Sony CMT-CP100 de handleiding

Categorie
CD-radio's
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Micro Hi-Fi
Component
System
© 2001 Sony Corporation
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Bruksanvisning
Instrukcja obsługi
4-233-754-52 (2)
CMT-CP100
DE
NL
IT
SE
PL
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product. Een label met de
aanduiding CLASS 1
LASER PRODUCT
bevindt zich aan de
achterkant van het
apparaat.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
3
NL
* Alleen voor het Europese model
NL
Inhoudsopgave
Plaats en functie van de
bedieningsorganen
Voorpaneel stereo-installatie ................. 4
Afstandsbediening ................................. 5
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie....... 6
Plaats twee AA-formaat (R6) batterijen in
de afstandsbediening ....................... 7
Gelijkzetten van de klok ........................7
Compact disc weergave
Een CD inleggen ................................... 8
Een CD afspelen
–– Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave .... 8
Muziekstukken van een CD voor
weergave kiezen
–– Programma-weergave ................ 9
Gebruik van het CD uitleesvenster........ 9
Tuner voor radio-ontvangst
Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ..................................10
Luisteren naar de radio
–– Geheugenafstemming............... 10
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .......................................... 11
Cassette-weergave/opname
Een cassette inleggen........................... 12
Een cassette afspelen ........................... 12
Een cassette opnemen
–– CD synchroon-opname/handmatig
opnemen/programma-montage ..... 13
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen .................................. 14
Geluidregeling
Bijregelen van de geluidsweergave ..... 16
Andere handige functies
In slaap vallen met muziek
— SLEEP timer ............................ 16
Gewekt worden met muziek
— DAILY timer wekfunctie ......... 16
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur...................................... 18
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen......................... 19
Verhelpen van storingen...................... 20
Technische gegevens ...........................21
4
NL
Plaats en functie van de bedieningsorganen
De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde van de Engelse namen.
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes () aangegeven bladzijnummers.
Voorpaneel stereo-installatie
Afstandsbedieningssensor 2
BASS 3 (16)
CD EJECT Z qj (8)
CD SYNC qs (13, 14)
CD u ws (8, 9)
CD x qk (8, 9, 21)
CD ./> ql (8, 9)
CD m/M ql (8)
DSG 5 (16, 18)
FUNCTION wf (8~10, 12, 13, 18)
PHONES
(Hoofdtelefoon-aansluiting) wd
PLAY MODE wa (8, 9, 14)
REPEAT w; (8)
TAPE EJECT Z 8 (12)
TAPE REC z 6 (13)
TAPE Y 7 (12~14)
TAPE X qa (12~14)
TAPE x 9 (12~14, 21)
TAPE m/M 0 (12)
TREBLE 4 (16)
A
Z
Y
?/1
x
m
M
zX
Z
ux
.>
mM
1 2 5 8
9
q;
wf
qd
qf
qg
qj
qk
qa
63 4 7
ql
w;wawd ws
qs
qh
TUNER BAND qd (10, 21)
TUNING MODE qg (10, 11)
TUNING +/– qf (10, 11)
VOLUME qh (17)
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
@/1 (Aan/uit-schakelaar) 1
(7, 10, 14, 17, 18)
Plaats en functie van de bedieningsorganen
5
NL
Afstandsbediening
CD REPEAT qk (8)
CD N ws (8, 9)
DIR MODE ql (12~14)
DISPLAY 2 (9, 11)
DSG 1 (16)
ENTER qd (7, 10, 14, 17)
MEMORY qh (10)
PLAY MODE 9 (8, 9, 14)
SLEEP qf (16)
STEREO/MONO qj (11)
TAPE Y w; (12~14)
TIMER SELECT qs (15, 17)
TIMER SET qg (7, 14, 17)
TUNER/BAND wa (10)
TUNING MODE q; (10, 11)
VOL +/– qa (17)
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
X 4 (8, 12~14)
x 5 (8, 9, 12~14)
./> 6 (7~10, 14, 17)
m/M 7 (8, 10~12)
@/1 (Aan/uit-schakelaar) 3
(7, 10, 14, 17)
z REC 8 (13)
123
8
5
6
4
9
0
qa
qsqd
qj
qk
qh
qg
qf
ql
w;
wa
ws
7
6
NL
Aansluiting
type A
F
M
7
5
A
M
U
ANTENN
A
Aansluiting
type B
FM75
A
M
ANTENNA
U
U
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
4
2
3
1
AM-aderantenne
Linker luidspreker
Rechter luidspreker
FM-draadantenne
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren
aan op de SPEAKER klemmen zoals
hieronder aangegeven.
3
L
#
#
R
3
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens
deze aan te sluiten.
AM-
kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne zover
mogelijk horizontaal
uit.
AM-
kaderantenne
Strek de FM-
draadantenne
zover mogelijk
horizontaal uit.
Alleen dit gestripte
deel insteken
Zwart (#)
Grijs (3)
Voorbereidingen
7
NL
3 Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE
SELECTOR schakelaar in op het
voltage van het plaatselijk lichtnet.
110V-120V
220V-240V
VOLTAGE
SELECTOR
4 Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in
het stopcontact past, verwijdert u deze en
gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor
de modellen met verloopstekker).
Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt
u op de @/1 toets.
Plaats twee AA-formaat
(R6) batterijen in de
afstandsbediening
E
E
e
e
Tip
Als de stereo-installatie niet meer goed op de
afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide
batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen,
om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie
te vermijden.
Gelijkzetten van de klok
1 Zet de stereo-installatie aan.
2 Druk op de TIMER SET toets van de
afstandsbediening.
Als u de tijd voor het eerst instelt, kunt u nu
direct doorgaan met stap 5.
3 Druk enkele malen op de . of >
toets van de afstandsbediening totdat
er "SET CLOCK" in het uitleesvenster
verschijnt.
4 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De uren-cijfers gaan knipperen.
5 Druk enkele malen op de ./>
toetsen van de afstandsbediening om
het juiste uur in te stellen.
6 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De minuten-cijfers gaan knipperen.
7 Druk enkele malen op de ./>
toetsen van de afstandsbediening om
de juiste minuut in te stellen.
8 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
Nu gaat de klok lopen.
Wijzigen van de tijdinstelling
Volg opnieuw de aanwijzingen vanaf stap 1.
8
NL
Compact disc weergave
Een CD inleggen
1 Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets.
De disc-lade wordt uitgeschoven.
2 Leg een CD in de disc-lade.
?/1
Z
ux
.>
mM
3 Druk nogmaals op de CD EJECT Z
toets om de disc-lade te sluiten.
Opmerkingen
Een 8-cm CD singletje zal niet zichtbaar zijn door
het voorvenster.
De letters op de bovenkant van de compact disc
zullen ondersteboven in het voorvenster
verschijnen.
Een CD afspelen
–– Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
Met deze stereo-installatie kunt u compact
discs met verschillende afspeelfuncties
weergeven.
1 005
1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop
totdat er “CD” in het uitleesvenster
verschijnt.
De indicatorlampjes rond de CD u
en CD x˛ toets lichten op.
Leg de
bedrukte label-
kant boven.
Voor het
afspelen van
een 8-cm CD
singletje legt u
dit in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
Muziekstuknummer Speelduur
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat de gewenste afspeelfunctie
in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
Stel in op
Geen
aanduiding
SHUFFLE
PGM
3 Druk op de CD u toets (of de CD N
toets van de afstandsbediening).
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren
Opzoeken van een
muziekstuk
Opzoeken van een
punt in een
muziekstuk
Uitnemen van de
compact disc
Meermalen afspelen
(herhaalde weergave)
Voor weergave van
De gekozen CD in de gewone
nummervolgorde.
Alle muziekstukken op de CD in
willekeurige volgorde.
Bepaalde muziekstukken van de
CD in een door u gekozen
volgorde (zie “Muziekstukken
van een CD voor weergave
kiezen” op blz. 9).
Doet u het volgende
Druk op de CD x stoptoets.
Druk op de CD u toets
(of op de X toets van de
afstandsbediening).
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Druk tijdens weergave of in
de pauzestand enkele malen
op de CD ./> toets
tot u het gewenste
muziekstuk bereikt.
Houd tijdens weergave de
CD m/M toets
ingedrukt en laat deze los
wanneer u de gewenste
muziekpassage bereikt.
Druk op de CD EJECT Z
uitschuiftoets.
Druk tijdens afspelen
enkele malen op de
REPEAT toets totdat er
“REPEAT” of
“REPEAT 1” in het
uitleesvenster verschijnt.
REPEAT: voor weergave
van alle muziekstukken op
de CD.
REPEAT 1: voor herhalen
van alleen het weergegeven
muziekstuk.
Om de herhaalde weergave
uit te schakelen, drukt u
weer enkele malen op de
REPEAT toets totdat de
“REPEAT” of
“REPEAT 1” aanduiding in
het uitleesvenster dooft.
Compact disc weergave
9
NL
Muziekstukken van een
CD voor weergave kiezen
–– Programma-weergave
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal
24 nummers van de CD samenstellen, in de
volgorde waarin u de muziek wilt horen.
1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop
totdat er “CD” in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat de aanduiding “PGM” in
het uitleesvenster verschijnt.
3 Druk enkele malen op de CD ./>
toets totdat het nummer van het
gewenste muziekstuk in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
3 243
PGM
4 Druk op de PLAY MODE toets.
Het gekozen muziekstuk wordt dan
geprogrammeerd.
Het muziekstuknummer verschijnt in het
uitleesvenster.
5 Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op de CD u toets (of op de CD
N toets van de afstandsbediening).
Voor het
Uitschakelen van de
programma-weergave
Toevoegen van een
nummer aan het
programma
Wissen van het
gehele
muziekprogramma
Gekozen
muziekstuknummer
Totale speelduur
Doet u het volgende
Druk net zovaak op de
PLAY MODE toets tot de
aanduiding “PGM” uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Volg de aanwijzingen 3 en 4
terwijl de programma-
weergave gestopt is.
Druk op de CD x stoptoets
terwijl de programma-
weergave gestopt is.
Tips
Een eenmaal samengesteld programma blijft
bewaard, ook na afloop van de programma. Om het
programma nogmaals weer te geven, stelt u in op
“CD” als geluidsbron en dan drukt u op de CD u
toets (of op de CD N toets van de
afstandsbediening).
In plaats van de tijd verschijnt er “--.--” in het
uitleesvenster als de totale programma-speelduur de
100 minuten overschrijdt.
Gebruik van het CD
uitleesvenster
Druk enkele malen op de DISPLAY toets
van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
Tijdens normale weergave
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van de
gehele compact disc t Tijdsaanduiding t
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk t ......
Wanneer het afspelen gestopt is
Totale CD speelduur t Tijdsaanduiding t
Gekozen geluidsbron t Totale CD speelduur
t ......
Opmerking
Als een compact disc 25 of meer muziekstukken
bevat, zal er vanaf het 25ste muziekstuk in plaats van
de resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk alleen “---.--” worden aangegeven.
10
NL
Tuner voor radio-ontvangst
Vastleggen van uw
favoriete radiozenders
In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30
favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de
FM en 10 voor de AM afstemband).
1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop
totdat het uitleesvenster “TUNER”
aangeeft.
Het indicatorlampje rond de TUNER
BAND toets licht op.
2 Druk op de TUNER BAND toets om te
kiezen voor de FM of AM afstemband.
3 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“AUTO” in het uitleesvenster
verschijnt.
4 Druk op de TUNING +/– toets (of op de
m/M toets van de
afstandsbediening).
De frequentie-aanduiding verandert terwijl
de tuner de afstemband doorzoekt. Het
zoeken stopt wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. Dan
verschijnt in het uitleesvenster de
aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO”
als er een stereo radio-uitzending wordt
ontvangen).
5 Druk op de MEMORY toets van de
afstandsbediening.
In het uitleesvenster gaat een
voorinstelnummer knipperen.
1FM1005
PRESET
STEREO
TUNED
MH
z
6 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
7 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De zender wordt nu vastgelegd onder uw
gekozen nummer.
8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Afstemmen op een zender die te zwak
doorkomt voor automatische afstemming
Voorinstelnummer Afstemfrequentie
Druk in stap 3 net zovaak op de TUNING
MODE toets totdat de aanduidingen “AUTO”
en “PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen
en druk dan enkele malen op de TUNING +/–
toets (of op de m/M toets van de
afstandsbediening) om op de gewenste zender
af te stemmen.
Vastleggen onder een ander zendernummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 2.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na
uitvallen van de stroom ongeveer een dag lang in het
afstemgeheugen bewaard blijven.
Omschakelen van het AM afsteminterval
(niet van toepassing op de modellen voor
Europa, het Midden-Oosten en de
Filippijnen)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (bepaalde
verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval
om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige
AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd
vervolgens de TUNING + toets ingedrukt en schakel
zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het
afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM
voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het
afsteminterval weer terug te schakelen, stemt u eerst
af op een AM zender en schakelt u het apparaat uit.
Dan houdt u de TUNING – toets ingedrukt en
schakelt u het apparaat weer in.
Luisteren naar de radio
–– Geheugenafstemming
Op de radiozenders die u hebt vastgelegd in het
afstemgeheugen kunt u vlot en gemakkelijk
afstemmen (zie “Vastleggen van uw favoriete
radiozenders” op blz. 10).
1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop
totdat het uitleesvenster TUNER
aangeeft.
2 Druk op de TUNER BAND toets om te
kiezen voor de FM of AM afstemband.
3 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
PRESET in het uitleesvenster
verschijnt.
4 Druk enkele malen op de TUNING +/
toets (of op de m/M toets van de
afstandsbediening) om het nummer te
kiezen van de zender die u wilt
beluisteren.
Uitschakelen van de radio
Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar.
Tuner voor radio-ontvangst
11
NL
Luisteren naar radiozenders die niet
zijn vastgelegd
Druk in stap 3 net zovaak op de TUNING
MODE toets totdat de aanduidingen “AUTO”
en “PRESET” uit het uitleesvenster
verdwijnen en druk dan enkele malen op de
TUNING +/– toets (of op de m/M toets van
de afstandsbediening) om op de gewenste
zender af te stemmen (Handmatig afstemmen).
Tips
Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u net zovaak op de
STEREO/MONO toets van de afstandsbediening,
tot de aanduiding “MONO” in het uitleesvenster
oplicht. Nadat de “MONO” aanduiding over het
scherm is gerold, verschijnt de afstemfrequentie. De
radio-ontvangst zal niet meer in stereo zijn, maar
wel beter klinken.
Voor de beste radio-ontvangst kunt u de
bijgeleverde antennes bijstellen of een
buitenantenne aansluiten.
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS)* is
een speciale radio-informatiedienst waarmee
FM-radiozenders naast de gewone radio-
uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen
uitzenden.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle
dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best contact
opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS radio-
uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster verschijnen.
Controleren van de RDS informatie
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Tijdsaanduiding t Zendernaam* t ......
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
12
NL
Cassette-weergave/opname
Een cassette inleggen
1 Druk op TAPE EJECT Z cassette-
uitneemtoets.
2 Plaats een opgenomen/voor opnemen
geschikte cassette in de
cassettehouder.
Z
Y
?/1
x
m
M
zX
Een cassette afspelen
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
1 Plaats een opgenomen cassette in de
cassettehouder.
2 Draai aan de FUNCTION keuzeknop
totdat het uitleesvenster “TAPE”
aangeeft.
De indicatorlampjes rond de TAPE Y en
TAPE x toets lichten op.
3 Druk enkele malen op de DIR MODE
toets van de afstandsbediening om in
te stellen op “ ” voor afspelen van één
cassettekant, op “ ” voor het
eenmaal afspelen van beide kanten, of
op “ ”* voor het doorlopend
afspelen van beide kanten.
* De cassette-weergave zal automatisch stoppen
nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen
zijn weergegeven.
4 Druk op de TAPE Y toets.
Druk nogmaals op de TAPE Y toets om
de achterkant weer te geven. Het afspelen
begint.
Met de kant voor afspelen/
opnemen naar u toe gericht
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Snel vooruit- of
terugspoelen
Uitnemen van de
cassette
Doet u het volgende
Druk op de TAPE x toets.
Druk op de TAPE X toets.
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Druk in de stopstand op de
TAPE m/M
snelspoeltoets.
Druk op de TAPE EJECT Z
toets.
Cassette-weergave/opname
13
NL
Opnemen van een compact disc
(CD synchroon-opname)
Handmatig opnemen
Plaats een voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder.
Plaats de op te nemen compact disc in
de disc-lade.
Plaats een CD of stem af op de gewenste
radiozender.
Draai aan de FUNCTION keuzeknop
totdat het uitleesvenster “CD” aangeeft.
Draai aan de FUNCTION keuzeknop om
in te stellen op de geluidsbron die u wilt
opnemen.
Druk op de CD SYNC toets.
