Zanussi zcg 3210 w Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

25
INHOUD
Ter attentie van de gebruiker Ter attentie van de installateur
Belangrijke waarschuwing
Beschrijving van het apparaat
Het gebruik van uw gasfornuis
Gebruiksaanwijzing
Bakgids
Onderhouden en reiniging
Storingen
26
28
29
35
36
37
39
Veiligheidseisen
Technische kenmerken
Installatie
Gas wisselen
40
41
42
45
Raadgeving voor het lezen van de gebruiksaanwijzing
De volgende symbolen begeleiden u tijdens het lezen van de
gebruiksaanwijzing.
Veiligheidsaanwijzing
Beschrijving van de operaties etappe voor etappe
Aanwijzingen en aanbevelingen
Voorlichting over rniIieubescherming
26
BELANGRIJKE WAARSCHUWING
Houd de gebruiksaanwijzing samen met uw
apparaat. Als het apparaat aan een andere
persoon verkocht of gegeven zal worden,
dient de gebruiksaanwijzing samen met het
gasfornuis te blijven. Dan zal de nieuwe
gebruiker op de hoogte zijn van de werking
ervan en van de waarschuwing erover. Deze
waarschuwingen zijn opgesteld voor uw
veiligheid en voor de veiligheid van de
persoon die uw gasfornuis mogelijk kan
kopen.
Gebruik
Dit apparaat werd ontworpen om
uitsluitend door volwassenen gebruikt te
zijn. Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat. Het gasfornuis is geen
speelgoed!
Na aankoop van het apparaat pak het uit
en controleer zijn buitenkant. De
eventuele klachten moeten op de
Ieveringsfactuur geschreven worden die
bewaard dient te zijn.
Uw apparaat is bestemd voor een
normaal huishoudelijk gebruik. Dit
gasfornuis moet niet gebruikt zijn voor
industriele of commerciële doeleinden
waarvoor het niet ontworpen is.
Het wijzigen van de technische
kenmerken van dit apparaat kan
gevaarlijke gevolgen hebben.
Voor het eerste gebruik van het
gasfornuis doet de oven aan met het oog
op het verwijderen van de geur van het
beschermmateriaal en het vet toegepast
voor bescherming tijdens de
vervaardiging:
- Til het deksel op,
- Verwijder de accessoires uit de oven,
- Verwijder de eventuele plakkers,
advertentieplaatjes, het beschermlaagje van
de deksels van de gasbranders,
- Stook de oven omstreeks 45 minuten
lang door het draaien van de knop van de
oven naar de maximale stand.
Tijdens het uitvoeren van deze operatie zal
uw apparaat roken. Lucht de kamer om de
geur en de rook daarvan te verwijderen.
Reinigen de accessoires van de oven met een
zacht schoonmaakmiddel. Spoelen en
afdrogen zorgvuldig.
Het gebruik van een gasfornuis
veroorzaakt warmte en vochtigheid in de
kamer waarin dit apparaat geplaatst is.
Pas op dat de keuken gelucht is: houd er
de openingen voor de naturele ventilatie
open of installeer er een ventilator.
Voor het intensieve en langdurige gebruik
van uw apparaat is het aan te bevelen
een aanvullende Iuchtverversing te
verzekeren door het openen van de
ramen of een efficiënte Iucbtverversing te
bereiken door het vergroten van het
vermogen van de ventilator als deze
geïnstalleerd is.
Als u een electrisch toestel in de nabijheid
van uw gasfornuis gebruikt (bijvoorbeeld
een electrische mixer), pas op dat de
aansluitkabel van dit toestel niet in contact
komt met de warme oppervlakte van het
gasfornuis of in de deur van de oven
geblokkeerd wordt.
Pas op waneer u gerechten in olie of vet
kookt (frieten, oliebollen): olie en vetten
kunnen onmiddelijk vlam vatten als ze
oververhit worden,
Gebruik geen potten die ongelijke bodems
hebben of die niet stevig zijn: het voedsel
daarin kan spuiten en lichamelijke Ietsels
veroorzaken.
Draagt u nooit uw gasfornuis door het
trekken van de ovendeur.
Behalve de samen met uw gasfornuis
geleveerde accessoires, gebruikt u alleen
hittebestendige pannen,
schalen,... (neem
de raadgeving van de fabrikant in acht).
Bewaar geen schoonmaakniiddelen of
ontvlaambare materialen in de lade
(indien uw gasfornuis van een lade
voorzien is) of in de buurt van uw
apparaat.
Op de geopende deur van de oven:
- zet geen zware voorwerpen neer,
- pas op dat de kinderen niet kunnen
klimmen of blijven zitten.
27
Wanneer u kookgerei binnen of buiten de
oven wilt doen, raakt u geen oververhitte
elementen aan en gebruikt u
hittebestendige handschoenen.
Zet nooit de aluminium papieren direct op
de bodem van de oven; de opgehoopte
warmte kan het email ervan
beschadigen.
Om de beschadiging van de
draaiknoppen te voorkomen, laat nooit de
deur van uw apparaat geopend wanneer
het in werking of nog warm is.
Een gasbrander moet een regelmatige
vlam hebben. U moet de Iuchtstromen
vermijden. Als de vlam nog onregelmatig
is, maak de gasbrander schoon. Als de
onregelmatigheid niet verdwijnt, bel de
bevoegde servicedienst.
Na het gebruiken van het gasfomuis pas
op dat alle draaiknoppen op de stand
"uit" zijn.
Plaatst geen voorwerpen (doeken,
aluminium folies) op de kookplaat
wanneer de gasbranders in werking zijn.
Voor bet optillen van het deksel, moet u
het reinigen.
Wanneer de oven in werking is, dient het
deksel opgetild te zijn.
Voor het neerzetten van het deksel, draai
alle gasbranders uit en wacht erop dat de
kookplaat koud wordt om de
beschadigingen te voorkomen.
Verander de gastoevoerslang voor de
vermelde datum waarop zijn garantie
vervalt.
Gebruik geen propaangascilinder in uw
keuken of in een andere gesloten ruimte.
Houd kinderen uit de buurt van uw
gasfornuis wanneer dit in werking is. Zo
voorkomt u dat ze zich aan een hette
kookplaat of buitenkant van de oven
kunnen branden of ze een volle pot
kunnen doen omdraaien.
Pas op dat de kinderen de knoppen van
het appaarat niet kunnen draaien.
Voor het reinigen van het gasfornuis,
controleer of de aansluiting aan het
gasnet onderbroken is (alle knoppen
moet op de stand "uit" staan) en dat alle
wanden ervan genoeg afgekoeld zijn.
Laat nooit de kookplaat werken zonder
een pan bovenop.
Voor juist koken en werken pas op dat
het gasfornuis altijd scboon blijift;
tijdens het bereiden van sommige
gerechten, kunnen de vetresten
onaangename geuren afgeven .
Reinig uw toestel na elk gebruik om een
goede werking ervan te verzekeren
Gebruik geen stoomtoestels of
druktoestels voor het reinigen van de
oven (maatregelen in verband met de
electrische veiligheid)
Installatie
Het installeren van uw apparaat moet
door een bevoegde vakrnan uitgevoerd
zijn.
Alleen een bevoegde elektricien kan een
wjjziging in uw electrische installatie
aanbrengen om uw apparaat te kunnen
aansluiten .
Het apparaat moet geen aansluiting
hebben wanneer dit geïnstaleerd of
hersteld is
De storingen van uw
gasfornuis dienen
uitsluitend door een erkende
servicedienst hersteld te worden. Een
onjuiste herstelling kan serieuze
beschadigingen eraan veroorzaken.
Lees aandachtig deze opmerkingen door
voor het gebruiken en het opstellen van dit
apparaat. Wij danken u voor het vertrouwen
dat u met de aankoop van uw gasfornuis in
ons hebt gesteld. We zijn niet
verantwoordelijk voor een verkeerd gebruik
van dit apparat of indien de gebruiker geen
rekening met de veiligheidsnormen houdt.
Neem de regels voor het onderhouden en
het reinigen van het gasfornuis in acht.
Milieubescherming
De recycleerbare materialen zijn met het
smbool
aangeduid. Plaats ze in ruimten
bestemd voor het ophallen hiervan.
28
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Het bedieningspaneel
15432
ZANUSSI
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Draaiknop van de oven/grill.
2. Draaiknop van de gasbrander achter
links.
3. Draaiknop van de gasbrander voor links.
4. Draaiknop van de gasbrander voor
rechts.
5. Draaiknop van de gasbrander achter
rechts.
De kookplaat
2
1
3
4
1. De gasbrander voor links (snelle)
2. De gasbrander achter links (halfsnelle)
3. De gasbrander achter rechts (snelle)
4. De gasbrander voor rechts (bijbehorende)
29
HET GEBRUIK VAN UW GASFORNUIS
1. De oven
Ingebruikname
Voor het eerste gebruik van uw
oven, laat hem een keer verwarmen
wanneer deze leeg is. Zorg ervoor
dat de kamer voldoend gelucht is:
GMV (De Gecontrolleerde
Mechanische Ventilatie moet in
werking zijn of de ramen dienen
geopend te zijn.
Hoe kunt u doen?
1. Til het deksel op.
2. Verwijder de accessoires uit de oven.
3. Verwijder de plakkers, de advertentieplaatjes,
de beschermfilmen van de deksels van de
gasbranders.
4. Verwarm de oven omstreeks 45 minuten
door het draaien van de knop de oven
naar de maximale stand.
Reinig de accessoires van de oven met een
zacht schoonmaakmiddel. Spoelen en
afdrogen zorgvuldig.
De deur is warm wanneer de oven
in werking is. Houd kinderen uit de
buurt van het gasfornuis.
Wanneer de oven in werking is,
moet het deksel opgetild zijn om
de oververhitting te vermijden.
Gebruik
De gasbrander van de oven is voorzien van
een thermokoppelbeveiliging. Indien de
vlam toevalig geblust is (heftige
Iuchtstromen, het overstromen van een
vloeistof,..) sluit de beveiligingthermokoppel
de gastoevoer van de gasbrander van de
oven af.
30
De traditionele oven heeft een
temperatuurregeling met 8 standen.
Met behulp van de draaiknop van de
oven/grill kunt u de geschikte
kooktemperatuur kiezen en de grill doen
werken.
"Uit"-stand
1-8 Temperatuurbereik van de oven
Dit symbool wijst op de stand "grill".
Het aanzetten van de gasbrander
van de oven
De aanvoer van het gas naar de brander
wordt geregeld door een thermostaat, die er
voor zorgt dat de temperatuur in de oven
constant blijft.
1. Doet de ovendeur open en til het
beschermdeksel van de stookopening
op.
2. Breng een vlarn in de nabijheid van de
gasbrander van de oven (tekening 1).
3. Druk de ovenknop in en draai hem tegen
de wijzers van de klok in naar stand “8”
(tekening. 2).
4. Wanneer de gasbrander aangezet is,
houd de knop omstreeks 10 seconden
ingedrukt om de therrnokoppel-
beveiliging van de oven in te stellen. Als
de gasbrander niet brandt, draai de knop
op de stand "uit" en na een minuut
herhaal de operatie door het drukken op
de knop 15 seconden maximum.
5. Sluit de ovendeur.
6. Warm de oven 10 minuten op en draai
de draaiknop naar de gewenste stand.
Voordat u sommige voedingsmiddelen in de
oven doet (bijvoorbeeld het rode vlees),
dient u het te doen stoken wanneer dit leeg
is. De instelling van de draaiknop moet
dezelfde zijn als de voor koken gekozen
instelling.
Uitdraaien van de gasbrander
Draai de knop in de richting van de wijzers
van de klok naar de stand «
».
tekening 1
1
2
3
4
5
6
7
8
tekening 2
31
De grill
De bereikbare delen van het
gasfornuis kunnen verwarmen tijdens
het gebruiken van de grill. Houd de
kinderen uit de buurt van het apparaat.
De grill dient gebruikt te zijn wanneer de
deur geopend en de draaiplaat "A"
geïnstalleerd zijn.
De grillstand is bestemd voor het grillen van
de stukken vIees (rundvlees, varkensvlees.)
die zacht blijven, voor het bruinen van tosti's
of voor het gratineren van de bereide
gerechten die bij voorkeur warm moeten zijn
(het gratineren van pasta, enz.)
Indien u direct op de grill wilt koken, zorg
ervoor dat de verzamelschaal geschoven
wordt op een lagere trap om het vet en sap
van de gerechten te kunnen verzamelen.
A
tekening 3
Het aanzetten van de grill
1. Doe de deur open en trek de "A"-
draaiplaat uit (tekening 3).
2. Druk op de knop van de oven en draai
hem in de richting van de wijzers van de
klok tot de stand
en houd hem
ingedrukt.
3. Breng een vlam in de nabijheid van de
gasbrander (tekening 4) 2 - 3 seconden
na het drukken op de knop.
4. Zorgt u ervoor dat de gasbander brandt
en houdt u de knop omstreeks 10
minuten ingedrukt voordat u hem loslaat
(voor het instellen van de
thermokoppelbeveiliging).
Als de gasbrander niet aangestoken kan
worden, draai de knop naar de "uit"- stand en
herhaal de operatie na 1 minuut door het
houden de knop maximum 15 seconden
ingedrukt.
Het aanstekken van de gasbrander
dient alleen met de geopende ovendeur
uitgevoerd te zijn.
Het uitdraaien van de grill
Draai de geschikte draaiknop tegen de
richting van de wijzers van de klok naar de
"uit" «
».stand.
tekening 4
32
Raadgeving voor het grillen
1. Uw oven dient 5 - 10 minuten opgewarmd te
worden op de "grill"
- stand.
2. Als de grill warm is, zet het stuk vlees,
op het rooster neer en plaatst het
rooster op de gewenste afstand van de
grill. Houd het stuk vlees daarin zolang
het nodig is om het gegrild te kunnen
worden.
3. Schuif de verzamelschaal op een lagere trap.
4. Na het bruinen van een zijde van het
stuk vlees, draai het om zonder het
vlees door te boren. Zo voorkomt u het
verliezen van het sap daarvan.
5. Doe de tweede zijde grillen.
6. Strooi zout na het koken.
7. De kooktijd dient vastgesteld te zijn
overeenkomstig de breedte van het stuk vlees
die gegrild moet zijn, geen rekening houdend
met het gewicht ervan.
Raadgeving voor het gratineren
1. Het is aanbevolen uw oven op de "grill
"-stand te
laten verwarmen (ongeveer 5 minuten).
2. Zet de plaat op het rooster neer en doe
ze samen schuiven tot de gewenste
afstand van de grill.
3. Laat de gerechten een paar minuten
lang rusten orn de warmte van de grill
erin binnen te dringen.
Na het gebruiken van de oven of de grill,
pas op dat de oven/grill- draaiknop op de
"uit" «
» stand is.
2. De gasbranders van het kookplaatje
De kooktafel is uitgerust met branders met
veiligheidsthermokoppel. Hierdoor kan u het
toestel in alle veiligheid gebruiken. Ingeval
van toevallige doving van de vlam zorgt het
veiligheidsthermokoppel ervoor dat de
gastoevoer binnen enkele seconden worden
uitgeschakeld. Door bet draaien van de knop
naar de op het bedieningspanneel
aangeduide standen, kunt u het volgende
bereiken (tekening 5) :
De stand "uit"
Volle vloed (gasbrander op de maximale stand)
Vertraagde vloed (gasbrander op de
minimale stand)
Het is aan te bevelen de maxirnale vloed
voor het koken van de gerechten en de
vertraagde vloed voor het stoven ervan te
gebruiken. Kies altijd de standen tussen de
volle en verminderde vloed en nooit tussen
de standen die op voile vloed en "uit" wijzen.
tekening 5
33
Voor het sluiten van het deksel,
zorg ervoor dat de kookplaat
afgekoeld is; anders kan hij het
deksel beschadigen.
Het aanzetten van de gasbranders
op de kookplaat
1. Druk de knop en draai hem naar links
tot de stand "voIle vlam". Houdt de knop
ingedruckt. Breng een vlam in de
nabijheid van de gasbrander.
2. Houdt, indien de vlam brandt, de knop
nog ongeever 10 seconden ingedruckt
om zo het veiligheidsthermokoppel in te
schakelen.
3. Laat de bedieningsknop los, en de
brander zal bijven branden.
4. Herhaal, indien de vlam uitgaat, deze
handeling maar houdt de knop nu
maximum 15 seconden ingedrukt.
Het uitdraaien van de gasbranders
Draai de knop in de richting van de wijzers
van de klok naar de "uit -
" stand. Zo wordt
de beveiliging geinstalleerd.
Pas op dat geen kinderen in de
nabijheid van het apparaat zijn zolang dit
nog warm is. Zet geen voorwerpen of
voedingsmiddelen op de kookplaat neer,
die konden gesmolten worden.
Het kiezen van de gasbrander
Boven elke knop is er een symbool dat op
de betreffende gasbrander wijst.
Voor efficiënt koken gebruikt u pannen die
met de doorsnede van de gebruikte
gasbrander overeenkomen (tekening 6.)
Het is raadzaam het vermogen van de
gasbrander te verminderen wanneer het
kookpunt bereikt is.
Voor het efficiënte branden van de
gasbranders zorgt ervoor dat de deksels
daarvan schoon zijn; de resten erop kunnen
slecht branden veroorzaken.
Juist gebruiken
Onjuist gebruiken
(energieverspilling)
tekening 6
34
3. De met het apparaat geleverde accessoires
Behalve de met het gasfornuis geleverde
accessoires, is het aan te bevelen alleen
schalen, keukengerei enz. die
hittebestendig zijn (neem de gebruiks-
aanwizing van de fabrikant in acht).
Uw gasfornuis is voorzien van:
een rooster
Daarop kunt u het keukengerei neerzetten.
U moet de schaal in het midden van het
rooster plaatsen.
een gebakplaat
een verzamelschaal
Deze is gebruikt voor het verzamelen van
het sap van het gegrilde vlees.
De verzamelschaal is niet bestemd voor het
gebruiken als kookpan.
Haal de verzamelschaal uit de oven als
deze niet gebruikt is.
een draaiplaat
Deze moet gebruikt zijn tijdens het grillen.
35
GEBRUIKSAANWIJZING
Het koken in de oven
Voor een economisch energiegebruik is
het raadzaarn 5 minuten voor het einde
van de vastgestelde kooktijd het
gasfornuis uit te draaien. De warmte die
in de oven blijft kan aan de voltoiing van
het koken helpen.
De dichtheid, het geleidingsvermogen,
de kleur van het keukengerei kunnen een
invloed hebben op het koken.
Tijdens het koken stijgen sommige
gerechten in volume; daarom is het
raadzaam geschikte pannen te gebruiken
en de derde deel ervan vrij te blijven.
Voor bet vermijden van de vetspatten,
gebruikt a braadschalen en schoteltjes
met hoge randen, waarvan de
afmetingen evenredig zijn met het stuk
vlees dat geroosterd moet worden.
Doorboor het vel van het gevogelte en de
worstjes met een vork voor het koken. Zo
voorkomt u het barsten van het vel
ervan.
Om uw oven schoon te houden, zet een
aluminiumfolie neer tussen de pot en het
rooster. Zo zal de bodem van de oven
bescbermd zijn in geval van spatten.
Deze aluminiumfolie moet niet
volledig de oppervlakte van het
rooster bedekken.
Gebruik hittebestendige glazen borden
voor het gratineren en voor het bereiden
van de soufflés.
Voeg erin de vetstotfen toe een beetje
voor het einde van de kooktijd.
Plaatst geen aluminiumfolie direct
op de bodem van de oven ; anders zal
deze het email ervan beschadigen.
Wanneer de oven in werking is moet het
deksel opgetild zijn.
De invloed van het keukengerei op
het koken in de oven
U moet weten:
Het potten van aluminium en de
aardewerken schotels kunnen de
benedenkant van het voedsel doen
verbleken en de vochtigheid van de
gerechten bewaren tijdens het koken.
Het is raadzaam ze te gebruiken voor het
bereiden van bakkerij stukken in vormen
en voor het bereiden van de
gegratineerde gerechten, voor het
braden van de vleesstukken.
De geëmailleerde ijzeren potten, glazen
potten en potten van porselein, de potten
met een niet klevende binnenkant en een
gekleurde buitenkant veroorzaken het
bruineren van de benedenkant van de
gerechten; deze potten veroorzaken bet
drogen van de gerechten. Het is aan te
bevelen ze te gebruiken wanneer u
tarten. quiches en gerechten bereiden,
die een korst er boven en beneden
moeten hebben.
Het koken op de kookplaat
Kies altijd een pot die evenredig met de
doorsnede van de gebruikte gasbrander is.
Als u potten met een brede bodem wilt
gebruiken (sterilisatiepot, marmeladepot,
wasketel, couscoussier...), plaatst u ze op
de achterkant van de kookplaat zodat de
bodem van de potten vast erop staat en de
rand van de kookplaat niet overscrijdt. Zo
voorkomt u dat de vlammen te hoog rijzen
en het bedieningspaneel oververhit wordt.
Voordat u het deksel sluit wacht
erop dat de bovenkant van de kookplaat
afkoelt. Zo voorkomt u de beschadiging
van het deksel.
36
BAKGIDS
Omrekeningstabel: thermostaat- / temperatuurstanden
1
150 °C
3
170 °C
5
200 °C
7
240 °C
2
160 °C
4
180
°C
6
220 °C
8
MAXI
De oven moet altijd voorverwarmd worden in de stand van het te bereiden gerecht.
Gerechten Stand van de ovenknop
Biscuittaart – Viervierden 1 – 2
Pâté – Terrine 3 – 4
Pikante taart - Soufflé 4 – 5
Vis 4 – 5
Gevogelte - Varkensvlees 5 – 6
Rood vlees 7 – 8
De aanwijzingen in de bakgids zijn slechts richtwaarden. Al naar gelang de
hoeveelheid van het te bereiden gerecht en het materiaal van de bakpan, -schaal of –
vorm zult u deze waarden eventueel moeten aanpassen. Uw ervaring zal u leren de
juiste stand te vinden die het best met uw kookgewoonten overeenkomt.
Bakken met de grill
Gedurende het grillen moet de ovendeur open blijven staan en moet u toezicht blijven
houden.
37
ONDERHOUD EN REINIGING
Voordat u het fornuis reinigt, pas op
dat alle draaiknoppen op de stand: "uit"
zijn
en het apparaat helemaal afgekoeld
is.
Gebruik geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen en
geen schuursponsjes voor het reinigen
van uw apparaat.
De gasbranders
Reinig de deksels van de gasbranders met
warm water en een zacht schoonmiddel en
verwijder alle resten erop. Gebruik nooit
water met azijn voor het reinigen van uw
gasfornuis.
De kronen van de gasbranders moeten
helemaal schoon zijn; hun verstoppen kan
slecht branden veroorzaken.
Als u de gasbranders gedemonteerd hebt,
pas op de kronen en de deksels ervan juist
geplaatst worden voordat u het fornuis
aanzet.
De hierbovengenoemde delen moeten
helemaal droog zijn.
Het bedieningspaneel, de
draaiknoppen, het geëmaileerde
rooster, het deksel van de kookplaat,
de zijwanden van het apparaat.
Gebruik een vochtig sponsje en zachte
schoonmiddelen, spoelen en drogen.
De bovenkant van de kookplaat
Na elk gebruik, reinig het gasfornuis met
behulp van een spons en warm water en een
zacht schoonmaakrniddel; vermijd het lekken
van het vloeistof in de gaatjes van de
kookplaten. Spoel en droog met een zacht
doekje. In geval van spuiten en spatten,
dompel en laat de resten opgelost worden.
Nooit krassen. Gegruik geen schurende- en
agressieve schoonmaakmiddelen omdat het
glansemail van de oppervlakte hierdoor kan
beschadigd worden. Het is aan te bevelen
de azijnvlekken, de druppels van citroensap
en
de zuurtjes van de kookplaat te
verwijderen.
38
Oven
De ovendeur is warm tijdens het
reinigen. Houd de kinderen uit de buurt
ervan.
Gebruik nooit de gasbranders
wanneer u de oven reinigt.
Reinig de oven na elk gebruik op dezelfde
wijze als de kookplaat.
Het panoramavenster kan gedemonteerd
worden voor reiniging. Hiervoor dienen twee
schroeven losgedraait te worden (tekening
7).
Accessoires
Reinig ze met zeepoplossing; spoel en
droog ze zorgvuldig.
Het reinigen van de ovendeur
Voor een volledige reiniging van de
ovendeur is het raadzaam deze te
demonteren als volgt:
open de deur wijd,
draai de twee verbindingsstukken op
het scharnier aan 60º (tekening 8),
Sluit de deur gedeeltelijk naar een hoek
van 30º (tekening 9)
Til de deur op en trek hem naar voren.
Voor het monteren van de deur, doe alles in
en omgekeerde volgorde.
tekening 7
tekening 8
tekening 9
39
STORINGEN
Het is aan te bevelen do volgende testen aan uw gasfornuis uit to voeren voordat u de na
aankoop geleverde servicedienst belt. De storing kan een eenvoudige onregelmatigheid zijn
die u kan zelf herstellen.
Indien na het controleren van deze verschillende onderdelen de onregelmatigheid niet
verdwijnt, neem contact met de na aankoop geleverde servicedienst.
Symptoom
Oplossing
Een gasbrander brandt niet.
Een gasbrander van de kookplaat of de
gasbrander van de oven brandt niet.
U bent ontevreden met de kookresultaten
De oven rookt
Controleer:
of de gastoevoer geopend is,
of de gasleiding juist geplaatst is,
of de gascilinder leeg is.
Controleer:
of de gasbrander juist gemonteerd is,
of de gasbrander niet vochtig is.
Controleer:
de thermostaat in de juiste stand staat,
of de kooktijd juist ingesteld is,
het rooster juist op het vuur staat,
of geschikt keukengerei gebruikt wordt.
Controleer:
of de oven gereinigd moet zijn,
of de gerechten niet hebben gespat,
of er vetresten op de wanden van de oven
zijn.
40
TER ATTENTIE VAN DE INSTALLATEUR
Veiligeidseisen
Voor het installeren van het gasfornuis
pas op dat het apparaat overeenkomstig
de kenmerken van de lokale
gasdistributie (de natuur en de druk van
het gas) ingesteld kan worden.
Dit apparaat moet geplaatst worden
alleen in een ruimte die genoeg gelucht
is.
De instellingseisen van dit apparaat zijn
vermelden op het typeplaatje ervan.
Dit apparaat heeft geen aansluiting aan
een afvoerbuis. Het opstellen en het
aansluiten aan het gasnet dienen
overeenkomstig de geldende normen
hiervoor uitgevoerd to zijn. U moet aan
ventilatiesnormen een bijzondere
aandacht schenken.
Dit gasfornuis is een X apparaat. Dat
betekent dat de meubelstukken die naast
dit gasfornuis staan kunnen niet de
hoogte ervan overschrijden. Deze norm
is bestemd voor hot beschermen van de
meubelstukken.
De wanden dicht bij het apparaat moeten
van hittebestendige stoffen vervaardigd
of met dergelijke stoffen bedekt zijn.
Aansluiting aan het gasnet
Controleer of de vloed en do doorsnede
van de gasleidingen geschikt zijn voor
het verzekeren van do gastoever voor
alle apparaaten van de installatie
(Raadpleg uw gasbedrijf).
Controleer of alle aansluitingen dicht zijn
Monteer een afsluitingskraan die
bereikbaar en zichtbaar moet zijn.
Indien u over een soepele gasslang
beschikt, dient deze bereikbaar en
zichtbaar te zijn. Hij moet niet achter het
apparaat geplaatst worden.
Vervang do soepele gasslang een beetje
voor het vervallen van de garantie ervan.
Het onderhoud en de installatie van het
gasfornuis moeten overeenkomstig de
geldende regelingen en normen door een
bevoegde vakman uitgevoerd zijn.
41
TECHNISCHE KENMERKEN
Vrijstaand apparaat Klas 1
Kookplaat Het deksel van de kookplaat
Het rooster
Gasbrander voor rechts
Gasbrander achter rechts
Gasbrander voor links
Gasbrander achter links
Geëmaileerd
Geëmaileerd
Bijbehorende gasbrander
Snelle gasbrander
Snelle gasbrander
Halfsnelle gasbrander
1,0 kW
2,6 kW
2,6 kW
2,0 kW
Oven Oven
Vermogen van de oven
Grill
Vermogen van de grill
Reiniging
gas
3,2 kW
gas
2,5 kW
manueel
Toebehoren Rooster
Verzamelschaal
Gebakplaat
Draaiplat
Afmetingen Hoogte
Breedte
Diepte
850 mm
550 mm
550 mm
Dit apparaat is in overeensteming met de
volgende Europese richtlijnen
vervaardigd:
90/396 (Gasapparaat ); 93/68 (Algemene
Richtljinen) en de wijzigingen eraan.
42
INSTALLATIE
Plaatsing
Verwijder de verpakking en do kunststof
bedekking en plaats het gasfornuis in een
droge en geluchte ruimte (tekening 10). Zet
het gasfornuis neer uit de buurt van
gordijnen, papieren of flessen van alcohol,
enzv.
Het gasfornuis moet neergezet zijn op een
hittebestendigde vloer
.
Dit gasfornuis behoort tot de klasse "1" die
in verband is met de bescherming tegen de
oververhitting van do oppervlakten in zijn
nabijheid. Houd een afstand van 2 cm
tussen de zijwanden van do meubelstukken
en uw fornuis (tekening 11).
Deze meubelstukken moet niet hoger dan
de kookplaat zijn.
De ventilatie van de kamer
Het branden van het gas is mogelijk dankzij
de zuurstof die in de lucht zich bevindt (2m
3
lucbt/h x kW van het geinstalleerde
vermogen - zie het typeplaatje van uw
apparaat).
Daarom zijn de luchtverversing en de afvoer
van de gebrande gassen benodigd.
De luchtverversing dient uitgevoerd te zijn
door een of meer openingen in de
buitenwanden met een totale oppervlakte
van omstreeks 100 cm
2
.
De openingen moeten geplaats zijn in de
nabijheid van de vloer en bij voorkeur
tegenover de kant waarop de afvoer van het
gebrand gas zich bevindt, Pas op dat de
openingen niet vorstopt zijn in de buitenkant
en in de binnenkant.
2 cm
2 cm
59 cm
tekening 10
2 cm
59 cm
tekening 11
43
Aansluiting aan het gasnet
Uw gasfornuis is afgesteld op het gasttype
dat vermeld staat op het typeplaatje .
Het veranderen van de afstelling kan
noodzakelijk zijn. In dat geval moet u de
hieronder vermelde handelingen volgen.
Verifieer of de gasdruk in
overeenstemming is met de in de tabel
aangegeven waarden. Deze verzekeren
zowel een juiste en energiebesparende
werking alsmede een langere levensduur
van uw gasfornuis.
Butaangas of propaangas : zorg ervoor dat
de drukregelaar devolgende gasdruk
verzekert: 28 mbar voor butaangas en 37
mbar voor propaangas.
Aansluiting met een vaste buis of een
metalen en soepele slang
Om veiliger te zijn raden we aan de
aansluiting uit te voeren met vaste buizen
(bv. in koper) of met soepele buizen in
inoxstaal zodat het toestel niet beschadigd
raakt.
De aansluiting aan de gasmond voor deze
toestellen is Gc 1 / 2 “.
Aansluiting met soepele, buis
Wanneer u voor de aansluiting een soepele
buis of slang gebruikt, controleer ze dan op
de volgende punten:
- de slang vertoont geen plooien,
versmallingen, brandsporen ; zowel aan de
beide uiteinden als over de volledige
lengte ;
- het materiaal is niet hard geworden en is
dus nog steeds even soepel en buigzaam ;
- de verbindings- en sluitingsringen (als er
zijn) zijn niet geroest ;
- de geldigheidsdatum (als er een is) is
niet verstreken.
44
De slang moet als volgt geplaatst worden :
- mag niet onder spanning grasm of
gedraaid zijn ;
- mag niet in aanraking komen met
scherpe voorwerpen of met scherpe
randen ;
- het moet makkelijk zijn om de staat van
de slang te controleren.
Indien er zich toch één van bovenvermelde
dingen voordoet (of meerdere tegelijk) moet
u de slang niet laten herstellen maar
volledig vervangen.
BELANGRIJK
Wanneer de installatie voltooid is, gaat u de
goede vastheid van de verbindingen na met
schuim of zeepwater maar NOOIT met een
vlammetje.
45
GAS WISSELEN
Uw gasfornuis is bestemd voor werking met
aardgas, Propaangas en Butagas.
Dit is niet ontworpen voor het werken met
gebutaaneerde of gepropropaaneerde lucht.
Voor het veranderen van do gastype moet u:
de injectoron vervangen (kookplaat, oven,
grill),
de vorminderde gasvloed instellen
(kookplaat, oven),
de circulatie van de eerste Iucht instellen
(oven, grill),
de gasaansluiting testen.
INJECTOREN TABEL NO.1
(Cat : II 2E + 3+)
Gasbranders
Normaal
vermogen
(Kw)
Verminderd
vermogen
(Kw)
Gastype
Gasdruk
(mbar)
Doorsned
e injector
Opening
ring
(mm)
Cons
. (g/h)
SNELLE
2,60 0,72
AARDGAS
G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS G 31
20
25
28-30
37
1,12
1,12
0,86
0,86
188,8
HALFSNELLE
2,00 0,43
AARDGAS
G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS G 31
20
25
28-30
37
0,96
0,96
0,71
0,71
145,2
BIJBEHORENDE
1,00 0,35
AARDGAS
G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS G 31
20
25
28-30
37
0,70
0,70
0,50
0,50
72,6
OVEN
3,20 1,00
AARDGAS
G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS G 31
20
25
28-30
37
1,30
1,30
0,88
0,88
2,50
2,40
4,00
2,00
232,4
GRILL
2,50 -
AARDGAS
G 20
AARDGAS G 25
BUTAGAS G 30
PROPAANGAS G 31
20
25
28-30
37
1,15
1,15
0,80
0,80
25,0
25,5
22,0
23,5
181,5
Plakken de met het apparaat
geleverde plakker (de zak van de
injectoren) voor het gebruikte gastype.
46
Vervangen van de inspuiters
Elk apparaat is uitgerust met een set
inspuiters voor elk type gas. De diameter
van de spuitmond van elke inspuiter is
aangegeven in honderdste milimeters op de
inspuiter.
Vervang als volgt de inspuiters:
1. Verwijder de grill;
2. Verwijder de branders;
3. Draai de inspuiters los met dopsleutel
nr. 7 (tekening. 12) en vervang ze door de
inspuiters die bestemd zijn voor het soort
gas dat u gebruikt (zie tabel nr. 1)
Zet de branders en de grill weer op hun
plaats.
Regelen van het gereduceerd
vermogen van de kookbranders
Let op dat het gereduceerd vermogen juist
is ingesteld als u van het ene soort gas
overschakelt op een ander.
Een correcte vlam moet bij een
gereduceerd vermogen ongeveer 4 mm
hoog zijn; een bruuske overgang van de
maximumstand naar een lagere stand, mag
nooit tot gevolg hebben dat de vlam dooft.
Stel de vlam als volgt in:
1. Steek de brander aan;
2. Draai de knop naar de minimumstand;
3. Verwijder de knop;
4. Draai de regelschroef? (die zich rechts
van de as van het kraantje bevindt, zie
tekening. 13) losser of vaster tot u een heel
korte, maar stabiele vlam krijgt voor
aardgas. Voor butaan- en propaangas
draait u de schroef volledig vast in de
richting van de wijzers van de klok.
5. Zet de knop weer op zijn plaats.
6. Draai de knop meermaals van de
maximum- naar de minimumstand om te
controleren of de vlam stabiel blijft.
tekening 12
tekening 13
47
Vervangen van de inspuiter van de
ovenbrander
Vervang de inspuiter van de
ovenbrander als volgt:
1. Raadpleeg tabel 1 voor de diameter van
de te gebruiken inspuiter;
2. Verwijder de bodemplaat;
3. Verwijder de brander uit de oven door
hem naar achter te duwen;
4. Vervang de inspuiter met behulp van
dopsleutel nr. 10.
Zet de brander en de bodemplaat wer up
hun plaats.
Vervangen van de inspuiter van de
grillbrander
Vervang de inspuiter van de
grillbrander als volgt:
1. Verwijder de brander door de schroef te
verwijderen;
2. Vervang de inspuiter met behulp van
sleutel nr. 10;
3. Zet alles weer op zijn plaats.
Regelen van de primaire luchttoevoer
van de ovenbrander
Draai schroef “M” van de luchtregeling “A”
los met een schroevendraaier (tekening.
14). Schuif de ring naar achteren of naar
voren om de luchtdoorvoer verder te
openen of af te sluiten volgens de
aanwijzingen in de inspuitertabel.
Steek de brander aan om te controleren hoe
de vlammen eruit zien.
Regelen van de primaire luchttoevoer
van de grillbrander
Draai de regelschroef van de luchtregelbuis
(tekening. 15) al naar het gebruikte gas los
met een schroevendraaier. Verplaats
volgens de aanwijzingen in de inspuitertabel
de buis zodanig dat de luchtdoorvoer groter
of kleiner wordt.
Steek de brander aan om te controleren hoe
de vlammen eruit zien.
M
A
opening ring
tekening 14
leiding voor
instelling
schroef
opening
tekening 15
48
Regelen van het gereduceerd
vermogen van de ovenbrander
Dit is enkel mogelijk voor de ovenbrander
(de grill heeft een vast vermogen).
Regel het gereduceerd vermogen
van de ovenbrander als volgt:
1. Steek de brander aan;
2. Draai de knop naar de maximumstand;
3. Verwijder de knop;
4. Draai de regelschroef (tekening. 13)
ongeveer 3 maal rond tegen de wijzers
van de klok in;
5. Zet de knop op zijn plaats en laat de
oven ongeveer 10 minuten opwarmen;
6. Zet de knop in de laagste stand zodat er
met gereduceerd vermogen gewerkt kan
worden.
Verwijder de knop, let erop dat de spindel
van de kraan niet gaat draaien en draai de
schroef langzaam vast tot u een vlam van 3-
4 mm hoog krijgt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Zanussi zcg 3210 w Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor