Nikon COOLPIX S6900 Referentie gids

Type
Referentie gids
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Nl
Inleiding
i
Inhoudsopgave
xii
Onderdelen van de camera
1
De opname voorbereiden
10
Basisbewerkingen voor opname en weergave
15
Opnamefuncties
24
Weergavefuncties
58
Films opnemen en weergeven
80
Menu's gebruiken
87
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
141
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
145
Technische opmerkingen
154
i
Inleiding
Inleiding
Om het maximum uit dit product van Nikon te halen, leest u aandachtig “Voor uw
veiligheid” (Avi–viii) en “Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)” (Ax) en alle andere
instructies en bewaart u deze waar ze worden gelezen door iedereen die de camera
gebruikt.
Als u de camera onmiddellijk wilt gebruiken, raadpleegt u “De opname
voorbereiden” (A10) en “Basisbewerkingen voor opname en weergave” (A15).
Andere informatie
Symbolen en conventies
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden in deze handleiding
“geheugenkaarten” genoemd.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de
namen van knoppen of meldingen die op de computermonitor verschijnen,
worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen
weggelaten om aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
Lees dit eerst
Symbool Beschrijving
B
Dit symbool staat bij waarschuwingen en informatie die moeten
worden gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
C
Dit symbool staat bij opmerkingen en informatie die moeten
worden gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
A
Dit pictogram verwijst naar andere pagina's met relevante
informatie.
ii
Inleiding
De camerariem bevestigen
iii
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online
beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde
vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor
meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Bezoek de
onderstaande website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk
Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische standaarden
en bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk
Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetlaadadapters, lichtnetadapters en USB-
kabels), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera
van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze
elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN
VERVAARDIGD, KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN
VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van derden die het Nikon holografische zegel
niet dragen, kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de
batterijen oververhit raken, ontbranden, barsten of lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door
Nikon erkende leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis),
kunt u best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect
aan uw camera.
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan
dat dit apparaat een origineel Nikon-
product is.
iv
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een
archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
De illustraties en monitorinhoud in deze handleiding kunnen afwijken van het eigenlijke
product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties
van de hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk
gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit
product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze
handleidingen juist en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op
de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie
voor de adresgegevens).
Mededelingen over het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk
strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van
(plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van
een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld,
munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf
door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post) zegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve
wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door
een bedrijf. Evenmin toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid
uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken, zoals
boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt
gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product
niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
v
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia,
zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens
niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het
soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen,
wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf
verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te
werpen of aan een ander over te dragen. U kunt het medium ook eerst formatteren en
vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten
(bijvoorbeeld beelden van de lucht). Vergeet ook niet eventuele beelden te vervangen die
u voor de optie Selecteer beeld bij de instelling Welkomstscherm (A87) hebt
geselecteerd in het setup-menu. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van
opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Om de Wi-Fi-instellingen te verwijderen, selecteert u Standaardwaarden herstellen in
het Wi-Fi-optiemenu (A87).
vi
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk vermelde
veiligheidsvoorschriften worden aangeduid door middel van het volgende symbool:
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetlaadadapter komt,
koppel de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let
hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit
tot letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd resp. de stekker uit het stopcontact is
gehaald, dient het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden
nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de camera of lichtnetlaadadapter kan leiden
tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd.
Als de camera of de lichtnetlaadadapter door een val of ander ongeluk openbreekt,
haalt u de stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u de batterij en laat u het
product nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of lichtnetlaadadapter niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij of andere kleine onderdelen niet in hun
mond kunnen stoppen.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit
Nikon-product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt
voorkomen.
vii
Inleiding
Vermijd langdurig contact met de camera, lichtnetlaadadapter of
lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in gebruik
zijn
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de apparaten voor langere tijd in direct
contact komen met de huid, dan kan dit lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op plaatsen waar het blootstaat aan
extreem hoge temperaturen, zoals een afgesloten auto of in direct
zonlicht
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat schade of brand
veroorzaken.
Ga voorzichtig om met de batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken, oververhit raken of ontploffen. Let op
de volgende punten bij het gebruik van de batterij in combinatie met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de batterij verwisselt. Wanneer u de
lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter gebruikt, dient u zeker te zijn dat de stekker is
uitgetrokken.
Gebruik enkel een oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd). Laad de
batterij op door een camera te gebruiken die het opladen van batterijen
ondersteunt. Daartoe gebruikt u de lichtnetlaadadapter EH-71P (meegeleverd) en
USB-kabel UC-E21 (meegeleverd). De batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar) kan
ook worden gebruikt om de batterij zonder camera op te laden.
Probeer de batterij niet ondersteboven of achterstevoren in de camera te
plaatsen.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel
verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of buitensporige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat deze niet vochtig wordt.
Plaats de batterij in een plastic zak enz. om ze te isoleren voordat u ze
transporteert. Vervoer of bewaar de batterij niet bij metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterij te verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij wanneer zich een verandering
voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit een
beschadigde batterij onmiddellijk af met veel water.
Neem bij gebruik van de lichtnetlaadadapter de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de lichtnetlaadadapter droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt van de lichtnetlaadadapter tijdens
onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
viii
Inleiding
Voorkom beschadigingen of veranderingen aan de USB-kabel. Trek de kabel niet
met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de kabel en
stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat de kabel dan door een door Nikon erkende
servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan
dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
Raak de stekker of de lichtnetlaadadapter niet met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik geen converters of adapters om van de ene spanning naar de andere
spanning om te schakelen en gebruik geen DC-naar-AC-omvormers. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het product beschadigen of leiden
tot oververhitting of brand.
Gebruik de geschikte stroombron (batterij, lichtnetlaadadapter,
lichtnetadapter, USB-kabel)
Wanneer u een stroombron gebruikt die niet door Nikon wordt geleverd of verkocht,
kan dit schade of storingen veroorzaken.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de
objectiefbescherming of andere bewegende delen.
Als u een flitser dichtbij de ogen van een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dat tijdelijk oogletsel veroorzaken
De flitser mag niet minder dan 1 meter van het onderwerp worden gehouden.
Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking
komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat brand of brandwonden
veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan
de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Schakel de camera uit in een vliegtuig of ziekenhuis
Zet de camera uit als u zich in een vliegtuig bevindt en dit gaat opstijgen of landen.
Gebruik draadloze netwerkfuncties niet in een vliegtuig. Volg de geldende regels in
een ziekenhuis bij gebruik in een ziekenhuis. De elektromagnetische straling die door
deze camera wordt geproduceerd, kan de elektronische systemen van het vliegtuig
of de instrumenten in het ziekenhuis van slag brengen. Als u een Eye-Fi-kaart
gebruikt, dient u deze uit de camera te halen voor u aan boord van een vliegtuig
stapt of een ziekenhuis binnengaat.
ix
Inleiding
Mededeling voor Europese klanten
OPGELET
GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ALS DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR
EEN VERKEERD TYPE.
DOE GEBRUIKTE BATTERIJEN VOLGENS DE INSTRUCTIES WEG.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via
gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden
ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit
product niet weg als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen
en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan
door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet
worden ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi
niet samen met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
x
Inleiding
Dit product valt onder de exportvoorschriften van de Verenigde Staten; u dient
toelating te verkrijgen van de regering van de Verenigde Staten als u dit product
exporteert of opnieuw exporteert naar een land waarvoor de Verenigde Staten een
embargo heeft afgekondigd. De volgende landen waren onderworpen aan een
embargo: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië. Omdat deze lijst met landen kan
wijzigen, dient u voor de recentste informatie contact op te nemen met het
Ministerie van Handel van de Verenigde Staten.
Beperkingen voor draadloze apparaten
De draadloze zender/ontvanger in dit product voldoet aan de voorschriften voor
draadloze toepassingen in het land van verkoop en is niet bedoeld voor gebruik in
andere landen (producten die in de EU of EFTA werden aangeschaft, kunnen gelijk
waar in de EU en EFTA worden gebruikt). Nikon is niet aansprakelijk voor gebruik in
andere landen. Gebruikers die niet zeker weten wat het originele land van aankoop
is, dienen contact op te nemen met hun lokaal Nikon-servicecenter of met een door
Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Deze beperking geldt alleen voor
draadloos gebruik en niet voor enig ander gebruik van het product.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat de COOLPIX S6900 in overeenstemming is
met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op
http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_S6900.pdf.
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)
xi
Inleiding
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van radiotransmissies
Hou er altijd rekening mee dat gegevens die via radiogolven worden verzonden of
ontvangen, kunnen worden onderschept door derden. Merk op dat Nikon niet
verantwoordelijk is voor gegevens- of informatielekken die tijdens de
gegevensoverdracht kunnen optreden.
Persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die op het product is geregistreerd en geconfigureerd, zoals
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie,
kan worden gewijzigd en verloren gaan ten gevolge van bedieningsfouten,
statische elektriciteit, ongevallen, storingen, herstellingen of andere
gebeurtenissen. Bewaar altijd afzonderlijke kopieën van belangrijke informatie.
Nikon is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade of winstderving ten
gevolge van verandering of verlies van inhoud die niet toe te schrijven is aan
Nikon.
Voor u dit product weggooit of het overdraagt aan een andere eigenaar, voert u
Standaardwaarden in het setup-menu (A87) uit om alle in het product
geregistreerde en geconfigureerde gebruikersinformatie te verwijderen, zoals
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie.
xii
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding......................................................................................................................... i
Lees dit eerst................................................................................................................................. i
Andere informatie ........................................................................................................................................ i
De camerariem bevestigen ................................................................................................................... ii
Informatie en voorzorgsmaatregelen ............................................................................................ iii
Voor uw veiligheid .................................................................................................................. vi
WAARSCHUWINGEN ................................................................................................................................. vi
Mededelingen........................................................................................................................... ix
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)............................................................................................ x
Onderdelen van de camera ................................................................................... 1
De camerabody ......................................................................................................................... 1
De monitor openen en de hoek aanpassen ............................................................................... 2
De camerastandaard gebruiken ......................................................................................................... 3
Het aanraakpaneel bedienen ............................................................................................................... 4
De monitor .................................................................................................................................. 6
Opnamestand ................................................................................................................................................ 6
Weergavestand ............................................................................................................................................. 8
De opname voorbereiden.................................................................................... 10
Plaats de batterij en de geheugenkaart ......................................................................... 10
De batterij of geheugenkaart verwijderen................................................................................ 10
Geheugenkaarten en intern geheugen...................................................................................... 10
De batterij opladen ................................................................................................................ 11
Schakel de camera in en stel de weergavetaal, datum en tijd in .......................... 13
Basisbewerkingen voor opname en weergave............................................ 15
Opname met Autom. scènekeuzekn.-modus............................................................... 15
De zoom gebruiken................................................................................................................................. 17
De ontspanknop........................................................................................................................................ 17
De voorontspanknop gebruiken..................................................................................................... 18
Aanraakopname ........................................................................................................................................ 18
Beelden afspelen..................................................................................................................... 19
Beelden wissen ........................................................................................................................ 20
De opnamestand wijzigen .................................................................................................. 22
De flitser, zelfontspanner enz. gebruiken ...................................................................... 23
Films opnemen........................................................................................................................ 23
xiii
Inhoudsopgave
Opnamefuncties...................................................................................................... 24
d (Autom. scènekeuzekn.)-stand................................................................................... 24
Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde onderwerpen) .............................. 25
Tips en opmerkingen.............................................................................................................................. 27
Opnemen met eenvoudig panorama ......................................................................................... 31
Weergave met eenvoudig panorama.......................................................................................... 33
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname).............................. 34
Stand Slim portret (beelden van lachende gezichten vastleggen)...................... 36
Glamourstand (Menselijke gezichten verbeteren bij opname) ............................. 37
Gebruik van Zelf-collage....................................................................................................................... 38
A (Auto)-stand ...................................................................................................................... 39
Sneleffecten gebruiken......................................................................................................................... 40
De zelfontspanner gebruiken met de functie handgebaren.................................. 41
Flitsstand.................................................................................................................................... 43
Zelfontspanner ........................................................................................................................ 45
Macro-stand (nemen van close-upfoto's) ...................................................................... 46
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen) ...................................................... 47
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.) .................................................. 48
Scherpstellen............................................................................................................................ 50
Gezichtsherkenning gebruiken........................................................................................................ 50
De functie Huid verzachten gebruiken ....................................................................................... 51
AF met doelopsporing gebruiken.................................................................................................. 52
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus.......................................................... 53
Scherpstelvergrendeling...................................................................................................................... 54
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt........................... 55
Weergavefuncties ................................................................................................... 58
Zoomweergave ....................................................................................................................... 58
Miniatuurweergave/Kalenderweergave ........................................................................ 59
Stand Favoriete beelden...................................................................................................... 60
Beelden toevoegen aan albums ..................................................................................................... 60
Beelden in albums weergeven......................................................................................................... 61
Beelden verwijderen uit albums...................................................................................................... 62
Het pictogram Album wijzigen........................................................................................................ 63
Stand Automatisch sorteren............................................................................................... 64
Stand Sorteer op datum....................................................................................................... 65
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) weergeven en wissen ............ 66
Beelden in een reeks weergeven.................................................................................................... 66
Beelden in een reeks wissen .............................................................................................................. 67
Beelden bewerken (foto's)................................................................................................... 68
Voor beelden worden bewerkt........................................................................................................ 68
xiv
Inhoudsopgave
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen .................................................................................. 68
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren .................................................. 69
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren .................................................................... 70
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname met flitser ....................... 70
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren.............................................. 71
Paint: (Schrijven en tekenen op beelden).................................................................................. 73
Uitrekken: Beelden uitrekken ............................................................................................................ 75
Perspectiefcorrectie: Het perspectief aanpassen.................................................................. 76
Selectief verzachten: De achtergrond onscherp maken.................................................. 77
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen................................................................... 78
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken.................................................................................. 79
Films opnemen en weergeven........................................................................... 80
Foto's vastleggen tijdens filmopname ........................................................................... 83
Bediening tijdens filmweergave ....................................................................................... 84
Films bewerken ....................................................................................................................... 85
Het gewenste gedeelte uit een opgenomen film halen en opslaan....................... 85
Eén beeld van een film als foto opslaan .................................................................................... 86
Menu's gebruiken.................................................................................................... 87
Het opnamemenu (voor stand A (Automatisch)).................................................... 89
Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)...................................................................... 89
Aanraakopname ........................................................................................................................................ 91
Witbalans (Tint aanpassen) ................................................................................................................. 94
Continu-opnamen ................................................................................................................................... 96
ISO-waarde.................................................................................................................................................... 99
Kleuropties ................................................................................................................................................. 100
AF-veldstand ............................................................................................................................................. 101
Autofocus-stand ..................................................................................................................................... 104
Sneleffecten ............................................................................................................................................. 104
Het menu Slim portret ....................................................................................................... 105
Huid verzachten .................................................................................................................................... 105
Glimlachtimer........................................................................................................................................... 106
Knipperdetectie ...................................................................................................................................... 107
Het Glamourstand-menu.................................................................................................. 108
Zelf-collage ............................................................................................................................................... 108
Het Weergavemenu............................................................................................................ 109
Mark. voor upload. via Wi-Fi ........................................................................................................... 109
Diashow ....................................................................................................................................................... 110
Beveiligen.................................................................................................................................................... 111
Beeld draaien ........................................................................................................................................... 111
Spraakmemo............................................................................................................................................. 112
xv
Inhoudsopgave
Kopiëren (Kopiëren tussen geheugenkaart en intern geheugen).......................... 113
Reeksweergaveopties ........................................................................................................................ 114
Kies hoofdfoto ........................................................................................................................................ 114
Het beeldselectiescherm .................................................................................................................. 115
Het filmmenu ........................................................................................................................ 116
Filmopties ................................................................................................................................................... 116
Openen met HS-beelden.................................................................................................................. 120
Autofocus-stand .................................................................................................................................... 120
Film VR .......................................................................................................................................................... 121
Windruisreductie.................................................................................................................................... 122
Beeldsnelheid .......................................................................................................................................... 122
Het Wi-Fi optiesmenu ........................................................................................................ 123
Toetsenbord tekstinvoer bedienen............................................................................................ 124
Het setup-menu ................................................................................................................... 125
Welkomstscherm ................................................................................................................................... 125
Tijdzone en datum ................................................................................................................................ 126
Monitorinstellingen .............................................................................................................................. 128
Datumstempel......................................................................................................................................... 130
Foto VR.......................................................................................................................................................... 131
Bewegingsdetectie............................................................................................................................... 132
AF-hulplicht ............................................................................................................................................... 133
Digitale zoom .......................................................................................................................................... 133
Geluidsinstellingen ............................................................................................................................... 134
Automatisch uit ..................................................................................................................................... 134
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren ........................................................................ 135
Taal/Language ......................................................................................................................................... 136
HDMI ............................................................................................................................................................. 136
Opladen via computer........................................................................................................................ 137
Knipperwaarsch. ..................................................................................................................................... 138
Uploaden via Eye-Fi.............................................................................................................................. 139
Standaardwaarden................................................................................................................................ 140
Firmware-versie ...................................................................................................................................... 140
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken ............................................. 141
De software installeren op het smart-apparaat........................................................ 141
Het smart-apparaat verbinden met de camera ........................................................ 142
Vooraf beelden op de camera selecteren die u naar een smart-apparaat wil
overzetten .............................................................................................................................. 144
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer............... 145
De camera aansluiten op een televisie (beelden weergeven op een televisie)
.................................................................................................................................................... 147
xvi
Inhoudsopgave
De camera op een printer aansluiten (Direct Print) ................................................ 148
De camera op een printer aansluiten........................................................................................ 148
Beelden één voor één afdrukken ................................................................................................. 149
Meerdere beelden afdrukken......................................................................................................... 150
Gebruik van ViewNX 2 (Beelden naar een computer overzetten) ..................... 152
Installeren ViewNX 2 ............................................................................................................................ 152
Beelden naar een computer overzetten ................................................................................. 152
Technische opmerkingen.................................................................................. 154
Verzorging van het product............................................................................................. 155
De camera .................................................................................................................................................. 155
De batterij ................................................................................................................................................... 156
De lichtnetlaadadapter....................................................................................................................... 157
Geheugenkaarten.................................................................................................................................. 158
Reinigen en opbergen ....................................................................................................... 159
Reinigen ....................................................................................................................................................... 159
Opslag........................................................................................................................................................... 159
Foutmeldingen..................................................................................................................... 160
Problemen oplossen........................................................................................................... 164
Bestandsnamen.................................................................................................................... 171
Optionele accessoires ........................................................................................................ 172
Specificaties ........................................................................................................................... 173
Goedgekeurde geheugenkaarten............................................................................................... 177
Index......................................................................................................................................... 179
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
3 5 6 74
8
9
21
14
13 12
16
15
11
10
Objectiefbescherming
gesloten
1
Oogje voor camerariem.......................... ii
2
b (filmopname)-knop..........................23
3
Ontspanknop.............................................. 16
4
Zoomknop.................................................... 17
f: Groothoek.......................................17
g: Tele ........................................................17
h: Miniatuurweergave..................59
i: Zoomweergave.............................58
5
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
............................................................................. 13
6
Wi-Fi-knop .......................................142, 144
7
Zelfontspannerlampje .......................... 45
AF-hulpverlichting
8
Microfoon (stereo)................................112
9
Objectief
10
Luidspreker
11
Objectiefbescherming
12
Voorontspanknop....................................18
13
Flitser................................................................43
14
Deksel aansluitingen...........................145
15
HDMI-micro-aansluiting (Type D)
...........................................................................145
16
Micro-USB-aansluiting........................145
2
Onderdelen van de camera
De monitor openen en de hoek aanpassen
De richting en hoek van de monitor op deze camera kan worden aangepast. Voor
normale opname vouwt u de monitor tegen de achterkant van de camera, naar voren
gericht (3).
Om de monitor te beschermen tegen krassen en vuil terwijl u
de camera draagt of niet gebruikt, sluit u de monitor zodat
deze naar binnen tegen de achterkant van de camera is
gericht.
B Opmerkingen over de monitor
Voer bij het bewegen van de monitor geen buitensporige kracht uit en zorg ervoor dat u
hem traag binnen het aanpasbare bereik draait.
1
2
3
4
6 5
1
Camerastandaard........................................3
2
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf................................10
3
Deksel van de stroomaansluiting
(voor aansluiting met optionele
lichtnetadapter)
4
Statiefaansluiting...................................175
5
N-Mark (NFC-antenne).............142, 144
6
Monitor..............................................................6
180°90°
3
Onderdelen van de camera
De camerastandaard gebruiken
Plaats de batterij in de camera (A10) en open de monitor 180
graden. Plaats uw vinger onder de camerastandaard (LIFT TO
OPEN) (1) en grijp hem met uw vingers om hem naar buiten te
trekken (2). U kunt de camerastandaard gebruiken in de volledig
open positie (87 graden) of in de gedeeltelijk open positie waar hij
op z'n plaats klikt (67 graden) (3).
B Opmerkingen over de camerastandaard
Als de hoek van de camerastandaard is ingesteld op een hoek die anders is dan de
hierboven vermelde hoeken, dan kan de camera onstabiel worden en omvallen. Pas de
hoek zo aan dat de camera stabiel is en zorg ervoor dat de camera op een vlak en
stabiel oppervlak staat voordat u hem gebruikt.
Zorg ervoor dat u de camerastandaard naar binnen vouwt voordat u de monitor
terugdraait naar de gesloten positie tegen de achterkant van de camera.
Open de camerastandaard niet met geweld (meer dan 87 graden). Dit zou tot schade aan
de camera kunnen leiden.
C Tip voor het gebruik van de camerastandaard
Als u de camerastandaard gebruikt met de functie handgebaren (A41) of Zelf-collage
voor glamourmodus (A38), dan is het eenvoudig om zelfportretten te maken.
67˚
87˚
4
Onderdelen van de camera
Het aanraakpaneel bedienen
De monitor op deze camera is een aanraakscherm die met de vinger wordt bediend.
Voer de hieronder beschreven acties uit om het aanraakpaneel te bedienen.
Tikken
Tik op het aanraakpaneel.
Gebruik deze handeling om:
Pictogrammen te selecteren
Beelden te selecteren in miniatuurweergave
Aanraakopnamen te maken
Slepen
Sleep uw vinger over het aanraakpaneel en
verwijder hem van het aanraakpaneel.
Gebruik deze handeling om:
Door beelden te scrollen in schermvullende
weergave
Het zichtbare gedeelte van een met
zoomweergave vergroot beeld te verplaatsen
Schuifbalken te verplaatsen zoals bij de aanpassing van de belichtingscorrectie
Spreiden/Knijpen
Spreid twee vingers uit elkaar/knijp twee
vingers samen.
Gebruik deze handeling om:
In te zoomen/uit te zoomen op een beeld in
weergavestand
Te schakelen van schermvullende weergave
naar miniatuurweergave
5
Onderdelen van de camera
B Opmerkingen over het aanraakpaneel
Het aanraakpaneel van deze camera werkt met statische elektriciteit. Mogelijk reageert
het niet als u het aanraakt met vingernagels of vingers die in handschoenen zitten.
Raak het aanraakpaneel niet aan met puntige voorwerpen.
Voer geen onnodige druk uit op het aanraakpaneel.
Het aanraakpaneel reageert mogelijk niet als een in de handel verkrijgbare folie is
aangebracht.
B Opmerkingen over handelingen op het aanraakpaneel
De camera werkt mogelijk niet goed als u uw vinger te lang op één plaats houdt.
Wanneer u uw vingers sleept, spreidt of knijpt, werkt de camera mogelijk niet goed als u
een van de volgende handelingen uitvoert:
- Uw vinger van het aanraakpaneel halen
- Uw vinger over een te korte afstand slepen
- Het aanraakpaneel te zacht aanraken
- Uw vinger te snel bewegen
- De vingers niet tegelijk bewegen wanneer u ze spreidt of knijpt
Het aanraakpaneel werkt mogelijk niet goed als iets anders het aanraakpaneel aanraakt
wanneer uw vingers het aanraken.
6
Onderdelen van de camera
De informatie die op de monitor wordt weergegeven tijdens opname en weergave
is afhankelijk van de instellingen en de gebruikstoestand van de camera.
Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld
en wanneer u de camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden
(wanneer Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in
Monitorinstellingen (A128)).
Opnamestand
De monitor
999
999
29
m
0s
29
m
0s
400
400
HDR
HDR
120
120
60
60
AF
AF
H
H
L
L
16
17
18
19
20
4
65
1
2
11
15
14
12
13
7
8
9
10
3
1
Eye-Fi-communicatieaanduiding
.......................................................................... 139
2
Wi-Fi-communicatieaanduiding
................................................................123, 142
3
Foto VR-pictogram............................... 131
4
Film VR-pictogram................................ 121
5
Bewegingsdetectie-pictogram..... 132
6
Windruisreductie................................... 122
7
Pictogram Sneleffecten..............40, 104
8
Glimlachtimer.......................................... 106
9
Dierenp. autom. ontsp.......................... 30
10
Foto's vastleggen (tijdens
filmopname)................................................83
11
Continu-opnamestand.........................96
12
Uit de hand/statief...........................27, 28
13
Tegenlicht (HDR).......................................29
14
Pictogram Knipperdetectie............. 107
15
Zoomaanduiding .............................17, 46
16
Scherpstelaanduiding ...........................16
17
Filmopties (films met normale
snelheid)......................................................116
18
Filmopties (HS-films)............................117
19
Beeldmodus.................................................89
20
Eenvoudig panorama............................31
7
Onderdelen van de camera
999
999
29
m
0s
29
m
0s
400
400
999
999
9999
9999
PRE
PRE
F3.3
F3.3
1/2 5 0
1/250
34
40
24232221
38
4443
49
50
47
52
51
48
46
45
42
41
39
37
36 35
2625
29
32
27
30
31
28
33
21
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
................................................................102, 103
22
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
dierherkenning)...............30, 36, 50, 101
23
Scherpstelveld (centrum)....................54
24
Scherpstelveld (AF met
doelopsporing)................................52, 102
25
Aanduiding batterijniveau .................14
26
Aansluitaanduiding
lichtnetlaadadapter
27
Handgebaren..............................................41
28
Aanraak-AF-annulering.........................93
29
Zelf-collage .................................................. 38
30
Pictogram menuscherm
................87, 89, 105, 108, 116, 123, 125
31
Opnamestand
......................15, 22, 24, 25, 34, 36, 37, 39
32
Weergavestand (schakelt naar
weergavestand) ........................................19
33
Nieuwe weergave van informatie
...................................................................23, 128
34
Aantal resterende opnamen
(foto's).............................................................. 14
35
Aanduiding intern geheugen...........14
36
Resterende filmopnametijd...............23
37
Diafragmawaarde.....................................17
38
Sluitertijd........................................................17
39
Datumstempel........................................130
40
ISO-waarde...................................................99
41
Flitseraanduiding......................................43
42
Flitsstand........................................................43
43
Pictogram Reisbestemming........... 126
44
Aanduiding “Datum niet ingesteld”
...........................................................................165
45
Aanduiding zelfontspanner...............45
46
Macro-stand.................................................46
47
Kleuropties.................................................100
48
Belichtingscorrectiewaarde...............47
49
Witbalansstand..........................................94
50
Huid verzachten..................................... 105
51
Scherm schuifknop .................26, 35, 37
52
Aanduiding “Instellingen gewijzigd”
8
Onderdelen van de camera
Weergavestand
9999.
JPG9999.
JPG
999
/
999999
/
999
1515
/
1111
/
20142014 15:5 : 303015
/
11
/
2014 15 : 30
18
19
21
20
16
17
5
6
7
8
9
10
11
12 1514
13
4
3
2
1
22 23 24
1
Selectief verzachten-pictogram...... 77
2
Perspectiefcorrectie-pictogram...... 76
3
Uitrekken-pictogram..............................75
4
Paint-pictogram........................................73
5
Eye-Fi-communicatieaanduiding
.......................................................................... 139
6
Beveiligingspictogram....................... 111
7
Reeksweergave (wanneer
Individuele foto's is geselecteerd)
.......................................................................... 114
8
Spraakmemo-aanduiding................ 112
9
Pictogram Glamour-retouchering
............................................................................. 71
10
Pictogram Sneleffecten........................ 68
11
D-Lighting-pictogram...........................70
12
Pictogram Snel retoucheren............. 69
13
Pictogram Rode-ogencorrectie.......70
14
Uitsnede-pictogram .......................58, 79
15
Pictogram Kleine afbeelding.............78
16
Aanduiding batterijniveau..................14
17
Aansluitaanduiding
lichtnetlaadadapter
18
Sneleffecten
19
Beeldmodus.................................................89
20
Eenvoudig panorama............................33
21
Filmopties...................................................116
22
Albumpictogram in stand Favoriete
beelden...........................................................60
23
Categoriepictogram in stand
Automatisch sorteren............................64
24
Pictogram Sorteer op datum ............65
9
Onderdelen van de camera
C Het scherm van de monitor draaien
Het scherm van de monitor draait automatisch zoals hieronder getoond, afhankelijk van
hoe de camera is georiënteerd.
Het scherm van de monitor draait niet tijdens filmopname of filmweergave.
Het scherm van de monitor draait niet wanneer een menuscherm wordt weergegeven
(vastgezet in horizontale richting).
9999.
JPG
9999.
JPG
999
/
999
999
/
999
15
15
/
11
11
/
2015
2015
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2015 15 : 30
9999
/
9999
9999
/
9999
00
s
00
s
29
m
00
00
s
29
m
00
s
999
/
999
999
/
999
32 31
27
29
30
33
35
34
26
25
28
25
Pictogram menuscherm
............................................. 87, 109, 123, 125
26
Opnamestand (schakelt naar
opnamestand)............................................19
27
Weergavestand ..........................60, 64, 65
28
Nieuwe weergave van informatie
.......................................................................... 128
29
Nummer huidig beeld/
totaal aantal beelden
30
Filmduur of verstreken weergavetijd
31
Aanduiding intern geheugen
32
Opnametijd
33
Opnamedatum
34
Bestandsnummer en -type..............171
35
Weergave Eenvoudig panorama
Reeksweergave
Filmweergave
8 80
880
25
m
0s
25
m
0s
8 80
880
25
m
0s
25
m
0s
10
De opname voorbereiden
De opname voorbereiden
Met de positieve en negatieve polen van de batterij op de goede plaats,
verplaatst u de oranje batterijvergrendeling (3) en plaatst u de batterij volledig in
het vak (4).
Schuif de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt (5).
Let op dat u de batterij of geheugenkaart niet ondersteboven of omgekeerd
plaatst; dit kan tot een storing leiden.
B Een geheugenkaart formatteren
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander
apparaat werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Plaats de
geheugenkaart in de camera, tik op F en selecteer Geheugenkaart form. in het setup-
menu (A87).
De batterij of geheugenkaart verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor zijn
uitgeschakeld en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Verplaats de batterijvergrendeling om de batterij eruit te halen.
Duw de geheugenkaart voorzichtig in de camera om de geheugenkaart
gedeeltelijk uit te werpen.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de camera, batterij en geheugenkaart
onmiddellijk na het gebruik van de camera, want zij kunnen heel warm worden.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Cameragegevens, zoals beelden en films, kunnen worden opgeslagen in het interne
geheugen van de camera of op een geheugenkaart. Om het interne geheugen van
de camera te gebruiken, dient u de geheugenkaart te verwijderen.
Plaats de batterij en de geheugenkaart
Batterijvergrendeling Geheugenkaartsleuf
11
De opname voorbereiden
1 Als de batterij op zijn plaats zit, sluit u de camera op het
lichtnet aan.
Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u hem op de
lichtnetlaadadapter. Zodra deze twee aan elkaar vast zitten, kan het product
beschadigd raden als u de stekkeradapter met geweld probeert los te maken.
* De vorm van de stekkeradapter is afhankelijk van het land of de regio waar de
camera werd aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de
stekkeradapter permanent op de lichtnetlaadadapter bevestigd is.
Het camera-aan-lampje knippert traag oranje om aan te geven dat de batterij
wordt opgeladen.
Wanneer het laden is voltooid, wordt het camera-aan-lampje uitgeschakeld. Het
duurt ongeveer 2 uur om een volledig lege batterij op te laden.
De batterij kan niet worden opgeladen wanneer het camera-aan-lampje snel
oranje knippert, mogelijk wegens een van de hieronder beschreven redenen.
- De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden.
- De USB-kabel of lichtnetlaadadapter is niet goed aangesloten.
- De batterij is beschadigd.
2 Koppel de lichtnetlaadadapter los van het stopcontact en
koppel daarna de USB-kabel los.
De batterij opladen
USB-kabel (meegeleverd)
Camera-aan-lampje
Stopcontact
Lichtnetlaadadapter
12
De opname voorbereiden
B Opmerkingen over de USB-kabel
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de
UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een
hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
B Opmerkingen over het laden van de batterij
De camera kan worden gebruikt terwijl de batterij wordt opgeladen, maar de oplaadtijd
neemt toe.
Als de batterij zo goed als leeg is, kunt u de camera niet gebruiken terwijl de batterij
wordt opgeladen.
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-71P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-
lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon. Als u deze waarschuwing niet
in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
C Opladen met een computer of batterijlader
U kunt de batterij ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer.
U kunt de batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar) gebruiken om de batterij op te laden
zonder de camera te gebruiken.
13
De opname voorbereiden
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt het
taalkeuzescherm en het instelscherm voor de datum en de tijd voor de cameraklok.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de
camera aan te zetten.
De monitor schakelt in.
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de
camera uit te zetten.
2 Tik op de gewenste
taal.
3 Tik op Ja.
4 Tik op GH om uw eigen tijdzone
te selecteren en tik vervolgens op
I.
Tik op p om W weer te geven boven de kaart
en de zomertijd in te schakelen. Tik op p om
uit te schakelen.
5 Tik om de datumnotatie te selecteren.
Schakel de camera in en stel de
weergavetaal, datum en tijd in
Taal/Language
Eigen tijdzone
14
De opname voorbereiden
6 Stel de datum en tijd in en tik op I.
Tik op een veld dat u wenst te wijzigen en tik
vervolgens op BC om de datum en tijd in te
stellen.
7 Wanneer het bevestigingsvenster
wordt weergegeven, tikt u op Ja.
Wanneer de instellingen klaar zijn, schuift het
objectief uit.
Het opnamescherm wordt weergegeven en u
kunt foto's nemen in autom. scènekeuzekn.-
modus.
Aanduiding batterijniveau
F: Het batterijniveau is hoog.
G: Het batterijniveau is laag.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven wanneer er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst;
beelden worden opgeslagen in het interne geheugen.
C De instelling voor de taal of de datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en
datum in het setup-menu z (A87).
In het z setup-menu kunt u de zomertijd inschakelen en de klok een uur vooruit draaien
door o te selecteren voor Tijdzone en datum gevolgd door Tijdzone en te tikken op
p, of u kunt de zomertijd uitschakelen en de klok een uur terug draaien door opnieuw
op p te tikken.
C De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een ingebouwde reservebatterij.
De reservebatterij laadt op wanneer de hoofdbatterij in de camera is geplaatst of
wanneer de camera is verbonden met een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer
10 uur laden gedurende enkele dagen de klok van stroom voorzien.
Als de reservebatterij van de camera leeg raakt, verschijnt het instelscherm voor de
datum en de tijd wanneer de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en de tijd
opnieuw in (A13).
Datum en tijd
D
M
J
u m
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
15
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Basisbewerkingen voor opname
en weergave
1 Houd de camera stevig vast.
Let op dat uw vingers en overige voorwerpen
zich niet voor het objectief, de flitser, de AF-
hulpverlichting, de microfoon of de luidspreker
bevinden.
Als u opnamen in de portretstand (“staand”)
maakt, draait u de camera op zo'n manier dat
de flitser zich boven het objectief bevindt.
2 Kadreer de foto.
Verplaats de zoomknop om de zoompositie
van het objectief te veranderen.
Wanneer de camera de onderwerpstand
herkent, verandert het pictogram voor de
opnamestand dienovereenkomstig.
Opname met Autom. scènekeuzekn.-modus
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
16
Basisbewerkingen voor opname en weergave
3 Druk de ontspanknop half in.
Zodra het onderwerp scherp is, wordt
scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
in groen weergegeven.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, stelt
de camera scherp in het midden van het
beeld en wordt het scherpstelveld niet
weergegeven.
Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding knippert, kan de
camera niet scherpstellen. Wijzig de
compositie en probeer de ontspanknop
opnieuw half in te drukken.
4 Druk, zonder uw vinger op te heffen,
de ontspanknop helemaal in.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende tijd aangeeft, knippert terwijl beelden of films worden opgeslagen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of
de geheugenkaart niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens
kunnen leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart.
C De functie Automatisch uit
Wanneer gedurende ongeveer een minuut geen handelingen worden uitgevoerd, wordt
de monitor uitgeschakeld, gaat de camera in stand-bymodus en knippert vervolgens het
camera-aan-lampje. De camera wordt uitgeschakeld nadat hij ongeveer drie minuten in
stand-by modus is gebleven.
Om de monitor opnieuw in te schakelen terwijl de camera in stand-bymodus is, voert u
een handeling uit zoals drukken op de hoofdschakelaar of ontspanknop.
C Wanneer u een statief gebruikt
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de
volgende omstandigheden:
- Wanneer u bij weinig licht opnamen maakt met de flitsstand (A23) ingesteld op
W (uit)
- Wanneer de zoom op een telepositie staat
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u
Foto VR in op Uit in het setup-menu (A87) om mogelijke fouten door deze functie te
voorkomen.
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
17
Basisbewerkingen voor opname en weergave
De zoom gebruiken
Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de
zoompositie van het objectief.
Om in te zoomen: Verplaats naar g
Om uit te zoomen: Verplaats naar f
Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar
de maximale groothoekstand.
Een zoomaanduiding verschijnt op het
opnamescherm zodra de zoomknop wordt
verplaatst.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp
verder kunt vergroten tot ca. 4× de maximale
optische zoomverhouding, kan worden
geactiveerd door de zoomknop naar g te verplaatsen en vast te houden wanneer
de camera is ingezoomd naar de maximale optische zoomstand.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd, en wordt
geel wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te
maken van de dynamische fijne zoom.
Zoomaanduiding is geel: Er zijn gevallen waarin de beeldkwaliteit merkbaar is gedaald.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
De zoomaanduiding wordt niet blauw en de Dynamic Fine Zoom kan niet worden
gebruikt met de volgende instellingen:
- Sport of Museum onderwerpmodus
- Andere continu-instellingen (A96) dan Enkelvoudig
De ontspanknop
Half indrukken
Om de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en
diafragmawaarde) in te stellen, drukt u de ontspanknop
zachtjes in tot u een lichte weerstand voelt. De
scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt
houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te
ontspannen en een foto te maken.
Oefen niet te veel kracht uit wanneer u de
ontspanknop indrukt, want dit kan leiden tot
cameratrilling en onscherpe beelden. Druk voorzichtig
op de knop.
Groothoek Tele
Optische
zoom
Digitale
zoom
18
Basisbewerkingen voor opname en weergave
De voorontspanknop gebruiken
U kunt ook foto's nemen door te drukken op de
voorontspanknop. Met deze knop is het
gemakkelijker om zelfportretten te maken.
De voorontspanknop kan niet half worden
ingedrukt.
De camera stelt de scherpstelling en belichting
in.
Aanraakopname
Het actieve scherpstelveld kan worden gewijzigd
wanneer u aanraakopname gebruikt. Standaard kan
de sluiter worden ontgrendeld door eenvoudigweg
op een onderwerp in de monitor te tikken (A91)
zonder op de ontspanknop te drukken.
8 8 0 880
25
m
0s25
m
0s
19
Basisbewerkingen voor opname en weergave
1 Tik op het pictogram van de
weergavestand om naar de
weergavestand te gaan.
2 Sleep het huidige beeld om het
vorige of volgende beeld weer te
geven.
Om terug te keren naar de opnamestand, tikt u
in de monitor op het pictogram van de
opnamestand of drukt u op de ontspanknop.
Wanneer Y wordt weergegeven in de
schermvullende weergavestand, kunt u op Y
tikken om een effect toe te passen op het
beeld.
Spreid twee vingers in
schermvullende
weergavestand om op een
beeld in te zoomen.
Knijp in schermvullende
weergavestand twee vingers
samen om te schakelen naar
miniatuurweergavestand en
meerdere beelden op het
scherm weer te geven.
Beelden afspelen
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
000 4.
JPG
0004.
JPG
4
/
20
4
/
20
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15: 30
0004.
JPG0004.
JPG
4
/
204
/
20
1515
/
1111
/
20142014 15:5 : 303015
/
11
/
2014 15 : 30
3.0
3.0
20
20
20
Basisbewerkingen voor opname en weergave
1 Tik op F en vervolgens op Wissen
om het beeld te wissen dat op dit
moment in de monitor wordt
weergegeven.
2 Tik op de gewenste wismethode.
Om te sluiten zonder te wissen, tik op S.
3 Tik op Ja.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer
terughalen.
B Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) wissen
Beelden die continu werden vastgelegd worden als
een reeks opgeslagen, en alleen het eerste beeld van
de reeks (de hoofdfoto) wordt in weergavestand
weergegeven (standaardinstelling).
Als u tikt op F en een hoofdfoto wist terwijl deze
wordt weergegeven voor een reeks beelden, worden
alle beelden in de reeks gewist.
Om individuele beelden in een reeks te wissen, tikt u
op R om ze een voor een weer te geven en tikt u op
F om het weergegeven beeld te wissen.
Beelden wissen
Weergavemenu
Wissen
Markeren voor
upload. via Wi-Fi
Snel retoucheren
D-Lighting
Rode
-
ogen
-
Glamour-
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel.
beeld(en)
Alle beelden
1 beeld wissen?
Ja Nee
0004.
JPG0004.
JPG
4
/
104
/
10
1515
/
1111
/
20142014 15:5 : 303015
/
11
/
2014 15 : 30
21
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Selecteer een beeld dat u wil wissen
door erop te tikken tot n
verschijnt.
Om de selectie ongedaan te maken, tikt u
opnieuw op het beeld om n te verwijderen.
Sleep het scherm naar boven of onder om
door de beelden te bladeren.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
2 Voeg n toe aan alle beelden die u wilt wissen en tik
vervolgens op I om de selectie te bevestigen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Volg de instructies op het scherm om de
handelingen te voltooien.
Wis gesel. beeld(en)
22
Basisbewerkingen voor opname en weergave
De volgende opnamestanden zijn beschikbaar.
d Autom. scènekeuzekn.
De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een
beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen
die aangepast zijn aan het onderwerp.
C Onderwerpstand
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd voor het onderwerp dat u
selecteert.
R Speciale effecten
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret
Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, wordt de sluiter automatisch
ontspannen zonder dat u op de ontspanknop hoeft te drukken (glimlachtimer). U
kunt de optie Huid verzachten ook gebruiken om de huidtinten van menselijke
gezichten te verzachten.
s Glamourstand
Effecten die menselijke gezichten verbeteren kunnen tijdens de opname op
beelden worden toegepast. Daarnaast wordt elke reeks van vier of negen beelden
die in intervallen met de functie zelf-collage werden vastgelegd, opgeslagen als
één beeld.
A Autostand
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden gewijzigd
overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
1 Tik op het pictogram van de
opnamestand op het
opnamescherm.
2 Tik op een pictogram om een
opnamestand te selecteren.
Wanneer de onderwerpstand of speciale
effectenstand is geselecteerd, selecteert u een
onderwerpstand of type effect op het
volgende scherm.
De opnamestand wijzigen
8 8 0 880
25
m
0s25
m
0s
Opnamestand
Autom.
scènekeuzekn.
Autom.
scènekeuzekn.
Speciale eecten
Speciale eecten
Onderwerp
Onderwerp
Glamourstand
Glamourstand
Glamourstand
Autostand
Autostand
Autostand
Slim portret
Slim portret
23
Basisbewerkingen voor opname en weergave
U kunt op de pictogrammen op het opnamescherm tikken om de volgende functies
in te stellen. Tik op A wanneer de pictogrammen niet worden weergegeven.
o Belichtingscompensatie
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
p Macro-stand
Gebruik de macro-stand om close-upfoto's te maken.
n Zelfontspanner
De camera ontspant de sluiter 10 seconden of 2 seconden nadat u op de
ontspanknop hebt gedrukt.
m Flits-stand
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
De functies die kunnen worden ingesteld verschillen naargelang de opnamestand.
Geef het opnamescherm weer en druk op de b
(filmopname)-knop om de filmopname te starten.
Druk opnieuw op de b-knop om de opname te
beëindigen.
Om een film af te spelen, selecteert u een film in
schermvullende weergavestand en tikt u op R.
De flitser, zelfontspanner enz. gebruiken
Films opnemen
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
24
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een
beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die
aangepast zijn aan het onderwerp.
Wanneer de camera automatisch het onderwerp van de opname herkent, verandert
het pictogram voor de opnamestand op het opnamescherm dienovereenkomstig.
Het actieve scherpstelveld kan worden gewijzigd wanneer u aanraakopname
gebruikt (A91). Wanneer het gezicht van een mens of dier wordt herkend, tikt u
alleen op de rand die door gezichtsherkenning wordt weergegeven.
Aanraakopname is mogelijk niet beschikbaar wanneer bepaalde instellingen van
opnamestand door de camera zijn geselecteerd.
B Opmerkingen over de d (Autom. scènekeuzekn.)-stand
Afhankelijk van de opnameomstandigheden selecteert de camera mogelijk niet de
gewenste onderwerpstand. Selecteer in dit geval een andere opnamestand (A22).
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, verandert het pictogram van de opnamestand
in d.
Beschikbare functies in de d (Autom. scènekeuzekn.)-stand
Flitsstand (A43)
Zelfontspanner (A45)
Belichtingscorrectie (A47)
Beeldmodus (A89)
d (Autom. scènekeuzekn.)-stand
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
d (autom. scènekeuzekn.)-stand
e Portret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
n
Portret (om portretten van een grote groep mensen of beelden met veel
achtergrond te maken)
f Landschap
h Nachtportret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
o
Nachtportret (om portretten van een grote groep mensen of beelden met
veel achtergrond te maken)
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht (om foto's te maken van andere onderwerpen dan mensen)
p Tegenlicht (om portretfoto's te maken)
d Andere onderwerpen
25
Opnamefuncties
Wanneer een onderwerp is geselecteerd, worden de camera-instellingen
automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het actieve scherpstelveld kan worden gewijzigd wanneer u aanraakopname gebruikt
(A91). Tik alleen op de rand die door gezichtsherkenning wordt weergegeven in
onderwerpmodus Portret, Nachtportret of Dierenportret.
4
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR
(A131) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de camera bij
opname te stabiliseren.
Een beschrijving voor elke onderwerpstand weergeven
(Helpscherm)
Wanneer u op het scherm voor onderwerpselectie
op u tikt, wordt het Helpselectie-scherm
weergegeven. Tik op een pictogram van een
onderwerp om een beschrijving van dat onderwerp
weer te geven. Om terug te keren naar het vorige
scherm, tikt u op O.
Onderwerpstand (Opname voor
vastgestelde onderwerpen)
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
C Onderwerp-stand M selecteer een onderwerp
b Portret
3
(standaardinstelling) k Close-up
3
(A28)
c Landschap
1, 2
u Voedsel
3
(A28)
d Sport
2, 3
(A27) l Museum
2, 3
(A28)
e Nachtportret
3
(A27) m Vuurwerk
1, 4
(A29)
f Party/binnen
2, 3
(A27) n Zwart-wit-kopie
2, 3
(A29)
Z Strand
2, 3
A Tekenen (A29)
z Sneeuw
2, 3
o Tegenlicht
2, 3
(A29)
h Zonsondergang
2, 4
p Eenvoudig panorama (A31)
i Schemering
1, 2, 4
O Dierenportret
3
(A30)
j Nachtlandschap
1, 2
(A28)
Helpselectie
Portret
Portret
Landschap
Landschap
Sport
Sport
Nachtportret
Nachtportret
26
Opnamefuncties
De onderwerpeffecten aanpassen
De instelknop onderwerpeffecten wordt weergegeven wanneer u in de volgende
onderwerpstanden op g tikt.
Tik op de instelknop onderwerpeffecten of sleep
deze om de mate waarin het effect op beelden
wordt toegepast aan te passen.
Wanneer u klaar bent met de aanpassingen, tikt
u op g om de instelknop onderwerpeffecten te
verbergen.
De wijzigingen aan de onderwerpeffecten blijven opgeslagen in het geheugen van
de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
u Voedsel
c Landschap, k Close-up
h Zonsondergang, i Schemering
Meer blauw Meer rood
Minder levendig Levendiger
Meer blauw Meer rood
27
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu
ongeveer 7 beelden met een snelheid van ongeveer 2 bps (als de beeldmodus is
ingesteld op P).
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de
beeldstand, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en tint worden ingesteld op de waarden bepaald voor het
eerste beeld in elke reeks.
Bij opname met de functie aanraaksluiter (A92), worden beelden beeld per beeld
vastgelegd.
Tik op F op het opnamescherm en selecteer Uit de hand of Statief in Nachtportret.
u Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram Y op het opnamescherm in groen wordt weergegeven, drukt
u de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die zullen worden
gecombineerd tot een enkel beeld, dat vervolgens wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden tot een foto wordt weergegeven. Nadat een foto werd gemaakt, mag u de
camera niet uitschakelen voor het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu opneemt, kan het beeld
vervormd zijn, overlappen of onscherp zijn.
w Statief:
- Eén beeld wordt met een lange sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs als Foto VR (A131) in het setup-menu is
ingesteld op Aan.
Om de effecten van cameratrilling te vermijden, dient u de camera stevig vast te houden.
Stel Foto VR (A131) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de
camera bij opname te stabiliseren.
d Sport
e Nachtportret
f Party/binnen
28
Opnamefuncties
Tik op F op het opnamescherm en selecteer Uit de hand of Statief in
Nachtlandschap.
u Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram Y op het opnamescherm in groen wordt weergegeven, drukt
u de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die zullen worden
gecombineerd tot een enkel beeld, dat vervolgens wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden tot een foto wordt weergegeven. Nadat een foto werd gemaakt, mag u de
camera niet uitschakelen voor het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) in het opgeslagen beeld
is smaller dan de beeldhoek in de monitor tijdens de opname.
w Statief:
- Eén beeld wordt met een lange sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs als Foto VR (A131) in het setup-menu is
ingesteld op Aan.
Macro-stand (A46) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
Macro-stand (A46) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
De camera legt een reeks van maximaal 10 beelden vast terwijl de ontspanknop helemaal
ingedrukt wordt gehouden, waarna het scherpste beeld in de reeks automatisch wordt
geselecteerd en opgeslagen (BSS (Best Shot Selector)).
De flitser gaat niet af.
Wanneer u een opname maakt met de functie aanraaksluiter (A92), wordt de BSS-
functie uitgeschakeld.
j Nachtlandschap
k Close-up
u Voedsel
l Museum
29
Opnamefuncties
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
De zoom is beperkt tot vier vaste posities.
Gebruikt in combinatie met de macro-stand (A46) om onderwerpen op te nemen die
zich dicht bij de camera bevinden.
Tik op F op het opnamescherm en selecteer Aan of Uit in HDR om de functie hoog
dynamische bereik (HDR) in of uit te schakelen overeenkomstig het type beeld dat u wilt
vastleggen.
p Uit (standaardinstelling): De flitser gaat af om te voorkomen dat het onderwerp in de
schaduw verborgen is.
- Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt één beeld vastgelegd.
o Aan: Gebruik deze functie om foto's te maken met zeer heldere en donkere gebieden
in hetzelfde beeld.
- Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera continu
beelden met hoge snelheid en worden de volgende twee beelden opgeslagen:
- Een niet-HDR samengesteld beeld.
- Een HDR samengesteld beeld waarin het verlies van details in hoge lichten of
schaduwen tot een minimum beperkt is.
- Als er slechts voldoende geheugen is om één beeld op te slaan, is een beeld dat door
D-Lighting (A70) tijdens de opname werd verwerkt om donkere gedeelten van het
beeld te corrigeren, het enige beeld dat wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden tot een foto wordt weergegeven. Nadat een foto werd gemaakt, mag u de
camera niet uitschakelen voor het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) in het opgeslagen beeld
is smaller dan de beeldhoek in de monitor tijdens de opname.
Gebruik I of J om te schrijven of te tekenen op
beelden en tik op I om de beelden op te slaan.
Beelden worden opgeslagen met een formaat
640 × 480.
m Vuurwerk
n Zwart-wit-kopie
o Tegenlicht
A Tekenen
30
Opnamefuncties
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht van het
dier en stelt hierop scherp. De camera herkent standaard het gezicht van een hond of kat
en laat automatisch de sluiter los (dierenp. autom. ontsp.).
Tik op F op het opnamescherm en selecteer Enkelvoudig of Continu in Continu.
- U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast waarin het gezicht van een hond of
kat is herkend.
- V Continu: De camera legt continu drie beelden vast waarin het gezicht van een
hond of kat is herkend.
B Dierenp. autom. ontsp.
Tik op F op het opnamescherm en selecteer Aan of Uit in Dierenp. autom. ontsp..
- Yo Aan: De camera herkent het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de
sluiter los.
- p Uit: De camera laat de sluiter niet automatisch los, zelfs als het gezicht van een
hond of kat wordt gedetecteerd. Druk de ontspanknop in. De camera detecteert ook
menselijke gezichten wanneer Uit is geselecteerd.
Dierenp. autom. ontsp. is ingesteld op Uit nadat vijf serieopnamen werden gemaakt.
Opnemen is ook mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling
voor Dierenp. autom. ontsp..
Wanneer Continu is geselecteerd, kunt u continu foto's maken terwijl u de ontspanknop
helemaal ingedrukt houdt.
B Scherpstelveld
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt
het gezicht weergegeven in een gele rand. Wanneer
de camera scherpstelt op een gezicht binnen een
dubbele rand (scherpstelveld), wordt de dubbele
rand groen. Als geen gezichten worden herkend, stelt
de camera scherp op het onderwerp in het midden
van het beeld.
In bepaalde opnameomstandigheden kan het
gezicht van een dier mogelijk niet worden
gedetecteerd en kunnen andere onderwerpen binnen een rand worden weergegeven.
O Dierenportret
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
31
Opnamefuncties
Opnemen met eenvoudig panorama
Selecteer een opnamebereik van Normaal (180°) (standaardinstelling) of Breed
(360°). Zie “Het opnamebereik wijzigen” (A32) voor meer informatie.
1 Kadreer de eerste rand van het
panoramaonderwerp en druk
vervolgens de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
De zoomstand is vastgesteld op groothoek.
De camera stelt scherp in het midden van het
beeld.
2 Druk de ontspanknop helemaal in
en haal uw vinger dan van de
ontspanknop.
KLJI wordt weergegeven om de richting
aan te geven waarin de camera moet
bewegen.
3 Verplaats de camera in een van de
vier richtingen tot de
gidsaanduiding het einde bereikt.
Wanneer de camera detecteert in welke
richting hij wordt verplaatst, begint de
opname.
De opname eindigt wanneer de camera het
opgegeven opnamebereik vastlegt.
De scherpstelling en belichting worden
vergrendeld tot de opname is beëindigd.
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
C Onderwerp-stand M p Eenvoudig panorama
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
32
Opnamefuncties
Voorbeeld van camerabeweging
Gebruik uw lichaam als rotatieas om de camera langzaam in een boog te
bewegen in de richting van de markering (KLJI).
De opname stopt als de gids de rand niet bereikt binnen ongeveer 15 seconden
(wanneer Normaal (180°) is geselecteerd) of binnen ongeveer 30 seconden
(wanneer Breed (360°) is geselecteerd) nadat de opname start.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het
beeld dat zichtbaar is op de monitor tijdens de opname.
Als de camera te snel wordt bewogen of te veel trilt, of als het onderwerp te gelijkvormig
is (bijv. een muur of duisternis), kan er zich een fout voordoen.
Wanneer de opname wordt gestopt voor de camera halverwege het panoramabereik is
gekomen, wordt het panoramabeeld niet opgeslagen.
Als meer dan de helft van het panoramabereik is vastgelegd maar de opname wordt
beëindigd voor de rand van het bereik wordt bereikt, wordt het niet vastgelegde bereik
opgenomen en grijs weergegeven.
C Het opnamebereik wijzigen
Tik op F op het opnamescherm en selecteer
Normaal (180°) of Breed (360°) in Eenvoudig
panorama.
Beelden worden opgeslagen in de volgende
formaten (horizontaal × verticaal) wanneer de camera
horizontaal is georiënteerd.
- W Normaal (180°): 4800 × 920 bij horizontale
beweging en 1536 × 4800 bij verticale beweging
- X Breed (360°): 9600 × 920 bij horizontale
beweging en 1536 × 9600 bij verticale beweging
Eenvoudig panorama
Normaal (180°) Breed (360°)
33
Opnamefuncties
Weergave met eenvoudig panorama
Ga naar de weergavestand (A19), geef een beeld
dat met eenvoudig panorama werd opgenomen,
weer in de schermvullende weergavestand en tik
vervolgens op R om het beeld in de richting te
bladeren die tijdens de opname werd gebruikt.
U kunt ook uw vinger over de monitor slepen
om door de beelden te bladeren.
Tik op de monitor om de volgende handelingen uit te voeren.
B Opmerkingen over beelden met eenvoudig panorama
De beelden kunnen niet op deze camera worden bewerkt.
Deze camera kan de weergave mogelijk niet bladeren van, of inzoomen op, beelden die
werden gemaakt met eenvoudig panorama en werden vastgelegd met een ander merk
of model digitale camera.
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramabeelden
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van
de printer. Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
Functie Handeling
Pauze
Tik op de monitor om het bladeren te pauzeren.
Handmatig bladeren
Tijdens de pauze sleept u uw vinger over de
monitor om door de weergegeven beelden
te bladeren.
Automatisch bladeren
hervatten
Tijdens de pauze tikt u op de monitor om
automatisch bladeren te hervatten.
Beëindigen Tik op e.
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15 : 30
34
Opnamefuncties
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
* Bepaalde Filmopties (A116) zijn niet beschikbaar.
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname)
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
R Speciale effecten-stand M selecteer een effect M tik op I
Type Beschrijving
O Zacht*
(standaardinstelling)
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige
beeld toe te voegen.
P Nostalgisch
sepia*
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de
eigenschappen van een oude foto te simuleren.
F Hoogcontrast
monochr.*
Verandert het beeld in zwart-wit en geeft het een scherp
contrast.
x High-key Geeft het volledige beeld een lichte toon.
y Low-key Geeft het volledige beeld een donkere toon.
I Selectieve kleur
Maakt een zwart-wit-beeld waarin alleen de opgegeven kleur
behouden blijft.
l Pop
Verhoogt de kleurverzadiging van het volledige beeld om een
helder uitzicht te creëren.
Z Superlevendig
Verhoogt de kleurverzadiging van het volledige beeld en
maakt het contrast scherper.
m Speelgoedcamera-
effect 1*
Geeft het volledige beeld een geelachtige tint en maakt de
rand van het beeld donkerder.
n Speelgoedcamera-
effect 2*
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en
maakt de rand van het beeld donkerder.
o Cross-process
Geeft het beeld een mysterieus uitzicht op basis van een
specifieke kleur.
b Spiegelen*
Creëert een bilateraal symmetrisch beeld waarvan de
rechterhelft het omgekeerde spiegelbeeld is van de linkerhelft.
35
Opnamefuncties
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Het actieve scherpstelveld kan worden gewijzigd wanneer u aanraakopname
gebruikt (A91).
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is
geselecteerd, tikt u op de schuifknop of sleept u
deze naar de gewenste kleur.
Om de schuifknop weer te geven of te
verbergen, tikt u op g.
36
Opnamefuncties
Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een foto
maken zonder op de ontspanknop te drukken (glimlachtimer (A106)). U kunt de
optie Huid verzachten gebruiken om de huidtinten van menselijke gezichten te
verzachten.
1 Kadreer de foto.
Richt de camera op een menselijk gezicht.
2 Wacht, zonder de ontspanknop in te drukken, tot het
onderwerp glimlacht.
Als de camera detecteert dat het gezicht dat door de dubbele rand omkaderd is,
glimlacht, wordt de sluiter automatisch ontspannen.
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt de sluiter automatisch
ontspannen.
3 Beëindig de automatische opname.
Voer een van de volgende handelingen uit om de opname te beëindigen.
-Stel Glimlachtimer in op Uit.
- Tik op het pictogram van de opnamestand en selecteer een andere
opnamestand.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera gezichten of een glimlach niet
herkennen (A50). De ontspanknop kan ook worden gebruikt om op te nemen.
C Wanneer het zelfontspannerlampje knippert
Wanneer u de glimlachtimer gebruikt, knippert het zelfontspannerlampje wanneer de
camera een gezicht detecteert; het lampje knippert snel onmiddellijk nadat de sluiter werd
ontspannen.
Beschikbare functies in de stand Slim portret
Flitsstand (A43)
Zelfontspanner (A45)
Belichtingscorrectie (A47)
Menu Slim portret (A105)
Stand Slim portret (beelden van lachende
gezichten vastleggen)
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
F Slim portret-stand
37
Opnamefuncties
Effecten die menselijke gezichten verbeteren kunnen tijdens de opname op beelden
worden toegepast.
1 Tik op g.
2 Pas een effect toe.
Tik op een pictogram om een effect te
selecteren.
Tik op de schuifknop of sleep deze om de mate
van het effect aan te passen.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
B Huid verzachten, l Poeder, Q Zacht,
G Levendigheid
Tik op I nadat u de instellingen voor alle
effecten hebt gecontroleerd.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop in.
B Opmerkingen over Glamourstand
De afbeeldingen die tijdens de opname in de monitor worden weergegeven, kunnen
verschillen van de opgeslagen beelden.
Wanneer Zacht is ingesteld, zijn bepaalde Filmopties (A116) niet beschikbaar.
Beschikbare functies in de Glamourstand
Flitsstand (A43)
Zelfontspanner (A45)
Belichtingscorrectie (A47)
Menu van Glamourstand (A108)
Glamourstand (Menselijke gezichten
verbeteren bij opname)
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
s Glamourstand
8 8 025
m
0s
Huid verzachten
38
Opnamefuncties
Gebruik van Zelf-collage
De camera kan een reeks in intervallen van vier of negen beelden registreren en deze
opslaan als één-beeld (een collagebeeld).
1 Tik op Z.
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Als u op F tikt en Zelf-collage selecteert
voordat u op Z tikt, dan kunt u instellingen
maken voor Aantal opnamen, Interval en
Sluitergeluid (A108).
Als u een glamoureffect toepast, stelt u het
effect in voordat u de functie zelf-collage
gebruikt (A37).
2 Neem de eerste foto.
Wanneer u op I in het bevestigingsvenster
tikt, start een aftelling (ongeveer vijf seconden)
en wordt de sluiter automatisch ontspannen.
Het aantal opnamen wordt aangeduid door U
in de monitor. Het wordt tijdens opname
groen weergegeven en wijzigt naar wit na de
opname.
3 Neem de tweede en overblijvende foto's.
De sluiter wordt automatisch op vastgelegde intervallen ontspannen.
Een aftelling start ongeveer drie seconden voor de opname.
De opname eindigt wanneer het vastgelegde aantal opnamen is bereikt.
Elk geregistreerd beeld wordt opgeslagen als
een individueel beeld, afzonderlijk van het
collagebeeld. De individuele beelden worden
als een reeks opgeslagen, en een collage van
één beeld dat lijkt op het aan de rechterkant
getoonde beeld wordt gebruikt als de
hoofdfoto (A66).
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
s Glamourstand
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
2
39
Opnamefuncties
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast
overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het scherp te stellen gebied van het
beeld selecteert, door de instelling voor AF-veldstand te wijzigen (A101).
De standaardinstelling is AF met doelopsporing (A52).
Het actieve scherpstelveld kan worden gewijzigd wanneer u aanraakopname
gebruikt (A91).
Beschikbare functies in de stand A (Auto)
Flitsstand (A43)
Zelfontspanner (A45)
Macro-stand (A46)
Belichtingscorrectie (A47)
Opnamemenu (A89)
A (Auto)-stand
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand
40
Opnamefuncties
Sneleffecten gebruiken
In de stand A (auto) kunt u effecten op de beelden toepassen onmiddellijk nadat
de sluiter werd ontspannen.
Het bewerkte beeld wordt in een afzonderlijk bestand met een andere naam
opgeslagen.
1 Tik op Y wanneer het beeld wordt
weergegeven nadat het werd
gemaakt in de A (auto)-stand.
Wanneer gedurende ongeveer vijf seconden
geen handelingen worden uitgevoerd,
verschijnt het opnamescherm opnieuw op de
monitor.
Om het scherm rechts niet weer te geven, stelt
u Sneleffecten (A104) in het opnamemenu in op Uit.
2 Tik op het gewenste effect en
vervolgens op I.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave
te gaan.
Zie “Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen”
(A68) voor meer informatie over de
effecttypes.
Als u op I tikt in schermvullende weergave, gaat u verder naar stap 4.
3 Controleer het effectvoorbeeld en
tik op I.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te
slaan, tikt u op S.
4 Tik op Ja.
B Opmerkingen over Sneleffecten
De functie Sneleffecten is uitgeschakeld wanneer Wi-Fi is verbonden.
Sneleecten
Schilderij
Schilderij
Schilderij Foto-illustratie
Foto-illustratie
Foto-illustratie
Pop
Pop
Pop Superlevendig
Superlevendig
Superlevendig
Voorbeeld
41
Opnamefuncties
De camera kan uw bewegende hand detecteren en automatisch beelden
vastleggen. Deze functie is nuttig bij het nemen van zelfportretten of bij opname van
dichtbij.
1 Open de monitor en plaats hem
naar voren in dezelfde richting als
het objectief van de camera (A2).
U wordt weergegeven in de monitor. U
wordt niet weergegeven wanneer u een opnamestand gebruikt die niet kan
worden gebruikt met de functie handgebaren.
Wanneer u foto's van nabij neemt, gebruikt u de camerastandaard (A3) en
plaatst u de camera op een stabiel oppervlak.
2 Tik op U.
Wanner u op I tikt in het bevestigingsvenster,
wordt n (handpalmdetectie) weergegeven in
de monitor.
3 Houd uw hand omhoog en plaats
het op één lijn met n in het midden
van het kader.
Wanneer de camera uw handpalm detecteert,
wijzigt n naar o en worden p (om een foto
te nemen) en q (om een film op te nemen)
weergegeven in de monitor.
4 Verplaats uw hand om o op één lijn
te brengen met p of q.
De sluiter wordt ontspannen na een aftelling
(ongeveer drie seconden).
Druk op de b (filmopname)-knop op de
camerabody om de opname te beëindigen.
Zie “Het gewenste gedeelte uit een
opgenomen film halen en opslaan” (A85)
voor informatie over hoe u ongewenste delen
in films verwijdert.
Wanneer de opname eindigt, wordt het scherm uit stap 3 opnieuw weergegeven.
De zelfontspanner gebruiken met de functie
handgebaren
8 80
880
25
m
0s
25
m
0s
8 8 025
m
0s
42
Opnamefuncties
B Opmerkingen over de functie handgebaren
De camera detecteert mogelijk uw handpalm of handbeweging niet in bepaalde
opnameomstandigheden.
Wanneer u uw hand beweegt, houdt u uw handpalm verticaal en naar de camera gericht
en behoudt u de vorm van de hand.
De functie handgebaren kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
- Onderwerpstanden (behalve onderwerpstanden Portret, Nachtportret, Party/
binnen en Tegenlicht)
- Stand speciale effecten
De volgende functies zijn beperkt wanneer de functie handgebaren wordt gebruikt.
Wanneer de monitor terug naar de open naar achter gerichte positie tegen de
achterkant van de camera wordt geplaatst, worden de beperkte functies gereset naar
hun originele instellingen (als u de instellingen niet wijzigde tijdens het gebruik van de
functie handgebaren).
Beperkte functie Beschrijving
Zelfontspanner (A45), Kleuropties
(A100), AF-veldstand (A101),
Sneleffecten (A104), Glimlachtimer
(A106), AF-hulplicht (A133), Digitale
zoom (A133)
Deze functies kunnen niet worden gebruikt.
Levendigheid (A37)
De instelling is vast ingesteld op de
standaardwaarde (standaardinstelling) als de
instelling Levendigheid voor een intensiteit
van het effect is ingesteld op het minimum
voor u de functie handgebaren begint te
gebruiken.
Witbalans (A94)
De instelling is vast ingesteld op Auto als
Gloeilamplicht of TL-licht is ingesteld voor
u de functie handgebaren begint te
gebruiken.
Continu (A96)
De instelling is vastgelegd op Enkelvoudig
als Continu H, Continu L,
Vooropnamecache of BSS is ingesteld
voordat u de functie handgebaren begint te
gebruiken.
Monitorinstellingen (A128)
Foto-informatie is vastgesteld op Info
tonen.
Automatisch uit (A134)
De instelling is vastgelegd op 5min. als
30 sec. of 1min. is ingesteld voordat u de
functie handgebaren begint te gebruiken.
43
Opnamefuncties
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
1 Tik op het pictogram van de
flitsstand.
2 Tik op een pictogram om een flits-
stand te selecteren.
Om terug te keren naar het opnamescherm
zonder de instelling te wijzigen, tikt u op S.
C De flitseraanduiding
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door
de ontspanknop half in te drukken.
Aan: De flitser gaat af wanneer u de ontspanknop
helemaal indrukt.
Knippert: De flitser wordt opgeladen. De camera kan
geen beelden maken.
Uit: De flitser gaat niet af wanneer een foto wordt
gemaakt.
Flitsstand
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
Flits-stand
AutomatischAutomatisch UitUit
Autom. met
rode-ogenred.
Autom. met
rode-ogenred.
Lange sluitertijdLange sluitertijd
InvulitsInvulits
F3 .3F3.31
/
2501
/
250
44
Opnamefuncties
Beschikbare flitsstanden
C De flitsstandinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A48).
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
C Rode-ogenreductie
Als de camera rode ogen vaststelt terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in
kwestie bewerkt om rode ogen te verminderen voor het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens de opname:
Er is meer tijd nodig om beelden op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogenreductie nodeloos worden toegepast op
andere delen van het beeld. In deze gevallen selecteert u een andere flitsstand en neemt
u de foto opnieuw.
U
Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als er weinig licht is.
V
Autom. met rode-ogenred.
Minder “rode ogen” in portretten ten gevolge van de flitser.
W
Uit
De flitser gaat niet af.
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren
wanneer u in donkere omgevingen fotografeert.
X
Invulflits
De flitser wordt bij elke foto gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en
onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergronddecors. De flitser
gaat indien nodig af om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd
wordt gebruikt om in het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te
leggen.
45
Opnamefuncties
De camera is voorzien van een zelfontspanner, die de sluiter ongeveer 10 seconden
of 2 seconden na het indrukken van de ontspanknop ontspant.
Stel Foto VR (A131) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de
camera bij opname te stabiliseren.
1 Tik op het pictogram van de
zelfontspanner.
2 Tik op 10 sec. of 2sec..
10 sec. (10 seconden): voor belangrijke
gelegenheden, zoals bruiloften.
2sec. (2 seconden): om cameratrilling te
voorkomen.
Om terug te keren naar het opnamescherm
zonder de instelling te wijzigen, tikt u op S.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop half in.
De scherpstelling en de belichting zijn ingesteld.
4 Druk de ontspanknop
helemaal in.
Het aftellen begint. Het
zelfontspannerlampje knippert en
licht daarna constant gedurende
ongeveer één seconde op voor de
sluiter wordt ontspannen.
Zodra de sluiter is ontspannen,
wordt de zelfontspanner weer op
Uit gezet.
Om de aftelling te stoppen, drukt u
nogmaals op de ontspanknop.
Zelfontspanner
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
Zelfontspanner
10 sec.
10 sec.
2 sec.
2 sec.
Uit
Uit
10
10
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
46
Opnamefuncties
Gebruik de macro-stand om close-upfoto's te nemen.
1 Tik op het pictogram van de macro-
stand.
2 Tik op Aan.
Om terug te keren naar het opnamescherm
zonder de instelling te wijzigen, tikt u op S.
3 Verplaats de zoomknop om de
zoomfactor op een positie te zetten
waarbij G en de zoomaanduiding
groen worden weergegeven.
Wanneer de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij de zoomaanduiding
groen wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op
ca. 10 cm van het objectief.
Wanneer de zoom op een positie staat waar G wordt weergegeven, kan de
camera scherpstellen op onderwerpen tot op circa 2 cm van het objectief.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
De flitser kan mogelijk het volledige onderwerp niet verlichten op afstanden van minder
dan 50 cm.
C De instelling Macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A48).
Als de instelling wordt gebruikt in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
Macro-stand (nemen van close-upfoto's)
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
Macro-stand
Aan
Aan
Uit
Uit
47
Opnamefuncties
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
1 Tik op het pictogram van de
belichtingscorrectie.
2 Tik op de schuifknop of sleep deze
om een correctiewaarde aan te
passen, en tik op I.
Om het beeld helderder te maken, stelt u een
positieve (+) waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u een
negatieve (–) waarde in.
De correctiewaarde wordt toegepast, ook
zonder op I te tikken.
C Waarde voor belichtingscorrectie
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A48).
Als de instelling wordt gebruikt in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
Belichtingscompensatie (Helderheid
aanpassen)
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
Belichtingscompensatie
48
Opnamefuncties
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hierna vermeld.
Standaardinstellingen (flitser,
zelfontspanner enz.)
Flitser
(A43)
Zelfontspanner
(A45)
Macro
(A46)
Belichtingscompensatie
(A47)
d (autom.
scènekeuzekn.)
U
1
Uit
Uit
2
0,0
Onderwerp
b (portret) V Uit
Uit
3
0,0
c (landschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
d (sport)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
e (nachtportret)
V
4
Uit
Uit
3
0,0
f (party/binnen)
V
5
Uit
Uit
3
0,0
Z (strand) U Uit
Uit
3
0,0
z (sneeuw) U Uit
Uit
3
0,0
h (zonsondergang)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
i (schemering)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
j (nachtlandschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
k (close-up) W Uit
Aan
3
0,0
u (voedsel)
W
3
Uit
Aan
3
0,0
l (museum)
W
3
Uit Uit 0,0
m (vuurwerk)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
3
n (zwart-wit-kopie) W Uit Uit 0,0
A (tekenen) ––––
o (tegenlicht)
X/W
6
Uit
Uit
3
0,0
p (eenvoudig
panorama)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
49
Opnamefuncties
1
De camera selecteert automatisch de flitsstand die geschikt is voor het onderwerp dat de
camera heeft geselecteerd. W (uit) kan handmatig worden geselecteerd.
2
Kan niet worden gewijzigd. De camera gaat naar de macrostand wanneer i is
geselecteerd.
3
Kan niet worden gewijzigd.
4
Kan niet worden gewijzigd. De flitsstand is vastgezet op invulflits met rode-
ogenreductie.
5
De flitsstand trage synchronisatie met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
6
De flitser is vast ingesteld op X (invulflits) wanneer HDR is ingesteld op Uit, en is
vastgezet op W (uit) wanneer HDR is ingesteld op Aan.
7
Kan niet worden gebruikt wanneer Knipperdetectie is ingesteld op Aan of wanneer
Glimlachtimer is ingesteld op Aan (continu) of Aan (BSS).
8
Kan worden gebruikt wanneer Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
O (dierenportret)
W
3
Uit
3
Uit 0,0
R (speciale effecten) W Uit Uit 0,0
F (slim portret) U
7
Uit
8
Uit
3
0,0
s (glamourstand) U Uit Uit
3
0,0
A (auto) U Uit Uit 0,0
Flitser
(A43)
Zelfontspanner
(A45)
Macro
(A46)
Belichtingscompensatie
(A47)
50
Opnamefuncties
Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de
camera gezichtsherkenning om automatisch
scherp te stellen op menselijke gezichten.
e/n Portret, h/o Nachtportret of
p Tegenlicht in de stand d (autom.
scènekeuzekn.) (A24)
Onderwerpstand Portret of Nachtportret
(A25)
Slim portret-stand (A36)
Glamourstand (A37)
Wanneer AF-veldstand (A101) in de stand A (auto) (A39) is ingesteld op
Gezichtprioriteit.
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand
weergegeven rond het gezicht waarop de camera scherpstelt, en wordt een enkele
rand weergegeven rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
In de stand d (autom. scènekeuzekn.) verandert het scherpstelveld afhankelijk
van het onderwerp.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret, in de stand Slim portret of
glamourstand stelt de camera scherp in het midden van het beeld.
In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp
dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren,
waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Scherpstellen
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
51
Opnamefuncties
De functie Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl een van de hierna vermelde
onderwerpstanden wordt gebruikt, detecteert de camera menselijke gezichten en
wordt het beeld verwerkt om de huidtinten te verzachten (tot drie gezichten).
Stand Slim portret (A36)
- De mate van het Huid verzachten-effect kan worden aangepast.
Glamourstand (A37)
- De mate van het Huid verzachten-effect kan worden aangepast.
e Portret, h Nachtportret of p Tegenlicht in de stand d (autom.
scènekeuzekn.) (A24)
Portret of onderwerpstand Nachtportret (A25)
Bewerkingsfuncties zoals Huid verzachten kunnen worden toegepast op
opgeslagen beelden met behulp van Glamour-retouchering (A71), zelfs na de
opname.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het kan langer duren dan normaal om beelden na de opname op te slaan.
In bepaalde opnameomstandigheden worden de gewenste resultaten van de functie
Huid verzachten niet verkregen en kan de functie Huid verzachten worden toegepast op
delen van het beeld zonder gezichten.
52
Opnamefuncties
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A101) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met
doelopsporing, stelt de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u
de ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en
stelt hierop scherp. Zodra het onderwerp scherp
is, wordt het scherpstelveld in groen
weergegeven. Als een menselijk gezicht wordt
gedetecteerd, stelt de camera hierop
automatisch de scherpstelprioriteit in.
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt
gedetecteerd, selecteert de camera automatisch
een of meer van de negen scherpstelvelden met
het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera
bevindt. Wanneer het onderwerp scherp is,
worden de scherpstelvelden die scherp zijn in
groen weergegeven.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als
hoofdonderwerp bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp kan bij bepaalde instellingen voor de Witbalans mogelijk niet
worden gedetecteerd.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname dusdanig wordt gekadreerd, dat het hoofdonderwerp zich aan
de rand van de monitor bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
53
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus
De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht. In
uitzonderlijke gevallen wordt het onderwerp mogelijk niet scherpgesteld ondanks
het feit dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding in groen wordt
weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in het onderwerp (bijv.
wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp daardoor zeer
donker wordt).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijv. wanneer de
persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijv. wanneer het onderwerp in een kooi zit).
Onderwerpen met terugkerende patronen (vensterjaloezieën, gebouwen met
meerdere rijen ramen met dezelfde vorm enz.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om
opnieuw scherp te stellen, of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste onderwerp, en gebruik de
scherpstelvergrendeling (A54).
54
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen wanneer de camera het
scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de stand A (auto)
(A101).
2 Positioneer het onderwerp
in het midden van het beeld
en druk de ontspanknop
half in.
De camera stelt scherp op het
onderwerp en het scherpstelveld
wordt in groen weergegeven.
De belichting wordt ook
vergrendeld.
3 Pas de compositie van de foto aan
zonder uw vinger op te heffen.
De afstand tussen de camera en het
onderwerp mag niet veranderen.
4 Druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
F3 .3F3.31
/
2501
/
250
55
Opnamefuncties
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt.
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen
worden gebruikt
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitsstand
Continu (A96)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, kan
de flitser niet worden gebruikt.
Knipperdetectie (A107)
Wanneer Knipperdetectie is
ingesteld op Aan, kan de flitser niet
worden gebruikt.
Glimlachtimer (A106)
Wanneer Aan (continu) of Aan
(BSS) is geselecteerd, kan de flitser
niet worden gebruikt.
Zelfontspanner
Glimlachtimer (A106)
Wanneer Glimlachtimer is
geselecteerd, kan de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
AF-veldstand (A101)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A101)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de macro-stand
niet worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A96)
Beeldmodus is als volgt ingesteld,
afhankelijk van de instelling voor
continu-opnamen:
Continu H: 120 bps: O
(beeldformaat: 640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps: M
(beeldformaat: 1280 × 960 pixels)
Multi-shot 16: L
(beeldformaat: 2560 × 1920
pixels)
Aanraakopname
Glimlachtimer (A106)
Wanneer u een opname maakt met
Glimlachtimer, kan
Aanraakopname niet worden
gebruikt.
Dierenp. autom. ontsp.
(A30)
Wanneer u een opname maakt met
Dierenp. autom. ontsp., kan
Aanraakopname niet worden
gebruikt.
AF-ve
l
dstand (A101)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan
Aanraakopname niet worden
gebruikt.
56
Opnamefuncties
Witbalans Kleuropties (A100)
Wanneer Zwart-wit, Sepia of
Koelblauw is geselecteerd, is de
instelling Witbalans vast ingesteld
op Auto.
Continu
Zelfontspanner (A45)
Als de zelfontspanner wordt
gebruikt wanneer
Vooropnamecache is
geselecteerd, is de instelling vast
ingesteld op Enkelvoudig.
Aanraaksluiter (A92)
Bij gebruik van de functie
aanraaksluiter worden beelden
beeld per beeld vastgelegd,
behalve met Multi-shot 16.
ISO-waarde Continu (A96)
Wanneer Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps of Continu H:
60 bps is geselecteerd, is ISO-
waarde vastgelegd op Auto.
AF-veldstand Witbalans (A94)
Wanneer een andere instelling dan
Auto is geselecteerd voor
Witbalans in de stand AF met
doelopsporing, detecteert de
camera het hoofdonderwerp niet.
Sneleffecten Continu (A96)
De functie sneleffecten kan niet
worden gebruikt bij
continuopnamen.
Glimlachtimer Knipperdetectie (A107)
Wanneer Knipperdetectie is
ingesteld op Aan, is
Glimlachtimer vastgesteld op Aan
(enkelvoudig) voor Aan
(continu) of Aan (BSS).
Knipperdetectie Glimlachtimer (A106)
Wanneer Glimlachtimer is
ingesteld op
Aan (continu) of
Aan
(BSS), is Knipperdetectie vast
ingesteld op Uit.
Monitorinstellingen Sneleffecten (A104)
Wanneer Sneleffecten is ingesteld
op Aan terwijl foto's worden
gemaakt, wordt het vastgelegde
beeld weergegeven na de opname,
ongeacht de instelling voor Beeld
terugspelen.
Datumstempel Continu (A96)
Wanneer Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps of Continu H:
60 bps is geselecteerd, kunnen
datum en tijd niet op beelden
worden gestempeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving
57
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk
niet beschikbaar (A133).
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het
beeld.
Bewegingsdetectie
Continu (A96)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, is
Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
ISO-waarde (A99)
Als de ISO-waarde is ingesteld op
een andere optie dan Auto, is
Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
AF-veldstand (A101)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, is
Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
Glimlachtimer (A106)
Wanneer Aan (continu) of Aan
(BSS) is geselecteerd, is
Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
Knipperwaarsch. Continu (A96)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, is
Knipperwaarsch. uitgeschakeld.
Digitale zoom AF-veldstand (A101)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de digitale zoom
niet worden gebruikt.
Sluitergeluid Continu (A96)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, is het
sluitergeluid uitgeschakeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving
58
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Spreid twee vingers in schermvullende weergavestand (A19) om op het beeld in te
zoomen.
U kunt ook op beelden inzoomen door de zoomknop naar g (i) te verplaatsen of
te dubbeltikken op een beeld.
De zoomfactor wijzigt naarmate u uw vingers verplaatst (spreidt of samenknijpt).
U kunt ook de zoomfactor wijzigen door de zoomknop te verplaatsen (g (i)/
f (h)).
Om een ander gedeelte van het beeld te zien, sleept u het beeld.
Als u de zoomknop verplaatst om op een beeld in te zoomen dat werd
vastgelegd met gezichtsherkenning of dierherkenning, zoomt de camera in op
het tijdens de opname herkende gezicht (behalve bij beelden die in een reeks
werden vastgelegd). Als de camera meerdere gezichten detecteerde wanneer het
beeld werd vastgelegd, tikt u op M of N om een ander gezicht weer te geven.
Om beelden te wissen, tikt u op E.
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, tikt u op y of dubbeltikt u
op het beeld om terug te keren naar de schermvullende weergavestand.
C Beelden uitsnijden
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op G tikken om het beeld uit
te snijden, zodat alleen het zichtbare gedeelte wordt opgeslagen als een afzonderlijk
bestand (A79).
Zoomweergave
000 4.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15: 30
3.0
3.0
Beeld wordt ingezoomd.
Gids weergegeven gebied
59
Weergavefuncties
Breng twee vingers samen in schermvullende weergavestand (A19) om beelden
als miniaturen weer te geven.
U kunt ook de miniatuurweergavestand weergeven door de zoomknop naar
f (h) te verplaatsen.
Het aantal weergegeven miniaturen wijzigt naarmate u uw vingers verplaatst
(spreidt of samenknijpt). U kunt ook het aantal miniaturen wijzigen door de
zoomknop te verplaatsen (g (i)/f (h)).
Sleep het scherm naar boven of onder om door de beelden te bladeren.
Wanneer de miniatuurweergavestand wordt gebruikt, tikt u op een beeld om dit
in schermvullende weergave weer te geven.
Wanneer u de kalenderweergavestand gebruikt, tikt u op een datum om de op
die dag vastgelegde beelden weer te geven.
B Opmerkingen over kalenderweergave
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld,
worden beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2014.
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
0004 .
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5:
30
30
15
/
11
/
2014 15: 30
20
20
Sun
M
on Tue
W
ed Thu
F
ri
Sat
30
30
30
29
29
2928
28
2827
27
2726
26
2625
25
2524
24
2423
23
23
22
22
22
21
21
2120
20
2019
19
1918
18
1817
17
1716
16
16
15
15
15
14
14
1413
13
1312
12
1211
11
1110
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
11
2014
Miniatuurweergave Kalenderweergave
60
Weergavefuncties
Door beelden (behalve films) aan albums toe te voegen als favoriete beelden, kunt u
alleen de toegevoegde beelden weergeven.
Beelden kunnen naar 9 albums worden gesorteerd. Aan elk album kunnen tot
200 beelden worden toegevoegd.
De originele beelden worden niet gekopieerd of verplaatst.
U kunt hetzelfde beeld toevoegen aan meerdere albums.
Beelden toevoegen aan albums
* Beelden kunnen niet niet worden toegevoegd in de weergavestand favoriete beelden.
1 Selecteer een beeld dat u aan een
album wil toevoegen door erop te
tikken om n weer te geven.
U kunt meerdere beelden selecteren. Om n
te verwijderen, tikt u opnieuw op het beeld.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave
te gaan.
2 Tik op I nadat u de instellingen hebt geconfigureerd.
3 Tik op het gewenste album.
4 Tik op Ja.
De geselecteerde beelden worden toegevoegd.
Stand Favoriete beelden
Tik op het pictogram van de weergavestand (weergavestand*) M tik op F M
h Favoriete beelden
Favoriete beelden
Favoriete beelden
61
Weergavefuncties
Beelden in albums weergeven
Tik op een album dat u wil weergeven om de
beelden in het geselecteerde album weer te geven.
Functies in het weergavemenu (A109) kunnen
worden gebruikt voor de beelden in het
geselecteerde album (behalve Kopiëren en
Favoriete beelden).
U kunt het pictogram van het album wijzigen
door te tikken op K (A63).
B Opmerkingen over wissen
Als een beeld wordt verwijderd terwijl de stand Favoriete beelden wordt gebruikt, wordt
het originele beeld verwijderd. Om beelden uit albums te verwijderen, zie “Beelden
verwijderen uit albums” (A62).
Ga naar de weergavestand M tik op het pictogram van de weergavestand M
h Favoriete beelden
Favoriete beelden
62
Weergavefuncties
Beelden verwijderen uit albums
1 Tik op een beeld dat u uit albums
wilt wissen om de markering n te
verwijderen.
U kunt meerdere beelden selecteren. Om n
weer te geven, tikt u nogmaals op het beeld.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave
te gaan.
2 Tik op I nadat u de instellingen hebt geconfigureerd.
3 Tik op Ja.
Om de verwijdering te annuleren, tikt u op Nee.
Ga naar de h Favoriete beelden-stand M tik op het album dat het beeld bevat
dat u wil verwijderen M tik op F M h Verwijderen uit favorieten
Verwijderen uit favor.
63
Weergavefuncties
Het pictogram Album wijzigen
1 Tik op K.
2 Selecteer een pictogram en
pictogramkleur.
Tik om een pictogram te selecteren.
Tik op de schuifknop of sleep deze om de
pictogramkleur te selecteren.
Tik op I.
3 Tik op een album dat u wil wijzigen.
Het pictogram wijzigt.
Ga naar de weergavestand M tik op het pictogram van de weergavestand M
h Favoriete beelden
Favoriete beelden
Kies pictogram
Kies pictogram
64
Weergavefuncties
Beelden worden automatisch gesorteerd naar categorieën, zoals portretten,
landschappen en films, overeenkomstig de camera-instellingen tijdens de opname.
Tik op een categorie die u wil weergeven om de
beelden in de geselecteerde categorie weer te
geven.
Functies in het weergavemenu (A109) kunnen
worden gebruikt voor de beelden in de
geselecteerde categorie (behalve Kopiëren en
Verwijderen uit favor.).
B Opmerkingen over de stand Automatisch sorteren
In de stand Automatisch sorteren kunnen in elke categorie maximaal 999 beelden of
filmbestanden worden gesorteerd.
Beelden of films die met een andere camera dan deze camera werden opgeslagen,
kunnen niet worden weergegeven in de stand Automatisch sorteren.
Stand Automatisch sorteren
Ga naar de weergavestand M tik op het pictogram van de weergavestand M
F Automatisch sorteren
Automatisch sorteren
Andere onderwerpen
65
Weergavefuncties
Tik op een categorie die u wil weergeven om de
beelden van de geselecteerde datum weer te
geven.
Functies in het weergavemenu (A109) kunnen
worden gebruikt voor de beelden van de
geselecteerde opnamedatum (behalve
Kopiëren en Verwijderen uit favor.).
B Opmerkingen bij de stand Sorteer op datum
De camera kan de 29 meest recente datums selecteren. Als er beelden voor meer dan 29
datums zijn, worden alle beelden die vroeger werden opgeslagen dan de 29 recentste
datums, gecombineerd onder Overige.
De 9.000 recentste beelden kunnen worden weergegeven.
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld,
worden beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2014.
Stand Sorteer op datum
Ga naar de weergavestand M tik op het pictogram van de weergavestand M
C Sorteer op datum
Sorteer op datum
66
Weergavefuncties
Beelden in een reeks weergeven
Beelden die continu of met de functie zelf-collage werden vastgelegd worden als
een reeks opgeslagen.
Het eerste beeld van een reeks wordt als hoofdfoto
gebruikt en stelt de reeks voor wanneer deze wordt
weergegeven in de schermvullende weergavestand
of in de miniatuurweergavestand
(standaardinstelling). Voor de functie zelf-collage
wordt een collagebeeld gebruikt als hoofdfoto.
Om elk beeld in de reeks afzonderlijk weer te geven,
tikt u op R.
Nadat u op R hebt getikt, zijn de volgende
bewerkingen mogelijk:
Om het vorige of volgende beeld weer te geven,
sleept u het beeld naar links of rechts.
Om beelden weer te geven die niet in de reeks
zijn opgenomen, tikt u op e om terug te keren
naar de weergave met de hoofdfoto.
Om beelden in een reeks als miniaturen weer te
geven of ze weer te geven in een diashow, stelt
u Reeksweergaveopties in op Individuele foto's in het weergavemenu
(A114).
B Reeksweergaveopties
Beelden die continu werden vastgelegd met andere camera's dan deze camera, kunnen
niet als een reeks worden weergegeven.
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij gebruik van reeksen
Wanneer beelden in een reeks in de schermvullende weergavestand worden
weergegeven, tikt u op F om functies in het weergavemenu te selecteren (A109).
Wanneer u op F tikt wanneer een hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen de volgende
instellingen worden toegepast op alle beelden in de reeks:
-Favoriete beelden, Mark. voor upload. via Wi-Fi, Beveiligen, Kopiëren
Beelden die continu werden vastgelegd
(reeks) weergeven en wissen
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
10
4
/
10
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15 : 30
0004.
JPG
0004.
JPG
1
/
5
1
/
5
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15 : 30
67
Weergavefuncties
Beelden in een reeks wissen
Wanneer u op F tikt om het menuscherm weer te geven en Wissen selecteert voor
beelden in een reeks, zijn de beelden die worden gewist afhankelijk van de manier
waarop de reeksen worden weergegeven.
Wanneer de hoofdfoto wordt weergegeven:
Wanneer beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende
weergavestand:
- Huidig beeld: Alle beelden in de weergegeven reeks worden
verwijderd.
- Wis gesel. beeld(en): Wanneer een hoofdfoto geselecteerd is in het
selectiescherm om beelden te wissen (A21),
worden alle beelden in die reeks gewist.
- Alle beelden: Alle beelden op de geheugenkaart of in het
interne geheugen worden gewist.
- Huidig beeld: Het momenteel weergegeven beeld wordt
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): Beelden die geselecteerd zijn in de reeks
worden gewist.
- Volledige reeks: Alle beelden in de weergegeven reeks worden
verwijderd.
68
Weergavefuncties
Voor beelden worden bewerkt
U kunt beelden heel eenvoudig op deze camera bewerken. Bewerkte kopieën
worden als aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het
origineel.
C Beperkingen voor beelden bewerken
Een beeld kan tot 10 keer worden bewerkt. Een foto die uit een film werd gehaald kan tot
9 keer worden bewerkt.
U kunt mogelijk geen beelden van een bepaald formaat of met bepaalde
bewerkingsfuncties bewerken.
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
1 Geef het beeld waarop u een effect
wilt toepassen weer in de
schermvullende weergavestand en
tik op Y.
Beelden bewerken (foto's)
Type Sneleffecten Beschrijving
Pop/Superlevendig
Verbetert vooral de
kleurverzadiging en past effecten
toe.
Schilderij/High-key/Speelgoedcamera-effect 1/
Speelgoedcamera-effect 2/Low-key/Cross-
process (rood)/Cross-process (geel)/Cross-
process (groen)/Cross-process (blauw)
Past vooral de tint aan en creëert
een verschillende look voor het
beeld.
Foto-illustratie/Zacht/Zacht portret/Portret
(kleur + Z/W)/Fisheye/Ster/Miniatuureffect
Verwerkt beelden met diverse
effecten.
Hoogcontrast monochr./Sepia/Koelblauw/
Selectieve kleur
Wijzigt meerkleurige beelden in
beelden met een kleur. Selectieve
kleur zet alle kleuren, behalve een
opgegeven kleur, om naar zwart en
wit.
0004.
JPG
4
/
4
15
/
11
/
2014 15 :30
69
Weergavefuncties
2 Tik op het gewenste effect en
vervolgens op I.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave
te gaan.
Als u op I tikt in schermvullende weergave,
gaat u verder naar stap 4.
3 Controleer het effectvoorbeeld en
tik op I.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te
slaan, tikt u op S.
4 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging
verbeteren
1 Tik op de mate waarin het effect
moet worden toegepast en
vervolgens op I.
2 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
k Snel retoucheren
Sneleecten
Schilderij
Schilderij
Schilderij Foto-illustratie
Foto-illustratie
Foto-illustratie
Pop
Pop
Pop Superlevendig
Superlevendig
Superlevendig
Voorbeeld
Snel retoucheren
70
Weergavefuncties
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
1 Tik op I.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
2 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij
opname met flitser
1 Tik op I.
2 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Rode-ogencorrectie kan alleen worden toegepast op beelden wanneer rode ogen
worden gedetecteerd.
De rode-ogencorrectie kan worden toegepast op huisdieren (honden of katten), zelfs als
hun ogen niet rood zijn.
Rode-ogencorrectie zal niet bij alle beelden het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogencorrectie nodeloos worden toegepast op
andere delen van het beeld.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M I D-Lighting
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
w Rode-ogencorrectie
D-Lighting
Rode-ogencorrectie
71
Weergavefuncties
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten
verbeteren
1 Tik op M of N om het gezicht te
selecteren dat u wil retoucheren en
tik vervolgens op I.
Randen worden rond de huid, ogen en mond
weergegeven.
Wanneer er slechts één gezicht wordt
gedetecteerd, gaat u naar stap 2.
2 Tik op het gedeelte dat u wil
retoucheren.
Een bewerkingsscherm wordt weergegeven
voor het geselecteerde gedeelte van het
gezicht.
Om terug te keren naar het scherm om een
persoon te selecteren, tikt u op e.
3 Pas een effect toe.
Tik op een pictogram om een effect te
selecteren.
Tik op de schuifknop of sleep deze om de mate
van het effect aan te passen.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
Om een ander gedeelte te bewerken, tikt u op I en selecteert u opnieuw een
gedeelte op het scherm in stap 2.
Tik op I nadat u alle effecten hebt gecontroleerd.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
s Glamour-retouchering
Huid: F Klein gezicht, B Huid
verzachten, l Poeder,
m Glansreductie, D Wangen
roder maken
Ogen: E Wallen onder ogen
verbergen, A Grote ogen,
G Ogen witter maken,
n Oogschaduw, o Mascara
Mond: H Tanden witter maken,
p Lippenstift
Onderwerpselectie
Glamour-retouchering
Klein gezicht
72
Weergavefuncties
4 Tik op I.
5 Bekijk een voorbeeld van het
resultaat en tik op I.
Om de instellingen te wijzigen, tikt u op O om
terug te keren naar stap 2.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te
slaan, tikt u op S.
6 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
B Opmerkingen over Glamour-retouchering
Er kan slechts één gezicht tegelijk worden bewerkt met de functie Glamour-retouchering.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken, of van de helderheid van de
gezichten, kan de camera de gezichten mogelijk niet nauwkeurig detecteren of werkt de
functie Glamour-retouchering niet zoals verwacht.
Als er geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing getoond en
verschijnt het weergavemenu weer op het scherm.
De functie Glamour-retouchering is alleen beschikbaar voor beelden die werden
vastgelegd met een ISO-gevoeligheid van 1600 of minder en een beeldformaat van
640 × 480 of groter.
Glamour-retouchering
Voorbeeld
Ja Nee
Opslaan OK?
73
Weergavefuncties
Paint: (Schrijven en tekenen op beelden)
1 Gebruik de tools I, J, K en L
om beelden te schilderen.
Zie A74 voor meer informatie over de
schildertools.
U kunt op beelden inzoomen door de
zoomknop naar g (i) te verplaatsen. Tik op
ABCD om te bladeren naar het gedeelte
van het beeld dat u wil weergeven. Verplaats
de zoomknop naar f (h) om terug te keren
naar het oorspronkelijke schermformaat.
U kunt de vorige handeling ongedaan maken door op e te tikken (maximaal vijf
keer).
2 Tik op I.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te
slaan, tikt u op S.
3 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Beelden worden opgeslagen in de volgende formaten.
- Beelden vastgelegd met r 2272×1704 of meer: 2272 × 1704
- Beelden vastgelegd met q 1600×1200 of minder: 640 × 480
- Beelden vastgelegd met l 4608×2592: 1920 × 1080
- Beelden vastgelegd met s 3456×3456: 1080 × 1080
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M U Paint
Pen
Kader
74
Weergavefuncties
De schildertools gebruiken
Schrijven en tekenen op beelden
U kunt op beelden schrijven en tekenen door te
tikken op I. Om het palet te sluiten, tikt u op I of
het beeld.
Tik op de schuifknop of sleep deze (1) om de
penkleur te selecteren.
Tik op de schuifknop (2) om de pendikte te
selecteren.
Extra schildertools voor wissen
U kunt tikken op J om iets te wissen dat met
behulp van de schildertools aan de beelden werd
toegevoegd.
Om het palet te sluiten, tikt u op J of het beeld.
Tik op de schuifknop om een gumformaat te
selecteren.
Decoratie toevoegen
U kunt een decoratie toevoegen door op K te
tikken.
Om het palet te sluiten, tikt u op K of het beeld.
U kunt kiezen uit 15 typen decoraties.
Tik op de schuifknop om een decoratieformaat
te selecteren.
Een kader toevoegen
U kunt een kader aan het beeld toevoegen door op
L te tikken.
Tik op GH om elk van de negen verschillende
kaders weer te geven.
Pen
Gum
Decoratie
Kader
75
Weergavefuncties
B Opmerkingen over de decoratie van de opnamedatum
De datumnotatie is dezelfde als die gespecificeerd voor Datumnotatie in Tijdzone en
datum (A126) in het setup-menu.
De decoratie van de opnamedatum gebruikt de datum die was ingesteld op de camera
op het moment van opname. De datum voor de decoratie van de opnamedatum kan
niet worden gewijzigd.
De datum is mogelijk moeilijk leesbaar als het beeldformaat klein is.
Uitrekken: Beelden uitrekken
1 Tik op de schuifknop of sleep deze
om het uitrekeffect aan te passen.
2 Tik op I.
3 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M P Uitrekken
Uitrekken
Uitrekken
76
Weergavefuncties
Perspectiefcorrectie: Het perspectief aanpassen
1 Tik op de schuifknop of sleep deze
om het perspectief aan te passen.
2 Tik op I.
3 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
O Perspectiefcorrectie
Perspectiefcorrectie
Perspectiefcorrectie
77
Weergavefuncties
Selectief verzachten: De achtergrond onscherp
maken
1 Gebruik I om een randlijn te
tekenen rond het gebied dat u niet
onscherp wil maken.
Wanneer de randlijn verbonden is aan de start-
en eindpunten, wordt het gebied herkend als
een selectiegebied. De binnenkant van de
selectie wordt in kleur weergegeven, de
buitenkant wordt onscherp gemaakt.
Een selectiegebied kan niet worden gespecificeerd als de lijn niet correct is
verbonden of als het gespecificeerde gebied te smal is. Teken de randlijn opnieuw.
2 Pas het selectiegebied aan.
Tik op I om een extra selectiegebied te
maken.
Tik op J om een selectiegebied te wissen.
Tik op e om de vorige handeling ongedaan
te maken (maximaal vijf keer).
U kunt op beelden inzoomen door de
zoomknop naar g (i) te verplaatsen. Tik op
ABCD om te bladeren naar het gedeelte
van het beeld dat u wil weergeven. Verplaats de zoomknop naar f (h) om terug
te keren naar het oorspronkelijke schermformaat.
Wanneer u klaar bent met de aanpassingen, tikt u op I.
3 Tik op de schuifknop of sleep deze
om de mate van het effect te
selecteren en tik op I.
Tik op e om het selectiegebied ongedaan te
maken.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te
slaan, tikt u op y.
4 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
V Selectief verzachten
Gebied selecteren
Gebied selecteren
Hoeveelheid
78
Weergavefuncties
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Tik om het gewenste kopieformaat
te selecteren en tik vervolgens op
I.
Beelden die werden vastgelegd met een
beeldmodus-instelling van l 4608×2592
worden opgeslagen met een formaat
640 × 360, terwijl beelden die werden gemaakt
met een beeldmodus-instelling van
s 3456×3456 worden opgeslagen bij
480 × 480. Tik op I om verder te gaan naar stap 2.
2 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt
(compressieverhouding van ongeveer 1:8).
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
g Kleine afbeelding
Kleine afbeelding
640×480
640×480
640×480
Ja Nee
Kleine kopie maken?
79
Weergavefuncties
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
1 Vergroot het beeld dat u wil uitsnijden (A58).
2 Pas het beeld aan zodat alleen het
gedeelte dat u wil behouden wordt
weergegeven en tik vervolgens op
G.
Verplaats de zoomknop of spreid/knijp uw
vingers om de zoomfactor aan te passen. Stel
een zoomfactor in waarin G wordt
weergegeven.
Sleep het beeld om te bladeren naar het gedeelte van het beeld dat u wil
weergeven.
3 Bevestig het gebied dat u wil
behouden en tik op I.
4 Tik op Ja.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
C Beeldformaat
De beeldverhouding (horizontale en verticale verhouding) van een uitgesneden beeld is
dezelfde als die van het originele beeld.
Wanneer het originele beeld in portretstand (staand) werd vastgelegd, wordt het
uitgesneden beeld ook in portretstand (staand) aangemaakt.
3.0
3.0
Uitsnijden
Ja Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
80
Films opnemen en weergeven
Films opnemen en weergeven
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor
films.
2 Druk op de b (filmopname)-knop om
de filmopname te starten.
De camera stelt scherp in het midden van het
beeld.
Tik op Q om de opname te pauzeren en tik op
o om de opname te hervatten (behalve
wanneer p iFrame 720/30p, p iFrame
720/25p of een HS-filmoptie geselecteerd is in
Filmopties). De opname eindigt automatisch
als ze gedurende ongeveer vijf minuten
gepauzeerd blijft.
U kunt een foto vastleggen door op de
ontspanknop te drukken terwijl u een film
opneemt (A83).
3 Druk opnieuw op de b (filmopname)-knop om de opname te
beëindigen.
4 Selecteer een film in
schermvullende weergavestand en
tik op R om hem af te spelen.
Een beeld met een pictogram van filmopties is
een film.
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
14
14
m
30s
14
m
30s
0010.
MOV
0010.
MOV
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15 : 30
10
s
81
Films opnemen en weergeven
Gebied vastgelegd in films
Het gebied dat is vastgelegd in een film verschilt afhankelijk van de Filmopties-
instellingen in het filmmenu.
Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A128) in het setup-menu is
ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kunt u het gebied bevestigen dat in een
film zal worden vastgelegd voordat u de opname start.
Maximale filmopnametijd
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB of niet langer duren dan
29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart voor een
langere opname.
De resterende opnameduur voor één film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
De effectieve resterende opnameduur kan verschillen afhankelijk van de inhoud
van de film, de bewegingen van het onderwerp of het type geheugenkaart.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A177). De filmopname kan onverwachts
stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere Speed Class-waarde worden
gebruikt.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie.
Als de binnenzijde van de camera zeer heet wordt tijdens het opnemen van films, stopt
de camera de opname automatisch.
De resterende tijd tot de camera stopt met opnemen (B10s) wordt weergegeven.
Als de camera gestopt is met opnemen, schakelt hij zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is.
82
Films opnemen en weergeven
Opmerkingen over filmopname
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende tijd aangeeft, knippert terwijl beelden of films worden opgeslagen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of
de geheugenkaart niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens
kunnen leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart.
B Opmerking over opgenomen films
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit lichtjes dalen.
Het geluid van de zoomknop, het zoomen, bewegingen van de objectiefaandrijving
tijdens autofocus, filmvibratiereductie en diafragma wanneer de helderheid wijzigt, kan
worden opgenomen.
De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden
opgenomen. Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen
kan er bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant
verplaatsen, zoals een trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de
camera wordt verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de intensiteit van de toegepaste zoom
kunnen onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk, enz.)
gekleurde strepen vertonen tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor
wanneer het patroon in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen;
dit is geen defect.
B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens filmopname
Wanneer Film VR (A121) in het filmmenu is ingesteld op Aan (hybride), wordt de
beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname.
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u
Film VR in op Uit om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
De autofocus levert mogelijk niet het gewenste resultaat (A53). In dit geval probeert u het
volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelv. AF (standaardinstelling) voor u de
filmopname start.
2. Kadreer een ander onderwerp (op dezelfde afstand van de camera als het gewenste
onderwerp) in het midden van het beeld, druk op de b (filmopname)-knop om de
opname te starten en wijzig vervolgens de compositie.
83
Films opnemen en weergeven
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt
tijdens een filmopname, wordt één beeld
opgeslagen als foto. De filmopname gaat verder
terwijl de foto wordt opgeslagen.
Wanneer y in de monitor wordt weergegeven,
kunnen foto's worden vastgelegd. Wanneer z
wordt weergegeven, kunnen geen foto's
worden vastgelegd.
De grootte van het vastgelegde beeld is
afhankelijk van de instelling Filmopties (A116).
B Opmerkingen over het vastleggen van foto's tijdens filmopname
Foto's kunnen in de volgende situaties niet worden vastgelegd tijdens een filmopname:
- Wanneer de resterende filmopnametijd minder dan 30 seconden bedraagt
- Wanneer Filmopties is ingesteld op Z 1080/60i, U 1080/50i of HS-film
De beelden van een film die werden opgenomen terwijl een foto werd genomen,
worden mogelijk niet vloeiend weergegeven.
Het geluid van het indrukken van de ontspanknop kan in de film worden opgenomen.
Als de camera beweegt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, kan het beeld onscherp
zijn.
Foto's vastleggen tijdens filmopname
14
14
m
30s
14
m
30s
84
Films opnemen en weergeven
De bedieningsknoppen worden op de monitor weergegeven.
U kunt op de pictogrammen tikken voor de volgende handelingen.
Bediening tijdens filmweergave
Functie
Pictogram
Beschrijving
Volume X
Past het volume aan. U kunt ook de zoomknop verplaatsen
(A1) om het volume aan te passen.
Terugspoelen
A Raak dit aan en houd het vast om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen
B Raak dit aan en houd het vast om de film vooruit te spoelen.
Pauze E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl de film gepauzeerd is.
C
Spoel de film één beeld terug. Raak dit aan en houd het
vast voor continu terugspoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Raak dit aan en houd
het vast voor continu vooruitspoelen.
R Weergave hervatten.
I
Sla het gewenste deel van een film op als een apart
bestand.
H
Haal één beeld uit een opgenomen film en sla het als
een foto op.
Beëindigen G Terugkeren naar de schermvullende weergavestand.
5
m
0
s
5
m
0
s
Wanneer afgespeeld
5
m
0
s
5
m
0
s
Wanneer gepauzeerd
85
Films opnemen en weergeven
Het gewenste gedeelte uit een opgenomen film
halen en opslaan
Het gewenste gedeelte van een opgenomen film kan als een afzonderlijk bestand
worden opgeslagen.
1 Speel een film af en pauzeer bij het beginpunt van het
gedeelte dat u wilt uitlichten (A84).
2 Tik op I in de
bedieningsknoppen.
3 Tik op J (kies beginpunt) in de
bewerkingsknoppen.
Tik op GH om het startpunt te verplaatsen.
Om de bewerking te annuleren, tikt u op e.
4 Tik op K (kies eindpunt).
Tik op GH om het eindpunt te verplaatsen.
Om een voorbeeld te zien van het
gespecificeerde gedeelte, tikt u op F. Tijdens
het voorbeeld worden de bedieningsknoppen
weergegeven. Tik op G om het voorbeeld te
stoppen.
5 Tik op I.
Volg de instructies op het scherm om de film
op te slaan.
Films bewerken
1
m
30
s
1
m
30
s
Kies beginpunt
Kies eindpunt
Kies eindpunt
86
Films opnemen en weergeven
B Opmerkingen over filmbewerking
Films die werden opgenomen met p iFrame 720/30p of p iFrame 720/25p
(A116) kunnen niet worden bewerkt.
Gebruik een batterij die voldoende geladen is om te voorkomen dat de camera tijdens de
bewerking uitschakelt. Wanneer de aanduiding batterijniveau wordt aangegeven als
G, is filmbewerking niet mogelijk.
Een film die door bewerking werd gecreëerd, kan niet opnieuw worden bijgesneden.
Het effectief bijgesneden gedeelte van een film kan lichtjes verschillend zijn van het
gedeelte dat werd geselecteerd met de start- en eindpunten.
Films kunnen niet dusdanig worden bijgesneden dat ze minder dan twee seconden lang
zijn.
Eén beeld van een film als foto opslaan
Eén beeld van een opgenomen film kan worden uitgelicht en als foto worden
opgeslagen.
Pauzeer de filmweergave om het scherm weer te
geven dat u wil uitlichten (A84).
Tik op H in de bedieningsknoppen.
Tik op Ja in het bevestigingsvenster om het
beeld op te slaan.
Het beeldformaat van een opgeslagen beeld
verschilt afhankelijk van het originele filmtype
(beeldformaat).
B Opmerkingen over het opslaan van foto's
Foto's kunnen niet worden opgeslagen van films die werden opgenomen bij Z 1080/
60i of U 1080/50i (A116).
5
m
0
s
5
m
0
s
Ja Nee
Dit beeld als stilstaand beeld
kopiëren?
87
Menu's gebruiken
Menu's gebruiken
U kunt de volgende menu's instellen door op het pictogram F (menu) te tikken.
A Opnamemenu
Beschikbaar door op F te tikken wanneer het opnamescherm wordt
weergegeven.
Hiermee kunt u het beeldformaat en de kwaliteit, instellingen van continue
opname enzovoort wijzigen.
G Weergavemenu
Beschikbaar door op F te tikken wanneer u beelden in schermvullende
weergavestand of miniatuurweergavestand bekijkt.
Hiermee kunt u beelden bewerken, diashows afspelen, enz.
D Filmmenu
Beschikbaar door op F te tikken wanneer het opnamescherm wordt
weergegeven.
Hiermee kunt u instellingen van filmopname wijzigen.
J Wi-Fi-optiesmenu
Hiermee kunt u de Wi-Fi-instellingen configureren om de camera en een
smartapparaat te verbinden.
z Setup-menu
Hiermee kunt u de basisfuncties van de camera aanpassen, zoals datum en tijd,
weergavetaal, enz.
1 Tik op het F (menu)-pictogram.
Het menu wordt weergegeven.
2 Tik op een menupictogram.
De menuopties kunnen worden geselecteerd.
8 8 0 880
25
m
0s25
m
0s
Opnamemenu
Beeldmodus
Aanraakopname
Witbalans Continu
ISO waarde Kleuropties
88
Menu's gebruiken
3 Tik op een menuoptie.
Bepaalde menu-opties kunnen, afhankelijk van
de huidige opnamestand of de toestand van
de camera, niet worden ingesteld.
4 Tik op een instelling.
De geselecteerde instelling wordt toegepast.
Als u klaar bent met het menu, tikt u op S.
Wanneer een menu wordt weergegeven,
schakelt u naar de opnamestand door op de
ontspanknop te drukken.
Set-up
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Datumstempel
Datum
Datum en tijd
Uit
89
Menu's gebruiken
Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)
* Deze instelling kan ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan Automatisch.
De gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die moet
worden gebruikt tijdens het opslaan van beelden.
Hoe groter de instelling voor de beeldmodus, hoe sterker vergroot beelden kunnen
worden afgedrukt, en hoe lager de compressieverhouding, hoe hoger de kwaliteit
van de beelden, maar het aantal beelden dat kan worden opgeslagen is kleiner.
* De numerieke waarden wijzen op het aantal vastgelegde pixels.
Voorbeeld: P 4608×3456 = circa 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
Het opnamemenu (voor stand
A (Automatisch))
Ga naar de opnamestand* M tik op F M Beeldmodus
Optie*
Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v.
verticaal)
Q 4608×3456P Circa 1:4 4:3
P 4608×3456 (standaardinstelling) Circa 1:8 4:3
R 3264×2448 Circa 1:8 4:3
r 2272×1704 Circa 1:8 4:3
q 1600×1200 Circa 1:8 4:3
O 640×480 Circa 1:8 4:3
l 4608×2592 Circa 1:8 16:9
s 3456×3456 Circa 1:8 1:1
90
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1
Verander de printerinstelling in “Rand” wanneer u beelden afdrukt met een
beeldverhouding 1:1. Sommige printers kunnen geen beelden afdrukken met een
beeldverhouding van 1:1.
B Opmerkingen over de beeldmodus
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A55).
C Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
Het aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen, kunt u tijdens de
opname op de monitor controleren (A14).
Merk op dat vanwege de JPEG-compressie het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen, sterk afhankelijk is van de beeldinhoud, zelfs wanneer geheugenkaarten met
dezelfde capaciteit en dezelfde instelling voor de beeldmodus worden gebruikt.
Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, sterk verschillen volgens
het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen weergegeven als “9999”.
91
Menu's gebruiken
Aanraakopname
De volgende opties zijn beschikbaar.
De instelling is vast ingesteld op Aanraaksluiter in de glamourstand.
C Scherpstelveld dat kan worden ingesteld met aanraaksluiter of
aanraak-AF
Het scherpstelveld dat kan worden ingesteld door op de monitor te tikken bij gebruik van
Aanraaksluiter of Aanraak-AF verschilt afhankelijk van de opnamestand.
Het scherpstelveld kan bij bepaalde onderwerpstanden niet worden gewijzigd.
Tik alleen op de weergegeven rand wanneer een gezicht van een mens of dier wordt
herkend. Wanneer meerdere gezichten worden herkend, tikt u op een gezicht dat door
een enkele rand wordt omgeven om het scherpstelveld te wijzigen.
Optie Beschrijving A
q Aanraaksluiter
(standaardinstelling)
Beelden kunnen worden vastgelegd door
eenvoudigweg op de monitor te tikken.
92
r Aanraak-AF
Tik op de monitor om het scherpstelveld in te
stellen. Druk op de ontspanknop om een foto te
nemen met de scherpstelling en belichting die
voor het scherpstelveld zijn ingesteld.
93
92
Menu's gebruiken
q Op de monitor tikken om de sluiter te ontspannen
(Aanraaksluiter)
* Deze instelling kan ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan Automatisch.
De gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
Tik op het gewenste onderwerp om een
foto te nemen.
Oefen niet te veel kracht uit wanneer u op de
monitor tikt. want dit kan leiden tot een kleine
beweging van de camera en onscherpe beelden.
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
De ontspanknop kan ook worden gebruikt wanneer
de optie aanraaksluiter is geselecteerd.
Als X wordt weergegeven wanneer op de monitor
wordt getikt, kan de sluiter niet worden ontspannen.
Tik op een gebied binnen X.
B Opmerkingen over aanraaksluiter
Het scherpstelveld dat kan worden ingesteld verschilt naargelang de opnamestand
(A91).
Wanneer u op een in de monitor weergegeven voorwerp tikt nadat de zelfontspanner
(A45) is ingesteld, vergrendelt de camera de scherpstelling en wordt de sluiter
ontspannen na 10 of 2 seconden.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A55).
Ga naar de opnamestand* M tik op F M Aanraakopname M q Aanraaksluiter
M tik op S
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
8 8 0
880
25
m
0s25
m
0s
93
Menu's gebruiken
r Op de monitor tikken om scherp te stellen (Aanraak-AF)
* Deze instelling kan ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan Automatisch.
De gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
1 Tik op het voorwerp dat moet
worden scherpgesteld.
Het scherpstelveld wordt weergegeven rond
het gebied waarop werd getikt.
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, kan het
scherpstelveld niet worden geselecteerd.
Om de selectie van het scherpstelveld te
annuleren, tikt u in de monitor op a.
Wanneer een gebied niet kan worden
scherpgesteld en u erop tikt, wordt X
weergegeven in de monitor. Tik op een gebied
binnen
X
.
2 Druk op de ontspanknop om een
foto te maken.
Druk de ontspanknop half in om de
scherpstelling en belichting te vergrendelen
en druk hem helemaal in om de sluiter te
ontspannen.
B Opmerkingen over Aanraak-AF
Het scherpstelveld dat kan worden ingesteld verschilt naargelang de opnamestand (A91).
Ga naar de opnamestand* M tik op F M Aanraakopname M r Aanraak-AF
M tik op S
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
94
Menu's gebruiken
Witbalans (Tint aanpassen)
Pas de witbalans aan overeenkomstig de lichtbron of de weersomstandigheden,
zodat de kleuren in de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
B Opmerkingen over Witbalans
Zet de flitsstand op W (uit) wanneer de witbalans is ingesteld op een andere instelling
dan Auto en Flitser (A43).
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A55).
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M Witbalans
Optie Beschrijving
a Auto
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aangepast.
b Handm.
voorinstelling
Wanneer het gewenste resultaat niet wordt verkregen met
Auto, Gloeilamplicht, enz. (A95).
c Daglicht Voor opname bij zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnamen bij TL-verlichting.
f Bewolkt Voor opnamen bij bewolkt weer.
g Flitser Voor opnamen met de flitser.
95
Menu's gebruiken
Handm. voorinstelling gebruiken
Gebruik de volgende procedure om de witbalanswaarde te meten bij het licht dat
tijdens de opname zal worden gebruikt.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting
die voor de foto wordt gebruikt.
2 Tik om Handmatige voorinst. te
selecteren bij Witbalans en tik
vervolgens op I.
De camera zoomt in naar de positie om de
witbalans te meten.
3 Kadreer het witte of grijze
referentievoorwerp in het
meetvenster.
Om de laatst gemeten waarde toe te passen,
tikt u op Annuleren.
4 Tik op Meten om het meten te
starten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting
wordt uitgevoerd (er wordt geen beeld
opgeslagen).
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Een waarde voor de flitserbelichting kan niet worden gemeten met Handm.
voorinstelling. Wanneer u met behulp van de flitser opneemt, dient u Witbalans in te
stellen op Auto of Flitser.
Witbalans
Auto
Auto
Handmatige
voorinst.
Handmatige
voorinst.
Daglicht
Daglicht
Gloeilamp-
licht
Gloeilamp-
licht
Handm. voorinstelling
Annuleren
Annuleren
Meten
Meten
Handm. voorinstelling
Annuleren
Annuleren
Meten
Meten
96
Menu's gebruiken
Continu-opnamen
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M Continu
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld vastgelegd telkens de ontspanknop wordt
ingedrukt.
k Continu H
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
gehouden, worden beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
9 bps en het maximale aantal continu-opnamen bedraagt
circa 7 (wanneer de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
m Continu L
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
gehouden, worden beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
2 bps en het maximale aantal continu-opnamen bedraagt
circa 7 (wanneer de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
q Vooropnamecache
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, begint de
opname met vooropnamecache. Wanneer de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt, slaat de camera het huidige beeld op,
alsook de beelden die werden vastgelegd net voordat de knop
werd ingedrukt (A98). Op die manier mist u de opname niet.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
12 bps en het maximale aantal continu-opnamen bedraagt
5, inclusief maximaal 2 beelden die worden vastgelegd in de
vooropnamecache (wanneer de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
n Continu H:
120 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
worden beelden vastgelegd met hoge snelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
120 bps en het maximale aantal continu-opnamen bedraagt
50.
Beeldmodus is vast ingesteld op O (beeldformaat:
640 × 480 pixels).
j Continu H:
60 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
worden beelden vastgelegd met hoge snelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
60 bps en het maximale aantal continu-opnamen bedraagt
25.
Beeldmodus is vast ingesteld op M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels).
97
Menu's gebruiken
B Opmerkingen bij Continu-opnames
Scherpstelling, belichting en witbalans worden ingesteld op de waarden bepaald voor
het eerste beeld in elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Wanneer de ISO-gevoeligheid wordt verhoogd, kan er ruis in de vastgelegde beelden
optreden.
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de
beeldstand, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheid.
Wanneer Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot
16 wordt gebruikt, kan er zich bandvorming of een variatie in helderheid of tint voordoen
in beelden die werden gemaakt bij verlichting die met hoge snelheid flikkert, zoals
TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A55).
D BSS
(Best Shot Selector)
Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden,
legt de camera een reeks van maximaal 10 beelden vast en
wordt het scherpste beeld automatisch opgeslagen.
Gebruik deze functie om een stilstaand onderwerp op te
nemen op plaatsen waar de flitser niet mag worden gebruikt en
er veel kans is op cameratrilling.
W Multi-shot 16
Telkens wanneer de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt, legt de
camera een reeks van 16 beelden vast
en slaat deze op als één beeld.
De beeldsnelheid voor continu-
opnamen bedraagt circa 30 bps.
Beeldmodus is vast ingesteld op
L (beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
Optie Beschrijving
98
Menu's gebruiken
C Vooropnamecache
Wanneer de ontspanknop half of volledig wordt ingedrukt, worden beelden als volgt
opgeslagen.
Het pictogram voor de vooropnamecache (Q) op het opnamescherm wordt groen
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Beelden opgeslagen voor de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt
Opgeslagen beelden door de
ontspanknop volledig in te drukken
Half indrukken Volledig indrukken
99
Menu's gebruiken
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunnen donkere onderwerpen worden vastgelegd.
Bovendien kunnen, zelfs bij onderwerpen met gelijke helderheid, foto's met kortere
sluitertijden worden gemaakt, waardoor waasvorming ten gevolge van
cameratrilling en bewegingen van het onderwerp kan worden beperkt.
Wanneer een hogere ISO-gevoeligheid wordt ingesteld, kunnen de beelden ruis
bevatten.
B Opmerking over ISO-gevoeligheid
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A55).
C Weergave van ISO-gevoeligheid op het opnamescherm
Wanneer Auto is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-gevoeligheid
automatisch toeneemt.
Wanneer Vast bereik automatisch is geselecteerd, wordt de maximumwaarde
voor de ISO-gevoeligheid weergegeven.
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M ISO-waarde
Optie Beschrijving
a Auto
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd tussen
ISO 125 en 1600.
Vast bereik automatisch
Selecteer het bereik waarin de camera automatisch de
ISO-gevoeligheid aanpast, uit ISO 125-400 of ISO 125-
800.
125, 200, 400, 800, 1600,
3200, 6400
De gevoeligheid wordt vergrendeld op de vastgestelde
waarde.
100
Menu's gebruiken
Kleuropties
Selecteer de kleurtint die moet worden gebruikt tijdens het nemen van foto's.
B Opmerkingen over kleuropties
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A55).
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M Kleuropties
Optie Beschrijving
n Normale kleur
(standaardinstelling)
Voor beelden met een natuurlijke kleur.
o Levendig Voor een levendig, “fotoprint”-effect.
p Zwart-wit Slaat beelden in zwart-wit op.
q Sepia Slaat beelden in sepiatinten op.
r Koelblauw Slaat beelden in cyaan-blauw monochroom op.
101
Menu's gebruiken
AF-veldstand
Bepaal hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M AF-veldstand
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
Wanneer de camera een
menselijk gezicht
detecteert, stelt deze scherp
op dat gezicht.
Zie “Gezichtsherkenning
gebruiken” (A50) voor
meer informatie.
Wanneer een compositie
zonder menselijke
onderwerpen of
gedetecteerde gezichten
wordt gekadreerd,
selecteert de camera
automatisch een of meer
van de negen
scherpstelvelden met het
onderwerp dat zich het
dichtst bij de camera
bevindt wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
y Centrum
De camera stelt scherp op
het onderwerp in het
midden van het beeld.
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
102
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over de AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp in het midden van het
beeld, ongeacht de instelling voor AF-veldstand.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A55).
s Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om
foto's te maken van
bewegende onderwerpen.
Registreer het onderwerp
waarop de camera
scherpstelt. Het
scherpstelveld verplaatst
zich automatisch om het
onderwerp te volgen. Zie
“Gebruik van Onderwerp
volgen” (A103) voor meer informatie.
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het
hoofdonderwerp
detecteert, stelt deze scherp
op dat onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing
gebruiken” (A52) voor
meer informatie.
Optie Beschrijving
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
103
Menu's gebruiken
Gebruik van Onderwerp volgen
1 Een onderwerp registreren.
Tik op het onderwerp dat u wil volgen.
Wanneer het onderwerp geregistreerd is,
wordt er een gele rand (scherpstelveld) rond
weergegeven en begint de camera het
onderwerp te volgen.
Als het onderwerp niet kan worden
geregistreerd, wordt de rand rood
weergegeven. Wijzig de compositie en
probeer het onderwerp opnieuw te
registreren.
Als het gebied waarop werd getikt geen
onderwerp bevat dat kan worden geregistreerd, wordt X in de monitor
weergegeven. Tik op een gebied binnen X.
Tik op een ander onderwerp om het doel te wijzigen.
Om de registratie van het onderwerp te annuleren, tikt u in de monitor op a.
Als de camera het geregistreerde onderwerp niet meer kan volgen, verdwijnt het
scherpstelveld. Registreer het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te maken.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
terwijl het scherpstelveld niet wordt
weergegeven, stelt de camera scherp op het
onderwerp in het midden van het beeld.
B Opmerkingen bij Onderwerp volgen
Als u handelingen zoals inzoomen uitvoert terwijl de camera het onderwerp volgt, wordt
de registratie geannuleerd.
Het onderwerp kan in bepaalde opnameomstandigheden niet worden gevolgd.
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M AF-veldstand M s Onderwerp volgen M
tik op S
8 8 0
880
25
m
0s
25
m
0s
F3 .3
F3.3
1
/
250
1
/
250
104
Menu's gebruiken
Autofocus-stand
Bepaal hoe de camera scherpstelt wanneer foto's worden gemaakt.
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand
(A120) in het filmmenu.
Sneleffecten
B Opmerkingen over Sneleffecten
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A55).
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M Autofocus-stand
Optie Beschrijving
A Enkelv. AF
(standaardinstelling)
De camera stelt alleen scherp wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp zelfs wanneer de
ontspanknop niet half wordt ingedrukt. U hoort het geluid
van de objectiefmotor terwijl de camera scherpstelt.
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
A (auto)-stand M tik op F M Sneleffecten
Optie Beschrijving
po Aan
(standaardinstelling)
In de stand A (auto) tikt u onmiddellijk na het
ontspannen van de sluiter op Y om het
effectselectiescherm weer te geven en de functie
Sneleffecten te gebruiken (A40).
p Uit Schakelt de functie Sneleffecten uit (tijdens opname).
105
Menu's gebruiken
Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)” (A89) voor meer informatie
over Beeldmodus.
Zie “Aanraakopname” (A91) voor meer informatie over Aanraakopname.
Huid verzachten
De resultaten van Huid verzachten zijn niet zichtbaar op het opnamescherm. Speel
de beelden af om de resultaten na opname te controleren.
Het menu Slim portret
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
F Slim portret-stand M tik op F M Huid verzachten
Optie Beschrijving
eS Hoog Wanneer de sluiter wordt losgelaten, detecteert de
camera een of meer menselijke gezichten (maximaal
drie) en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten
te verzachten voordat het beeld wordt opgeslagen. U
kunt de intensiteit van het toegepaste effect
selecteren.
eR Normaal
(standaardinstelling)
eQ Laag
p Uit Schakelt de functie Huid verzachten uit.
106
Menu's gebruiken
Glimlachtimer
De camera detecteert menselijke gezichten en laat automatisch de sluiter los
wanneer een glimlach wordt gedetecteerd.
B Opmerkingen over glimlachtimer
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A55).
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
F Slim portret-stand M tik op F M Glimlachtimer
Optie Beschrijving
ao Aan (enkelvoudig)
Wanneer een glimlach wordt gedetecteerd, legt de
camera één beeld vast.
aC Aan (continu)
Wanneer een glimlach wordt gedetecteerd, legt de
camera tot 5 beelden continu vast en slaat ze allemaal
op. De flitser kan niet gebruikt worden.
aD Aan (BSS)
(standaardinstelling)
Wanneer een glimlach wordt detecteert, legt de
camera tot 5 beelden continu vast en slaat het beeld
op waarin de glimlach het best is vastgelegd. De
flitser kan niet gebruikt worden.
p Uit Schakelt de glimlachtimer uit.
107
Menu's gebruiken
Knipperdetectie
B Opmerkingen over Knipperdetectie
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A55).
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
F Slim portret-stand M tik op F M Knipperdet.
Optie Beschrijving
o Aan
De camera ontspant de
sluiter automatisch twee
keer bij elke opname en
slaat één beeld op waarin
de ogen van het onderwerp
geopend zijn.
Als de camera een beeld
heeft opgeslagen waarin
de ogen van het
onderwerp mogelijk
gesloten zijn, verschijnt het dialoogvenster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet gebruikt worden.
p Uit
(standaardinstelling)
Schakelt de knipperdetectie uit.
Er werd geknipperd op de
foto die zojuist werd
genomen.
108
Menu's gebruiken
Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)” (A89) voor meer informatie
over Beeldmodus.
Zie “Aanraakopname” (A91) voor meer informatie over Aanraakopname.
Zelf-collage
Het Glamourstand-menu
Ga naar de opnamestand M tik op het pictogram van de opnamestand M
s Glamourstand M tik op F M Zelf-collage
Optie Beschrijving
Aantal opnamen
Stel het aantal opnamen in dat de camera
automatisch vastlegt (aantal vastgelegde beelden
voor een samengesteld beeld).
4 (standaardinstelling) of 9 kan worden
geselecteerd.
Interval
Stelt de intervaltijd tussen elke opname in.
Kort, Middelmatig (standaardinstelling) of Lang
kan worden geselecteerd.
Sluitergeluid
Bepaal of het sluitergeluid moet worden geactiveerd
bij opname met de functie Zelf-collage.
Standaard, SLR, Magisch (standaardinstelling) of
Uit kan worden geselecteerd.
Dezelfde instelling die werd gespecificeerd voor
Sluitergeluid in Geluidsinstellingen in het
setup-menu wordt niet op deze instelling
toegepast.
109
Menu's gebruiken
Zie “Beelden wissen” (A20) voor meer informatie over l Wissen.
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (A68) voor informatie over
beeldbewerkingsfuncties.
Zie “Stand Favoriete beelden” (A60) voor meer informatie over Favoriete
beelden en Verwijderen uit favor..
Mark. voor upload. via Wi-Fi
Selecteer beelden in de camera die u op voorhand naar een slim apparaat wil
overdragen voordat u deze overdraagt.
Op het beeldselectiescherm (A115) selecteert u beelden of heft u hun selectie op
voor de functie Mark. voor upload. via Wi-Fi.
Merk op dat wanneer u Standaardwaarden (A140) selecteert in het setup-menu
of Standaardwaarden herstellen (A123) in het Wi-Fi optiesmenu, de door u
gemaakte Mark. voor upload. via Wi-Fi-instellingen worden geannuleerd.
Het Weergavemenu
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
F Markeren voor upload. via Wi-Fi
110
Menu's gebruiken
Diashow
Geef beelden een voor een weer in een automatische “diashow”. Wanneer
filmbestanden in de diashow worden weergegeven, wordt alleen het eerste beeld
van elke film getoond.
1 Tik op Start.
De diashow begint.
Om effecten te selecteren die op de diashow
moeten worden toegepast, tikt u op Effecten
voordat u tikt op Start.
Om het interval tussen de beelden te wijzigen,
tikt u op Tussenpauze en geeft u de
gewenste intervaltijd op voordat u op Start
tikt.
Om de diashow automatisch te herhalen, tikt u op Herhalen voordat u op Start
tikt.
De maximale afspeelduur bedraagt ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is
ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start hem
opnieuw.
Het scherm rechts wordt weergegeven als de
diashow ten einde is of wordt gepauzeerd. Om
de diashow af te sluiten, tikt u op G. Om de
diashow te hervatten, tikt u op R.
Handelingen tijdens weergave
U kunt op de pictogrammen in de bedieningsknoppen tikken voor de volgende
handelingen.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M b Diashow
Functie
Pictogram
Beschrijving
Terugspoelen
A Raak dit aan en houd het vast om de diashow terug te spoelen.
Vooruitspoelen
B Raak dit aan en houd het vast om de diashow vooruit te spoelen.
Pauze E
Tik hierop om de diashow te pauzeren.
Om de weergave te hervatten, tikt u op R.
Beëindigen G Tik hierop om de diashow te beëindigen.
Diashow
Eecten
Start
Tussenpauze Herhalen
111
Menu's gebruiken
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen.
Selecteer beelden die u wilt beveiligen of annuleer de beveiliging van de beelden in
het beeldselectiescherm (A115).
Merk op dat door het formatteren van de geheugenkaart of het interne geheugen
van de camera alle gegevens inclusief beveiligde bestanden permanent worden
gewist (A135).
Beeld draaien
Geef de richting op waarin de opgeslagen beelden worden weergegeven. U kunt
beelden 90 graden rechtsom of 90 graden linksom draaien.
Selecteer een beeld in het beeldselectiescherm (A115). Wanneer het scherm Beeld
draaien verschijnt, tikt u op I of J om het beeld 90 graden te draaien.
Tik op I om de oriëntatie van de weergave te voltooien en deze oriëntatie-
informatie samen met het beeld op te slaan.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M d Beveiligen
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
f Beeld draaien
Beeld draaien Beeld draaienBeeld draaien
90 graden linksom
draaien
90 graden
rechtsom draaien
I
J
J
I
112
Menu's gebruiken
Spraakmemo
Spraakmemo's kunnen worden opgenomen en toegevoegd aan beelden.
Spraakmemo's opnemen
Tik op N om maximaal ongeveer 20 seconden
op te nemen.
Als u tijdens opname op S tikt, stopt de
opname.
Raak de microfoon niet aan.
Tijdens de opname knippert o op de monitor.
Zodra de opname eindigt, verschijnt het
spraakmemo-weergavescherm. Tik op R om de
spraakmemo af te spelen.
Wis de huidige spraakmemo voor u een nieuwe spraakmemo opneemt.
p wordt weergegeven bij beelden met een spraakmemo wanneer ze in
schermvullende weergave worden weergegeven.
Spraakmemo's afspelen
Selecteer een beeld met p voor u op F tikt.
Tik op R om de spraakmemo af te spelen. Tik op
S om de weergave te stoppen.
Tik op X tijdens de weergave om het
weergavevolume aan te passen.
Spraakmemo's wissen
Tik op E terwijl het spraakmemo-weergavescherm
wordt weergegeven.
Wanneer het bevestigingsvenster wordt
weergegeven, tikt u op Ja.
Om een spraakmemo bij een beveiligd beeld te
verwijderen, moet eerst de instelling Beveiligen
worden uitgeschakeld.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
E Spraakmemo
17
17
s
17
s
20
20
s
20
s
Ja Nee
Bestand wordt gewist. OK?
113
Menu's gebruiken
Kopiëren (Kopiëren tussen geheugenkaart en intern
geheugen)
Beelden kunnen worden gekopieerd tussen een geheugenkaart en het interne
geheugen.
Wanneer een geheugenkaart zonder beelden is geplaatst en de camera in
weergavestand staat, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven. Tik
in dat geval op F om Kopiëren te selecteren.
1 Tik op een bestemmingsoptie naar
waar de beelden worden
gekopieerd.
2 Tik op een kopieeroptie.
Als u Geselect. beelden kiest, gebruikt u het
beeldselectiescherm om beelden te
specificeren (A115).
B Opmerkingen over het kopiëren van beelden
Alleen bestanden in formaten die door deze camera kunnen worden opgenomen,
kunnen worden gekopieerd.
De werking wordt niet gegarandeerd voor beelden die met een camera van een ander
merk werden gemaakt of die werden aangepast op een computer.
Gekopieerde beelden of films kunnen niet worden weergegeven in de stand
Automatisch sorteren (A64).
Als u beelden kopieert die aan albums werden toegevoegd, worden deze niet
toegevoegd aan albums op de geheugenkaart of het interne geheugen die als
bestemming werden geselecteerd.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M h Kopiëren
Kopiëren
Camera kaart Kaart camera
Camera kaart
Alle beeldenGeselect.
beelden
114
Menu's gebruiken
C Beelden in een reeks kopiëren
Als u een hoofdfoto van een reeks selecteert in Geselect. beelden, worden alle beelden
in de reeks gekopieerd.
Als u op F tikt terwijl beelden in een reeks worden weergegeven, is alleen de
kopieeroptie Kaart camera beschikbaar. Alle beelden in de reeks worden gekopieerd
als u Huidige reeks selecteert.
Reeksweergaveopties
Selecteer de methode waarmee beelden in de reeks moeten worden weergegeven
(A66).
De instellingen worden toegepast op alle reeksen en de instelling wordt opgeslagen
in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgezet.
Kies hoofdfoto
Geef een ander beeld in de reeks op als de hoofdfoto.
Wanneer het selectiescherm voor de hoofdfoto wordt weergegeven, selecteert u
een beeld (A115).
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
V Opties reeksweergave
Optie Beschrijving
Q Individuele foto's
Toont elk beeld in een reeks een voor een. F wordt
weergegeven in het weergavescherm.
C Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Toont alleen de hoofdfoto voor beelden in een reeks.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M tik op F M
N Kies hoofdfoto
115
Menu's gebruiken
Het beeldselectiescherm
Wanneer een beeldselectiescherm zoals rechts
hiernaast wordt weergegeven terwijl de camera
wordt bediend, volgt u de hierna beschreven
procedures om de beelden te selecteren.
1 Tik om een beeld te selecteren en
voeg n toe.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave
te gaan.
Om de selectie ongedaan te maken, tikt u
opnieuw op het beeld om n te verwijderen.
Tik om n toe te voegen op dezelfde manier
als wanneer u meerdere beelden wil selecteren.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd voor Beeld draaien, Kies
hoofdfoto en Welkomstscherm.
2 Tik op I om de beeldselectie toe te
passen.
Wanneer een bevestigingsvenster wordt
weergegeven, volgt u de instructies op het
scherm om de handeling uit te voeren.
Beveiligen
Beveiligen
Beveiligen
116
Menu's gebruiken
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie voor de opname. Selecteer filmopties voor normale
snelheid om bij normale snelheid op te nemen, of HS-filmopties (A117) om op te
nemen in slow of fast motion. De filmopties die kunnen worden geselecteerd
verschillen afhankelijk van de Beeldsnelheid-instelling (A122).
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A177).
Filmopties voor normale snelheid
1
Het interlaced-formaat gebruikt Velden per seconde.
2
De instelling is niet beschikbaar wanneer u bepaalde effecten gebruikt in speciale
effecten-stand of glamourstand.
3
iFrame is een formaat dat wordt ondersteund door Apple Inc. iFrame-bestanden kunnen
niet worden bewerkt op deze camera. Wanneer films in het interne geheugen worden
opgenomen, kan de opname stoppen voor de maximale opnametijd wordt bereikt.
Het filmmenu
Ga naar de opnamestand M tik op F M D-menupictogram M Filmopties
Optie
(Beeldformaat/
beeldsnelheid
1
,
bestandsformaat)
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v. verticaal)
e 1080/30p
2
S 1080/25p
2
(standaardinstelling)
1920 × 1080 16:9
Z 1080/60i
2
U 1080/50i
2
1920 × 1080 16:9
f 720/30p
2
V 720/25p
2
1280 × 720 16:9
p iFrame 720/30p
2, 3
p iFrame 720/25p
2, 3
1280 × 720 16:9
g 480/30p
W 480/25p
640 × 480 4:3
117
Menu's gebruiken
HS-filmopties
Opgenomen films worden weergegeven in fast of slow motion.
Zie “Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)” (A119).
1
De instelling is niet beschikbaar wanneer u bepaalde effecten gebruikt in speciale
effecten-stand of glamourstand.
2
Terwijl films worden opgenomen, kan de camera worden omgeschakeld van
filmopname met normale snelheid naar filmopname voor slow motion of fast motion.
De weergegeven maximale opnametijd geldt alleen voor het deel van de film dat is
opgenomen in slow motion of fast motion.
B Opmerkingen over HS-film
Geluid wordt niet opgenomen.
De zoomstand en de scherpstelling worden vastgezet wanneer de filmopname start.
Optie
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v.
verticaal)
Beschrijving
h
a
HS 480/4×
1
640 × 480
4:3
1/4-films voor slow motion
Max. opnametijd
2
:
10 seconden (weergavetijd:
40 seconden)
i
X
HS 720/2×
1
1280 × 720
16:9
1/2-films voor slow motion
Max. opnametijd
2
:
30 seconden (weergavetijd:
1minuut)
j
Y
HS 1080/0,5×
1
1920 × 1080
16:9
2×-films voor fast motion
Max. opnametijd
2
: 2 minuten
(weergavetijd: 1 minuut)
118
Menu's gebruiken
C Weergave in slow motion en fast motion
Bij opname met normale snelheid:
Bij opname met h HS 480/4× (a HS 480/4×):
Films worden opgenomen met 4× de normale snelheid.
Ze worden in slow motion weergegeven met 4× tragere snelheid.
Bij opname met j HS 1080/0,5× (Y HS 1080/0,5×):
Films worden opgenomen met 1/2 van de normale snelheid.
Ze worden in fast motion weergegeven met 2× hogere snelheid.
Opnametijd
10 sec.
Weergavetijd
10 sec.
Opnametijd
10 sec.
Weergave in slow motion
Weergavetijd
40 sec.
Opnametijd
10 sec.
Weergave in fast motion
Weergavetijd
5 sec.
119
Menu's gebruiken
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)
Films die werden opgenomen met HS-film, kunnen worden weergegeven in slow
motion met 1/4 of 1/2 van de normale weergavesnelheid, of in fast motion met een
snelheid die twee keer hoger ligt dan de normale weergavesnelheid.
1 Tik op een HS-filmoptie (A117).
Als de optie is toegepast, tikt u op S om terug
te keren naar het opnamescherm.
2 Druk op de b (filmopname)-knop
om de opname te starten.
De camera start met de opname van een HS-
film wanneer de optie Openen met HS-
beelden in het filmmenu is ingesteld op Aan,
of een film met normale snelheid wanneer de
optie is ingesteld op Uit.
De camera schakelt tussen filmopname met
normale snelheid en HS-filmopname telkens
wanneer u op het pictogram HS/HD tikt.
Het pictogram voor de filmopties wijzigt
wanneer wordt omgeschakeld tussen HS-
filmopname en filmopname met normale
snelheid.
Wanneer de maximale opnametijd voor HS-films (A117) is bereikt, gaat de
camera automatisch naar filmopname met normale snelheid.
3 Druk op de b (filmopname)-knop om de opname te
beëindigen.
Ga naar de opnamestand M tik op F M D-menupictogram M Filmopties
Filmopties
480/30p HS 480/4×
HS 720/2× HS 1080/0,5×
720/30p
iFrame
720/30p
5
s
5
s
120
Menu's gebruiken
Openen met HS-beelden
Bepaal of de opname van HS-films of films met normale snelheid start wanneer films
worden opgenomen.
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast
ingesteld op Enkelv. AF.
Ga naar de opnamestand M tik op F M D-menupictogram M
Openen met HS-beelden
Optie Beschrijving
o Aan
(standaardinstelling)
Neem HS-films op wanneer de opname begint.
p Uit
Neem films met normale snelheid op wanneer de
opname begint.
Ga naar de opnamestand M tik op F M D-menupictogram M
Autofocus-stand
Optie Beschrijving
A Enkelv. AF
(standaardinstelling)
Het scherpstellen wordt vergrendeld wanneer de
filmopname start.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de
camera en het onderwerp vrij constant blijft tijdens de
filmopname.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de
camera en het onderwerp sterk wijzigt tijdens de opname.
In de opgenomen film kunt u mogelijk het geluid horen
van de camera die scherpstelt. Het gebruik van Enkelv.
AF is aanbevolen om te voorkomen dat het geluid van de
scherpstellende camera de opname stoort.
121
Menu's gebruiken
Film VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van films.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te
stabiliseren.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast
ingesteld op Uit.
B Opmerkingen over film VR
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden
vermeden.
In de modus Speciale effecten wordt alleen lens-shift VR gebruikt om cameratrilling te
corrigeren wanneer Filmopties is ingesteld op Z 1080/60i of U 1080/50i, zelfs
als Film VR is ingesteld op Aan (hybride).
Ga naar de opnamestand M tik op F M D-menupictogram M Film VR
Optie Beschrijving
V Aan (hybride)
(standaardinstelling)
Voert optische correctie uit voor cameratrilling met
behulp van lens-shift VR en voert tegelijk elektronische VR
uit met behulp van beeldverwerking. De beeldhoek
(m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) wordt
smaller.
g Aan
Voert correctie voor cameratrilling uit met behulp van
lens-shift VR.
p Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
122
Menu's gebruiken
Windruisreductie
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast
ingesteld op Uit.
Beeldsnelheid
Selecteer de beeldsnelheid (velden per seconde voor het interlaced-formaat) die
wordt gebruikt bij filmopname. Wanneer de instelling voor de beeldsnelheid wordt
geschakeld, veranderen de opties die kunnen worden ingesteld bij Filmopties
(A116).
Ga naar de opnamestand M tik op F M D-menupictogram M
Windruisreductie
Optie Beschrijving
Yo Aan
Vermindert het geluid dat optreedt wanneer de wind
tijdens filmopname over de microfoon blaast. Andere
geluiden kunnen tijdens de weergave moeilijk te horen
zijn.
p Uit
(standaardinstelling)
Windruisreductie is uitgeschakeld.
Ga naar de opnamestand M tik op F M D-menupictogram M Beeldsnelheid
Optie Beschrijving
s 30 bps (30p/60i)
Geschikt voor weergave op een televisie met de
NTSC-standaard.
r 25 bps (25p/50i)
Geschikt voor weergave op een televisie met de
PAL-standaard.
123
Menu's gebruiken
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN) instellingen om de camera en een smarttoestel
te verbinden.
Het Wi-Fi optiesmenu
Tik op F M J-menupictogram
Optie Beschrijving
A
Verbinden met
smart apparaat
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met een
smart-toestel. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken”
(A141) voor meer informatie.
F Uploaden
vanaf camera
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met een
smart-toestel. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken”
(A141) voor meer informatie.
De over te dragen beelden kunnen worden geselecteerd op het
beeldselectiescherm voordat u een Wi-Fi-verbinding tot stand
brengt (A115). De SSID en het wachtwoord van de camera
worden op het scherm weergegeven nadat de beelden zijn
geselecteerd.
Jp Wi-Fi
uitschakelen
Selecteer dit om de draadloze verbinding tussen de camera en een
smart-toestel te verbreken. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie
gebruiken” (A141) voor meer informatie.
Jz Opties
SSID: Wijzig de SSID. De geconfigureerde SSID wordt
weergegeven op het smart-toestel. Stel een alfanumerieke SSID in
van 1-24 karakters.
Verificatie/encryptie: Selecteer of de communicatie tussen de
camera en het verbonden smart-toestel al dan niet moet worden
beveiligd. De communicatie wordt niet beveiligd als Open
(standaardinstelling) is geselecteerd.
Wachtwoord: Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek
wachtwoord in van 8-16 karakters.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze
verbindingen.
M Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
B
Standaardwaarden
herstellen
Herstel de Wi-Fi-instellingen naar de standaardwaarden. De
draadloze verbinding wordt beëindigd als deze optie wordt
uitgevoerd terwijl Wi-Fi is verbonden.
124
Menu's gebruiken
Toetsenbord tekstinvoer bedienen
Tik op het toetsenbord om alfanumerieke tekens
in te voeren.
Om de cursor in het tekstveld te verplaatsen, tikt
u op GH.
Om één teken te wissen, tikt u op K.
Om naar cijfers of hoofdletters/kleine letters te
schakelen, tikt u op de toetsen van de
tekstinvoerstand.
Om de instelling toe te passen, tikt u op I.
SSID
125
Menu's gebruiken
Welkomstscherm
Configureer het welkomstscherm dat wordt weergegeven wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
Het setup-menu
Tik op F M z-menupictogram M Welkomstscherm
Optie Beschrijving
Geen (standaardinstelling) Toont het welkomstscherm niet.
COOLPIX Toont een welkomstscherm met het COOLPIX-logo.
Selecteer beeld
Toont het beeld dat voor het welkomstscherm werd
geselecteerd.
Het beeldselectiescherm verschijnt. Selecteer een
beeld (A115) en tik op I.
Omdat een kopie van het geselecteerde beeld wordt
opgeslagen in de camera, wordt het beeld
weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld,
zelfs als het originele beeld is gewist.
Een beeld kan niet worden geselecteerd als de
beeldverhouding verschillend is van de
beeldverhouding van het scherm of als het beeld
uiterst klein is nadat de functie Kleine afbeelding of
Uitsnede werd toegepast.
126
Menu's gebruiken
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
Tijdzone instellen
1 Tik op Tijdzone.
Tik op F M z-menupictogram M Tijdzone en datum
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Selecteer een veld: Tik op
een veld dat u wil wijzigen.
Bewerk de datum en tijd: Tik
op BC.
Pas de instelling toe: Tik op
I.
Datumnotatie
Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/
jaar.
Tijdzone
Stel de tijdzone en de zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt ingesteld nadat u de
eigen tijdzone (w) heeft ingesteld, wordt het tijdverschil tussen
de reisbestemming en de eigen tijdzone automatisch berekend
en de datum en tijd voor de geselecteerde regio worden
opgeslagen.
Datum en tijd
D
M
J
u m
Tijdzone en datum
15/11/2014
15
:
30
Datum en tijd
Datumnotatie
Tijdzone
127
Menu's gebruiken
2 Tik op w Eigen tijdzone of
x Reisbestemming.
De datum en tijd die op de monitor worden
weergegeven, veranderen naarmate de eigen
tijdzone of de reisbestemming is geselecteerd.
3 Tik op o.
4 Tik op GH om de tijdzone te
selecteren.
Tik op p om de zomertijdfunctie in te
schakelen, waarna W wordt weergegeven. Tik
op p om de zomertijdfunctie uit te schakelen.
Tik op I om de tijdzone toe te passen.
Als de juiste tijd niet wordt weergegeven voor
de instelling van de eigen tijdzone of de
tijdzone van de reisbestemming, stelt u de
juiste tijd in bij Datum en tijd.
Tijdzone
15/11/2014
15
:
30
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdzone
15/11/2014
15
:
30
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Reisbestemming
128
Menu's gebruiken
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Tik op F M z-menupictogram M Monitorinstellingen
Optie Beschrijving
Foto-informatie Bepaal of informatie op de monitor wordt weergegeven.
Beeld terugspelen
Bepaal of het vastgelegde beeld onmiddellijk na de opname wel of
niet wordt weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
Pas de helderheid aan.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
Enkele van de bedieningspictogrammen en -informatie zijn
verborgen als gedurende enkele seconden geen handelingen
worden uitgevoerd.
Tik op A om de informatie opnieuw weer te geven.
Raster+autom.
info
Naast de informatie die
weergegeven is op
Automatische info, verschijnt
een raster om foto's beter te
kunnen kadreren.
Het raster wordt niet
weergegeven wanneer films
worden opgenomen.
Hetzelfde als Automatische
info.
88 0
880
25
m
0s
25
m
0s
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15 : 30
88 0
880
25
m
0s
25
m
0s
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15 : 30
129
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over monitorinstellingen
Wanneer Sneleffecten (A104) is ingesteld op Aan terwijl foto's worden gemaakt, wordt
het vastgelegde beeld weergegeven na de opname, ongeacht de instelling voor Beeld
terugspelen.
Filmbeeld+autom.
info
Naast de informatie die
aangegeven is in
Automatische info, wordt
voor de filmopname begint een
raster weergegeven dat het
gebied aangeeft dat zal worden
vastgelegd wanneer films
worden opgenomen.
Het filmraster wordt niet
weergegeven wanneer films
worden opgenomen.
Hetzelfde als Automatische
info.
Opnamestand Weergavestand
88 0
880
25
m
0s
25
m
0s
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15
15
/
11
11
/
2014
2014
1
5:
5 :
30
30
15
/
11
/
2014 15 : 30
130
Menu's gebruiken
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen tijdens opname
op beelden worden gestempeld. De informatie kan
zelfs worden afgedrukt wanneer u een printer
gebruikt die de functie datum afdrukken niet
ondersteund.
B Opmerkingen over datumstempel
De in het beeld gestempelde datum vormt een permanent onderdeel van de
beeldgegevens en kan niet worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet op beelden
worden gestempeld nadat ze werden vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet worden gestempeld in de volgende situaties:
- Wanneer de onderwerpstand Nachtportret (wanneer Uit de hand is geselecteerd),
Nachtlandschap (wanneer Uit de hand is geselecteerd) of Eenvoudig panorama
wordt gebruikt.
- Wanneer de instelling voor continu-opname (A96) is ingesteld op
Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps
- Wanneer films worden opgenomen.
- Wanneer foto's worden opgeslagen tijdens filmopname
De gestempelde datum en tijd kunnen moeilijk leesbaar zijn wanneer een klein
beeldformaat wordt gebruikt.
C Een opnamedatum afdrukken op beelden zonder datumstempel
U kunt beelden naar een computer overzetten en de ViewNX 2-software (A152)
gebruiken om de opnamedatum op de beelden te stempelen wanneer ze worden
afgedrukt.
Tik op F M z-menupictogram M Datumstempel
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt gestempeld op de beelden.
S Datum en tijd De datum en tijd worden gestempeld op de beelden.
p Uit
(standaardinstelling)
De datum en tijd worden niet gestempeld op de beelden.
15 .11. 2014
15.11.2014
131
Menu's gebruiken
Foto VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van foto's.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te
stabiliseren.
B Opmerkingen over Foto VR
Na het inschakelen van de camera of nadat werd omgeschakeld van de weergavestand
naar de opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand volledig wordt
weergegeven voor u foto's maakt.
Beelden in de monitor van de camera kunnen onmiddellijk na opname wazig worden
weergegeven.
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden
vermeden.
Tik op F M z-menupictogram M Foto VR
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Correctie voor cameratrilling wordt uitgevoerd met
behulp van lens-shift VR.
p Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
132
Menu's gebruiken
Bewegingsdetectie
Activeer bewegingsdetectie om de effecten van bewegingen van het onderwerp en
cameratrilling te verminderen als u foto's maakt.
B Opmerkingen over Bewegingsdetectie
De bewegingsdetectie kan de effecten van bewegingen van het onderwerp of
cameratrilling in bepaalde situaties niet elimineren.
De bewegingsdetectie kan uitgeschakeld zijn als het onderwerp te sterk beweegt of te
donker is.
De beelden die met bewegingsdetectie werden vastgelegd, kunnen ruis bevatten.
Tik op F M z-menupictogram M Bewegingsdetectie
Optie Beschrijving
U Automatisch
(standaardinstelling)
De bewegingsdetectie is ingeschakeld in bepaalde
opnamestanden of instellingen wanneer r wordt
weergegeven op het opnamescherm.
Wanneer de camera bewegingen van het onderwerp of
cameratrilling detecteert, wordt r groen en worden de
ISO-gevoeligheid en de sluitertijd automatisch verhoogd
om wazige beelden te voorkomen.
Stel ISO-waarde (A99) in op Auto in de stand
A (auto).
p Uit Bewegingsdetectie is uitgeschakeld.
133
Menu's gebruiken
AF-hulplicht
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
- Portret, Nachtportret, Nachtlandschap, Tegenlicht (wanneer HDR is ingesteld),
Eenvoudig panorama of Dierenportret-onderwerpstand
- Stand Slim portret
-Glamourstand
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in andere opnamestanden bij gebruik van
bepaalde instellingen (A57).
Tik op F M z-menupictogram M AF-hulplicht
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op wanneer u bij
weinig licht op de ontspanknop drukt. De verlichting
heeft een bereik van ongeveer 2,0 m in de maximale
groothoekstand en een bereik van ongeveer 2,0 m in de
maximale telestand.
Merk op dat voor bepaalde onderwerpstanden of
scherpstelvelden de AF-hulpverlichting mogelijk niet
oplicht.
p Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
Tik op F M z-menupictogram M Digitale zoom
Optie Beschrijving
o Aan
(standaardinstelling)
Digitale zoom is ingeschakeld.
p Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
134
Menu's gebruiken
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Stel de tijd in die verstrijkt voor de camera naar de stand-bystand gaat (A16).
U kunt 30 sec., 1min. (standaardinstelling), 5min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand gaat, ligt vast in de volgende
situaties:
Wanneer een menu wordt weergegeven: 3 minuten (wanneer automatisch uit is
ingesteld op 30 sec. of 1min.)
Bij opname met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (wanneer automatisch uit is
ingesteld op 30 sec. of 1min.)
Bij opname met Glimlachtimer: 5 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Wanneer de lichtnetadapter EH-62G is aangesloten: 30 minuten
Wanneer een USB-kabel of HDMI-kabel is aangesloten: 30 minuten
Tik op F M z-menupictogram M Geluidsinstellingen
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, geeft
de camera één pieptoon wanneer bewerkingen worden
uitgevoerd, twee pieptonen wanneer de camera heeft
scherpgesteld op het onderwerp en drie pieptonen
wanneer er zich een fout voordoet. Het welkomstscherm
wordt ook weergegeven.
Geluiden zijn uitgeschakeld wanneer de
onderwerpstand Dierenportret wordt gebruikt.
Sluitergeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt
het sluitergeluid weergegeven wanneer de sluiter wordt
ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet weergegeven in de
continu-opnamestand, wanneer films worden
opgenomen of wanneer de onderwerpstand
Dierenportret wordt gebruikt.
Tik op F M z-menupictogram M Automatisch uit
135
Menu's gebruiken
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren.
Als u de geheugenkaarten of het interne geheugen formatteert, worden alle
gegevens permanent gewist. Gegevens die werden gewist, kunnen niet
worden hersteld. Sla belangrijke beelden op een computer op voordat u gaat
formatteren.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera.
Tik op Geheugenkaart form. in het setup-menu.
Het interne geheugen formatteren
Haal de geheugenkaart uit de camera.
Tik op Geheug. formatteren in het setup-menu.
Om het formatteren te starten, tikt u op Ja op het weergegeven scherm en tikt u op
Uitvoeren in het bevestigingsvenster.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf niet tijdens het formatteren.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
Tik op F M z-menupictogram M Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
136
Menu's gebruiken
Taal/Language
Selecteer een taal voor de weergave van cameramenu's en berichten.
HDMI
Pas de instellingen voor aansluiting op een televisie aan.
Selecteer een resolutie voor HDMI-uitvoer. Wanneer Automatisch
(standaardinstelling) is geselecteerd, wordt de optie die het best geschikt is voor de
televisie waarmee de camera is verbonden, automatisch geselecteerd uit 480p,
720p of 1080i.
C HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is een multimedia-interface.
Tik op F M z-menupictogram M Taal/Language
Tik op F M z-menupictogram M HDMI
137
Menu's gebruiken
Opladen via computer
B Opmerkingen over het laden met een computer
Bij aansluiting op een computer schakelt de camera in en begint hij op te laden. Als de
camera wordt uitgeschakeld, stopt het opladen.
Het duurt ongeveer 2 uur en 50 minuten om een volledig lege batterij op te laden. De
laadtijd wordt groter wanneer beelden worden overgespeeld terwijl de batterij wordt
geladen.
De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten geen communicatie
met de computer plaatsvindt nadat de batterij volledig was geladen.
B Wanneer het camera-aan-lampje snel oranje knippert
Opladen is niet mogelijk, waarschijnlijk wegens een van de hierna beschreven redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de batterij binnenshuis
op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
De USB-kabel is niet correct aangesloten of de batterij is defect. Zorg ervoor dat de USB-
kabel correct is aangesloten of vervang de batterij indien nodig.
De computer staat in de slaapstand en levert geen stroom. Haal de computer uit de
slaapstand.
De batterij kan niet worden opgeladen omdat de computer geen stroom naar de camera
kan sturen ten gevolge van de instellingen of specificaties van de computer.
Tik op F M z-menupictogram M Opladen via computer
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
Wanneer de camera wordt aangesloten op een
ingeschakelde computer (A145), wordt de in de camera
geplaatste batterij automatisch opgeladen met de
stroombron van de computer.
p Uit
De in de camera geplaatste batterij wordt niet opgeladen
wanneer de camera is aangesloten op een computer.
138
Menu's gebruiken
Knipperwaarsch.
Bepaal of de camera menselijke gezichten moet herkennen die hebben geknipperd
tijdens opname met gezichtsherkenning (A50) in de volgende standen:
d (autom. scènekeuzekn.)-stand (A24)
Portret of onderwerpstand Nachtportret (A25)
Stand A (auto) (wanneer Gezichtprioriteit (A101) is geselecteerd voor de
optie AF-veldstand)
Het Knipperwaarsch.-scherm
Gezichten die door de knipperwaarschuwing
worden gedetecteerd, worden binnen een rand
weergegeven.
De volgende handelingen zijn beschikbaar.
Het gezicht vergroten: Verplaats de zoomknop
naar g (i). Als meer dan een gezicht is
gedetecteerd, tikt u op M of N om het
gewenste gezicht te selecteren.
Naar schermvullende weergave gaan: Verplaats
de zoomknop naar f (h).
Het weergegeven beeld wissen: Tik op E.
Als u op I tikt of als gedurende enkele seconden geen handelingen worden
uitgevoerd, keert de camera terug naar de opnamestand.
B Opmerkingen over Knipperwaarschuwing
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A55).
De knipperwaarschuwing werkt in bepaalde opnameomstandigheden mogelijk niet
goed.
Tik op F M z-menupictogram M Knipperwaarsch.
Optie Beschrijving
o Aan
Wanneer één of meer menselijke onderwerpen mogelijk
met de ogen hebben geknipperd in een beeld dat met
gezichtsherkenning werd vastgelegd, wordt het scherm
Knipperde er iemand? weergegeven op de monitor.
Controleer het beeld en leg indien gewenst een nieuw
beeld vast.
p Uit
(standaardinstelling)
De knipperwaarschuwing is uitgeschakeld.
Knipperde er iemand?
139
Menu's gebruiken
Uploaden via Eye-Fi
Bepaal of de functie voor het verzenden van beelden naar een computer met behulp
van een in de handel verkrijgbare Eye-Fi-kaart wordt ingeschakeld.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
B Opmerkingen over Eye-Fi-kaarten
Merk op dat beelden niet worden geüpload als de signaalsterkte onvoldoende is, zelfs als
Inschakelen is geselecteerd.
Haal uw Eye-Fi-kaart uit de camera op plaatsen waar het gebruik van radiogolven
verboden is. Eye-Fi-kaarten kunnen draadloze signalen uitzenden wanneer
Uitschakelen is geselecteerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw Eye-Fi-kaart voor meer informatie. In geval
van een storing of als u vragen hebt, neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
De camera kan worden gebruikt om Eye-Fi-kaarten in en uit te schakelen, maar andere
Eye-Fi-functies worden mogelijk niet ondersteund.
De camera is niet compatibel met de functie Eindeloos geheugen. Wanneer deze functie
is ingesteld op een computer, dient u de functie uit te schakelen. Als de functie Eindeloos
geheugen ingeschakeld is, wordt het aantal vastgelegde beelden mogelijk niet correct
weergegeven.
Eye-Fi-kaarten zijn alleen bedoeld voor gebruik in het land van aankoop. Houd rekening
met alle lokale wetten m.b.t. de draadloze apparaten.
Als u de instelling Inschakelen behoudt, raakt de batterij sneller leeg.
C Eye-Fi-communicatie-aanduiding
De communicatiestatus van de Eye-Fi-kaart in de camera kan worden gecontroleerd op de
monitor (A6).
w: Uploaden via Eye-Fi is ingesteld op Uitschakelen.
x (licht op): Eye-Fi-uploaden ingeschakeld, wacht tot het uploaden begint.
x (knippert): Eye-Fi-uploaden ingeschakeld, gegevens worden geüpload.
y: Eye-Fi-uploaden ingeschakeld; geen beelden beschikbaar voor uploaden.
z: Er heeft zich een fout voorgedaan. De camera kan de Eye-Fi-kaart niet aansturen.
Tik op F M z-menupictogram M Uploaden via Eye-Fi
Optie Beschrijving
b Inschakelen
(standaardinstelling)
Upload beelden die met de camera werden gemaakt, naar
een vooraf geselecteerde bestemming.
c Uitschakelen Beelden worden niet geüpload.
140
Menu's gebruiken
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen gereset naar
de standaardwaarden.
Bepaalde instellingen zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet
gereset.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
C Bestandsnummering resetten
Als u de bestandsnummering wil terugzetten op “0001”, wist u alle beelden die op de
geheugenkaart of in het interne geheugen zijn opgeslagen (A20) voordat u
Standaardwaarden selecteert.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
Tik op F M z-menupictogram M Standaardwaarden
Tik op F M z-menupictogram M Firmware-versie
141
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie
gebruiken
U kunt de volgende functies uitvoeren wanneer u de bijbehorende software
“Wireless Mobile Utility” installeert op uw smart-apparaat dat draait op Android OS of
iOS en dit aansluit op de camera.
Neem foto's
U kunt foto's vastleggen met behulp van de twee hieronder beschreven methoden.
Ontspan de sluiter op de camera en sla de genomen foto's op een smart-apparaat
op.
Gebruik een smart-apparaat om de camerasluiter op afstand te ontspannen en
foto's op te slaan op een smart-apparaat.
Bekijk foto's
Beelden die in de geheugenkaart van de camera worden opgeslagen worden
overgezet naar en bekeken op uw smart-apparaat. U kunt ook vooraf beelden op de
camera selecteren die u naar uw smart-apparaat wil overzetten.
B Opmerkingen
Beveiligingsinstellingen zoals het wachtwoord zijn bij aankoop niet geconfigureerd. De
gebruiker moet indien nodig zelf de gewenste beveiligingsinstellingen configureren in
Opties in het menu Wi-Fi-opties (A87).
1 Gebruik uw smart-apparaat om te verbinden met Google Play
Store, App Store of andere online apps en te zoeken naar
“Wireless Mobile Utility”.
Controleer de bij het smart-apparaat geleverde gebruikshandleiding voor meer
informatie.
2 Controleer de beschrijving en de overige informatie en
installeer de software.
C Gebruikshandleiding voor Wireless Mobile Utility
Download de gebruikshandleiding van de onderstaande website.
Android OS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU/
iOS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU-ios/
De software installeren op het smart-
apparaat
Om een verbinding tot stand te brengen met de camera, drukt u op de J (Wi-Fi)-knop
op de camera, schakel de Wi-Fi functie van het smart-apparaat in en start vervolgens de
“Wireless Mobile Utility” op het smart-apparaat terwijl “Bezig met onderhandelen... Even
wachten alstublieft.” wordt weergegeven op de camera.
142
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
1 Druk op de Wi-Fi-knop op de
camera.
Het scherm rechts wordt weergegeven.
Wanneer binnen drie minuten geen
verbindingsbevestiging is ontvangen van het
smart-apparaat, wordt het bericht Geen
toegang. weergegeven en keert de camera
terug naar het scherm Wi-Fi-opties.
U kunt ook tikken op Verbinden met smart
apparaat in het menu Wi-Fi-opties om het
scherm rechts weer te geven.
2 Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-apparaat in de stand Aan.
Controleer de bij het smart-apparaat geleverde gebruikshandleiding voor meer
informatie.
Nadat de netwerknamen (SSID's) worden weergegeven die kunnen worden
gebruikt voor het smart-apparaat, selecteert u de op de camera weergegeven
SSID.
Wanneer Verificatie/encryptie in het menu Wi-Fi-opties ingesteld is op WPA2-
PSK-AES, wordt het bericht voor het invoeren van het wachtwoord weergegeven.
Voer het wachtwoord in dat weergegeven wordt op de camera.
3 Terwijl “Bezig met onderhandelen... Even wachten alstublieft.”
wordt weergegeven op de camera, start u de “Wireless Mobile
Utility” die op het smart-apparaat is geïnstalleerd.
Het scherm voor selecteren van “Neem foto's” of “Bekijk foto's” wordt weergegeven.
Wanneer het bericht “Kan geen verbinding met de camera maken.” wordt
weergegeven, ga dan terug naar stap 1 en herhaal de procedure.
“De software installeren op het smart-apparaat” (A141).
C Met een niet NFC-compatibel smart-apparaat de camera aanraken voor
een Wi-Fi-verbinding
Wanneer u een Android OS smart-apparaat gebruikt dat
compatibel is met Near Field Communication (NFC)-functies,
kunt u een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen en de “Wireless
Mobile Utility” starten door de NFC-antenne van het smart-
apparaat in contact te brengen met de Y (N-Mark) op de
camera.
Het smart-apparaat verbinden met de
camera
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
SSID:
Verbinden met smart apparaat
143
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi-verbinding verbreken
Voer een van de volgende handelingen uit.
Zet de camera uit.
Selecteer Wi-Fi uitschakelen in het menu Wi-Fi-opties op de camera (behalve wanneer
de camera wordt bediend via de afstandsbediening).
Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-apparaat in de stand Uit.
B Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding
Handelingen van de Wi-Fi-verbinding worden in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- Als geen geheugenkaart is geplaatst in de camera.
- Als een Eye-Fi-kaart (A139) is geplaatst in de camera.
- Wanneer de camera wordt aangesloten op een tv, computer of printer.
- Wanneer de aanduiding batterijniveau op de monitor G aangeeft. Wanneer
bovendien de aanduiding batterijniveau wijzigt naar G terwijl Wi-Fi is verbonden,
wordt de verbinding verbroken.
- Wanneer films worden opgenomen
- Wanneer spraakmemo's worden opgenomen
- Wanneer de camera gegevens verwerkt zoals bij het opslaan van beelden of opnemen
van films
- Wanneer de camera wordt aangesloten op een smart-apparaat
Selecteer Wi-Fi uitschakelen op plaatsen waar het gebruik van radiogolven verboden
is.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, wordt Automatisch uit
uitgeschakeld.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, zal de batterij eerder leegraken dan
normaal.
C Beveiligingsinstellingen
Als geen beveiligingsinstellingen (codering en wachtwoord) zijn geconfigureerd voor de
Wi-Fi-functie van de camera, kunnen onbevoegden toegang krijgen tot het netwerk en
schade aanrichten. Daarom wordt ten strengste aangeraden de benodigde
beveiligingsinstellingen uit te voeren alvorens de Wi-Fi-functie te gebruiken.
Gebruik Opties in het menu Wi-Fi-opties (A123) om de beveiligingsinstellingen uit te
voeren.
144
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
U kunt vooraf beelden op de camera selecteren die u naar een smart-apparaat wil
overzetten. Films kunnen niet op voorhand worden geselecteerd voor overdracht.
1 Selecteer de beelden die u wil overzetten.
U kunt in de volgende menu's vooraf de beelden selecteren die u wil overzetten naar
een smart-apparaat:
Mark. voor upload. via Wi-Fi in het weergavemenu (A109)
Uploaden vanaf camera in het menu Wi-Fi-opties (A123)
Wanneer u Uploaden vanaf camera gebruikt, worden de SSID en het wachtwoord
van de camera weergegeven nadat de beelden zijn geselecteerd.
2 Verbind de camera en het smart-apparaat (A142).
Zodra de camera en het smart-apparaat zijn verbonden en de “Wireless Mobile
Utility” start, tikt u op “Bekijk foto's” op het weergegeven bevestigingsscherm om de
gespecificeerde beelden naar het smart-apparaat over te zetten.
B Vooraf beelden selecteren voor overdracht tijdens weergave
Wanneer de camera in weergavestand staat, drukt u op de Wi-Fi-knop of gebruikt u de
NFC-functie om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen, en selecteert u vooraf de
weergegeven beelden die u wil overzetten.
U kunt een beeld tegelijk vooraf selecteren in de schermvullende weergavestand.
U kunt 4, 9 of 16 beelden tegelijk vooraf selecteren in miniatuurweergavestand.
Deze handeling is niet beschikbaar wanneer u Verbinden met smart apparaat gebruikt
in het menu Wi-Fi-opties om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen.
Vooraf beelden op de camera selecteren die
u naar een smart-apparaat wil overzetten
145
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
De camera aansluiten op een
televisie, printer of computer
U kunt extra genieten van foto's en films door de camera aan te sluiten op een
televisie, printer of computer.
Voordat u de camera aan een extern toestel aansluit, dient u er zeker van te zijn
dat het resterende batterijniveau voldoende is, waarna u de camera uitschakelt.
Voor u de verbinding verbreekt, dient u de camera uit te zetten.
Als de lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze
camera worden gevoed via een stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van
een ander merk of model, omdat dat kan leiden tot oververhitting van of een
defect aan de camera.
Voor informatie over de aansluitmethodes en daaropvolgende handelingen,
raadpleeg naast dit document ook de documentatie die met het toestel werd
meegeleverd.
Voer de plug recht in.
Micro-USB-aansluiting
HDMI-micro-aansluiting
(Type D)
Open het deksel
aansluitingen.
146
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden bekijken op een televisie A147
Beelden en films die werden vastgelegd met de camera, kunnen
worden weergegeven op een televisie.
Aansluitmethode: Sluit een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel
aan op de HDMI-ingangsaansluiting van de televisie.
Beelden afdrukken zonder computer A148
Als u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer,
kunt u beelden afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-poort
van de printer aan met de USB-kabel.
Beelden bekijken en organiseren op een computer A152
U kunt beelden overzetten naar een computer om beeldgegevens
eenvoudig te retoucheren en te beheren.
Aansluitmethode: Sluit de camera met de USB-kabel aan op de
USB-poort van de computer.
Voor u verbinding maakt met een computer, dient u ViewNX 2
op de computer te installeren (A152).
Als er USB-toestellen zijn aangesloten die stroom krijgen van de
computer, koppel ze dan van de computer los voordat u de
camera erop aansluit. Wanneer u tegelijk de camera en andere
USB-toestellen op dezelfde computer aansluit, kan er een
storing optreden of kan er te veel stroom van de computer
worden gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart
beschadigd kan raken.
147
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
1 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de televisie.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen
onder een hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
2 Stel de ingang van de televisie in op externe video-invoer.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
3 Schakel de camera in.
Beelden worden weergegeven op de televisie.
De monitor van de camera schakelt niet in.
B Als beelden niet worden weergegeven op de televisie
Zorg dat HDMI (A136) in het setup-menu overeenkomt met de standaard die uw
televisie gebruikt.
De camera aansluiten op een televisie
(beelden weergeven op een televisie)
HDMI-micro-aansluiting (Type D)
naar HDMI-aansluiting
148
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks
op de printer aansluiten en beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de printer aan.
2 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de printer met de
USB-kabel.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen
onder een hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
3 De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Het PictBridge-opstartscherm (1) verschijnt op de monitor van de camera,
gevolgd door het Afdrukselectie-scherm (2).
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print)
15
15
/
11
11
/
2014
2014
15
/
11
/
2014
Afdrukselectie
12
149
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
B Als het PictBridge-startscherm niet wordt weergegeven
Wanneer Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer (A137), kunnen
beelden eventueel niet worden afgedrukt wanneer de camera rechtstreeks aangesloten is
op bepaalde printers. Als het PictBridge-opstartscherm niet verschijnt nadat de camera
werd ingeschakeld, zet u de camera uit en ontkoppelt u de USB-kabel. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op de printer.
Beelden één voor één afdrukken
1 Tik op het gewenste beeld en
vervolgens op I.
Verplaats de zoomknop naar f (h) om naar
de miniatuurweergave te gaan, of naar g (i)
om naar de schermvullende weergave te gaan.
2 Tik op Kopieën.
Tik op het gewenste aantal kopieën (maximaal
negen).
3 Tik op Papierformaat.
Tik op het gewenste papierformaat.
Om af te drukken met de instelling voor het
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De op de camera beschikbare opties voor het
papierformaat zijn afhankelijk van de printer
die u gebruikt.
4 Tik op Afdrukken starten.
De afdruk begint.
15
15
/
11
11
/
2014
2014
15
/
11
/
2014
Afdrukselectie
PictBridge
Afdrukken starten
afdrukken
Kopieën
Papierformaat
PictBridge
Afdrukken starten
afdrukken
Kopieën
Papierformaat
PictBridge
Afdrukken starten
afdrukken
Kopieën
Papierformaat
150
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Meerdere beelden afdrukken
1 Wanneer het Afdrukselectie-
scherm wordt weergegeven, tikt u
op F.
2 Tik op Papierformaat.
Tik op het gewenste papierformaat.
Om af te drukken met de instelling voor het
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De op de camera beschikbare opties voor het
papierformaat zijn afhankelijk van de printer
die u gebruikt.
Om het afdrukmenu te sluiten, tikt u op O.
3 Tik op Afdrukselectie of Druk alle
beelden af.
15
15
/
11
11
/
2014
2014
15
/
11
/
2014
Afdrukselectie
Afdruk
menu
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Papierformaat
Afdrukmenu
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Papierformaat
151
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Afdrukselectie
Selecteer de beelden (maximaal 99) en het
aantal kopieën (maximaal 9) voor elk beeld.
Tik om beelden te selecteren en tik op
BC om het aantal afdrukken op te geven.
Beelden die zijn geselecteerd voor
afdrukken, herkent u aan n en het aantal
af te drukken kopieën. Om de afdrukselectie
te annuleren, stelt u het aantal kopieën in
op 0.
Verplaats de zoomknop naar g (i) om naar
de schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Tik op n om alle beeldselecties te annuleren.
Tik op I wanneer de instelling voltooid is. Wanneer het scherm voor het
bevestigen van het aantal afdrukkopieën wordt weergegeven, tikt u op
Afdrukken starten om het afdrukken te starten.
Druk alle beelden af
Er wordt een kopie afgedrukt van alle beelden die opgeslagen zijn in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Wanneer het scherm voor het bevestigen van het aantal afdrukkopieën wordt
weergegeven, tikt u op Afdrukken starten om het afdrukken te starten.
Afdrukselectie
152
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Installeren ViewNX 2
ViewNX 2 is gratis software waarmee u beelden en films naar uw computer kunt
overzetten zodat u ze kunt bekijken, bewerken of delen. Om ViewNX 2 te installeren,
downloadt u op onderstaande website het installatieprogramma van ViewNX 2 en
volgt u de installatie-instructies op het scherm.
http://nikonimglib.com/nvnx/
Voor de systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de Nikon-website voor
uw regio.
Beelden naar een computer overzetten
1 Maak een geheugenkaart klaar die beelden bevat.
U kunt elk van de volgende methoden gebruiken om beelden van een
geheugenkaart naar een computer over te zetten.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf
van uw computer of de kaartlezer (in de handel verkrijgbaar) die op de computer is
aangesloten.
Directe USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg ervoor dat de
geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera aan op de computer met
de USB-kabel.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Om beelden over te zetten die opgeslagen zijn in het interne geheugen van de
camera, haalt u de geheugenkaart uit de camera voordat u de camera aansluit op
de computer.
Gebruik van ViewNX 2 (Beelden naar een
computer overzetten)
153
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Als een bericht wordt weergegeven dat u vraagt om een programma te kiezen,
selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het dialoogvenster rechts
wordt weergegeven, dient u de
volgende stappen te volgen om
Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Klik onder Afbeeldingen en
video's importeren op
Ander programma. Een
dialoogvenster verschijnt
waarin u een programma kunt
selecteren; selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op
OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal beelden bevat, kan het enige tijd duren
voordat Nikon Transfer 2 start. Wacht tot Nikon Transfer 2 start.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking is niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
2 Zodra Nikon Transfer 2 start, klikt u op Overspelen starten.
De beeldoverdracht begint. Wanneer de beeldoverdracht voltooid is, start
ViewNX 2 en worden de overgezette beelden weergegeven.
Raadpleeg de online-help voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
3 Beëindig de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kies dan de gepaste optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenstemt
met de geheugenkaart uit te werpen en haal de geheugenkaart uit de kaartlezer of
kaartsleuf.
Wanneer de camera op een computer is aangesloten, schakelt u de camera uit en
koppelt u de USB-kabel los.
Overspelen starten
154
Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Verzorging van het product..............................................................................155
De camera........................................................................................................155
De batterij........................................................................................................156
De lichtnetlaadadapter...............................................................................157
Geheugenkaarten.........................................................................................158
Reinigen en opbergen.........................................................................................159
Reinigen ...........................................................................................................159
Opslag...............................................................................................................159
Foutmeldingen ......................................................................................................160
Problemen oplossen ............................................................................................164
Bestandsnamen .....................................................................................................171
Optionele accessoires..........................................................................................172
Specificaties.............................................................................................................173
Goedgekeurde geheugenkaarten..........................................................177
Index ..........................................................................................................................179
Technische opmerkingen
155
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht naast de waarschuwingen in “Voor
uw veiligheid” (Avi-viii) wanneer u dit apparaat gebruikt of opbergt.
De camera
Zorg ervoor dat de camera niet onderhevig is aan sterke schokken
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of vibratie, kan deze defect raken.
Raak daarnaast het objectief of objectiefbescherming niet aan en oefen er geen kracht op
uit.
Houd de camera droog
Als de camera in water wordt ondergedompeld of aan hoge luchtvochtigheid wordt
blootgesteld, raakt deze beschadigd.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude
dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera
veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas
te doen voordat u deze aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Als u dit toch doet, kan dit
leiden tot verlies van gegevens of een defecte camera.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron
wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Blootstelling aan intens licht kan beschadiging
van de beeldsensor tot gevolg hebben of foto's een witte zweem geven.
Schakel de camera uit voordat u de stroombron of de geheugenkaart
verwijdert of loskoppelt
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen
of gewist. Het onderbreken van de stroom kan in dat geval leiden tot gegevensverlies of
beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen.
Verzorging van het product
Technische opmerkingen
156
Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99 % van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01 % ontbreekt
of is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten
(wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart), dit is geen defect en heeft geen effect
op de afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk uit op de monitor. Dit kan tot schade of een defect leiden. Als de
monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de
glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking
komen met uw huid, ogen of mond.
De batterij
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
De batterij kan zeer warm worden na gebruik.
Gebruik de batterij niet bij een omgevingstemperatuur onder 0 °C of boven 40 °C want
dit kan leiden tot schade of een defect.
Als u onregelmatigheden opmerkt zoals buitensporige hitte, rook of een ongebruikelijke
geur die van de batterij komt, stop dan onmiddellijk met het gebruik en raadpleeg uw
leverancier of een door Nikon erkende servicedienst.
Nadat u de batterij uit de camera of de optionele batterijlader heeft gehaald, dient u de
batterij in een plastic tas enz. te plaatsen om ze te isoleren.
De batterij opladen
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad de batterij zo
nodig op.
Laad de batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C voor u
ze gebruikt.
Als de batterij heel warm wordt, laadt deze mogelijk niet goed of volledig op en kan dit
nadelig zijn voor de prestaties van de batterij. De batterij kan zeer warm worden na
gebruik. Laat de batterij afkoelen voordat u ze oplaadt.
Wanneer u de batterij in deze camera oplaadt met de lichtnetlaadadapter of een
computer, wordt de batterij niet opgeladen bij batterijtemperaturen onder 0 °C of boven
45 °C.
Verwijder de batterij uit de lader zodra ze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is dat
nadelig voor de prestaties van de batterij.
De batterij kan tijdens het opladen warm worden. Dit is echter geen defect.
Reservebatterijen meenemen
Neem waar mogelijk volledig geladen reservebatterijen mee wanneer u beelden wil maken
van belangrijke gebeurtenissen.
Technische opmerkingen
157
Een koude batterij gebruiken
Bij koud weer neemt de batterijcapaciteit gewoonlijk af. Als een lege batterij bij lage
temperatuur wordt gebruikt, schakelt de camera mogelijk niet in. Houd reservebatterijen bij
de hand op een warme plaats en verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer op
temperatuur is gekomen, kan soms een deel van de lading terugkrijgen.
Contactpunten van de batterij
Vuil op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de contactpunten
van de batterij vuil worden, veegt u deze voor gebruik af met een schone, droge doek.
Een lege batterij opladen
Als u de camera in- of uitschakelt terwijl een lege batterij in de camera is geplaatst, kan dit
de gebruiksduur van de batterij verkorten. Laad de lege batterij vóór gebruik op.
De batterij opbergen
Haal de batterij altijd uit de camera of uit de optionele batterijlader wanneer deze niet
wordt gebruikt. Wanneer de batterij in de camera zit, worden er minieme hoeveelheden
energie aan onttrokken, zelfs als de camera niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de batterij
te ver leeglopen en kan ze eventueel niet meer werken.
Laad de batterij minstens één keer om de zes maanden op en laat ze volledig leeglopen
voor u ze weer opbergt.
Plaats de batterij in een plastic zak enz. om ze te isoleren en berg ze op in een koele
plaats. De batterij moet worden bewaard op een droge plaats met een
omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C. Bewaar de batterij niet op hete of extreem
koude plekken.
Gebruiksduur van de batterij
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk afneemt
bij gebruik op kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet worden vervangen.
Koop een nieuwe batterij.
Gebruikte batterijen recyclen
Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte batterijen
bevatten kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke
voorschriften voor klein chemisch afval.
De lichtnetlaadadapter
De lichtnetlaadadapter EH-71P is enkel bedoeld voor gebruik met compatibele
toestellen. Gebruik hem niet met een apparaat van een ander merk of model.
Gebruik geen enkele andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan
de UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-71P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-
lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon. Als u deze waarschuwing niet
in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
De EH-71P is compatibel met stopcontacten voor 100 V–240 V AC, 50/60 Hz. Bij gebruik in
andere landen dient u eventueel een stekkeradapter (in de handel verkrijgbaar) te
gebruiken. Neem voor meer informatie over stekkeradapters contact op met uw
reisbureau.
Technische opmerkingen
158
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde
geheugenkaarten” (A177) voor de aanbevolen geheugenkaarten.
Houd rekening met de voorzorgsmaatregelen die vermeld zijn in de documentatie bij de
geheugenkaart.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met een computer.
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander
apparaat werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Het is aan te
bevelen nieuwe geheugenkaarten met deze camera te formatteren voor u ze met deze
camera gebruikt.
Tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere
gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden
die u wilt behouden voor u de geheugenkaart formatteert.
Als het bericht Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld, moet u de geheugenkaart formatteren. Als er
gegevens zijn die u niet wil verwijderen, tikt u op Nee. Kopieer de vereiste gegevens naar
een computer, enz. Als u de geheugenkaart wil formatteren, tikt u op Ja. Het
bevestigingsvenster verschijnt. Volg de instructies op het scherm om de handeling te
voltooien.
Doe het volgende niet tijdens formatteren, terwijl gegevens worden geschreven naar of
verwijderd van de geheugenkaart of tijdens gegevensoverdracht naar een computer. Dit
zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de camera of de
geheugenkaart:
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet om de batterij of de
geheugenkaart te verwijderen/te plaatsen.
- De camera uitzetten.
- De lichtnetadapter loskoppelen.
Technische opmerkingen
159
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Haal de
camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel te voorkomen.
Schakel de camera in en druk een aantal keer op de ontspanknop alvorens de
camera weer op te bergen. Bewaar de camera niet op de volgende plaatsen:
slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan
60 %
blootgesteld aan temperaturen boven 50 °C of onder –10 °C
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
Om de batterij op te bergen, houdt u rekening met de voorzorgsmaatregelen in “De
batterij” (A156) in “Verzorging van het product” (A155).
Reinigen en opbergen
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes
met een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje
waaruit lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met
een blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u met een zachte doek van
het objectief vegen, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit
het midden van het objectief naar de randen toe. Als u het objectief op
deze manier niet kunt reinigen, veegt u het objectief schoon met een doek
die licht is bevochtigd met objectiefreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken van de monitor met een zachte, droge
doek, waarbij u erop let dat u geen druk op de monitor uitoefent.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de
camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de
camera aan het strand of in een andere zanderige omgeving, dient u zand,
stof en zout te verwijderen met een droge doek die licht is bevochtigd met
water. Droog de camera daarna grondig af. Let erop dat vuil of stof in
de camera schade kan veroorzaken die niet door de garantie wordt
gedekt.
Technische opmerkingen
160
Raadpleeg de volgende tabel als een foutmelding verschijnt.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
De batterijtemperatuur is
te hoog. De camera wordt
uitgeschakeld.
De camera schakelt automatisch uit. Wacht
tot de camera of de batterij afgekoeld is voor
u deze weer gebruikt.
De camera schakelt uit om
oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De beveiligingsschakelaar is vergrendeld
(“lock”). Schuif de beveiligingsschakelaar naar
de schrijfstand (“write”).
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens
toegang tot de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde
geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon
zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
10, 177
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd
voor gebruik in de camera.
Formatteren wist alle gegevens die op de
geheugenkaart opgeslagen zijn. Als u
kopieën van beelden wil behouden, dient u
op Nee te tikken en de kopieën op een
computer of een ander medium op te slaan
voor u de geheugenkaart formatteert. Tik op
Ja en volg de instructies op het scherm om
de geheugenkaart te formatteren.
158
Niet beschikbaar als Eye-Fi-
kaart is vergrendeld.
De beveiligingsschakelaar van de Eye-Fi-
kaart is vergrendeld (“lock”).
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens
toegang tot de Eye-Fi-kaart.
Controleer of de aansluitingen schoon
zijn.
Controleer of de Eye-Fi-kaart correct is
geplaatst.
Geen geheugen meer.
Wis beelden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
10, 20
Technische opmerkingen
161
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het
opslaan van het beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
135
De camera kan geen nieuwe
bestandsnummers genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart of het interne geheugen.
135
Het beeld kan niet worden gebruikt voor het
welkomstscherm.
125
Er is onvoldoende ruimte om de kopie op te
slaan.
Wis beelden van het doelmedium.
20
Album is vol. Er kunnen
geen foto's worden
toegevoegd.
Er zijn al 200 beelden toegevoegd aan het
album.
Verwijder beelden uit het album.
Voeg toe aan andere albums.
62
60
Geluidsbestand kan niet
worden opgeslagen.
Aan dit beeld kan geen spraakmemo
worden toegevoegd.
Spraakmemo's kunnen niet worden
toegevoegd aan films.
Selecteer een beeld dat met deze camera
werd vastgelegd.
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Controleer of de beelden kunnen worden
bewerkt.
68, 169
Kan film niet opnemen.
Er heeft zich een time-out fout voorgedaan
tijdens het opslaan van de film op de
geheugenkaart.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
82, 177
Geheugen bevat geen
beelden.
Er staan geen beelden in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden
in het interne geheugen weer te geven.
Om beelden die opgeslagen zijn in het
interne geheugen van de camera te
kopiëren naar de geheugenkaart, tikt u op
F om Kopiëren in het weergavemenu
te selecteren.
10
113
Er werden geen beelden toegevoegd aan
het geselecteerde album.
60, 61
Er staan geen beelden in de categorie die u
hebt geselecteerd in de stand Automatisch
sorteren.
64
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
162
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand werd niet gemaakt of bewerkt
met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven
op deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het
apparaat dat werd gebruikt om dit bestand
te maken of bewerken.
Dit bestand kan niet
weergegeven worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een
diashow enz.
110
Dit beeld kan niet gewist
worden.
Het beeld is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
111
Geen toegang.
De camera kan het signaal van het smart-
apparaat niet ontvangen. Breng de
draadloze verbinding opnieuw tot stand.
Druk op de Wi-Fi-knop.
Raak met een NFC-compatibel smart-
apparaat de camera aan.
Tik op Verbinden met smart apparaat
in het menu Wi-Fi-opties.
123, 142
Kan geen verbinding
maken.
De camera kan geen verbinding maken
terwijl signalen van het smart-apparaat
worden ontvangen. Stel een ander kanaal in
bij Kanaal onder Opties in het menu Wi-Fi-
opties en breng de draadloze verbinding
opnieuw tot stand.
123, 142
Wi-Fi-verbinding
beëindigd.
Er was een kabel aangesloten op de camera
terwijl de camera en het smart-apparaat
draadloos werden verbonden, de batterij
was bijna leeg of de verbinding werd
afgebroken wegens een slechte
verbindingskwaliteit. Koppel de kabel los en
breng de draadloze verbinding opnieuw tot
stand.
123, 142
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
163
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Lensfout
Er heeft zich een objectieffout voorgedaan.
Zet de camera uit en weer aan. Als de fout
zich blijft voordoen, neemt u contact op met
uw leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
164
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens de
communicatie met de printer.
Schakel de camera uit en sluit de USB-kabel
weer aan.
148
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne
schakelingen van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij en
plaats deze terug, en zet de camera weer
aan. Als de fout zich blijft voordoen, neemt u
contact op met uw leverancier of met een
door Nikon erkende servicedienst.
164
Printerfout: controleer
printerstatus
Als het probleem is opgelost, tikt u op
Hervatten om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Plaats papier van het gewenste formaat en
tik op Hervatten om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier en tik op
Hervatten om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Plaats papier van het gewenste formaat en
tik op Hervatten om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: controleer inkt.
Er is een probleem met de inkt van de
printer.
Controleer de inkt en tik op Hervatten om
het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang de inktcartridge en tik op
Hervatten om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het af te drukken
beeldbestand.
Tik op Annuleren om het afdrukken te
annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
164
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende
algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon
erkende servicedienst wendt.
Problemen met de stroomvoorziening, het scherm,
instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera
uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de batterij
of batterijen en plaats ze terug, of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan
los en sluit hem vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op
dat moment worden opgenomen verloren zullen gaan,
gegevens die al werden geregistreerd niet beïnvloed
zullen worden door het verwijderen of loskoppelen van
de stroombron.
De camera kan niet
worden
ingeschakeld.
De batterij is leeg.
10, 11,
157
De camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te
sparen (automatische uitschakelfunctie).
De camera en de batterij werken mogelijk niet goed
bij lage temperaturen.
De binnenzijde van de camera is heet geworden.
Laat de camera rusten tot de binnenzijde van de
camera afgekoeld is en probeer daarna opnieuw.
16
156
De monitor geeft
geen beeld.
De camera staat uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te
sparen (automatische uitschakelfunctie).
De camera is aangesloten op een televisie of
computer.
De camera en het smart-apparaat zijn verbonden via
een Wi-Fi-verbinding en de camera wordt met de
afstandsbediening bediend.
13
16
De camera wordt
heet.
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen
van films, wanneer beelden worden verzonden met
behulp van een Eye-Fi-kaart of wanneer de camera
wordt gebruikt op een hete locatie; dit is geen storing.
Technische opmerkingen
165
De in de camera
geplaatste batterij
kan niet worden
opgeladen.
Controleer alle aansluitingen.
Wanneer de camera aangesloten is op een
computer, wordt de camera mogelijk niet opgeladen
wegens een van de hierna beschreven redenen.
- Uit is geselecteerd voor Opladen via computer
in het setup-menu.
- Het opladen stopt als de camera wordt
uitgeschakeld.
- De batterij kan niet worden opgeladen als de
schermtaal en de datum en tijd van de camera
niet werden ingesteld, of als de datum en tijd
werden gereset nadat de klokbatterij van de
camera leeggeraakt was. Gebruik de
lichtnetlaadadapter om de batterij op te laden.
- Het laden van de batterij kan stoppen wanneer de
computer naar de slaapstand gaat.
- Afhankelijk van de computerspecificaties, de
instellingen en de status kan de batterij mogelijk
niet worden opgeladen.
11
87, 137
13, 14
Het beeld op de
monitor is niet
goed leesbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
128
159
O knippert op het
scherm.
Als de cameraklok niet werd ingesteld, knippert O
op het opnamescherm en worden vóór het instellen
van de klok beelden en films opgeslagen met als
datum respectievelijk “00/00/0000 00:00” en “01/01/
2014 00:00”. Stel de juiste datum en het juiste tijdstip
in voor Tijdzone en datum in het setup-menu.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als gewone
uurwerken of klokken. Vergelijk de tijd van de
cameraklok nu en dan met de tijd van een meer
nauwkeurige klok en pas de tijd indien nodig aan.
7, 126
Datum en tijd van
de opname zijn
onjuist.
Er zijn geen
aanduidingen op
de monitor te zien.
Automatische info is geselecteerd voor Foto-
informatie in Monitorinstellingen van het setup-
menu.
128
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum werd niet ingesteld in het setup-
menu.
126
De datum wordt
niet op beelden
gestempeld, zelfs
wanneer
Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand ondersteunt de functie
Datumstempel niet.
De datum kan niet worden gestempeld op films.
130
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
166
Opnameproblemen
Het scherm voor het
instellen van de
tijdzone en de datum
wordt weergegeven
wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn
hersteld.
13, 14
De standaardwaarden
zijn hersteld.
De camera maakt
geluid.
Wanneer Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-
AF of in bepaalde opnamestanden is het mogelijk dat
de camera een hoorbaar scherpstelgeluid produceert.
22, 104,
120
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet
overschakelen naar
de opnamestand.
Koppel de HDMI-kabel of USB-kabel los. 145
Kan geen foto's
nemen of films
opnemen.
Wanneer de camera zich in de weergavestand
bevindt of een menu wordt weergegeven, drukt u op
de ontspanknop of b (filmopname)-knop.
De flitser laadt op zolang de flitseraanduiding
knippert.
De batterij is leeg.
1, 19, 87
43
10, 11,
157
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer op te
nemen in de stand autom. scènekeuzekn., de
onderwerpstand Close-up of de macro-stand.
Er kan moeilijk worden scherpgesteld op het onderwerp.
Stel
AF-hulplicht
in het setup-menu in op
Automatisch
.
Zet de camera uit en weer aan.
22, 23,
24, 28,
46
53
133
Beelden zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel
Foto VR
en/of
Bewegingsdetectie
in bij opname
van foto's. Schakel
Film VR
in wanneer u films opneemt.
Gebruik D (Best Shot Selector).
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren (als
u tegelijk de zelfontspanner gebruikt, zijn de
resultaten nog beter).
43
99
121,
131, 132
28, 96
45
Er worden heldere
vlekken weergegeven
in beelden die
werden vastgelegd
met de flitser.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Stel de instelling voor de flitsstand in op W (uit).
43
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
167
Flitser treedt niet in
werking.
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Er werd een onderwerpstand geselecteerd die de
flitser beperkt.
Een functie die de flitser blokkeert, is ingeschakeld.
43
48
55
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het setup-
menu.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in
bepaalde opnamestanden of bij gebruik van
bepaalde instellingen in andere functies.
133
57, 133
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Een functie die de Beeldmodus beperkt, is
ingeschakeld.
55
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen van het setup-menu. In bepaalde
opnamestanden en instellingen hoort u geen geluid,
zelfs als Aan geselecteerd is.
134
AF-hulpverlichting
gaat niet aan.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het setup-
menu. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de
positie van het scherpstelveld of de huidige
onderwerpstand, eventueel niet aan, zelfs wanneer
Automatisch is geselecteerd.
133
Beelden zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 159
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of de tint is niet goed aangepast. 28, 94
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-gevoeligheid is te groot. U kunt ruis op de volgende
manieren verminderen:
De flitser gebruiken
Een lagere ISO-waarde instellen
43
99
Beelden zijn te
donker
(onderbelicht).
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de
flitser.
Pas belichtingscorrectie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp wordt langs achter verlicht. Selecteer
de onderwerpstand Tegenlicht of stel de instelling
voor de flitsstand in op X (i
nvulf
lits).
43
15
174
47
99
29, 43
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
168
Weergaveproblemen
Beelden zijn te
helder
(overbelicht).
Pas belichtingscorrectie aan. 47
Onverwachte
resultaten wanneer
de flitser is
ingesteld op
V (automatisch
met rode-
ogenreductie).
Gebruik een andere onderwerpstand dan
Nachtportret en wijzig de flitsstand in een andere
instelling dan V (automatisch met rode-
ogenreductie) en probeer de foto opnieuw te maken.
43, 48
Huidtinten worden
niet verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Voor beelden met vier of meer gezichten probeert u
het effect Huid verzachten in Glamour-
retouchering te gebruiken in het weergavemenu.
51
71
Het opslaan van
beelden neemt
enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de
volgende situaties:
Wanneer de functie ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld wanneer in een donkere omgeving
wordt opgenomen
Wanneer de flitsstand is ingesteld op
V (automatisch met rode-ogenreductie)
Wanneer wordt opgenomen in de onderwerpstand
Nachtlandschap, Nachtportret of Tegenlicht
(wanneer HDR is ingesteld op Aan)
Wanneer de functie Huid verzachten wordt
toegepast tijdens de opname
Wanneer de continu-opnamestand wordt gebruikt
44
27, 28,
29
51, 105
96
Een ringvormige
band of
regenboogkleurige
streep verschijnt in
de monitor of in de
beelden.
Wanneer u opneemt met tegenlicht of wanneer een
zeer sterke lichtbron (bijv. zonlicht) in het beeld
voorkomt, kan er een ringvormige band of een
regenboogkleurige streep (beeldschaduwen) zichtbaar
zijn. Wijzig de positie van de lichtbron of kadreer de foto
dusdanig, dat de lichtbron buiten het beeld valt en
probeer opnieuw.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden weergeven
die werden opgeslagen met een digitale camera van
een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen films weergeven die
werden opgenomen met een digitale camera van
een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens
weergeven die werden bewerkt op een computer.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
169
Kan niet op beeld
inzoomen.
De zoomweergave kan niet worden gebruikt met
films.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op
beelden die werden vastgelegd met een digitale
camera van een ander merk of model.
Kan geen
spraakmemo's
opnemen.
Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan
films.
Wis de spraakmemo voor een beeld voordat u een
nieuwe spraakmemo opneemt.
Spraakmemo's kunnen niet worden gekoppeld aan
beelden die werden vastgelegd met andere
camera's. Spraakmemo's die met een andere camera
aan beelden werden toegevoegd, kunnen niet
worden weergegeven.
112
Beelden kunnen
niet worden
bewerkt.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die reeds werden bewerkt, kunnen niet
opnieuw worden bewerkt.
Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart
of in het interne geheugen.
Deze camera kan geen beelden bewerken die met
een andere camera vastgelegd zijn.
Bewerkingsfuncties die voor beelden worden
gebruikt, zijn niet beschikbaar voor films.
33, 68
Kan het beeld niet
draaien.
Deze camera kan geen beelden draaien die werden
vastgelegd met een digitale camera van een ander
merk of model.
Beelden worden
niet weergegeven
op een televisie.
HDMI is niet correct ingesteld in het setup-menu.
Een computer of printer is op de camera
aangesloten.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen weer te geven.
87, 136
10
Nikon Transfer 2
start niet als de
camera is
aangesloten op
een computer.
De camera staat uit.
De batterij is leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in
ViewNX 2.
137, 145
145, 152
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
170
Het PictBridge-
opstartscherm
wordt niet
weergegeven als
de camera
aangesloten is op
een printer.
Bij bepaalde PictBridge-compatibele printers wordt het
PictBridge-opstartscherm mogelijk niet weergegeven
en kunnen geen beelden worden afgedrukt wanneer
Automatisch geselecteerd is voor Opladen via
computer in het setup-menu. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op
de printer.
87, 137
Voor afdrukken
gemarkeerde
beelden worden
niet weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen af te drukken.
10
Kan het
papierformaat niet
selecteren met de
camera.
De camera kan niet worden gebruikt om in de volgende
situaties het papierformaat te selecteren, zelfs als u
afdrukt op een PictBridge-compatibele printer. Gebruik
de printer om het papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de papierformaten niet die
door de camera worden opgegeven.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
171
De bestandsnamen van beelden, films of spraakmemo's zijn op de volgende manier
opgebouwd.
Bestandsnaam: DSCN
0001 .JPG
(1) (2) (3)
Bestandsnamen
(1) Identificatie
Niet getoond op het scherm van de camera.
DSCN: Originele foto's, films, foto's die uit films werden
uitgelicht
SSCN: Kopieën van kleine foto
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Beelden die werden gemaakt met een andere
beeldbewerkingsfunctie dan uitsnede en kleine afbeelding,
films die werden gemaakt met de filmbewerkingsfunctie
(2) Bestandsnummer
Toegewezen in stijgende volgorde, beginnend met “0001” en
eindigend met “9999”.
(3) Extensie
Geeft het bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.MOV: Films
.WAV: Spraakmemo's (Identificatie en bestandsnummer zijn
dezelfde als het beeld waaraan de spraakmemo is
toegevoegd.)
Technische opmerkingen
172
De beschikbaarheid is afhankelijk van het land of de regio.
Raadpleeg onze website of brochures voor de recentste informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader
Batterijlader MH-66
Het duurt ongeveer 1 uur en 50 minuten om een volledig lege batterij op te
laden.
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62G
(aansluiten zoals aangegeven)
Zorg ervoor dat de kabel van de stroomaansluiting volledig in de sleuf van
de stroomaansluiting zit voordat u de lichtnetadapter in het batterijvak
voert. Zorg er daarnaast voor dat de kabel van de stroomaansluiting
volledig in de sleuf van het batterijvak zit voordat u het batterijvak/deksel
geheugenkaartsleuf sluit. Als een deel van de kabel uit de sleuven steekt,
kan het deksel of de kabel beschadigd raken wanneer het deksel wordt
gesloten.
Technische opmerkingen
173
Nikon COOLPIX S6900 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
16,0 miljoen (beeldverwerking kan het aantal effectieve
pixels beperken.)
Beeldsensor
1
/2,3-inch type CMOS; totaal aantal pixels: circa
16,76 miljoen
Objectief
NIKKOR-objectief met 12× optische zoom
Brandpuntsafstand
4,5–54,0 mm (beeldhoek komt overeen met die van een
25–300 mm objectief in kleinbeeldformaat [135])
f/-waarde
f/3,3–6,3
Constructie
9 elementen in 7 groepen (1 ED-objectiefelement)
Zoomfactor digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt overeen met die van een circa
1200 mm objectief in kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie
Lens-shift (foto's)
Lens-shift en elektronische VR (films)
Reductie van
bewegingsonscherpte
Bewegingsdetectie (foto's)
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[W]: Circa 50 cm –,
[T]: Circa 1,5 m
Macro-stand: Circa 2 cm – (groothoekpositie)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van het
voorvlak van het objectief)
Selectie scherpstelveld
Gezichtprioriteit, centrum, handmatig (scherpstelveld
kan worden geselecteerd met het aanraakpaneel),
onderwerp volgen, AF met doelopsporing
Monitor
7,5 cm (3 inch), circa 460.000 beeldpunten, TFT-LCD
scherm met anti-reflectiecoating en aanpasbare
helderheid in 5 niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 98 % horizontaal en verticaal (vergeleken met de
uiteindelijke foto)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 99 % horizontaal en verticaal (vergeleken met de
uiteindelijke foto)
Technische opmerkingen
174
Opslag
Media
Intern geheugen (circa 30 MB), SD/SDHC/SDXC-
geheugenkaart
Bestandssysteem
DCF- en Exif 2.3-compatibel
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Geluidsbestanden (spraakmemo): WAV
Films: MOV (video: H.264/MPEG-4 AVC, audio: LPCM
stereo)
Beeldformaat
(pixels)
16M (Hoog) [4608 × 3456P]
16M [4608 × 3456]
8M [3264 × 2448]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 [4608 × 2592]
1:1 [3456 × 3456]
ISO-waarde
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125–1600
ISO 3200, 6400 (beschikbaar wanneer de stand
Autostand wordt gebruikt)
Belichting
Lichtmeetstand
Matrixmeting, centrumgericht (bij digitale zoom minder
dan 2×), spotmeting (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en
belichtingscorrectie
(–2,0 – +2,0 EV in stappen van
1
/3 EV)
Sluiter
Mechanische en CMOS elektronische sluiter
Snelheid
1
/2000–1 sec.
1
/4000 sec. (maximale snelheid tijdens continue
opnamen met hoge snelheid)
4 sec. (onderwerpstand Vuurwerk)
Diafragma
Elektronisch gestuurde selectie ND-filter (–2 AV)
Bereik
2 stappen (f/3,3 en f/6,6 [W])
Zelfontspanner
Kan worden geselecteerd uit 10 sec. en 2 sec.
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde: Auto)
[W]: 0,5–2,8 m
[T]: 1,5 m
Flitserstand
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Technische opmerkingen
175
Interface
USB-aansluiting
Micro-USB-aansluiting (gebruik geen andere USB-kabel
dan de UC-E21), Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
HDMI-uitvoeraansluiting
HDMI-micro-aansluiting (Type D)
Wi-Fi (draadloos LAN)
Standaards
IEEE 802.11b/g/n (standaard draadloos LAN-protocol)
Communicatieprotocollen
IEEE 802.11b: DBPSK/DQPSK/CCK
IEEE 802.11g: OFDM
IEEE 802.11n: OFDM
Bereik (kijklijn)
Circa 10 m
Bedrijfsfrequentie
2412–2462 MHz (1-11 kanalen)
Gegevenssnelheden
(effectief gemeten
waarden)
IEEE 802.11b: 5 Mbps
IEEE 802.11g: 20 Mbps
IEEE 802.11n: 20 Mbps
Beveiliging
WPA2
Toegangsprotocollen
Infrastructuur
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd
en Traditioneel), Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels,
Fins, Frans, Duits, Grieks, Hindi, Hongaars, Indonesisch,
Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi, Noors, Perzisch,
Pools, Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens,
Russisch, Servisch, Spaans, Zweeds, Tamil, Telugu, Thai,
Turks, Oekraïens, Vietnamees
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Circa 2 uur (wanneer de lichtnetlaadadapter EH-71P
wordt gebruikt en er geen lading beschikbaar is)
Gebruiksduur van de
batterij
1
Foto's
Circa 190 opnamen bij gebruik van EN-EL19
Films (effectieve
gebruiksduur van de
batterij voor opname)
2
Circa 40 minuten bij gebruik van EN-EL19
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Circa 99,4 × 58,0 × 27,9 mm (exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Circa 181 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Technische opmerkingen
176
Tenzij anders vermeld, gelden alle cijfers voor een volledig geladen batterij en een
omgevingstemperatuur van 23 ±3 °C, zoals voorgeschreven door de Camera and
Imaging Products Association (CIPA).
1
De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals het
interval tussen opnamen of de tijd die menu's en beelden worden weergegeven.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB of niet langer dan 29
minuten. De opname kan eindigen voor deze limiet wordt bereikt als de temperatuur
van de camera te hoog wordt.
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19
Lichtnetlaadadapter EH-71P
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0 °C–40 °C
Luchtvochtigheid
85 % of minder (geen condens)
Type Oplaadbare lithium-ion batterij
Capaciteit 3,7 V DC, 700 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 31,5 × 39,5 × 6 mm
Gewicht Circa 14,5 g
Invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, MAX 0,2 A
Uitvoer 5,0 V DC, 1,0 A
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Circa 48 g (exclusief stekkeradapter)
Technische opmerkingen
177
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende Secure Digital (SD)-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor
gebruik met deze camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen. Wanneer u een geheugenkaart met een
lagere Speed Class-waarde gebruikt, kan de filmopname onverwachts stoppen.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over bovenvermelde kaarten.
We kunnen de prestaties van de camera niet garanderen wanneer geheugenkaarten van
andere fabrikanten worden gebruikt.
Als u een kaartlezer gebruikt, zorg er dan voor dat deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Informatie over handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Mac, OS X, het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van Apple Inc., in de V.S. en andere landen.
Adobe, het logo van Adobe en Reader zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
De SDXC-, SDHC- en SD-logo's zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
SD-
geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-
geheugenkaart
SanDisk 2 GB 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
Technische opmerkingen
178
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van de Wi-Fi Alliance.
Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Google, Inc.
De N-Mark is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van NFC
Forum, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere
documentatie bij uw Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
AVC Patent Portfolio-Licentie
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio-licentie voor
persoonlijk en niet-commercieel gebruik van een consument om (i) video te
coderen die voldoet aan de AVC-standaard (“AVC video”) en/of (ii) AVC-video te
decoderen die werd gecodeerd door een consument die betrokken is bij een
persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een
videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren. Er wordt geen
licentie voor andere toepassingen verleend of ingesloten. Meer informatie
vindt u bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
FreeType Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2014 The
HarfBuzz Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle
rechten voorbehouden.
179
Technische opmerkingen
Symbolen
d Stand Autom. scènekeuzekn.
................................................................ 15, 24
C Onderwerpstand .......................... 25
R Stand speciale effecten............ 34
F Stand Slim portret ....................... 36
s Glamourstand................................ 37
A Autostand........................................ 39
G Weergavestand............................ 19
h Stand Favoriete beelden......... 60
F Stand Automatisch sorteren
........................................................................ 64
C Stand Sorteer op datum........... 65
J Wi-Fi-optiesmenu............ 87, 123
Y N-Mark ........................................ 2, 142
z Setup-menu........................... 87, 125
g (Tele)....................................................... 17
f (Groothoek)...................................... 17
i Zoomweergave............................... 58
h Miniatuurweergave.................... 59
b (filmopname)-knop ................ 1, 23
F Menupictogram...... 87, 89, 105,
108, 109, 116, 123, 125
A
Aanduiding batterijniveau ............. 14
Aanduiding intern geheugen ... 7, 9
Aanraak-AF............................................... 93
Aanraakopname ........................... 18, 91
Aanraaksluiter......................................... 92
Aantal opnamen................................ 108
Aantal resterende opnamen
................................................................ 14, 90
AF met doelopsporing ......... 52, 102
Afdrukken....................... 146, 149, 150
AF-hulplicht..................................... 1, 133
AF-veldstand......................................... 101
Album......................................................... 63
Autofocus.......................... 82, 104, 120
Autofocus-stand .................... 104, 120
Autom. met rode-ogenred............ 44
Automatisch flitsen ............................ 44
Automatisch uit......................... 16, 134
Autostand ........................................ 22, 39
B
Batterij ......................................... 10, 11, 14
Batterijlader ................................... 12, 172
Batterijvak............................................... 172
Batterijvergrendeling ......................... 10
Beeld draaien ........................................ 111
Beeld terugspelen............................. 128
Beelden bewerken.............................. 68
Beelden kopiëren .............................. 113
Beeldformaat.......................................... 89
Beeldmodus............................................ 89
Beeldsnelheid ...................................... 122
Belichtingscompensatie.................. 47
Best Shot Selector ...................... 28, 97
Bestandsnamen.................................. 171
Beveiligen................................................ 111
Bewegingsdetectie .......................... 132
Bewolkt ...................................................... 94
BSS ....................................................... 28, 97
C
Camera-aan-lampje ............................... 1
Camerastandaard .............................. 2, 3
Close-up k..................................... 25, 28
Compressieverhouding................... 89
Computer................................... 146, 152
Continu...................................................... 96
Continue hoge snelheid ................. 96
Cross-process o ................................ 34
Index
180
Technische opmerkingen
D
Daglicht..................................................... 94
Datum en tijd............................... 13, 126
Datumnotatie.............................. 13, 126
Datumstempel.................................... 130
De datum en de tijd afdrukken
...................................................................... 130
Deksel aansluitingen.............................. 1
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf .............................. 2
Deksel van de stroomaansluiting
............................................................................ 2
Diafragmawaarde ................................ 17
Diashow................................................... 110
Dierenp. autom. ontsp...................... 30
Dierenportret O ......................... 25, 30
Digitale zoom.............................. 17, 133
Direct Print ............................................ 148
D-Lighting ................................................ 70
Draadloos LAN.................................... 141
E
Eenvoudig panorama p........ 25, 31
EH-71P...................................................... 176
EN-EL19 ................................................... 176
Enkelv. AF................................... 104, 120
Enkelvoudig............................................ 96
F
Favoriete beelden toevoegen .... 60
Favoriete beelden verwijderen
......................................................................... 62
Film VR ...................................................... 121
Filmbewerking.............................. 85, 86
Filmmenu....................................... 87, 116
Filmopname................................... 23, 80
Filmopties ............................................... 116
Films voor slow motion opnemen
............................................................ 117, 119
Firmware-versie.................................. 140
Flitser...................................................... 1, 43
Flitser uit.................................................... 44
Flitseraanduiding................................. 43
Flitsstand.......................................... 43, 44
Formatteren.................................. 10, 135
Foto VR..................................................... 131
Foto's vastleggen tijdens
filmopname ............................................ 83
Foto-informatie................................... 128
Fulltime-AF ................................ 104, 120
Functies die niet tegelijk kunnen
worden gebruikt ................................... 55
G
Geheugenkaart....................... 158, 177
Geheugenkaarten formatteren
.............................................................. 10, 135
Geheugenkaartsleuf ........................... 10
Geluidsinstellingen.......................... 134
Gezichtprioriteit.................................. 101
Gezichtsherkenning........................... 50
Glamour-retouchering...................... 71
Glamourstand........................................ 37
Glimlachtimer ..................................... 106
Gloeilamplicht ....................................... 94
Groothoek................................................. 17
H
Half indrukken ........................................ 17
Handm. voorinstelling...................... 95
HDMI ......................................................... 136
HDMI-kabel............................... 146, 147
HDMI-micro-aansluiting........... 1, 145
HDR .............................................................. 29
Helderheid............................................. 128
Help.............................................................. 25
High-key x ................................... 34
Hoofdschakelaar ...................................... 1
Hoogcontrast monochr. F.......... 34
HS-film............................................ 117, 119
181
Technische opmerkingen
Huid verzachten........ 37, 51, 71, 105
Huidige instellingen........................ 123
I
In-/uitzoomen........................................ 17
Ingebouwde microfoon (stereo).... 1
Intern geheugen .................................. 10
Intern geheugen formatteren... 135
Interval ..................................................... 108
Invulflits..................................................... 44
ISO-waarde.............................................. 99
K
Kalenderweergave .............................. 59
Kies hoofdfoto............................ 66, 114
Kleine afbeelding ................................. 78
Kleuropties ............................................ 100
Knipperdetectie ................................. 107
Knipperwaarsch. ................................ 138
Knopgeluid ........................................... 134
Koelblauw.............................................. 100
L
Landschap c......................................... 25
Lange sluitertijd ................................... 44
Levendig................................................. 100
Lichtnetadapter ...................... 145, 172
Lichtnetlaadadapter........................ 176
Low-key y....................................... 34
Luidspreker .................................................. 1
M
Macro-stand ........................................... 46
Markeren voor upload. via Wi-Fi
...................................................................... 109
Menu Slim portret ................... 87, 105
Menu van Glamourstand .... 87, 108
Micro-USB-aansluiting .............. 1, 145
Miniatuurweergave ............................ 59
Monitor......................................... 2, 6, 159
Monitorinstellingen ......................... 128
Multi-shot 16 .......................................... 97
Museum l..................................... 25, 28
N
Nachtlandschap j.................... 25, 28
Nachtportret e ........................... 25, 27
NFC........................................... 2, 142, 144
Nikon Transfer 2.................................. 153
Normale kleur ..................................... 100
Nostalgisch sepia P ................ 34
O
Objectief............................................. 1, 173
Objectiefbescherming ......................... 1
Onderwerp volgen...... 93, 102, 103
Onderwerpeffecten ........................... 26
Onderwerpstanden............................ 25
Ontspanknop............................................. 1
Oogje voor camerariem ...................... 1
Openen met HS-beelden
........................................................... 119, 120
Oplaadbare Li-ionbatterij ............. 176
Opladen via computer................... 137
Opname ............................................ 15, 22
Opnamemenu.............................. 87, 89
Opnamestand........................................ 22
Opties........................................................ 123
Optionele accessoires..................... 172
Optische zoom ...................................... 17
P
Paint............................................................. 73
Papierformaat .......................... 149, 150
Party/binnen f........................... 25, 27
Perspectiefcorrectie........................... 76
PictBridge .................................. 146, 148
Polsriem........................................................ ii
Pop l ..................................................... 34
Portret b.................................................. 25
Printer .......................................... 146, 148
182
Technische opmerkingen
R
Reeksweergaveopties ........... 66, 114
Resterende filmopnametijd
................................................................ 80, 81
Rode-ogencorrectie ........................... 70
S
Schemering i...................................... 25
Scherm automatisch draaien .......... 9
Schermvullende weergave............ 19
Scherpstelaanduiding.................. 6, 16
Scherpstellen ........................................ 101
Scherpstelveld ....................................... 50
Scherpstelvergrendeling................ 54
SD-geheugenkaart................ 158, 177
Selectief verzachten ........................... 77
Selectieve kleur I............................. 34
Sepia.......................................................... 100
Setup-menu ................................ 87, 125
Slepen ............................................................ 4
Sluitergeluid ............................. 108, 134
Sluitertijd ................................................... 17
Sneeuw z............................................... 25
Snel retoucheren................................. 69
Sneleffecten....................... 40, 68, 104
Speelgoedcamera-effect 1 m... 34
Speelgoedcamera-effect 2 n
........................................................................ 34
Spiegelen b.......................................... 34
Sport d............................................. 25, 27
Spraakmemo......................................... 112
Stand Autom. scènekeuzekn.
................................................................ 15, 24
Stand Automatisch sorteren........ 64
Stand Favoriete beelden ................ 60
Stand Slim portret................................ 36
Stand Sorteer op datum.................. 65
Stand speciale effecten................... 34
Standaardwaarden........................... 140
Standaardwaarden herstellen ... 123
Statiefaansluiting ......................... 2, 175
Strand Z................................................... 25
Superlevendig Z.....
.....
.............. 34
T
Taal/Language .................................... 136
Tegenlicht o................................. 25, 29
Tekenen A...................................... 25, 29
Tele................................................................ 17
Televisies.................................... 146, 147
Tijdsverschil........................................... 126
Tijdzone.......................................... 14, 126
Tijdzone en datum ................... 13, 126
Tikken............................................................. 4
TL-licht........................................................ 94
U
Uitrekken................................................... 75
Uitsnede.................................................... 79
Uploaden vanaf camera................ 123
Uploaden via Eye-Fi ......................... 139
USB-kabel ....................... 146, 148, 152
V
Vast bereik automatisch.................. 99
Verbinden met smart-apparaten
.......................................................... 123, 142
ViewNX 2................................................. 152
Voedsel u......................................... 25, 28
Volume............................................ 84, 112
Voorontspanknop ........................... 1, 18
Vooropnamecache.................... 96, 98
Vuurwerk m................................... 25, 29
W
Weergave ..................... 19, 66, 84, 112
Weergave Eenvoudig panorama
......................................................................... 33
Weergavemenu......................... 87, 109
Weergavestand...................................... 19
183
Technische opmerkingen
Welkomstscherm .............................. 125
Wi-Fi verbreken ....................... 123, 143
Wi-Fi-knop ............................ 1, 142, 144
Wi-Fi-optiesmenu .................... 87, 123
Windruisreductie............................... 122
Wireless Mobile Utility.................... 141
Wissen..................................... 20, 67, 112
Witbalans.................................................. 94
Z
Zacht O........................................... 34
Zelf-collage .................................. 38, 108
Zelfontspanner..................................... 45
Zelfontspannerlampje ................. 1 , 45
Zomertijd ............................................... 126
Zonsondergang h ............................ 25
Zoomknop .......................................... 1, 17
Zoomweergave..................................... 58
Zwart-wit................................................ 100
Zwart-wit-kopie n..................... 25, 29
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische
artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder
de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
YP5A03(1F)
6MN4761F-03
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202

Nikon COOLPIX S6900 Referentie gids

Type
Referentie gids