Druk op de TAPE REC z opnametoets
(of op de z REC toets van de
afstandsbediening).
Het cassettedeck komt in gereedheid voor opnemen.
De aanduidingen “
” en “B” (of “b”) verschijnen.
Om te beginnen met opnemen op de van u af gerichte cassettekant, drukt u op de
TAPE Y toets zodat de “ ” aanduiding verandert in “ ”.
Druk op de TAPE X pauzetoets.
Stap
2
3
4
5
6
Een cassette opnemen
–– CD synchroon-opname/handmatig opnemen/programma-montage
U kunt geluidsopnamen maken van compact discs, de radio of een andere aangesloten geluidsbron. U
kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken.
1
Druk op de TAPE X pauzetoets en start
dan de weergave van de op te nemen
geluidsbron.
wordt vervolgd
Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om te kiezen
voor als u op een cassettekant wilt opnemen of voor of als u op
beide kanten wilt opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x stoptoets.
Tip
Bij handmatig opnemen:
Om de opname te pauzeren, drukt u op de TAPE X
pauzetoets.
14
NL
Opnemen van bepaalde
muziekstukken van een CD in
zelf gekozen volgorde
–– Programma-montage
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in de cassettehouder.
2 Leg een CD in de disc-lade.
3 Volg de aanwijzingen 1 t/m 5 onder
"Programma-weergave" (op blz. 9).
4 Druk op de CD SYNC toets.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor
opnemen en de CD-speler voor weergave.
De aanduidingen “
” en “B” (of “b”)
verschijnen en het CD SYNC
indicatorlampje licht op.
Om te beginnen met opnemen op de van u
af gerichte cassettekant, drukt u op de
TAPE Y toets zodat de “
” aanduiding
verandert in “ ”.
5 Druk enkele malen op de DIR MODE
toets van de afstandsbediening om te
kiezen voor als u op een
cassettekant wilt opnemen of voor
of als u op beide kanten
wilt opnemen.
6 Druk op de TAPE X pauzetoets.
Voor het Doet u het volgende
Druk op de TAPE x stoptoets.
Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets totdat de
aanduiding "PGM" uit het
uitleesvenster verdwijnt.
Tip
Bij de CD-synchroonopname kunt u kiezen welke
muziekstukken op welke cassettekant worden
opgenomen. Programmeer bij stap 3 eerst de
muziekstukken voor de eerste cassettekant en druk
dan op de X pauzetoets van de afstandsbediening.
Vervolgens programmeert u de muziekstukken voor
de tweede cassettekant. Hierbij is het wel nodig de
” of “ ” omkeerfunctie te kiezen bij stap 5.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Voor de schakelklok-opname moet de
ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld
(zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 7) en
moeten er radiozenders zijn vastgelegd (zie
“Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op
blz. 10).
1
Stem af op de voorkeurzender opneme
(zie Luisteren naar de radio op blz. 10).
2 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
3 Druk op de TIMER SET toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening totdat er
SET REC in het uitleesvenster
verschijnt.
De aanduiding “SET REC” rolt door en de
aanduiding “c REC” verschijnt in het
uitleesvenster.
5 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “ON TIME” verschijnt en
dan gaat het uren-cijfer knipperen.
6 Stel de opname-begintijd in.
Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om het juiste uur
in te stellen en druk op de ENTER toets van
de afstandsbediening.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut in te stellen en druk op de ENTER
toets van de afstandsbediening.
De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en
weer gaat het uren-cijfer knipperen.
7 Stel de opname-eindtijd in op dezelfde
manier als bij stap 6.
Nu verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd, de
aanduiding “TUNER” en het
voorkeurzendernummer, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
8 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Wanneer het opnemen begint, wordt de
geluidssterkte automatisch in de
minimumstand gezet.
Een cassette opnemen (vervolg)
Stoppen met
opnemen
Uitschakelen van
de programma-
montage
Cassette-weergave/opname
15
NL
Voor het
Controleren van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok-
opname
Tip
Als u de timer voor schakelklok-opname eenmaal
hebt ingesteld, zullen de gekozen instellingen in het
geheugen bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al
schakelt u de stereo-installatie uit of annuleert u de
schakelklok-opname. De laatst gemaakte instellingen
zullen weer precies zo gelden, de volgende keer dat u
de schakelklok-opnamefunctie inschakelt.
Opmerkingen
De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór
de gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld.
Als de stereo-installatie op de gekozen opname-
begintijd nog staat ingeschakeld, zal de
schakelklok-opname niet plaatsvinden.
Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de schakelklok-opnamefunctie niet in werking
treden zolang de sluimerfunctie (en de stereo-
installatie) niet is uitgeschakeld.
Doet u het volgende
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat er
c REC” in het uitleesvenster
verschijnt. Daarna verschijnen
één voor één de gemaakte
instellingen.
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat de
c REC” aanduiding in het
uitleesvenster dooft.
16
NL
Andere handige functies
In slaap vallen met
muziek
— SLEEP timer
Met de SLEEP timer kunt u de tijd kiezen
waarna u de stereo-installatie automatisch wilt
laten uitschakelen. Met deze sluimerfunctie
kunt u dus gerust met muziek in slaap vallen.
Druk enkele malen op de SLEEP toets van
de afstandsbediening.
Dan verspringt de aanduiding voor de
sluimertijd als volgt:
AUTO* t 90MIN t 80MIN t 70MIN t
t 10MIN t OFF t AUTO* t
* De wordt de stereo-installatie wordt uitgeschakeld
wanneer de weergegeven compact disc of cassette
afgelopen is (tot maximaal 100 minuten). Of het
apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als u de
weergave van de CD of cassette eerder stopt.
Voor het
Controleren van de
resterende sluimertijd
Wijzigen van de
sluimertijd
Annuleren van de
SLEEP timer functie
Gewekt worden met
muziek
— DAILY timer wekfunctie
Met de DAILY timer kunt u de stereo-
installatie op een vooraf ingesteld tijdstip
automatisch laten inschakelen, zodat u met
muziek ontwaakt. Voor deze wekfunctie moet
wel eerst de klok op de juiste tijd zijn ingesteld
(zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 7).
Geluidregeling
Bijregelen van de
geluidsweergave
Voor een meer dynamisch geluid
(Dynamic Sound Generator)
Druk op de DSG toets.
Om de DSG versterking uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de DSG toets.
Bijregelen van de lage tonen
Draai aan de BASS regelaar.
U kunt de lage tonen instellen op een van 7
standen.
Bijregelen van de hoge tonen
Draai aan de TREBLE regelaar.
U kunt de hoge tonen instellen op een van 7
standen.
Drukt u
Eenmaal op de SLEEP toets
van de afstandsbediening.
Enkele malen op de SLEEP
toets van de
afstandsbediening totdat de
gewenste sluimertijd
verschijnt.
Enkele malen op de SLEEP
toets van de
afstandsbediening totdat er
“OFF” wordt aangegeven.
Andere handige functies
17
NL
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Leg een CD in de disc-lade.
Als u wilt beginnen met een bepaald
muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Muziekstukken
van een CD voor weergave kiezen” op blz.
9).
Cassette: Plaats een cassette in de houder,
met de kant voor afspelen naar u toe
gericht.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 10).
2 Stel de geluidssterkte naar wens in.
3 Druk op de TIMER SET toets van de
afstandsbediening.
4 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening totdat er
“SET DAILY” in het uitleesvenster
verschijnt.
De aanduiding “SET DAILY” rolt door en
de aanduiding “c DAILY” verschijnt in het
uitleesvenster.
5 Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “ON TIME” verschijnt en
dan gaat het uren-cijfer knipperen.
6 Stel de wektijd of inschakeltijd in.
Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om het juiste uur
in te stellen en druk op de ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om de juiste
minuut in te stellen en druk op de ENTER
toets van de afstandsbediening.
De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en
weer gaat het uren-cijfer knipperen.
7 Stel de uitschakeltijd in op dezelfde
manier als bij stap 6.
8 Druk enkele malen op de ./> toets
van de afstandsbediening om de
geluidsbron te kiezen waarmee u
gewekt wilt worden.
Dan verspringt de aanduiding van de
geluidsbron als volgt:
t TUNER y CD T
t TAPE T
9 Druk op de ENTER van de
afstandsbediening.
Nu verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd en de
geluidsbron, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
10
Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Voor het
Controleren van de
instellingen
Annuleren van de
wekfunctie
Tip
Als u de timer-wekfunctie eenmaal hebt ingesteld,
zullen de gekozen instellingen in het geheugen
bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al schakelt u
de stereo-installatie uit of annuleert u de wekfunctie.
De laatst gemaakte instellingen zullen weer precies zo
gelden, de volgende keer dat u de wekfunctie
inschakelt.
Opmerkingen
De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór
de gekozen wektijd worden ingeschakeld.
Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de wekfunctie niet in werking treden zolang de
sluimerfunctie (en de stereo-installatie) niet is
uitgeschakeld.
Doet u het volgende
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat er
c DAILY” in het
uitleesvenster verschijnt.
Daarna verschijnen één voor
één de gemaakte instellingen.
Drukt u enkele malen op de
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening totdat de
c DAILY” aanduiding in het
uitleesvenster dooft.
18
NL
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los
verkrijgbare apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-
installatie kunt u er allerlei audio/video-
apparatuur op aansluiten. Zorg bij het
aansluiten dat u de kleuren van de stekkers en
de aansluitbussen niet verwisselt.
* Als er een kapje op de aansluiting zit, moet u dit
verwijderen voordat u de aansluiting gebruikt.
Voor het
Digitaal opnemen
van een CD op
minidisc
Luisteren naar
een aangesloten
minidisc-speler
Luisteren naar
een aangesloten
videorecorder
Verbinden met de audio-uitgangen van
uw minidisc-recorder/videorecorder
Verbinden met de digitale
ingangsaansluiting van uw
minidisc-recorder*
Doet u het volgende
Sluit u een optische kabel aan.
Draait u aan de FUNCTION
keuzeknop totdat er “MD” in
het uitleesvenster verschijnt.
Draait u aan de FUNCTION
keuzeknop totdat er “VIDEO”
in het uitleesvenster verschijnt.
Tip
Als de aanduiding “VIDEO” niet verschijnt wanneer
u aan de FUNCTION knop draait, drukt u in de uit-
stand op de @/1 aan/uit-schakelaar terwijl u de DSG
toets ingedrukt houdt. Dan wordt de ingangskeuze
omgeschakeld van “MD” naar “VIDEO” en er
verschijnt “VIDEO” in het uitleesvenster. Om terug te
schakelen naar “MD” voor minidisc-weergave
herhaalt u deze stap.
Aanvullende informatie
19
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid
stroom naar het apparaat lopen, ook al is het
apparaat zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek
dan de aansluiting op het stopcontact en laat de
stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken
alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Opstelling
Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal
staat.
Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld
wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
oververhitting in het inwendige te voorkomen.
Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de
boven-, onder- en zijpanelen van de behuizing na
verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en
raak de behuizing liever niet aan.
Om oververhitting en storing in de werking te
vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de
koelventilator niet afdekken.
Voorkomen van beschadiging
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude
in een warme omgeving wordt gebracht of in een
erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens
binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht
condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-
installatie niet naar behoren functioneren. In zulke
gevallen dient u de compact disc te verwijderen en
het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar
ongebruikt aan te laten staan, zodat alle
condensvocht kan verdampen.
Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient
u de compact disc uit het apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-
installatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen
met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Juiste omgang met compact discs
Veeg een compact disc voor het afspelen schoon
met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het
midden naar de rand.
Plak geen etiketten e.d. op compact discs, want
daardoor kan de CD-speler beschadigd worden.
Gebruik voor het reinigen geen vluchtige stoffen.
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel.
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen
schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
alcohol of benzine.
Beveiligen van waardevolle bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals
in de afbeelding is aangegeven.
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor
opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken.
Alvorens u een cassette in het deck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het
mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op
beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90 minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke
cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen,
stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het
bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10
gebruiksuren te reinigen.
Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór
het maken van een belangrijke bandopname, evenals
na het afspelen van een oude cassette. Reinig de
bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare
reinigingscassette, van het droge of het vloeistof-type.
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de bandkoppen
Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en alle metalen onderdelen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie
voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de demagnetiseercassette.
Breek het
wispreventienokje
uit
20
NL
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, ga dan als volgt te werk:
1 Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en
stevig vastzitten.
2 Neem de volgende lijst met controlepunten
door en volg de aanwijzingen om het
probleem op te lossen.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
De luidsprekers geven geen geluid.
Stel de geluidssterkte wat hoger in.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Controleer of de luidspreker-aansluitingen in
orde zijn.
Ernstige brom of andere storende geluiden.
Het apparaat staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” (of “AM 12:00”) in het
uitleesvenster.
De stroomvoorziening is onderbroken geweest.
Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7) en
maak de gewenste schakelklok-instellingen
opnieuw (zie blz. 14 en 16).
De schakelklok-functies werken niet naar behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7).
De Daily Timer wekfunctie en de schakelklok-
opname zijn niet tegelijk te gebruiken.
De aanduidingen “c DAILY” en “c REC” verschijnen
niet in het uitleesvenster wanneer u de TIMER
SELECT toets van de afstandsbediening indrukt.
Controleer of de schakelklok-instellingen juist
zijn gemaakt (zie blz. 14 en 16).
Controleer of de klok op de juiste tijd is ingesteld
(zie blz. 7).
Er verschijnen vreemde kleuren op het TV-scherm.
Zet de luidsprekers verder van het TV-toestel
vandaan.
Het apparaat reageert niet op de afstandsbediening.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
Richt de afstandsbediening van iets dichterbij
recht op de afstandsbedieningssensor van de
stereo-installatie.
Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang
beide batterijen door nieuwe.
Controleer of de batterijen niet verkeerd-om zijn
ingelegd.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geen geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
Compact disc speler
Het afspelen van de compact disc begint niet.
Misschien is de compact disc vuil.
Er kunnen krassen op de compact disc zijn.
Probeer of een andere CD wel goed wordt
afgespeeld.
Misschien is de CD ondersteboven ingelegd, met
de label-kant onder.
Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd. Verwijder de compact disc en laat
de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan
staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets zodat de “PGM” en
“SHUFFLE” aanduidingen uit het uitleesvenster
verdwijnen.
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
Misschien is er geen cassette in de houder
aanwezig.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie blz. 19).
De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluid klinkt maar heel zacht.
Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de
koppen (zie blz. 19).
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen
(zie blz. 19).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen
(zie blz. 19).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend
geluid.
Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig
de koppen en het bandloopwerk (zie blz. 19).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen
(zie blz. 19).
Aanvullende informatie
21
NL
Radio-ontvangst (tuner)
Ernstige brom of andere storing in de radio-
ontvangst (in het uitleesvenster knippert de
“TUNED” of de “STEREO” aanduiding).
Richt of verstel de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan.
Zorg dat de antennes juist zijn aangesloten.
Let op dat de antennedraad niet is opgerold of
opgevouwen.
Misschien is de dubbele FM-antennedraad te ver
uiteen getrokken. Repareer de antenne of
vervang deze door een nieuwe.
Controleer of de AM-antennedraad te ver van de
standaard is losgeraakt.
Houd de antennes en de luidsprekersnoeren bij
elkaar uit de buurt.
Een FM-stereo uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
Druk op de STEREO/MONO toets zodat er
“STEREO” in het uitleesvenster verschijnt.
De stereo-installatie terugstellen in
de uitgangsstand
Zet de stereo-installatie aan en druk de
TAPE x toets, de CD x toets en de TUNER
BAND toets alle drie tegelijk in.
Zo zet u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle door
u gemaakte instellingen, worden hierbij uit het
geheugen gewist. U zult deze instellingen dus
opnieuw moeten maken.
Foutmeldingen
Tijdens de bediening kan er soms een van de
volgende foutmeldingen in het uitleesvenster
oplichten of gaan knipperen.
NO DISC
Er is geen compact disc in de disc-lade
aanwezig.
PGM FULL
U probeert 25 muziekstukken of meer te
programmeren.
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
Europees model:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Muziekvermogen (referentie):
85 + 85 watt
Overige modellen:
De volgende metingen zijn verricht bij 230 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
27 + 27 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
32 + 32 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
De volgende metingen zijn verricht bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
23 + 23 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
26 + 26 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Ingangen
AUDIO IN MD (VIDEO) (tulpstekkerbussen):
Gevoeligheid
500/250 mV, impedantie
47 kOhm
Uitgangen
OPTICAL DIGITAL OUT (CD):
Optische stekkerbus
PHONES:
Voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: 6 ohm
wordt vervolgd
22
NL
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Golflengte 780 - 790 nm
Frequentiebereik 2 Hz - 20 kHz (±0,5 dB)
Cassettedeck
Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik 50 - 13000 Hz (±3 dB)
met Sony TYPE I
normaalband-cassette
Snelheidsfluctuaties ±0,15% Gewogen
piekniveau (IEC)
0,1% Gewogen R.M.S.
(NAB)
±0,2% Gewogen
piekniveau (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz
(afsteminterval 50 kHz)
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Europees model: 531 - 1602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 530 - 1710 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 - 1602 kHz
(met afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie 450 kHz
Luidsprekers
Luidsprekersysteem 2-wegsysteem, in
basreflexkast
Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker,
conus 12 cm
Hogetonen-luidspreker,
koepel 2,5 cm
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 150 × 252 × 255 mm
Gewicht Ca. 2,6 kg per luidspreker-
box
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model: 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 110 - 120 V of 220 -
240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Omschakelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik
Europees model: Zie het naamplaatje
0,5 watt (in de
stroombesparingsstand)
Overige modellen: Zie het naamplaatje
Afmetingen (b/h/d) Ca. 190 × 252 × 345 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht Ca. 5,6 kg
Bijgeleverd toebehoren: Afstandsbediening (1)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Batterijen (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Technische gegevens (vervolg)

Documenttranscriptie

4-233-754-52 (2) Micro Hi-Fi Component System Bedienungsanleitung DE Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l’uso IT Bruksanvisning SE Instrukcja obsługi PL CMT-CP100 © 2001 Sony Corporation WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Open de behuizing niet, om een elektrische schok te vermijden. Laat eventuele reparaties over aan bevoegd vakpersoneel. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Een label met de aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2NL Inhoudsopgave Plaats en functie van de bedieningsorganen Voorpaneel stereo-installatie ................. 4 Afstandsbediening ................................. 5 Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie ....... 6 Plaats twee AA-formaat (R6) batterijen in de afstandsbediening ....................... 7 Gelijkzetten van de klok ........................ 7 Compact disc weergave Een CD inleggen ................................... 8 Een CD afspelen –– Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave .... 8 Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen –– Programma-weergave ................ 9 Gebruik van het CD uitleesvenster ........ 9 Geluidregeling Bijregelen van de geluidsweergave ..... 16 Andere handige functies In slaap vallen met muziek — SLEEP timer ............................ 16 Gewekt worden met muziek — DAILY timer wekfunctie ......... 16 Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur ...................................... 18 Aanvullende informatie NL Voorzorgsmaatregelen ......................... 19 Verhelpen van storingen ...................... 20 Technische gegevens ........................... 21 * Alleen voor het Europese model Tuner voor radio-ontvangst Vastleggen van uw favoriete radiozenders .................................. 10 Luisteren naar de radio –– Geheugenafstemming ............... 10 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)* .......................................... 11 Cassette-weergave/opname Een cassette inleggen ........................... 12 Een cassette afspelen ........................... 12 Een cassette opnemen –– CD synchroon-opname/handmatig opnemen/programma-montage ..... 13 Schakelklok-opname van radiouitzendingen .................................. 14 3NL Plaats en functie van de bedieningsorganen De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde van de Engelse namen. Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes () aangegeven bladzijnummers. Voorpaneel stereo-installatie 1 2 3 4 5 6 78 Z Y x m M z X 9 q; qa qs qd ?/1 A qf wf qg qh qj qk ql Z wd Afstandsbedieningssensor 2 BASS 3 (16) CD EJECT Z qj (8) CD SYNC qs (13, 14) CD u ws (8, 9) CD x qk (8, 9, 21) CD ./> ql (8, 9) CD m/M ql (8) DSG 5 (16, 18) FUNCTION wf (8~10, 12, 13, 18) 4NL u x . > m M ws wa w; PHONES (Hoofdtelefoon-aansluiting) wd PLAY MODE wa (8, 9, 14) REPEAT w; (8) TAPE EJECT Z 8 (12) TAPE REC z 6 (13) TAPE Y 7 (12~14) TAPE X qa (12~14) TAPE x 9 (12~14, 21) TAPE m/M 0 (12) TREBLE 4 (16) TUNER BAND qd (10, 21) TUNING MODE qg (10, 11) TUNING +/– qf (10, 11) VOLUME qh (17) FUNCTIETOETSEN MET STANDAARDSYMBOLEN @/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (7, 10, 14, 17, 18) Afstandsbediening Plaats en functie van de bedieningsorganen 1 2 3 ws 4 5 wa 6 w; 7 ql 8 9 qk qj qh qg qf 0 qa qd qs CD REPEAT qk (8) CD N ws (8, 9) DIR MODE ql (12~14) DISPLAY 2 (9, 11) DSG 1 (16) ENTER qd (7, 10, 14, 17) MEMORY qh (10) PLAY MODE 9 (8, 9, 14) SLEEP qf (16) STEREO/MONO qj (11) TAPE Y w; (12~14) TIMER SELECT qs (15, 17) TIMER SET qg (7, 14, 17) TUNER/BAND wa (10) TUNING MODE q; (10, 11) VOL +/– qa (17) FUNCTIETOETSEN MET STANDAARDSYMBOLEN X 4 (8, 12~14) x 5 (8, 9, 12~14) ./> 6 (7~10, 14, 17) m/M 7 (8, 10~12) @/1 (Aan/uit-schakelaar) 3 (7, 10, 14, 17) z REC 8 (13) 5NL Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. AM-aderantenne FM-draadantenne Rechter luidspreker Linker luidspreker 2 1 3 4 1 Sluit de luidsprekers aan. Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER klemmen zoals hieronder aangegeven. 3 R # 3 L # Grijs (3) Aansluiting type A Strek de FMdraadantenne zover mogelijk horizontaal AMkaderantenne A uit. ENN ANT Zwart (#) U AM 75Ω FM Alleen dit gestripte deel insteken 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Zet de AM-kaderantenne in elkaar alvorens deze aan te sluiten. Aansluiting type B Strek de FMdraadantenne zover mogelijk AMhorizontaal uit. kaderantenne NNA E ANT 75Ω FM AM 6NL U U 3 Bij de modellen met een spanningskiezer, stelt u deze VOLTAGE SELECTOR schakelaar in op het voltage van het plaatselijk lichtnet. 1 Zet de stereo-installatie aan. 2 Druk op de TIMER SET toets van de afstandsbediening. Als u de tijd voor het eerst instelt, kunt u nu direct doorgaan met stap 5. 220V-240V VOLTAGE SELECTOR 3 Druk enkele malen op de . of > 4 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u deze en gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de modellen met verloopstekker). Om de stereo-installatie aan te zetten, drukt u op de @/1 toets. Plaats twee AA-formaat (R6) batterijen in de afstandsbediening toets van de afstandsbediening totdat er "SET CLOCK" in het uitleesvenster verschijnt. Voorbereidingen 110V-120V Gelijkzetten van de klok 4 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De uren-cijfers gaan knipperen. 5 Druk enkele malen op de ./> toetsen van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen. 6 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De minuten-cijfers gaan knipperen. 7 Druk enkele malen op de ./> toetsen van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen. 8 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. e E e Nu gaat de klok lopen. E Wijzigen van de tijdinstelling Volg opnieuw de aanwijzingen vanaf stap 1. Tip Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. Opmerking Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. 7NL Compact disc weergave 2 Druk enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de gewenste afspeelfunctie in het uitleesvenster wordt aangegeven. Een CD inleggen 1 Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets. De disc-lade wordt uitgeschoven. 2 Leg een CD in de disc-lade. Stel in op Voor weergave van Geen aanduiding De gekozen CD in de gewone nummervolgorde. SHUFFLE Alle muziekstukken op de CD in willekeurige volgorde. PGM Bepaalde muziekstukken van de CD in een door u gekozen volgorde (zie “Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen” op blz. 9). ?/1 Leg de bedrukte labelkant boven. Voor het afspelen van een 8-cm CD singletje legt u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. Z x u > . M m 3 Druk op de CD u toets (of de CD N toets van de afstandsbediening). Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de CD x stoptoets. Pauzeren Druk op de CD u toets (of op de X toets van de afstandsbediening). Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Opzoeken van een muziekstuk Druk tijdens weergave of in de pauzestand enkele malen op de CD ./> toets tot u het gewenste muziekstuk bereikt. –– Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave Opzoeken van een punt in een muziekstuk Met deze stereo-installatie kunt u compact discs met verschillende afspeelfuncties weergeven. Houd tijdens weergave de CD m/M toets ingedrukt en laat deze los wanneer u de gewenste muziekpassage bereikt. Uitnemen van de compact disc Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets. Meermalen afspelen (herhaalde weergave) Druk tijdens afspelen enkele malen op de REPEAT toets totdat er “REPEAT” of “REPEAT 1” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk nogmaals op de CD EJECT Z toets om de disc-lade te sluiten. Opmerkingen • Een 8-cm CD singletje zal niet zichtbaar zijn door het voorvenster. • De letters op de bovenkant van de compact disc zullen ondersteboven in het voorvenster verschijnen. Een CD afspelen 1 Muziekstuknummer 005 Speelduur 1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. De indicatorlampjes rond de CD u en CD x˛ toets lichten op. REPEAT: voor weergave van alle muziekstukken op de CD. REPEAT 1: voor herhalen van alleen het weergegeven muziekstuk. Om de herhaalde weergave uit te schakelen, drukt u weer enkele malen op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft. 8NL Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen –– Programma-weergave 1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop totdat er “CD” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Druk enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de aanduiding “PGM” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Druk enkele malen op de CD ./> toets totdat het nummer van het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven. • Een eenmaal samengesteld programma blijft bewaard, ook na afloop van de programma. Om het programma nogmaals weer te geven, stelt u in op “CD” als geluidsbron en dan drukt u op de CD u toets (of op de CD N toets van de afstandsbediening). • In plaats van de tijd verschijnt er “--.--” in het uitleesvenster als de totale programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt. Gebruik van het CD uitleesvenster Druk enkele malen op de DISPLAY toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Compact disc weergave U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal 24 nummers van de CD samenstellen, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. Tips Tijdens normale weergave PGM 3 243 Totale speelduur Gekozen muziekstuknummer 4 Druk op de PLAY MODE toets. Het gekozen muziekstuk wordt dan geprogrammeerd. Het muziekstuknummer verschijnt in het uitleesvenster. 5 Om nog andere muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op de CD u toets (of op de CD N toets van de afstandsbediening). Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van de programma-weergave Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PGM” uit het uitleesvenster verdwijnt. Toevoegen van een nummer aan het programma Volg de aanwijzingen 3 en 4 terwijl de programmaweergave gestopt is. Wissen van het gehele muziekprogramma Druk op de CD x stoptoets terwijl de programmaweergave gestopt is. Nummer en verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t Nummer en resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk t Resterende speelduur van de gehele compact disc t Tijdsaanduiding t Nummer en verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t ...... Wanneer het afspelen gestopt is Totale CD speelduur t Tijdsaanduiding t Gekozen geluidsbron t Totale CD speelduur t ...... Opmerking Als een compact disc 25 of meer muziekstukken bevat, zal er vanaf het 25ste muziekstuk in plaats van de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk alleen “---.--” worden aangegeven. 9NL Tuner voor radio-ontvangst Vastleggen van uw favoriete radiozenders In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30 favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de FM en 10 voor de AM afstemband). 1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop totdat het uitleesvenster “TUNER” aangeeft. Het indicatorlampje rond de TUNER BAND toets licht op. 2 Druk op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 3 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk op de TUNING +/– toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening). De frequentie-aanduiding verandert terwijl de tuner de afstemband doorzoekt. Het zoeken stopt wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. Dan verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een stereo radio-uitzending wordt ontvangen). 5 Druk op de MEMORY toets van de afstandsbediening. In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer knipperen. PRESET Voorinstelnummer Vastleggen onder een ander zendernummer Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 2. Tip De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na uitvallen van de stroom ongeveer een dag lang in het afstemgeheugen bewaard blijven. Omschakelen van het AM afsteminterval (niet van toepassing op de modellen voor Europa, het Midden-Oosten en de Filippijnen) Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (bepaalde verkoopgebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op een willekeurige AM zender en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de TUNING + toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, stemt u eerst af op een AM zender en schakelt u het apparaat uit. Dan houdt u de TUNING – toets ingedrukt en schakelt u het apparaat weer in. Luisteren naar de radio –– Geheugenafstemming STEREO 1FM1005 Druk in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE toets totdat de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen en druk dan enkele malen op de TUNING +/– toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening) om op de gewenste zender af te stemmen. TUNED MHz Afstemfrequentie 6 Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om het gewenste zendernummer voor de ontvangen zender te kiezen. 7 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer. 8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Afstemmen op een zender die te zwak doorkomt voor automatische afstemming Op de radiozenders die u hebt vastgelegd in het afstemgeheugen kunt u vlot en gemakkelijk afstemmen (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 10). 1 Draai aan de FUNCTION keuzeknop totdat het uitleesvenster “TUNER” aangeeft. 2 Druk op de TUNER BAND toets om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 3 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk enkele malen op de TUNING +/– toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening) om het nummer te kiezen van de zender die u wilt beluisteren. Uitschakelen van de radio 10NL Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar. Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd Druk in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE toets totdat de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” uit het uitleesvenster verdwijnen en druk dan enkele malen op de TUNING +/– toets (of op de m/M toets van de afstandsbediening) om op de gewenste zender af te stemmen (Handmatig afstemmen). • Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u net zovaak op de STEREO/MONO toets van de afstandsbediening, tot de aanduiding “MONO” in het uitleesvenster oplicht. Nadat de “MONO” aanduiding over het scherm is gerold, verschijnt de afstemfrequentie. De radio-ontvangst zal niet meer in stereo zijn, maar wel beter klinken. • Voor de beste radio-ontvangst kunt u de bijgeleverde antennes bijstellen of een buitenantenne aansluiten. Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Zendernaam* t Afstemfrequentie t Tijdsaanduiding t Zendernaam* t ...... * Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het uitleesvenster worden aangegeven. Tuner voor radio-ontvangst Tips Controleren van de RDS informatie Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (Alleen voor het Europese model) Wat is het Radio Data Systeem? Het Radio Data Systeem (kortweg RDS)* is een speciale radio-informatiedienst waarmee FM-radiozenders naast de gewone radiouitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. * Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders. Ontvangst van RDS radiouitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM afstemband. Bij ontvangst van een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam in het uitleesvenster verschijnen. 11NL Cassette-weergave/opname Andere bedieningsfuncties Een cassette inleggen 1 Druk op TAPE EJECT Z cassetteuitneemtoets. Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de TAPE x toets. Pauzeren Druk op de TAPE X toets. Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Snel vooruit- of terugspoelen Druk in de stopstand op de TAPE m/M snelspoeltoets. Uitnemen van de cassette Druk op de TAPE EJECT Z toets. 2 Plaats een opgenomen/voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder. Met de kant voor afspelen/ opnemen naar u toe gericht Z Y x m M z X ?/1 Een cassette afspelen U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken. 1 Plaats een opgenomen cassette in de cassettehouder. 2 Draai aan de FUNCTION keuzeknop totdat het uitleesvenster “TAPE” aangeeft. De indicatorlampjes rond de TAPE Y en TAPE x toets lichten op. 3 Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om in te stellen op “ ” voor afspelen van één cassettekant, op “ ” voor het eenmaal afspelen van beide kanten, of op “ ”* voor het doorlopend afspelen van beide kanten. * De cassette-weergave zal automatisch stoppen nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen zijn weergegeven. 4 Druk op de TAPE Y toets. Druk nogmaals op de TAPE Y toets om de achterkant weer te geven. Het afspelen begint. 12NL Een cassette opnemen –– CD synchroon-opname/handmatig opnemen/programma-montage U kunt geluidsopnamen maken van compact discs, de radio of een andere aangesloten geluidsbron. U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken. Stap Opnemen van een compact disc (CD synchroon-opname) Handmatig opnemen 1 Plaats een voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder. 2 Plaats de op te nemen compact disc in de disc-lade. 3 Draai aan de FUNCTION keuzeknop Plaats een CD of stem af op de gewenste totdat het uitleesvenster “CD” aangeeft. radiozender. 4 Druk op de CD SYNC toets. Cassette-weergave/opname Draai aan de FUNCTION keuzeknop om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. Druk op de TAPE REC z opnametoets (of op de z REC toets van de afstandsbediening). Het cassettedeck komt in gereedheid voor opnemen. De aanduidingen “ ” en “B” (of “b”) verschijnen. Om te beginnen met opnemen op de van u af gerichte cassettekant, drukt u op de TAPE Y toets zodat de “ ” aanduiding verandert in “ ”. 5 Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om te kiezen voor “ ” als u op een cassettekant wilt opnemen of voor “ ” of “ ” als u op beide kanten wilt opnemen. 6 Druk op de TAPE X pauzetoets. Druk op de TAPE X pauzetoets en start dan de weergave van de op te nemen geluidsbron. Stoppen met opnemen Druk op de TAPE x stoptoets. Tip Bij handmatig opnemen: Om de opname te pauzeren, drukt u op de TAPE X pauzetoets. wordt vervolgd 13NL Een cassette opnemen (vervolg) Opnemen van bepaalde muziekstukken van een CD in zelf gekozen volgorde –– Programma-montage 1 Plaats een voor opnemen geschikte cassette in de cassettehouder. 2 Leg een CD in de disc-lade. 3 Volg de aanwijzingen 1 t/m 5 onder "Programma-weergave" (op blz. 9). 4 Druk op de CD SYNC toets. Het cassettedeck komt in gereedheid voor opnemen en de CD-speler voor weergave. De aanduidingen “ ” en “B” (of “b”) verschijnen en het CD SYNC indicatorlampje licht op. Om te beginnen met opnemen op de van u af gerichte cassettekant, drukt u op de ” aanduiding TAPE Y toets zodat de “ verandert in “ ”. 5 Druk enkele malen op de DIR MODE toets van de afstandsbediening om te kiezen voor “ ” als u op een cassettekant wilt opnemen of voor “ ” of “ ” als u op beide kanten wilt opnemen. 6 Druk op de TAPE X pauzetoets. Voor het Doet u het volgende Stoppen met opnemen Druk op de TAPE x stoptoets. Uitschakelen van de programmamontage Druk enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de aanduiding "PGM" uit het uitleesvenster verdwijnt. Tip Bij de CD-synchroonopname kunt u kiezen welke muziekstukken op welke cassettekant worden opgenomen. Programmeer bij stap 3 eerst de muziekstukken voor de eerste cassettekant en druk dan op de X pauzetoets van de afstandsbediening. Vervolgens programmeert u de muziekstukken voor de tweede cassettekant. Hierbij is het wel nodig de “ ” of “ ” omkeerfunctie te kiezen bij stap 5. Schakelklok-opname van radio-uitzendingen Voor de schakelklok-opname moet de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 7) en moeten er radiozenders zijn vastgelegd (zie “Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz. 10). 1 Stem af op de voorkeurzender opneme (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 10). 2 Plaats een voor opnemen geschikte cassette. 3 Druk op de TIMER SET toets van de afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening totdat er “SET REC” in het uitleesvenster verschijnt. De aanduiding “SET REC” rolt door en de aanduiding “c REC” verschijnt in het uitleesvenster. 5 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “ON TIME” verschijnt en dan gaat het uren-cijfer knipperen. 6 Stel de opname-begintijd in. Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en weer gaat het uren-cijfer knipperen. 7 Stel de opname-eindtijd in op dezelfde manier als bij stap 6. Nu verschijnen de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, de aanduiding “TUNER” en het voorkeurzendernummer, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 8 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. 14NL Wanneer het opnemen begint, wordt de geluidssterkte automatisch in de minimumstand gezet. Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat er “c REC” in het uitleesvenster verschijnt. Daarna verschijnen één voor één de gemaakte instellingen. Annuleren van de schakelklokopname Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat de “c REC” aanduiding in het uitleesvenster dooft. Als u de timer voor schakelklok-opname eenmaal hebt ingesteld, zullen de gekozen instellingen in het geheugen bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al schakelt u de stereo-installatie uit of annuleert u de schakelklok-opname. De laatst gemaakte instellingen zullen weer precies zo gelden, de volgende keer dat u de schakelklok-opnamefunctie inschakelt. Opmerkingen • De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór de gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld. • Als de stereo-installatie op de gekozen opnamebegintijd nog staat ingeschakeld, zal de schakelklok-opname niet plaatsvinden. • Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de schakelklok-opnamefunctie niet in werking treden zolang de sluimerfunctie (en de stereoinstallatie) niet is uitgeschakeld. Cassette-weergave/opname Tip 15NL Geluidregeling Andere handige functies Bijregelen van de geluidsweergave In slaap vallen met muziek Voor een meer dynamisch geluid (Dynamic Sound Generator) Druk op de DSG toets. Om de DSG versterking uit te schakelen, drukt u nogmaals op de DSG toets. Bijregelen van de lage tonen Draai aan de BASS regelaar. U kunt de lage tonen instellen op een van 7 standen. Bijregelen van de hoge tonen Draai aan de TREBLE regelaar. U kunt de hoge tonen instellen op een van 7 standen. — SLEEP timer Met de SLEEP timer kunt u de tijd kiezen waarna u de stereo-installatie automatisch wilt laten uitschakelen. Met deze sluimerfunctie kunt u dus gerust met muziek in slaap vallen. Druk enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Dan verspringt de aanduiding voor de sluimertijd als volgt: AUTO* t 90MIN t 80MIN t 70MIN t … t 10MIN t OFF t AUTO* t … * De wordt de stereo-installatie wordt uitgeschakeld wanneer de weergegeven compact disc of cassette afgelopen is (tot maximaal 100 minuten). Of het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als u de weergave van de CD of cassette eerder stopt. Voor het Drukt u Controleren van de resterende sluimertijd Eenmaal op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Wijzigen van de sluimertijd Enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening totdat de gewenste sluimertijd verschijnt. Annuleren van de SLEEP timer functie Enkele malen op de SLEEP toets van de afstandsbediening totdat er “OFF” wordt aangegeven. Gewekt worden met muziek — DAILY timer wekfunctie Met de DAILY timer kunt u de stereoinstallatie op een vooraf ingesteld tijdstip automatisch laten inschakelen, zodat u met muziek ontwaakt. Voor deze wekfunctie moet wel eerst de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 7). 16NL 1 Breng de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden in gereedheid. • Compact disc: Leg een CD in de disc-lade. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Muziekstukken van een CD voor weergave kiezen” op blz. 9). • Cassette: Plaats een cassette in de houder, met de kant voor afspelen naar u toe gericht. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 10). van de afstandsbediening om de geluidsbron te kiezen waarmee u gewekt wilt worden. Dan verspringt de aanduiding van de geluidsbron als volgt: t TUNER y CD T t TAPE T 9 Druk op de ENTER van de afstandsbediening. Nu verschijnen de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd en de geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 10 Druk op de @/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie uit te zetten. afstandsbediening. 4 Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening totdat er “SET DAILY” in het uitleesvenster verschijnt. Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat er “c DAILY” in het uitleesvenster verschijnt. Daarna verschijnen één voor één de gemaakte instellingen. Annuleren van de wekfunctie Drukt u enkele malen op de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening totdat de “c DAILY” aanduiding in het uitleesvenster dooft. De aanduiding “SET DAILY” rolt door en de aanduiding “c DAILY” verschijnt in het uitleesvenster. 5 Druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “ON TIME” verschijnt en dan gaat het uren-cijfer knipperen. 6 Stel de wektijd of inschakeltijd in. Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. Druk enkele malen op de ./> toets van de afstandsbediening om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets van de afstandsbediening. De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en weer gaat het uren-cijfer knipperen. 7 Stel de uitschakeltijd in op dezelfde Andere handige functies 2 Stel de geluidssterkte naar wens in. 3 Druk op de TIMER SET toets van de 8 Druk enkele malen op de ./> toets Tip Als u de timer-wekfunctie eenmaal hebt ingesteld, zullen de gekozen instellingen in het geheugen bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al schakelt u de stereo-installatie uit of annuleert u de wekfunctie. De laatst gemaakte instellingen zullen weer precies zo gelden, de volgende keer dat u de wekfunctie inschakelt. Opmerkingen • De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór de gekozen wektijd worden ingeschakeld. • Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan de wekfunctie niet in werking treden zolang de sluimerfunctie (en de stereo-installatie) niet is uitgeschakeld. manier als bij stap 6. 17NL Los verkrijgbare apparatuur Tip Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt u er allerlei audio/videoapparatuur op aansluiten. Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet verwisselt. Verbinden met de audio-uitgangen van uw minidisc-recorder/videorecorder Verbinden met de digitale ingangsaansluiting van uw minidisc-recorder* * Als er een kapje op de aansluiting zit, moet u dit verwijderen voordat u de aansluiting gebruikt. 18NL Voor het Doet u het volgende Digitaal opnemen van een CD op minidisc Sluit u een optische kabel aan. Luisteren naar een aangesloten minidisc-speler Draait u aan de FUNCTION keuzeknop totdat er “MD” in het uitleesvenster verschijnt. Luisteren naar een aangesloten videorecorder Draait u aan de FUNCTION keuzeknop totdat er “VIDEO” in het uitleesvenster verschijnt. Als de aanduiding “VIDEO” niet verschijnt wanneer u aan de FUNCTION knop draait, drukt u in de uitstand op de @/1 aan/uit-schakelaar terwijl u de DSG toets ingedrukt houdt. Dan wordt de ingangskeuze omgeschakeld van “MD” naar “VIDEO” en er verschijnt “VIDEO” in het uitleesvenster. Om terug te schakelen naar “MD” voor minidisc-weergave herhaalt u deze stap. Aanvullende informatie Juiste omgang met compact discs Voorzorgsmaatregelen Stroomvoorziening Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid Opstelling • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld wordt aan: — extreme hitte of koude — stof of vuil — erg veel vocht — heftige trillingen — directe zonnestraling. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. Hitte in het inwendige • Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. • Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting in het inwendige te voorkomen. Bij langdurig afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder- en zijpanelen van de behuizing na verloop van tijd erg heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Om oververhitting en storing in de werking te vermijden, mag u de ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken. Voorkomen van beschadiging • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereoinstallatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen dient u de compact disc te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. • Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u de compact disc uit het apparaat te verwijderen. Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Reinigen van de behuizing Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine. Beveiligen van waardevolle bandopnamen Om een cassette tegen per ongeluk wissen of abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals in de afbeelding is aangegeven. Breek het wispreventienokje uit Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Alvorens u een cassette in het deck plaatst Zorg dat eventuele lussen in de band zijn strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Aanvullende informatie • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. • Veeg een compact disc voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. • Plak geen etiketten e.d. op compact discs, want daardoor kan de CD-speler beschadigd worden. • Gebruik voor het reinigen geen vluchtige stoffen. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel. Betreffende cassettes langer dan 90 minuten De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen raken. Reinigen van de bandkoppen Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10 gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór het maken van een belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Demagnetiseren van de bandkoppen Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de bandkoppen en alle metalen onderdelen van het bandloopwerk te demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. 19NL Verhelpen van storingen Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, ga dan als volgt te werk: 1 Controleer eerst of het netsnoer en de luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en stevig vastzitten. 2 Neem de volgende lijst met controlepunten door en volg de aanwijzingen om het probleem op te lossen. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Algemeen De luidsprekers geven geen geluid. • Stel de geluidssterkte wat hoger in. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Controleer of de luidspreker-aansluitingen in orde zijn. Ernstige brom of andere storende geluiden. • Het apparaat staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereo-installatie verder van de TV of videorecorder vandaan. Er knippert “0:00” (of “AM 12:00”) in het uitleesvenster. • De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7) en maak de gewenste schakelklok-instellingen opnieuw (zie blz. 14 en 16). De schakelklok-functies werken niet naar behoren. • Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7). • De Daily Timer wekfunctie en de schakelklokopname zijn niet tegelijk te gebruiken. De aanduidingen “c DAILY” en “c REC” verschijnen niet in het uitleesvenster wanneer u de TIMER SELECT toets van de afstandsbediening indrukt. Een van de luidsprekers geen geen geluid of de weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig. • Controleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers. Compact disc speler Het afspelen van de compact disc begint niet. • Misschien is de compact disc vuil. • Er kunnen krassen op de compact disc zijn. Probeer of een andere CD wel goed wordt afgespeeld. • Misschien is de CD ondersteboven ingelegd, met de label-kant onder. • Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn gecondenseerd. Verwijder de compact disc en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. • De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de “PGM” en “SHUFFLE” aanduidingen uit het uitleesvenster verdwijnen. Cassettedeck Het opnemen lukt niet. • Misschien is er geen cassette in de houder aanwezig. • Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie blz. 19). • De band is geheel naar het einde doorgespoeld. Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven of het geluid klinkt maar heel zacht. • Controleer of de schakelklok-instellingen juist zijn gemaakt (zie blz. 14 en 16). • Controleer of de klok op de juiste tijd is ingesteld (zie blz. 7). • Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen (zie blz. 19). • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 19). Er verschijnen vreemde kleuren op het TV-scherm. Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. • Zet de luidsprekers verder van het TV-toestel vandaan. Het apparaat reageert niet op de afstandsbediening. • Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn. • Richt de afstandsbediening van iets dichterbij recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie. • Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. • Controleer of de batterijen niet verkeerd-om zijn ingelegd. 20NL Luidsprekers • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 19). Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid. • Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig de koppen en het bandloopwerk (zie blz. 19). Teveel ruis of wegvallende hoge tonen. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen (zie blz. 19). Radio-ontvangst (tuner) Ernstige brom of andere storing in de radioontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding). • Richt of verstel de antenne. • De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. • Zorg dat de antennes juist zijn aangesloten. • Let op dat de antennedraad niet is opgerold of opgevouwen. • Misschien is de dubbele FM-antennedraad te ver uiteen getrokken. Repareer de antenne of vervang deze door een nieuwe. • Controleer of de AM-antennedraad te ver van de standaard is losgeraakt. • Houd de antennes en de luidsprekersnoeren bij elkaar uit de buurt. Een FM-stereo uitzending wordt niet in stereo weergegeven. De stereo-installatie terugstellen in de uitgangsstand Zet de stereo-installatie aan en druk de TAPE x toets, de CD x toets en de TUNER BAND toets alle drie tegelijk in. Zo zet u de stereo-installatie terug op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte instellingen, worden hierbij uit het geheugen gewist. U zult deze instellingen dus opnieuw moeten maken. Foutmeldingen Tijdens de bediening kan er soms een van de volgende foutmeldingen in het uitleesvenster oplichten of gaan knipperen. NO DISC • Er is geen compact disc in de disc-lade aanwezig. PGM FULL • U probeert 25 muziekstukken of meer te programmeren. Versterker-gedeelte Europees model: DIN uitgangsvermogen (nominaal): 30 + 30 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 35 + 35 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie): 85 + 85 watt Overige modellen: De volgende metingen zijn verricht bij 230 V wisselstroom, 60 Hz. DIN uitgangsvermogen (nominaal): 27 + 27 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 32 + 32 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) De volgende metingen zijn verricht bij 220 V wisselstroom, 60 Hz. DIN uitgangsvermogen (nominaal): 23 + 23 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 26 + 26 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Ingangen AUDIO IN MD (VIDEO) (tulpstekkerbussen): Gevoeligheid 500/250 mV, impedantie 47 kOhm Uitgangen OPTICAL DIGITAL OUT (CD): Optische stekkerbus PHONES: Voor aansluiten van een hoofdtelefoon met een impedantie van 8 ohm of meer SPEAKER: 6 ohm Aanvullende informatie • Druk op de STEREO/MONO toets zodat er “STEREO” in het uitleesvenster verschijnt. Technische gegevens wordt vervolgd 21NL Technische gegevens (vervolg) Luidsprekers Luidsprekersysteem Compact disc speler Afspeelsysteem Laser Golflengte Frequentiebereik Compact disc digitaal audiosysteem Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu 780 - 790 nm 2 Hz - 20 kHz (±0,5 dB) Luidsprekereenheden Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht Algemeen Cassettedeck Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo Frequentiebereik 50 - 13000 Hz (±3 dB) met Sony TYPE I normaalband-cassette Snelheidsfluctuaties ±0,15% Gewogen piekniveau (IEC) 0,1% Gewogen R.M.S. (NAB) ±0,2% Gewogen piekniveau (DIN) Stroomvoorziening Europees model: Overige modellen: Stroomverbruik Europees model: Tuner-gedeelte 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 110 - 120 V of 220 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Omschakelbaar met spanningskiezer Zie het naamplaatje 0,5 watt (in de stroombesparingsstand) Zie het naamplaatje FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming Overige modellen: FM afstemtrap Afmetingen (b/h/d) Ca. 190 × 252 × 345 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht Ca. 5,6 kg Bijgeleverd toebehoren: Afstandsbediening (1) AM-kaderantenne (1) FM-draadantenne (1) Batterijen (2) Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 87,5 - 108,0 MHz (afsteminterval 50 kHz) FM-draadantenne 75 ohm, asymmetrisch 10,7 MHz AM afstemtrap Afstembereik Europees model: Overige modellen: Antenne Tussenfrequentie 22NL 2-wegsysteem, in basreflexkast Lagetonen-luidspreker, conus 12 cm Hogetonen-luidspreker, koepel 2,5 cm 6 ohm Ca. 150 × 252 × 255 mm Ca. 2,6 kg per luidsprekerbox 531 - 1602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) 530 - 1710 kHz (met afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 - 1602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) AM-kaderantenne, externe antenne-aansluitingen 450 kHz Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving.
1 / 1

Sony CMT-CP100 de handleiding

Categorie
CD-radio's
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor