI Set, Optie ..................................95
HDMI videosignaalresolutie, Video ....87
Headphones, dynamisch bereik ............82
Headphones, Niveau Lage Frequentie
Effecten ............................................82
Help, netwerkmenu ..............................61
Herhaalde weergave, iPod weergave
....60
Herhaalde weergave, Weergavestijlen
...92
HiFi DSP indicator ...............................36
Hoofdtelefoon ......................................42
Hoofdtelefoon Dynamisch bereik ........82
Hoofdtelefoon indicator .......................36
Hoofdtelefoon Niveau Lage Frequentie
Effecten ............................................82
I
I/O Assignment, Ingangsmenu .............79
In-beeld display, Optie .........................93
Indicators ingangskanalen ....................35
INFO, Radio Data System programmatype
...57
Information, NET/USB ........................92
Infrarood venster ..................................34
Ingangskanaal en luidspreker indicators
...35
Ingangskanalen, Toewijzen van kanalen
bij multikanaals weergave
..................80
Ingangsselectie, GUI menu ..................78
Ingangssignaal indicators .....................36
Ingangssignaalinformatie, GUI menu
....96
Init. Delay, Geluidsveldparameter ....... 73
Initial Volume, Volume ....................... 81
INITIALIZE, Geavanceerde setup .... 123
Initialize, Geluidsveldparameter ......... 77
Input Channels, Toewijzen van kanalen
bij multikanaals weergave
................. 80
Input Select, GUI menu ....................... 78
Inschakelen bij RS-232C gebruik,
Geavanceerde setup ....................... 121
Instelling display voorpaneel, Optie .... 93
Instellingen voor elk van de luidsprekers,
Kanaaldemping
................................. 85
Internet radio ....................................... 64
Internet Radio, netwerkmenu .............. 61
IP Address, Netwerkinstellingen ......... 91
IP adres, Netwerkinstellingen .............. 91
iPod aansluiten .................................... 30
iPod gebruik ........................................ 59
iPod instellingen, Optie ....................... 93
iPod opladen wanneer het toestel uit
(standby) staat, iPod instellingen .... 93
iPod, Optie ........................................... 93
K
Kamergrootte, Geluidsveldparameters
... 73
Kanaaldemping, Geluid ....................... 85
Klok/tijd, Radio Data Systeem informatie
... 56
L
Lage tonen crossover,
Luidspreker-instellingen ................. 90
LAN verbinding .................................. 31
Language, GUI menu .......................... 97
Level, Automatische instelparameter
.... 39, 40
Levendigheid, Geluidsveldparameter
.... 74
LFE Level, Geluid ............................... 82
LIGHT M, Radio Data System
programmatype ............................... 57
Linker en rechter voorkanalen
ingangsaansluitingen,
Multikanaalstoewijzing ................... 80
Linker/rechter surround achter-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen
....................... 89
Linker/rechter surround-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen ................. 89
Lipsync, Geluid ................................... 84
LIVE/CLUB, Geluidsveldprogramma’s
.... 46
Liveness, Geluidsveldparameter ......... 74
Locations, netwerkmenu ..................... 61
Luidspreker Dynamisch bereik ........... 82
Luidspreker Niveau Lage Frequentie Effecten
.... 82
Luidsprekerafmetingen, automatische
instelparameter
........................... 39, 40
Luidsprekerafstand, automatische
instelparameter .......................... 39, 40
Luidsprekerafstand, Basis ................... 90
Luidsprekerbedrading, Automatische
instelparameter .......................... 39, 40
Luidsprekerimpedantie instelling ........ 33
Luidspreker-impedantie,
Geavanceerde setup ....................... 120
Luidspreker-instellingen, Basis ........... 88
Luidsprekerniveau instellen ................ 52
Luidsprekerniveau, Basis .................... 91
Index
145 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
M
M.O.R. M, Radio Data System
programmatype ................................ 57
MAC Address, Netwerkinformatie ...... 92
MAC adres, Netwerkinformatie ..........92
Macro programmeren, afstandsbediening
.... 109
Manual, Audio en video synchronisatie
.... 84
MASTER ON/OFF .............................. 33
Max Volume, Volume ......................... 81
Maximum volume, Volume ................. 81
Meegeleverde accessoires ......................4
Memory Guard, Optie .......................... 95
MEMORY indicator ............................ 36
Midden-luidspreker,
Luidspreker-instellingen .................. 89
Mode, Kanaaldemping ......................... 85
MONITOR CHECK, Geavanceerde setup
....123
Mono Movie, Geluidsveldprogramma’s
... 49
MOVIE, Geluidsveldprogramma’s ...... 48
Multi CH Assign, Ingangsmenu ..........80
MULTI CH INPUT aansluitingen .......29
MULTI CH INPUT component selectie
....42
Multiformaat-speler verbinding ........... 29
Multifunctioneel display ...................... 35
Multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave ................................ 52
Multikanaals weergave met hoofdtelefoon
...50
MULTI-ZONE configuratie, Zone2, Zone3
.... 115
MUSIC ENHANCER,
Geluidsveldcategorie ....................... 49
Music Video, Geluidsveldprogramma’s
... 48
MUTE ..................................................43
MUTE indicator ................................... 35
Muting Type, Volume ..........................81
N
Natriltijd, Geluidsveldparameter .........74
Neo:6 Cinema, Decodertype ................ 69
Neo:6 Music Center Image,
Decoderparameter ............................ 77
Neo:6 Music, Decodertype .................. 69
NET/USB, Handmatige setup ..............91
NET/USB, Handmatige setup ..............91
Netsnoer aansluiten .............................. 32
Netwerkfunctie ..................................... 61
Netwerkinformatie, NET/USB ............ 92
Netwerkinstelling ................................. 31
Netwerkinstellingen, NET/USB .......... 91
Netwerkmenu .......................................61
Netwerkstatus, Netwerkinformatie ......92
Network, NET/USB ............................. 91
New Stations, netwerkmenu ................ 61
NEWS, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Nieuwe naam geven, Ingangsmenu .....80
Niveau Lage Frequentie Effecten, Geluid
....82
Niveau natrillingen,
Geluidsveldparameter ...................... 75
O
On Screen, Video ................................. 87
Onbewerkte signaalbronnen ................50
Oplaad-indicator ..................................35
Oplossen van problemen .................... 124
Optie, Handmatige setup ......................93
Optimalisatie-microfoon ......................37
OPTIMIZER MIC aansluiting .............37
Option, Handmatige setup ....................93
OTHER M, Radio Data System
programmatype ................................57
P
Parameters initialiseren,
Geavanceerde setup .......................123
Parametric EQ, Geluid .........................82
Parametrische equalizer informatie ....140
Parametrische equalizer, Geluid ...........82
Parametrische equalizerniveau,
automatische instelparameter .....39, 40
PC server ..............................................63
PC/MusicCAST, netwerkfunctie ..........61
PHONES aansluiting ............................42
Play Style, NET/USB ...........................92
Playlists, netwerkmenu ........................61
PLII Game, Decodertype .....................68
PLII Movie, Decodertype ...............68, 69
PLII Music, Decodertype .....................68
PLIIx Game, Decodertype ...................68
PLIIx Movie, Decodertype .............68, 69
PLIIx Music en PLII Music Center Width,
Decoderparameter
...............................77
PLIIx Music en PLII Music Dimension,
Decoderparameter
..............................77
PLIIx Music, Decodertype ...................68
Podcasts, netwerkmenu ........................61
POP M, Radio Data System
programmatype ................................57
Popular Stations, netwerkmenu ............61
Position, Video .....................................87
PR/SB Priority, Luidspreker-instellingen
...90
PRESENCE PRE OUT aansluiting
verbinding ........................................28
Presence, Luidspreker-instellingen ......89
Primaire DNS server, Netwerkinstellingen
...91
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music
Dimension, Decoderparameter
.............77
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music
middenbreedte, Decoderparameter
........77
PRO LOGIC, Decodertype ..................68
Programmaservice, Radio Data System
informatie .........................................56
Programmatype, Radio Data System
informatie .........................................56
Projector aansluiting .............................23
PS, Radio Data Systeem informatie .....56
PTY SEEK functie, Radio Data Systeem
afstemmen
..........................................57
PTY, Radio Data Systeem informatie
....56
PURE DIRECT ....................................51
Pure hi-fi weergave ..............................51
PVR aansluiting ...................................26
R
Radio Data Systeem afstemmen ...........56
Radiotekst, Radio Data Systeem informatie
...56
RC AMP ID, Geavanceerde setup .....121
RC TUNER ID, Geavanceerde setup
.....121
Recall Play, netwerkmenu ....................61
Rechtstreeks Compressed Music Enhancer
effectniveau, Geluidsveldparameter
...... 76
Recital/Opera, Geluidsveldprogramma’s
... 48
RECOUT indicator .............................. 35
Regeling hoge tonen, Toonregeling .... 84
Regeling lage tonen, Toonregeling ...... 83
REMOTE IN aansluiting ..................... 30
REMOTE OUT aansluiting ................. 30
REMOTE SENSOR, Geavanceerde setup
.... 120
Rename, Ingangsmenu ........................ 80
Repeat .................................................. 60
Repeat, Weergavestijlen ...................... 92
Resetten van het systeem ................... 134
Rev. Delay, Geluidsveldparameter ...... 75
Rev. Level, Geluidsveldparameter ...... 75
Rev. Time, Geluidsveldparameter ....... 74
ROCK M, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Roleplaying Game, Geluidsveldprogramma’s
... 47
Room Size, Geluidsveldparameters ..... 73
RS-232C STANDBY, Geavanceerde setup
.... 121
RT, Radio Data Systeem informatie .... 56
S
S VIDEO aansluitingen ....................... 20
SB. Init. Delay, Geluidsveldparameter 73
SB. Liveness, Geluidsveldparameter ... 74
SB. Room Size, Geluidsveldparameters
... 73
Schakelaar voor de bedieningsfunctie
... 34
SCIENCE, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Sci-Fi, Geluidsveldprogramma’s ......... 48
Scroll, Instelling display voorpaneel ... 93
Scrollen over het display op het voorpaneel,
Instelling display voorpaneel
................ 93
Secundaire DNS server,
Netwerkinstellingen ........................ 91
Selectie, Audio ingangsaansluitingen
... 42
Selectie, MULTI CH INPUT component
.... 42
Selectie, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Selectiefunctie audio ingangsaansluiting,
Ingangsmenu
.................................... 79
Server, netwerkmenu ........................... 61
Set-top box aansluiting ........................ 26
Setup, Netwerkinstellingen .................. 91
Setup, Netwerkinstellingen .................. 91
Short Message, Video .......................... 87
Shuffle ................................................. 60
Shuffle, Weergavestijlen ..................... 92
Signaalbron indicators ......................... 35
Signal Info., GUI menu ....................... 96
SILENT CINEMA ............................... 50
SILENT CINEMA indicator ............... 36
Size, Automatische instelparameter
... 39, 40
Slaaptimer ............................................ 43
SLEEP indicator .................................. 36
Sneltoetsen, Netwerk/USB functie ...... 65
Songs, netwerkmenu ............................ 61
Soort demping, Volume ....................... 81
Sound, Handmatige setup .................... 82
SOURCE, Schakelaar voor de
bedieningsfunctie ............................ 34
Speaker Distance, Basis ....................... 90
Index
146 Nl
SPEAKER IMP., Geavanceerde setup
..... 120
Speaker Level, Basis ............................ 91
Speaker Set, Basis ................................ 88
Speakers Dynamisch bereik ................. 82
Speakers, Niveau Lage Frequentie Effecten
.... 82
Spectacle, Geluidsveldprogramma’s ...48
SPORT, Radio Data System programmatype
.... 57
Sports, Geluidsveldprogramma’s ......... 47
Stand, Kanaaldemping ......................... 85
Standaardinstelling decoderfunctie, Optie
... 95
Standaardinstelling Selectiefunctie audio
ingangsaansluiting, Optie
.................. 95
Standaardinstelling uitgebreid surround, Optie
... 95
Standaardinstellingen
afstandsbedieningscodes ................ 105
Standard, Geluidsveldprogramma’s .....48
Standby Charge, iPod instellingen ....... 93
Status, Netwerkinformatie ................... 92
Stekkers ................................................ 20
STEREO indicator ............................... 36
STEREO, Geluidsveldprogramma’s .... 49
Stereo/Surround, GUI menu ................ 71
Stereo-/surroundmenu, GUI menu ....... 71
STRAIGHT .......................................... 50
Straight Enhancer Level,
Geluidsveldparameter ...................... 76
Straight Enhancer, Geluidsveldprogramma’s
...49
STRAIGHT stand ................................ 50
Stroomschema audiosignalen .............. 22
Stroomschema videosignalen .............. 22
Subnet Mask, Netwerkinstellingen ...... 91
Subnet masker, Netwerkinstellingen ... 91
SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
verbinding
........................................ 28
Subwooferfase, Luidspreker-instellingen
... 90
Support Audio, HDMI instellingen .....95
SUR. DECODE, Decodercategorie ..... 68
Sur. Init. Delay, Geluidsveldparameter
... 73
Sur. Liveness, Geluidsveldparameter
... 74
Sur. Room Size, Geluidsveldparameters
... 73
Surround aanvankelijke vertraging,
Geluidsveldparameter ...................... 73
SURROUND BACK PRE OUT
aansluiting verbinding ..................... 28
Surround Back, Luidspreker-instellingen
... 89
Surround kamergrootte,
Geluidsveldparameter ...................... 73
Surround levendigheid,
Geluidsveldparameter ...................... 74
SURROUND PRE OUT aansluiting
verbinding ........................................ 28
Surround, Luidspreker-instellingen ..... 89
Surround-achter aanvankelijke vertraging,
Geluidsveldparameter
........................ 73
Surround-achter kamergrootte,
Geluidsveldparameter ...................... 73
Surround-achter levendigheid,
Geluidsveldparameter ...................... 74
SWFR Phase, Luidspreker-instellingen
...90
Systeem ID, Netwerkinformatie .......... 92
Systeemgeheugen ................................. 98
System Memory ................................... 98
System, Netwerkinformatie ................. 92
T
Taal, GUI menu ....................................97
Technische gegevens ..........................141
Test Tone, Basis ...................................88
Test Tone, Parametrische EQ ...............83
Testtoon, Basis .....................................88
Testtoon, Parametrische EQ .................83
The Bottom Line, Geluidsveldprogramma’s
....47
The Roxy Theatre, Geluidsveldprogramma’s
....47
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen,
Ingangsmenu
.....................................79
Toewijzen van kanalen bij multikanaals
weergave, Ingangsmenu
....................80
Tone Control, Geluid ...........................83
Toonregeling ........................................51
Toonregeling, Geluid ...........................83
Toonregeling, Toonregeling .................83
TRANSMIT indicator ..........................34
Treble, Toonregeling ............................84
TUNED indicator .................................36
Tuner (radio) indicators .......................36
TUNER FRQ STEP, Geavanceerde setup
.....122
TV afstandsbediening ........................103
TV bedienen, Afstandsbediening .......103
TV formaat, Geavanceerde setup .......123
TV FORMAT, Geavanceerde setup
....123
TV monitor aansluiting ........................23
TV, Schakelaar voor de bedieningsfunctie
....34
U
Uit (standby), hoofdzone ......................33
Uit (standby), Zone2, Zone3 ..............117
Uit zetten ..............................................33
Uitgebreid surround, Geluid ................85
Unit, Luidsprekerafstand ......................91
USB draagbare audiospeler ..................65
USB functie ..........................................61
USB geheugenapparaat ........................65
USB menu ............................................61
USB, USB menu ..................................61
V
VARIED, Radio Data System
programmatype ................................57
Verbetering gebruik andere netwerken,
Radio Data System afstemmen ........58
Verbinding, CENTER PRE OUT
aansluiting ........................................28
Verbindingen, netwerk .........................31
Verkorte weergave meldingen, Video
....87
VIDEO aansluitingen ...........................20
VIDEO AUX aansluitingen .................30
Video conversie, Video ........................86
Video Info., Ingangssignaalinformatie
....96
Video informatie, Ingangssignaalinformatie
....96
Video op de achtergrond ......................43
Video, Handmatige setup .....................86
Video, Handmatige setup .....................86
Video-aansluitingen .............................20
Videorecorder aansluiting ....................26
Village Vanguard, Geluidsveldprogramma’s
....46
Virtual CINEMA DSP .........................50
VIRTUAL indicator .............................36
VOLTAGE SELECTOR ........................5
VOLUME niveauaanduiding .............. 35
Volume Trim, Ingangsmenu ................ 79
Volume trimmen, Ingangsmenu .......... 79
Volume, Handmatige setup ................. 81
Volume, Handmatige setup ................. 81
Volumeniveau, automatische
instelparameter .......................... 39, 40
Voorkeuzezenders selecteren .............. 55
Voorkeuzezenders verwisselen,
FM/AM afstemmen ......................... 55
Voorpaneel klep .................................. 34
W
Wall Paper, Video ............................... 88
Warehouse Loft,
Geluidsveldprogramma’s ................ 46
Weergave lage tonen,
Luidspreker-instellingen ................. 89
Weergavestijlen, NET/USB ................ 92
Weergavetijd in-beeld display, Video
... 87
Willekeurige weergave, iPod weergave
.... 60
Willekeurige weergave, Weergavestijlen
.... 92
Wiring, Automatische instelparameter
... 39, 40
Y
Yamaha MCX-2000 ............................ 63
YPAO indicator ................................... 36
Z
Zone 2 beginvolume, Zone 2 instelling
.... 94
Zone 2 instelling, Optie ....................... 94
Zone 2 maximum volume, Zone 2 instelling
... 94
Zone 2 versterker, Zone 2 instelling .... 94
Zone 2 volume, Zone 2 instelling ........ 94
Zone 3 beginvolume, Zone 3 instelling
.... 94
Zone 3 instelling, Optie ....................... 94
Zone 3 maximum volume, Zone 3 instelling
.... 94
Zone 3 versterker, Zone 3 instelling .... 94
Zone 3 volume, Zone 3 instelling ........ 94
Zone OSD, Optie ................................. 93
Zone2 Amplifier, Zone 2 instelling ..... 94
Zone2 Initial Vol., Zone 2 instelling
.... 94
Zone2 Max Vol., Zone 2 instelling ..... 94
Zone2 Set, Optie .................................. 94
Zone2 Volume, Zone 2 instelling ........ 94
ZONE2/ZONE3 indicators .................. 36
Zone3 Amplifier, Zone 3 instelling ..... 94
Zone3 Initial Vol., Zone 3 instelling
.... 94
Zone3 Max Vol., Zone 3 instelling ..... 94
Zone3 Set, Optie .................................. 94
Zone3 Volume, Zone 3 instelling ........ 94
A
MASTER ON/OFF” of
1
DVD” (voorbeeld) geeft de naam
aan van een onderdeel op het
voorpaneel of de afstandsbediening.
Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze
handleiding voor de locatie van de
verschillende onderdelen.
147 Nl
Nederlands
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een
gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk
onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant
aan de klant worden geretourneerd.
2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen
van Yamaha.
4. Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop
dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om
nagezien of gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het
product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het
land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals
verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de
rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract.
i
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/
Фронтальная панель
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLU ME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
SLEEP
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
PROGRAM
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
DISPLAY
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
A/B/C/D/E
MULTI ZONE
YPAO
SLEEP
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
PROGRAM
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
DISPLAY
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
A/B/C/D/E
MULTI ZONE
YPAO
BNAC
R
DEFG H IJ MKL
QPO
iii
Sound output in each sound field program
Son émis dans chaque correction de champ sonore
Klangausgabe in jedem soundfeldprogramm
Ljudutmatning för varje ljudfältsprogram
Geluidsweergave in elk van de geluidsveldprogramma’s
Воспроизведение звучания для каждой программы звукового поля
Front left speaker Surround left speaker Surround back right speaker
Center speaker Surround right speaker Presence left speaker
Front right speaker Surround back left speaker Presence right speaker
Speaker from which sound is being output
Speaker from which no sound is being output
L
SL
SBR
C SR PL
R
SBL
PR
Speaker settings
7-channel 5-channel
1
2
3
4
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
Speaker settings
7-channel 5-channel
5
6
7
8
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
C
R
SL SR
The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual.
Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi.
Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung.
Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen.
I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni.
Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones.
De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing.
Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации.
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/
Фронтальная панель
RX-V3800
GE
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
SLEEP
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
PROGRAM
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
DISPLAY
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
A/B/C/D/E
MULTI ZONE
YPAO
B NACD
OP R
EFG H IJKL M
Q
00_sheet_RX-V3800_GE.book Page 1 Wednesday, July 11, 2007 4:24 PM

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. Nl 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u AMASTER ON/OFF in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: ..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom 20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. 21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade. WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met AMASTER ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Dit symbool stemt overeen met de EU-richtlijn 2002/96/EC. Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur moeten worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling. Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw oude producten niet aan bij het gewone huisvuil. Inhoud GEAVANCEERDE BEDIENING Geavanceerde geluidsinstellingen .......................68 Meegeleverde accessoires ......................................... 4 Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ......70 Van start ................................................................. 5 Snelstartgids ........................................................... 6 Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) .............. 71 Input Select ............................................................. 78 Manual Setup (Volume) ......................................... 81 Manual Setup (Sound) ............................................ 82 Manual Setup (Video) ............................................ 86 Manual Setup (Basic) ............................................. 88 Manual Setup (NET/USB) ...................................... 91 Manual Setup (Option) ........................................... 93 Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) ................. 96 Language ................................................................ 97 VOORBEREIDINGEN Verbindingen ........................................................ 12 Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) ........................................... 37 Gebruiken van de automatische setup (Auto Setup) .... 37 BASISBEDIENING Geluidsveldprogramma’s ................................... 45 Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 45 Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 45 Gebruiken van de CINEMA DSP 3D stand ........... 50 Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 50 Opslaan van de huidige systeeminstellingen .......... 98 Laden van opgeslagen systeeminstellingen ............ 99 Gebruiksvoorbeelden ............................................ 100 Afstandsbedieningsfuncties ...............................103 Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ... 103 Instellen van afstandsbedieningscodes ................. 105 Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen ... 107 Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen ... 108 Macro programmeerfuncties ................................. 109 Instellingen wissen ............................................... 112 Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) .....115 Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten .... 115 Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 116 Geavanceerde setup ...........................................120 Gebruiken van het uitgebreide instelmenu ........... 120 Gebruiken van audiofuncties .............................. 51 FM/AM afstemmen ............................................. 53 Automatisch afstemmen ......................................... 53 Handmatig afstemmen ............................................ 53 Automatisch voorprogrammeren ............................ 54 Handmatig voorprogrammeren ............................... 54 Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 55 Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 55 Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa) ...................... 56 iPod™ bediening .................................................... 59 APPENDIX (AANHANGSEL) (aan het eind van deze handleiding) Voorpaneel..................................................................... i Afstandsbediening .................................................. ii Geluidsweergave in elk van de geluidsveldprogramma’s .................................. iii GPL/LGPL...............................................................v Lijst met afstandsbedieningscodes........................ix “A MASTER ON/OFF” of “1 DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen. Nederlands Gebruiken van een iPod™ .................................. 59 Oplossen van problemen ....................................124 Resetten van het systeem ...................................134 Woordenlijst .......................................................135 Geluidsveldprogramma informatie ..................139 Parametrische equalizer informatie .................140 Technische gegevens ...........................................141 Index ....................................................................143 APPENDIX Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 56 Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) .............................................. 57 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) .... 58 AANVULLENDE INFORMATIE AANVULLENDE INFORMATIE Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 51 Toonregeling ........................................................... 51 Instellen luidsprekerniveaus ................................... 52 Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave ... 52 GEAVANCEERDE BEDIENING Basisprocedure ........................................................ 41 Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) ... 42 Selecteren van de MULTI CH INPUT component .... 42 Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 42 Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 43 Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal ... 43 Gebruiken van de slaaptimer .................................. 43 Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI menuschermen ............ 44 Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory) ..................................................98 BASISBEDIENING Weergave .............................................................. 41 Selecteren van decoders .......................................... 68 VOORBEREIDINGEN Opmerkingen ......................................................... 2 Kenmerken ............................................................. 3 INLEIDING INLEIDING Gebruiken van network/USB functies ............... 61 Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s ...... 61 Gebruiken van een PC server of Yamaha MCX-2000 .... 63 Gebruiken van de Internet Radio ............................ 64 Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting ............................. 65 Gebruiken van sneltoetsen ...................................... 65 Opnemen .............................................................. 67 1 Nl Opmerkingen Opmerkingen Over deze handleiding • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. • De taal waarin de menu’s in de grafische gebruikersinterface worden weergegeven kan worden omgeschakeld. In deze handleiding worden de voorbeelden van de grafische gebruikersinterface in het Engels afgebeeld. • “A MASTER ON/OFF” of “1 DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen. • Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de bijbehorende bladzijde(n) aan. • De vormen van de op de illustraties in deze handleiding getoonde onderdelen (bijv. luidsprekeraansluitingen, in-/ uitgangsaansluitingen, netstroomaansluitingen enz.) kunnen verschillen, afhankelijk van het model in kwestie. Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers: 5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535 & andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd. DTS is een gedeponeerd handelsmerk en de DTS logo’s, symbolen, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden. iPodTM “iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. MPEG Layer-3 audio-coderingstechnologie wordt gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson. Opmerking over de distributie van de broncode Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkaansluitingen. Dit product maakt gebruik van programmacode die onderworpen is aan de zogenaamde GNU General Public License (GPL) of aan de Lesser General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of veranderen van deze programmacode is geoorloofd onder de voorwaarden van de voornoemde licenties, GPL of LGPL. De broncode is beschikbaar via de volgende website: http://www.global.yamaha.com/download/ “HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. De broncode is eveneens beschikbaar op fysieke media (zoals een CD-ROM), tegen kostprijs. Contactgegevens: AV productendivisie, YAMAHA CORPORATION, 10-1 Nakazawa-cho, Nakaku, Hamamatsu 430-8650, Japan De broncode wordt in principe tot 3 jaar na de datum van aankoop beschikbaar gehouden. 2 Nl “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. Kenmerken Kenmerken iPod bediening mogelijk ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω) Voor: 140 W + 140 W Midden: 140 W Surround: 140 W + 140 W Surround Achter: 140 W + 140 W ◆ DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini Geluidsveldprogramma’s ◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van geluidsvelden ◆ CINEMA DSP 3D stand voor een intensieve en accurate dieptewerking in het geluidsveld ◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (die kunnen voorkomen bij MP3) tot het hoogwaardige multikanaals weergave ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA Digitale audiodecoders ◆ Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder ◆ DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio decoder ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS 96/24 decoder ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder ◆ DTS NEO:6 decoder Verfijnde FM/AM ontvanger ◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders) ◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa) HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface) ◆ NETWORK poort voor aansluiting op een PC en een Yamaha MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN ◆ DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie USB functies ◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Overige kenmerken ◆ YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/ videosysteem ◆ Mogelijkheid een andere taal in te stellen voor de menu’s (Engels, Japans, Frans, Duits, Spaans en Russisch) ◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i (NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p ◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT) ◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen ◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen ◆ Adaptieve regeling van het dynamisch bereik ◆ Adaptieve regeling van het DSP effectniveau ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes, Leer- en Macrofuncties en verlichting voor de toetsen en het uitleesvenster ◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk ◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS ◆ Video weergave en in-beeld display (OSD) functie voor Zone 2 ◆ System Memory functie voor het opslaan en oproepen van meerdere systeeminstellingen ◆ Slaaptimer Nederlands ◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI versie 1.3a ◆ Automatische audio- en videosynchronisatie (‘lip sync’) informatiemogelijkheid ◆ Geschikt voor de overdracht van Deep Color videosignalen (30/36 bits) ◆ Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de verwerking van videosignalen met hoge resolutie ◆ Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen met een hoge definitie ◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang ◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i (NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p, 1080i of 1080p Netwerkfuncties INLEIDING Ingebouwde 7-kanaals eindversterker 3 Nl Kenmerken Meegeleverde accessoires Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening POWER TV POWER STANDBY POWER Zone 2/Zone 3 afstandsbediening AV NET/USB AUDIO SEL SLEEP Batterijen (6) (AAA, LR03) MULTI CH IN TUNER CD CD-R MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK POWER SELECT TUNER CD MD/TAPE DVD DTV/CBL DVR STANDBY CD-R AMP + + + TV VOL CH VOLUME SOURCE – – – TV MUTE TV INPUT MUTE LEVEL PRESET/CH TV SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE BD/HD DVD NET/USB VCR V-AUX/DOCK PURE DIRECT PRESET VOLUME AUDIO ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY RETURN MUTE EFFECT MEMORY SYSTEM MEMORY 1 3 2 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 5 7 6 STEREO 9 ENHANCER SUR. DECODE 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB +10 4 MOVIE 8 3D DSP ENT ID1 ID2 ZONE 2 ZONE 3 MODE - PTY SEEK - START REC PC/MCX OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen Netsnoer (Twee bij modellen voor Azië) FM binnenantenne AM ringantenne Opmerking De uitvoering van de meegeleverde accessoires hangt mede af van het model in kwestie. 4 Nl Optimalisatie-microfoon Van start Van start 2 1 3 1 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, LR03) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. ■ Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening 1 Opmerkingen • Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de zendindicator (P) knippert niet of wordt zwakker. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Wij raden u ten zeerste aan alkali batterijen te gebruiken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. • Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren. INLEIDING ■ Inzetten van batterijen in de afstandsbediening ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Let op De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren. 3 2 Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. De voltages zijn als volgt: .......110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom VOLTAGE SELECTOR 230240V Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, LR03) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. Nederlands 1 Aanduiding voltage 5 Nl Snelstartgids Snelstartgids Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen thuisbioscoop. Rechter voorluidspreker Beeldscherm Subwoofer Linker voorluidspreker Rechter surroundluidspreker Voorbereiding: Controleer de onderdelen Bij de onderstaande stappen heeft u de volgende meegeleverde accessoires nodig. ❏ AM ringantenne ❏ FM binnenantenne ❏ Netsnoer Middenluidspreker Rechter surround achter-luidspreker DVD-speler Linker surround achter-luidspreker Linker surroundluidspreker Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ☞ P. 7 Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan ☞ P. 8 Stap 3: Schakel de stroom in en begin de weergave ☞ P. 10 De volgende onderdelen worden niet meegeleverd in de verpakking van dit toestel. ❏ Luidsprekers ❏ Voor-luidspreker ................................ x 2 ❏ Midden-luidspreker ............................ x 1 ❏ Surround-luidspreker ........................ x 4 Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers. Minimaal heeft u in ieder geval twee voorluidsprekers nodig. Hieronder staan de andere luidsprekers gerangschikt op volgorde van belangrijkheid: 1. Twee surround-luidsprekers 2. Eén midden-luidspreker 3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s) ❏ Actieve subwoofer ................................. x 1 Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met eigen versterking) met een RCA (tulpstekker) ingangsaansluiting. ❏ Luidsprekerkabel ................................... x 7 ❏ Subwooferkabel ...................................... x 1 Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp) stekker. ❏ DVD-speler .............................................. x 1 Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting en met een composiet video uitgangsaansluiting. ❏ Beeldscherm............................................ x 1 Kies een TV, projector of ander beeldscherm met een composiet video ingangsaansluiting. ❏ Videokabel .............................................. x 2 Kies RCA (tulpstekker) composiet videokabels. Geniet van uw DVD’s! 6 Nl ❏ Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1 Snelstartgids Stap 1: Instellen van uw luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel. VIDEO COMPONENT VIDEO MONITOR OUT A BD/HD DVD Y Y PB PB BD/HD DVD B DVD C DTV/CBL DTV/CBL IN DVD Voor-luidsprekers en midden-luidspreker ANTENNA DVR 1 OUT VCR IN OUT MONITOR OUT FM 75Ω UNBAL. AC IN AM GND INLEIDING HDMI S VIDEO IN4 IN DVR (PLAY) PR PR VIDEO OUT (REC) SP1 MD/ R PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3 R SURROUND BACK/ BI-AMP + L TAPE SPEAKERS L WRENCH HOLDER + Los IN3 IN REMOTE IN OUT OUT 2 1 DTV/ CBL IN2 PHONO GND CD CD-R R CENTER FRONT(6CH) SURROUND CENTER SURROUND SINGLE(SB) FRONT ZONE 2 ZONE 3 ZONE VIDEO + L SINGLE Inbrengen Vast CENTER + + L AC OUTLETS DVD R IN(PLAY) IN1 OUT(REC) R SURROUND L R FRONT L + SUB WOOFER AUDIO SP2 + ZONE 2/ZONE 3 R SUR.BACK/ SUB SB(8CH) WOOFER PRE OUT MULTI CH INPUT DIGITAL INPUT DOCK PRESENCE L ZONE OUT DIGITAL OUTPUT + BD/ HD DVD OPTICAL COAXIAL 1 CD OUT 2 DVD 3 DVR 4 CD NETWORK 5 BD/ HD DVD 6 DVD 7 DTV/ CBL 8 CD-R 9 MD/ TAPE + + +12V 16mA MAX. 1 2 TRIGGER OUT RS-232C Sleutel voor de luidsprekeraansluitingen SUBWOOFER PRE OUT Luidspreker-aansluitingen 1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in de kamer. 2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de luidsprekers. Naar de rechter voorluidspreker Naar de linker voorluidspreker Naar de middenluidspreker Surround en surround achter-luidsprekers 3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de corresponderende luidsprekeraansluiting op dit toestel. 1 2 3 4 Naar de linker surround achterluidspreker Naar de rechter surround achterluidspreker Naar de rechter surround-luidspreker 4 Verbind de subwooferkabel met de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting van dit toestel en met de ingangsaansluiting van de subwoofer. Subwoofer AV-receiver Nederlands 1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn. 2 Draai de blootliggende draadjes van de luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken. 4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met metalen onderdelen van dit toestel. Naar de linker surroundluidspreker Ingangsaansluiting Subwooferkabel 7 Nl Snelstartgids Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan DVD VIDEO VIDEO MONITOR OUT 2 AC IN Verbind de videokabel met de composiet video uitgangsaansluiting van uw DVDspeler en met de DVD VIDEO aansluiting van dit toestel. AV-receiver HDMI VIDEO COMPONENT VIDEO MONITOR OUT A BD/HD DVD Y BD/HD DVD B DVD C DTV/CBL DVD DTV/CBL IN ANTENNA DVR 1 OUT IN VCR OUT MONITOR OUT Y FM 75Ω UNBAL. DVD-speler AC IN AM GND S VIDEO IN4 PB PB PR PR IN DVR (PLAY) VIDEO OUT (REC) SPEAKERS SP1 MD/ R PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3 R SURROUND BACK/ BI-AMP + L TAPE L WRENCH HOLDER + IN3 IN REMOTE IN OUT OUT 2 1 DTV/ CBL PHONO GND IN2 L DVD R CD CD-R R CENTER FRONT(6CH) SURROUND CENTER FRONT SURROUND SINGLE(SB) ZONE 2 ZONE 3 ZONE VIDEO + L SINGLE CENTER + + AC OUTLETS R IN(PLAY) IN1 OUT(REC) + SUB WOOFER AUDIO WOOFER SP2 L + ZONE 2/ZONE 3 R SUR.BACK/ SUB SB(8CH) MULTI CH INPUT DIGITAL INPUT DOCK SURROUND PRE OUT PRESENCE L ZONE OUT DIGITAL OUTPUT + BD/ HD DVD OPTICAL COAXIAL 1 CD OUT 2 DVD 3 DVR 4 CD NETWORK 5 BD/ HD DVD 6 DVD 7 DTV/ CBL 8 CD-R 9 MD/ TAPE R + FRONT L + +12V 16mA MAX. 2 1 RS-232C TRIGGER OUT DVD VIDEO aansluiting Composiet video uitgangsaansluiting DVD DIGITAL INPUT COAXIAL Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de DVD-speler allebei uit het stopcontact gehaald zijn. 1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met de coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting van dit toestel. DVD-speler 3 Verbind de videokabel met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en met de video ingangsaansluiting van uw beeldscherm. Beeldscherm Coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting y • Wanneer u een component aansluit die alleen voorzien is van een SCART aansluiting, dient u een geschikte converter (adapter) te gebruiken. De verbinding tussen de converter (adapter) en dit toestel hangt af van de signalen waarvoor de converter (adapter) geschikt is. Raadpleeg voor details de handleiding van de converter of adapter in kwestie. • Dit toestel is niet in staat RGB signalen over te brengen. 8 Nl AV-receiver AV-receiver Video ingangsaansluiting Coaxiaal digitale audiokabel Videokabel Videokabel VIDEO MONITOR OUT aansluiting Snelstartgids 4 Sluit de meegeleverde AM ringantenne en de FM binnenantenne aan op dit toestel. Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op de AC IN aansluiting van dit toestel en doe vervolgens de stekker hiervan en die van de andere apparatuur in het stopcontact. y • Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S) (netstroomaansluiting(en)) via welke andere componenten van stroom kunnen worden voorzien (met uitzondering van modellen voor Korea). Zie bladzijde 32 voor details. • (Alleen bij de modellen voor Azië) Kies één van de meegeleverde netsnoeren aan de hand van het soort stopcontact op de plek waar u het toestel gaat gebruiken. FM binnenantenne INLEIDING AM ringantenne 5 Voor andere aansluitingen • Gebruiken van andere luidsprekercombinaties ☞ P. 13 • Aansluiten van een beeldscherm op verschillende manieren ☞ P. 23 Opmerking Wat voor soort FM binnenantenne wordt meegeleverd en wat voor FM antenne-aansluiting dit toestel heeft, hangt af van het model. Aansluiten van de draad van de AM ringantenne Doe het hendeltje open Inbrengen Doe het hendeltje weer dicht • Aansluiten van een DVD-speler op verschillende manieren ☞ P. 25 • Aansluiten van een DVD-recorder of digitale videorecorder ☞ P. 26 • Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder) ☞ P. 26 • Aansluiten van een CD-speler, een MD-recorder of een draaitafel ☞ P. 27 • Aansluiten van een externe versterker ☞ P. 28 y • Aansluiten van een DVD-speler via een multikanaals analoge audioverbinding ☞ P. 29 De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt met de AM of GND aansluiting. • Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock ☞ P. 30 In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne • Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen ☞ P. 30 • Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel ☞ P. 30 • Aansluiten van FM/AM antennes ☞ P. 32 • Dit toestel aansluiten op uw netwerk ☞ P. 31 • Aansluiten van USB apparatuur ☞ P. 65 Algemene informatie over aansluitingen ☞ P. 20 • Algemene informatie over HDMI ☞ P. 21 • Luidsprekerimpedantie instellingen ☞ P. 33 9 Nl Nederlands • Algemene informatie over aansluitingen en stekkers Snelstartgids Stap 3: Schakel de stroom in en begin de weergave Controleer wat voor soort luidsprekers er is aangesloten. Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 120). Als voorluidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 33). 1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 2 Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, naar de ON (Aan) stand. 4 Begin met het afspelen van de DVD op uw DVD-speler. 5 Verdraai R VOLUME om het volume te regelen. ■ Wanneer u klaar bent met dit toestel... Druk op B MAIN ZONE ON/OFF om dit toestel uit (standby) te zetten. 3 Verdraai C INPUT en stel “DVD” in als signaalbron. y • Het aanbevolen geluidsveldprogramma is ingesteld voor elke signaalbron (DVD enz.). U kunt natuurlijk gebruik maken van andere geluidsveldprogramma’s en andere weergavefuncties bij de weergave. Raadpleeg de volgende bladzijden voor details: – zie de bladzijden 50 en 68 voor het gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s – zie bladzijde 50 om de geluidseffecten aan of uit te zetten – zie bladzijde 51 voor het gebruiken van de directe weergavefunctie (Pure Direct) voor natuurgetrouwe weergave • U kunt ook “TUNER” instellen als signaalbron om de FM/AM radio te kunnen gebruiken. Voor informatie over de FM/AM radio, zie de bladzijden 53 t/m 55. 10 Nl Wanneer het uit (standby) staat, verbruikt het toestel nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. Om het toestel aan te zetten wanneer het uit (standby) staat, kunt u op B MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of 9 POWER op de afstandsbediening) drukken. Zie bladzijde 33 voor details. Snelstartgids Wat wilt u doen met dit toestel? Gebruiken van diverse signaalbronnen ☞ P. 41 • Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s ☞ P. 53 • Luisteren naar Radio Data Systeem programma’s ☞ P. 56 • Uw iPod gebruiken met dit toestel ☞ P. 59 • Luisteren naar op uw PC opgeslagen materiaal ☞ P. 61 • Instellen van de taal voor het menusysteem (GUI) • Toewijzen van de in-/uitgangsaansluitingen van dit toestel ☞ P. 79 • Instellen van de parameters voor elk van de signaalbronnen ☞ P. 78 • Instellen van de parameters voor het volumeniveau • Luisteren naar Internet radioprogramma’s en Podcasts ☞ P. 64 • Uw USB apparatuur gebruiken met dit toestel ☞ P. 65 • Regelen van de audio en video synchronisatie ☞ P. 45 • Regelen van de klankkleur (toon) van de luidsprekers ☞ P. 51 • Instellen van de afstandsbediening • Instellen van de parameters voor de videosignalen ☞ P. 86 • Instellen van de basis-luidsprekerconfiguratie ☞ P. 88 • Instellen van de netwerkparameters ☞ P. 91 • Instellen van de parameters voor de ‘multi-zone’ functie ☞ P. 93 ☞ P. 71 • Beveiligen van de diverse instellingen Wijzigen van de instellingen van dit toestel • Automatisch aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (Auto Setup) ☞ P. 95 Aanpassen van de geavanceerde instellingen ☞ P. 37 • Instellen van de impedantie voor de aangesloten luidsprekers ☞ P. 120 ☞ P. 103 • Instellen van de taal voor het menusysteem (GUI) Extra functies • Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen van dit toestel (System Memory) ☞ P. 98 ☞ P. 123 • Instellen van het videosysteem voor het aangesloten beeldscherm ☞ P. 123 • Tonen van informatie over het huidige ingangssignaal via het in-beeld display (GUI) ☞ P. 96 • Gebruiken van een hoofdtelefoon ☞ P. 84 • Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave via het geselecteerde luidsprekerkanaal ☞ P. 85 • Gebruiken van de Pure Direct directe weergavefunctie voor natuurgetrouwe weergave ☞ P. 51 • Aanpassen van de geluidsveldprogramma’s ☞ P. 81 • Regelen van de toonkleur voor elk van de kanalen met behulp van de parametrische equalizer ☞ P. 82 Gebruiken van diverse weergavefuncties • Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s ☞ P. 97 INLEIDING • Basisbediening van dit toestel Handmatig wijzigen van de diverse instellingen van dit toestel • De parameters van dit toestel terugzetten op de standaardinstellingen ☞ P. 134 n ☞ P. 42 • Dit toestel gelijktijdig gebruiken in meerdere ruimten (multi-zone) ☞ P. 115 • Automatisch uitschakelen van dit toestel ☞ P. 43 Nederlands 11 Nl VERBINDINGEN Verbindingen Achterpaneel 1 2 HDMI 3 4 VIDEO COMPONENT VIDEO MONITOR OUT A BD/HD DVD Y 5 BD/HD DVD B DVD C DTV/CBL DTV/CBL IN DVD 6 7 ANTENNA DVR OUT IN VCR OUT MONITOR OUT Y FM 75Ω UNBAL. AC IN AM GND S VIDEO IN4 PB PB PR PR IN DVR (PLAY) VIDEO OUT (REC) SP1 MD/ R PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3 R SURROUND BACK/ BI-AMP + L TAPE SPEAKERS L WRENCH HOLDER + IN3 IN REMOTE IN OUT OUT 2 1 DTV/ CBL PHONO GND IN2 L DVD R CD R CENTER FRONT(6CH) SURROUND CD-R CENTER FRONT SURROUND SINGLE(SB) ZONE 2 ZONE 3 ZONE VIDEO + L SINGLE CENTER + + AC OUTLETS R IN(PLAY) IN1 + OUT(REC) AUDIO SUB WOOFER SB(8CH) 2 DVD 3 DVR MULTI CH INPUT DIGITAL INPUT DOCK + ZONE 2/ZONE 3 R L PRESENCE ZONE OUT DIGITAL OUTPUT PRE OUT + BD/ HD DVD OPTICAL COAXIAL 1 CD OUT 4 CD NETWORK 5 BD/ HD DVD 6 DVD 8 CD-R 9 MD/ TAPE R + L FRONT + 2 RS-232C TRIGGER OUT 8 7 DTV/ CBL +12V 16mA MAX. 1 9 0 A Naam B Bladzijde 1 HDMI aansluitingen 2 COMPONENT VIDEO aansluitingen 3 Aansluitingen voor audio-apparatuur 27 REMOTE IN/OUT aansluitingen 30 21 23 – 26 4 Aansluitingen voor video-apparatuur 5 ANTENNA aansluitingen 32 6 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) 32 7 AC IN 32 AC OUTLET(S) 32 8 DOCK aansluiting 30 9 NETWORK poort 31 0 DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen 24 B MULTI CH INPUT aansluitingen 29 PRE OUT aansluitingen 28 ZONE OUT aansluitingen 115 Luidspreker-aansluitingen 15 WRENCH HOLDER 18 12 Nl SP2 L SURROUND SUR.BACK/ SUB WOOFER 23 – 26 A TRIGGER OUT aansluiting Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent. A RS-232C aansluiting Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent. Verbindingen Luidsprekers opstellen Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. ■ 7.1-kanaals luidsprekeropstelling Een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling wordt ten zeerste aanbevolen voor de weergave van zowel audioformaten met hoge definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, enz.) als conventionele audiobronnen met gebruikmaking van geluidsveldprogramma’s. Zie bladzijde 15 voor informatie over de vereiste verbindingen. y VOORBEREIDINGEN We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 17 voor details. C FR FL 30˚ FR SL FL SL SR SBR SR 80˚ SBL SBL C SR 60˚ SW SB 30 cm of meer SL Luidsprekeraanduidingen 1,8 m FL/FR: Links/rechts voor C: Midden SL/SR: Links/rechts surround SBL/SBR: Links/rechts surround-achter SW: Subwoofer Linker en rechter voor-luidsprekers De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. Midden-luidspreker De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Linker en rechter surround-luidsprekers De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Linker en rechter surround achter-luidsprekers De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. 13 Nl Nederlands Subwoofer Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. Verbindingen ■ 6.1-kanaals luidsprekeropstelling ■ 5.1-kanaals luidsprekeropstelling Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze aansluitingen. Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze aansluitingen. y y We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 17 voor details. We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 17 voor details. FR FR SW FL SR SW FL SB C C SL SL 1,8 m 30˚ SR 60˚ SL 80˚ SR SB Luidsprekeraanduidingen C FR SL 1,8 m Luidsprekeraanduidingen C FL SR FL/FR: Links/rechts voor C: Midden SL/SR: Links/rechts surround SB: Links/rechts surroundachter SW: Subwoofer Linker en rechter voor-luidsprekers Midden-luidspreker Linker en rechter surround-luidsprekers Subwoofer De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 13). Surround achter-luidspreker Verbind een enkele surround-luidspreker met de SURROUND BACK SINGLE luidsprekeraansluiting en plaats de enkele surround achter-luidspreker recht achter de luisterplek. De linker en rechter surround achterkanalen worden gemengd en weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker wanneer u “Surround Back” instelt op “Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 89). FR FL 30˚ SL SR FL/FR: Links/rechts voor C: Midden SL/SR: Links/rechts surround SW: Subwoofer 60˚ SL 80˚ SR Linker en rechter voor-luidsprekers Midden-luidspreker Subwoofer De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 13). Linker en rechter surround-luidsprekers Verbind de surround-luidsprekers met de SURROUND luidsprekeraansluitingen, ook al plaatst u de surroundluidsprekers direct achter de luisterplek. Voor een gelijkmatig en ononderbroken geluidsveld achter de luisterplek dient u de linker en rechter surroundluidsprekers verder naar achteren te plaatsen in vergelijking met de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling. De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd wanneer “Surround Back” is ingesteld op “None” (zie bladzijde 89). Voor andere luidsprekercombinaties U kunt luisteren naar multikanaals materiaal met geluidsveldprogramma’s door een andere luidsprekercombinatie te gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1-kanaals luidsprekercombinaties. Gebruik de automatische instelfunctie (zie bladzijde 37) of stel de “Speaker Set” parameters onder “Manual Setup” (zie bladzijde 88) zo in dat de surroundsignalen worden weergegeven via de aangesloten luidsprekers. 14 Nl Verbindingen Aansluiten van luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven. Let op Opmerkingen VOORBEREIDINGEN • U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 33). • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. • Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” instellen voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 120). • Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. • U kunt de SP1 aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 116). ■ Voor de 7.1-kanaals luidsprekerinstelling Subwoofer Surround achter-luidsprekers Links Rechts Midden-luidspreker SPEAKERS R + R + SURROUND BACK/ BI-AMP L SINGLE SURROUND CENTER + + SP2 L + ZONE 2/ZONE 3 R SUB L WOOFER + R + FRONT L + Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 115) Nederlands Links Rechts Surround-luidsprekers Links Rechts Voor-luidsprekers 15 Nl Verbindingen ■ Voor de 6.1-kanaals luidsprekerinstelling Surround achter-luidsprekers Links Subwoofer Midden-luidspreker SPEAKERS SURROUND BACK/ BI-AMP R + L SINGLE CENTER + + SP2 L SURROUND + ZONE 2/ZONE 3 L R SUB WOOFER + R + L FRONT + Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 115) Links Rechts Surround-luidsprekers Links Rechts Voor-luidsprekers ■ Voor de 5.1-kanaals luidsprekerinstelling Subwoofer Voor-luidsprekers voor dubbele versterkeraansluitingen (zie bladzijde 19) Midden-luidspreker SPEAKERS R + R + SURROUND BACK/ BI-AMP L SINGLE SURROUND CENTER + + SP2 L + ZONE 2/ZONE 3 R SUB L WOOFER + R + FRONT L + Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 115) Links Rechts Surround-luidsprekers Links Rechts Voor-luidsprekers 16 Nl Verbindingen Gebruiken van "Aanwezigheidsluidsprekers" De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45). De linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers functioneren beter wanneer de CINEMA DSP 3D stand is ingeschakeld (zie bladzijde 50). Met behulp van de aanwezigheidsluidsprekers kunt u de verticale positie van de dialoog (gesproken tekst) regelen (zie bladzijde 72). Om aanwezigheidsluidsprekers te kunnen gebruiken, dient u de luidsprekers te verbinden met de SP1 luidsprekeraansluitingen en vervolgens “Presence” in te stellen op “Yes” (zie bladzijde 89). 0,5 t/m 1 m 0,5 t/m 1 m 1,8 m PR FL FR Luidsprekeraanduidingen 1,8 m FL: Links voor FR: Rechts voor C: Midden PL: Aanwezigheid links PR: Aanwezigheid rechts VOORBEREIDINGEN PL C Opmerkingen • Als “Presence” is ingesteld op “None”, kan de CINEMA DSP 3D stand van dit toestel niet worden ingeschakeld. • U kunt zowel aanwezigheids- als surround achter-luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Dit toestel schakelt automatisch tussen de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers aan de hand van de ingangssignalen en de geselecteerde geluidsveldprogramma’s. Via de “PR/SB Priority” parameter in de “Basic” (zie bladzijde 90) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers. ■ Aansluiten van de linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers Aanwezigheidsluidsprekers Rechts Links SP1 R + PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3 SPEAKERS L + Nederlands 17 Nl Verbindingen ■ Aansluiten van de luidsprekerkabel 5 1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. Haak de luidspreker-aansluitingensleutel vast aan de WRENCH HOLDER op het achterpaneel van dit toestel wanneer u de sleutel niet gebruikt. 10 mm 2 Maak de knop los met behulp van de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen ■ Verbinden met de SP2 luidsprekeraansluitingen Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten (zie bladzijde 115). 1 Doe het lipje open. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 3 4 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting. 2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van de aansluiting. Zet de knop en daarmee de draad vast met de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. 3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te zetten. 18 Nl Verbindingen ■ Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa, Azië en Korea) 1 Draai de knop vast met behulp van de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen 2 Let op Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw luidsprekers om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden. Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK/BIAMP aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op “ON” in de “Geavanceerde setup” (zie bladzijde 122). Steek de bananenstekker in de bijbehorende aansluiting. VOORBEREIDINGEN Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) ■ Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen Dit toestel R + Bananenstekker SURROUND BACK/ BI-AMP L SINGLE + R SURROUND L R FRONT L + + + + y U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidsprekeraansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft. Rechts Links Voor-luidsprekers Opmerking Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste manier op de luidsprekeraansluitingen worden geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details. Nederlands 19 Nl Verbindingen Informatie over aansluitingen en stekkers Video-aansluitingen en stekkers Audio-aansluitingen en stekkers DIGITAL DIGITAL L R COAXIAL OPTICAL (Wit) (Rood) (Oranje) L R C AUDIO Linker en rechter analoge audiostekkers Coaxiaal digitale audiostekker VIDEO S VIDEO (Geel) O Optisch digitale audiostekker V COMPONENT VIDEO Y PB PR (Groen) S Composiet S-videostekker videostekker Y (Blauw) (Rood) PB PR Component videostekkers ■ Audio-aansluitingen ■ Video-aansluitingen Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur. Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Verbind de video ingangsaansluitingen van dit toestel met de video uitgangsaansluitingen van de signaalbronnen om de audio en videobronnen tegelijk om te kunnen schakelen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. DIGITAL COAXIAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels. DIGITAL OPTICAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels. Opmerking U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. 20 Nl VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels. S VIDEO aansluitingen Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels. y Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie. Zie de bladzijden 22 en 86 voor details. Verbindingen Informatie over HDMI™ ■ Standaard ingangstoewijzing voor HDMI ingangsaansluitingen HDMI ingangsaansluiting Toegewezen signaalbron IN1 BD/HD DVD IN2 DVD IN3 DTV/CBL IN4 DVR VOORBEREIDINGEN Dit toestel is uitgerust met vier HDMI ingangsaansluitingen en één HDMI uitgangsaansluiting voor het ontvangen en produceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN1, HDMI IN2, HDMI IN3, of HDMI IN4 aansluiting van dit toestel met de HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI ingangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een TV of een projector). De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van de geselecteerde signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. y • U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 96). • Zie bladzijde 142 voor informatie omtrent de mogelijke ingangssignalen waarvoor dit toestel geschikt is bij gebruik van de HDMI aansluiting. ■ HDMI aansluiting en stekker HDMI HDMI stekker y • We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo. • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur. Opmerkingen Nederlands • Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt. • De HDMI OUT aansluiting reproduceert alleen de audiosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen, zelfs als “Support Audio” is ingesteld op “Other” (zie bladzijde 95). • Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen. • Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “Conversion” op “On” via de “Manual Setup” om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 86). 21 Nl Verbindingen Stroomschema audio- en videosignalen ■ Stroomschema audiosignalen Ingang ■ Stroomschema videosignalen Ingang Uitgang Uitgang HDMI HDMI DIGITAL AUDIO (COAXIAL) COMPONENT VIDEO DIGITAL AUDIO (OPTICAL) S VIDEO AUDIO VIDEO Digitaal uitgangssignaal Door Analoog uitgangssignaal Video conversie ON (zie bladzijde 86) Opmerkingen • 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer “Support Audio” is ingesteld op “Other” (zie bladzijde 95). • De volgende typen audiosignalen kunnen alleen worden ontvangen via de HDMI ingangsaansluitingen: – DSD – Dolby TrueHD – Dolby Digital Plus – DTS-HD Master Audio – DTS-HD High Resolution Audio 22 Nl y U kunt videosignalen laten deïnterliniëren en de resolutie laten omzetten met behulp van de “Video” parameters. Zie bladzijde 86 voor details. Opmerkingen • Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven: 1. COMPONENT VIDEO 2. S VIDEO 3. VIDEO • Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen. • Analoge component videosignalen (alleen met een resolutie van 480i (NTSC)/576i (PAL)) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. • De analoge component videosignalen met een resolutie van 1080p worden alleen gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. • Het signaal voor de grafische gebruikersinterface (GUI) wordt niet gereproduceerd via de DVR OUT en VCR OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen. Verbindingen Aansluiten van een beeldscherm of projector Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel. y Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “Support Audio” parameter in het “Option” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 95). HDMI • Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/ videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen. • Stel “Conversion” onder “Video” in op “On” (zie bladzijde 86) om de verkorte meldingen te laten weergeven. • Het GUI menuscherm zal worden weergegeven met de gekozen of de grijze achtergrond afhankelijk van het ontvangen videosignaal en de instellingen bij “Wall Paper” (zie bladzijde 88). • Als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie), zal dit toestel de timing van de audio en video automatisch aanpassen (zie bladzijde 84). Verbind het beeldscherm met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel om om deze functie te kunnen gebruiken. VOORBEREIDINGEN Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn. Opmerkingen VIDEO COMPONENT VIDEO MONITOR OUT MONITOR OUT Y S VIDEO PB VIDEO PR OUT PR PB V Y Component video ingang S Video ingang HDMI ingang S-video ingang TV (of projector) geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan Nederlands 23 Nl Verbindingen Aansluiten van andere componenten Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn. Opmerkingen • Wanneer “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 86) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 23). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen. • Wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 86), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort videoaansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of “Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 79). • Waneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. ■ Aansluiten van een Blu-ray Disc of HD DVD-speler Verbind uw Blu-ray Disc of HD DVD-speler met de HDMI IN1 aansluiting van dit toestel om volledig gebruik te kunnen maken van de functies van de Blu-ray Disc of HD DVD. HDMI uitgang Blu-ray Disc of HD DVD-speler Component uitgang Audio uitgang S-video uitgang Y HDMI PB Optische uitgang PR Video uitgang S L V R O VIDEO COMPONENT VIDEO BD/HD DVD A BD/HD DVD Y S VIDEO PB VIDEO PR L R IN1 DIGITAL INPUT BD/ HD DVD OPTICAL 5 BD/ HD DVD geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan 24 Nl Verbindingen ■ Aansluiten van een DVD-speler DVD-speler HDMI uitgang Coaxiale uitgang Optische uitgang Audio uitgang Component uitgang S-video uitgang C PB PR L V S R O VOORBEREIDINGEN HDMI Y Video uitgang VIDEO COMPONENT VIDEO DVD B DVD Y S VIDEO PB VIDEO PR L R IN2 DVD DIGITAL INPUT COAXIAL 2 DVD OPTICAL 6 DVD geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan Nederlands 25 Nl Verbindingen ■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder) Satellietontvanger, kabel-tv ontvanger of HDTV-decoder HDMI uitgang Component uitgang V L R O Optische uitgang S Audio uitgang PR Video uitgang HDMI PB S-video uitgang Y VIDEO COMPONENT VIDEO DTV/CBL C DTV/CBL Y S VIDEO PB VIDEO PR L IN3 R DTV/ CBL DIGITAL INPUT OPTICAL 7 DTV/ CBL ■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder Opmerking * Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR aansluitingen (S VIDEO IN, VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting. * VIDEO HDMI DVR IN OUT IN VCR OUT S VIDEO IN4 VIDEO DVR L R IN DVR OUT DIGITAL INPUT 3 DVR 26 Nl R V S S-video ingang DVD-recorder, PVR of videorecorder L Video ingang R Audio ingang L Audio uitgang V Video uitgang S S-video uitgang Coaxiale uitgang HDMI uitgang C Verbindingen ■ Aansluiten van audiocomponenten Opmerkingen • Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting. • De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken. • Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. VOORBEREIDINGEN Audio uitgang L Optische ingang R O Audio ingang L R IN CD-recorder OUT (REC) (PLAY) MD/ L TAPE R PHONO GND CD CD-R L R IN(PLAY) OUT(REC) AUDIO DIGITAL INPUT DIGITAL OUTPUT OPTICAL COAXIAL 1 CD R L R O Optische ingang L Audio ingang O Audio uitgang CD-speler C Optische uitgang R Coaxiale uitgang L Audio uitgang Aarde Draaitafel R Audio uitgang L 9 MD/ TAPE 8 CD-R 4 CD MD-recorder of cassettedeck geeft aanbevolen verbindingen aan Nederlands geeft alternatieve verbindingen aan 27 Nl Verbindingen ■ Aansluiten van een externe versterker Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluitingen. Opmerkingen • • • • Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen. Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende SPEAKERS aansluiting. Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 52). Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de “Speaker Set” (zie bladzijde 88) en “Bass Out” (zie bladzijde 89) instellingen. • U kunt de automatische instelfunctie ook gebruiken wanneer u een externe versterker gebruikt (zie bladzijde 37). 1 2 CENTER FRONT 3 4 SURROUND SINGLE(SB) L R SUR.BACK/ SUB WOOFER PRESENCE PRE OUT 5 1 CENTER PRE OUT aansluiting Middenkanaal uitgangsaansluiting. 2 FRONT PRE OUT aansluitingen Voorkanaal uitgangsaansluitingen. 3 SURROUND PRE OUT aansluitingen Surroundkanaal uitgangsaansluitingen. 4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting. y • Zet “Surround Back” op “Large x2”, “Large x1”, “Small x2” of “Small x1” en zet “Presence” op “None” (zie bladzijde 89) om de signalen voor het surround-achterkanaal te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen. • Zet “Presence” op “Yes” en “Surround Back” op “None” (zie bladzijde 89) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen. • Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 19), zal dit toestel de audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de SUR.BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen. 5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan. 28 Nl Verbindingen ■ Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u “Input Channels” instelt op “8ch” via “MULTI CH” (zie bladzijde 80), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 80) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 42), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. • Wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel wordt geselecteerd als signaalbron, zullen alleen de signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT FRONT aansluitingen worden gereproduceerd via de aangesloten hoofdtelefoon. Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen ( CENTER VOORBEREIDINGEN Opmerkingen FRONT(6CH) SURROUND ) ( C) MD/ L TAPE L * R R SB(8CH) MULTI CH INPUT R L R FRONT(6CH) SURROUND L R SUB SB(8CH) R Surround-achter uitgang Middenkanaal uitgang L L R L R Voorkanaal uitgang MULTI CH INPUT Surroundkanaal uitgang SUB WOOFER Subwoofer uitgang Voorkanaal uitgang Middenkanaal uitgang Subwoofer uitgang L Surroundkanaal uitgang SUB WOOFER CENTER Multiformaat-speler/externe decoder Multiformaat-speler/externe decoder Opmerking * De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 80). Nederlands 29 Nl Verbindingen ■ Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel. Let op U moet het volume van dit toestel en de andere componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken. Opmerking De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen. DOCK PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING S VIDEO VIDEO ZONE CONTROLS ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX PHONES VIDEO L S V L USB AUDIO R OPTICAL R O OUT 2 Spelcomputer of videocamera * Afstandsbediening uitgang Yamaha component Infraroodontvanger of Yamaha component (CD of DVD-speler enz.) * U kunt een extra set met een infraroodontvanger en een Yamaha component aansluiten op de REMOTE IN 2 en OUT 2 aansluitingen op dezelfde manier als op de REMOTE IN 1 en OUT 1 aansluitingen. 30 Nl Optische uitgang Audio uitgang Video uitgang IN SILENT CINEMA S VIDEO S-video uitgang OUT OPTIMIZER MIC MASTER Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en de mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door te sturen, kunt u de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluiting als volgt verbinden met de bijbehorende in- en uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met behulp van een mono ministekkerkabeltje. Zie bladzijde 115 voor meer details omtrent deze mogelijkheid. 1 SLEEP ON OFF ■ Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen IN TUNING MODE DISPLAY MULTI ZONE EFFECT YPAO PROGRAM REMOTE MAN'L/AUTO FM ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) MEMORY FM/AM EDIT INPUT Verbindingen Aansluiten op het netwerk Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de NETWORK poort van dit toestel te steken en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en Yamaha MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn. Opmerkingen Internet Yamaha MCX-2000 Yamaha MCX-C15 Yamaha MCX-A10 (met los verkrijgbare luidsprekers) WAN VOORBEREIDINGEN • U moet een STP (Shielded Twisted Pair) kabel (los verkrijgbaar) gebruiken om dit toestel aan te sluiten op een netwerkhub of router. • Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren (zie bladzijde 91). • Yamaha De MCX-2000, MCX-A10 en MCX-C15 zijn mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties. PC LAN Modem Router Netwerkkabel NETWORK Nederlands 31 Nl Verbindingen Aansluiten van de FM en AM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Aansluiten van het netsnoer ■ Aansluiten van het netsnoer Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact. Opmerkingen AC IN • (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) U moet de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 122). • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. FM binnenantenne (meegeleverd) Naar het stopcontact AC OUTLETS AM ringantenne (meegeleverd) Opmerking (Alleen bij de modellen voor Azië) Kies één van de meegeleverde netsnoeren aan de hand van het soort stopcontact op de plek waar u het toestel gaat gebruiken. ANTENNA FM GND AM ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) AM buitenantenne Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant. Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. Modellen voor het V.K. en Australië ..... 1 netstroomaansluiting Model voor Korea ...................................................... Geen Overige modellen....................... 2 netstroomaansluitingen Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt (worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “Technische gegevens” op bladzijde 141. Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. 32 Nl Verbindingen Instellen van de luidsprekerimpedantie en de taal voor de grafische gebruikersinterface (GUI) Let op Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u als volgt “SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers. 1 Controleer of het toestel uit staat. 2 Houd P STRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens A MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu (zie bladzijde 120) zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT MASTER 3 Verdraai O PROGRAM en selecteer “SPEAKER IMP.”. 4 Druk herhaaldelijk op P STRAIGHT en selecteer “6ΩMIN”. 5 Verdraai O PROGRAM en selecteer “GUI LANGUAGE”. 6 Druk herhaaldelijk op P STRAIGHT om de gewenste taal voor de grafische gebruikersinterface te selecteren. Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans), FRENCH (Frans), GERMAN (Duits), SPANISH (Spaans), RUSSIAN (Russisch) Opmerkingen • Deze instelling heeft geen invloed op de meldingen die op het display op het voorpaneel verschijnen. • U kunt de taal voor de grafische gebruikersinterface ook via het GUI menuscherm zelf aanpassen. Zie bladzijde 97 voor details. 7 Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten. Wanneer u dit toestel aan zet door op A MASTER ON/OFF te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld. y Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. ■ Uit zetten van dit toestel Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. Opmerkingen • B MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en 9 POWER en 8 STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer A MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand. • In principe bevelen we u aan het toestel uit (standby) te zetten wanneer u het toestel niet gebruikt. ■ Zet de hoofdzone uit (standby) Druk op B MAIN ZONE ON/OFF (of 8 STANDBY) om de hoofdzone uit (standby) te zetten. Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. ■ Aan zetten van de hoofdzone wanneer het toestel uit (standby) staat Druk op B MAIN ZONE ON/OFF (of 9 POWER) om de hoofdzone aan te zetten. y • Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. • Deze toetsen werken alleen wanneer A MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. Bij problemen... • Zet dit toestel eerst uit en dan weer aan. • Als de problemen zich blijven voordoen, dient u de instellingen van dit toestel terug te zetten. Zie bladzijde 134 voor details. 33 Nl Nederlands Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat deze naar buiten komt, naar de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. ■ Aan zetten van dit toestel VOORBEREIDINGEN Met deze functie kunt u de impedantie van de aangesloten luidsprekers instellen en kiezen in welke taal de menu’s en meldingen van de grafische gebruikersinterface (GUI) van dit toestel moeten worden getoond. Aan en uit zetten van dit toestel Verbindingen Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. Sensor voor de afstandsbediening Opmerkingen • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel Ongeveer 6 m 30 30 Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft. 2 LIGHT Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en het uitleesvenster (B) te verlichten. Uitleesvenster (B) Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen. Infrarood venster (Q) Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. Overdrachtsindicator (P) Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is. Schakelaar voor de bedieningsfunctie (D) De functies van sommige toetsen hangen mede af van de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. AMP Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel. SOURCE Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 104). TV Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of PHONO (zie bladzijde 103). 34 Nl Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen. Verbindingen Display voorpaneel 1 2 RECOUT 3 NET/USB 4 V-AUX DOCK 5 VCR DVR DTV/CBL DVD BD/HD DVD MD/TAPE 6 CD-R CD PHONO VOLUME MUTE SBL 7 8 9 0 A B C 2 HDMI indicator Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde signaalbron binnenkomt via één van de HDMI aansluitingen (zie bladzijde 21). 3 DOCK indicator Licht op wanneer u uw iPod in een Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 30). 4 Oplaad-indicator Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 59). 5 Signaalbron indicators De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd. 6 MUTE indicator en VOLUME niveau indicator • Geeft het huidige volumeniveau aan. • De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE functie (geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt (zie bladzijde 43). 7 Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. SBR PTY HOLD TUNED STEREO AUTO MEMORY PS ZONE2 PTY ZONE3 RT CT SLEEP EON VOORBEREIDINGEN HD 96 q DIGITAL PLUS WMA 24 q PL x q EX MP3 MASTER AUDIO q TRUE HD 1 RECOUT indicator Licht op wanneer dit toestel in de functie staat voor het opnemen van een signaalbron (zie bladzijde 67). TUNER dB VIRTUAL HiFi DSP DSD YPAO ENHANCER SILENT CINEMA PCM MATRIX DISCRETE Zie bladzijde 36 voor details. MULTI CH TUNED STEREO AUTO MEMORY PS ZONE2 PTY 96/24 L C R ZONE3 RT CT LFE SL SB SR SLEEP EON 3 PTY HOLD 9 Ingangskanaal en luidspreker indicators Aanwezigheidsluidsprekers indicators L C R LFE SL SB SR SBL SBR Indicators ingangskanalen Indicators ingangskanalen • Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. • Licht op of knippert aan de hand van de luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 37) of in de “Speaker Level” instelfunctie voor de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 91). Aanwezigheidsluidsprekers indicators Licht op of knippert aan de hand van de “Presence” instellingen (zie bladzijde 89) onder “Speaker Set” wanneer dit toestel in de automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 37) of in de “Speaker Level” instelfunctie voor de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 91). y U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “Auto Setup” (zie bladzijde 37), of met de hand via de instellingen voor “Presence” (zie bladzijde 89) en “Surround Back” (zie bladzijde 89) in het “Speaker Set”. Nederlands 8 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. 35 Nl Verbindingen 0 Tuner (radio) indicators Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat. TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender (zie bladzijde 53). STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt (zie bladzijde 53). AUTO indicator Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat (zie bladzijde 53). MEMORY indicator Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden (zie bladzijde 55). y De MEMORY indicator knippert ook terwijl dit toestel in de NET/USB voorprogrammeerstand staat (zie bladzijde 65). A ZONE2/ZONE3 indicators Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie bladzijde 115). B SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 43). C Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor Europa) PTY HOLD Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie. PS, PTY, RT en CT Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde weergavefunctie voor het Radio Data Systeem. EON Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen. 3 VIRTUAL HiFi DSP D E DSD PCM WMA MP3 YPAO ENHANCER SILENT CINEMA MATRIX DISCRETE HD 96 q DIGITAL PLUS 24 q PL x q EX MASTER AUDIO q TRUE HD F G H I J K D YPAO indicator Licht op wanneer u de “Auto Setup” doet en wanneer de via de “Auto Setup” ingestelde luidspreker-instellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 37). E Ingangssignaal indicators De bijbehorende indicator licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital), PCM (Pulse Code Modulation), WMA (Windows Media Audio) of MP3 (MPEG-1 Audio Layer-3) audiosignalen reproduceert. F DSP indicators De bijbehorende indicator licht op wanneer er een geluidsveldprogramma is geselecteerd. CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45). HiFi DSP indicator Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 51). VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 50). 3D indicator Licht op wanneer de CINEMA DSP 3D functie is ingeschakeld (zie bladzijde 50). G Geluidsveld indicators Lichten op om aan te geven welke geluidsvelden er in werking zijn (zie bladzijde 45). H ENHANCER indicator Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld (zie bladzijde 49). I Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 42). J SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 50). K Decoder indicators Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. 36 Nl AANPASSEN VAN DE LUIDSPREKERINSTELLINGEN AAN UW KAMER (YPAO) Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden. 2 Opmerkingen • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische setup procedure luide testtonen worden geproduceerd. • Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. AUDIO SELECT Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. “MIC ON” en “View OSD MENU” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E 1 Controleer de volgende punten voor u met de automatische setup begint. ❏ De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten. ❏ Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel. ❏ Dit toestel en het beeldscherm moeten worden ingeschakeld. ❏ Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden ingeschakeld en het volume moet ongeveer halverwege (of iets lager) worden ingesteld. VOLUME MIN MAX CROSSOVER HIGH CUT MIN MAX MAN'L/AUTO FM TUNING MODE SLEEP DISPLAY ZONE ON/OFF STRAIGHT ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO y ■ Basisprocedure voor de automatische instelling MEMORY FM/AM EDIT PROGRAM • Als er iets mis gaat tijdens de automatische setup procedure en er een foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het GUI scherm of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op de bladzijden 132 en 133 voor een complete lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u in zo’n geval moet doen. • De begininstelling voor elk van de parameters staat vet aangegeven. • Voor u deze handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zetten. PRESET/ TUNING PRESET/TUNING SILENT CINEMA OPTIMIZER MIC PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VOORBEREIDINGEN Gebruiken van de automatische setup (Auto Setup) OPTICAL VIDEO AUX USB Omnidirectionele microfoon MIC ON VIEW OSD MENU Het volgende menuscherm zal nu verschijnen op het beeldscherm. Information Setup Menu Start Start: ENTER y Na een tijdje zullen de volgende aanduidingen op het display op het voorpaneel verschijnen. U kunt de automatische setup alleen uitvoeren via de grafische gebruikersinterface (GUI). GUI RX-V3800 Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld) ❏ ❏ De crossoverfrequentie voor de aangesloten subwoofer moet op de maximum stand worden ingesteld. Als u externe versterkers gebruikt (zie bladzijde 28), moeten deze aan staan en correct zijn ingesteld. De kamer moet voldoende stil zijn. Nederlands ❏ 37 Nl Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) y 3 Om de automatische instelprocedure (setup) te stoppen en dit toestel in de pauzestand te zetten, dient u op één van de cursortoetsen (4k / n / l / h) te drukken of op 4ENTER. Druk tijdens pauze op 4k om de procedure opnieuw uit te voeren, of op 4 l om de Auto Setup procedure te annuleren. Plaats de optimalisatie-microfoon op uw normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven. Optimalisatie-microfoon 5 Wanneer alle items met succes zijn ingesteld, zal het volgende verschijnen op het GUI scherm. ✓ Equalizing ✓ Level ✓ Result Retry Exit Detail Setup Measurement Over Successfully y Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief (enz.) met behulp van de statiefschroef. Voor u verder gaat met de volgende handeling Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel onmiddellijk beginnen met de automatische setup. Voor de beste meetresultaten kunt u bij het uitvoeren van de volgende handeling het beste de kamer verlaten of uzelf zo opstellen dat u geen invloed uitoefent op de metingen (bijvoorbeeld langs de wand, uit de buurt van de luidsprekers). 4 Druk op 4 ENTER om de instelprocedure te laten beginnen. Dit toestel begint onmiddellijk met de automatische instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de automatische setup. Tijdens de instelprocedure zal de melding “Measuring...” (Aan het meten...) op het GUI scherm verschijnen. Opmerkingen • Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is. • Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup uitvoert. Probeer de kamer zo stil mogelijk te verlaten. Hoeveel tijd er nodig is voor de automatische setup hangt mede af van de kamer zelf en de aangesloten luidsprekers (reken op een tijd tussen 30 seconden en 3 minuten). 38 Nl • Druk op 4n en selecteer “Setup” om de gemeten waarden definitief te maken. • Druk op 4k en selecteer “Retry” om de automatische instelprocedure opnieuw te proberen. Dit toestel begint onmiddellijk opnieuw met de automatische instelprocedure (setup). • Druk op 4h en selecteer “Detail” om informatie over de meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken. Druk op het informatiescherm herhaaldelijk op 4k / n om heen en weer te schakelen tussen de parameters. Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u naar de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 132. • Druk op 4l en selecteer “Exit” om de Auto Setup procedure af te sluiten. Als u “Exit” selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer “Setup” om de gemeten waarden definitief te maken en de procedure af te sluiten. Selecteer “Cancel” om de gemeten waarden te annuleren en de procedure af te sluiten. y Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse parameters met de hand wilt instellen, kunt u deze parameters instellen via “Basic” (zie bladzijde 88). Opmerkingen • Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “Auto Setup” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren. • De afstanden bij de “Distance” resultaten kunnen groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer of eventueel aangesloten externe versterkers. • Bij de “Equalizing” resultaten kunnen er verschillende waarden worden gebruikt voor dezelfde band om een nog gedetailleerde instelling te bereiken. Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) Als er een waarschuwing verschijnt... ✓ Equalizing ✓ Level ✓ Result Retry Exit Detail Setup Measurement Over W1:Out of Phase W3:Level Error Waarschuwingen 6 Druk op G SET MENU om het GUI menuscherm te sluiten. Opmerkingen • Nadat u de automatische setup procedure heeft afgemaakt moet u de optimalisatie-microfoon weer losmaken. • De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel. ■ Aanpassen van de metingen U kunt het parametrische equalizertype selecteren en de diverse items aan of uit zetten. 1 Sluit de meegeleverde optimalisatiemicrofoon aan op dit toestel en stel de microfoon op de juiste manier op. Raadpleeg de stappen 1 t/m 3 onder “Basic procedure” op bladzijde 41. 2 Druk op 4 k, selecteer “Setup Menu” en druk vervolgens op 4 h. “Setup Menu” is het op dit moment geselecteerde menu-onderdeel. 3 Druk herhaaldelijk op 4 k / n en selecteer “Wiring”, “Distance”, “Size”, “Equalizing” of “Level” en druk vervolgens op 4 h om de geselecteerde instelling te wijzigen. Druk herhaaldelijk op 4 k / n om de gewenste parameter te selecteren en vervolgens op 4 ENTER om uw keuze te bevestigen. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u alle gewenste instellingen verricht heeft. Dit toestel voert de volgende controles uit: Size (Luidsprekerafmetingen) Controleert de frequentierespons van elk van de luidsprekers en stelt de juiste lage frequentiecrossover voor elk van de kanalen in. Keuzes: Check, Skip • Selecteer “Check” om het onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. • Selecteer “Skip” om het onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. Equalizing (Parametrische equalizerniveau) De parametrische equalizer regelt het niveau van de gespecificeerde frequentiebanden. Dit toestel selecteert automatisch de cruciale frequentiebanden voor uw luisterruimte en past de niveaus van de geselecteerde frequentiebanden zo aan dat er een samenhangend geluidsveld wordt gecreëerd in de betreffende ruimte. U kunt kiezen uit de volgende soorten instellingen voor de parametrische equalizer. Keuzes: Check:Natural, Check:Flat, Check:Front, Skip • Selecteer “Check:Natural” om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op de hogere frequenties. Aanbevolen wanneer de “Check:Flat” instelling een beetje schel klinkt. • Selecteer “Check:Flat” om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn. • Selecteer “Check:Front” om de frequentierespons van elk van de luidsprekers in te stellen in overeenstemming met de weergave van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voorluidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers. • Selecteer “Skip” om het geselecteerde onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. Level (Volumeniveau) Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de luidsprekers. Keuzes: Check, Skip • Selecteer “Check” om dit onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. • Selecteer “Skip” om dit onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. y Er verschijnt een vinkje of kruisje links van de parameter die u op iets anders heeft ingesteld dan “Skip”. 39 Nl Nederlands 4 Distance (Luidspreker afstand) Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de timing voor elk van de kanalen af. VOORBEREIDINGEN Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de automatische setup procedure, zullen er waarschuwingen verschijnen op het resultatenscherm. Zie de paragraaf “Auto Setup” in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 132 voor een complete lijst met waarschuwingen en wat u eraan kunt doen. Wiring (Luidsprekerbedrading) Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers. Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) 6 Wanneer u alle gewenste instellingen verricht heeft, kunt u op 4 l drukken om terug te keren naar het vorige menuniveau, waarna u door op 4 n te drukken “Start” kunt selecteren. 7 Start de automatische setup procedure nadat u de meting heeft ingesteld. Raadpleeg de stappen 4 t/m 6 onder “Basisprocedure voor de automatische instelling” op bladzijde 37 voor details. System Memory functie U kunt meerdere resultaten van de automatische setup opslaan met behulp van de System Memory functie. Zie bladzijde 98 voor details. ■ Beoordelen van de resultaten van de automatische setup procedure Met deze functie kunt u de resultaten van de automatische setup beoordelen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU om het GUI menuscherm te openen. 2 Druk herhaaldelijk op 4k / n en vervolgens op 4h om “Auto Setup” te selecteren. Input Select Manual Setup Information Auto Setup Setup Menu System Memory Start Signal Info. 3 Druk op 4k en selecteer “Information”. Wiring (Luidsprekerbedrading) Toont de polariteit van elk van de aangesloten luidsprekers. • “NRM” verschijnt wanneer de polariteit van de luidspreker in kwestie normaal is. • “REV” verschijnt wanneer de polariteit van de luidspreker in kwestie omgekeerd is. Opmerking “–––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Distance (Luidspreker afstand) Toont de luidsprekerafstand tot de luisterplek. Druk op 4l / h om het toestel de waarde voor elk van de afzonderlijke luidsprekerafstanden te laten tonen. Opmerking “–––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Size (Luidsprekerafmetingen) Toont de afmetingen van elk van de aangesloten luidsprekers. De cross-over frequentie voor de lage tonen (“Cross”) wordt onderaan het menu aangegeven. • “LRG” verschijnt wanneer de aangesloten luidspreker geschikt is voor de weergave van lage tonen. • “SML” verschijnt wanneer de aangesloten luidspreker niet geschikt is voor de weergave van lage tonen. Opmerking “–––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Equalizing (Luidspreker equalizer) Toont het resultaat van de regeling van de frequentierespons van elk van de aangesloten luidsprekers. Opmerking 4 Information Wiring Setup Menu Distance Start Size Druk op 4h en vervolgens herhaaldelijk op 4n om de items te selecteren die u wilt controleren. “–––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Level (Luidsprekerniveau) Toont het uitgangsniveau van de aangesloten luidsprekers. Opmerking “–––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Wiring Distance Size 40 Nl Left Right Front NRM NRM Center NRM Sur. NRM NRM S.Back NRM NRM PRNS NRM NRM SubWfr NRM Reload:ENTER WEERGAVE Weergave Let op U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 53 voor details omtrent het afstemmen (FM/AM). • Zie bladzijde 59 voor details over het gebruiken van een iPod met dit toestel. • Zie bladzijde 61 voor details omtrent weergave van Internet radioprogramma’s en muziek die is opgeslagen op een PC of op USB geheugenapparaten. 4 Verdraai R VOLUME (of druk op C VOLUME +/–) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. Instelbereik: Mute, –80,0 dB (minimum) t/m +16,5 dB (maximum) y Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint “Decoder Mode” in het “Input Select” instellen op “DTS” (zie bladzijde 79). Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zetten. y Zie bladzijde 52 voor het instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. Basisprocedure 5 1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. y • U kunt dit toestel bedienen door middel van de grafische gebruikersinterface (Graphical User Interface; GUI) menuschermen. Zie bladzijde 44 voor details. • U kunt de verkorte weergave van meldingen op het beeldscherm aan of uit zetten. Zie bladzijde 87 voor details. 2 Verdraai O PROGRAM op het voorpaneel (of druk herhaaldelijk op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s (O)) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het display voor de verkorte meldingen. Zie bladzijde 45 voor details omtrent geluidsveldprogramma’s. Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogrammacategorie Verdraai C INPUT (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk op één van de ingangskeuzetoetsen (1)) om de gewenste signaalbron te selecteren. De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display op het voorpaneel en als verkorte melding getoond. Beschikbare signaalbronnen NET/USB V-AUX VCR DVR DTV/CBL DVD BD/HD DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH BASISBEDIENING 3 Movie Sci-Fi Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma Opmerking TUNER DVD Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 42). y • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. 41 Nl Nederlands Op dit moment geselecteerde signaalbron Weergave Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie. y • In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “Audio Select” in het “Option” (zie bladzijde 95). • U kunt de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting bepalen via de “Audio Select” instelling onder “Input Select” (zie bladzijde 79). 1 Verdraai C INPUT (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de (1)) om de gewenste signaalbron te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op D AUDIO SELECT (of 0 AUDIO SEL) om de gewenste instelling voor de audio ingangsaansluiting selectie te kiezen. Beschikbare signaalbronnen NET/USB V-AUX VCR DVR DTV/CBL DVD BD/HD DVD MD/TAPE A.SEL: CD-R CD PHONO MULTI CH Selecteren van de MULTI CH INPUT component Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 29). Verdraai C INPUT op het voorpaneel en selecteer MULTI CH (of druk op 1 MULTI CH IN). y Gebruik het “MULTI CH” menu in het “Input Select” om de parameters voor MULTI CH in te stellen (zie bladzijde 80). Opmerking Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd en de Compressed Music Enhancer stand kan niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 45). Gebruiken van een hoofdtelefoon U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel. TUNER AUTO PURE DIRECT VOLUME Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING INPUT PROGRAM HDMI Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen die binnenkomen via de COAXIAL aansluiting. (2) Digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL aansluiting. Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Opmerking Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input Select” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 79). 42 Nl TUNING MODE SLEEP DISPLAY ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) HDMI (2) Digitale signalen (3) Analoge signalen MAN'L/AUTO FM ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE AUTO MEMORY FM/AM EDIT OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB ON OFF MASTER y Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie bladzijde 50). Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen. • Wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel wordt geselecteerd als signaalbron, zullen alleen de signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT FRONT aansluitingen worden gereproduceerd via de aangesloten hoofdtelefoon. • Alle digitale multikanaals audiosignalen (behalve DSD signalen) worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. Weergave Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave 3 Druk op E MUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op E MUTE om de geluidsweergave te hervatten. Druk herhaaldelijk op M SLEEP (of A SLEEP) om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op M SLEEP (of A SLEEP) zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. SLEEP 120min. SLEEP OFF y SLEEP 90min. SLEEP 30min. SLEEP 60min. De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. • U kunt ook R VOLUME op het voorpaneel of C VOLUME +/– op de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te hervatten. • U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de “Muting Type” parameter in het “Volume” (zie bladzijde 81). • De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat. SLEEP 120min. Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal Knippert U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. Gebruik de ingangskeuzetoetsen (1) om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. y Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT signaalbron (zie bladzijde 80). STRAIGHT SLEEP Licht op ■ Gebruiken van de slaaptimer Druk net zo vaak op M SLEEP (of A SLEEP) tot “SLEEP OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit (zie bladzijde 32). Verdraai C INPUT (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de (1)) om de gewenste signaalbron te selecteren. 2 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. Zie bladzijde 53 voor details omtrent het afstemmen. SLEEP OFF Verdwijnt De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het display op het voorpaneel. y U kunt de slaaptimer ook annuleren door met B MAIN ZONE ON/OFF (of 8 STANDBY) de hoofdzone van het toestel uit (standby) te zetten. Nederlands 1 BASISBEDIENING SLEEP 43 Nl Weergave Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI menuschermen Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. U kunt de begininstellingen voor het toestel ook bepalen met behulp van het GUI menuscherm (zie bladzijde 70). ■ Onderdelen op het GUI menuscherm Op dit moment geselecteerde decoder Op dit moment geselecteerde signaalbron Op dit moment geselecteerde menu-onderdeel DVD qPLIIx Movie Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option Sci-Fi Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma Menu-gedeelte Manual Setup -40.0dB Huidige menu Volumeniveau (zie bladzijde 41) y • Zet de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP wanneer u dit toestel via de GUI menuschermen wilt bedienen. • Zie bladzijde 70 voor details omtrent de inhoud van het menu-gedeelte. • Dit toestel onthoudt het laatst geselecteerde GUI menuscherm. ■ Basisbediening op het GUI menuscherm Toets Functie 4 Cursor k / n Druk hierop om een item in het huidige menuniveau te selecteren. 4 Cursor h Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te openen en naar het volgende menuniveau te gaan. 4 Cursor l Druk hierop om terug te keren naar het vorige menuniveau. 4 ENTER Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te openen en naar het volgende menuniveau te gaan. G SET MENU Druk hierop om het GUI menuscherm te openen of te sluiten. 44 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsveldprogramma’s Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. y • Het Yamaha CINEMA DSP geluidsveldprogramma is geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS, Dolby Surround, Dolby TrueHD en DTS-HD Master Audio bronnen. • De Yamaha HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. Selecteren van geluidsveldprogramma’s • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 42) of wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat (zie bladzijde 51). • Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen. • Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast. BASISBEDIENING Verdraai O PROGRAM (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op één van de geluidsveldtoetsen (O)). De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en als verkorte melding op het scherm. Opmerkingen y U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 71 voor details. Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s y Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid. Toets afstandsbediening Categorie van het programma Naam van het programma MOVIE Sci-Fi Gecreëerde geluidsvelden CINEMA DSP of HiFi DSP MOVIE 8 Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects films. U kunt hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde virtuele ruimte, waarin de dialogen, de geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn. Decoder Type DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 73) SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Omschrijving van het programma Geluidsveld indicators Aanwezigheidsgeluidsveld Nederlands Luisterplek Linker surround geluidsveld Rechter surround geluidsveld Surround-achter geluidsveld 45 Nl Geluidsveldprogramma’s ■ Voor muziekmateriaal y Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 51), de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 50), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 68). CLASSICAL ENTERTAIN 5 7 CLASSICAL Hall in Munich HiFi DSP Dit geluidsveld simuleert een concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen in Muenchen, met een stijlvol houten interieur, zoals normaal is in Europese concertzalen. Verfijnde, mooie natrillingen verspreiden zich door de ruimte en creëren een kalme sfeer. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal. DSP Level Init. Delay CLASSICAL ENTERTAIN 5 7 Room Size Liveness CLASSICAL Dialogue Lift Hall in Vienna HiFi DSP Dit is een traditionele middelgrote, doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen in Wenen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties die voor het publiek van alle kanten lijken te komen en voor een volle en rijke geluidsweergave. DSP Level Init. Delay CLASSICAL ENTERTAIN 5 7 Room Size Liveness CLASSICAL Dialogue Lift Hall in Amsterdam HiFi DSP Deze grote, doosvormige zaal biedt ongeveer 2200 zitplaatsen rond een cirkelvormig podium. De weerkaatsingen zijn rijk en het oor welgevallig terwijl het geluid vrije doorgang vindt. DSP Level Init. Delay CLASSICAL ENTERTAIN 5 7 Room Size Liveness CLASSICAL Dialogue Lift Church in Freiburg HiFi DSP Deze grootse stenen kerk bevindt zich in Zuid-Duitsland en heeft een torenspits van 120 meter hoog. De lange, smalle vorm en het hoge plafond leveren een lange natriltijd op en en een beperkte tijd voor de eerste weerkaatsingen. Op deze manier zorgen de rijke natrillingen meer voor de atmosfeer in de kerk dan het oorspronkelijke geluid zelf. DSP Level Init. Delay CLASSICAL 5 Liveness Rev. Time CLASSICAL Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift Chamber HiFi DSP Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 6 Liveness Rev. Time LIVE/CLUB Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift Village Vanguard HiFi DSP Deze jazzclub is te vinden op 7th Avenue, New York. Het is een kleine club met een laag plafond dat ervoor zorgt dat de sterke weerkaatsing uitstraalt van het podium in de hoek. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 6 Room Size Liveness LIVE/CLUB Dialogue Lift Warehouse Loft HiFi DSP Dit pakhuis lijkt op sommige zolders in Soho. Het geluid wordt met een hoge energie-inhoud weerkaatst door de betonnen wanden. DSP Level Init. Delay 46 Nl Room Size Liveness Rev. Time Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift Geluidsveldprogramma’s LIVE/CLUB 6 LIVE/CLUB Cellar Club HiFi DSP Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 6 Room Size Liveness LIVE/CLUB Dialogue Lift The Roxy Theatre HiFi DSP Dit is het geluidsveld van een rock live house in Los Angeles, met ongeveer 460 plaatsen. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 6 Room Size Liveness LIVE/CLUB Rev. Time Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift The Bottom Line HiFi DSP DSP Level Init. Delay Room Size Liveness Dialogue Lift ■ Voor divers materiaal Opmerking BASISBEDIENING Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave. De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. ENTERTAIN 7 ENTERTAINMENT Sports Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt. DSP Level Init. Delay ENTERTAIN 7 Room Size Sur. Init. Delay ENTERTAINMENT Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Action Game Dit geluidsveld is geschikt voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen. DSP Level Init. Delay ENTERTAIN 7 Room Size Sur. Init. Delay ENTERTAINMENT Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Roleplaying Game Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor actiespellen (“Action Game”) om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Nederlands 47 Nl Geluidsveldprogramma’s ■ Voor visuele muziekbronnen Opmerking De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. LIVE/CLUB ENTERTAIN 6 7 ENTERTAINMENT Music Video HiFi DSP Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal. DSP Level Init. Delay ENTERTAIN 7 Room Size Sur. Init. Delay ENTERTAINMENT Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Recital/Opera Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem. “Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid voor de artiesten op het podium. Het surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik gemaakt van concertzaal-effecten om de inherente schoonheid van de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift ■ Voor filmmateriaal y U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 68 voor details. Opmerking De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. MOVIE 8 MOVIE Standard Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren. Decoder Type DSP Level MOVIE 8 Sur. Init. Delay Sur. Room Size MOVIE Sur. Liveness SB. Init. Delay SB Room Size SB Liveness Dialogue Lift Spectacle Dit programma reproduceert de overweldigende ervaring van groots opgezette spektakelfilms. Het voorziet in een breed geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot verschrikkelijk harde geluiden. Decoder Type DSP Level MOVIE 8 Init. Delay Room Size MOVIE Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Sci-Fi Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects films. U kunt hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde virtuele ruimte, waarin de dialogen, de geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn. Decoder Type DSP Level 48 Nl Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Geluidsveldprogramma’s MOVIE MOVIE 8 Adventure Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van het geluid bij actie- en avonturenfilms. Het geluidsveld beperkt natrillingen en geeft de nadruk aan het reproduceren van een zich ver naar links en naar rechts uitstrekkende geluidsruimte. De gereproduceerde diepte wordt ook relatief beperkt om de scheiding tussen de audiokanalen en de helderheid van de weergave te kunnen waarborgen. Decoder Type DSP Level Init. Delay Room Size MOVIE MOVIE 8 Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Drama Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies. De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven, maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na vele uren kijken. Decoder Type DSP Level Init. Delay Room Size MOVIE SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Mono Movie Dit programma is speciaal bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal, zoals klassieke films, en geeft u het gevoel alsof u in een oude, gezellige bioscoop zit. Dit programma produceert de optimale expansie en natrillingen voor de originele geluidsweergave en creëert een comfortabele ruimte met een duidelijk bepaalde diepte. DSP Level Init. Delay Room Size Liveness Rev. Time Rev. Level Rev. Delay Dialogue Lift BASISBEDIENING MOVIE 8 Sur. Init. Delay Sur. Room Size ■ Stereoweergave STEREO 9 STEREO 2ch STEREO Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 52 voor details. Direct STEREO 9 STEREO 7ch STEREO HiFi DSP Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz. Center Level Surround L Level Surround R Level Sur. Back Level Presence L Level Presence R Level ■ De Compressed Music Enhancer ENHANCER 0 MUSIC ENHANCER Straight Enhancer Gebruik dit programma om het geluid te verbeteren tot het zo goed mogelijk de originele diepte en breedte van het 2-kanaals of multikanaals signaal voor compressie benadert. Level ENHANCER 0 MUSIC ENHANCER 7ch Enhancer Gebruik dit programma voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 7-kanaals stereo. Nederlands Level 49 Nl Geluidsveldprogramma’s ■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren. Als u “Surround” op “None” (zie bladzijde 89) instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45). Opmerking In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “Surround” op “None” (zie bladzijde 89): – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 42). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – wanneer dit toestel in de “7ch stereo” stand staat. ■ Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma’s met een hoofdtelefoon (SILENT CINEMA) • “3D:ON” verschijnt op het display op het voorpaneel en de 3D indicator (zie bladzijde 36) licht op wanneer dit toestel in de CINEMA DSP 3D stand staat. De CINEMA DSP 3D stand creëert een intensieve en accurate dieptewerking in het geluidsveld in de luisterruimte. • “3D:OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel en de 3D indicator verdwijnt wanneer de CINEMA DSP 3D stand wordt uitgeschakeld. De CINEMA DSP stand creëert een uitgebreid en expansief geluidsveld in de luisterruimte. Opmerkingen • “3D:––” verschijnt wanneer de CINEMA DSP 3D stand niet beschikbaar is. • Als u “Presence” heeft ingesteld op “None”, kan de CINEMA DSP 3D stand van dit toestel niet worden ingeschakeld. • De CINEMA DSP 3D stand van dit toestel kan alleen worden ingeschakeld wanneer u één van de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s selecteert. • Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel, kan de CINEMA DSP 3D stand niet worden ingeschakeld. Luisteren naar onbewerkte weergave SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting doet terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45). Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel. Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. Opmerkingen Druk op P STRAIGHT (of I STRAIGHT) en selecteer “STRAIGHT”. • SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 42). • SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct (zie bladzijde 51) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 52) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie staat. Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zetten. Gebruiken van de CINEMA DSP 3D stand CINEMA DSP 3D stand voor een intensieve en accurate dieptewerking in het in de luisterruimte gecreëerde geluidsveld. U kunt de CINEMA DSP 3D stand naar keuze aan of uit zetten. Druk herhaaldelijk op K 3D DSP om de CINEMA DSP 3D stand aan of uit te zetten. 50 Nl y U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 71 voor details. STRAIGHT y De namen van het soort audiosignaal van de signaalbron en de actieve decoder zullen verschijnen op het display op het voorpaneel. ■ Uitschakelen van de “STRAIGHT” weergavefunctie Druk op P STRAIGHT (of I STRAIGHT) zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het voorpaneel. Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld. y U kunt ook het gewenste geluidsveldprogramma selecteren door O PROGRAM te verdraaien (of door herhaaldelijk op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s te drukken (O)). GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Gebruiken van audiofuncties Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zetten. Luisteren naar pure hi-fi weergave Toonregeling Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal en het subwooferkanaal. 1 Druk herhaaldelijk op E TONE CONTROL op het voorpaneel om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. Druk op N PURE DIRECT (of F PURE DIRECT) om de Pure Direct stand aan of uit te zetten. De F PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten en het display op het voorpaneel zal automatisch uit gaan wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. 2 Verdraai O PROGRAM om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB Opmerkingen • Wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat, zal het geen videosignalen reproduceren via de MONITOR OUT aansluitingen en de HDMI OUT aansluiting. • Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie bladzijde 42) en vervolgens bitstroomsignalen of multikanaals PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de corresponderende decoder inschakelen. • De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat: – omschakelen van het geluidsveldprogramma – openen van het GUI menuscherm – bedienen van videofuncties (video-conversie enz.) • De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer dit toestel uit wordt gezet. Opmerkingen • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers, midden-luidspreker en de subwoofer. • TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron. BASISBEDIENING Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron. Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min mogelijk tussenliggende schakelingen. y Gebruik de “Tone Control” parameter in het “Sound” menu om de balans te regelen tussen de weergave van de hoge en die van de lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon met behulp van het GUI menuscherm. Zie bladzijde 83 voor details. y Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is. Nederlands 51 Nl Gebruiken van audiofuncties Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zetten. Instellen luidsprekerniveaus Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2 kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo. U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt. Druk herhaaldelijk op O STEREO op de afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren. Opmerking y Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt via de “Auto Setup” (zie bladzijde 37) en “Speaker Level” (zie bladzijde 91) methodes. 1 Druk net zo vaak op 3 LEVEL op het voorpaneel tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u wilt instellen. Display Ingestelde luidspreker FRONT L Linker voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker FRONT R Rechter voor-luidspreker SUR. R Rechter surround-luidspreker SB R Rechter surround achter-luidspreker SB L Linker surround achter-luidspreker SUR. L Linker surround-luidspreker SWFR Subwoofer PRNS L Linker aanwezigheidsluidspreker PRNS R Rechter aanwezigheidsluidspreker y • Wanneer u op 3 LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met 4k / n. • In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SB” worden getoond indien “Surround Back” is ingesteld op “Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 89). 2 Druk op 4l / h om het uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen. • Druk op 4h om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op 4l om de ingestelde waarde te verlagen. Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB 52 Nl • U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “Bass Out” is ingesteld op “SWFR” of “Both” (zie bladzijde 89). • U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door O PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien. • U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren en instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 71 voor details. • Zie bladzijde 76 voor details omtrent de parameters voor de “2ch Stereo” stand. FM/AM AFSTEMMEN FM/AM afstemmen Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. Opmerking Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. Automatisch afstemmen Handmatig afstemmen Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. 1 2 Druk op J FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. 3 Druk op L TUNING MODE zodat de AUTO indicator op het display oplicht. A FM 88.90MHz Geen dubbele punt (:) AUTO Opmerking Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. 1 Verdraai C INPUT op het voorpaneel en selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron. 2 Druk op J FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. 3 Druk op L TUNING MODE zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. BASISBEDIENING Verdraai C INPUT op het voorpaneel en selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Licht op A FM 88.90MHz Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op I PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. Geen dubbele punt (:) 4 Druk één keer op H PRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. • Druk op H h om af te stemmen op een hogere frequentie. • Druk op H l om af te stemmen op een lagere frequentie. Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op I PRESET/ TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. 4 Druk op H PRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. Nederlands 53 Nl FM/AM afstemmen Automatisch voorprogrammeren U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. 1 Verdraai C INPUT op het voorpaneel en selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron. 2 Druk op J FM/AM en selecteer “FM” als de radioband. “FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. 3 Houd K MEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer alsook de AUTO en MEMORY indicators gaan knipperen. Na ongeveer 10 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. Handmatig voorprogrammeren U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) voorprogrammeren. 1 Stem automatisch of met de hand af op een zender. Zie bladzijde 53 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. 2 Druk op K MEMORY. De MEMORY indicator knippert ongeveer 10 seconden lang op het display op het voorpaneel. MEMORY Knippert 3 A1:FM 88.90MHz Knippert AUTO MEMORY Knippert Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. Druk herhaaldelijk op G A/B/C/D/E om een voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E) terwijl de MEMORY indicator knippert. De letter van de geselecteerde groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. A :FM 88.90MHz MEMORY y • U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op G A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op H PRESET/TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender zal worden opgeslagen. • U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op I PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op H PRESET/TUNING l nadat u K MEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt heeft gehouden. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren”. • (Alleen modellen voor Europa) Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. 54 Nl Dubbele punt (:) Knippert Voorkeuzegroep 4 Druk op H PRESET/TUNING l / h om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator nog aan het knipperen is. • Druk op H h om een hoger voorkeuzenummer te selecteren. • Druk op H l om een lager voorkeuzenummer te selecteren. A1:FM 88.90MHz Voorkeuzenummer MEMORY Knippert FM/AM afstemmen 5 Druk op K MEMORY terwijl de MEMORY indicator knippert. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van het display op het voorpaneel verdwijnen. Omwisselen van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”. 1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met G A/B/C/D/E en H PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” in de linker kolom. 2 Houd I EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. A1:FM 88.90MHz De getoonde zender is opgeslagen als A1. Opmerkingen E1:FM 88.90MHz Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. Knippert 3 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk op 1 TUNER, selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. 1 2 Druk op G A/B/C/D/E (of 4 A//B/C/D/E l / h) om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. Druk op H PRESET/TUNING l / h (of 4 PRESET/CH k / n) om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. Knippert Selecteer voorkeuzezender “A5” met G A/B/C/D/E en H PRESET/TUNING l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” in de linker kolom. A5:FM 88.90MHz Knippert 4 MEMORY BASISBEDIENING • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. MEMORY Knippert Druk nog eens op I EDIT. “EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen. EDIT E1-A5 A1:FM 88.90MHz Nederlands 55 Nl RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa) Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. Tonen van Radio Data Systeem informatie 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. • Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 54). • U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender. 2 Druk herhaaldelijk op 7 FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren. Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerkingen • U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie. • U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn. • Bij slechte ontvangst kunt u op LTUNING MODE op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel. • Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. • Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping). • Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. 56 Nl PS PTY RT CT Frequentiedisplay • Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te laten geven. Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa) Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype. 4 Druk op 4 PRESET/CH k / n op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. y POP M Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 54). 1 3 Programmatype Beschrijving NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten Druk herhaaldelijk op 3 BAND en selecteer “FM” als de radioband. INFO Algemene informatie SPORT Sport Druk op 7 PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek NEWS Knippert y Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op 7 PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken. BASISBEDIENING 2 Licht op Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk op 1 TUNER op de afstandsbediening, selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. Nederlands 57 Nl Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa) 5 Druk op 7 PTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl het toestel naar een geschikte zender zoekt. POP M PTY HOLD Knippert Licht op y Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op 7 PTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken. Opmerkingen • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op 7 PTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type. Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden. Opmerkingen • U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is. • De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender. 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. 2 Controleer of de EON indicator brandt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden. EON 3 Druk herhaaldelijk op 7 EON op de afstandsbediening om één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. NEWS Licht op y Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op 7 EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. 58 Nl GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™ Gebruiken van een iPod™ Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 30), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 49). Opmerkingen • Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. • Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn. y ■ Bedienen van een iPod met de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie iPod™ bediening U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het GUI menuscherm van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie). Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE zetten en dan op 1V-AUX/DOCK drukken. 4 ENTER Functie Volgende menu k Menu op n Menu neer l Vorige menu h Volgende menu 7 ll U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop, overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het GUI menusysteem van dit toestel. y • U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken. • U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. ■ Afstandsbediening Toets ■ Bedienen van een iPod met de menufunctie U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van het GUI menusysteem van dit toestel. De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 93). U kunt via het GUI menusysteem ook door de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren. Opmerkingen Vooruit zoeken (ingedrukt houden) a Vooruit springen b Terug springen s Stop e Pauze (menu bedieningsfunctie) Weergave/pauze (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie) p Weergave (menu bedieningsfunctie) Weergave/pauze (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie) • U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. • Het Yamaha logo zal verschijnen op het display van uw iPod. • Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of via het GUI menusysteem van dit toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping). • U kunt niet via het GUI menusysteem bladeren door eventueel op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of videoclips op uw iPod te bekijken. • U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor de iPod zal worden weergegeven op het beeldscherm door middel van de “On Screen” parameter onder “Manual Setup” (zie bladzijde 87). Vorige menu J DISPLAY Display 59 Nl Nederlands Terug zoeken (ingedrukt houden) hh G MENU BASISBEDIENING • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 132. • Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen. • Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. • De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “Standby Charge” parameter in het “iPod” (zie bladzijde 93). • Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 35) getoond worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal de indicator van het display verdwijnen. Gebruiken van een iPod™ Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE zetten en dan op 1V-AUX/DOCK drukken. 1 Druk op J DISPLAY op de afstandsbediening. Het volgende scherm zal op het beeldscherm verschijnen. Repeat (Herhaalde weergave) Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, One, All • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen. • Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen. Opmerkingen Top Playlists Artists Albums Songs Genres Composers Settings 2 Druk op 4 k / n / l / h om het iPod menu te bedienen en druk vervolgens op 4 ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven. Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten), Albums (albums), Songs (songs), Genres (genres), Composers (componisten), Settings (instellingen) • Playlists > Songs • Artists > Albums > Songs • Albums > Songs • Songs • Genres > Artists > Albums > Songs • Composers > Albums > Songs • Settings > Shuffle, Repeat Shuffle (Willekeurige weergave) Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, Songs, Albums • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in willekeurige volgorde te laten weergeven. • Selecteer “Albums” om dit toestel albums in willekeurige volgorde te laten weergeven. Opmerkingen • Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven. • Druk herhaaldelijk op 4ENTER om heen en weer te schakelen tussen de diverse “Shuffle” instellingen. 60 Nl • Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald. • Druk herhaaldelijk op 4ENTER om heen en weer te schakelen tussen de diverse “Repeat” instellingen. ■ De functies van het weergaveinformatiedisplay 5 6 7 Play Information 1 1/9 Frankie Zipper 2 Made-to-order 3 Road to India 4 0:51 8 -7:44 9 1 Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten 2 Titel van het album 3 Titel van het muziekstuk 4 Verstreken tijd 5 (weergave), (pauze), (terug zoeken) (vooruit zoeken) of 6 Pictogrammen willekeurige en herhaalde weergave 7 Naam van de artiest 8 Voortgangsbalk 9 Resterende tijd GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES Gebruiken van network/USB functies Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, Yamaha MCX-2000, USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio. Opmerkingen • De Yamaha MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties. • Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg indien nodig ook technische referentiewerken. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. y • Voor een complete lijst met op afstand te bedienen netwerk en USB functies verwijzen we u naar “Afstandsbediening” op bladzijde 59. • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 129. Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien. NET/USB PC/MusicCAST (MCX-2000) Internet Radio Playlists Selecteert een muziekstuk via een op de server opgeslagen speellijst. Raadpleeg de documentatie van de server voor details omtrent de formattering van de speellijst, hoe u een speellijst kunt aanmaken enz. Artists Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000). Albums Selecteren van een muziekstuk op album. Songs Direct selecteren van een muziekstuk. Genres Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000). Recall Play Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt. Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000. Bookmarks Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks” (zie bladzijde 64). Locations Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie. Genres Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre. New Stations Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen zijn. Popular Stations Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders. Podcasts Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre. Help Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde Internetservice. Bestanden/Mappen Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen. Nederlands USB Server* BASISBEDIENING Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s Opmerking * Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond. 61 Nl Gebruiken van network/USB functies De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s. Zie de bladzijden 63 t/m 65 voor details over elke sub-signaalbron. 4 Opmerking “Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. y • “>” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau. • U kunt ook op 4ENTER of G MENU drukken om het geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar het vorige menuniveau. Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE zetten. 1 Druk op 1 NET/USB op de afstandsbediening en selecteer “NET/USB” als signaalbron. De cursor links van de NET/USB indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het eerder weergegeven materiaal voor de corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal automatisch worden weergegeven. Licht op NET/USB V-AUX VCR DVR DTV/CBL DVD BD/HD DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER Druk op 4k / n / l / h om het gewenste muziekstuk of de gewenste Internetradiozender te selecteren. • Druk op 4k / n om het gewenste menu te selecteren. • Druk op 4h om het gewenste menu te openen. • Druk op 4l om terug te keren naar het vorige menuniveau. 5 Druk op 4 ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven of om te luisteren naar de geselecteerde zender. y • Zie bladzijde 60 voor details omtrent de functies van het weergave-informatiedisplay. • Afhankelijk van de geselecteerde sub-signaalbron is het mogelijk dat bepaalde items niet voorkomen in het weergave-informatiedisplay. • U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor het netwerk/de iPod zal worden weergegeven op het beeldscherm door middel van de “On Screen” parameter onder “Manual Setup” (zie bladzijde 87). ■ Afstandsbediening 2 Druk op J DISPLAY om terg te keren naar het bovenste NET/USB menu. Het volgende scherm zal op het beeldscherm verschijnen. Als er een ander scherm op het beeldscherm verschijnt, dient u net zo vaak op G MENU op de afstandsbediening te drukken tot het NET/USB hoofdmenu verschijnt. Top PC/MusicCAST Internet Radio USB Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE zetten en dan op 1NET/USB drukken. Toets Functie 3 TITLE Bladwijzer *1 4 k Hoger n Lager l Vorige menu h Volgende menu 5 MEMORY Geheugen 6 1–8 Cijfertoetsen (1-8) *2 7 NET RADIO Selecteer “NET RADIO” 3 Druk op 4 k / n om de gewenste subsignaalbron te selecteren en druk vervolgens op 4 h of 4 ENTER. USB Selecteer “USB” b Terug springen (alleen “PC/MCX” en “USB”) a Vooruit springen (alleen “PC/MCX” en “USB”) PC/MCX Selecteer “PC/MCX” s Stop p Weergave y G MENU Vorige menu U kunt ook de gewenste sub-signaalbron selecteren door op 7NET RADIO, 7USB of 7PC/MCX te drukken wanneer “NET/USB” is geselecteerd als signaalbron. Dit toestel begint automatisch met de weergave van het laatst geselecteerde muziekbestand, Internet radiostation of Podcast wanneer u op 7NET RADIO, 7USB of 7PC/MCX drukt. J DISPLAY Display 62 Nl *1 Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 64). *2 Druk hierop om items voor te programmeren of weer op te roepen (zie bladzijde 65). Gebruiken van network/USB functies Gebruiken van een PC server of Yamaha MCX-2000 Gebruik deze functie om te luisteren naar muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of Yamaha MCX-2000. De MCX-2000 is een muziekserver die het concept volgt van Yamaha’s exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor weergave via een persoonlijk netwerk. 1 2 Zet uw PC of MCX-2000 aan. De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST. 3 Selecteer de gewenste server or MusicCAST om de weergave te laten beginnen. Opmerkingen • De Yamaha MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties. • U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1 MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde subnet als dit toestel. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. • (Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000. Met Windows Media Player 11 kunt u de op uw PC opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor details de documentatie van Windows Media Player 11. y Met Windows Media Connect 2.0 geïnstalleerd, kunt u de op uw PC opgeslagen audiobestanden ook weergeven. 1 Installeer Windows Media Player 11 op uw PC. U kunt het Windows Media Player 11 installatieprogramma downloaden van de Microsoft website, of u kunt gebruik maken van de upgradefunctie van de geïnstalleerde versie van de Microsoft Windows Media Player. 2 Zet uw PC aan en deel een map op de PC met anderen. De ‘gedeelde’ map wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST. Opmerkingen • Als het besturingssysteem (OS) van uw PC Windows Vista is, is Windows Media Player 11 reeds geïnstalleerd (behalve bij sommige producten). • Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC (antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste instellingen in de betreffende beveiligingssoftware. • Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in op de lokale machine in plaats van het domein. BASISBEDIENING Installeer Windows Media Player 11 op uw PC, of registreer dit toestel op uw Yamaha MCX-2000. • Raadpleeg “Installeren van Windows Media Player 11 op uw PC” en “Registreren van dit toestel op de Yamaha MCX-2000” op bladzijde 64. • Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te voeren. • (Alleen voor PC) U dient mogelijk Windows Media Player 11 te wijzigen om het materiaal te kunnen delen. Raadpleeg de bij de Windows Media Player 11 behorende documentatie. ■ Installeren van Windows Media Player 11 op uw PC y Nederlands • Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven. • U kunt met 7b / a vooruit/terug springen en met 7h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu op het beeldscherm. • U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB” (zie bladzijde 92). • U kunt de weergave op het display op het voorpaneel instellen met de “Scroll” parameter onder “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 93). 63 Nl Gebruiken van network/USB functies ■ Registreren van dit toestel op de Yamaha MCX-2000 U moet dit toestel registreren op uw Yamaha MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw Yamaha MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van uw Yamaha MCX-2000. 1 Zet dit toestel uit. 2 Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto Config” stand. 3 Zet dit toestel aan. • De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MCX. • De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het inbeeld display van uw Yamaha MCX-2000 (als CL-XXXXX), en hiermee is de automatische configuratieprocedure ten einde. Opmerkingen • Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor details over het MAC adres, zie bladzijde 92. • Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u de “Manual Config” stand van uw Yamaha MCX-2000 te gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de “INITIALIZE” instelling in het geavanceerde instellingenmenu van dit toestel op “NETWORK” te zetten (zie bladzijde 120). • De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van “View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”. Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de weergave op dit toestel stoppen. Gebruiken van de Internet Radio Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders. Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door middel van ‘bladwijzers’. Opmerkingen • Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven. • Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET RADIO menu. • Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 31). • Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent contact op met uw internet service-provider. y • U kunt met 7 h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu op het beeldscherm. • Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn een aantal Podcast programma’s beschikbaar op het Internet. Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is afgelopen. • Het is mogelijk dat een bepaalde beveligingsvoorziening (zoals een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste beveligingsinstellingen. ■ Opslaan van uw favoriete Internetradiozenders met behulp van bladwijzers Gebruik deze functie om snel uw favoriete Internetradiozender op te kunnen zoeken. Houd 3 TITLE op de afstandsbediening ingedrukt terwijl u luistert naar de gewenste Internetradiozender. De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 61). y • Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u deze zender te selecteren op het eerste niveau van de “Bookmarks” lijst en dan op de afstandsbediening 3 TITLE ingedrukt te houden. • U kunt uw favoriete Internetradiozenders ook op dit toestel registreren via de webbrowser op uw PC en de volgende website. Om deze functie te kunnen gebruiken heeft u het MAC adres van dit toestel nodig als ID-nummer en uw e-mail adres om uw eigen account te kunnen maken. Gebruik “Information” in het “NET/USB” menu om het MAC adres van dit toestel te weten te komen (zie bladzijde 92). Raadpleeg voor verdere details de informatie op de website zelf. URL: http://yradio.vtuner.com/ 64 Nl Gebruiken van network/USB functies Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV (alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel. Gebruiken van sneltoetsen Met deze functie kunt u direct toegang krijgen tot de gewenste muziekbron (WAV, MP3 en WMA bestanden opgeslagen op een aangesloten PC, MCX-2000 of USB geheugenapparatuur en Internetradiozenders). U kunt voor elke signaalbron 8 items voorprogrammeren. ■ Toewijzen van items aan de cijfertoetsen (1-8) Opmerkingen y • Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven. • U kunt met 7 b / a vooruit/terug springen en met 7 h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display. • U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB” (zie bladzijde 92). • U kunt de weergave op het display op het voorpaneel instellen met de “Scroll” parameter onder “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 93). Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE zetten. 1 Druk op 1 NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren. 2 Selecteer de gewenste muziekbron die u wilt toewijzen aan de cijfertoets (1-8) (6) en laat de bron weergeven. Zie bladzijde 62 voor details. 3 Druk op 5 MEMORY. Dit toestel gaat in de stand voor het programmeren van het geheugen. De MEMORY indicator knippert en de volgende melding zal verschijnen op het beeldscherm en op het display op het voorpaneel. NET/USB VCR DVR DTV/CBL DVD BD/HD DVD MD/TAPE -: PC/MCX ■ Aansluiten van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler aan op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel. V-AUX Voorkeuzenummer CD-R CD PHONO MULTI CH BASISBEDIENING • Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massaopslagapparaten (met uitzondering van USB harde schijven) die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32. • Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het GUI menusysteem. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities. • Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden per map worden herkend. • Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. • Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor het apparaat herkend wordt. TUNER MEMORY Knippert y Als u elk van de volgende stappen niet binnen 10 seconden uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. SLEEP S USB Nederlands USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler 65 Nl Gebruiken van network/USB functies y 4 Druk op de gewenste cijfertoets (1-8) (6). Het bij de cijfertoets behorende nummer verschijnt nu op het beeldscherm of op het display op het voorpaneel. NET/USB V-AUX VCR DVR DTV/CBL DVD BD/HD DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER 1: PC/MCX MEMORY Geselecteerde voorkeuzenummer 5 Knippert Druk op 4 ENTER of 5 MEMORY om uw keuze te bevestigen. ■ Selecteer een item met de cijfertoetsen (1-8) (6) Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE zetten. 1 Druk op 1 NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren. 2 Selecteer de gewenste sub-signaalbron. 3 Druk op de cijfertoets (1-8) (6) waaronder het gewenste item is opgeslagen om dit item te selecteren voor weergave. Het geselecteerde voorkeuzenummer verschijnt op het display op het voorpaneel en dit toestel zal beginnen met de weergave van het onder de geselecteerde cijfertoets opgeslagen item. NET/USB V-AUX VCR DVR DTV/CBL DVD BD/HD DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER 1: PC/MCX Geselecteerde voorkeuzenummer Opmerkingen • “Empty Memory!” verschijnt op het display op het voorpaneel en als verkorte melding op het beeldscherm wanneer u op een cijfertoets (1-8) (6) drukt waaronder geen item is opgeslagen. • In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het correcte item zoals opgeslagen onder een cijfertoets (1-8) (6) op te roepen: – het aangesloten USB apparaat is niet correct. – de PC of MCX-2000 waarop het geselecteerde item is opgeslagen staat uit of is niet aangesloten op het netwerk. – de geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet meer. – de directory (map) van het geselecteerde item is gewijzigd. 66 Nl Dit toestel slaat de relatieve positie van de voorgeprogrammeerde items in de map of speellijst op en zal niet het correcte item op kunnen roepen met de cijfertoetsen (1-8) (6) als u muziekbestanden toevoegt aan of verwijdert uit dezelfde map of speellijst als de voorgeprogrammeerde items. In een dergelijk geval zult u de het gewenste item opnieuw onder de cijfertoetsen (1-8) (6) moeten programmeren. We raden u de volgende methoden aan: PC server/MCX-2000 Maak acht speellijsten aan met de gewenste items en programmeer vervolgens het eerste item van elke speellijst voor onder de cijfertoetsen (1-8) (6). Wanneer u de onder de cijfertoetsen (1-8) (6) geprogrammeerde items wilt veranderen, hoeft u alleen maar de in de speellijst geregistreerde items te vervangen, zonder dat u de speellijst hoeft te wissen. USB geheugenapparaten Maak acht mappen aan met de gewenste items in een andere map dan de map met alle muziekbestanden en programmeer vervolgens het eerste item van elke map voor onder de cijfertoetsen (1-8) (6). Wanneer u de onder de cijfertoetsen (1-8) (6) geprogrammeerde items wilt veranderen, hoeft u alleen maar de in de map opgeslagen items te vervangen, zonder dat u de map hoeft te wissen. OPNEMEN Opnemen Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. Let op Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert. Opmerkingen BASISBEDIENING • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De TONE CONTROL (zie bladzijde 51) en volume-instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 91) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge audio OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal. • S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder. • Audio- en videosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge audio OUT (REC) aansluitingen en de DVR of VCR OUT aansluitingen worden weergegeven voor opname. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. y Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. 1 Zet alle aangesloten componenten aan. 2 Druk net zo vaak op F REC OUT/ZONE2 tot de RECOUT indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Dit toestel gaat in de stand voor het selecteren van de opnamebron. RECOUT 3 Verdraai O PROGRAM en selecteer de signaalbron waarvan u wilt opnemen. Voer de handeling uit terwijl de RECOUT indicator brandt. y Selecteer “SOURCE” om op te nemen van de op dit moment geselecteerde signaalbron. 4 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. 5 Start de opname op de opnemende component. Nederlands 67 Nl GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN Geavanceerde geluidsinstellingen Selecteren van decoders ■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals materiaal (surround decoderfunctie) Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt 2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op L SUR. DECODE op de afstandsbediening om de surround decoderfunctie te selecteren. U kunt de gewenste surround decoderfunctie kiezen aan de hand van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. y U kunt de gewenste decoder selecteren en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 71 voor details. ■ Decoder beschrijvingen Toets afstandsbediening SUR.DECODE +10 Categorie en naam van het programma Naam van de decoder (Decoder Type) SUR. DECODE Surround Decode PLIIxMusic PLIIMusic Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89). Panorama Dimension Center Width Beschikbare decoderparameters (zie bladzijde 77) SUR.DECODE +10 SUR. DECODE Surround Decoder Omschrijving van het programma PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal. SUR.DECODE +10 SUR. DECODE Surround Decoder PLIIx Movie PLII Movie Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89). SUR.DECODE +10 SUR. DECODE Surround Decoder PLIIx Music PLII Music Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89). Panorama SUR.DECODE +10 Dimension SUR. DECODE Surround Decoder Center Width PLIIx Game PLII Game Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89). 68 Nl Geavanceerde geluidsinstellingen SUR.DECODE +10 SUR. DECODE Surround Decoder Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal. SUR.DECODE +10 SUR. DECODE Surround Decoder Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal. Center Image y Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor digitale multikanaals bronnen, zal dit toestel automatisch de corresponderende decoder voor elke bron selecteren. ■ Selecteren van de met geluidsveldprogramma’s te gebruiken decoders Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Gebruik de “Decoder Type” parameter onder “Stereo/Surround” om de gewenste decoder in te stellen (zie bladzijde 73). y Zie bladzijde 48 voor details over MOVIE geluidsveldprogramma’s. Decoder PLIIx Movie PLII Movie GEAVANCEERDE BEDIENING Beschikbare decoders (Decoder Type) Functies Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 89). Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal Nederlands 69 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option ■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren en de programma-instellingen te wijzigen (zie bladzijde 71). ■ Input Select (Ingangskeuze menu) Gebruik deze functie om de signaalbron te selecteren en de parameters voor elke signaalbron aan te passen (zie bladzijde 78). ■ Manual Setup (Handmatige setup menu) Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen. Volume (Volumemenu) Zie bladzijde 81 voor details. Sound (Geluidsmenu) Zie bladzijde 82 voor details. Video (Video menu) Zie bladzijde 86 voor details. Basic (Basismenu) Zie bladzijde 88 voor details. NET/USB (Netwerk en USB menu) Zie bladzijde 91 voor details. Option (Optiemenu) Zie bladzijde 93 voor details. ■ Auto Setup (Automatische setup menu) Via deze functie kunt u de automatische setup laten uitvoeren en opgeven welke luidsprekerparameters er ingesteld moeten worden (zie bladzijde 37). ■ System Memory (Systeemgeheugen menu) Hiermee kunt u diverse instellingen voor dit toestel opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 98). ■ Signal Info. (Signaalinformatie) Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 96). ■ Language (GUI taalkeuze menu) Via deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem moeten worden getoond (zie bladzijde 97). y • U kunt de taal voor het GUI menusysteem ook kiezen met de “GUI Language” parameter in de “Geavanceerde setup” op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 123). • Zie bladzijde 44 voor details omtrent de bediening van het GUI menusysteem. 70 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren (zie bladzijde 45), de surround decoderfunctie, of de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 50), en om de instellingen voor elk van de programma’s aan te passen. ■ Selecteren van geluidsveldprogramma’s en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU. 2 Druk herhaaldelijk op 4 k / n / l / h om “Stereo/Surround” te selecteren en druk dan op 4 h. 3 Druk herhaaldelijk op 4 k / n om de gewenste categorie programma’s te selecteren en druk vervolgens op 4 h. ■ Basisconfiguratie geluidsveldprogramma’s Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters (instellingen) die de karakteristieken van dat programma bepalen. Om een bepaald geluidsveldprogramma aan te passen, dient u eerst “DSP Level” en/of “Dialogue Lift” te wijzigen en dan pas andere parameters te proberen. Instellen van het effectniveau van geluidsveldprogramma’s (DSP Level) Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten) toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP Level” parameter om het niveau van de toegepaste effecten te regelen. Het DSP effectniveau is laag. Het DSP effectniveau is hoog. Druk herhaaldelijk op 4 k / n om het gewenste programma te selecteren. 5 Druk op 4 h op de afstandsbediening en vervolgens op 4 k / n om de gewenste parameter te selecteren. y U kunt “Initialize” selecteren om alle parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun standaardwaarden. Zie bladzijde 77 voor details. Verhoog de “DSP Level” waarde wanneer • het effect van het geselecteerde geluidsveldprogramma te zwak klinkt. • u kunt geen verschil horen tussen de verschillende geluidsveldprogramma’s. GEAVANCEERDE BEDIENING Stel het “DSP Level” als volgt in: 4 Verlaag de “DSP Level” waarde wanneer • de geluidsweergave vaag is. • u voelt dat de toegevoegde effecten overdreven zijn. Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB 6 Druk op 4 h en vervolgens op 4 l / h om de geselecteerde parameter in te stellen. 7 Druk op 4 ENTER of 4 k / n om de nieuwe instelling voor de geselecteerde parameter definitief te maken. Nederlands 71 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Regelen van de verticale positie van gesproken tekst (Dialogue Lift) Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor de dialogen is wanneer ze uit het midden van het beeldscherm lijken te komen. Ideale dialoogpositie Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm hoort komen, dient u de “Dialogue Lift” waarde te verhogen. Naar boven verplaatsen, naar de ideale dialoogpositie. Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5 “0” (begininstelling) is de laagste positie, en “5” is de hoogste positie. Opmerkingen • “Dialogue Lift” is alleen beschikbaar wanneer “Presence” is ingesteld op “Yes” (zie bladzijde 89). • U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de begininstelling. 72 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ Beschrijvingen geluidsveldparameters U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s. Geluidsveldparameter Kenmerken Decoder Type Decodertype. Selecteert de decoder voor gebruik met de SUR. DECODE of MOVIE programma’s. Zie de bladzijden 68 en 69 voor details. Init. Delay Sur. Init. Delay SB. Init. Delay Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter geluidsveld aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afmetingen van het geluidsveld door het verschil te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe kleiner het geluidsveld lijkt voor de luisteraar. y Wanneer u de aanvankelijke vertraging parameters verandert, raden we u aan ook de corresponderende parameters voor de kamerafmetingen aan te passen. Deze instelling is in het bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s. Instelbereik: 1 t/m 99 ms (Init. Delay) 1 t/m 49 ms (Sur. Init. Delay en SB Init. Delay) Brongeluid Niveau Niveau Niveau Vroege weerkaatsingen Tijd Tijd Tijd Vertraging Vertraging Vertraging Geluidsbron GEAVANCEERDE BEDIENING Weerkaatsend oppervlak Kleine waarde = 1 ms Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden. y Wanneer u de parameters voor de kamerafmetingen verandert, raden we u aan ook de corresponderende parameters voor de aanvankelijke vertraging aan te passen. Deze instelling is in het bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s. Instelbereik: 0,1 t/m 2,0 Tijd Vroege weerkaatsingen Tijd Niveau Niveau Brongeluid Niveau Room Size Sur. Room Size SB. Room Size Grote waarde = 99 ms Tijd Geluidsbron Nederlands Kleine waarde = 0,1 Grote waarde = 2,0 73 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Geluidsveldparameter Liveness Sur. Liveness SB. Liveness Kenmerken Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen. Instelbereik: 0 t/m 10 Brongeluid Niveau Dood Niveau Niveau Levendig Tijd Tijd Weinig weerkaatst geluid Veel weerkaatst geluid Kleine waarde = 0 Rev. Time Tijd Grote waarde = 10 Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Stel een langere natriltijd in voor langdurigere natrillingen, of een kortere tijd voor een helderder weergave. Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s Natrillingen Brongeluid Natrillingen Vroege weerkaatsingen 60 dB Rev. Time Geluidsbron Korte natrillingen Kleine waarde = 1,0 s 74 Nl 60 dB Rev. Time 60 dB Rev. Time Lange natrillingen Grote waarde = 5,0 s Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Geluidsveldparameter Rev. Delay Kenmerken Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt. Nivea Instelbereik: 0 t/m 250 ms Brongeluid (dB) 60 dB Natrillingen Tijd Rev. Delay Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn. Instelbereik: 0 tot 100% Brongeluid GEAVANCEERDE BEDIENING Niveau Rev. Level Rev. Time Rev. Level Tijd Nederlands 75 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ Beschrijvingen stereo programmaparameters Geluidsveldparameter Direct (Alleen “2ch Stereo”) Kenmerken 2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal. Keuzes: Auto, Off y • Selecteer “Auto” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 51). • Selecteer “Off” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB. • Wanneer er multi-kanaals signalen binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. • In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voorkanalen omgeleid worden naar de subwoofer: – “Bass Out” is ingesteld op “Both” (zie bladzijde 89). – “Front” is ingesteld op “Small” (zie bladzijde 89) en “Bass Out” is ingesteld op “SWFR” (zie bladzijde 89). Center Level Surround L Level Surround R Level Sur. Back Level Presence L Level Presence R Level 7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie. Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. Instelbereik: 0 tot 100% (Alleen “7ch Stereo”) ■ Compressed Music Enhancer functie parameter beschrijvingen De Compressed Music Enhancer stand Level (“Straight Enhancer”en Alleen “7ch Enhancer”) 76 Nl Kenmerken Directe weergaveverbetering of 7-kanaals verbetering van het effectniveau. Selecteer “High” of “Low” om het effect voor de hoge tonen te regelen. Keuzes: High, Low Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ Decoder parameter beschrijvingen Decoderparameter Panorama (Alleen “PLIIx Music” en “PLII Music”) Center Width (Alleen “PLIIx Music” en “PLII Music”) Kenmerken Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect. Keuzes: Off, On Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers) Begininstelling: 3 Dimension (Alleen “PLIIx Music” en “PLII Music”) Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren) Begininstelling: STD (standaard) Center Image (Alleen “Neo:6 Music”) DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken. Instelbereik: 0,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers) t/m 1,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) Begininstelling: 0,3 GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Initialize (Programma instellingen terugzetten) Gebruik deze functie om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun beginwaarden. Keuzes: No, Yes SB. Room Size Dialogue Lift Initialize No Yes • Selecteer “Yes” en druk vervolgens op 4ENTER om de programmaparameters terug te zetten op hun fabrieksinstellingen. • Selecteer “No” (of druk op 4l) om het terugzetten van de programmaparameters te annuleren. y Gebruik de “DSP PARAM” of “INITIALIZE” functie onder “Geavanceerde setup” om de parameters voor alle geluidsveldprogramma’s in een groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 123). Nederlands 77 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Input Select 1 Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven of het uitgangsvolume van elk van de signaalbronnen regelen. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. Stereo/Surround Sound Input Select Video Volume Trim Rename Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB MULTI CH Volume Trim Rename Multi CH Assign BGV System Memory Option PHONO CD CD-R MD/TAPE BD/HD DVD DVD DTV/CBL DVR VCR I/O Assignment Audio Select Decoder Mode Volume Trim Rename V-AUX of DOCK I/O Assignment* Audio Select* Decoder Mode* Volume Trim Rename Signaalbron TUNER PC/MCX, NET RADIO of USB Parameter Volume Trim Opmerkingen • Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron. • Wanneer er een iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zal de melding “DOCK” verschijnen in het “Input Select” menu, in plaats van “V-AUX”. In een dergelijk geval zullen de parameters die in de bovenstaande tabel aangegeven zijn met een sterretje (*) niet verschijnen in het instelmenu voor de signaalbron. • Wanneer u “NET/USB” als signaalbron selecteert, zal de ingestelde sub-signaalbron (PC/MCX, NET RADIO of USB) verschijnen in het Input Select menu. U kunt de “Volume Trim” voor elke sub-signaalbron apart instellen. 78 Nl 2 Druk op 4k / n, selecteer “Input Select” en druk vervolgens op 4 h. MD/TAPE 3 Stereo/Surround BD/HD DVD Input Select DVD Manual Setup DTV/CBL Auto Setup DVR Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD, enz.) en druk dan op 4 h of 4 ENTER om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ I/O Assignment (Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen) U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met C INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen (1)). ■ Audio Select (Selectiefunctie audio ingangsaansluiting) Gebruik deze functie om het soort ingangsaansluiting dat u wilt gebruiken te selecteren. Keuze Auto Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) HDMI (2) Digitale signalen (3) Analoge signalen HDMI Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Coax/Opt Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen die binnenkomen via de COAXIAL aansluiting. (2) Digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL aansluiting. Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Analog Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Optical Output Component Video I/O Assignment HDMI Audio Select Decoder Mode Voorbeeld 1: Toewijzen van de CD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting aan de DVD signaalbron. Selecteer “Input Select” op het GUI menuscherm en selecteer vervolgens “DVD”. 2 Selecteer “I/O Assignment” en druk vervolgens op “Coaxial Input”. 3 Selecteer “1 CD”. y • U kunt de audio ingangsaansluiting ook selecteren door op D AUDIO SELECT te drukken op het voorpaneel (of op 0 AUDIO SEL op de afstandsbediening). Zie bladzijde 42 voor details. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio Select” onder “Option” (zie bladzijde 95). Opmerking Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal “HDMI” niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting als de HDMI ingangsaansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input Select” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen. Voorbeeld 2: Wissen van een eerder toegewezen aansluiting. ■ Decoder Mode (Decoderfunctie) 1 Selecteer “Input Select” en selecteer vervolgens de gewenste signaalbron (“DVD”, enz.). Hiermee kunt u een andere decoderfunctie inschakelen. U kunt de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen (zie bladzijde 79) voor DTS signalen instellen. 2 Selecteer “I/O Assignment” en selecteer vervolgens de gewenste toegewezen aansluiting (“Coaxial Input”, “Optical Input”, “Optical Output”, “Component Video”, of “HDMI”). Keuze 3 Selecteer “None” en druk vervolgens op 4 ENTER om de toewijzing ongedaan te maken. Opmerkingen Functies Auto Detecteert automatisch de typen digitale audio ingangssignalen en selecteert de juiste decoder. DTS Activeert de DTS decoder wanneer er digitale audiosignalen binnenkomen. ■ Volume Trim (Volume trimmen) Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor elk van de signaalbronnen op elkaar afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB Begininstelling: 0,0 dB y Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen. Opmerking Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige signaalbron regelen. 79 Nl Nederlands • “None” verschijnt in de grafische gebruikersinterface wanneer er geen signaalbron is toegewezen aan de in-/ uitgangsaansluiting. • U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting. • Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. GEAVANCEERDE BEDIENING 1 Functies Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ Rename (Nieuwe naam geven) Met deze functie kunt u de namen van de ingangsaansluitingen zoals die op het GUI scherm en op het display op het voorpaneel verschijnen veranderen. (In het volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als broncomponent.) 1 Druk op 4 l / h om de _ (onderstreping) onder de spatie of het teken dat u wilt bewerken te plaatsen. ■ Multi CH Assign (Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave) Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten. Input Channels (Ingangskanalen) Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen wordt van de externe decoder (zie bladzijde 29). Keuze Decoder Mode CAPITAL Volume Trim OK 3 RESET Druk herhaaldelijk op 4 ENTER om het soort teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/ FIGURE/MARK). Kies met 4 k / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met 4 l / h naar het volgende teken. • U kunt maximaal 9 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op 4n om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op 4k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: CAPITAL A t/m Z, spatie SMALL a t/m z, spatie FIGURE 0 t/m 9, spatie MARK !, #, %, &, enz. • Druk op 4 ENTER om te schakelen tussen de diverse tekensets. • Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor andere ingangsaansluitingen wilt veranderen. Opmerking Ook als u “Français”, “Deutsch”, “Español” of “Русский” selecteert bij “Language” (zie bladzijde 97), kunt u geen tekens met accenten of Cyrillische letters gebruiken voor de naam van de signaalbron. 4 Druk herhaaldelijk op 4l / h, selecteer “OK” en druk vervolgens op 4ENTER wanneer u klaar bent. y U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening veranderen. Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen” op bladzijde 108. Opmerking U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen (behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling. 80 Nl 6ch 8ch Selecteer “8ch” als de aangesloten component gescheiden 8-kanaals audiosignalen produceert. Stel “Front Input” (zie hieronder) in voor de analoge audio-aansluitingen via welke de linker en rechter voorkanalen van de aangesloten worden ontvangen. DVD Rename 2 Beschrijving Selecteer “6ch” als de aangesloten component gescheiden 6-kanaals audiosignalen produceert. Opmerking Als “Zone2 Amplifier” (bladzijde 94) is ingesteld op “INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” of “INT:Both”, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers, ook niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen. Front Input (Linker en rechter voorkanalen ingangsaansluitingen) Als u “8ch” heeft ingesteld bij “Input Channels”, kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de linker en rechter voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen. Keuzes: CD, CD-R, MD/TAPE, BD/HD DVD, DVD, DTV/CBL, DVR, VCR, V-AUX ■ BGV (Achtergrondvideo) Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. Keuze Functies Last Gebruikt automatisch de laatst geselecteerde videobron als signaalbron voor de achtergrondvideo. BD/HD DVD, DTV/CBL, DVD, DVR, VCR, V-AUX Selecteert de corresponderende signaalbron als bron voor de achtergrondvideo. Off Er wordt geen video op de achtergrond weergegeven. Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Manual Setup (Volume) Opmerking Via dit menu kunt u met de hand de diverse volume-instellingen wijzigen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU op de afstandsbediening. 2 Druk op 4 k / n op de afstandsbediening, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op 4 h. 3 Druk op 4 k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Volume” en druk vervolgens op 4 h. Adaptive DRC Adaptive DSP Lvl 4 Volume Max Volume Sound Initial Volume Video Muting Type Uitgangsniveau Uitgangsniveau Adaptive DRC (Adaptieve regeling van het dynamisch bereik) Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten regelen aan de hand van het volumeniveau. Deze functie komt van pas wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld ’s nachts, wilt luisteren. Wanneer “Adaptive DRC” is ingesteld op “Auto”, zal dit toestel het dynamisch bereik als volgt regelen: – Als het VOLUME laag staat: het dynamisch bereik wordt beperkt – Als het VOLUME hoog staat: het dynamisch bereik is groot AUTO OFF Ingangsniveau VOLUME: laag Keuze AUTO OFF Ingangsniveau VOLUME: hoog Functies Regelt het dynamisch bereik automatisch. Off Regelt het dynamisch bereik niet automatisch. y Keuze Functies Auto Regelt het DSP effectniveau aan de hand van het volumeniveau. Off Regelt het DSP effectniveau niet automatisch. Opmerking Ook als u “Adaptive DSP Lvl” op “Auto” zet, zal dit toestel de bij “DSP Level” gespecificeerde waarde (zie bladzijde 71) niet wijzigen, maar alleen fijnregelen. Max Volume (Maximum volume) Gebruik deze functie om het maximum volume voor de hoofdzone in te stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld –80,0 dB t/m +16,5 dB. Maar wanneer “Max Volume” is ingesteld op –5,0 dB, wordt het volumebereik –80,0 dB t/m –5,0 dB. Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB Instelstap: 5,0 dB Initial Volume (Beginvolume) Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in de hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: Off, Mute, –80,0 dB t/m +16,5 dB Instelstap: 0,5 dB Opmerkingen • Wanneer dit toestel bezig is met de automatische setup, wordt het volume automatisch op 0 dB gezet, ongeacht de huidige “Max Volume” instelling. • De “Max Volume” instelling krijgt voorrang boven de instelling voor het beginvolume. Als bijvoorbeeld “Initial Volume” is ingesteld op –20,0 dB en “Max Volume” is ingesteld op –30,0 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet. Muting Type (Soort demping) U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 43). Keuze Functies Full Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit. –20dB Verlaagt het huidige volume met 20 dB. • U kunt het dynamisch bereik van bitstroomsignalen ook regelen met “Dynamic Range” in het “Sound” (zie bladzijde 82). • Deze functie is ook handig wanneer u luistert met uw hoofdtelefoon. 81 Nl Nederlands Auto Adaptive DSP Lvl (Adaptief DSP effectniveau) Gebruik deze functie om het DSP effectniveau (zie bladzijde 71) in te stellen aan de hand van het volumeniveau. GEAVANCEERDE BEDIENING Selecteer de gewenste parameters en druk dan op 4 h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. De functie voor het adaptief regelen van het dynamisch bereik werkt niet wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat (zie bladzijde 51). Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Manual Setup (Sound) Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen. Headphones (Hoofdtelefoon Dynamisch bereik) Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de hoofdtelefoon. Keuze 1 2 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU op de afstandsbediening. Druk op 4 k / n op de afstandsbediening, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op 4 h. 3 Druk op 4 k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Sound” en druk vervolgens op 4 h. 4 Selecteer de gewenste parameters en druk dan op 4 h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. Functies MAX Behoudt het grootste dynamische bereik. STD Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde waarde. Wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen decodeert, zal de regeling van het dynamisch bereik altijd zijn ingeschakeld, ongeacht de instructies in het ingangssignaal. MIN/AUTO • MIN: Beperkt het dynamisch bereik wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert (behalve Dolby TrueHD). • AUTO: Regelt het dynamisch bereik aan de hand van de instructies in het ingangssignaal wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen decodeert. ■ Parametric EQ (Parametrische equalizer) Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor elke luidspreker instellen. ■ LFE Level (Niveau Lage Frequentie Effecten) Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert. Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB Instelstap: 1,0 dB Speaker (Luidspreker Niveau Lage Frequentie Effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Headphone (Hoofdtelefoon Niveau Lage Frequentie Effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. Opmerking Afhankelijk van de instellingen bij “Bass Out” (zie bladzijde 89) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting worden gereproduceerd. ■ Dynamic Range (Dynamisch bereik) Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer het toestel bitstroomsignalen decodeert. Speakers (Luidspreker Dynamisch bereik) Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de luidsprekers. 82 Nl LFE Level 1 Dynamic Range Test Tone Parametric EQ Front L Tone Control Front R Lipsync Center Druk op 4 k / n / l / h en kies Test Tone of de luidspreker die u wilt instellen. Keuze Ingestelde luidspreker Front L Linker voor-luidspreker Front R Rechter voor-luidspreker Center Midden-luidspreker Surround L Linker surround-luidspreker Surround R Rechter surround-luidspreker Surround Back L Linker surround achter-luidspreker Surround Back R Rechter surround achter-luidspreker Presence L Linker aanwezigheidsluidspreker Presence R Rechter aanwezigheidsluidspreker Subwoofer Subwoofer Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Test Tone Gebruik deze functie om de testtoon in of uit te schakelen wanneer u de klankkleur van uw luidsprekers op elkaar af wilt stellen. Keuze 2 Produceert de testtoon. Off Produceert geen testtoon. Druk op 4 h om het instelvenster te openen. PARAM RESET EDIT EXIT Band / Gain Front L Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent met het resultaat. y Als u alle “Parametric EQ” instellingen voor de geselecteerde luidspreker terug wilt zetten op de standaardwaarden, kiest u “RESET” en drukt u vervolgens op 4 ENTER. Functies On Test Tone 5 6 Selecteer “EXIT” en druk op 4 ENTER om het instelvenster te sluiten. ■ Tone Control (Toonregeling) Met deze functie kunt u de weergave van de lage en die van de hoge tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon regelen. Front R Opmerking Center 3 Druk op 4 k / n / l / h, selecteer “PARAM” en druk vervolgens op 4 ENTER om een parameter te kiezen uit “Band” (band), “Freq.” (frequentie) of “Q” (Q factor). Tone Control werkt niet wanneer: – PURE DIRECT (zie bladzijde 51) is geselecteerd. – MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron. Control (Toonregeling) Keuze Functies Regelt de balans voor de lage/hoge tonen van uw luidsprekers. U kunt de “Gain” (versterking) instellen voor elk van de parameters. Headphone Regelt de balans voor de lage/hoge tonen van uw hoofdtelefoon. 4 Druk op 4 n, selecteer “EDIT” en druk vervolgens op 4 ENTER om het bewerkingsvenster te openen. Voor meer informatie over de parametrische equalizer en de diverse parameters, zie bladzijde 139. Test Tone Band Gain Freq. Q #1 0.0dB 62.5Hz 1.000 Front L Front R y De “Speaker” en “Headphone” instellingen worden apart opgeslagen. De instellingen voor “Speaker” hebben invloed op de linker/rechter voor-, midden-, linker/rechter aanwezigheids- en subwoofer-kanalen. GEAVANCEERDE BEDIENING Speaker y Bass (Regeling lage tonen) Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon regelen. Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz Instelbereik: – 6,0 dB t/m +6,0 dB Begininstelling: 0,0 dB Center De via “PARAM” geselecteerde parameter zal oplichten. • Druk op 4 l / h om de parameter in te stellen. • Druk op 4 k / n om de “Gain” in te stellen. • Druk op 4 ENTER om het bewerkingsvenster te sluiten. Speaker Freq : 350Hz Gain : 0.0dB Control Bass Treble Auto Bypass +6 0 -6 y Nederlands • Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu als grafische equalizer gebruiken. • Via “Band #1” en “Band #2” kunnen frequenties onder 198,4 Hz worden geregeld. • Als u “Subwoofer” selecteert bij stap 1 en “Band” bij stap 3, kunt u alleen “Band #1” en “Band #2” instellen. 83 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Treble (Regeling hoge tonen) Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon regelen. Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz Instelbereik: – 6,0 dB t/m +6,0 dB Begininstelling: 0,0 dB Auto (Automatische regeling audio vertraging) Gebruik deze functie om gedetailleerde instellingen te kunnen maken voor de synchronisatie van audio en video wanneer u “HDMI Auto” heeft ingesteld op “On”. Instelbereik: 0 t/m 240 ms Instelstap: 1 ms y Control Speaker Freq : 3.5kHz Gain : 0.0dB Bass Treble Auto Bypass +6 0 “offset” geeft het verschil aan tussen de waarde voor de audiovertraging die dit toestel instelt en de waarde voor de audiovertraging die u instelt bij “Auto”. Dit toestel slaat de “offset” waarde op en past deze toe op eventuele andere beeldschermen die geschikt zijn voor de automatische synchronisatie. -6 Auto Bypass (Automatisch passeren toonregeling) Gebruik deze functie om de geluidssignalen de schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten negeren wanneer “Treble” en “Bass” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 51). Keuze Functies Auto Passeert automatisch de schakelingen voor de toonregeling voor de meest natuurgetrouwe weergave wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB staan. Off De schakelingen voor de toonregeling worden niet gepasseerd. ■ Lipsync (Audio en video synchronisatie) Gebruik deze functie om de synchronisatie van beeld en geluid te regelen. HDMI Auto (HDMI automatische synchronisatie) Als het beeldscherm is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel en geschikt is voor automatische audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie), zal dit toestel beeld en geluid automatisch synchroniseren. Gebruik deze functie om de automatische synchronisatie (‘lip sync’) aan of uit te zetten. Keuze Beschrijving Off Selecteer deze instelling als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische synchronisatie. Gebruik “Auto” om de audio en video synchronisatie in meer detail in te stellen. On Selecteer deze instelling als het beeldscherm niet geschikt is voor de automatische synchronisatie, of als u de automatische synchronisatie niet wilt gebruiken. Gebruik “Manual” (Handmatig) om de synchronisatie van beeld en geluid te regelen. 84 Nl Manual (Handmatige regeling audio vertraging) Gebruik deze functie om de vertraging van de geluidsweergave met de hand in te stellen zodat deze synchroon loopt met de weergegeven beelden wanneer u “HDMI Auto” heeft ingesteld op “Off”. Instelbereik: 0 t/m 240 ms Instelstap: 1 ms Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ EXTD Surround (Uitgebreid surround) ■ Channel Mute (Kanaaldemping) Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers. Met deze functie kunt u de geluidsweergave via bepaalde luidsprekerkanalen tijdelijk zacht zetten. Keuze Auto Functies Schakelt de optimale decoder in voor weergave van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het ingangssignaal herkent. PLIIx Movie Geeft multikanaals signalen weer via 7.1 kanalen met de Pro Logic IIx Movie decoder. PLIIx Music Geeft multikanaals signalen via 6.1/7.1 kanalen weer met de Pro Logic IIx Music decoder. EX/ES Geeft multikanaals signalen weer via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. Mode (Stand; modus) Met deze functie kunt u de “Channel Mute” instelling voor elk van de luidsprekers aan of uit zetten. Keuze Functies Disable Schakelt de “Channel Mute” functie uit. Enable Schakelt de “Channel Mute” functie in. Instellingen voor elk van de luidsprekers Bepaalt of dit toestel alle luidsprekerkanalen uitschakelt wanneer u “Mode” instelt op “Enable”. Channel Mute Luidsprekerkanaal Links voor Front R Rechts voor Center Midden Surround L Links surround y Surround R Rechts surround Gebruik deze functie om de gewenste decoder handmatig in te schakelen wanneer dit toestel niet in staat is de codering van het ingangssignaal (‘vlag’) correct te herkennen. Surround Back L Linker surround-achter Surround Back R Rechts surround-achter Presence L Aanwezigheid links Presence R Aanwezigheid rechts Subwoofer Subwoofer EX Geeft multikanaals signalen weer via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. Off Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te creëren. Opmerkingen • Welke decoders er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen en de signaalbronnen. • In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet mogelijk: – wanneer “Surround” (zie bladzijde 89) of “Surround Back” (zie bladzijde 89) op “None” staat. – wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron wordt weergegeven. – wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter surroundsignalen bevat. – wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt weergegeven. – wanneer dit toestel in de stereoweergave, Compressed Music Enhancer (zie bladzijde 76) of Pure Direct (zie bladzijde 51) stand staat. – wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 122). • Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling terugkeren naar “Auto”. Keuze GEAVANCEERDE BEDIENING Front L Functies Mute On Schakelt tijdelijk de geluidsweergave via het geselecteerde luidsprekerkanaal uit. Mute Off De geluidsweergave via het geselecteerde luidsprekerkanaal wordt niet uitgeschakeld. Nederlands 85 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Manual Setup (Video) Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU op de afstandsbediening. 2 Druk op 4 k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op 4 h. 3 Druk op 4 k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Video” en druk vervolgens op 4 h. 4 Selecteer de gewenste parameters en druk dan op 4 h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. Opmerking Gebruik “Video” in de “Initialize” om de “Manual Setup (Video)” parameters (behalve “Short Message” en “On Screen”) terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 123). ■ Conversion (Video conversie) Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve video-omzetting in- of uitschakelen, alsook de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Keuze On Off Functies Omzetten van composiet videosignalen, S-videosignalen en component videosignalen en in voorkomende gevallen opwaarderen van S-video- en component videosignalen naar HDMI videosignalen. Selecteer deze instelling om geen signalen om te laten zetten. Opmerkingen • Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom. • Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i ( NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder. • Zelfs wanneer “Conversion” is ingesteld op “On”, HDMI worden digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen. • Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zullen de “Component I/P”, “HDMI Resolution”, “HDMI Aspect” en “Short Message” functies worden uitgeschakeld. • Stel “Conversion” in op “On” om de verkorte meldingen te laten weergeven. • Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen “Conversion” op “Off”. • Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer), is het mogelijk dat dit toestel geen verkorte meldingen kan weergeven op het beeldscherm, ook al heeft u “Conversion” ingesteld op “On”. • Wanneer er analoge component videosignalen met een resolutie van 480p binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen en het beeldscherm is verbonden met de VIDEO MONITOR OUT of S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan zal het GUI menuscherm niet worden weergegeven op het beeldscherm. • Dit toestel zal geen analoge component videosignalen met een resolutie van 720p of 1080i opwaarderen. ■ Component I/P (Component geïnterlinieerde/ progressieve conversie) Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/progressieve conversie van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansluitingen in- of uit te schakelen zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting naar 480p/576p worden geproduceerd via de COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen. Keuze Functies On Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve conversie van analoge videosignalen in. Off Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve conversie van analoge videosignalen uit. Opmerkingen • Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”. • Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat het GUI scherm niet op uw beeldscherm getoond kan worden wanneer “Component I/P” is ingesteld op “On”. Zet in een dergelijk geval de “VIDEO” instelling bij “INITIALIZE” onder “Geavanceerde setup” op “Off” (zie bladzijde 123). 86 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ HDMI Resolution (HDMI videosignaalresolutie) Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansluitingen in- of uit te schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Dit toestel kan analoge videosignalen als volgt opwaarderen: • 480i (NTSC)/576i (PAL) → 480p/576p, 1080i, 720p of 1080p • 480p/576p → 1080i, 720p of 1080p Keuze Functies Through Geen opwaardering van analoge videosignalen. 480p (of 576p), 1080i, 720p, 1080p Opwaarderen van analoge videosignalen naar resoluties van 480p of 576p, 1080i, 720p, of 1080p. Opmerkingen • Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 86). • Dit toestel kan geen digitale videosignalen opwaarderen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen. ■ Short Message (Verkorte weergave meldingen) Gebruik deze functie om de verkorte weergave van meldingen aan of uit te zetten. Keuze Functies On Schakelt de verkorte weergave van meldingen in. De inhoud van het display op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond telkens wanneer het toestel bediend wordt. Off Schakelt de verkorte weergave van meldingen uit. Opmerking De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen niet verschijnen: – wanneer er component videosignalen met een resolutie van 720p, 1080i of 1080p binnenkomen – wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen ■ On Screen (Weergavetijd in-beeld display) Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod of NET/USB menu nog moet worden weergegeven op beeldscherm nadat u een handeling heeft uitgevoerd. Keuze Functies Laat het in-beeld display voortdurend weergeven tijdens een handeling. ■ HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding) 10sec Gebruik deze functie om de beeldverhouding te selecteren voor analoge videosignalen die worden geproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht. 30sec Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht. Keuze Functies Through Er zullen geen wijzigingen worden aangebracht in de beeldverhouding voor HDMI videobronsignalen. 16:9 Normal Laat videobeelden met een beeldverhouding van 4:3 weergeven op een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm zwarte balken worden weergegeven. Smart Zoom ■ Position (GUI scherm positie) Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het GUI scherm instellen. Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/rechts) Short Message Opmerkingen / :0 On Screen + Position Wall Paper Past videobeelden met een beeldverhouding van 4:3 op een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9. Toets Verplaatsen van het GUI scherm 4k Hoger 4n Lager 4h Rechts 4l Links Nederlands • Wanneer “HDMI Resolution” is ingesteld op “Through”, kunt u geen wijzigingen maken voor “HDMI Aspect”. • Als de beeldverhouding van de videosignaalbron anders is dan 4:3, zal dit toestel automatisch de “HDMI Aspect” instelling negeren. • Wanneer “HDMI Aspect” is ingesteld op “Smart Zoom” zullen de beelden worden uitgerekt aan de randen van het beeldscherm. • Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een resolutie van 720p, 1080i of 1080p, heeft de “HDMI Aspect” instelling geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting gereproduceerde signalen. / :0 GEAVANCEERDE BEDIENING Always 87 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ Wall Paper (Achtergrond) Met deze functie kunt u een afbeelding of een grijze achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Keuze Functies None Geeft geen enkele achtergrond weer op uw beeldscherm. Yes Geeft een afbeelding (de foto van een piano) als achtergrond weer op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Gray Geeft een grijze achtergrond weer op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Opmerking Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond worden weergegeven, ook al heeft u “Wall Paper” ingesteld op “Yes”. Manual Setup (Basic) Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen wijzigen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU op de afstandsbediening. 2 Druk op 4 k / n, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op 4 h. 3 Druk op 4 k / n / l / h, selecteer “Basic” en druk vervolgens op 4 h. 4 Selecteer de gewenste parameters en druk dan op 4 h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. y • De meeste parameters in het basismenu worden automatisch ingesteld wanneer u de “Auto Setup” laat doen. U kunt het basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten, maar we raden u toch aan eerst de “Auto Setup” te laten doen. • U kunt deze paramaters terugzetten met de “Auto Setup” procedure (zie bladzijde 37). • Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde. ■ Test Tone (Testtoon) Aan of uit zetten van de testtoon voor de “Speaker Set”, “Speaker Distance” en “Speaker Level” instellingen. Keuze Functies Off Dit toestel zal geen testtoon weergeven bij de “Speaker Set”, “Speaker Level” en “Speaker Distance” instellingen. On Dit toestel zal wel een testtoon weergeven bij de “Speaker Set”, “Speaker Level” en “Speaker Distance” instellingen. y Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB. Opmerkingen • Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On” kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de luisterruimte zijn. • Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het “Basic” verlaat. ■ Speaker Set (Luidspreker-instellingen) Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen wijzigen. y Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. 88 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Afmetingen van luidsprekers De woofer (lage tonen) luidspreker is – 16 cm of groter: groot – kleiner dan 16 cm: klein Surround Back (Linker/rechter surround achter-luidsprekers) Keuze Beschrijving Large x1 Selecteer deze instelling wanneer de enkele surround achter-luidspreker groot is. Large x2 Selecteer deze instelling wanneer de linker en rechter surround achter-luidsprekers groot zijn. Front (Voor-luidsprekers) Keuze Beschrijving Large Selecteer deze instelling wanneer de voor-luidsprekers groot zijn. Small x1 Selecteer deze instelling wanneer de enkele surround achter-luidspreker klein is. Small Selecteer deze instelling wanneer de voor-luidsprekers klein zijn. Small x2 Selecteer deze instelling wanneer de linker en rechter surround achter-luidsprekers klein zijn. None Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van surround achter-luidsprekers. De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd. Opmerkingen • Als “Bass Out” is ingesteld op “Front”, zullen eventuele LFE signalen in bitstroomsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “Front” instelling. • Wanneer “Bass Out” is ingesteld op “Front”, kunt u alleen “Large” kiezen bij “Front”. Als “Front” van tevoren op een andere instelling dan “Large” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch veranderen naar “Large”. Center (Midden-luidspreker) Beschrijving Large Selecteer deze instelling wanneer de midden-luidspreker groot is. Small Selecteer deze instelling wanneer de midden-luidspreker klein is. None Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van een midden-luidspreker. De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd. Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers) Keuze Beschrijving Large Selecteer deze instelling wanneer de surround-luidsprekers groot zijn. Small Selecteer deze instelling wanneer de surround-luidsprekers klein zijn. Zie bladzijde 15 voor informatie omtrent het aansluiten van de surround-luidsprekers. Presence (Aanwezigheidsluidsprekers) Gebruik deze functie wanneer u aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel. Keuze Beschrijving Yes Selecteer “Yes” wanneer u gebruik maakt van aanwezigheidsluidsprekers. None Selecteer “None” wanneer u geen gebruik maakt van aanwezigheidsluidsprekers. Opmerkingen GEAVANCEERDE BEDIENING Keuze y • Als u “Presence” heeft ingesteld op “No”, kunt u de CINEMA DSP 3D stand van dit toestel niet inschakelen (zie bladzijde 50). • “Dialogue Lift” is alleen beschikbaar wanneer “Presence” is ingesteld op “Yes” (zie bladzijde 72). Bass Out (Weergave lage tonen) Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. LFE uitgangssignalen Subwoofer en luidsprekers None Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van surround-luidsprekers. Hiermee zet u het toestel in de CINEMA DSP stand (zie bladzijde 50) en zal “Surround Back” automatisch op “None” (geen) worden ingesteld. Keuze Subwoofer Voorluidsprekers Overige luidsprekers Both Uitgang Uitgang Geen uitg. SWFR Uitgang Geen uitg. Geen uitg. Front Geen uitg. Uitgang Geen uitg. y Nederlands Zie bladzijde 15 voor informatie omtrent het aansluiten van de surround-luidsprekers. 89 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Lage frequentie uitgangssignalen Subwoofer en luidsprekers Keuze Subwoofer Voorluidsprekers Overige luidsprekers Both *1 *2 *3 SWFR *4 *3 *3 Front Geen uitg. *1 *3 *1 Produceert (produceren) de lage frequentiesignalen voor de voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of “None”. *2 Produceert altijd de lage frequentiesignalen voor de voorkanalen. *3 Produceert de lage frequentiesignalen als de luidsprekers zijn ingesteld op “Large”. *4 Produceert de lage frequentiesignalen voor de luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of “None”. Bass Cross Over (Lage tonen crossover) Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of “None” via “Speaker Set” (zie de bladzijden 88 en 89). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “Large” via “Speaker Set” (zie de bladzijden 88 en 89). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz y Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde. SWFR Phase (Subwoofer fase) Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. Keuze Functies Normal (normaal) Verandert de fase van uw subwoofer niet. Reverse (omgekeerd) Keert de fase voor uw subwoofer om. PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achter-luidspreker prioriteit) Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij uw aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achterluidsprekers bij het afspelen van 2-kanaals audiobronnen met de geluidsveldprogramma’s. Keuze Functies Presence Maakt gebruik van uw aanwezigheidsluidsprekers. Surround Back Maakt gebruik van uw surround achterluidsprekers. Opmerking Wanneer de CINEMA DSP 3D stand is ingeschakeld (zie bladzijde 50), zal dit toestel altijd de voorkeur geven aan de aanwezigheidsluidsprekers. 90 Nl ■ Speaker Distance (Luidspreker afstand) Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. Test Tone Subwoofer Speaker Set Unit Speaker Distance Front L Speaker Level Front R Center Luidsprekerafstanden Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m Begininstelling: Front L/Front R/Presence L/Presence R/Subwoofer: 3,00 m CENTER: 2,60 m Surround L/Surround R/Surround Back L/Surround Back R: 2,40 m Instelstap: 0,1 m Speaker Distance Ingestelde luidspreker Front L Linker voor-luidspreker Front R Rechter voor-luidspreker Center Midden-luidspreker Surround L Linker surround-luidspreker Surround R Rechter surround-luidspreker Surround Back L Linker surround achter-luidspreker Surround Back R Rechter surround achter-luidspreker Presence L Linker aanwezigheidsluidspreker Presence R Rechter aanwezigheidsluidspreker Subwoofer Subwoofer y Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde. Opmerkingen • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK SINGLE aansluiting en dient u de afstand in te stellen met “Surround Back L”. Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Unit (Eenheid) Selecteert de eenheid waarin de waarden voor “Speaker Distance” zullen worden aangegeven. Begininstelling: Feet (modellen voor de V.S. en Canada) Meter (Overige modellen) Keuze Functies Meter (m) Stelt de afstanden van de luidsprekers in meters in. Feet (ft) Stelt de afstanden van de luidsprekers in voeten (feet) in. ■ Speaker Level (Luidsprekerniveau) Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij “Speaker Set” (zie bladzijde 88) geselecteerde luidsprekers. Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB Begininstelling: Front L/Front R/Presence L/Presence R/Subwoofer: 0,0 dB CENTER/Surround L/Surround R/Surround Back L/ Surround Back R: –1,0 dB Instelstap: 0,5 dB Speaker Level Ingestelde luidspreker Linker voor-luidspreker Front R Rechter voor-luidspreker Center Midden-luidspreker Surround L Linker surround-luidspreker Surround R Rechter surround-luidspreker Surround Back L Linker surround achter-luidspreker Surround Back R Rechter surround achter-luidspreker Presence L Linker aanwezigheidsluidspreker Presence R Rechter aanwezigheidsluidspreker Subwoofer Subwoofer y Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde. Via dit menu kunt u de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen. ■ Network (Netwerkinstellingen) Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen. DHCP (DHCP instelling) Gebruik deze functie om te bepalen of dit toestel de netwerkinstellingen kan verkrijgen (IP adres, subnet masker, standaard gateway, primaire DNS server en secundaire DNS server) van de DHCP server voor het aangesloten netwerk. Keuze Beschrijvingen On Selecteer deze instelling wanneer dit toestel de netwerkinstellingen kan verkrijgen van de DHCP server voor het aangesloten netwerk. Off Selecteer deze instelling wanneer u de netwerkinstellingen met de hand wilt instellen. IP Address (IP adres) Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere apparatuur in het beoogde netwerk. Subnet Mask (Subnet masker) Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen subnet masker te specificeren. y GEAVANCEERDE BEDIENING Front L Manual Setup (NET/USB) In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker worden ingesteld op “255.255.255.0”. Default Gateway (Default gateway) Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard toegewezen gateway te specificeren. DNS Server (P) (Primaire DNS server) DNS Server (S) (Secundaire DNS server) Gebruik deze parameter om de IP adressen van de primaire en secundaire DNS (Domain Name System) servers te specificeren. Opmerkingen Opmerking • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK SINGLE aansluiting en dient u de balans in te stellen met “Surround Back L”. Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS Server (P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan één in bij “DNS Server (P)” en een ander bij “DNS Server (S)”. Setup (Setup) Selecteer “Setup” om de instellingen voor de “Network” parameters te bevestigen. Nederlands 91 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Procedure voor het configureren van het netwerk 1 2 3 Druk op het bovenste GUI menuscherm op 4 k / n en druk herhaaldelijk op 4h op de afstandsbediening om “Network” te selecteren. Druk herhaaldelijk op 4 k / n en vervolgens op 4h om “DHCP” te selecteren. Druk op 4k / n, selecteer “On” of “Off” en druk dan op 4ENTER om te bevestigen. • Als u “On” selecteert, hoeft u geen andere netwerkinstellingen meer te verrichten. Raadpleeg stap 5 en sluit de configuratie af. • Als u “Off” selecteert, moet u de andere netwerkinstellingen nog verrichten. Raadpleeg de stappen 4 t/m 6 om deze instellingen te verrichten. Repeat (Herhaalde weergave) Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuze Off Schakelt de herhaalfunctie uit. Single Herhaalt één song. “ ” verschijnt in de rechter bovenhoek van het weergave-statusscherm. All Herhaalt een reeks songs. “ ” verschijnt in de rechter bovenhoek van het weergave-statusscherm. Opmerking Als “Repeat” is ingesteld op “Single”, zal deze instelling worden teruggezet op “Off” wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld. Shuffle (Willekeurige weergave) Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuze Opmerking Wanneer “DHCP” is ingesteld op “On”, kunt u geen andere netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst “DHCP” op “Off” instellen. 4 Druk op 4k / n om de gewenste parameter te selecteren en druk vervolgens op 4h. 5 Druk herhaaldelijk op 4l / h om het cijfer dat u wilt wijzigen te selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk op 4k / n om het cijfer te wijzigen. 6 Druk op 4ENTER om de instelling voor de parameter te bevestigen. 7 Herhaal de steppen 4 t/m 6 om alle networkparameters in te stellen. 8 Druk herhaaldelijk op 4n om “Setup” te selecteren en druk dan op 4ENTER om de configuratie af te sluiten. Opmerking Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten aanpassen. y U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de fabrieksinstellingen door middel van “NETWORK” onder “INITIALIZE” in het geavanceerde setup menu (zie bladzijde 123). ■ Play Style (Weergavestijlen) Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald muziekstukken of een reeks muziekstukken laten herhalen. 92 Nl Functies Functies Off Schakelt de willekeurige weergavefunctie uit. On Geeft songs of albums in een willekeurige volgorde weer. “ ” verschijnt in de rechter bovenhoek van het weergave-statusscherm. ■ Information (Netwerkinformatie) Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te kunnen bekijken. Network Play Style Information MAC Address 00:00:00:00:00:00 Status 100 BASE-TX Full Duplex System ABCDE123 Opmerking Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld. MAC Address (MAC (Media Access Control) adres) Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is toegewezen aan dit toestel. Status (Netwerkstatus) Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding met het netwerk weer. Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, Full Duplex, Half Duplex, No Link Opmerking “No Link” verschijnt wanneer er geen verbinding met het netwerk is gemaakt. System (Systeem ID) Deze informatie geeft de systeemidentificatie weer die is toegewezen aan dit toestel. Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Manual Setup (Option) Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU op de afstandsbediening. 2 Druk op 4 k / n, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op 4 h. 3 Keuze Video Front Panel Disp. Basic iPod Option Zone OSD Functies Continue Doorlopend. Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus doorlopend weer te laten geven op het display op het voorpaneel. Once Eén keer scrollen. Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het voorpaneel te laten zien nadat de hele melding één keer over het display is geschoven (gescrolld). Druk op 4 k / n / l / h, selecteer “Option” en druk vervolgens op 4 h. Zone2 Set ■ iPod (iPod instellingen) Zone3 Set 4 Scroll (Scrollen over het display op het voorpaneel) Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of “NET/USB” is geselecteerd als signaalbron. ■ Front Panel Disp. (Instelling display voorpaneel) Dimmer (Dimmer) Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: – 4 t/m 0 Keuze Functies Auto Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod op wanneer dit toestel aan staat en wanneer het uit (standby) staat. Off Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod alleen op wanneer dit toestel aan staat. GEAVANCEERDE BEDIENING Selecteer de gewenste parameters en druk dan op 4 h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. Standby Charge (iPod opladen wanneer het toestel uit (standby) staat) Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 59). ■ Zone OSD (In-beeld display) Dimmer Scroll 0 Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden getoond: • De signaalbron • Het volumeniveau • De audiodempingstatus • De toonkleurstatus Keuze Functies Toont geen bedieningsstatus voor Zone 2 en Zone 3. Zone2 Toont alleen de bedieningsstatus voor Zone 2. Zone2&Zone3 Toont de bedieningsstatus voor Zone 2 en Zone 3. 93 Nl Nederlands Off Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Opmerkingen • U kunt maximaal twee beeldschermen aansluiten op de ZONE VIDEO aansluitingen van dit toestel als Zone 2 beeldschermen. Als u twee beeldschermen aansluit op de ZONE VIDEO aansluitingen, zullen deze beeldschermen dezelfde beelden laten zien als die voor de signaalbron voor Zone 2. • Wanneer u “Zone OSD” instelt op “Zone2&Zone3”, zal de bedieningsstatus voor Zone 3 verschijnen op het (de) Zone 2 beeldscherm(en), ook als Zone 2 is uitgeschakeld. ■ Zone2 Set/Zone3 Set (Zone 2/Zone 3 instellingen) Zone2 Amplifier/Zone3 Amplifier (Zone 2/Zone 3 versterker) U kunt instellen hoe de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers versterkt moeten worden. Keuze EXT INT:[SP1] INT:[SP2] INT:Both Zone2 Volume/Zone3 Volume (Zone 2/Zone 3 volume) Gebruik deze functie om te selecteren of dit toestel het volumeniveau regelt van audiosignalen die worden gereproduceerd via de ZONE OUT (ZONE2 of ZONE3) aansluitingen wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op “EXT”. Keuze Selecteer deze instelling wanneer de luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 zijn aangesloten op de externe versterker en de externe versterker is verbonden met de ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3) aansluitingen van dit toestel. “Met externe versterkers” op bladzijde 115 voor details. Selecteer deze instelling wanneer de luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 direct zijn verbonden met de SP1 luidspreker-aansluitingen van dit toestel. Zie “Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel” op bladzijde 116 voor details. Selecteer deze instelling wanneer de luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 direct zijn verbonden met de SP2 luidspreker-aansluitingen van dit toestel. Zie “Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel” op bladzijde 116 voor details. Selecteer deze instelling wanneer de luidsprekers in Zone 2 of Zone 3 zowel zijn aangesloten op de SP1 als op de SP2 luidspreker-aansluitingen (als de luidsprekers bijvoorbeeld via dubbele (bi-amp) verbindingen zijn aangesloten, of wanneer er vier luidsprekers in een bepaalde ruimte zijn opgesteld), of als u tegelijkertijd dezelfde signaalbron wilt laten weergeven in Zone 2 en Zone 3. Zie “Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel” op bladzijde 116 voor details. Opmerkingen Beschrijvingen Fixed Selecteer deze instelling wanneer u het volumeniveau van de geselecteerde zone wilt regelen op de externe versterker. Dit toestel zet het ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3) volumeniveau vast op een standaard niveau. Variable Selecteer deze instelling wanneer u het volumeniveau van de geselecteerde zone wilt regelen op dit toestel. U kunt het volumeniveau in ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3) tegelijkertijd regelen met CVOLUME +/– op de afstandsbediening. Beschrijving • Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON” in de “Geavanceerde setup” (zie bladzijde 122), kunt u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” alleen instellen op “EXT”. • Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op “INT:[SP1]” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achterluidsprekers. • Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op “INT:[SP2]” in “ZONE 2” of “ZONE 3” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround-luidsprekers. 94 Nl • Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op “INT:Both”, kunt u “AMP” alleen instellen op “EXT” voor de andere zone. • Wanneer u “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” instelt op “INT:Both” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround luidsprekers en de surround achter-luidsprekers. Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol. (Zone 2/Zone 3 Maximum volume) Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in Zone 2 of Zone 3 in te stellen. Instelbereik: –30,0 dB t/m +15 ,0 dB, +16,5 dB Instelstap: 5,0 dB Opmerking De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.” instelling. Als bijvoorbeeld “Zone2 Initial Vol.” is ingesteld op –20,0 dB en vervolgens “Zone2 Max Vol.” wordt ingesteld op –30,0 dB, dan zal het volumeniveau automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan zet. Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol. (Zone 2/Zone 3 Beginvolume) Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2 of Zone 3 bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: Off, Mute, –80,0 dB t/m +16,5 dB Instelstap: 0,5 dB Opmerking De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.” instelling. Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ■ Audio Select (Standaardinstelling Selectiefunctie audio ingangsaansluiting) Met deze functie kunt u de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting (zie bladzijde 78) instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. Keuze Auto Last Functies Detecteert automatisch het type audio ingangssignalen en selecteert de juiste instelling voor de audio ingangsaansluiting selectiefunctie. Selecteert automatisch de laatste audio ingangsaansluiting geselecteerd voor de signaalbron in kwestie. ■ Decoder Mode (Standaardinstelling decoderfunctie) Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen (zie bladzijde 79) voor de signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet. Keuze Functies Detecteert automatisch het type ingangssignaal en selecteert de juiste instelling voor de decoderfunctie. Last Selecteert automatisch de laatste instelling voor de decoderfunctie die werd gebruikt met de signaalbron in kwestie. ■ EXTD Surround (Standaardinstelling uitgebreid surround) Met deze functie kunt u de uitgebreide decoderfuncties instellen (zie bladzijde 85) voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. Keuze Met deze functie kunt u voorkomen dat de geluidsveldprogramma parameterwaarden en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuze Off Schakelt de “Memory Guard” functie uit. On Beveiligt de volgende parameters – geluidsveldprogrammaparameters – alle GUI menu parameters – alle luidsprekerniveaus y Wanneer u een beveiligde parameter selecteert, zal “ ” links onderaan het GUI scherm verschijnen. U kunt de parameters instellen wanneer u de parameter selecteert en “ ” niet verschijnt links onderin het GUI scherm, ook al is “Memory Guard” ingesteld op “On”. ■ HDMI Set (S-instellingen) Gebruik deze functie om de door HDMI ondersteunde audio in te stellen. Support Audio (Audio ondersteuning) Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Keuze Detecteert automatisch de digitale audiosignalen en schakelt de juiste decoder in. Last Selecteert automatisch de laatst geselecteerde decoderfunctie voor “EXTD Surround” onder “Sound”. Functies RX-V3800 Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit toestel. De HDMI audiosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen van dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Other Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te laten geven door een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. Functies Auto Functies GEAVANCEERDE BEDIENING Auto ■ Memory Guard (Geheugenbeveiliging) Opmerkingen • Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI OUT uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is “Support Audio” ingesteld op “Other”. • Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten. Nederlands 95 Nl Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. 1 2 3 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU op de afstandsbediening. Druk herhaaldelijk op 4 k / n en selecteer “Signal Info.”. De audio-informatie over de huidige signaalbron zal op het GUI scherm verschijnen. ■ Audio Info. (Audio informatie) Format Signaalformattering. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. Sampling Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om een digitaal signaal te kunnen maken. Channel Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”. Bitrate Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert. Dialogue Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op dit moment ontvangen bitstroomsignaal (zie bladzijde 135). Flag1/Flag2 Signalering (vlag) die in de bitstroom of PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen (“Surround EX” enz.). Druk herhaaldelijk op 4 l / h en selecteer “Audio Info.” of “Video Info.” y De informatie verschijnt ook op het display op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op 4l / h om andere informatie te bekijken. Opmerkingen • “–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie niet kan weergeven. • Sommige zogenaamde ‘hoge definitie’ audio bitstroomsignalen bevatten mogelijk niet de aparte linker en rechter surroundachterkanalen, maar zijn wel gecodeerd met een bitsnelheid van 192 kHz. • Ook als u instellingen maakt om bitstroomsignalen direct te reproduceren, is het mogelijk dat sommige spelers Dolby TrueHD of Dolby Digital Plus bitstroomsignalen zullen omzetten naar Dolby Digital bitstroomsignalen, en DTS-HD Master Audio of DTS-HD High Resolution Audio in DTS bitstroomsignalen. ■ Video Info. (Video informatie) 96 Nl HDMI Signal Het soort videosignalen ontvangen van de signaalbron en gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. HDMI Resolution Resolutie van het ingangssignaal (analoog of HDMI) en het uitgangssignaal (HDMI). Analog Resolution De resolutie van de videosignalen ontvangen van de signaalbron en de analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel. HDMI Error (HDMI Message) Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten HDMI apparatuur. Zie bladzijde 129 voor details. Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm Language Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem van dit toestel moeten worden getoond. Keuzes: English (Engels), (Japans), Français (Frans), Deutsch (Duits), Español (Spaans), Русский (Russisch) y U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de “GUI LANGUAGE” parameter in de “Geavanceerde setup” op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 123). 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens op G SET MENU op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. 2 Druk herhaaldelijk op 4 n om “Language” te selecteren en druk dan op 4 h. System Memory Signal Info. Language English GEAVANCEERDE BEDIENING Français 3 Druk herhaaldelijk op 4 k / n om de gewenste taal in te stellen. 4 Druk op 4 ENTER om uw keuze te bevestigen. Nederlands 97 Nl OPSLAAN EN WEER OPROEPEN VAN DE SYSTEEMINSTELLINGEN (SYSTEM MEMORY) Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory) Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op kunt roepen. U kunt de volgende systeeminstellingen opslaan: Opgeslagen parameters Bladzijde “Stereo/Surround” parameters 71 “Volume” parameters (behalve “Initial Volume”) 81 “Sound” parameters* (behalve “EXTD Surround” en “Channel Mute”) 82 ■ Opslaan via het SET MENU U kunt de onder “Memory1” t/m Memory6” opgeslagen systeeminstellingen opslaan via “System Memory” in het “SET MENU”. 1 Druk op G SET MENU op de afstandsbediening. Het top menuscherm zal in de grafische gebruikersinterface (GUI) verschijnen. Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic 88 Auto Setup NET/USB “Front Panel Disp.” parameters 93 System Memory Option “Support Audio” 95 “Video” parameters (behalve “Short Message”) 86 “Basic” parameters Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma (of de Pure Direct stand) Toonregeling instellingen* 45, 51 2 51 * De “Dynamic Range”, “LFE Level”, “Tone Control” instellingen en de instellingen voor de toonregeling voor de hoofdtelefoon worden niet opgeslagen. Druk herhaaldelijk op 4k / n om “System Memory” te selecteren en druk dan op 4h. Het “System Memory” menu zal in de grafische gebruikersinterface (GUI) verschijnen. Current Memory1 Opslaan van de huidige systeeminstellingen Load Memory2 Save Memory3 Memory4 Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zetten. ■ Opslaan met de N SYSTEM MEMORY toetsen U kunt de onder “Memory1” t/m “Memory4” opgeslagen systeeminstellingen opslaan door op de corresponderende N SYSTEM MEMORY toetsen te drukken. 3 Druk op 4k / n, selecteer “Save” en druk vervolgens op 4h. Het volgende menuscherm zal in de grafische gebruikersinterface (GUI) verschijnen. Sci-Fi Houd één van de NSYSTEM MEMORY toetsen op de afstandsbediening 4 seconden lang ingedrukt. “MEMORY 1 SAVE Done” (voorbeeld) verschijnt op het display op het voorpaneel en dit toestel zal de huidige systeeminstellingen opslaan onder het corresponderende geheugennummer. SYSTEM MEMORY 1 2 3 4 Opmerking Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het geselecteerde geheugennummer, zullen deze door de nieuwe worden overschreven. 98 Nl Current Memory1 SpeakerCH 4/3/0.1 LFE Level 0dB D-Range MAX PEQ YPAO Natural Memory2 Huidige systeemparameters Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory) 4 Druk herhaaldelijk op 4k / n om het gewenste geheugennummer te selecteren (“Memory1” t/m “Memory6”) en druk vervolgens op 4h. “Save: ENTER” verschijnt in de grafische gebruikersinterface (GUI). Current Memory1 Memory Empty Memory2 Memory3 Save: ENTER y • Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het geselecteerde geheugennummer, zullen deze verschijnen op het menuscherm. • Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het geselecteerde geheugennummer, zullen deze door de nieuwe worden overschreven. • Als u systeeminstellingen opslaat onder “Memory1” t/m “Memory4”, kunt u deze weer oproepen door op de corresponderende N SYSTEM MEMORY (zie bladzijde 99). • Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zetten. • Dit toestel overschrijft de opgeslagen instellingen met de huidige instellingen van het toestel. Als u de huidige instellingen niet kwijt wilt raken, kunt u ze eerst opslaan onder een ander System Memory nummer. ■ Laden van instellingen met de N SYSTEM MEMORY toetsen U kunt de onder “Memory1” t/m “Memory4” opgeslagen systeeminstellingen weer oproepen door op de corresponderende N SYSTEM MEMORY toetsen te drukken. 1 SYSTEM MEMORY 1 Druk op 4 ENTER om de huidige systeeminstellingen op te slaan onder het geselecteerde geheugennummer. Memory1 Memory2 Recital/Opera SpeakerCH 5/4/0.1 LFE Level 0dB D-Range MAX PEQ Reset Memory3 2 3 4 y De melding “EMPTY” zal op het display op het voorpaneel verschijnen als er geen systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het geselecteerde geheugennummer. 2 Current Druk op één van de N SYSTEM MEMORY toetsen op de afstandsbediening om het gewenste geheugennummer te selecteren. “MEMORY 1 LOAD” (voorbeeld) zal op het display op het voorpaneel verschijnen. Druk nog eens op de geselecteerde N SYSTEM MEMORY toets om uw keuze te bevestigen. Dit toestel laadt de instellingen die zijn opgeslagen onder het geselecteerde geheugennummer. GEAVANCEERDE BEDIENING 5 Laden van opgeslagen systeeminstellingen Onder het geselecteerde geheugennummer opgeslagen systeeminstellingen y U kunt het opslaan annuleren door op 4l te drukken. 6 Druk nog eens op G SET MENU om het GUI scherm te sluiten. Nederlands 99 Nl Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory) ■ Laden van instellingen via het SET MENU 1 Druk op G SET MENU op de afstandsbediening. Het top menuscherm zal in de grafische gebruikersinterface (GUI) verschijnen. 2 Druk herhaaldelijk op 4 k / n om “System Memory” te selecteren en druk dan op 4 h. Het “System Memory” menu zal in de grafische gebruikersinterface (GUI) verschijnen. 3 Druk op 4 k / n, selecteer “Load” en druk vervolgens op 4h. Het volgende menuscherm zal in de grafische gebruikersinterface (GUI) verschijnen. Gebruiksvoorbeelden ■ Voorbeeld 1: Vergelijken van de resultaten van de automatische en de handmatige setup Dit toestel is uitgerust met drie soorten parametrische equalizer instellingen (zie bladzijde 40), en u kunt ook uw eigen geluidsinstellingen maken met behulp van de “Manual Setup” parameters (zie bladzijde 82). Om de resultaten van de automatische setup of uw eigen handmatige instellingen te kunnen controleren, kunt u de NSYSTEM MEMORY toetsen gebruiken. SYSTEM MEMORY 1 De huidige instellingen van dit toestel SYSTEM MEMORY 2 De resultaten van de automatische setup (Equalizing: Check:Natural) SYSTEM MEMORY 1 Sci-Fi Current Memory1 SpeakerCH 3/2/0.1 LFE Level 0dB D-Range MAX PEQ YPAO Natural 5 Memory2 4 Memory1 1 Houd NSYSTEM MEMORY 1 vier seconden lang ingedrukt. Dit toestel slaat de huidige instellingen op onder “Memory1”. Pure Direct 2 Voer de automatische setup uit. Stel “Equalizing” in op “Check:Natural”. Zie bladzijde 40 voor details. 3 Houd N SYSTEM MEMORY 2 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel zal de resultaten van de automatische setup uitgevoerd in stap 2 opslaan onder “Memory2”. 4 Voer de automatische setup opnieuw uit. Zet deze keer “Equalizing” op “Check:Front”. 5 Houd N SYSTEM MEMORY 3 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel zal de resultaten van de automatische setup uitgevoerd in stap 4 opslaan onder “Memory3”. Druk op G SET MENU om het GUI menuscherm te sluiten. 100 Nl 8 Voer de volgende procedure uit wanneer alle parameters zijn ingesteld op hun standaardwaarden. SpeakerCH 5/4/0.1 LFE Level 0dB D-Range MAX PEQ YPAO Flat Memory5 5 7 Opmerking y Memory4 6 4 MOVIE Opslaan van elke instelling U kunt het laden annuleren door op 4l te drukken. Memory3 3 SYSTEM MEMORY 3 De resultaten van de automatische setup (Equalizing: Check:Front) Druk herhaaldelijk op 4 k / n om het geheugennummer met de gewenste systeeminstellingen te selecteren en druk vervolgens op 4 h. Wanneer “Load: ENTER” verschijnt op het scherm, kunt u op 4ENTER drukken om het laden te bevestigen. Memory2 2 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory) ■ Voorbeeld 2: Omschakelen van de instellingen voor verschillende omstandigheden in de luisterruimte ■ Voorbeeld 3: Opslaan van geluidsinstellingen voor bepaalde signaalbronnen De toonkarakteristieken van uw luisterruimte kan veranderen wanneer de omstandigheden in de ruimte veranderen (of de gordijnen open of dicht zijn, bijvoorbeeld) en de instellingen van dit toestel kunnen worden aangepast aan de veranderende omstandigheden. U kunt gemakkelijk heen en weer schakelen tussen de diverse sets instellingen voor dit toestel met behulp van de NSYSTEM MEMORY toetsen. De gewenste geluidsinstellingen kunnen verschillen voor elk van de gebruikte signaalbronnen. Als u bijvoorbeeld het geluidsveldprogramma “Village Vanguard” gebruikt voor de weergave van live jazz opnamen, zult u wellicht andere parameter instellingen willen gebruiken wanneer de opnamen die u wilt weergeven op een LP staan of op bijvoorbeeld een SACD. U kunt de gewenste geluidsinstellingen opslaan voor elk van de verschillende signaalbronnen. SYSTEM MEMORY 1 Instellingen wanneer de gordijnen dicht zijn SYSTEM MEMORY 1 Het “Village Vanguard” programma ingesteld voor SACD bronnen SYSTEM MEMORY 1 2 3 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 5 6 7 4 SYSTEM MEMORY MOVIE 1 2 3 4 8 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 5 SYSTEM MEMORY 2 Instellingen wanneer de gordijnen open zijn 6 7 MOVIE 8 SYSTEM MEMORY 2 Het “Village Vanguard” programma ingesteld voor LP bronnen Opslaan van elke instelling 1 Doe de gordijnen van de kamer dicht en voer de automatische setup uit. Zie bladzijde 37 voor details omtrent de automatische setup. y Zie bladzijde 73 voor de geluidsveldprogramma parameter instellingen. Laat de weergave van de SACD met uw favoriete live jazz optreden beginnen. 2 Selecteer het “Village Vanguard” geluidsveldprogramma en stel de parameters in voor de huidige signaalbron. 3 Doe de gordijnen van de kamer open en voer de automatische setup uit. 3 4 Houd NSYSTEM MEMORY 2 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de gordijnen open) onder “Memory2”. Houd N SYSTEM MEMORY 1 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel slaat de huidige geluidsveldprogramma instellingen op onder “Memory1”. 4 Schakel over naar “PHONO” als signaalbron en laat vervolgens de weergave van de LP met uw favoriete live jazz optreden beginnen. 5 Stel de geluidsveldprogramma parameters in voor de huidige signaalbron. 6 Houd NSYSTEM MEMORY 2 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel slaat de huidige geluidsveldprogramma instellingen op onder “Memory2”. 2 101 Nl Nederlands 1 Houd NSYSTEM MEMORY 1 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de gordijnen dicht) onder “Memory1”. GEAVANCEERDE BEDIENING Opslaan van elke instelling Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory) ■ Voorbeeld 4: Schakelen tussen verschillende audio en video synchronisatie instellingen Als u gebruik maakt van verschillende soorten beeldschermen of projectoren en de gebruikte apparatuur niet geschikt is voor de automatische synchronisatie van audio en video, dan dient u voor elk van deze componenten “Manual” in te stellen bij “Lipsync”. U kunt schakelen tussen de verschillende “Manual” instellingen onder “Lipsync” met de NSYSTEM MEMORY toetsen. SYSTEM MEMORY 1 Instellingen voor het LCD beeldscherm verbonden met de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting SYSTEM MEMORY 1 2 3 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 5 6 7 4 MOVIE 8 SYSTEM MEMORY 2 Instellingen voor de videoprojector verbonden met de HDMI OUT aansluiting Opslaan van elke instelling Opmerking In het volgende voorbeeld zijn het LCD beeldscherm en een signaalbron (bijvoorbeeld een VCR) verbonden met de S VIDEO ingangsaansluiting en de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting, terwijl de videoprojector en de andere signaalbron (bijvoorbeeld een DVD-speler) zijn verbonden met één van de HDMI IN aansluitingen en de HDMI OUT aansluiting. 1 Begin de weergave van de gewenste video signaalbron op het aangesloten LCD beeldscherm en stel “Manual” in het “Lipsync” op de juiste manier in (zie bladzijde 84). 2 Houd N SYSTEM MEMORY 1 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel zal de audio en video synchronisatie instellingen voor het LCD beeldscherm opslaan onder “Memory1”. 3 Schakel over naar de component die is verbonden met één van de HDMI IN aansluitingen en laat de weergave beginnen. 4 Stel de “Manual” in het “Lipsync” op de juiste manier in. 5 Houd N SYSTEM MEMORY 2 4 seconden lang ingedrukt. Dit toestel zal de audio en video synchronisatie instellingen voor de videoprojector opslaan onder “Memory2”. 102 Nl AFSTANDSBEDIENINGSFUNCTIES Afstandsbedieningsfuncties Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 105). Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ■ Bedienen van dit toestel ■ Bedienen van een TV Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP om dit toestel te bedienen. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D TV om uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of PHONO (zie bladzijde 105). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code. POWER TV POWER STANDBY POWER AV NET/USB AUDIO SEL SLEEP TUNER CD CD-R MULTI CH IN MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK *1 *2 *1 POWER POWER TV AV STANDBY POWER NET/USB AUDIO SEL SLEEP MULTI CH IN TUNER CD CD-R MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK SELECT AMP + + CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE SOURCE LEVEL PRESET/CH TITLE Zet op AMP TV SET MENU PURE DIRECT SELECT AMP *1 *1 SRCH MODE BAND + VOLUME – – – TV MUTE A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY EFFECT MEMORY *1 3 2 TV INPUT PRESET/CH LEVEL SYSTEM MEMORY 1 + CH 5 7 6 ENHANCER SUR. DECODE 9 0 FREQ/TEXT EON Zet op TV TV MUTE SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT 4 AUDIO ENTER CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN STEREO *2 AUDIO ENTER RETURN + TV VOL SOURCE MENU +10 MOVIE 8 *2 A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY RETURN 3D DSP EFFECT MEMORY ENT GEAVANCEERDE BEDIENING + TV VOL SYSTEM MEMORY NET RADIO 1 MODE - PTY SEEK - START USB REC 5 ON MACRO LEARN CLEAR RENAME 7 6 STEREO PC/MCX OFF 3 2 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN ENHANCER SUR. DECODE 9 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB +10 4 MOVIE 8 3D DSP ENT *2 MODE - PTY SEEK - START REC PC/MCX OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. *2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op DAMP staat. Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. Afstandsbediening Digitale TV/ Kabel TV Hiermee schakelt u de stroom in of uit. TV VOL +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. TV MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. TV INPUT Wijzigt de signaalbron. *2 Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op DTV staat. Zie voor details de “TV” kolom op bladzijde 104. 103 Nl Nederlands TV POWER Afstandsbedieningsfuncties ■ Bedienen van andere componenten TV MUTE Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op DSOURCE om andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen (1) kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 105). De volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen (1). Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component. [1] POWER POWER TV AV CD TUNER DVD BD/HD DVD PHONO DVR VCR V-AUX/DOCK Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 TV kanaal hoger*3 Kanaal hoger Kanaal hoger TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 Kanaal lager Titel CH – MUTE SET MENU MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT MEMORY SYSTEM MEMORY [6] [2] 5 + + + TV VOL CH VOLUME – – – [7] TV MUTE TV INPUT MUTE SOURCE PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE 7 6 ENHANCER SUR. DECODE 9 AMP 3 2 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN STEREO SELECT [8] [9] 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB +10 [10] 4 MOVIE 8 3D DSP ENT [11] MODE - PTY SEEK - START REC PC/MCX TV OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME PURE DIRECT Zet op SOURCE AUDIO STRAIGHT Kabel TV/ TV satellietontvanger TV kanaal hoger*3 TV INPUT PRESET/CH TITLE A-E/CAT. Videorecorder CH + LEVEL 1 ENTER DVD-speler/ DVDrecorder AV POWER Aan/uit*1 MULTI CH IN DTV/CBL LEVEL [2] SLEEP MD/TAPE De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen) om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen. [1] CD-R [3] [4] [5] POWER NET/USB AUDIO SEL y Blu-ray Disc/ HD DVDspeler/ recorder STANDBY LD-speler DVR aan/uit *2 Aan/uit*1 CD-speler MD-recorder/ Cassettedeck Tuner CD-recorder Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Kanaal hoger TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 Kanaal lager Kanaal lager TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 Titel Titel [3] TITLE Titel Titel [4] ENTER Menu Enter Menu Enter Menu selectie Menu selectie PRESET/CH k Menu op Menu op Menu op Menu op Voorkeuzekanaal hoger (1 t/m 8) PRESET/CH n Menu neer Menu neer Menu neer Menu neer Voorkeuzekanaal lager (1 t/m 8) A/B/C/DE h Menu links Menu links Menu links Menu links Voorkeuzekanaal lager (A t/m E) A/B/C/DE l Menu rechts Menu rechts Menu rechts Menu rechts Terug Terug Terug Terug Band Richting A/B [5] RETURN, MEMORY Terug [6] 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen [7] ll Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken DVR terug zoeken*2 DVR terug zoeken*2 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Vooruit zoeken DVR vooruit zoeken*2 DVR vooruit zoeken*2 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken hh Vooruit Vooruit zoeken zoeken b Terug springen Terug springen Hoofdstuk/ Terug springen Terug springen Terug springen Richting terug a Vooruit springen Vooruit springen Hoofdstuk/ Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen Richting vooruit Opname (recorder) Disc overslaan (speler) Opname (recorder) Opname DVR opname*2 DVR opname*2 Disc overslaan Opname Opname DVR stop*2 REC s Stop Stop Stop DVR stop*2 Stop Stop Stop e Pauze Pauze Pauze DVR pauze *2 DVR pauze *2 Pauze Pauze Pauze Pauze p Weergave Weergave Weergave DVR weergave *2 DVR weergave *2 Weergave Weergave Weergave [8] MENU Menu Menu Menu Menu [9] AUDIO Display Display Display Display Enter/ oproepen Enter [10] DISPLAY Audio Audio Display Display [11] ENT Stop Weergave Voorkeuzekanaal hoger (A t/m E) Audio Enter Display Opmerkingen *1 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. *2 Deze toetsen bedienen uw videorecorder (DVD-recorder enz.) alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 105). *3 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. 104 Nl Afstandsbedieningsfuncties ■ Selecteren van de te bedienen component U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen. Druk herhaaldelijk op B SELECT k / n om de gewenste component te selecteren. De naam van de te bedienen component wordt getoond in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening. Instellen van afstandsbedieningscodes U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. In de volgende tabel staan de standaard ingestelde componenten (Archief: componentencategorie) en de afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen. Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes ■ Bedienen van optionele apparatuur (‘Optie’ set) “OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat. Opmerking U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of ‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 107 voor het programmeren van bedieningstoetsen voor deze set. Archief (componentencategorie) Fabrikant Standaard code TAPE — 2604 NET/USB TUNER Yamaha 2607 TUNER TUNER Yamaha 2602 CD CD Yamaha 2300 CD-R CD-R Yamaha 2400 MULTI CH IN DVD Yamaha 2100 MD/TAPE MD Yamaha 2500 DVD DVD Yamaha 2100 BD/HD DVD DVD Yamaha 2100 PHONO TV — — DTV/CBL TV — — DVR DVR Yamaha 2807 VCR VCR — — V-AUX/ DOCK TUNER Yamaha 2606 GEAVANCEERDE BEDIENING Om de optionele set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op B SELECT n te drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnt. Ingang Opmerking Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere Yamaha afstandsbedieningscode in te stellen. Nederlands 105 Nl Afstandsbedieningsfuncties 1 2 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets (1 ) om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren. 4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode (6) voor de gewenste component in te voeren. Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. 5 Druk op 4 ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als de instelling niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. Houd vervolgens M LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks. De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD) zullen om en om in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. y Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets of op BSELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5. y • U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op 4 l / h om de componentencategorie (het archief) te veranderen. Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassettedeck), L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel), L;SAT (satelliet), L;VCR • Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk dan op de ingangskeuzetoets, of druk herhaaldelijk op B SELECT k / n om de gewenste set te selecteren. Opmerkingen • U moet M LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. 3 Druk op 4 ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster (B). Opmerking “0000” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen wanneer er geen code is ingesteld. 106 Nl 6 Druk nog eens op M LEARN om deze instelfunctie te verlaten. 7 Druk op 4 p of AV POWER om te controleren of u de component in kwestie inderdaad met de afstandsbediening kunt bedienen. y Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. Opmerkingen • “ERROR” zal in het uitleesvenster (B) op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • De meegeleverde afstandsbediening bevat NIET ALLE mogelijke codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met inbegrip van Yamaha componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen” op bladzijde 107) of dient u de met de apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken. • Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes. Afstandsbedieningsfuncties Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen 2 AV POWER SLEEP POWER SET MENU PURE DIRECT MENU 5 t/m 10 cm SRCH MODE BAND STANDBY NET/USB AUDIO SEL PHONO MULTI CH IN TV CD-R POWER CD Andere afstandsbediening MUTE AUDIO ENTER NET/USB AUDIO SEL TUNER POWER V-AUX/DOCK STANDBY VCR AV BD/HD DVD POWER TV DVR TITLE POWER DVD TV INPUT PRESET/CH DTV/CBL LEVEL MD/TAPE TV MUTE SELECT U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes, of als er geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van een andere afstandsbediening programmeren onder de op de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden geprogrammeerd. Leg deze afstandsbediening en de andere ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke ondergrond zodat hun infrarood vensters op elkaar gericht zijn. SLEEP A/B/C/D/E STRAIGHT TUNER CD CD-R MULTI CH IN MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK DISPLAY RETURN EFFECT MEMORY SYSTEM MEMORY 1 3 2 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 5 STEREO ENHANCER SUR. DECODE 9 SELECT 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB 4 3 MOVIE 8 7 6 3D DSP +10 ENT MODE - PTY SEEK - START REC AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – PC/MCX SOURCE TV MUTE LEVEL TV INPUT PRESET/CH TV Zet op SOURCE OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME MUTE SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE Druk met een balpen of iets dergelijks M LEARN in. “LEARN” en de naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. PURE DIRECT Opmerking 1 LEARN Opmerkingen • Houd M LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets (1 ) om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren. 4 NET/USB AMP SOURCE TUNER CD CD-R MULTI CH IN MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK GEAVANCEERDE BEDIENING De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening. Druk op de toets waaronder u de nieuwe functie wilt programmeren. “LEARN” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. TV Opmerking Nederlands Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP zet en vervolgens instructies van andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen. 107 Nl Afstandsbedieningsfuncties 5 Houd de toets waarvan u de functie wilt overnemen op de andere afstandsbediening ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnt. “NG” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4. Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component met een bepaalde set bedieningstoetsen wilt gebruiken. AV POWER STANDBY SLEEP POWER PHONO MULTI CH IN NET/USB AUDIO SEL CD-R TV CD VCR BD/HD DVD POWER TUNER DVR DVD V-AUX/DOCK DTV/CBL SELECT MD/TAPE 1 Andere afstandsbediening Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP of D SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets (1 ) om de set bedieningstoetsen waaraan u een andere naam wilt geven te selecteren. De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in het uitleesvenster (B). AMP y SOURCE NET/USB • Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere functie wilt programmeren. • Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een andere component, druk dan op B SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 en 5. TV TUNER CD CD-R MULTI CH IN MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK of AMP SOURCE TV 6 Druk nog eens op M LEARN om de leerfunctie te verlaten. LEARN Opmerkingen • “ERROR” zal in het uitleesvenster (B) op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies. • In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet werkt: – wanneer de batterijen in deze of in de andere afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn. – wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te groot of te klein is. – wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet goed op elkaar gericht zijn. – wanneer de afstandsbediening in de zon ligt. – wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen continu is of zeer ongewoon. 108 Nl 2 Druk met een balpen of iets dergelijks M RENAME in. RENAME Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. Afstandsbedieningsfuncties 3 Druk op 4 k / n om een teken te selecteren en in te voeren. Door op 4 n te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash) en spatie. Druk op 4 k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen. PRESET/CH Macro programmeerfuncties De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 111). ENTER A/B/C/D/E ■ MACRO handelingen Macrotoetsen S 4 Druk op 4 h om de cursor naar de volgende tekenpositie te verplaatsen. POWER TV POWER STANDBY POWER AV O C 9 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB SU CO +10 3 S ENT MODE - PTY SEEK - START REC NET/USB AUDIO SEL SLEEP PC/MCX y Druk op 4 l om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen. TUNER CD CD-R MULTI CH IN MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK OFF ON MACRO ON/OFF 5 1 CLEAR RENAME MACRO Zet M MACRO ON/OFF schakelaar op ON. OFF ON MACRO LEARN CLEAR y 2 Druk op de gewenste macrotoets. Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of herhaaldelijk op B SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5. 3 Zet de M MACRO ON/OFF schakelaar op OFF wanneer u klaar bent met het programmeren van macro’s. OFF Druk nog eens op M RENAME om de functie voor het geven van nieuwe namen te verlaten. RENAME Opmerking MACRO LEARN CLEAR Opmerkingen • Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen). • Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht tot de macro klaar is. Nederlands “ERROR” zal in het uitleesvenster (B) op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. ON GEAVANCEERDE BEDIENING 6 Druk op 4 ENTER om de nieuwe naam definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als de naam met succes is veranderd. “NG” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. MACRO LEARN 109 Nl Afstandsbedieningsfuncties ■ Standaard macrofuncties Druk op macrotoets Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden Eerste Tweede Derde STANDBY STANDBY POWER POWER — — (*1) (*2) POWER TV POWER NET/USB POWER NET/USB TUNER CD CD CD-R CD-R MULTI CH IN MULTI CH IN MD/TAPE MD/TAPE DVD — — TUNER — (*3) DVD POWER BD/HD DVD (*1) BD/HD DVD PHONO PHONO DTV/CBL DTV/CBL DVR DVR VCR VCR V-AUX/DOCK V-AUX/DOCK — — (CD set) (*4) (CD-R set) (*4) — (MD/TAPE set) (*4) (DVD set) (*4) (BD/HD DVD set) (*4) — — (DVR set) (*4) (VCR set) (*4) — *1 U kunt sommige componenten (inclusief Yamaha componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component. *2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV/CBL of PHONO (zie bladzijde 105), kunt u uw TV aan zetten zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO. *3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet. *4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, Blu-ray Disc-speler, HD DVDspeler of DVD-recorder die geschikt is voor de Yamaha afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u van tevoren de weergavetoets programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 107) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 105). 110 Nl Afstandsbedieningsfuncties ■ Programmeren van macrohandelingen U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de afstandsbediening een aantal instructies uit te laten voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een macro gaat programmeren. 3 Opmerkingen • De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist. • Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd. • Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het regelen van het volume, in een macro te programmeren. 1 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen voor de functies die u wilt opnemen in de macro. U kunt maximaal 10 stappen (10 functies) programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen en zal de macrofunctie automatisch worden afgesloten. Voorbeeld Stel de signaalbron in op DVD → Schakel de DVDspeler in → Stel de slaaptimer in Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD. Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER. Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP. POWER Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP of D SOURCE en druk vervolgens M MACRO in met een balpen of iets dergelijks. “MCR ?” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. TV STANDBY POWER AV 2 SLEEP TUNER CD CD-R MULTI CH IN MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR 1 VCR 3 V-AUX/DOCK SOURCE TV Knippert om en om zodat u de volgende stap kunt programmeren MACRO AMP GEAVANCEERDE BEDIENING Geeft het aantal macro-stappen aan dat u heeft geprogrammeerd AMP of POWER NET/USB AUDIO SEL SOURCE TV Opmerking Druk op B SELECT k / n om de geselecteerde set bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met B SELECT k / n alleen de geselecteerde set bedieningstoetsen verandert. Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 2 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken. De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. 4 Druk nog eens op M MACRO met een balpen of iets dergelijks wanneer u klaar bent met programmeren. Opmerking “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. Nederlands Opmerking “AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) wanneer u op een andere dan een macrotoets drukt. 111 Nl Afstandsbedieningsfuncties Instellingen wissen 3 U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies, macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen. ■ Wissen van functiesets 1 Houd M CLEAR nog eens tenminste 3 seconden ingedrukt. “WAIT” verschijnt in het uitleesvenster (B). Als het wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. CLEAR Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP of D SOURCE en druk vervolgens M CLEAR in met een balpen of iets dergelijks. “CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster (B). y Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie). AMP SOURCE TV CLEAR of Opmerkingen • “L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden duren. • “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. AMP SOURCE TV 4 Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 2 Druk op 4 k / n om de wisfunctie te selecteren. L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen) Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De naam van een component wordt getoond achter een puntcomma (;). Druk op de ingangskeuzetoets voor de gewenste set bedieningstoetsen. L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor het bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel. L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies. M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s. RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen. FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet deze terug op de fabrieksinstellingen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E 112 Nl Druk nog eens op MCLEAR om deze functie te verlaten. Afstandsbedieningsfuncties ■ Wissen van een overgenomen (‘geleerde’) functie 3 U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP of D SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets (1 ) om de set bedieningstoetsen waarvoor u een functie wilt wissen te selecteren. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster (B). Houd M CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de toets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen als het wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening kunt u met de balpen of iets dergelijks M CLEAR loslaten om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie. MODE - PTY SEEK - START AMP SOURCE NET/USB LEARN TV TUNER CD CD-R MULTI CH IN MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK CLEAR RENAME of y AMP TV 2 Druk met een balpen of iets dergelijks M LEARN in. “LEARN” en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster (B) verschijnen. LEARN 4 Druk nog eens op M LEARN om deze functie te verlaten. Opmerkingen GEAVANCEERDE BEDIENING • Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere component, druk dan op B SELECT k / n om de gewenste set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal vervolgens stap 3. • Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). SOURCE • “C;NG” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. Opmerkingen • Houd M LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. Nederlands 113 Nl Afstandsbedieningsfuncties ■ Wissen van een macrofunctie U kunt de functie wissen die onder een bepaalde macrotoets is geprogrammeerd. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP of D SOURCE en druk vervolgens M MACRO in met een balpen of iets dergelijks. “MCR ?” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. AMP SOURCE TV MACRO of AMP SOURCE TV Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 2 Houd M CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de macrotoets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als het wissen met succes is verlopen. MD/TAPE DVD BD/HD DVD PHONO DTV/CBL DVR VCR V-AUX/DOCK OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME y • Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). 114 Nl 3 Druk nog eens op M MACRO om de macrofunctie te verlaten. Opmerkingen • “C;NG” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) Dit toestel stelt u in staat een audio/videosysteem in verschillende kamers (zones) samen te stellen. De functies voor weergave in meerdere zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de hoofdzone (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) en/of derde zone (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde zone met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind de signaalbron met de analoge audio ingangsaansluitingen van dit toestel om deze signaalbron weer te kunnen geven in Zone 2 of Zone 3. Dit toestel kan de audiosignalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT en HDMI aansluitingen niet weergeven via de ZONE OUT aansluitingen. Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood ontvanger in Zone 2 en/of Zone 3. • Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in Zone 2 en/of Zone 3 over naar de hoofdzone (bijv. uw woonkamer; naar uw CD-speler of DVD-speler). • Een versterker en luidsprekers voor Zone 2 en/of Zone 3. • Een beeldscherm voor de tweede ruimte. y • U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor Zone 2 en/of Zone 3 als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken. • Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten om het in meerdere zones te kunnen gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen. REMOTE REMOTE IN Dit toestel REMOTE IN OUT Yamaha component REMOTE IN OUT Yamaha component ■ Met externe versterkers Om een externe versterker te gebruiken voor Zone 2 of Zone 3, dient u de externe versterker te verbinden met de ZONE OUT aansluitingen en moet u “EXT” selecteren bij “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 94). GEAVANCEERDE BEDIENING Infraroodontvanger OUT Van de ZONE OUT (ZONE 3) aansluitingen Van de ZONE OUT (ZONE 2) aansluitingen Van de ZONE OUT (ZONE VIDEO) aansluiting Versterker Versterker Alleen analoge audiosignalen DVD-speler enz. Dit toestel MAIN Afstandsbediening Afstandsbediening Infraroodontvanger Infraroodontvanger ZONE 3 ZONE 2 Infraroodzender Tweede zone (Zone 2) Derde zone (Zone 3) Eerste ruimte Van de REMOTE OUT aansluiting Naar de REMOTE IN aansluiting Naar de REMOTE IN aansluiting • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s. • Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Fixed” (zie bladzijde 94). 115 Nl Nederlands Opmerkingen Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) ■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal. Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct gebruik. Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver. Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “INT:[SP1]” of “INT:[SP2]” voor “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 94). Als u twee interne versterkers (SP1 en SP2) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “Both” bij “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 94). R SP1 PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3 + – – L + R SP2 L + R SURROUND BACK/ BI-AMP + – – SINGLE L + – Tweede zone (Zone 2) Derde zone (Zone 3) Dit toestel Bedienen van Zone 2 of Zone 3 U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. ■ Selecteren van Zone 2 of Zone 3 Bediening via het voorpaneel 1 2 Druk op Q ZONE 2 ON/OFF of Q ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart in of uit te schakelen. Druk herhaaldelijk op Q ZONE CONTROLS op het voorpaneel om de zone die u wilt bedienen te selecteren. Met elke druk op Q ZONE CONTROLS zal het display op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 10 seconden lang knipperen. Er zal echter geen indicator gaan knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd. 116 Nl ZONE2 ZONE3 Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de hoofdzone is geselecteerd. ZONE2 Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties. ZONE3 Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties. y • U moet deze stap binnen 10 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval Q ZONE CONTROLS nog eens ingedrukt. • De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld. Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) 3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op bladzijde 118 voor andere handelingen. Bedieningsfunctie Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op B SELECT k om de zone die u wilt bedienen te selecteren. “ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen. AMP POWER en STANDBY Naam van de Hiermee zet u alleen de hoofdzone aan of uit (standby). Zone 2 stand “ZONE 2” of “2;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of uit (standby) zetten. Zone 3 stand “ZONE 3” of “3;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of uit (standby) zetten. “ALL” 9 POWER: zet de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan. 8 STANDBY: hiermee zet u de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 tegelijkertijd uit (standby). Stand voor de geselecteerde set hoofdzone bedieningstoetsen Afstandsbediening 1 Uitleesvenster (B) Alle standen Opmerkingen SOURCE SELECT TV 2 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op bladzijde 118 voor andere handelingen. 3 Druk op B SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3 bedieningsfunctie te verlaten. ■ Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met de afstandsbediening Verdraai C INPUT op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en druk op één van de ingangskeuzetoetsen (1 )) om de gewenste signaalbron voor de geselecteerde zone te selecteren. Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de signaalbron te selecteren, zal “2;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is geselecteerd. Opmerkingen • De geselecteerde signaalbronnen worden gedeeld door alle zones. • Als u een andere opnamebron instelt dan “SOURCE” (zie bladzijde 67), zal de signaalbron voor Zone 2 worden vastgesteld op de signaalbron die u heeft ingesteld als opnamebron. • Dit toestel zal het iPod of network/USB menu niet tonen op een beeldscherm dat is verbonden met één van de ZONE VIDEO aansluitingen. y • U moet deze stap binnen 10 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op Q ZONE CONTROLS op het voorpaneel. • Wanneer er een beeldscherm is verbonden met één van de ZONE VIDEO aansluitingen, kunt u de bedieningsinformatie voor Zone 2 of Zone 3 op dat beeldscherm weer laten geven. Zet “Zone OSD” op “Zone2&Zone3” of “Zone2” (zie bladzijde 93). 117 Nl Nederlands 9 POWER en 8 STANDBY op de afstandsbediening werken iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening verschijnt. • Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft geselecteerd (zie bladzijde 117), kunt u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten. • Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd, zullen door op 9 POWER te drukken de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een druk op 8 STANDBY deze zones tegelijk uit (standby) zal zetten. ■ Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 GEAVANCEERDE BEDIENING of • Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden wanneer er op 9POWER of 8STANDBY wordt gedrukt. • “ALL” zal in het uitleesvenster (B) ovan de afstandsbediening verschijnen wanneer er op B SELECT n wordt gedrukt. Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) Doe het volgende nadat u de Zone 2 of Zone 3 bedieningsfunctie heeft ingeschakeld. ■ Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3 Verdraai RVOLUME op het voorpaneel (of druk op CVOLUME +/–) om het volume voor de geselecteerde zone op het gewenste niveau in te stellen. ■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP en gebruik CH +/– op de afstandsbediening om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) te regelen, of gebruik TV VOL +/– om de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. + y Druk op E MUTE op de afstandsbediening om het in de geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen. TV VOL AMP BASS – SOURCE Opmerking TV Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3, kunt u C VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Variable” via “Zone2 Set” of “Zone3 Set” (zie bladzijde 94). ■ Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3 Druk herhaaldelijk op E TONE CONTROL, selecteer “BALANCE” en verdraai vervolgens OPROGRAM om de balans tussen de linker en rechter luidspreker in de geselecteerde zone te regelen. 118 Nl + CH TREBLE – y U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met E TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op bladzijde 51 voor details. Opmerking Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 117). Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone) ■ Gebruiken van de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening 6 STANDBY Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit). U kunt de Zone 2 en Zone 3 functies bedienen met de meegeleverde Zone 2/Zone 3 afstandsbediening. Stel eerst de ID1/ID2 schakelaar en de ZONE 2/ZONE 3 schakelaar op de juiste manier in. Deze toets werkt alleen wanneer A MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. Opmerking 7 VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of Zone 3. POWER 1 TUNER CD MD/TAPE DVD DTV/CBL DVR STANDBY CD-R 5 6 BD/HD DVD NET/USB VCR 8 MUTE Schakelt de geluidsweergave in Zone 2 of Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op het oorspronkelijke volumeniveau. 9 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3. V-AUX/DOCK Bedienen van tunerfuncties (zie bladzijde 53) 2 3 VOLUME 7 MUTE 8 A/B/C/D/E ID1 ID2 ZONE 2 ZONE 3 9 Selecteer de “TUNER” als signaalbron voor de zone in kwestie om de volgende functies te kunnen gebruiken. 2 PRESET k / n Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 55). 3 A/B/C/D/E Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie bladzijde 55). GEAVANCEERDE BEDIENING 4 PRESET Bedienen van versterkerfuncties 1 Ingangskeuzetoetsen Selecteert de gewenste signaalbron voor de zone in kwestie. 4 ID1/ID2 schakelaar Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 121). 5 POWER Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten. Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer A MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. Nederlands 119 Nl GEAVANCEERDE SETUP Geavanceerde setup Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Opmerkingen • De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer A MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 33). • Alleen A MASTER ON/OFF, P STRAIGHT en O PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt. • Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent. • Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel. Gebruiken van het uitgebreide instelmenu 1 Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. 2 Houd PSTRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens A MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 3 4 ■ Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP. Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers. Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN • Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 8 Ω . • Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 6 Ω . SPEAKER IMP. 8ΩMIN Impedantieniveau Voor De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. Midden Surround Verdraai O PROGRAM op het voorpaneel en selecteer de parameter waarvoor u de instelling wilt wijzigen. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op P STRAIGHT op het voorpaneel om de geselecteerde instelling te wijzigen. Luidspreker De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. Surround Achter Voor 6ΩMIN De impedantie van elk van de luidsprekers moet 4 Ω of hoger zijn. Midden Surround De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6 Ω of hoger zijn. Surround Achter 5 Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. y De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. ■ Sensor voor de afstandsbediening REMOTE SENSOR Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel van dit toestel aan of uit zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening aan wilt zetten. • Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening uit wilt zetten. Opmerking In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te laten staan. 120 Nl Geavanceerde setup ■ Inschakelen bij RS-232C gebruik RS-232C STANDBY Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de RS-232C interface laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat. Keuzes: YES, NO Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: YES [Overige modellen]: NO • Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. • Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. 4 ■ Afstandsbediening AMP ID *1 Afstandsbedieningsinstelling. *2 De instelling van dit toestel. RC AMP ID Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen. Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2001”. • Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2002”. AMP ID code afstandsbediening*1 5 Instellen van een AMP ID code op de afstandsbediening Functie RC AMP ID*2 2001 (begininstelling) Bedient dit toestel met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 2002 Bedient dit toestel met een alternatieve code. ID2 Druk op 4 ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen als de instelling gelukt is. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. PRESET/CH Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op C AMP of C SOURCE. GEAVANCEERDE BEDIENING 1 Gebruik de cijfertoetsen (6 ) om de vier cijfers van de AMP ID afstandsbedieningscode voor de gewenste set bedieningstoetsen in te voeren. ENTER A/B/C/D/E 2 Houd M LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en druk vervolgens net zo vaak op 4 l / h tot “L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening. 6 Druk nog eens op M LEARN om deze instelfunctie te verlaten. PRESET/CH LEARN LEARN ■ Afstandsbediening TUNER ID ENTER A/B/C/D/E Opmerkingen • U moet M LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. Druk op 4 ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde set bedieningstoetsen zal verschijnen in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening. Instellen van een TUNER ID op de afstandsbediening 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op D AMP of D SOURCE en druk vervolgens op 1 TUNER op de afstandsbediening om de tuner waarvoor een andere afstandsbediening ID wilt instellen te selecteren. 121 Nl Nederlands 3 RC TUNER ID Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen. Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”. • Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”. Geavanceerde setup 2 Houd M LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks tot “L;TUN” en “TUNER” om en om verschijnen in het uitleesvenster (B). 3 seconden Opmerkingen • U moet M LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. 4 Druk op 4 ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde set bedieningstoetsen zal verschijnen in het uitleesvenster (B) van de afstandsbediening. Gebruik de cijfertoetsen (6 ) om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste set bedieningstoetsen in te voeren. Afstandsbediening TUNER ID code*1 Functie RC TUNER ID*2 2602 (begininstelling) Bedient dit toestel met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 2603 Bedient dit toestel met een alternatieve code. ID2 *1 Afstandsbedieningsinstelling. *2 De instelling van dit toestel. 5 Druk op 4 ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster (B) verschijnen als de instelling gelukt is. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (B) als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. 6 Druk nog eens op M LEARN om deze instelfunctie te verlaten. LEARN 122 Nl ■ Afstemstap tuner TUNER FRQ STEP (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden. LEARN 3 Zie bladzijde 120 voor de bediening van het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup). ■ Bi-amp instelling BI-AMP Gebruik deze functie om de ‘bi-amp’ (dubbele versterking) functie aan of uit te zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” als u de bi-amp (dubbele versterking) functie aan wilt zetten. • Selecteer “OFF” als u de bi-amp (dubbele versterking) functie uit wilt zetten. Opmerking Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de bi-amp aansluitingen (zie bladzijde 19). Geavanceerde setup ■ Parameters initialiseren INITIALIZE Met deze functie kunt u de parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U kunt kiezen welke categorie parameters u terug wilt zetten. Keuzes: DSP PARAM, VIDEO, NETWORK, ALL, CANCEL • Selecteer “DSP PARAM” om alle geluidsveldparameters terug te zetten op hun beginwaarden (zie bladzijde 71). • Selecteer “VIDEO” met uitzondering van “Short Message” en “On Screen” (zie bladzijde 87). • Selecteer “NETWORK” om de netwerk- en USB instellingen te initialiseren (zie bladzijde 91). • Selecteer “ALL” om alle instellingen van dit toestel terug te zetten. • Selecteer “CANCEL” om het terugzetten te annuleren. Opmerkingen • Gebruik “Initialize” in het geluidsveldprogramma menu om de parameters voor een bepaald programma terug te zetten (zie bladzijde 77). • Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in het “NET/USB” automatisch worden ingesteld op “On” (zie bladzijde 91) en zal de geregistreerde client ID van dit toestel op uw Yamaha MCX-2000 worden gewist (zie bladzijde 64). ■ HDMI monitor-controlefunctie MONITOR CHECK Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan of uit te zetten. Wanneer “MONITOR CHECK” is ingesteld op “YES”, zal dit toestel de gegevens omtrent de videosignalen en resoluties waarvoor het beeldscherm geschikt is ontvangen van het beeldscherm zelf via de HDMI verbinding en kunt u alleen maar de door het beeldscherm ondersteunde resoluties selecteren bij “HDMI Resolution” (zie bladzijde 87). Wanneer “MONITOR CHECK” is ingesteld op “SKIP”, kunt u elke mogelijke resolutie kiezen bij “HDMI Resolution”. Keuzes: YES, SKIP ■ GUI taalkeuze GUI LANGUAGE Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem van dit toestel moeten worden getoond. Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans), FRENCH (Frans), GERMAN (Duits), SPANISH (Spaans), RUSSIAN (Russisch) GEAVANCEERDE BEDIENING ■ TV formaat TV FORMAT Met deze functie kunt u het kleurweergavesysteem van uw tv instellen. Keuzes: NTSC, PAL Begininstelling: [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene]: NTSC [Overige modellen]: PAL Opmerking Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2 VIDEO aansluitingen. Nederlands 123 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Oplossen van problemen Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid. Geen beeld. Oorzaak Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De instelling voor de luidsprekerimpedantie is niet correct. Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 33 De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 15 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “HDMI”, “COAX/OPT” of “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 42 De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op “ANALOG” terwijl de signaalbron digitale audiosignalen produceert. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” of op “COAX/OPT”. 42 Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met C INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen (1) op de afstandsbediening). 41, 42 De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 15 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op E MUTE of C VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 43 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CD-ROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. 21 “Support Audio” is ingesteld op “Other” en “HDMI” audiosignalen worden niet weergegeven door dit toestel. Zet “Support Audio” op “RX-V3800” via de “Option”. 95 Er wordt gebruik gemaakt van verschillende types video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het beeldsignaal. Zet “Conversion” op “On” of sluit uw broncomponenten op dezelfde manier aan op dit toestel als uw beeldscherm. 86 Dit toestel produceert een video uitgangssignaal dat niet wordt ondersteund door het beeldscherm dat is aangesloten op de HDMI OUT aansluiting. Kies “INITIALIZE” voor “VIDEO” om de video instellingen terug te zetten. 123 Zet “MONITOR CHECK” op “YES”. 123 De Pure Direct stand is in werking. Schakel de Pure Direct stand uit. 51 Er komen videosignalen binnen die niet standaard zijn. 124 Nl Oplossing 23-30 Oplossen van problemen Probleem Verkorte meldingen worden niet weergegeven op het beeldscherm. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde “Short Message” is ingesteld op “Off”. Zet “Short Message” op “On”. 87 “Conversion” is ingesteld op “Off”. Zet “Conversion” op “On”. 86 De via de HDMI ingangsaansluitingen binnenkomende signalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Er komen HDTV videosignalen binnen. Het geluid valt plotseling uit. Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant. De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is ingesteld. 33, 120 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op E MUTE of C VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten. 43 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 15 Onjuiste balans ingesteld via “Speaker Level”. Wijzig de “Speaker Level” instellingen. 91 Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd. Er klinkt geen geluid uit de middenluidspreker. “Center” in het “Speaker Set” staat op “None”. Zet “Center” op “Small” of “Large”. 89 Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd “7ch Stereo”) is geselecteerd en er komt een analoog 2-kanaals ingangssignaal binnen. Probeer een ander geluidsveldprogramma als u geluid wilt laten weergeven door de midden-luidspreker. 45 Geen geluid uit de aanwezigheidsluidspr ekers. De geluidsveldprogramma’s zijn uitgeschakeld. Kies P STRAIGHT om de effecten in te schakelen. 50 U gebruikt een signaalbron of een programmacombinatie waarbij niet via alle kanalen geluid wordt geproduceerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 41 Er klinkt geen geluid uit de surroundluidsprekers. “Surround” in het “Speaker Set” staat op “None”. Zet “Surround” op “Small” of “Large”. 89 Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt mono materiaal weergegeven. Druk op P STRAIGHT op het voorpaneel zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. 50 Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. “Bass Out” staat op “Front” in het “Speaker Set” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Zet “Bass Out” op “SWFR” of “Both”. 89 “Bass Out” in het “Speaker Set” staat op “SWFR” of “Front” terwijl er een 2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven. Zet “Bass Out” op “Both”. 89 “Surround” in het “Speaker Set” is ingesteld op “None” en “Surround Back” is automatisch ingesteld op “None”. Zet “Surround” en “Surround Back” op een andere instelling dan “None”. 89 “Surround Back” in het “Speaker Set” staat op “None”. Zet “Surround Back” op een andere instelling dan “None”. 89 De CINEMA DSP 3D stand is in werking. Schakel de CINEMA DSP 3D stand uit (“OFF”). 50 AANVULLENDE INFORMATIE Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. Er klinkt geen geluid uit de surround achter-luidsprekers. Nederlands 125 Nl Oplossen van problemen Zie bladzijde Probleem Oorzaak Oplossing De audio signaalbronnen kunnen niet worden weergegeven met het gewenste digitale audio signaaltype. (De gewenste signaalbron indicator of decoder indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 42 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — De draaitafel is niet verbonden met de GND aansluiting. Sluit de aarding van de draaitafel aan op de GND aansluiting van dit toestel. 27 Het volume is te laag bij weergave van een plaat. De plaat wordt afgespeeld op een draaitafel met een MC cartridge. Sluit de draaitafel op dit toestel aan via een MC-kopversterker. 27 Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er wordt niet opgenomen door digitale opnameapparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel. De signaalbron is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Er kan niet worden opgenomen door analoge opname-apparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. 27 De geluidsveldparameters en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. “Memory Guard” in het “Option” staat op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 95 Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 15 U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — 126 Nl Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen. 24, 27 Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen. Oplossen van problemen ■ Tuner Probleem Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. FM AM Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. 32 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 53 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 53 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Programmeer de zenders opnieuw. 54 Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 53 De meegeleverde AM ringantenne is niet aangesloten. Sluit de AM ringantenne correct aan, ook al gebruikt u een buitenantenne. 32 Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — U hoort doorlopend gekraak en gesis. U hoort gezoem en gefluit. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 127 Nl Oplossen van problemen ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 34 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. — De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 5 De batterijen gaan niet lang mee en zijn snel leeg. We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken. — De schakelaar voor de bedieningsfunctie staat niet goed. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de juiste stand. Zet de afstandsbediening in de D AMP stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de afstandsbediening op de D SOURCE stand wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in de D TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set wilt bedienen. — De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding. 105 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding. 105 De archiefcode van de afstandsbediening en de afstandsbedienings-ID van dit toestel komen niet overeen. Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit toestel overeenkomt met de archiefcode van de afstandsbediening. 105 De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. Programmeer de gewenste functies apart onder de programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’. 107 De afstandsbediening kan geen nieuwe functies leren. De batterijen van deze afstandsbediening en/of die van de andere afstandsbediening zijn te zwak. Vervang de batterijen. De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is te groot of te klein. Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van elkaar. 107 De signaalcodering of modulatie van de andere afstandsbediening is niet compatibel met deze afstandsbediening. Leren is niet mogelijk. — Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te maken voor nieuwe functies. 112 128 Nl 5 Oplossen van problemen ■ HDMI Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten. Verminder het aantal aangesloten HDMI componenten. — HDCP verificatie mislukt. Controleer of de aangesloten HDMI componenten ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. — Foutmelding Device Over HDCP Error HDMI Message Out of Resolution Oorzaak Oplossing Het aangesloten beeldscherm is niet geschikt voor de resolutie van het video ingangssignaal, of er komt een analoog component videosignaal binnen met een resolutie van 1080p. Stel de resolutie van het video ingangssignaal afkomstig van de signaalbron op de juiste manier in. Zie bladzijde — ■ Netwerk en USB Probleem De PC server/MCX-2000/ Internetradio functioneert niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde 91 De netwerkkabel is niet aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan. 31 De Windows Media Player 11 of Windows Media Connect 2.0 is niet geïnstalleerd op de PC. Installeer Windows Media Player 11 of Windows Media Connect 2.0 op de PC. — De muziek is opgenomen in een bestandsindeling of formattering die niet met dit toestel kan worden weergegeven. Dit toestel kan geen andere muziekbestanden weergeven dan WMA, MP3 en WAV (PCM formaat) bestanden. Vergeet ook niet dat het toestel soms toch niet in staat zal zijn bepaalde muziekbestanden weer te geven, ook al zijn deze opgeslagen in WMA, MP3 of WAV formaat. Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat compatibel is met dit toestel. — De muziek is auteursrechtelijk beschermd. Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd materiaal weergeven. — Geen verbinding met Windows Media Player 11 of Windows Media Connect 2.0. De Windows XP PC logt in op een domein. Log in op de lokale machine in plaats van het domein. — Geen verbinding met de MusicCAST server. U probeert verbinding te krijgen met de MCX-1000. De MusicCAST server die verbonden kan worden met dit toestel is de MCX-2000. Gebruik een MCX-2000 of de PC server. — De automatische configuratie wordt niet uitgevoerd. Voer “Auto Configure” uit. 63 De melding “Disconnected” (Niet aangesloten) verschijnt ook al is er wel degelijk een USB apparaat aangesloten. Dit toestel heeft het USB apparaat herkend als niet geschikt voor aansluiting op het toestel. Zet dit toestel uit en dan weer aan. 65 Er kan geen Internetradio worden weergegeven. De firewall van het netwerkapparaat is ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden weergegeven wanneer het signaal de door elke zender gespecificeerde poort passeert. Het poortnummer hangt af van de radiozender zelf. Controleer de firewall-instellingen van het netwerkapparaat in kwestie. — De verbinding met het internet is verbroken. Controleer de configuratie van het netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding met uw provider. — De muziek op de PC server kan niet worden weergegeven. 129 Nl Nederlands Zet de DHCP serverfunctie van de router aan (ON). Of voer met 3de hand de vereiste instellingen uit aan de hand van de huidige gebruiksomgeving. AANVULLENDE INFORMATIE Het IP adres is niet correct ingesteld. Oplossen van problemen Probleem Zie bladzijde Oorzaak Oplossing De muziekbestanden en mappen op het USB apparaat kunnen niet worden bekeken. De muziekbestanden en mappen staan op andere geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie. Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte FAT partitie. — U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken of een map met meer dan 500 bestanden. Wijzig de gegevensstructuur op uw USB apparaat. — Het USB apparaat kan niet worden herkend. Het aangesloten USB apparaat is geen USB massa opslag USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte apparaten zoals hierboven vermeld. 65 Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet. 65 Dit toestel roept niet het correcte item op bij gebruik van de cijfertoetsen (1-8). Het aangesloten USB apparaat is niet correct. Sluit het USB apparaat aan dat het voorgeprogrammeerde item bevat. 65 De directory (map) met het geselecteerde item is gewijzigd. Programmeer het item opnieuw onder de gewenste cijfertoets (1-8). 65 Dit toestel roept niet het geselecteerde item op bij gebruik van de cijfertoetsen (1-8). Het USB apparaat is niet correct aangesloten. Sluit de geschikte USB apparatuur op de juiste manier aan. 65 De PC of MCX-2000 met het geselecteerde item staat uit. Zet de PC of MCX-2000 aan. 63 De geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet meer. Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is. 64 Programmeer andere Internetradiozenders voor. 65 Statusmelding Please wait Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw netwerk te herkennen. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. — Dit toestel is bezig de verbinding met uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te herkennen. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. — Please wait (Starting Server) Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te schakelen die uit (standby) is gezet. Wacht ongeveer 20 seconden. — Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw netwerk. Controleer de verbindingen tussen dit toestel en de LAN poort van uw router of hub. 31 Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en is ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op de juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld wanneer u naar de Internetradio wilt luisteren. 31 Uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler is niet meer aangesloten op de USB poort van dit toestel. Controleer de verbindingen tussen dit toestel en uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. — De eerder op dit toestel aangesloten PC server of MCX-2000 bestaat niet meer. Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server of MCX-2000. 63 Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 33 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Disconnected 130 Nl Oplossen van problemen Statusmelding Access error Unable to play Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere draagbare USB audiospeler. — Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 33 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Dit toestel kan de op dit moment op uw PC opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0 correct is geïnstalleerd op uw PC. — Controleer of de op uw PC opgeslagen muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen worden (MP3, WMA en WAV). — Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3, WMA en WAV) op uw PC op die wel kunnen worden weergegeven. — Probeer een netwerk te installeren dat exclusief voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het algemene netwerk. — Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn, hetgeen de weergave stoort of onmogelijk maakt. De lijst met materiaal dat is opgeslagen op uw PC server of MCX-2000 is bijgewerkt. Bookmark ON De gewenste Internetradiozender is toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst. Bookmark OFF De opgeslagen Internetradiozender is verwijderd van de “Bookmarks” lijst. Empty Memory! Er zijn geen items toegewezen aan de geselecteerde cijfertoets. Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde cijfertoets. 65 Not found! Dit toestel kan het aan de geselecteerde cijfertoets toegewezen item niet vinden. Sluit het USB apparaat aan dat het voorgeprogrammeerde item bevat. 65 Zet de PC of MCX-2000 aan. 63 Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is. 64 Programmeer het item opnieuw onder de gewenste cijfertoets (1-8). 65 AANVULLENDE INFORMATIE List updated Nederlands 131 Nl Oplossen van problemen ■ iPod Opmerking Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of op het beeldscherm, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 30). Statusmelding Loading... Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw iPod te herkennen. Dit toestel is bezig songlijsten over te nemen van uw iPod. Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw iPod. Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit toestel. 30 Probeer uw iPod te resetten. — Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. — Unknown iPod De gebruikte iPod wordt niet ondersteund door dit toestel. iPod connected Uw iPod is correct geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en de verbinding tussen uw iPod en dit toestel is correct tot stand gebracht. Disconnected Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. 30 Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Controleer of de muziekstukken op uw iPod inderdaad weergegeven kunnen worden. — Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel kunnen worden weergegeven. — ■ Auto Setup Voor Auto Setup Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 37 Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — No Setup Menu! Alle setup menu's zijn ingesteld op “Skip” (Overslaan). Zet het gewenste menu-item op “Check” (Controleren). 39 Memory Guard! “Memory Guard” is ingesteld op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 95 132 Nl Oplossen van problemen Tijdens Auto Setup Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde E01:No Front SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de L/R voor-luidsprekers. 15 E02:No Sur. SP Er wordt geen signaal voor een surroundkanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de surround-luidspreker. 15 E03:No PRNS SP Er wordt geen signaal voor een aanwezigheidskanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker. 15 E04:SBR→ SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. Verbind de surround achter-luidspreker met de SURROUND BACK SINGLE aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft. 15 E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “Auto Setup” onder stille omstandigheden. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. — E06:Check Sur. Wel surround achter-luidsprekers aangesloten, maar geen L/R surround-luidsprekers. Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u surround achter-luidsprekers gebruikt. 15 E07:No MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de “Auto Setup” procedure. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 37 E08:No Signal De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. Controleer de instelling van de microfoon. 37 Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon. 15 E09:User Cancel De “Auto Setup” procedure is geannuleerd door iets dat de gebruiker gedaan heeft. Doe de “Auto Setup” nog eens. 37 E10:Internal Err. Er is een interne fout opgetreden. Doe de “Auto Setup” nog eens. 37 Na Auto Setup Zie bladzijde Oorzaak Oplossing W1:Out of Phase De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ of –). 15 W2:Over Distance De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek is meer dan 24 m. Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. — W3:Level Error Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren. — Controleer de aansluitingen van de luidspreker. 15 Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. — Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in. 37 Gebruik “Speaker Set” onder “Manual Setup” om met de hand de luidspreker-instellingen te wijzigen. 88 W4:SP Mismatch Het resultaat van de bedradingscontrole bij de “Auto Setup” verschilt van de “Speaker Set” instelling in de “Manual Setup”. 133 Nl Nederlands Opmerkingen • Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de “Auto Setup” opnieuw uit te voeren. • Als de waarschuwing “W2” of “W3” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn. • Afhankelijk van de luidsprekers is het mogelijk dat de waarschuwing “W1” verschijnt ook al zijn de luidsprekers correct aangesloten. • Als foutmelding “E10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum. AANVULLENDE INFORMATIE Waarschuwing RESETTEN VAN HET SYSTEEM Resetten van het systeem Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Opmerkingen • Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. y Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op A MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand. 1 2 Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. EFFECT MASTER Verdraai O PROGRAM en selecteer “INITIALIZE”. INITIALIZE CANCEL 134 Nl y • Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. • U kunt de video parameters of geluidsveldprogramma parameters apart terug laten zetten (initialiseren). Zie bladzijde 123 voor details. 5 STRAIGHT Druk herhaaldelijk op P STRAIGHT en selecteer “ALL”. INITIALIZE ALL Houd P STRAIGHT ingedrukt en druk vervolgens A MASTER ON/OFF naar binnen, naar de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en de melding “Geavanceerde setup” zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Houd ingedrukt 3 4 Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat deze naar buiten komt, naar de OFF stand om uw selectie op te slaan en dit toestel uit te schakelen. WOORDENLIJST Woordenlijst ■ Audio en video synchronisatie (‘lip sync’) ‘Lip sync’ staat voor ‘lip synchronisatie’ en geeft in deze context zowel het probleem aan als een technische manier om beeldsignalen en geluid signalen tijdens signaaloverdracht en weergave netjes met elkaar in de pas te laten lopen. De verschillende manieren waarop beeld en geluid verwerkt worden hebben ingewikkelde instellingen door de eindgebruiker vereist, maar HDMI versie 1.3 is nu voorzien van een automatisch synchronisatie voor audio en video die de apparatuur in staat stelt automatisch de vereiste correcties uit te voeren, zonder dat de gebruiker daarmee lastig wordt gevallen. ■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen ■ Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. ■ Composiet videosignaal ■ ‘Dialogue normalization’ ‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een Dolby Digital of DTS functie die verschillende programma’s op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er een ander Dolby Digital of DTS programma wordt weergegeven. ■ Dolby Digital Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. ■ Dolby Digital EX Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-around” effecten. 135 Nl Nederlands Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. Deep Color verwijst naar de grotere aantallen kleuren (‘kleurdiepte’) die door beeldschermen kunnen worden weergegeven, in vergelijking met de 24-bits kleurdiepte in eerdere HDMI versies. Deze extra bits voor de kleurweergave (en dus extra mogelijke kleuren) stellen HDTV’s en andere soorten beeldschermen om het aantal weer te geven kleuren op te voeren van miljoenen naar miljarden en zorgen ervoor dat de storende kleurbanden op het scherm worden vervangen door vloeiende kleurovergangen en subtiele kleurgradaties. Een verbeterde contrastverhouding betekent dat er veel meer grijstonen kunnen worden weergegeven tussen zwart en wit. Deep Color verhoogt ook het aantal mogelijke kleuren binnen de door de RGB of YCbCr kleurruimten bepaalde grenzen. AANVULLENDE INFORMATIE Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossoverschakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde waarde een HPF gewoon passeren. ■ Deep Color Woordenlijst ■ Dolby Digital Plus ■ Dolby TrueHD Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor high-definition programma’s en media, inclusief HD uitzendingen, HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is geselecteerd als vereiste audiostandaard voor HD DVD en als een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert multikanaals weergave via gescheiden kanalen. Dolby Digital Plus biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps en kan maximaal 7.1 gescheiden audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby Digital Plus wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken van Dolby Digital. Dolby TrueHD is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor highdefinition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een vereiste audiostandaard voor HD DVD en een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio masteropname en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. Dolby TrueHD biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps en kan maximaal 8 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby TrueHD wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen en behoudt de metadata mogelijkheden van Dolby Digital, zodat de dialoog normalisatiefunctie en de regeling van het dynamisch bereik onverminderd mogelijk blijven. ■ Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films en een “Game” stand voor spelletjes. ■ Dolby Pro Logic IIx Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en een “Game” stand voor spelletjes. ■ Dolby Surround Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. 136 Nl ■ DSD Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM technologie van gewone audio-CD’s. ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). “24” verwijst naar de gebruikte codelengte van 24-bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video. ■ DTS Digital Surround DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6 kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. Woordenlijst ■ DTS Express ■ HDMI DTS Express is een geavanceerde audiotechnologie voor optioneel gebruik op Blu-ray Disc of HD DVD, die een geluidssignaal van hoge kwaliteit met een lage bitsnelheid biedt, speciaal voor overdracht via netwerken en voor Internet applicaties. DTS Express wordt gebruikt voor de Secondary Audio functie op Blu-ray Discs of de Sub Audio functie van HD DVD. Deze functies kunnen op commando van de gebruiker audiocommentaren laten weergeven (bijvoorbeeld commentaar van de regisseur) via het Internet enz. DTS Express signalen worden op de speler gemengd met de hoofd-audiobitstroom, waarna het gemengde signaal naar de AV receiver/versterker wordt gestuurd via digitaal coaxiale, digitaal optische of analoge verbindingen. HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen. Indien gebruikt in combinatie met HDCP (Highbandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”. ■ DTS-HD Master Audio DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor highdefinition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een vereiste audiostandaard voor zowel HD DVD als voor Blu-ray Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD Master Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps voor HD DVD en 24,5 Mbps voor Blu-ray Discs en kan maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. DTS-HD Master Audio wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken van DTS Digital Surround. DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie met een hoog oplossend vermogen die speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een optionele audiostandaard voor HD DVD en Blu-ray Discs en levert een weergave die vrijwel niet te onderscheiden is van het origineel en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD High Resolution Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 3,0 Mbps voor HD DVD en 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. DTS-HD High Resolution Audio wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken van DTS Digital Surround. Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem. ■ MP3 Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor MPEG. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. ■ Neo:6 AANVULLENDE INFORMATIE ■ DTS-HD High Resolution Audio ■ LFE 0.1 kanaal Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films. Nederlands 137 Nl Woordenlijst ■ PCM (Lineair PCM) ■ WAV Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij geluidssignalen direct worden omgezet in digitale gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte compressiemethode (codering) zodat in principe de gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen (ongecomprimeerd) en met sommige compressiemethoden, waaronder ADPCM. ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Een door Microsoft Corporation ontwikkelde compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. ■ S-videosignaal In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. 138 Nl ■ WMA GELUIDSVELDPROGRAMMA INFORMATIE Geluidsveldprogramma informatie ■ Onderdelen van een geluidsveld ■ CINEMA DSP 3D Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft. Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen. De daadwerkelijk gemeten geluidsveldgegevens bevatten ook informatie betreffende de hoogte van het geluidsbeeld. De CINEMA DSP 3D functie draagt zorg voor een precieze reproductie van de hoogte van het geluidsbeeld, zodat er een accurate en intensieve dieptewerking optreedt in het in de luisterruimte gecreëerde geluidsveld. Vroege weerkaatsingen Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder. Natrillingen Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder. Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld. ■ CINEMA DSP ■ Virtual CINEMA DSP Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. ■ Compressed Music Enhancer De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt. ■ Geluidsweergave door elk van de luidsprekers De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik van de geluidsveldprogramma’s verwijzen we u naar “Geluidsweergave in elk van de geluidsveldprogramma’s” in de “APPENDIX (AANHANGSEL)” aan het eind van deze handleiding. Opmerking Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz. y Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 45). 139 Nl Nederlands Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Gebaseerd op een macht aan daadwerkelijke meetgegevens geeft Yamaha CINEMA DSP u de audiovisuele ervaring van een echte bioscoop in uw eigen huiskamer door middel van de door Yamaha zelf ontwikkelde geluidsveldentechnologie in combinatie met diverse digitale audiosystemen. Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. AANVULLENDE INFORMATIE Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat Yamaha nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor. ■ SILENT CINEMA PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE Parametrische equalizer informatie Dit toestel maakt gebruik van Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee, samen met de Parametric EQ instellingen (zie bladzijde 82), de frequentiekarakteristieken via een instelbare equalizer worden afgestemd op uw luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de volgende drie parameters (Frequentie, Gain en Q-factor) om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van de frequentiekarakteristieken. ■ Q-factor De breedte van de opgegeven frequentieband wordt aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10. ■ Frequentie Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van één-derde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz. ■ Gain (extra versterking) Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van 0,5 dB, tussen –20 en +6 dB. YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw luistervoorkeuren aan via een combinatie van de bovengenoemde drie parameters (Frequentie, Gain en Q-factor) voor elk van de equalizerbanden van de parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7 equalizerbanden voor elk kanaal. Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld (zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt (zoals in Afbeelding 1). Afbeelding 1 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Frequentie Originele frequentiekarakteristiek Afbeelding 2 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Frequentie Band 2 140 Nl Originele frequentiekarakteristiek TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ................................... 140 W • Dynamisch vermogen (IHF) L/R voor 8/6/4/2 Ω ........................................ 170/205/265/345 W • Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA) [Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 8 Ω ......................................................... 185 W • Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ........................................................ 200 W • Dynamisch bereik 8 Ω .................................................................................... 0,84 dB • IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] L/R voor 1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ...................................... 145 W • Dempingsfactor (IHF) L/R voor 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................... 150 of meer • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Maximum ingangsvoltage PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................. 2,4 V of meer • Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900 Ω PRE OUT .................................................................. 1,0 V/1,2 kΩ SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/1,2 kΩ ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................. 1,0 V/1,4 kΩ • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) .............................. 150 mV/100 Ω • RIAA Equalisatie-deviatie PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB • Totale harmonische vervorming PHONO t/m OUT (REC) (20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) .................................. 0,02% of minder CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 70 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) PHONO (5 mV) naar L/R voor [Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ....... 81 dB of meer [Overige modellen] ................................................. 86 dB of meer CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer • Zone 2/Zone 3 Toonregeling BASS versterking/drempel .................................... ±10 dB/100 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz TREBLE turnover frequentie ............................................ 2,0 kHz • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (voor, midden, surround, surround-achter, aanwezigheid: Klein) .......................................................................... 12 dB/oct. L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE • Videoformaat [MONITOR OUT] (Achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] ................................................................................... NTSC/PAL [Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China] ................................................................................... PAL/NTSC • Videoformaat (Videoconversie) ..........................................................................................NTSC/PAL • Signaalniveau Composiet ..................................................................1 Vp-p/75 Ω S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C) Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) • Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit) ................................................................................ 1,5 Vp-p of meer • Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit) .................................................................................... 60 dB of meer • Frequentierespons [MONITOR OUT] Component (Video omzetting uit) ........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB • Videoformaat [ZONE OUT] (Grijze achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] ........................................................................................... NTSC [Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China] .............................................................................................. PAL FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] .............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz AANVULLENDE INFORMATIE • Frequentierespons CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct ..................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB • Toonregeling (L/R voor, Midden, Subwoofer) BASS versterking/drempel ........................................ ±6 dB/50 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz TREBLE turnover frequentie ............................................ 3,5 kHz • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF) Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf) • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 150 µV of minder • Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ......... 60 dB/55 dB of meer CD, enz. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor ................................................................... 60 dB/45 dB of meer • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo .............................................................. 76 dB/70 dB • Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo .................................................................... 0,2/0,3% • Frequentierespons Stereo ............................................ 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB • Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω 141 Nl Nederlands • Stereoscheiding (1 kHz) Stereo .................................................................................... 42 dB Technische gegevens AM GEDEELTE y • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] ................. 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz • Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren teruggemengd via de volgende aansluitingen: – multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 29) – DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL) • Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en stel de apparatuur op de juiste manier in. • Bruikbare gevoeligheid .................................................... 300 µV/m ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] .......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K. en Europa] .......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 500 W/630 VA [Overige modellen] ............................................................ 500 W • Stroomverbruik uit (standby) [Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder [Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom) ......................................................................... 0,33 W of minder [Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder • Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen] 6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W • Netstroomaansluitingen [Modellen voor de V.S. en Canada] ............................................... 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum) [Modellen voor Azië, China en Algemene modellen] ........................................................... 2 (Totaal 50 W maximum) [Modellen voor Australië] ............................ 1 (100 W maximum) [Modellen voor het V.K.] ................... 1 (100 W/0,4 A maximum) [Modellen voor Europa] .......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum) • Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm Opmerkingen • Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd. • Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur. • Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de bitstroom audiosignalen onveranderd reproduceert (en niet zelf decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor details. • Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties (bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal weer te geven. Videosignalen Dit toestel is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties: Videosignaalformaten – 480i/576i – 480p/576p – 720p – 1080i – 1080p • Gewicht ................................................................................ 17,4 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. Verversingsfrequentie – 59,94(60)/50 Hz y Dit toestel accepteert ook 30 of 36-bits Deep Color videosignalen. ■ HDMI geschikte signalen Audiosignalen Audiosignaal formaten Compatibele media 2-kanaals Lineair PCM 2ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio, enz. Multikanaals Lineair PCM 8-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bits DVD-Audio, enz. DSD 2/5.1-kanaals, 2,8224 MHz, 1 bit SACD, enz. Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz. Bitstromen (‘High definition’ audio) Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio Audiosignaaltypen 142 Nl Blu-ray Disc, HD DVD, enz. De HDMI interface van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen: • HDMI Versie 1.3a (High-Definition Multimedia Interface Specification Versie 1.3a) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC. • HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC. INDEX Index ■ Numerics ■ A Audio Select, Optie ............................. 95 Audio-aansluitingen ............................ 20 Audiocomponenten aansluiten ............ 27 Audiokabelstekkers ............................. 20 Auto Bypass, Toonregeling ................. 84 AUTO indicator ................................... 36 Auto Setup ........................................... 37 Auto, Audio en video synchronisatie ... 84 Automatisch afstemmen, FM/AM afstemmen ......................... 53 Automatisch passeren toonregeling, Toonregeling ................................... 84 Automatisch voorprogrammeren, FM/AM afstemmen ......................... 54 Automatische regeling audio vertraging ... 84 ■ B Basic, Handmatige setup ..................... 88 Basis, Handmatige setup ..................... 88 Basisprocedure weergave .................... 41 Bass Cross Over, Luidspreker-instellingen ... 90 Bass Out, Luidspreker-instellingen ..... 89 Bass, Toonregeling .............................. 83 Beginvertraging natrillingen, Geluidsveldparameter ...................... 75 Beginvolume, Volume ......................... 81 Beschrijvingen geluidsveldparameters ... 73 Beschrijvingen stereo programmaparameters ... 76 Bestanden/Mappen, USB menu ........... 61 BGV, Ingangsselectie .......................... 80 BI-AMP, Geavanceerde setup ........... 122 Bi-AMP, Geavanceerde setup ........... 122 Blu-ray Disc-speler aansluiting ........... 24 Bookmarks, netwerkmenu ................... 61 ■ C CD-speler aansluiting .......................... 27 Cellar Club, Geluidsveldprogramma’s ... 47 CENTER PRE OUT aansluiting verbinden .... 28 Center, Luidspreker-instellingen ......... 89 Chamber, Geluidsveldprogramma’s .... 46 Channel Mute, Geluid ......................... 85 Church in Freiburg, Geluidsveldprogramma’s ................ 46 CINEMA DSP indicator ...................... 36 CLASSICAL, Geluidsveldprogramma’s .... 46 CLASSICS, Radio Data System programmatype ................................ 57 Component geïnterlinieerde/progressieve conversie, Video ............................... 86 Component I/P, Video ......................... 86 COMPONENT VIDEO aansluitingen .... 20 Compressed Music Enhancer .............. 49 Control, Toonregeling ......................... 83 Conversion, Video ............................... 86 CT, Radio Data Systeem informatie .... 56 CULTURE, Radio Data System programmatype ................................ 57 143 Nl Nederlands Aan zetten ............................................ 33 Aansluiten, audiocomponenten ............ 27 Aansluiten, set-top box ........................ 26 Aansluiting, AM antenne ..................... 32 Aansluiting, Blu-ray Disc-speler ......... 24 Aansluiting, CD-speler ........................ 27 Aansluiting, CENTER PRE OUT aansluiting ........................................ 28 Aansluiting, draaitafel .......................... 27 Aansluiting, DVD-recorder ................. 26 Aansluiting, DVD-speler ..................... 25 Aansluiting, externe decoder ............... 29 Aansluiting, FM antenne ...................... 32 Aansluiting, iPod ................................. 30 Aansluiting, multiformaat-speler ......... 29 Aansluiting, netsnoer ............................32 Aansluiting, PRESENCE PRE OUT aansluiting ........................................28 Aansluiting, projector ...........................23 Aansluiting, PVR .................................26 Aansluiting, SUBWOOFER PRE OUT aansluiting .........................................28 Aansluiting, SURROUND BACK PRE OUT aansluiting ...........................................28 Aansluiting, SURROUND PRE OUT aansluiting ........................................28 Aansluiting, TV monitor ......................23 Aansluiting, videorecorder ...................26 Aansluitingen .......................................20 Aanvankelijke vertraging, Geluidsveldparameter ......................73 Aanwezigheids- en surround achter-luidspreker indicators ............35 Aanwezigheids-/surround achter-luidspreker prioriteit, Luidspreker-instellingen ..................90 Aanwezigheidsluidsprekers, Luidspreker-instellingen ..................89 AC OUTLET(S) ...................................32 Achtergrond, Video ..............................88 Achtergrondvideo, ingangsselectie ......80 Action Game, Geluidsveldprogramma’s ...47 Adaptief DSP effectniveau, Volume ....81 Adaptieve regeling van het dynamisch bereik, Volume .................................81 Adaptive DRC, Volume .......................81 Adaptive DSP Lvl, Volume .................81 Adventure, Geluidsveldprogramma’s ...49 AFFAIRS, Radio Data System programmatype ................................57 Afstandsbediening AMP ID, Geavanceerde setup .......................121 Afstandsbediening TUNER ID, Geavanceerde setup .......................121 Afstandsbedieningscodes instellingen ...105 Afstandsbedieningssensor, Geavanceerde setup .......................120 Afstemstap tuner, Geavanceerde setup ...122 Albums, netwerkmenu .........................61 AM afstemmen .....................................53 AM antenne aansluiten .........................32 AMP, Schakelaar voor de bedieningsfunctie ....34 Andere componenten bedienen met de afstandsbediening ...........................104 Andere componenten bedienen, Afstandsbediening ..........................104 Artists, netwerkmenu ...........................61 AUDIO aansluitingen ...........................20 Audio en video synchronisatie, Geluid ...84 Audio Info., Ingangssignaalinformatie ...96 Audio informatie, Ingangssignaalinformatie ...96 Audio ingangsaansluitingen selectie ....42 Audio ondersteuning, HDMI instellingen ...95 AUDIO SELECT .................................42 Audio Select, Ingangsmenu .................79 AANVULLENDE INFORMATIE 2ch Stereo Direct, Geluidsveldparameter ... 76 2ch STEREO, Geluidsveldprogramma’s ... 49 2-kanaals stereo direct., Geluidsveldparameter ...................... 76 3D indicator ......................................... 36 7ch Enhancer Level, Geluidsveldparameter ...................... 76 7ch Enhancer, Geluidsveldprogramma’s ... 49 7ch Stereo Center Level, Geluidsveldparameters .................... 76 7ch Stereo Presence L Level, Geluidsveldparameters .................... 76 7ch Stereo Presence R Level, Geluidsveldparameters .................... 76 7ch Stereo Sur. Back Level, Geluidsveldparameter ...................... 76 7ch Stereo Surround L Level, Geluidsveldparameters .................... 76 7ch Stereo Surround R Level, Geluidsveldparameters .................... 76 7ch STEREO, Geluidsveldprogramma’s ... 49 7-kanaals Compressed Music Enhancer effectniveau, Geluidsveldparameter ... 76 7-kanaals stereo linker aanwezigheidsluidsprekerniveau., Geluidsveldparameter ...................... 76 7-kanaals stereo linker surround-luidsprekerniveau., Geluidsveldparameter ...................... 76 7-kanaals stereo midden-luidsprekerniveau., Geluidsveldparameter ...................... 76 7-kanaals stereo rechter aanwezigheidsluidsprekerniveau., Geluidsveldparameter ...................... 76 7-kanaals stereo rechter surround-luidsprekerniveau., Geluidsveldparameter ...................... 76 7-kanaals stereo surround achter-luidsprekerniveau., Geluidsveldparameter ...................... 76 96/24 indicator ..................................... 35 Index ■ D Decoder beschrijvingen ....................... 68 Decoder indicators ............................... 36 Decoder Mode, Ingangsmenu .............. 79 Decoder Mode, Optie ........................... 95 Decoder parameter beschrijvingen ...... 77 Decoder Type, Geluidsveldparameters ... 73 Decoderfunctie, Ingangsmenu ............. 79 Decodertype, Geluidsveldparameters ... 73 Default Gateway, Netwerkinstellingen .... 91 Default gateway, Netwerkinstellingen ... 91 DHCP instelling, Netwerkinstellingen ... 91 DHCP, Netwerkinstellingen ................ 91 Dialogue Lift, Geluidsveldparameters ... 72 Dialooglift, Geluidsveldparameters ..... 72 DIGITAL COAXIAL aansluitingen .... 20 DIGITAL OPTICAL aansluitingen ..... 20 Dimmer, Instelling display voorpaneel ... 93 Dimmer, Instelling display voorpaneel ... 93 Distance, Automatische instelparameter ... 39, 40 DNS Server (P), Netwerkinstellingen ... 91 DNS Server (S), Netwerkinstellingen ... 91 DOCK indicator ................................... 35 Draaitafel aansluiten ............................ 27 Drama, Geluidsveldprogramma’s ........ 49 DRAMA, Radio Data System programmatype ................................ 57 DSP effectniveau, Geluidsveldparameter ... 71 DSP indicators ..................................... 36 DSP Level, Geluidsveldparameters ..... 71 DTS Neo:6 Music middengeluidsbeeld, Decoderparameter ............................ 77 DVD-recorder aansluiting .................... 26 DVD-speler aansluiting ....................... 25 Dynamic Range, Geluid ....................... 82 Dynamisch bereik, Geluid ................... 82 ■ E EDUCATE, Radio Data System programmatype ................................ 57 Eenheid, Luidsprekerafstand ............... 91 ENHANCER indicator ........................ 36 ENTERTAINMENT, Geluidsveldprogramma’s ................ 47 EON dataservice, Radio Data System afstemmen ........................................ 58 Equalizing, Automatische instelparameter .......................... 39, 40 EXTD Surround, Geluid ...................... 85 EXTD Surround, Optie ........................ 95 Externe decoder aansluiten .................. 29 Externe versterker aansluiten ............... 28 ■ F FM afstemmen ..................................... 53 FM antenne aansluiten ......................... 32 Front Input, Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave .................... 80 Front Panel Disp., Optie ...................... 93 FRONT PRE OUT verbinding ............ 28 Front, Luidspreker-instellingen, Voor-luidsprekers, Luidspreker-instellingen .................. 89 144 Nl ■ G Geavanceerde geluidsinstellingen ........68 Geavanceerde setup ............................120 Geheugenbeveiliging, Optie .................95 Geluid tijdelijk uitschakelen ................43 Geluid, Handmatige setup ....................82 Geluidsveld indicators ..........................36 Geluidsveldprogramma’s .....................45 Geluidsveldprogramma’s met hoofdtelefoon ...50 Geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers ......................50 Genres, netwerkmenu ...........................61 Grafische gebruikersinterface (GUI) scherm ...70 GUI LANGUAGE, Geavanceerde setup .....123 GUI scherm positie, Video ...................87 GUI taalkeuze, Geavanceerde setup ....123 ■ H Hall in Amsterdam, Geluidsveldprogramma’s .................46 Hall in Munich, Geluidsveldprogramma’s ...46 Hall in Vienna, Geluidsveldprogramma’s ...46 Handmatig afstemmen, FM/AM afstemmen ...53 Handmatig voorprogrammeren, FM/AM afstemmen ..........................54 Handmatige regeling audio vertraging ...84 HDMI ...................................................21 HDMI Aspect, Video ...........................87 HDMI Auto, Audio en video synchronisatie ....84 HDMI automatische synchronisatie .....84 HDMI beeldverhouding, Video ...........87 HDMI indicator ....................................35 HDMI instellingen, Optie ....................95 HDMI monitor-controlefunctie, Geavanceerde setup .......................123 HDMI Resolution, Video .....................87 HDMI Set, Optie ..................................95 HDMI videosignaalresolutie, Video ....87 Headphones, dynamisch bereik ............82 Headphones, Niveau Lage Frequentie Effecten ............................................82 Help, netwerkmenu ..............................61 Herhaalde weergave, iPod weergave ....60 Herhaalde weergave, Weergavestijlen ...92 HiFi DSP indicator ...............................36 Hoofdtelefoon ......................................42 Hoofdtelefoon Dynamisch bereik ........82 Hoofdtelefoon indicator .......................36 Hoofdtelefoon Niveau Lage Frequentie Effecten ............................................82 ■ I I/O Assignment, Ingangsmenu .............79 In-beeld display, Optie .........................93 Indicators ingangskanalen ....................35 INFO, Radio Data System programmatype ...57 Information, NET/USB ........................92 Infrarood venster ..................................34 Ingangskanaal en luidspreker indicators ...35 Ingangskanalen, Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave ..................80 Ingangsselectie, GUI menu ..................78 Ingangssignaal indicators .....................36 Ingangssignaalinformatie, GUI menu ....96 Init. Delay, Geluidsveldparameter ....... 73 Initial Volume, Volume ....................... 81 INITIALIZE, Geavanceerde setup .... 123 Initialize, Geluidsveldparameter ......... 77 Input Channels, Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave ................. 80 Input Select, GUI menu ....................... 78 Inschakelen bij RS-232C gebruik, Geavanceerde setup ....................... 121 Instelling display voorpaneel, Optie .... 93 Instellingen voor elk van de luidsprekers, Kanaaldemping ................................. 85 Internet radio ....................................... 64 Internet Radio, netwerkmenu .............. 61 IP Address, Netwerkinstellingen ......... 91 IP adres, Netwerkinstellingen .............. 91 iPod aansluiten .................................... 30 iPod gebruik ........................................ 59 iPod instellingen, Optie ....................... 93 iPod opladen wanneer het toestel uit (standby) staat, iPod instellingen .... 93 iPod, Optie ........................................... 93 ■ K Kamergrootte, Geluidsveldparameters ... 73 Kanaaldemping, Geluid ....................... 85 Klok/tijd, Radio Data Systeem informatie ... 56 ■ L Lage tonen crossover, Luidspreker-instellingen ................. 90 LAN verbinding .................................. 31 Language, GUI menu .......................... 97 Level, Automatische instelparameter .... 39, 40 Levendigheid, Geluidsveldparameter .... 74 LFE Level, Geluid ............................... 82 LIGHT M, Radio Data System programmatype ............................... 57 Linker en rechter voorkanalen ingangsaansluitingen, Multikanaalstoewijzing ................... 80 Linker/rechter surround achter-luidsprekers, Luidspreker-instellingen ....................... 89 Linker/rechter surround-luidsprekers, Luidspreker-instellingen ................. 89 Lipsync, Geluid ................................... 84 LIVE/CLUB, Geluidsveldprogramma’s .... 46 Liveness, Geluidsveldparameter ......... 74 Locations, netwerkmenu ..................... 61 Luidspreker Dynamisch bereik ........... 82 Luidspreker Niveau Lage Frequentie Effecten .... 82 Luidsprekerafmetingen, automatische instelparameter ........................... 39, 40 Luidsprekerafstand, automatische instelparameter .......................... 39, 40 Luidsprekerafstand, Basis ................... 90 Luidsprekerbedrading, Automatische instelparameter .......................... 39, 40 Luidsprekerimpedantie instelling ........ 33 Luidspreker-impedantie, Geavanceerde setup ....................... 120 Luidspreker-instellingen, Basis ........... 88 Luidsprekerniveau instellen ................ 52 Luidsprekerniveau, Basis .................... 91 Index ■ M M.O.R. M, Radio Data System programmatype ................................ 57 MAC Address, Netwerkinformatie ...... 92 MAC adres, Netwerkinformatie .......... 92 Macro programmeren, afstandsbediening .... 109 Manual, Audio en video synchronisatie .... 84 MASTER ON/OFF .............................. 33 Max Volume, Volume ......................... 81 Maximum volume, Volume ................. 81 Meegeleverde accessoires ...................... 4 Memory Guard, Optie .......................... 95 MEMORY indicator ............................ 36 Midden-luidspreker, Luidspreker-instellingen .................. 89 Mode, Kanaaldemping ......................... 85 MONITOR CHECK, Geavanceerde setup .... 123 Mono Movie, Geluidsveldprogramma’s ... 49 MOVIE, Geluidsveldprogramma’s ...... 48 Multi CH Assign, Ingangsmenu .......... 80 MULTI CH INPUT aansluitingen ....... 29 MULTI CH INPUT component selectie .... 42 Multiformaat-speler verbinding ........... 29 Multifunctioneel display ...................... 35 Multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave ................................ 52 Multikanaals weergave met hoofdtelefoon ... 50 MULTI-ZONE configuratie, Zone2, Zone3 .... 115 MUSIC ENHANCER, Geluidsveldcategorie ....................... 49 Music Video, Geluidsveldprogramma’s ... 48 MUTE .................................................. 43 MUTE indicator ................................... 35 Muting Type, Volume .......................... 81 ■ N O On Screen, Video ................................. 87 Onbewerkte signaalbronnen ................ 50 Oplaad-indicator .................................. 35 Oplossen van problemen .................... 124 P Parameters initialiseren, Geavanceerde setup .......................123 Parametric EQ, Geluid .........................82 Parametrische equalizer informatie ....140 Parametrische equalizer, Geluid ...........82 Parametrische equalizerniveau, automatische instelparameter .....39, 40 PC server ..............................................63 PC/MusicCAST, netwerkfunctie ..........61 PHONES aansluiting ............................42 Play Style, NET/USB ...........................92 Playlists, netwerkmenu ........................61 PLII Game, Decodertype .....................68 PLII Movie, Decodertype ...............68, 69 PLII Music, Decodertype .....................68 PLIIx Game, Decodertype ...................68 PLIIx Movie, Decodertype .............68, 69 PLIIx Music en PLII Music Center Width, Decoderparameter ...............................77 PLIIx Music en PLII Music Dimension, Decoderparameter ..............................77 PLIIx Music, Decodertype ...................68 Podcasts, netwerkmenu ........................61 POP M, Radio Data System programmatype ................................57 Popular Stations, netwerkmenu ............61 Position, Video .....................................87 PR/SB Priority, Luidspreker-instellingen ...90 PRESENCE PRE OUT aansluiting verbinding ........................................28 Presence, Luidspreker-instellingen ......89 Primaire DNS server, Netwerkinstellingen ...91 Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music Dimension, Decoderparameter .............77 Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte, Decoderparameter ........77 PRO LOGIC, Decodertype ..................68 Programmaservice, Radio Data System informatie .........................................56 Programmatype, Radio Data System informatie .........................................56 Projector aansluiting .............................23 PS, Radio Data Systeem informatie .....56 PTY SEEK functie, Radio Data Systeem afstemmen ..........................................57 PTY, Radio Data Systeem informatie ....56 PURE DIRECT ....................................51 Pure hi-fi weergave ..............................51 PVR aansluiting ...................................26 ■ R Radio Data Systeem afstemmen ...........56 Radiotekst, Radio Data Systeem informatie ...56 RC AMP ID, Geavanceerde setup .....121 RC TUNER ID, Geavanceerde setup .....121 Recall Play, netwerkmenu ....................61 ■ S S VIDEO aansluitingen ....................... 20 SB. Init. Delay, Geluidsveldparameter 73 SB. Liveness, Geluidsveldparameter ... 74 SB. Room Size, Geluidsveldparameters ... 73 Schakelaar voor de bedieningsfunctie ... 34 SCIENCE, Radio Data System programmatype ................................ 57 Sci-Fi, Geluidsveldprogramma’s ......... 48 Scroll, Instelling display voorpaneel ... 93 Scrollen over het display op het voorpaneel, Instelling display voorpaneel ................ 93 Secundaire DNS server, Netwerkinstellingen ........................ 91 Selectie, Audio ingangsaansluitingen ... 42 Selectie, MULTI CH INPUT component .... 42 Selectie, Radio Data System programmatype ................................ 57 Selectiefunctie audio ingangsaansluiting, Ingangsmenu .................................... 79 Server, netwerkmenu ........................... 61 Set-top box aansluiting ........................ 26 Setup, Netwerkinstellingen .................. 91 Setup, Netwerkinstellingen .................. 91 Short Message, Video .......................... 87 Shuffle ................................................. 60 Shuffle, Weergavestijlen ..................... 92 Signaalbron indicators ......................... 35 Signal Info., GUI menu ....................... 96 SILENT CINEMA ............................... 50 SILENT CINEMA indicator ............... 36 Size, Automatische instelparameter ... 39, 40 Slaaptimer ............................................ 43 SLEEP indicator .................................. 36 Sneltoetsen, Netwerk/USB functie ...... 65 Songs, netwerkmenu ............................ 61 Soort demping, Volume ....................... 81 Sound, Handmatige setup .................... 82 SOURCE, Schakelaar voor de bedieningsfunctie ............................ 34 Speaker Distance, Basis ....................... 90 145 Nl Nederlands ■ ■ Rechtstreeks Compressed Music Enhancer effectniveau, Geluidsveldparameter ...... 76 Recital/Opera, Geluidsveldprogramma’s ... 48 RECOUT indicator .............................. 35 Regeling hoge tonen, Toonregeling .... 84 Regeling lage tonen, Toonregeling ...... 83 REMOTE IN aansluiting ..................... 30 REMOTE OUT aansluiting ................. 30 REMOTE SENSOR, Geavanceerde setup .... 120 Rename, Ingangsmenu ........................ 80 Repeat .................................................. 60 Repeat, Weergavestijlen ...................... 92 Resetten van het systeem ................... 134 Rev. Delay, Geluidsveldparameter ...... 75 Rev. Level, Geluidsveldparameter ...... 75 Rev. Time, Geluidsveldparameter ....... 74 ROCK M, Radio Data System programmatype ................................ 57 Roleplaying Game, Geluidsveldprogramma’s ... 47 Room Size, Geluidsveldparameters ..... 73 RS-232C STANDBY, Geavanceerde setup .... 121 RT, Radio Data Systeem informatie .... 56 AANVULLENDE INFORMATIE Natriltijd, Geluidsveldparameter ......... 74 Neo:6 Cinema, Decodertype ................ 69 Neo:6 Music Center Image, Decoderparameter ............................ 77 Neo:6 Music, Decodertype .................. 69 NET/USB, Handmatige setup .............. 91 NET/USB, Handmatige setup .............. 91 Netsnoer aansluiten .............................. 32 Netwerkfunctie ..................................... 61 Netwerkinformatie, NET/USB ............ 92 Netwerkinstelling ................................. 31 Netwerkinstellingen, NET/USB .......... 91 Netwerkmenu ....................................... 61 Netwerkstatus, Netwerkinformatie ...... 92 Network, NET/USB ............................. 91 New Stations, netwerkmenu ................ 61 NEWS, Radio Data System programmatype ................................ 57 Nieuwe naam geven, Ingangsmenu ..... 80 Niveau Lage Frequentie Effecten, Geluid .... 82 Niveau natrillingen, Geluidsveldparameter ...................... 75 Optie, Handmatige setup ......................93 Optimalisatie-microfoon ......................37 OPTIMIZER MIC aansluiting .............37 Option, Handmatige setup ....................93 OTHER M, Radio Data System programmatype ................................57 Index SPEAKER IMP., Geavanceerde setup ..... 120 Speaker Level, Basis ............................ 91 Speaker Set, Basis ................................ 88 Speakers Dynamisch bereik ................. 82 Speakers, Niveau Lage Frequentie Effecten .... 82 Spectacle, Geluidsveldprogramma’s ... 48 SPORT, Radio Data System programmatype .... 57 Sports, Geluidsveldprogramma’s ......... 47 Stand, Kanaaldemping ......................... 85 Standaardinstelling decoderfunctie, Optie ... 95 Standaardinstelling Selectiefunctie audio ingangsaansluiting, Optie .................. 95 Standaardinstelling uitgebreid surround, Optie ... 95 Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes ................ 105 Standard, Geluidsveldprogramma’s ..... 48 Standby Charge, iPod instellingen ....... 93 Status, Netwerkinformatie ................... 92 Stekkers ................................................ 20 STEREO indicator ............................... 36 STEREO, Geluidsveldprogramma’s .... 49 Stereo/Surround, GUI menu ................ 71 Stereo-/surroundmenu, GUI menu ....... 71 STRAIGHT .......................................... 50 Straight Enhancer Level, Geluidsveldparameter ...................... 76 Straight Enhancer, Geluidsveldprogramma’s ... 49 STRAIGHT stand ................................ 50 Stroomschema audiosignalen .............. 22 Stroomschema videosignalen .............. 22 Subnet Mask, Netwerkinstellingen ...... 91 Subnet masker, Netwerkinstellingen ... 91 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting verbinding ........................................ 28 Subwooferfase, Luidspreker-instellingen ... 90 Support Audio, HDMI instellingen ..... 95 SUR. DECODE, Decodercategorie ..... 68 Sur. Init. Delay, Geluidsveldparameter ... 73 Sur. Liveness, Geluidsveldparameter ... 74 Sur. Room Size, Geluidsveldparameters ... 73 Surround aanvankelijke vertraging, Geluidsveldparameter ...................... 73 SURROUND BACK PRE OUT aansluiting verbinding ..................... 28 Surround Back, Luidspreker-instellingen ... 89 Surround kamergrootte, Geluidsveldparameter ...................... 73 Surround levendigheid, Geluidsveldparameter ...................... 74 SURROUND PRE OUT aansluiting verbinding ........................................ 28 Surround, Luidspreker-instellingen ..... 89 Surround-achter aanvankelijke vertraging, Geluidsveldparameter ........................ 73 Surround-achter kamergrootte, Geluidsveldparameter ...................... 73 Surround-achter levendigheid, Geluidsveldparameter ...................... 74 SWFR Phase, Luidspreker-instellingen ... 90 Systeem ID, Netwerkinformatie .......... 92 Systeemgeheugen ................................. 98 System Memory ................................... 98 System, Netwerkinformatie ................. 92 146 Nl ■ T Taal, GUI menu ....................................97 Technische gegevens ..........................141 Test Tone, Basis ...................................88 Test Tone, Parametrische EQ ...............83 Testtoon, Basis .....................................88 Testtoon, Parametrische EQ .................83 The Bottom Line, Geluidsveldprogramma’s ....47 The Roxy Theatre, Geluidsveldprogramma’s ....47 Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen, Ingangsmenu .....................................79 Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave, Ingangsmenu ....................80 Tone Control, Geluid ...........................83 Toonregeling ........................................51 Toonregeling, Geluid ...........................83 Toonregeling, Toonregeling .................83 TRANSMIT indicator ..........................34 Treble, Toonregeling ............................84 TUNED indicator .................................36 Tuner (radio) indicators .......................36 TUNER FRQ STEP, Geavanceerde setup .....122 TV afstandsbediening ........................103 TV bedienen, Afstandsbediening .......103 TV formaat, Geavanceerde setup .......123 TV FORMAT, Geavanceerde setup ....123 TV monitor aansluiting ........................23 TV, Schakelaar voor de bedieningsfunctie ....34 ■ U Uit (standby), hoofdzone ......................33 Uit (standby), Zone2, Zone3 ..............117 Uit zetten ..............................................33 Uitgebreid surround, Geluid ................85 Unit, Luidsprekerafstand ......................91 USB draagbare audiospeler ..................65 USB functie ..........................................61 USB geheugenapparaat ........................65 USB menu ............................................61 USB, USB menu ..................................61 ■ V VARIED, Radio Data System programmatype ................................57 Verbetering gebruik andere netwerken, Radio Data System afstemmen ........58 Verbinding, CENTER PRE OUT aansluiting ........................................28 Verbindingen, netwerk .........................31 Verkorte weergave meldingen, Video ....87 VIDEO aansluitingen ...........................20 VIDEO AUX aansluitingen .................30 Video conversie, Video ........................86 Video Info., Ingangssignaalinformatie ....96 Video informatie, Ingangssignaalinformatie ....96 Video op de achtergrond ......................43 Video, Handmatige setup .....................86 Video, Handmatige setup .....................86 Video-aansluitingen .............................20 Videorecorder aansluiting ....................26 Village Vanguard, Geluidsveldprogramma’s ....46 Virtual CINEMA DSP .........................50 VIRTUAL indicator .............................36 VOLTAGE SELECTOR ........................5 VOLUME niveauaanduiding .............. 35 Volume Trim, Ingangsmenu ................ 79 Volume trimmen, Ingangsmenu .......... 79 Volume, Handmatige setup ................. 81 Volume, Handmatige setup ................. 81 Volumeniveau, automatische instelparameter .......................... 39, 40 Voorkeuzezenders selecteren .............. 55 Voorkeuzezenders verwisselen, FM/AM afstemmen ......................... 55 Voorpaneel klep .................................. 34 ■ W Wall Paper, Video ............................... 88 Warehouse Loft, Geluidsveldprogramma’s ................ 46 Weergave lage tonen, Luidspreker-instellingen ................. 89 Weergavestijlen, NET/USB ................ 92 Weergavetijd in-beeld display, Video ... 87 Willekeurige weergave, iPod weergave .... 60 Willekeurige weergave, Weergavestijlen .... 92 Wiring, Automatische instelparameter ... 39, 40 ■ Y Yamaha MCX-2000 ............................ 63 YPAO indicator ................................... 36 ■ Z Zone 2 beginvolume, Zone 2 instelling .... 94 Zone 2 instelling, Optie ....................... 94 Zone 2 maximum volume, Zone 2 instelling ... 94 Zone 2 versterker, Zone 2 instelling .... 94 Zone 2 volume, Zone 2 instelling ........ 94 Zone 3 beginvolume, Zone 3 instelling .... 94 Zone 3 instelling, Optie ....................... 94 Zone 3 maximum volume, Zone 3 instelling .... 94 Zone 3 versterker, Zone 3 instelling .... 94 Zone 3 volume, Zone 3 instelling ........ 94 Zone OSD, Optie ................................. 93 Zone2 Amplifier, Zone 2 instelling ..... 94 Zone2 Initial Vol., Zone 2 instelling .... 94 Zone2 Max Vol., Zone 2 instelling ..... 94 Zone2 Set, Optie .................................. 94 Zone2 Volume, Zone 2 instelling ........ 94 ZONE2/ZONE3 indicators .................. 36 Zone3 Amplifier, Zone 3 instelling ..... 94 Zone3 Initial Vol., Zone 3 instelling .... 94 Zone3 Max Vol., Zone 3 instelling ..... 94 Zone3 Set, Optie .................................. 94 Zone3 Volume, Zone 3 instelling ........ 94 “A MASTER ON/OFF” of “1 DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen. Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.). Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht. Voorwaarden 1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop, 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant aan de klant worden geretourneerd. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen van Yamaha. Uitgesloten van deze garantie zijn: a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage. b. Schade als resultaat van: (1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden. (2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om nagezien of gerepareerd te worden. (3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt. (4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed heeft. (5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden. (6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland. (7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn. (De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.) Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het product gebruikt wordt worden toegepast. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van reparatie of vervanging van het product. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of verlies van dergelijke instellingen of gegevens. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract. Nederlands 147 Nl ■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/ Фронтальная панель A B C N PURE DIRECT VOLUME TONE CONTROL AUDIO SELECT REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE TUNING MODE SLEEP DISPLAY EDIT INPUT ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R VIDEO AUDIO OPTICAL VIDEO AUX PHONES USB ON OFF MASTER R D E AUDIO SELECT TONE CONTROL F G REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E H I PRESET/ TUNING PRESET/TUNING J K L M MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE SLEEP DISPLAY EDIT ZONE ON/OFF STRAIGHT ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO PROGRAM O i OPTIMIZER MIC P SILENT CINEMA VIDEO S VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX PHONES Q OPTICAL USB Sound output in each sound field program Son émis dans chaque correction de champ sonore Klangausgabe in jedem soundfeldprogramm Ljudutmatning för varje ljudfältsprogram Geluidsweergave in elk van de geluidsveldprogramma’s Воспроизведение звучания для каждой программы звукового поля L Front left speaker SL Surround left speaker SBR Surround back right speaker C Center speaker SR Surround right speaker PL Presence left speaker R Front right speaker SBL Surround back left speaker PR Presence right speaker Speaker from which no sound is being output Speaker from which sound is being output Speaker settings 7-channel PL L Speaker settings 5-channel PL PR C R L C R L 5-channel PR C R L SR SL C R 5 1 SL SBL SBR PL L SR SL SL SR R SBL SBR PL PR C L C L R SR PR C R L SR SL C R 6 2 SL SBL SBR PL L SR SL SL SR R SBL SBR PL PR C L C L R SR PR C R L SR SL C R 7 3 SL SBL SBR PL L SR SL SL SR R SBL SBR PL PR C L C L R SR PR C R L SR SL C R 8 4 SL iii 7-channel SBL SBR SR SL SR SL SBL SBR SR ON OFF A MASTER ON/OFF MAIN ZONE B INPUT C O AUDIO SELECT PHONES S VIDEO Q VIDEO VIDEO AUX R ZONE 3 AUDIO L ZONE ON/OFF ZONE 2 OPTIMIZER MIC P EDIT MULTI ZONE DISPLAY OPTICAL ZONE CONTROLS MAN'L/AUTO FM MEMORY USB SLEEP FM/AM TUNING MODE PRESET/ TUNING M I J K L EFFECT SILENT CINEMA PRESET/TUNING H YPAO STRAIGHT REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PROGRAM TONE CONTROL D E F G R N GE RX-V3800 VOLUME PURE DIRECT ■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/ Фронтальная панель The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual. Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi. Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung. Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen. I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni. Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones. De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing. Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации. 00_sheet_RX-V3800_GE.book Page 1 Wednesday, July 11, 2007 4:24 PM
1 / 1

Yamaha RX-V3800 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor