Nikon COOLPIX S5300 de handleiding

Type
de handleiding
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Nl
i
Inleiding
Onderdelen van de camera
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Opnamefuncties
Weergavefuncties
Films opnemen en weergeven
Algemene camera-instellingen
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
ii
Inleiding
Inleiding
Dank u voor uw aankoop van de Nikon COOLPIX S5300 digitale camera. Voor u deze camera
gebruikt, dient u de informatie in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x) te lezen en u vertrouwd te maken
met de informatie in deze handleiding. Als u deze handleiding heeft gelezen, dient u ze in de buurt
te bewaren, zodat u de handleiding kunt raadplegen om uw nieuwe camera nog beter te leren
gebruiken.
Lees dit eerst
iii
Inleiding
Over deze handleiding
Als u de camera onmiddellijk wilt gebruiken, zie “De basisbeginselen van opnemen en weergeven”
(A10).
Als u meer wilt weten over de onderdelen van de camera en de informatie die op de monitor wordt
weergegeven, raadpleegt u “Onderdelen van de camera” (A1).
iv
Inleiding
A
n
d
ere
i
n
f
ormat
i
e
Symbolen en conventies
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden in deze handleiding “geheugenkaarten”
genoemd.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de namen van knoppen
of meldingen die op de computermonitor verschijnen, worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen weggelaten om
aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
De illustraties en monitorinhoud in deze handleiding kunnen afwijken van het eigenlijke
product.
Symbool Beschrijving
B
Dit symbool staat bij waarschuwingen en informatie die moeten worden gelezen
voordat u de camera gaat gebruiken.
C
Dit symbool staat bij opmerkingen en informatie die moeten worden gelezen voordat
u de camera gaat gebruiken.
A/E/F
Deze pictogrammen verwijzen naar andere pagina's met relevante informatie;
E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index”
v
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning
en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en
algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met
de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Bezoek de onderstaande website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers,
batterijen, lichtnetlaadadapters, lichtnetadapters en USB-kabels), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd
voor gebruik met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en
veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN DE
CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van derden die het Nikon holografische zegel niet dragen, kan
de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit raken, ontbranden,
barsten of lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon erkende
leverancier.
Voordat u belangrijke beelden gaat maken
Voordat u beelden gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u best
enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dat
dit apparaat een origineel Nikon-product is.
vi
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden gereproduceerd,
overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden
vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware
en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist en
volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele
onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met
behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of
“Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of
reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post) zegels en gecertificeerde wettelijke
documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal
kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren
van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt gereguleerd door de nationale en
internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor
andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
vii
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden
op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot
gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot
dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan
een ander over te dragen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met
beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld beelden van de lucht). Vergeet ook niet
eventuele beelden te vervangen die u voor de optie Selecteer beeld bij de instelling Welkomstscherm
(A77) heeft geselecteerd. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel
en beschadiging van eigendommen.
Om de Wi-Fi-instellingen te verwijderen, selecteert u Standaardw. herstellen in het Wi-Fi-optiemenu
(E71).
viii
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, verzoeken wij u de
volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit product in gebruik te nemen.
Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle gebruikers van dit product deze kunnen
lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk vermelde
veiligheidsvoorschriften worden aangeduid door middel van het volgende symbool:
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de
camera of de lichtnetlaadadapter komt, koppel
de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de
batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen
brandwonden oploopt. Als u de camera blijft
gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de
batterij is verwijderd resp. de stekker uit het
stopcontact is gehaald, dient het apparaat door
een door Nikon erkende servicedienst te
worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de
camera of lichtnetlaadadapter kan leiden tot
letsel. Reparaties mogen uitsluitend door
bevoegde technici worden uitgevoerd. Als de
camera of de lichtnetlaadadapter door een val
of ander ongeluk openbreekt, haalt u de
stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u
de batterij en laat u het product nakijken door
een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of
lichtnetlaadadapter niet in de buurt
van ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de
buurt van ontvlambare gassen, omdat dit kan
leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een
baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij of
andere kleine onderdelen niet in hun mond
kunnen stoppen.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon-product
in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
ix
Inleiding
Vermijd langdurig contact met de
camera, lichtnetlaadadapter of
lichtnetadapter terwijl de apparaten
zijn ingeschakeld of in gebruik zijn
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de
apparaten voor langere tijd in direct contact
komen met de huid, dan kan dit lichte
brandwonden tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op
plaatsen waar het blootstaat aan
extreem hoge temperaturen, zoals
een afgesloten auto of in direct
zonlicht.
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dat schade of brand veroorzaken.
Ga voorzichtig om met de batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken,
oververhit raken of ontploffen. Let op de
volgende punten bij het gebruik van de batterij
in combinatie met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de
batterij verwisselt. Wanneer u de
lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter
gebruikt, dient u zeker te zijn dat de stekker
is uitgetrokken.
Gebruik enkel een oplaadbare Li-ionbatterij
EN-EL19 (meegeleverd). Laad de batterij op
door een camera te gebruiken die het
opladen van batterijen ondersteunt.
Daartoe gebruikt u de lichtnetlaadadapter
EH-71P (meegeleverd) en USB-kabel UC-E21
(meegeleverd). De batterijlader MH-66
(apart verkrijgbaar) kan ook worden gebruikt
om de batterij zonder camera op te laden.
Probeer de batterij niet ondersteboven of
achterstevoren in de camera te plaatsen.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel
verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of
bovenmatige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water en
zorg dat deze niet vochtig wordt.
Plaats de batterij in een plastic zak enz. om
ze te isoleren voor u ze transporteert.
Vervoer of bewaar de batterij niet bij
metalen voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan
lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterij te
verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de
batterij wanneer zich een verandering
voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is
gekomen met vloeistof uit een beschadigde
batterij onmiddellijk af met veel water.
Neem bij gebruik van de
lichtnetlaadadapter de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de lichtnetlaadadapter droog. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft
gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt
van de lichtnetlaadadapter tijdens onweer. Als
u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot een elektrische schok.
x
Inleiding
Voorkom beschadigingen of veranderingen
aan de USB-kabel. Trek de kabel niet met
kracht los en buig deze niet. Plaats geen
zware voorwerpen op de kabel en stel de
kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de
isolatie beschadigd raakt en de draden bloot
komen te liggen, laat de kabel dan door een
door Nikon erkende servicedienst nakijken.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kan dit brand of een elektrische
schok veroorzaken.
Raak de stekker of de lichtnetlaadadapter
niet met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan
dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik geen converters of adapters om van
de ene spanning naar de andere spanning
om te schakelen en gebruik geen DC-naar-
AC omvormers. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan het product
beschadigen of leiden tot oververhitting of
brand.
Gebruik de geschikte stroombron
(batterij, lichtnetlaadadapter,
lichtnetadapter, USB-kabel)
Wanneer u een stroombron gebruikt die niet
door Nikon wordt geleverd of verkocht, kan dit
schade of storingen veroorzaken.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor
dit doel meegeleverde of bij Nikon verkrijgbare
kabels, zodat wordt voldaan aan de
productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de bewegende
delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet
bekneld raken tussen de objectiefbescherming
of andere bewegende delen.
Als u een flitser dichtbij de ogen van
een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dat tijdelijk oogletsel
veroorzaken.
De flitser mag niet minder dan 1 meter van het
onderwerp worden gehouden.
Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van
kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een
persoon of voorwerp in aanraking
komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dat brand of brandwonden
veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare
kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop
te letten dat u zich niet verwondt aan de
glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare
kristallen in de monitor in aanraking komen
met uw huid, ogen of mond.
Schakel de camera uit in een
vliegtuig of ziekenhuis
Zet de camera uit als u zich in een vliegtuig
bevindt en dit gaat opstijgen of landen.
Gebruik draadloze netwerkfuncties niet in een
vliegtuig. Volg de geldende regels in een
ziekenhuis bij gebruik in een ziekenhuis. De
elektromagnetische straling die door deze
camera wordt geproduceerd, kan de
elektronische systemen van het vliegtuig of de
instrumenten in het ziekenhuis van slag
brengen. Als u een Eye-Fi-kaart gebruikt, dient
u deze uit de camera te halen voor u aan boord
van een vliegtuig stapt of een ziekenhuis
binnengaat.
xi
Inleiding
Mededeling voor Europese klanten
OPGELET
GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ALS DE
BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN
VERKEERD TYPE.
DOE GEBRUIKTE BATTERIJEN VOLGENS DE
INSTRUCTIES WEG.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij een
daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi
dit product niet weg als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt
bij het behoud van natuurlijke bronnen en
voorkomt negatieve consequenties voor
mens en milieu die kunnen ontstaan door
onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met
de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij duidt
aan dat de batterij afzonderlijk
moet ingezameld worden.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in
Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit
symbool, moeten afzonderlijk worden
ingezameld op een geschikt inzamelpunt.
Gooi niet samen met het huishoudelijk afval
weg.
Neem voor meer informatie contact op met
de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
xii
Inleiding
Dit product valt onder de exportvoorschriften van de Verenigde Staten; u dient toelating te verkrijgen
van de regering van de Verenigde Staten als u dit product exporteert of herexporteert naar een land
waarvoor de Verenigde Staten een embargo heeft afgekondigd. De volgende landen waren
onderworpen aan een embargo: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië. Omdat deze lijst met
landen kan wijzigen, dient u voor de recentste informatie contact op te nemen met het Ministerie van
Handel van de Verenigde Staten.
Beperkingen voor draadloze apparaten
De draadloze zender/ontvanger in dit product voldoet aan de voorschriften voor draadloze
toepassingen in het land van verkoop en is niet bedoeld voor gebruik in andere landen (producten
die in de EU of EFTA werden aangeschaft, kunnen gelijk waar in de EU en EFTA worden gebruikt).
Nikon is niet aansprakelijk voor gebruik in andere landen. Gebruikers die niet zeker weten wat het
originele land van aankoop is, dienen contact op te nemen met hun lokaal Nikon-servicecenter of
met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Deze beperking geldt alleen voor
draadloos gebruik en niet voor enig ander gebruik van het product.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat de COOLPIX S5300 in overeenstemming is met de essentiële
eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. De conformiteitsverklaring kan
worden geraadpleegd op
http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_S5300.pdf.
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)
xiii
Inleiding
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van radiotransmissies
Hou er altijd rekening mee dat gegevens die via radiogolven worden verzonden of ontvangen,
kunnen worden onderschept door derden. Merk op dat Nikon niet verantwoordelijk is voor
gegevens- of informatielekken die tijdens de gegevensoverdracht kunnen optreden.
Persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die op het product is geregistreerd en geconfigureerd, zoals
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie, kan worden
gewijzigd en verloren gaan ten gevolge van bedieningsfouten, statische elektriciteit, ongevallen,
storingen, herstellingen of andere gebeurtenissen. Bewaar altijd afzonderlijke kopieën van
belangrijke informatie. Nikon is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade of
winstderving ten gevolge van verandering of verlies van inhoud die niet toe te schrijven is aan
Nikon.
Voor u dit product weggooit of het overdraagt aan een andere eigenaar, voert u
Standaardwaarden
in het setup-menu (
A
77) uit om alle in het product geregistreerde en
geconfigureerde gebruikersinformatie te verwijderen, zoals verbindingsinstellingen voor
draadloos LAN en andere persoonlijke informatie.
xiv
Inleiding
Inleiding........................................................... ii
Lees dit eerst.......................................................... ii
Over deze handleiding......................................... iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen .......... v
Voor uw veiligheid .......................................... viii
WAARSCHUWINGEN ........................................... viii
Mededelingen...................................................... xi
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)..................... xii
Onderdelen van de camera ...................... 1
De camerabody .................................................... 1
De camerariem bevestigen ................................ 3
Menu's gebruiken (de d-knop) ................. 4
De monitor ............................................................. 6
Opnamestand ............................................................. 6
Weergavestand .......................................................... 8
De basisbeginselen van opnemen en
weergeven.................................................... 10
Voorbereiding 1 Plaats de batterij.............. 10
Voorbereiding 2 Laad de batterij op.......... 12
Voorbereiding 3 Plaats een geheugenkaart
................................................................................. 14
Intern geheugen en geheugenkaarten
........................................................................................... 15
Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd
instellen................................................................ 16
Stap 1 Schakel de camera in ......................... 20
Stap 2 Selecteer een opnamestand ........... 22
Beschikbare opnamestanden......................... 23
Stap 3 Het beeld kadreren............................. 24
De zoom gebruiken.............................................. 25
Stap 4 Scherpstellen en opnemen ............. 26
De ontspanknop ..................................................... 27
Stap 5 Beelden weergeven............................ 28
Stap 6 Beelden wissen .................................... 30
Opnamefuncties......................................... 32
x (Autom. scènekeuzekn.) stand .............. 32
Onderwerpstand (Opname voor
vastgestelde onderwerpen).......................... 34
Tips en opmerkingen........................................... 35
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname) ................................................ 40
Stand Slim portret (beelden van lachende
gezichten vastleggen)..................................... 42
A (Auto) stand................................................. 44
Sneleffecten gebruiken ...................................... 45
Functies die met de multi-selector kunnen
worden ingesteld.............................................. 46
De flitser gebruiken............................................... 47
De zelfontspanner gebruiken......................... 49
Macrostand gebruiken........................................ 51
Helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie) ................................. 52
Standaardinstellingen ......................................... 53
Inhoudsopgave
xv
Inleiding
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (opnamemenu)...................... 55
Beschikbare opties in het opnamemenu
........................................................................................... 56
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt................................................................ 58
Scherpstellen...................................................... 61
Gezichtsherkenning gebruiken..................... 61
De functie Huid verzachten gebruiken.... 62
AF met doelopsporing gebruiken............... 63
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor
Autofocus.................................................................... 64
Scherpstelvergrendeling................................... 65
Weergavefuncties ...................................... 66
Zoomweergave ................................................. 66
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
................................................................................. 67
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (Weergavemenu) .................. 68
Films opnemen en weergeven.............. 70
Films opnemen.................................................. 70
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (filmmenu) ................................. 74
Films weergeven ............................................... 75
Algemene camera-instellingen............. 77
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (setup-menu).......................... 77
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie
gebruiken...................................................... 79
Functies die uitgevoerd kunnen worden
met Wi-Fi.............................................................. 79
Neem foto's................................................................ 79
Bekijk foto's................................................................. 79
De software installeren op het smart-toestel
................................................................................. 80
Het smart-toestel verbinden met de camera
................................................................................. 81
De camera aansluiten op een televisie,
computer of printer .................................. 83
Aansluitmethoden ........................................... 83
Gebruik van ViewNX 2..................................... 85
Installeren ViewNX 2............................................. 85
Beelden naar een computer kopiëren ...... 86
Beelden bekijken .................................................... 89
Referentiegedeelte............................... E1
Eenvoudig panorama gebruiken (opname
en weergave)................................................. E2
Opnemen met eenvoudig panorama
..................................................................................... E2
Beelden bekijken die met Eenvoudig
panorama werden vastgelegd ................ E5
Stand Favoriete beelden........................... E6
Beelden toevoegen aan albums............. E6
Beelden in albums weergeven................ E7
Beelden verwijderen uit albums............. E8
xvi
Inleiding
Het pictogram Favoriet album wijzigen
..................................................................................... E9
Stand Automatisch sorteren.................. E10
Stand Sorteer op datum.......................... E11
Beelden die continu werden vastgelegd
(reeks) weergeven en wissen ................ E12
Beelden in een reeks weergeven........ E12
Beelden in een reeks wissen .................. E13
Beelden bewerken (foto's)...................... E14
Voor beelden worden bewerkt............ E14
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
.................................................................................. E 14
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging
verbeteren ......................................................... E16
D-Lighting: Helderheid en contrast
verbeteren ......................................................... E16
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren
bij opname met flitser................................ E17
Glamour-retouchering: Menselijke
gezichten verbeteren................................. E18
Kleine afbeelding: Het beeldformaat
verkleinen........................................................... E20
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
.................................................................................. E 21
De camera aansluiten op een televisie
(beelden weergeven op een televisie)
.......................................................................... E22
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print) ............................................................... E24
De camera op een printer aansluiten
.................................................................................. E 25
Beelden één voor één afdrukken ........ E27
Meerdere beelden afdrukken................ E29
Films bewerken .......................................... E32
Het opnamemenu (voor stand
A (Automatisch))..................................... E34
Beeldmodus (beeldformaat en
beeldkwaliteit)................................................. E34
Witbalans (Tint aanpassen) ..................... E36
Continu-opnamen........................................ E39
ISO-waarde........................................................ E42
Kleuropties......................................................... E43
AF-veldstand .................................................... E44
Autofocus-stand ............................................ E48
Sneleffecten...................................................... E48
Het menu Slim portret ............................. E49
Huid verzachten............................................. E
49
Glimlachtimer .................................................. E50
Knipperdetectie.............................................. E51
Het Weergavemenu.................................. E52
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht
maken) ................................................................. E52
Diashow............................................................... E56
Beveiligen........................................................... E57
Beeld draaien ................................................... E59
Spraakmemo .................................................... E 60
Kopiëren (Kopiëren tussen intern geheugen
en geheugenkaart)....................................... E 61
Reeksweergaveopties................................. E63
Kies hoofdfoto................................................. E63
Het filmmenu .............................................. E64
Filmopties........................................................... E64
Openen met HS-beelden......................... E68
Autofocus-stand ............................................ E68
Film VR.................................................................. E69
Windruisreductie ........................................... E70
xvii
Inleiding
Beeldsnelheid.................................................. E70
Het menu Wi-Fi-opties ............................. E71
Het setup-menu ......................................... E73
Welkomstscherm .......................................... E73
Tijdzone en datum ....................................... E74
Monitorinstellingen ..................................... E76
Datumstempel (Datum en tijd afdrukken)
.................................................................................. E 78
Foto VR................................................................. E79
Bewegingsdetectie...................................... E80
AF-hulplicht ...................................................... E81
Digitale zoom .................................................. E81
Geluidsinstellingen ...................................... E82
Automatisch uit.............................................. E82
Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
.................................................................................. E 83
Taal/Language ................................................ E84
TV-instellingen ................................................ E84
Opladen via computer............................... E85
Knipperwaarsch. ............................................ E86
Uploaden via Eye-Fi..................................... E87
Standaardwaarden....................................... E88
Firmware-versie.............................................. E88
Foutmeldingen........................................... E89
Bestandsnamen.......................................... E94
Optionele accessoires .............................. E95
Technische opmerkingen en index
....................................................................... F1
Verzorging van het product....................... F2
De camera .............................................................. F2
De batterij ............................................................... F3
Lichtnetlaadadapter ......................................... F4
Geheugenkaarten .............................................. F5
Reinigen en opbergen ................................. F6
Reinigen ................................................................... F6
Opslag ....................................................................... F6
Problemen oplossen..................................... F7
Specificaties .................................................. F17
Goedgekeurde geheugenkaarten ........ F22
Index................................................................ F25
xviii
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
2 3 4
8
6
1 5
11
10
9
13
12
7
Objectiefbescherming
gesloten
1
Flitser..................................................................................47
2
Ontspanknop................................................................26
3
Zoomknop......................................................................25
f: Groothoek.........................................................25
g: Tele...........................................................................25
h: Miniatuurweergave....................................67
i: Zoomweergave................................................66
j: Help .......................................................................34
4
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje...........20
5
Zelfontspannerlampje.............................................50
AF-hulpverlichting.....................................................78
6
Objectief
7
Objectiefbescherming........................................F2
8
Microfoon (stereo).............................................E60
9
Afdekking van de stroomaansluiting (voor
aansluiting met optionele lichtnetadapter)
10
Oogje voor camerariem............................................3
11
Deksel aansluitingen................................................83
12
Micro-USB-aansluiting ............................................83
13
HDMI micro-aansluiting (Type D)....................83
2
Onderdelen van de camera
1
8
10
4
2
5
3
6
7
9
11
12
1
Laadlampje.....................................................................13
Flitserlampje ..................................................................47
2
b (e filmopname)-knop ...................................70
3
A (opnamestand)-knop...... 22, 34, 40, 42, 44
4
c (weergave)-knop................................................28
5
Multi-selector.................................................................. 4
6
k (selectie toepassen)-knop................................ 4
7
l (wissen)-knop.................................30, 76, E61
8
d (menu)-knop............... 4, 55, 68, 74, 77, 81
9
Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
.......................................................................................10, 14
10
Statiefaansluiting.................................................F19
11
Luidspreker
12
Monitor................................................................................6
3
Onderdelen van de camera
De camerariem bevestigen
4
Onderdelen van de camera
Gebruik de multi-selector en de k-knop om in de menu's te navigeren.
Menu's gebruiken (de d-knop)
1 Druk op de d-knop.
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de multi-selector.
Het huidige menupictogram wordt geel
weergegeven.
3 Selecteer het gewenste
menupictogram.
Het menu wordt gewijzigd.
4 Druk op de k-knop.
De menuopties kunnen worden
geselecteerd.
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Kleuropties
AF-veldstand
Autofocus
-
stand
Opnamemenu
Menupictogrammen
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
Set-up
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
5
Onderdelen van de camera
C Menu-opties instellen
Bepaalde menu-opties kunnen, afhankelijk van de huidige opnamestand of de toestand van de camera,
niet worden ingesteld. Onbeschikbare opties worden grijs weergegeven en kunnen niet worden
geselecteerd.
Wanneer een menu wordt weergegeven, schakelt u naar de opnamestand door op de ontspanknop, de
A (opnamestand)-knop of de b (e filmopname)-knop te drukken.
5 Selecteer een menu-optie. 6 Druk op de k-knop.
De instellingen voor de geselecteerde
optie worden weergegeven.
7 Selecteer een instelling. 8 Druk op de k-knop.
De geselecteerde instelling wordt
toegepast.
Als u klaar bent met het menu, drukt u op
de d-knop.
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
Aan
Uit
Foto VR
Foto VR
Aan
Uit
6
Onderdelen van de camera
De informatie die op de monitor wordt weergegeven tijdens opname en weergave is afhankelijk van
de instellingen en de gebruikstoestand van de camera.
Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en wanneer u de
camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden (wanneer Foto-informatie is
ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A77)).
Opnamestand
De monitor
999
999
9999
9999
2
2
10
10
PRE
PRE
120
120
60
60
HDR
HDR
AF
AF
H
H
L
L
1 4
2
35
6
7
8
9
11
14
15
16
17
1823
24
25 a
19202122
1312
30
27
29
28
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
26
b
10
999
999
29
m
0s
29
m
0s
10
10
F3.7
F 3.7
1/2 5 0
1/250
+ 1 .0
+1.0
400
400
7
Onderdelen van de camera
1
Opnamestand...............................22, 34, 40, 42, 44
2
Flitsstand..........................................................................47
3
Macro-stand...................................................................51
4
Zoomaanduiding ...............................................25, 51
5
Scherpstelaanduiding .............................................26
6
Filmopties (films met normale snelheid)
...............................................................................74, E64
7
Filmopties (HS-films)................................74, E65
8
Beeldmodus..................................................56, E34
9
Eenvoudig panorama................................38, E2
10
Foto VR-pictogram ...................................77, E79
11
Film VR-pictogram....................................74, E69
12
Bewegingsdetectie-pictogram.........77, E80
13
Windruisreductie.......................................74, E70
14
Belichtingscorrectiewaarde .................................52
15
Resterende opnametijd voor films..................70
16
Aantal resterende opnamen (foto's) ..............20
17
Aanduiding intern geheugen.............................20
18
Diafragmawaarde.......................................................27
19
Scherpstelveld (AF met doelopsporing)
...............................................................................63, E46
20
Scherpstelveld (voor handmatig of centrum)
...............................................................................65, E45
21
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
dierherkenning).................. 26, 39, 42, 61, E44
22
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
......................................................................E45, E47
23
Sluitertijd.........................................................................27
24
ISO-waarde.....................................................56, E42
25
(a) Aanduiding batterijniveau.........................20
(b) Aansluitaanduiding lichtnetlaadadapter
26
Datumstempel ............................................77, E78
27
Aanduiding “Datum niet ingesteld”...............16
28
Wi-Fi-communicatie-aanduiding
...............................................................................81, E71
29
Eye-Fi-communicatie-aanduiding
...............................................................................78, E87
30
Pictogram Reisbestemming........................E74
31
Witbalansstand............................................56, E36
32
Huid verzachten .........................................57, E49
33
Kleuropties.....................................................56, E43
34
Pictogram Sneleffecten..................45, 56, E48
35
Continu-opnamestand...........................56, E39
36
Pictogram Knipperdetectie .................57, E51
37
Uit de hand/statief............................................35, 36
38
Tegenlicht (HDR)........................................................37
39
Aanduiding zelfontspanner ................................49
40
Glimlachtimer...............................................57, E50
41
Dierenp. autom. ontsp............................................39
42
Foto's vastleggen (tijdens filmopname)...... 73
8
Onderdelen van de camera
Weergavestand
29
m
0 0 s
29
m
00s
29
m
0 0 s
29
m
00s
999
/
999
999
/
999
999 9
/
999 9
9999
/
9999
14
15
16
17
a
b
4 5 6 7 8 9
10
11
19
2021
23
22
18
13
1
12
23
24
25
27
26
a
b
15
/
05
/
2014 15:30
15
/
05
/
2014 15:30
9999 .
JPG
9999.
JPG
999
/
999
999
/
999
9
Onderdelen van de camera
1
Albumpictogram in stand Favoriete beelden
..........................................................................................E6
2
Categoriepictogram in stand Automatisch
sorteren....................................................................E10
3
Pictogram Sorteer op datum.....................E11
4
Beveiligingspictogram ...........................68, E57
5
Reeksweergave (wanneer Individuele foto's
is geselecteerd)...........................................69, E63
6
Pictogram afdrukopdracht..................68, E52
7
Spraakmemo-aanduiding....................68, E60
8
Pictogram Glamour-retouchering
...............................................................................68, E18
9
Pictogram Sneleffecten.........................29, E14
10
D-Lighting-pictogram............................68, E16
11
Pictogram Snel retoucheren..............68, E16
12
Pictogram Rode-ogencorrectie........68, E17
13
Aanduiding intern geheugen
14
(a) Nummer huidig beeld/
totaal aantal beelden
(b) Filmduur
15
Beeldmodus..................................................56, E34
16
Eenvoudig panorama ............................... 38, E5
17
Filmopties.......................................................74, E64
18
Pictogram Kleine afbeelding..............68, E20
19
Uitsnede-pictogram.................................66, E21
20
Volumeaanduiding...................................75, E60
21
Gids Sneleffecten
22
Gids weergave eenvoudig panorama
Gids reeksweergave
Gids filmweergave
23
Opnametijd
24
Opnamedatum
25
(a) Aanduiding batterijniveau.........................20
(b) Aansluitaanduiding lichtnetlaadadapter
26
Bestandsnummer en -type..........................E94
27
Eye-Fi-communicatie-aanduiding
...............................................................................78, E87
10
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
De basisbeginselen van opnemen en
weergeven
1 Open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
2 Plaats de batterij.
Duw de oranje batterijvergrendeling in de met de pijl (1)
aangegeven richting en plaats de batterij volledig (2).
De batterij vergrendelt wanneer ze juist geplaatst is.
B Let op dat u de batterij in de juiste richting plaatst
Als u probeert de batterij ondersteboven of achterstevoren te
plaatsen, kan dit schade aan de camera veroorzaken.
Voorbereiding 1 Plaats de batterij
Batterijvergrendeling
11
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
De batterij verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor zijn uitgeschakeld en open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
Duw de batterijvergrendeling in de met de pijl aangegeven richting
(1) om de batterij uit te werpen (2).
B Opgelet hoge temperatuur
De camera, de batterij en de geheugenkaart kunnen heet zijn wanneer de camera net werd gebruikt.
12
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 De meegeleverde lichtnetlaadadapter voorbereiden.
Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u de
stekkeradapter op de stekker van de lichtnetlaadadapter. Druk de stekkeradapter er
stevig op zodat deze goed blijft zitten. Zodra deze twee aan elkaar vast zitten, kan
het product beschadigd raden als u de stekkeradapter met geweld probeert los te
maken.
* De vorm van de stekkeradapter is afhankelijk van het land of de regio waar de
camera werd aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de
stekkeradapter permanent op de lichtnetlaadadapter bevestigd is.
2 Controleer of de batterij in de camera is geïnstalleerd en verbind de
camera vervolgens met de lichtnetlaadadapter in volgorde van 1 tot 3.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in
te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
B Opmerking
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de UC-E21 gebruikt,
kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
Voorbereiding 2 Laad de batterij op
USB-kabel (meegeleverd)
Laadlampje Stopcontact
13
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Het laadlampje knippert traag groen om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen.
3 Koppel de lichtnetlaadadapter los van het stopcontact en koppel daarna
de USB-kabel los.
B Opmerkingen over het laden van de batterij
De camera kan worden gebruikt terwijl de batterij wordt opgeladen, maar de oplaadtijd neemt toe.
Als de batterij zo goed als leeg is, kunt u de camera niet gebruiken terwijl de batterij wordt opgeladen.
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de lichtnetlaadadapter
EH-71P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele
telefoon. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan
de camera.
C Opladen met een computer of batterijlader
U kunt de batterij ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer (A83, E85).
U kunt de batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar; E95) gebruiken om de batterij op te laden zonder de
camera te gebruiken.
Laadlampje Beschrijving
Knippert langzaam
(groen)
De batterij laadt op.
Uit
Als het opladen is voltooid, knippert het laadlampje niet meer groen en
wordt het uitgeschakeld. Het duurt ongeveer 1 uur en 50 minuten om
een volledig lege batterij op te laden.
Knippert snel (groen)
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de
batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot
35 °C.
De USB-kabel of de lichtnetlaadadapter is niet correct aangesloten of
er is een probleem met de batterij. Koppel de USB-kabel los of trek de
lichtnetlaadadapter uit en sluit hem opnieuw aan, of vervang de
batterij.
14
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Zet de camera uit en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
2 Plaats de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt.
B Let op dat u de geheugenkaart in de juiste richting
plaatst
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren plaatst,
kan dat schade aan de camera of de geheugenkaart veroorzaken.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
Voorbereiding 3 Plaats een geheugenkaart
Geheugenkaartsleuf
15
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
B Een geheugenkaart formatteren
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat werd
gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op
de d-knop en selecteer Geheugenkaart form. in het setup-menu.
De geheugenkaart verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor zijn uitgeschakeld en open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
Duw de geheugenkaart voorzichtig in de camera (1) om de kaart
gedeeltelijk uit te werpen (2).
B Opgelet hoge temperatuur
De camera, de batterij en de geheugenkaart kunnen heet zijn wanneer de camera net werd gebruikt.
Intern geheugen en geheugenkaarten
Cameragegevens, zoals beelden en films, kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van
de camera of op een geheugenkaart. Om het interne geheugen van de camera te gebruiken, dient u
eerst de geheugenkaart te verwijderen.
16
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt het taalkeuzescherm en het
instelscherm voor de datum en de tijd voor de cameraklok.
Wanneer u stopt zonder de datum en de tijd in te stellen, knippert O wanneer het
opnamescherm wordt weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
te zetten.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om de gewenste taal te selecteren
en druk op de k-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd instellen
Taal/Language
CancelAnnuleren
Ja
Nee
Tijdzone kiezen en datum
en tijd instellen?
AnnulerenAnnuleren
17
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
4 Selecteer uw eigen tijdzone en druk
op de k-knop.
Om de zomertijd in te schakelen, drukt u op
H. Als de functie zomertijd ingeschakeld is,
wordt W weergegeven boven de kaart. Om
de functie zomertijd uit te schakelen, drukt u
op I.
5 Selecteer de datumnotatie en druk op de
k-knop.
6 Stel de datum en tijd in en druk op de k-knop.
Selecteer een veld: Druk op JK (schakelt tussen D, M, J, uren
en minuten).
Wijzig de datum en tijd: Druk op HI.
Bevestig de instellingen: Selecteer het minutenveld en druk op
de k-knop.
7 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Wanneer de instellingen klaar zijn, schuift het objectief uit en
gaat de camera naar de opnamestand.
TerugTerug
Datumnotatie
Maand/dag/jaar
Dag/maand/jaar
Jaar/maand/dag
Datum en tijd
Bewerk.Bewerk.
D
M
J
u
m
Datum en tijd
Bewerk.Bewerk.
Ja
Nee
OK?
15/05/2014
15
:
30
18
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C De instelling voor de taal of de datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en datum in het
setup-menu z (A77).
U kunt de zomertijd in- of uitschakelen in het z setup-menu door Tijdzone en datum en vervolgens
Tijdzone te selecteren. Druk op K en vervolgens op H van de multi-selector om de zomertijd in te
schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of druk op I om de zomertijd uit te schakelen en de klok
een uur achteruit te zetten.
C De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een ingebouwde reservebatterij.
De reservebatterij laadt op wanneer de hoofdbatterij in de camera is geplaatst of wanneer de camera is
verbonden met een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer tien uur laden gedurende enkele
dagen de klok van stroom voorzien.
Als de reservebatterij van de camera leeg raakt, verschijnt het instelscherm voor de datum en de tijd
wanneer de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en de tijd opnieuw in. Zie stap 3 (A16) van
“Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd instellen” voor meer informatie.
C De opnamedatum op afgedrukte beelden plaatsen
U kunt de opnamedatum permanent in beelden plaatsen terwijl ze worden vastgelegd door
Datumstempel in te stellen in het setup-menu (A 77).
U kunt de software ViewNX 2 (A85) gebruiken om de opnamedatum af te drukken op beelden die
werden vastgelegd zonder de optie Datumstempel te gebruiken.
19
20
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de hoofdschakelaar.
De monitor schakelt in.
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te
zetten.
2 Controleer de aanduiding van het batterijniveau en het aantal resterende
opnamen.
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Het aantal beelden dat kan worden gemaakt, wordt weergegeven.
C wordt weergegeven wanneer er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst; beelden
worden opgeslagen in het interne geheugen.
Stap 1 Schakel de camera in
Melding Beschrijving
b Het batterijniveau is hoog.
B Het batterijniveau is laag.
P
Batterij is leeg.
De camera kan geen beelden
vastleggen. Laad de batterij op.
880
880
25
m
0s
25
m
0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
21
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C De functie Automatisch uit
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-by-stand gaat, bedraagt ongeveer één minuut. Deze
tijd kan worden gewijzigd met de instelling Automatisch uit in het setup-menu (A77).
Terwijl de camera in de stand-by-stand staat, wordt de monitor weer ingeschakeld wanneer u een van de
volgende handelingen uitvoert:
- Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop, A (opnamestand)-knop, c (weergave)-knop of
b (e filmopname)-knop.
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Knippert
Geen
handelingen
uitgevoerd
Geen
handelingen
uitgevoerd
3 min
Camera gaat naar
stand-by-stand.
Camera wordt
uitgeschakeld.
22
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de knop A.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om een opnamestand te
selecteren, en druk op de k-knop.
In dit voorbeeld wordt de stand x (autom.
scènekeuzekn.) gebruikt.
De instelling voor de opnamestand wordt
opgeslagen wanneer de camera wordt
uitgezet.
Stap 2 Selecteer een opnamestand
Autom. scènekeuzekn.
23
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Beschikbare opnamestanden
x Autom. scènekeuzekn. A32
De camera selecteert automatisch de beste onderwerpstand wanneer u een beeld kadreert,
zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het
onderwerp.
b Onderwerpstanden A34
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd voor het onderwerp dat u selecteert.
D Speciale effecten A40
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret A42
Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een beeld maken
zonder op de ontspanknop te drukken (Glimlachtimer). U kunt de optie Huid verzachten ook
gebruiken om de huidtinten van menselijke gezichten te verzachten.
A Autostand A44
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast overeenkomstig
de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
24
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Houd de camera stevig vast.
Let op dat uw vingers en overige voorwerpen zich niet voor het
objectief, de flitser, de AF-hulpverlichting, de microfoon of de
luidspreker bevinden.
Als u opnamen in de portretstand (“staand”) maakt, draait u de
camera op zo'n manier dat de flitser zich boven het objectief
bevindt.
2 Kadreer de foto.
Wanneer de camera automatisch de onderwerpstand bepaalt,
verandert het pictogram voor de opnamestand (A32).
B Opmerkingen over stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden selecteert de camera mogelijk niet de gewenste
onderwerpstand. Selecteer in dit geval een andere onderwerpstand (A34, 40, 42, 44).
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, verandert de onderwerpstand in d.
Stap 3 Het beeld kadreren
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Pictogram opnamestand
25
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C Wanneer u een statief gebruikt
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de volgende
omstandigheden:
- Opnemen wanneer er weinig licht is
- Wanneer u opnamen maakt met de flitsstand (A48) ingesteld op W (uit)
- Wanneer u de tele-instelling gebruikt
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Foto VR in op Uit
in het setup-menu (A77) om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
De zoom gebruiken
Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de zoompositie
van het objectief.
Dichter inzoomen op het onderwerp: Verplaats de zoomknop
naar g (tele).
Uitzoomen en een groter gebied weergeven: Verplaats de
zoomknop naar f (groothoek).
Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de maximale
groothoekstand.
Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op de
monitor zodra de zoomknop wordt verplaatst.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp verder kunt
vergroten tot ca. 4× de maximale optische zoomverhouding,
kan worden geactiveerd door de zoomknop naar g te
verplaatsen en vast te houden wanneer de camera is
ingezoomd naar de maximale optische zoomstand.
C Opmerkingen over digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd, en wordt geel wanneer de
zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te maken van de
dynamische fijne zoom.
Zoomaanduiding is geel: De beeldkwaliteit is merkbaar gedaald.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
De zoomaanduiding wordt mogelijk niet blauw wanneer bepaalde instellingen voor continu-opname
worden gebruikt.
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
zoom
Digitale
zoom
26
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk de ontspanknop half in.
Wanneer het onderwerp scherp is, wordt het scherpstelveld
groen weergegeven (meerdere scherpstelvelden kunnen
groen oplichten).
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, stelt de camera
scherp in het midden van het beeld en wordt het
scherpstelveld niet weergegeven. Wanneer de camera heeft
scherpgesteld, licht de scherpstelaanduiding (A7) groen
op.
Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding knippert,
kan de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en
probeer de ontspanknop opnieuw half in te drukken.
2 Druk, zonder uw vinger op te heffen, de
ontspanknop helemaal in.
Stap 4 Scherpstellen en opnemen
F3.7
F3.7
1/ 2 5 0
1/250
27
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
De ontspanknop
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft, knippert terwijl beelden worden opgeslagen of terwijl een film wordt opgenomen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of de geheugenkaart
niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de
camera of de geheugenkaart.
Half indrukken
Om de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en diafragmawaarde)
in te stellen, drukt u de ontspanknop zachtjes in tot u een lichte
weerstand voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en een
beeld te maken.
Oefen niet te veel kracht uit wanneer u de ontspanknop indrukt, want
dit kan leiden tot cameratrilling en onscherpe beelden. Druk voorzichtig
op de knop.
28
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de c (weergave)-knop.
Als u de c (weergave)-knop indrukt en ingedrukt
houdt terwijl de camera uitgeschakeld is, schakelt de
camera in met de weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om het weer te geven
beeld te selecteren.
Houd HIJK ingedrukt om snel door de beelden te
bladeren.
Om terug te keren naar de opnamestand drukt u op de
A-knop of op de ontspanknop.
Stap 5 Beelden weergeven
Het vorige beeld
weergeven
Het volgende beeld
weergeven
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
4
/
4
29
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
C De functie Sneleffecten
Wanneer e wordt weergegeven in de schermvullende
weergavestand, kunt u op de k-knop drukken om een effect toe te
passen op het beeld.
Wanneer het effectselectiescherm wordt weergegeven, gebruikt u
HIJK van de multi-selector om een effect te selecteren, druk op
de k-knop en selecteer vervolgens Ja in het bevestigingsvenster en
druk op de k-knop om het beeld als een afzonderlijk bestand op te
slaan.
Zie “Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen” (E14) voor meer
informatie.
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
4
/
4
30
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
1 Druk op de l-knop om het beeld te
wissen dat momenteel op de monitor
wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om de
gewenste wismethode te selecteren en druk op
de k-knop.
Om te sluiten zonder te verwijderen, drukt u op de d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
Selecteer Nee en druk op de k-knop om te annuleren.
Stap 6 Beelden wissen
Wissen
Wis gesel. beeld(en)
Huidig beeld
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
31
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector om het te
wissen beeld te selecteren, en gebruik H om K
weer te geven.
Om de selectie ongedaan te maken, drukt u op I om K te
verwijderen.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
2 Voeg K toe aan alle beelden die u wilt wissen en druk op de k-knop om
de selectie te bevestigen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Volg de instructies op het scherm om de handelingen te
voltooien.
B Beelden in een reeks wissen
Wanneer u op de l-knop drukt en een hoofdfoto wist terwijl alleen hoofdfoto's worden weergegeven
voor reeksen beelden (A69), worden alle beelden in de reeks, inclusief de hoofdfoto, gewist.
Om individuele beelden in een reeks te wissen, drukt u op de k-knop om ze een voor een weer te geven
en drukt u op de l-knop.
C Het laatst vastgelegde beeld wissen in de opnamestand
Wanneer u de opnamestand gebruikt, drukt u op de l-knop om het laatst opgeslagen beeld te wissen.
Wis gesel. beeld(en)
TerugTerug
32
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera selecteert automatisch de beste onderwerpstand wanneer u een beeld kadreert, zodat u
nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het onderwerp.
Wanneer de camera een onderwerpstand selecteert, verandert het pictogram voor de
opnamestand dat in het opnamescherm wordt weergegeven, in het pictogram voor de momenteel
ingeschakelde onderwerpstand.
x (Autom. scènekeuzekn.) stand
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M x (autom. scènekeuzekn.) stand M
k-knop
e Portret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
b Portret (om portretten van drie of meer mensen of beelden met veel achtergrond te maken)
f Landschap
h Nachtportret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
c
Nachtportret (om portretten van drie of meer mensen of beelden met veel achtergrond te
maken)
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht (om beelden te maken van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (om portretbeelden te maken)
d Andere onderwerpen
33
Opnamefuncties
Beschikbare functies in de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Flitsstand (A47)
Zelfontspanner (A49)
Belichtingscorrectie (A52)
34
Opnamefuncties
Wanneer een onderwerp is geselecteerd, worden de camera-instellingen automatisch
geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR in op Uit in het setup-
menu (A77) als u een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren.
Een beschrijving voor elke onderwerpstand weergeven (Helpscherm)
Selecteer een onderwerp en zet de zoomknop (A1) naar g (j)
om een beschrijving van dat onderwerp te bekijken. Om terug te
keren naar het oorspronkelijke scherm verplaatst u de zoomknop
opnieuw naar g (j ).
Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde
onderwerpen)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*) M
K M HI M selecteer een onderwerp M k-knop
b
Portret
(standaardinstelling)
c Landschap
1
d Sport
2
(A35) e Nachtportret
(A35)
f Party/binnen
2
(A35)
Z Strand
2
z Sneeuw
2
h Zonsondergang
2, 3
i Schemering
1, 3
j Nachtlandschap
1
(A36)
k Close-up (A36) u Voedsel (A36)
l Museum
2
(A37) m Vuurwerk
1, 3
(A37) n Zwart-wit-kopie
2
(A37)
o Tegenlicht
2
(A37)
p Eenvoudig
panorama (A38)
O Dierenportret
(A39)
Eenvoudig panorama
35
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu ongeveer
7 beelden met een snelheid van ongeveer 2 bps (als de beeldmodus is ingesteld op P).
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de beeldstand, de
gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en tint worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld in elke
reeks.
In het scherm dat verschijnt nadat e Nachtportret is geselecteerd, selecteert u u Uit de hand of
w Statief.
u Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram e linksboven in de monitor groen oplicht, drukt u de ontspanknop helemaal
in om een reeks beelden vast te leggen die zullen worden gecombineerd tot een enkel beeld, dat
vervolgens wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden tot een foto
wordt weergegeven. Nadat een beeld werd gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen voor het
opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu opneemt, kan het beeld vervormd zijn,
overlappen of onscherp zijn.
w Statief:
- Eén beeld wordt met een lange sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs Foto VR in het setup-menu (A77) is ingesteld op Aan.
Om de effecten van cameratrilling te vermijden, dient u de camera stevig vast te houden. Stel Foto VR in
op Uit in het setup-menu (A77) als u een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren.
d Sport
e Nachtportret
f Party/binnen
36
Opnamefuncties
In het scherm dat verschijnt nadat j Nachtlandschap is geselecteerd, selecteert u u Uit de hand of
w Statief.
u Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram j linksboven in de monitor groen oplicht, drukt u de ontspanknop helemaal
in om een reeks beelden vast te leggen die zullen worden gecombineerd tot een enkel beeld, dat
vervolgens wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden tot een foto
wordt weergegeven. Nadat een beeld werd gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen voor het
opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) in het opgeslagen beeld is smaller dan
de beeldhoek in de monitor tijdens de opname.
w Statief:
- Eén beeld wordt met een lange sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs Foto VR in het setup-menu (A77) is ingesteld op Aan.
Macro-stand (A51) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik HIJK van de multi-selector om
het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de k-knop om de instelling toe te passen.
Macro-stand (A51) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de tint aanpassen met HI van de multi-selector. De instelling
voor de tint wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, ook
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik
HIJK van de multi-selector om het scherpstelveld te verplaatsen
en druk op de k-knop om de instelling toe te passen.
j Nachtlandschap
k Close-up
u Voedsel
25
m
0s
880
37
Opnamefuncties
De camera legt een reeks van maximaal tien beelden vast terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt
wordt gehouden, waarna het scherpste beeld in de reeks automatisch wordt geselecteerd en opgeslagen
(BSS (Best Shot Selector)).
De flitser gaat niet af.
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
De zoom is beperkt tot vier vaste posities.
Gebruikt in combinatie met de macro-stand (A51) om onderwerpen op te nemen die zich dicht bij de
camera bevinden.
In het scherm dat wordt weergegeven nadat o Tegenlicht is geselecteerd, selecteert u ON of OFF om
de functie hoog dynamisch bereik (HDR) in of uit te schakelen overeenkomstig het type beeld dat u wilt
maken.
OFF (standaardinstelling): De flitser gaat af om te voorkomen dat het onderwerp in de schaduw
verborgen is.
- Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt één beeld vastgelegd.
ON: Gebruik deze functie om beelden te maken met zeer heldere en donkere gebieden in hetzelfde
beeld.
- Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera continu beelden met hoge
snelheid en worden de volgende twee beelden opgeslagen.
- Een niet-HDR samengesteld beeld
- Een HDR samengesteld beeld waarin het verlies van details in hoge lichten of schaduwen tot een
minimum beperkt is.
- Als er slechts voldoende geheugen is om één beeld op te slaan, is een beeld dat door D-Lighting
(A68) tijdens de opname werd verwerkt om donkere gedeelten van het beeld te corrigeren, het enige
beeld dat wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden tot een foto
wordt weergegeven. Nadat een beeld werd gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen voor het
opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) in het opgeslagen beeld is smaller dan
de beeldhoek in de monitor tijdens de opname.
l Museum
m Vuurwerk
n Zwart-wit-kopie
o Tegenlicht
38
Opnamefuncties
In het scherm dat wordt weergegeven nadat p Eenvoudig panorama is geselecteerd, selecteert u het
opnamebereik uit W Normaal (180°) of X Breed (360°).
De zoomstand is vastgesteld op groothoek.
Druk de ontspanknop helemaal in, haal uw vinger van de knop en pan de camera langzaam horizontaal.
De opname eindigt wanneer de camera het opgegeven opnamebereik vastlegt.
De scherpstelling en belichting worden vergrendeld wanneer de opname start.
Als u op de k-knop drukt wanneer een vastgelegd beeld wordt weergegeven in de schermvullende
weergavestand, bladert het beeld automatisch.
De beelden kunnen niet op deze camera worden bewerkt.
Zie “Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)” (E2) voor meer informatie.
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramabeelden
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van de printer.
Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
p Eenvoudig panorama
39
Opnamefuncties
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht van het dier en stelt hierop
scherp. De camera herkent standaard het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de sluiter los
(dierenp. autom. ontsp.).
In het scherm dat verschijnt nadat O Dierenportret is geselecteerd, selecteert u U Enkelvoudig of
V Continu.
- U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast waarin het gezicht van een hond of kat is herkend.
- V Continu: De camera legt continu drie beelden vast waarin het gezicht van een hond of kat is
herkend.
B Dierenp. autom. ontsp.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instelling voor Dierenp. autom. ontsp. te wijzigen.
- Y: De camera herkent het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de sluiter los.
- OFF: De camera laat de sluiter niet automatisch los, zelfs als het gezicht van een hond of kat wordt
gedetecteerd. Druk de ontspanknop in. De camera detecteert ook menselijke gezichten wanneer OFF
is geselecteerd.
Dierenp. autom. ontsp. is ingesteld op OFF nadat vijf serieopnamen werden gemaakt.
Opnemen is ook mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling voor Dierenp.
autom. ontsp.. Wanneer V Continu is geselecteerd, kunt u beelden continu maken terwijl u de
ontspanknop helemaal ingedrukt houdt.
B Scherpstelveld
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gezicht
weergegeven in een gele rand. Wanneer de camera scherpstelt op
een gezicht binnen een dubbele rand (scherpstelveld), wordt de
dubbele rand groen. Als geen gezichten worden herkend, stelt de
camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
In bepaalde opnameomstandigheden kan het gezicht van een dier
mogelijk niet worden gedetecteerd en kunnen andere onderwerpen
binnen een rand worden weergegeven.
O Dierenportret
25
m
0s
880
40
Opnamefuncties
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde effect wordt weergegeven.
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens
opname)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M D (derde pictogram van boven*) M
K M HI M selecteer een effect M k-knop
Categorie Beschrijving
D Zacht*
(standaardinstelling)
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige beeld toe te voegen.
E Nostalgisch sepia*
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de eigenschappen
van een oude foto te simuleren.
F Hoogcontrast
monochr.
Verandert het beeld in zwart-wit en geeft het een scherp contrast.
G High-key Geeft het volledige beeld een lichte toon.
H Low-key Geeft het volledige beeld een donkere toon.
I Selectieve kleur Maakt een zwart-wit-beeld waarin alleen de opgegeven kleur behouden blijft.
l Pop
Verhoogt de kleurverzadiging van het volledige beeld om een helder uitzicht
te creëren.
k Superlevendig
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en maakt het contrast
scherper.
h Schilderij Geeft het beeld het uitzicht van een schilderij.
m Speelgoedcamera-
eff. 1
Geeft het volledige beeld een geelachtige tint en maakt de rand van het beeld
donkerder.
41
Opnamefuncties
* Sommige effecten zijn niet beschikbaar wanneer bepaalde instellingen voor Filmopties (A74) worden
gebruikt.
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is geselecteerd,
gebruikt u HI van de multi-selector om de gewenste kleur
met de instelknop te selecteren.
Om instellingen voor een van de volgende functies te wijzigen,
drukt u op de k-knop om de kleurselectie te annuleren.
-Flitsstand (A47)
-Zelfontspanner (A49)
-Macro-stand (A51)
- Belichtingscorrectie (A52)
Om terug te keren naar het kleurselectiescherm drukt u
nogmaals op de k-knop.
n Speelgoedcamera-
eff. 2
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en maakt de rand van
het beeld donkerder.
o Cross-process Geeft het beeld een mysterieus uitzicht op basis van een specifieke kleur.
b Spiegelen*
Creëert een bilateraal symmetrisch beeld waarvan de rechterhelft het
omgekeerde spiegelbeeld is van de linkerhelft.
Categorie Beschrijving
Opslaan
Schuifknop
42
Opnamefuncties
Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een beeld maken zonder
op de ontspanknop te drukken (Glimlachtimer (A57)). U kunt de optie Huid verzachten gebruiken
om de huidtinten van menselijke gezichten te verzachten.
1 Kadreer de foto.
Richt de camera op een menselijk gezicht.
2 Wacht, zonder de ontspanknop in te drukken, tot het onderwerp
glimlacht.
Als de camera detecteert dat het gezicht dat door de dubbele rand omkaderd is, glimlacht, wordt
de sluiter automatisch ontspannen.
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt de sluiter automatisch ontspannen.
3 Beëindig de automatische opname.
Voer een van de volgende handelingen uit om de opname te beëindigen.
-Stel Glimlachtimer in op Uit.
-Druk op de knop A en selecteer een andere opnamestand.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera gezichten of een glimlach niet herkennen (A61). De
ontspanknop kan ook worden gebruikt om op te nemen.
Stand Slim portret (beelden van lachende gezichten
vastleggen)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop
43
Opnamefuncties
C Wanneer het zelfontspannerlampje knippert
Wanneer u de glimlachtimer gebruikt, knippert het zelfontspannerlampje wanneer de camera een gezicht
detecteert; het lampje knippert snel onmiddellijk nadat de sluiter werd ontspannen.
Beschikbare functies in de stand Slim portret
Flitsstand (A47)
Zelfontspanner (A49)
Belichtingscorrectie (A52)
Menu Slim portret (A55)
44
Opnamefuncties
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast overeenkomstig de
opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het scherp te stellen gebied van het beeld
selecteert, door de instelling voor AF-veldstand te wijzigen (A56).
De standaardinstelling is AF met doelopsporing (A63).
Beschikbare functies in de stand A (Auto)
Flitsstand (A47)
Zelfontspanner (A49)
Macro-stand (A51)
Belichtingscorrectie (A52)
Opnamemenu (A55)
A (Auto) stand
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto) stand M k-knop
45
Opnamefuncties
Sneleffecten gebruiken
In de stand A (auto) kunt u effecten op de beelden toepassen onmiddellijk nadat de sluiter werd
ontspannen.
Het bewerkte beeld wordt in een afzonderlijk bestand met een andere naam opgeslagen.
1 Druk op de k-knop wanneer het beeld wordt
weergegeven nadat het werd gemaakt in de
stand A (auto).
Wanneer u op de d-knop drukt of wanneer gedurende
ongeveer vijf seconden geen handelingen worden uitgevoerd,
verschijnt het opnamescherm opnieuw op de monitor.
Om het scherm rechts niet weer te geven, stelt u Sneleffecten
in het opnamemenu in op Uit (A55).
2 Gebruik HIJK van de multi-selector om het
gewenste effect te selecteren en druk op de
k-knop.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan, drukt u op
de d-knop. Wanneer een bevestigingsscherm verschijnt,
selecteert u Ja en drukt u op de k-knop.
Zie “Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen” (E14) voor meer informatie over de effecttypes.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
B Opmerkingen over Sneleffecten
De functie Sneleffecten is uitgeschakeld wanneer Wi-Fi is verbonden.
Sneleecten
Kies het eectAnnuleren
AnnulerenAnnuleren Contr.Contr.
Sneleecten
Pop Superlevendig Schilderij
Foto-illustratie High-key Speelgoed-
camera-eect 1
46
Opnamefuncties
De beschikbare functies zijn afhankelijk van de opnamestand, zoals hierna wordt aangegeven.
* De beschikbaarheid is afhankelijk van de instelling.
Functies die met de multi-selector kunnen worden
ingesteld
x
(autom.
scènekeuzekn.)
Onderwerp
Speciale
effecten
Slim
portret
A
(auto)
1 X Flitsstand (A47) w
*
ww
*
w
2 n
Zelfontspanner
(A49)
www
*
w
3 p Macro-stand (A51) w w
4 o
Belichtingscompensatie
(A52)
wwww
1
3
42
47
Opnamefuncties
De flitser gebruiken
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
1 Druk op H (m) van de multi-selector.
2 Selecteer de gewenste flitsstand (A48) en druk
op de k-knop.
Als een instelling niet wordt toegepast door binnen enkele
seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie
geannuleerd.
B Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de
ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
- Knippert: De flitser wordt opgeladen. De camera kan geen beelden
maken.
- Uit: De flitser gaat niet af wanneer een beeld wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, schakelt de monitor uit terwijl de flitser
wordt opgeladen.
Automatisch
48
Opnamefuncties
Beschikbare flitsstanden
C De flitsstandinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnameomstandigheden.
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
C Rode-ogenreductie
Als de camera rode ogen vaststelt terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in kwestie bewerkt
om rode ogen te verminderen voor het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens de opname:
Er is meer tijd nodig om beelden op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogenreductie nodeloos worden toegepast op andere delen van het
beeld. In dergelijke gevallen selecteert u een andere flitsstand en maakt u het beeld opnieuw.
U
Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als er weinig licht is.
Het pictogram voor de flitsstand op het opnamescherm wordt alleen direct na het uitvoeren
van de instelling weergegeven.
V
Autom. met rode-ogenred.
Minder “rode ogen” in portretten ten gevolge van de flitser.
W
Uit
De flitser gaat niet af.
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren wanneer u in
donkere omgevingen fotografeert.
X
Invulflits
De flitser wordt bij elk beeld gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en onderwerpen in
tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergronddecors. De flitser gaat indien nodig af
om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het donker of
bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
49
Opnamefuncties
De zelfontspanner gebruiken
De camera is voorzien van een zelfontspanner, die de sluiter ongeveer tien seconden of twee
seconden na het indrukken van de ontspanknop ontspant.
Stel Foto VR in op Uit in het setup-menu (A77) als u een statief gebruikt om de camera bij
opname te stabiliseren.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer n10s of n2s en druk op de k-knop.
n10s (tien seconden): voor belangrijke gelegenheden, zoals
bruiloften.
n2s (twee seconden): om cameratrilling te voorkomen.
Als een instelling niet wordt toegepast door binnen enkele
seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie
geannuleerd.
Wanneer de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret
is, wordt Y (dierenp. autom. ontsp.) weergegeven (A39). De
zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop
half in.
De scherpstelling en de belichting zijn ingesteld.
Zelfontspanner
10
F3.7
1/ 250
50
Opnamefuncties
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
Het aftellen begint. Het zelfontspannerlampje
knippert en licht daarna constant gedurende
ongeveer één seconde op voor de sluiter wordt
ontspannen.
Zodra de sluiter is ontspannen, wordt de
zelfontspanner weer op OFF gezet.
Om de aftelling te stoppen, drukt u nogmaals op de
ontspanknop.
F3.7
F3.7
1/ 2 5 0
1/ 250
9
9
51
Opnamefuncties
Macrostand gebruiken
Gebruik de macro-stand om close-upbeelden te maken.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de k-knop.
Als de instelling niet wordt toegepast door binnen enkele
seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie
geannuleerd.
3 Verplaats de zoomknop om de zoomfactor op
een positie te zetten waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten.
Wanneer de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij de zoomaanduiding groen oplicht, kan
de camera scherpstellen op onderwerpen tot op ca. 9 cm van het objectief.
Wanneer de zoom op een positie staat waar G wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen
op onderwerpen tot op circa 2 cm van het objectief.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
De flitser kan mogelijk het volledige onderwerp niet verlichten op afstanden van minder dan 50 cm.
C De instelling Macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnameomstandigheden.
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
Macro-stand
52
Opnamefuncties
Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en druk op de
k-knop.
Om het beeld helderder te maken, stelt u een positieve (+)
waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u een negatieve (–)
waarde in.
De correctiewaarde wordt toegepast, ook zonder de k-knop in
te drukken.
C Waarde voor belichtingscorrectie
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
Belichtingscompensatie
53
Opnamefuncties
Standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hierna beschreven.
Flitser
(A47)
Zelfontspanner
(A49)
Macro
(A51)
Belichtingscompensatie
(A52)
x (autom.
scènekeuzekn.)
U
1
Uit
Uit
2
0,0
Onderwerp
b (portret) V Uit
Uit
3
0,0
c (landschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
d (sport)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
e (nachtportret)
V
4
Uit
Uit
3
0,0
f (party/binnen)
V
5
Uit
Uit
3
0,0
Z (strand) U Uit
Uit
3
0,0
z (sneeuw) U Uit
Uit
3
0,0
h (zonsondergang)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
i (schemering)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
j (nachtlandschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
k (close-up) W Uit
Aan
3
0,0
u (voedsel)
W
3
Uit
Aan
3
0,0
l (museum)
W
3
Uit Uit 0,0
m (vuurwerk)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
3
n (zwart-wit-kopie) W Uit Uit 0,0
54
Opnamefuncties
1
De camera selecteert automatisch de flitsstand die geschikt is voor het onderwerp dat de camera heeft
geselecteerd. W (uit) kan handmatig worden geselecteerd.
2
Kan niet worden gewijzigd. De camera gaat naar de macrostand wanneer i is geselecteerd.
3
De instelling kan niet worden gewijzigd.
4
De instelling kan niet worden gewijzigd. De flitsstand is vastgezet op invulflits met rode-ogenreductie.
5
De flitsstand trage synchronisatie met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
6
De flitser is vast ingesteld op X (invulflits) wanneer HDR is ingesteld op OFF, en is vastgezet op W (uit)
wanneer HDR is ingesteld op ON.
7
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. Dierenp. autom. ontsp. kan niet worden in- of uitgeschakeld
(A39).
o (tegenlicht)
X/W
6
Uit
Uit
3
0,0
p (eenvoudig
panorama)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
O (dierenportret)
W
3
Y
7
Uit 0,0
D (speciale effecten) W Uit Uit 0,0
F (slim portret) U Uit Uit
3
0,0
A (auto) U Uit Uit 0,0
Flitser
(A47)
Zelfontspanner
(A49)
Macro
(A51)
Belichtingscompensatie
(A52)
55
Opnamefuncties
De hierna vermelde instellingen kunnen worden gewijzigd door tijdens de opname op de
d-knop te drukken (A4).
De instellingen die kunnen worden gewijzigd variëren naargelang de opnamestand, zoals hierna
weergegeven.
1
Deze instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
2
Bijkomende instellingen zijn beschikbaar voor bepaalde onderwerpstanden. Zie “Tips en opmerkingen”
(A35) voor meer informatie.
Functies die kunnen worden ingesteld met de
d-knop (opnamemenu)
Autom.
scènekeuzekn.
Onderwerp
2
Speciale
effecten
Slim portret Autostand
Beeldmodus
1
wwwww
Witbalans ––––w
Continu ––––w
ISO-waarde ––––w
Kleuropties ––––w
AF-veldstand ––––w
Autofocus-stand ––––w
Sneleffecten ––––w
Huid verzachten –––w
Glimlachtimer –––w
Knipperdetectie –––w
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Kleuropties
AF-veldstand
Autofocus
-
stand
25
m
0s
25
m
0s
880
880
56
Opnamefuncties
Beschikbare opties in het opnamemenu
Optie Beschrijving
A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit
kiezen die moet worden gebruikt wanneer beelden worden
opgeslagen.
Standaardinstelling: P 4608×3456
E34
Witbalans
Hiermee kunt u de witbalans aanpassen aan de weersomstandigheden
of de lichtbron, zodat de kleuren in de beelden eruit zien zoals u ze met
uw oog waarneemt.
Standaardinstelling: Automatisch
E36
Continu
Hiermee kunt u enkelvoudige of continuopnamen selecteren.
Standaardinstelling: Enkelvoudig
E39
ISO-waarde
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de camera voor licht bepalen.
Standaardinstelling: Automatisch
Wanneer Automatisch is geselecteerd, verschijnt E op de monitor
tijdens opnamen als de ISO-gevoeligheid toeneemt.
E42
Kleuropties
Hiermee kunt u de kleurtoon van beelden wijzigen.
Standaardinstelling: Normale kleur
E43
AF-veldstand
Hiermee kunt u bepalen hoe de camera het scherpstelveld selecteert
dat voor autofocus wordt gebruikt.
Standaardinstelling: AF met doelopsporing (A63)
E44
Autofocus-stand
Hiermee kunt u Enkelvoudige AF selecteren, waarmee alleen wordt
scherpgesteld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, of
Fulltime-AF, waarmee continu wordt scherpgesteld, zelfs als de
ontspanknop niet half wordt ingedrukt.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF
E48
Sneleffecten
Hiermee kunt u de functie Sneleffecten in- of uitschakelen (A45).
Standaardinstelling: Aan
E48
57
Opnamefuncties
Huid verzachten
Hiermee kunt u het niveau voor de huidverzachting van menselijke
gezichten selecteren.
Standaardinstelling: Normaal
E49
Glimlachtimer
Hiermee kunt u bepalen of de camera de sluiter automatisch ontspant
wanneer de camera een glimlachend gezicht detecteert.
Standaardinstelling: Aan (BSS)
E50
Knipperdetectie
De camera ontspant de sluiter automatisch twee keer bij elke opname
en slaat één beeld op waarin de ogen van het onderwerp geopend zijn.
Standaardinstelling: Uit
E51
Optie Beschrijving
A
58
Opnamefuncties
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt.
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitsstand
Continu (A56)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig
is geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Knipperdetectie (A57)
Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op Aan,
kan de flitser niet worden gebruikt.
Glimlachtimer (A57)
Wanneer Aan (continu) of Aan (BSS) is
geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Zelfontspanner
Glimlachtimer (A57)
Wanneer Glimlachtimer is geselecteerd, kan de
zelfontspanner niet worden gebruikt.
AF-veldstand (A56)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan
de zelfontspanner niet worden gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A56)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan
de macro-stand niet worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A56)
Beeldmodus is als volgt ingesteld, afhankelijk van
de instelling voor continu-opnamen:
Continu H: 120 bps: O (beeldformaat:
640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps: M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels)
Multi-shot 16: L (beeldformaat:
2560 × 1920 pixels)
Witbalans Kleuropties (A56)
Wanneer Zwart-wit, Sepia, of Koelblauw is
geselecteerd, is de instelling Witbalans vast
ingesteld op Automatisch.
59
Opnamefuncties
Continu Zelfontspanner (A49)
Als de zelfontspanner wordt gebruikt wanneer
Vooropnamecache is geselecteerd, is de
instelling vast ingesteld op Enkelvoudig.
ISO-waarde Continu (A56)
Wanneer Vooropnamecache, Continu H:
120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16 is
geselecteerd, is ISO-waarde vast ingesteld op
Automatisch.
AF-veldstand Witbalans (A56)
Wanneer een andere instelling dan Automatisch
is geselecteerd voor Witbalans in de stand AF
met doelopsporing, detecteert de camera het
hoofdonderwerp niet.
Sneleffecten Continu (A56)
De functie Sneleffecten kan niet worden gebruikt
voor beelden met continuopnamen.
Glimlachtimer Knipperdetectie (A57)
Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op Aan, is
Glimlachtimer vast ingesteld op Aan
(enkelvoudig) als Aan (continu) of Aan (BSS) is
ingesteld.
Knipperdetectie Glimlachtimer (A57)
Wanneer Glimlachtimer is ingesteld op Aan
(continu) of Aan (BSS), is Knipperdetectie vast
ingesteld op Uit.
Monitorinstellingen Sneleffecten (A 56)
Wanneer Sneleffecten is ingesteld op Aan terwijl
foto's worden gemaakt, wordt het vastgelegde
beeld weergegeven na de opname, ongeacht de
instelling voor Beeld terugspelen.
Datumstempel
Continu (A56)
Wanneer Vooropnamecache, Continu H:
120 bps of Continu H: 60 bps is geselecteerd,
kunnen de datum en tijd niet worden afgedrukt
op beelden.
Beperkte functie Optie Beschrijving
60
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk niet beschikbaar
(E81).
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld.
Bewegingsdetectie
Continu (A56)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig
is geselecteerd, is Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
ISO-waarde (A56)
Als de ISO-waarde is ingesteld op een andere optie
dan Automatisch, is Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
AF-veldstand (A56)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, is
Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Glimlachtimer (A57)
Wanneer Aan (continu) of Aan (BSS) is
geselecteerd, is Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
Knipperwaarsch. Continu (A56)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig
is geselecteerd, is Knipperwaarsch.
uitgeschakeld.
Digitale zoom
Continu (A56)
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, kan de
digitale zoom niet worden gebruikt.
AF-veldstand (A56)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan
de digitale zoom niet worden gebruikt.
Sluitergeluid Continu (A56)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig
is geselecteerd, is het sluitergeluid uitgeschakeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving
61
Opnamefuncties
Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de camera
gezichtsherkenning om automatisch scherp te stellen op
menselijke gezichten.
e/b Portret, h/c Nachtportret of d Tegenlicht in de
stand x (autom. scènekeuzekn.) (A32)
Onderwerpstand Portret of Nachtportret (A34)
Stand Slim portret (A42)
Wanneer AF-veldstand (A56) in de stand A (auto) (A44) is
ingesteld op Gezichtprioriteit.
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand weergegeven rond het
gezicht waarop de camera scherpstelt, en wordt een enkele rand weergegeven rond de andere
gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
In de stand x (autom. scènekeuzekn.) verandert het scherpstelveld afhankelijk van het
onderwerp.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret stelt de camera
scherp in het midden van het beeld.
In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp dat zich het
dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de
richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Scherpstellen
25
m
0s
25
m
0s
880
880
62
Opnamefuncties
De functie Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl een van de hierna vermelde onderwerpstanden wordt
gebruikt, detecteert de camera menselijke gezichten en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten
te verzachten (tot drie gezichten).
Stand Slim portret (A42)
- Het niveau van de functie Huid verzachten kan worden aangepast.
e Portret, h Nachtportret of d Tegenlicht in de stand x (autom. scènekeuzekn.) (A32)
Onderwerpstand Portret of Nachtportret (A34)
Bewerkingsfuncties zoals Huid verzachten kunnen worden toegepast op opgeslagen beelden met
behulp van Glamour-retouchering (A68), zelfs na de opname.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het kan langer duren dan normaal om beelden na de opname op te slaan.
In bepaalde opnameomstandigheden worden de gewenste resultaten van de functie Huid verzachten
niet verkregen en kan de functie Huid verzachten worden toegepast op delen van het beeld zonder
gezichten.
63
Opnamefuncties
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A56) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met doelopsporing, stelt
de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt hierop
scherp. Zodra het onderwerp scherp is, licht het scherpstelveld
groen op. Als een menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de
camera hierop automatisch de scherpstelprioriteit in.
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd, selecteert
de camera automatisch een of meer van de negen
scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. Wanneer het onderwerp scherp is, lichten de
scherpstelvelden die scherp zijn, groen op.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als hoofdonderwerp
bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp kan bij bepaalde instellingen voor de Witbalans mogelijk niet worden
gedetecteerd.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname dusdanig wordt gekadreerd, dat het hoofdonderwerp zich aan de rand van de
monitor bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
F3.7
1/ 250
Scherpstelvelden
F3.7
1/ 250
Scherpstelvelden
64
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus
De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht. Het kan soms
voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld
of de scherpstelaanduiding groen worden weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in het onderwerp (bijv. wanneer de zon
achter het onderwerp staat en het onderwerp daardoor zeer donker wordt).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijv. wanneer de persoon op de foto
een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijv. wanneer
het onderwerp in een kooi zit).
Onderwerpen met terugkerende patronen (vensterjaloezieën, gebouwen met meerdere rijen
ramen met dezelfde vorm, enz.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te
stellen, of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt
als het gewenste onderwerp, en gebruik de scherpstelvergrendeling (A65).
65
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen wanneer de camera het scherpstelveld
met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de stand A (auto) (A55).
2 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk de
ontspanknop half in.
De camera stelt scherp op het onderwerp en het
scherpstelveld licht groen op.
De scherpstelling en de belichting zijn vergrendeld.
3 Pas de compositie van de foto aan zonder uw
vinger op te heffen.
De afstand tussen de camera en het onderwerp mag niet
veranderen.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te
maken.
F3.7
F3.7
1/ 2 5 0
1/ 250
F3.7
F3.7
1/ 2 5 0
1/ 250
66
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Verplaats de zoomknop naar g (i) in de schermvullende weergavestand (A28) om in te zoomen
op het beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar f (h) of g (i).
Om een ander gedeelte van het beeld te zien, drukt u op HIJK van de multi-selector.
Als u een beeld bekijkt dat werd vastgelegd met gezichtsherkenning of dierherkenning, zoomt
de camera in op het tijdens de opname herkende gezicht (behalve wanneer een beeld wordt
bekeken dat in een reeks werd vastgelegd). Om in te zoomen op een gebied van het beeld waar
er geen gezichten zijn, past u de vergrotingsfactor aan en drukt u op HIJK.
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, drukt u op de k-knop om terug te keren
naar de schermvullende weergavestand.
C Beelden uitsnijden
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de d-knop drukken om het beeld uit te
snijden, zodat alleen het zichtbare gedeelte wordt opgeslagen als een afzonderlijk bestand (E21).
Zoomweergave
15
/
05
/
20 14 15 :3 0
15
/
05
/
2014 15:30
00 04.
JP G
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
3.0
3.0
g
(i)
f
(h)
Beeld wordt ingezoomd.Schermvullende
weergave
Gids weergegeven gebied
67
Weergavefuncties
Door de zoomknop naar f (h) te verplaatsen in de schermvullende weergavestand (A28),
worden beelden als miniaturen weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar
f (h) of g (i).
Wanneer de miniatuurweergavestand wordt gebruikt, drukt u op HIJK van de multi-selector
om een beeld te selecteren, waarna u op de k-knop drukt om dat beeld in de schermvullende
weergavestand weer te geven.
Wanneer u de kalenderweergavestand gebruikt, drukt u op HIJK om een datum te
selecteren, waarna u op de k-knop drukt om de beelden weer te geven die op die datum
werden vastgelegd.
B Opmerkingen over kalenderweergave
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld, worden beschouwd
als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2014.
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
1
/
2 0
1
/
20
15
/
05
/
20 14 15 :3 0
15
/
05
/
2014 15:30
00 04.
JP G
0004.
JPG
1
/
20
1
/
20
Sun
M
on
Tue
W
ed
Thu
F
ri
Sat
31
3 1
31
30
3 0
30
29
2 9
29
28
2 8
28
27
2 7
27
26
2 6
26
25
2 5
25
24
2 4
24
23
2 3
23
22
2 2
22
21
2 1
21
20
2 0
20
19
1 9
19
18
1 8
18
17
1 7
17
16
1 6
16
15
1 5
15
14
1 4
14
13
1 3
13
12
1 2
12
11
1 1
11
10
1 0
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
4
4
05
2014
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
68
Weergavefuncties
Wanneer u beelden in de schermvullende weergavestand of de miniatuurweergavestand bekijkt,
kunt u de hierna vermelde menubewerkingen configureren door op de d-knop (A4) te
drukken.
Functies die kunnen worden ingesteld met de
d-knop (Weergavemenu)
Optie Beschrijving A
Snel retoucheren*
Hiermee kunt u eenvoudig geretoucheerde kopieën maken waarin
het contrast en de verzadiging werden verhoogd.
E16
D-Lighting*
Hiermee kunt u kopieën maken met verhoogde helderheid en
verhoogd contrast, waardoor donkere gedeeltes van een beeld
lichter worden.
E16
Rode-ogencorrectie*
Corrigeert “rode ogen” die kunnen voorkomen in beelden wanneer
met een flitser wordt opgenomen.
E17
Glamour-
retouchering*
Detecteert gezichten in beelden en retoucheert de gedetecteerde
gezichten op aantrekkelijke wijze.
E18
Afdrukopdracht
Hiermee kunt u selecteren welke beelden worden afgedrukt en
hoeveel kopieën er van elk beeld worden afgedrukt voor het
afdrukken wordt gestart.
E52
Diashow Hiermee kunt u beelden in een automatische diashow bekijken. E56
Beveiligen Beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen. E57
Beeld draaien
Hiermee kunt u het weergegeven beeld draaien naar portret- of
landschapsrichting.
E59
Kleine afbeelding*
Maakt een kleine kopie van beelden. E20
Spraakmemo
Hiermee kunt de microfoon van de camera gebruiken om
spraakmemo's op te nemen en aan beelden te koppelen.
E60
69
Weergavefuncties
* Bewerkte beelden worden als aparte bestanden opgeslagen. Sommige beelden kunnen niet worden
bewerkt.
Kopiëren
Hiermee kunt u beelden kopiëren tussen het interne geheugen en
een geheugenkaart.
E61
Reeksweergaveopties
Hiermee kunt u bepalen of alleen de hoofdfoto van een continu
opgenomen reeks beelden wordt weergegeven, dan wel de
individuele beelden van de reeks.
Wanneer alleen de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven,
drukt u op de k-knop om elk beeld in de reeks weer te geven.
Druk op H van de multi-selector om terug te keren naar de
weergave van de hoofdfoto.
E63
Kies hoofdfoto
Hiermee kunt u de hoofdfoto wijzigen voor beelden die in een reeks
werden vastgelegd.
E63
Favoriete beelden
Hiermee kunt u beelden toevoegen aan een album.
Deze optie wordt niet weergegeven in de stand Favoriete beelden.
E6
Verwijderen uit favor.
Hiermee kunt u beelden uit een album verwijderen.
Deze optie wordt alleen weergegeven in de stand Favoriete beelden.
E8
Optie Beschrijving A
70
Films opnemen en weergeven
Films opnemen en weergeven
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor films.
Als Foto-informatie in de Monitorinstellingen in het setup-
menu (A77) is ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kan het
gebied dat in de film zichtbaar zal zijn, worden gecontroleerd
voor de filmopname start.
2 Druk op de b (e filmopname)-knop om de
filmopname te starten.
De camera stelt scherp in het midden van het beeld.
Druk op K van de multi-selector om de opname te pauzeren,
druk opnieuw op K om de opname te hervatten (behalve
wanneer p iFrame 720/30p (p iFrame 720/25p) of
een HS-filmoptie geselecteerd is in Filmopties). De opname
eindigt automatisch als ze gedurende ongeveer vijf minuten
gepauzeerd blijft.
Een foto kan worden vastgelegd tijdens filmopname (A73).
3 Druk opnieu w op de b (e filmopname)-knop om de opname te
beëindigen.
Films opnemen
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Resterende opnametijd
voor films
14
m
3
0s
71
Films opnemen en weergeven
B Maximale filmduur
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB of niet langer duren dan 29 minuten, zelfs als er
voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart voor een langere opname.
De maximale filmduur voor één film wordt weergegeven op het opnamescherm.
De opname kan eindigen voor een van deze limieten wordt bereikt als de temperatuur van de camera te
hoog wordt.
De effectieve filmduur kan afhankelijk zijn van de inhoud van de film, de bewegingen van het onderwerp
of het type geheugenkaart.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft, knippert terwijl beelden worden opgeslagen of terwijl een film wordt opgenomen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of de geheugenkaart
niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de
camera of de geheugenkaart.
B Opmerkingen over filmopname
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te
nemen (F22). De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere
Speed Class-waarde worden gebruikt.
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit lichtjes dalen.
Het geluid van de zoomknop, het zoomen, bewegingen van de objectiefaandrijving tijdens autofocus,
filmvibratiereductie en diafragma wanneer de helderheid wijzigt, kan worden opgenomen.
De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden opgenomen.
Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kan er
bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant verplaatsen, zoals een
trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de camera wordt
verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de intensiteit van de toegepaste zoom kunnen
onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk, enz.) gekleurde strepen
vertonen (interferentiepatronen, moiré, enz.) tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor
wanneer het patroon in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen; dit is geen
defect.
72
Films opnemen en weergeven
B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens filmopname
Wanneer Film VR in het filmmenu (A74) is ingesteld op Aan (hybride), wordt de beeldhoek (m.a.w. het
gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname.
In de modus Speciale effecten wordt alleen lens-shift VR gebruikt om cameratrilling te corrigeren wanneer
Filmopties is ingesteld op Z 1080/60i (U 1080/50i), zelfs als Film VR is ingesteld op Aan
(hybride).
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Film VR in op Uit
om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op een
hete locatie.
Als de binnenzijde van de camera zeer heet wordt tijdens het opnemen van films, stopt de camera de
opname automatisch.
De resterende tijd tot de camera stopt met opnemen (B10s) wordt weergegeven.
Als de camera gestopt is met opnemen, schakelt hij zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
De autofocus levert mogelijk niet het gewenste resultaat (A64). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor u de
filmopname start.
2. Kadreer een ander onderwerp (op dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp) in het
midden van het beeld, druk op de b (e filmopname)-knop om de opname te starten en wijzig
vervolgens de compositie.
73
Films opnemen en weergeven
Foto's vastleggen tijdens filmopname
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt tijdens een
filmopname, wordt één beeld opgeslagen als foto. De filmopname
gaat verder terwijl de foto wordt opgeslagen.
y wordt linksboven in de monitor weergegeven. Wanneer z
wordt weergegeven, kunnen geen foto's worden vastgelegd.
De grootte van het vastgelegde beeld is afhankelijk van de
instelling Filmopties (A74).
B Opmerkingen over het vastleggen van foto's tijdens filmopname
Foto's kunnen in de volgende situaties niet worden vastgelegd tijdens een filmopname:
- Wanneer de resterende filmopnametijd minder dan 30 seconden bedraagt
- Wanneer Filmopties is ingesteld op Z 1080/60i (U 1080/50i) of HS-film
Beelden van een film die werden opgenomen terwijl een foto werd genomen, kunnen mogelijk niet
naadloos worden weergegeven.
Het geluid van het indrukken van de ontspanknop kan in de film worden opgenomen.
Als de camera beweegt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, kan het beeld onscherp zijn.
14
m
3
0s
14
m
3
0s
74
Films opnemen en weergeven
Functies die kunnen worden ingesteld met de d-knop
(filmmenu)
De instellingen van de hierna vermelde menuopties kunnen
worden geconfigureerd.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M k-knop
Optie Beschrijving
A
Filmopties
Selecteer het filmtype.
Selecteer de normale snelheid om films bij normale snelheid op te
nemen, of HS (hoge snelheid) om films op te nemen die worden
weergegeven in slow of fast motion.
Standaardinstelling: e 1080/30p (S 1080/25p)
E64
Openen met HS-beelden
Bepaal of de opname met hoge of normale snelheid start
wanneer HS-films worden opgenomen.
Standaardinstelling: Aan
E68
Autofocus-stand
Selecteer Enkelvoudige AF, waarmee de scherpstelling wordt
vergrendeld wanneer de filmopname begint, of Fulltime-AF,
waarmee continu wordt scherpgesteld tijdens de filmopname.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF
E68
Film VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het
opnemen van films.
Standaardinstelling: Aan (hybride)
E69
Windruisreductie
Stel in of de windruis tijdens de filmopname moet worden
beperkt.
Standaardinstelling: Uit
E70
Beeldsnelheid
Selecteer de beeldsnelheid voor filmopname op basis van de
instelling van de televisie die wordt gebruikt om films weer te
geven.
NTSC: 30 bps (30p/60i)
PAL: 25 bps (25p/50i)
E70
Filmopties
Openen met HS-beelden
Autofocus-stand
Windruisreductie
Beeldsnelheid
Film VR
75
Films opnemen en weergeven
Druk op de knop c om naar de weergavestand te gaan.
Films worden aangeduid met het pictogram voor de filmopties
(A74).
Druk op de k-knop om films weer te geven.
Om het volume aan te passen, verplaatst u de zoomknop terwijl
een film wordt weergegeven (A1).
Films weergeven
15
/
05
/
20 14 15:3 0
15
/
05
/
2014 15:30
00 10.
MO V
0010.
MOV
10s
10s
Filmopties
4s
Volumeaanduiding
76
Films opnemen en weergeven
Bediening tijdens filmweergave
Bedieningsknoppen verschijnen onderaan de monitor.
De hierna vermelde handelingen kunnen worden uitgevoerd met
JK van de multi-selector om een knop te selecteren, waarna u op
de k-knop drukt.
Films wissen
Om een film te wissen, selecteert u de gewenste film in de schermvullende weergavestand (A28)
of in de miniatuurweergavestand (A67), waarna u op de l-knop drukt (A30).
Functie Pictogram Beschrijving
Terugspoelen A Houd de k-knop ingedrukt op de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen B Houd de k-knop ingedrukt op de film vooruit te spoelen.
Pauze E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden
uitgevoerd terwijl de film gepauzeerd is.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de k-knop ingedrukt om
continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de k-knop ingedrukt
om continu vooruit te spoelen.
F Weergave hervatten.
I Sla het gewenste deel van een film op als een apart bestand.
Beëindigen G Terugkeren naar de schermvullende weergavestand.
4s
Gepauzeerd
77
Algemene camera-instellingen
Algemene camera-instellingen
De instellingen van de hierna vermelde menuopties kunnen
worden geconfigureerd.
Functies die kunnen worden ingesteld met de
d-knop (setup-menu)
Druk op de d-knop M z (setup)-menupictogram M k-knop
Optie Beschrijving A
Welkomstscherm
Hiermee kunt u kiezen of het welkomstscherm wordt
weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
E73
Tijdzone en datum Hiermee kunt u de cameraklok instellen. E74
Monitorinstellingen
Hiermee kunt u de weergave van foto-informatie, het
controlebeeld na de opname en de helderheidsinstellingen van de
monitor aanpassen.
E76
Datumstempel Hiermee kunt u de opnamedatum en -tijd afdrukken op beelden. E78
Foto VR
Hiermee kunt u de instelling voor vibratiereductie selecteren die
wordt gebruikt wanneer foto's worden gemaakt.
E79
Bewegingsdetectie
Hiermee kunt u instellen of de camera onscherpte ten gevolge van
cameratrilling beperkt wanneer beweging wordt gedetecteerd
tijdens het opnemen van foto's.
E80
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
Bewegingsdetectie
AF
-
hulplicht
78
Algemene camera-instellingen
AF-hulplicht Hiermee kunt u de AF-hulpverlichting in- of uitschakelen. E81
Digitale zoom Hiermee kunt u de digitale zoom in- en uitschakelen. E81
Geluidsinstellingen Hiermee kunt u geluidsinstellingen aanpassen. E82
Automatisch uit
Hiermee kunt u de tijd instellen die verstrijkt voor de monitor
uitschakelt om stroom te sparen.
E82
Geheug. formatteren/
Geheugenkaart form.
Hiermee kunt u het interne geheugen of de geheugenkaart
formatteren.
E83
Taal/Language Hiermee kunt u de taal van de camera instellen. E84
TV-instellingen
Hiermee kunt u instellingen voor aansluiting op een televisie
aanpassen.
E84
Opladen via computer
Hiermee kunt u instellen of de batterij in de camera wordt
opgeladen wanneer de camera aangesloten is op een computer.
E85
Knipperwaarsch.
Hiermee kunt u instellen of gesloten ogen worden gedetecteerd
wanneer met behulp van gezichtsherkenning beelden van
mensen worden gemaakt.
E86
Uploaden via Eye-Fi
Hiermee kunt u instellen of de functie voor het verzenden van
beelden naar een computer met behulp van een in de handel
verkrijgbare Eye-Fi-kaart wordt ingeschakeld.
E87
Standaardwaarden
Hiermee kunt u de instellingen van de camera terugzetten op de
standaardinstellingen.
E88
Firmware-versie Bekijk de huidige firmwareversie van de camera. E88
Optie Beschrijving A
79
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie
gebruiken
U kunt de volgende functies uitvoeren wanneer u de bijbehorende software “Wireless Mobile Utility”
installeert op uw smart-toestel dat draait op Android OS of iOS en dit aansluit op de camera.
Neem foto's
U kunt foto's maken met behulp van de twee hieronder beschreven methoden.
Ontspan de sluiter op de camera en sla de genomen foto's op een smart-toestel op.
Gebruik een smart-toestel om de camerasluiter op afstand* te ontspannen en foto's op de slaan
op een smart-toestel.
* Tijdens het gebruik van de afstandsbediening kunnen geen andere bewerkingen met de camera
worden uitgevoerd.
Bekijk foto's
U kunt de op de geheugenkaart van de camera opgeslagen foto's kopiëren en bekijken op uw
smart-toestel.
Functies die uitgevoerd kunnen worden met Wi-Fi
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
80
1 Gebruik uw smart-toestel om te verbinden met Google Play Store, App
Store of andere online apps en te zoeken naar “Wireless Mobile Utility”.
Controleer de bij het smart-toestel geleverde gebruikshandleiding voor meer informatie.
2 Controleer de beschrijving en de overige informatie en installeer de
software.
Download voor meer informatie over het gebruik van de software de gebruikshandleiding van de
onderstaande website.
- Android OS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU/
- iOS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU-ios/
De software installeren op het smart-toestel
81
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
1 Gebruik de multi-selector HI om Verbind.
met smart app. te selecteren en druk op de k
knop.
Als Verbind. met smart app. niet geselecteerd kan worden,
zie dan “Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding” (A82).
Als de Wi-Fi-functie ingeschakeld is, worden de SSID en het
wachtwoord van de camera weergegeven.
Wanneer binnen 3 minuten geen verbindingsbevestiging is
ontvangen van het smart-toestel, wordt het bericht “Geen
toegang.” weergegeven en keert de camera terug naar het
scherm Wi-Fi-opties.
2 Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-toestel in de stand Aan.
Controleer de bij het smart-toestel geleverde gebruikshandleiding voor meer informatie.
Selecteer de op de camera weergegeven SSID nadat de netwerknaam (SSID) wordt weergegeven
die voor de camera kan worden gebruikt.
Wanneer het bericht voor invoeren van het wachtwoord wordt weergegeven, voer dan het op de
camera weergegeven wachtwoord in.
Wanneer de camera met succes is verbonden met een Wi-Fi-netwerk, wordt het opnamescherm
op de camera weergegeven met de aanduiding Wi-Fi communicatie (A7).
Het smart-toestel verbinden met de camera
Druk op de d knop M J menupictogram M k knop
Verbind. met smart app.
Wi-Fi uitschakelen
Opties
Huidige instellingen
Standaardw. herstellen
Verbinden met smart apparaat
TerugTerug
AnnulerenAnnuleren
Wachtwoord:
SSID:
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
82
3 Start de “Wireless Mobile Utility” die is geïnstalleerd op het smart-toestel.
Het scherm voor selecteren van “Neem foto's” of “Bekijk foto's” wordt weergegeven.
Wanneer het bericht “Kan geen verbinding met de camera maken.” wordt weergegeven, ga dan
terug naar stap 1 en herhaal de procedure.
De Wi-Fi-verbinding verbreken
Voer een van de volgende handelingen uit.
Zet de camera uit.
Selecteer Wi-Fi uitschakelen in het menu Wi-Fi-opties op de camera (behalve wanneer de camera
wordt bediend via de afstandsbediening).
Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-toestel in de stand Uit.
B Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding
Verbind. met smart app. kan niet worden geselecteerd in de volgende gevallen:
- Als geen geheugenkaart is geplaatst in de camera.
- Als een Eye-Fi-kaart (E87) is geplaatst in de camera.
- Wanneer de camera wordt aangesloten op een tv, computer of printer.
- Wanneer de aanduiding batterijniveau op de monitor B aangeeft. Wanneer bovendien de
aanduiding B wordt aangegeven terwijl een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, wordt de
verbinding verbroken.
Selecteer Wi-Fi uitschakelen op een locatie waar het gebruik van radiogolven verboden is.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, wordt Automatisch uit uitgeschakeld.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, zal de batterij eerder leegraken dan normaal.
C Opmerkingen over beveiligingsinstellingen
Wanneer de camera is geïnstalleerd met de Wi-Fi-functie zonder de correcte beveiligingsinstellingen
(beveiliging en wachtwoord), dan kunnen onbevoegden toegang verkrijgen tot het netwerk en schade
aanrichten. Daarom wordt ten strengste aangeraden de benodigde beveiligingsinstellingen uit te voeren
alvorens de Wi-Fi-functie te gebruiken.
Gebruik Opties van het menu Wi-Fi-opties (E71) om de beveiligingsinstellingen uit te voeren.
83
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
De camera aansluiten op een televisie,
computer of printer
U kunt extra genieten van foto's en films door de camera aan te sluiten op een televisie, computer of
printer.
Voordat u de camera aan een extern toestel aansluit, dient u er zeker van te zijn dat het
resterende batterijniveau voldoende is, waarna u de camera uitschakelt. Voor u de verbinding
verbreekt, dient u de camera uit te zetten.
Als de lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera worden
gevoed via een stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van een ander merk of model, omdat
dat kan leiden tot oververhitting van of een defect aan de camera.
Voor informatie over de aansluitmethodes en daaropvolgende handelingen, raadpleeg naast dit
document ook de documentatie die met het toestel werd meegeleverd.
Aansluitmethoden
Voer de plug recht in.
Micro-USB-aansluiting
HDMI micro-aansluiting (Type D)
Open het deksel
aansluitingen.
84
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Beelden bekijken op een televisie E22
Beelden en films die werden vastgelegd met de camera, kunnen worden
weergegeven op een televisie.
Aansluitmethode: Sluit een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel aan op de
HDMI-ingangsaansluiting van de televisie.
Beelden bekijken en organiseren op een computer A85
U kunt beelden overzetten naar een computer om beeldgegevens eenvoudig te
retoucheren en te beheren.
Aansluitmethode: Sluit de camera met de USB-kabel aan op de USB-aansluiting van
de computer.
Voor u verbinding maakt met een computer, dient u ViewNX 2 op de computer
te installeren (A85).
Als er USB-toestellen zijn aangesloten die stroom krijgen van de computer,
koppel ze dan van de computer los voordat u de camera erop aansluit. Wanneer
u tegelijk de camera en andere USB-toestellen op dezelfde computer aansluit,
kan er een storing optreden of kan er te veel stroom van de computer worden
gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart beschadigd kan raken.
Beelden afdrukken zonder computer E25
Als u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer, kunt u beelden
afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-ingangsaansluiting van
de printer aan met de USB-kabel.
85
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Installeer ViewNX 2 om foto's en films te uploaden, bekijken, bewerken en delen.
Installeren ViewNX 2
Een internetverbinding is vereist.
Voor de systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de Nikon-website voor uw regio.
1 Start de computer en download het ViewNX 2-installatieprogramma op de
volgende URL.
http://nikonimglib.com/nvnx/
2 Dubbelklik op het bestand van het installatieprogramma.
Gebruik van ViewNX 2
Uw gereedschapsbox voor foto's
ViewNX 2™
86
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
3 Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
4 Sluit het installatieprogramma af.
Windows: Klik op Ja.
Mac: Klik op OK.
Beelden naar een computer kopiëren
1 Kies hoe beelden naar de computer worden gekopieerd.
Kies een van de volgende methoden:
Directe USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
camera is geplaatst. Sluit de camera aan op de computer met de USB-kabel. De camera wordt
automatisch ingeschakeld.
Om beelden over te zetten die opgeslagen zijn in het interne geheugen van de camera, haalt u de
geheugenkaart uit de camera voor u de camera aansluit op de computer.
87
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
SD-kaartsleuf: Als uw computer is voorzien van een SD-kaartsleuf, kunt u de kaart rechtstreeks in
de sleuf steken.
SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij de detailhandelaar) op de computer aan
en plaats de geheugenkaart.
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma moet kiezen,
selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster wordt
weergegeven, dient u de onderstaande stappen
te volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Bij Afbeeldingen en video's importeren
klikt u op Ander programma. Er verschijnt
een dialoogvenster waar u het programma
kunt selecteren; selecteer Bestand
importeren met Nikon Transfer 2 en klik
op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal beelden bevat, kan het enige tijd duren voor Nikon Transfer 2
start. Wacht tot Nikon Transfer 2 start.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
88
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
2 Kopieer de beelden naar een computer.
Klik op Overspelen starten.
Bij de standaardinstellingen worden alle beelden op de geheugenkaart naar de computer
gekopieerd.
3 Beëindig de verbinding.
Wanneer de camera op een computer is aangesloten, schakelt u de camera uit en koppelt u de
USB-kabel los. Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kies dan de gepaste optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenstemt met de
geheugenkaart uit te werpen en haal de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Overspelen starten
89
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Beelden bekijken
Start ViewNX 2.
Beelden worden weergegeven in ViewNX 2
wanneer het kopiëren is voltooid.
Raadpleeg de online-help voor meer informatie over
het gebruik van ViewNX 2.
C Handmatig starten van ViewNX 2
Windows: Dubbelklik op de ViewNX 2-snelkoppeling op het bureaublad.
Mac: Klik op het ViewNX 2-pictogram in de dock.
90
E1
Het referentiegedeelte omvat gedetailleerde informatie en tips voor het gebruik van de camera.
Opname
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave).................................... E2
Weergave
Stand Favoriete beelden................................................................................................... E6
Stand Automatisch sorteren..........................................................................................E10
Stand Sorteer op datum..................................................................................................E11
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) weergeven en wissen .......E12
Beelden bewerken (foto's)..............................................................................................E14
De camera aansluiten op een televisie (beelden weergeven op een televisie)
..................................................................................................................................................E22
De camera op een printer aans luiten (Direct Print) ..............................................E24
Films bewerken ..................................................................................................................E32
Menu
Het opnamemenu (voor stand A (Automatisch))...............................................E34
Het menu Slim portret .....................................................................................................E49
Het Weergavemenu..........................................................................................................E52
Het filmmenu ......................................................................................................................E64
Het menu Wi-Fi-opties .....................................................................................................E71
Het setup-menu .................................................................................................................E73
Aanvullende informatie
Foutmeldingen...................................................................................................................E 89
Bestandsnamen..................................................................................................................E94
Optionele accessoires ......................................................................................................E95
Referentiegedeelte
E2
Referentiegedeelte
Opnemen met eenvoudig panorama
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1 Selecteer W Normaal (180°) of X Breed (360°)
als opnamebereik en druk op de k-knop.
Wanneer de camera klaar wordt gehouden in de horizontale
positie, is het beeldformaat als volgt (breedte × hoogte).
- W Normaal (180°): 4800 × 920 bij horizontale beweging,
1536 × 4800 bij verticale beweging
- X Breed (360°): 9600 × 920 bij horizontale beweging,
1536 × 9600 bij verticale beweging
2 Kadreer de eerste rand van het
panoramaonderwerp en druk vervolgens de
ontspanknop half in om scherp te stellen.
De zoomstand is vastgesteld op groothoek.
De camera stelt scherp in het midden van het beeld.
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en
weergave)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*)
M K M HI M p (eenvoudig panorama) M k-knop
Normaal (180°)
25
m
0s
880
E3
Referentiegedeelte
3 Druk de ontspanknop helemaal in en haal uw
vinger dan van de ontspanknop.
KLJI wordt weergegeven om de richting aan te geven
waarin de camera moet bewegen.
4 Verplaats de camera in een van de vier
richtingen tot de gidsaanduiding het einde
bereikt.
Wanneer de camera detecteert in welke richting hij wordt
geplaatst, begint de opname.
Voorbeeld van camerabeweging
Gebruik uw lichaam als rotatieas om de camera langzaam in een boog te bewegen in de richting
van de markering (KLJI).
De opname stopt als de gids de rand niet bereikt binnen ongeveer 15 seconden (wanneer
W Normaal (180°) is geselecteerd) of binnen ongeveer 30 seconden (wanneer X Breed
(360°) is geselecteerd) nadat de opname start.
Gids
E4
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het beeld dat zichtbaar is
op de monitor tijdens de opname.
Als de camera te snel wordt bewogen of te veel trilt, of als het onderwerp te gelijkvormig is (bijv. een muur
of duisternis), kan er zich een fout voordoen.
Wanneer de opname wordt gestopt voor de camera halverwege het panoramabereik is gekomen, wordt
het panoramabeeld niet opgeslagen.
Als meer dan de helft van het panoramabereik is vastgelegd maar de opname wordt beëindigd voor de
rand van het bereik wordt bereikt, wordt het niet vastgelegde bereik opgenomen en grijs weergegeven.
E5
Referentiegedeelte
Beelden bekijken die met Eenvoudig panorama werden
vastgelegd
Ga naar de weergavestand (A28), geef een beeld dat met
eenvoudig panorama werd opgenomen, weer in de
schermvullende weergavestand en druk vervolgens op de k-knop
om het beeld in de richting te bladeren die tijdens de opname
werd gebruikt.
Onderaan de monitor worden bedieningsknoppen weergegeven
tijdens de weergave. Gebruik JK van de multi-selector om een
knop te selecteren en druk vervolgens op de k-knop om de
volgende bewerkingen uit te voeren.
B Opmerkingen over scroll-weergave
Deze camera kan de weergave mogelijk niet bladeren van, of inzoomen op, beelden die werden gemaakt
met eenvoudig panorama en werden vastgelegd met een ander merk of model digitale camera.
Functie Pictogram Beschrijving
Terugspoelen A Houd de k-knop ingedrukt om snel achteruit te bladeren.
Vooruitspoelen B Houd de k-knop ingedrukt om snel vooruit te bladeren.
Pauze E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden
uitgevoerd terwijl de film gepauzeerd is.
C Houd de k-knop ingedrukt om terug te spoelen.
D Houd de k-knop ingedrukt om te bladeren.
F Automatisch bladeren hervatten.
Beëindigen G Terug naar de schermvullende weergavestand.
0004.
JPG
4
/
4
15
/
05
/
2014 15:30
E6
Referentiegedeelte
Door beelden (behalve films) aan albums toe te voegen als favoriete beelden, kunt u alleen de
toegevoegde beelden weergeven.
Beelden kunnen naar negen albums worden gesorteerd. Aan elk album kunnen tot 200 beelden
worden toegevoegd.
De originele beelden worden niet gekopieerd of verplaatst.
U kunt hetzelfde beeld toevoegen aan meerdere albums.
Beelden toevoegen aan albums
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren, en gebruik H om L weer te
geven.
U kunt L toevoegen aan meerdere beelden. Om L te
verwijderen, drukt u op I.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
2 Druk op de k-knop nadat u de instellingen heeft geconfigureerd.
3 Selecteer het gewenste album en druk op de
k-knop.
De geselecteerde beelden worden toegevoegd.
Stand Favoriete beelden
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Favoriete beelden M k-knop
Favoriete beelden
TerugTerug
Favoriete beelden
Toev.TerugTerug
E7
Referentiegedeelte
Beelden in albums weergeven
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren en druk
vervolgens op de k-knop om de beelden in het geselecteerde
album weer te geven.
Functies in het weergavemenu (A68) kunnen worden gebruikt
voor de beelden in het geselecteerde album (behalve
Kopiëren en Favoriete beelden).
De volgende bewerkingen zijn mogelijk in het
albumselectiescherm.
- d-knop: Wijzigt het albumpictogram (E9).
- l-knop: Verwijdert alle originele beelden die aan het geselecteerde album werden
toegevoegd.
B Opmerkingen over wissen
Als een beeld wordt verwijderd terwijl de stand Favoriete beelden wordt gebruikt, wordt het originele beeld
verwijderd. Om beelden uit albums te verwijderen, zie “Beelden verwijderen uit albums” (E8).
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M h Favoriete beelden M k-knop
Favoriete beelden
Kies pictogramKies pictogram
E8
Referentiegedeelte
Beelden verwijderen uit albums
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren, en gebruik H om L te verbergen.
Om de pictogrammen opnieuw weer te geven, drukt u op I.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
2 Druk op de k-knop nadat u de instellingen heeft geconfigureerd.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Om de verwijdering te annuleren, selecteert u Nee.
Ga naar de stand h Favoriete beelden M selecteer het album met het beeld dat u wilt
verwijderen M k-knop M d-knop M Verwijderen uit favor. M k-knop
Verwijderen uit favor.
TerugTerug
E9
Referentiegedeelte
Het pictogram Favoriet album wijzigen
1 Gebruik de multi-selector om een album te
selecteren en druk op de d-knop.
2 Gebruik JK om een pictogramkleur te
selecteren en druk op de k-knop.
3 Selecteer een pictogram en druk op de k-knop.
Het pictogram wijzigt.
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M h Favoriete beelden M k-knop
Favoriete beelden
Kies pictogramKies pictogram
Kies pictogram
TerugTerug
Kies pictogram
TerugTerug
E10
Referentiegedeelte
Beelden worden automatisch gesorteerd naar categorieën, zoals portretten, landschappen en films,
overeenkomstig de camera-instellingen tijdens de opname.
Gebruik de multi-selector om een categorie te selecteren en druk
vervolgens op de k-knop om de beelden in de geselecteerde
categorie weer te geven.
Functies in het weergavemenu (A68) kunnen worden gebruikt
voor de beelden in de geselecteerde categorie (behalve
Kopiëren en Verwijderen uit favor.).
Terwijl het categorieselectiescherm wordt weergegeven, drukt
u op de l-knop om alle originele beelden in de geselecteerde
categorie te verwijderen.
B Opmerkingen over de stand Automatisch sorteren
In de stand Automatisch sorteren kunnen in elke categorie maximaal 999 beelden of filmbestanden
worden gesorteerd.
Beelden of films die met een andere camera dan deze camera werden opgeslagen, kunnen niet worden
weergegeven in de stand Automatisch sorteren.
Stand Automatisch sorteren
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M F Automatisch sorteren M k-knop
Portretten
Andere onderwerpen
E11
Referentiegedeelte
Gebruik de multi-selector om een datum te selecteren en druk op
de k-knop om de beelden weer te geven die op de geselecteerde
datum werden vastgelegd.
Functies in het weergavemenu (A68) kunnen worden gebruikt
voor de beelden van de geselecteerde opnamedatum (behalve
Kopiëren en Verwijderen uit favor.).
De volgende bewerkingen zijn mogelijk terwijl het
selectiescherm voor de opnamedatum wordt weergegeven.
- d-knop: De volgende functies zijn beschikbaar.
Afdrukopdracht*
Diashow
Beveiligen*
* Dezelfde instellingen kunnen worden toegepast op alle beelden die op de geselecteerde datum
werden vastgelegd.
- l-knop: Verwijdert alle beelden die op de geselecteerde datum werden vastgelegd.
B Opmerkingen bij de stand Sorteer op datum
De camera kan de meest recente 29 datums selecteren. Als er beelden voor meer dan 29 datums zijn,
worden alle beelden die vroeger werden opgeslagen dan de recentste 29 datums, gecombineerd onder
Overige.
De 9.000 recentste beelden kunnen worden weergegeven.
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld, worden
beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2014.
Stand Sorteer op datum
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M C Sorteer op datum M k-knop
Sorteer op datum
E12
Referentiegedeelte
Beelden in een reeks weergeven
Beelden die continu werden vastgelegd, worden opgeslagen als een reeks.
Het eerste beeld van een reeks wordt als hoofdfoto gebruikt en
stelt de reeks voor wanneer deze wordt weergegeven in de
schermvullende weergavestand of in de miniatuurweergavestand
(standaardinstelling).
Om elk beeld in de reeks afzonderlijk weer te geven, drukt u op de
k-knop.
Als u op de k-knop heeft gedrukt, zijn de volgende bewerkingen
mogelijk:
Om het vorige of volgende beeld weer te geven, drukt u op
JK van de multi-selector.
Om beelden weer te geven die niet opgenomen zijn in de reeks,
drukt u op H om terug te keren naar de weergave met de
hoofdfoto.
Om beelden in een reeks als miniaturen weer te geven of ze
weer te geven in een diashow, stelt u Reeksweergaveopties
in op Individuele foto's in het weergavemenu (E63).
B Reeksweergaveopties
Beelden die continu werden vastgelegd met andere camera's dan deze camera, kunnen niet als een reeks
worden weergegeven.
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks)
weergeven en wissen
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
1
/
5
TerugTerug
E13
Referentiegedeelte
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij gebruik van reeksen
Wanneer beelden in een reeks in de schermvullende weergavestand worden weergegeven, drukt u op de
d-knop om functies in het weergavemenu te selecteren (A68).
Wanneer u op de d-knop drukt wanneer een hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen de volgende
instellingen worden toegepast op alle beelden in de reeks:
- Favoriete beelden, Afdrukopdracht, Beveiligen, Kopiëren
Beelden in een reeks wissen
Wanneer de l-knop wordt ingedrukt voor beelden in een reeks, zijn de beelden die worden gewist
afhankelijk van de manier waarop de reeksen worden weergegeven.
Wanneer de hoofdfoto wordt weergegeven:
Wanneer beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende weergavestand:
- Huidig beeld: Alle beelden in de weergegeven reeks worden verwijderd.
- Wis gesel. beeld(en): Wanneer een hoofdfoto geselecteerd is in het selectiescherm
om beelden te wissen (A31), worden alle beelden in die
reeks gewist.
- Alle beelden: Alle beelden in het interne geheugen of op de geheugenkaart
worden gewist.
- Huidig beeld: Het momenteel weergegeven beeld wordt gewist.
- Wis gesel. beeld(en): Beelden die geselecteerd zijn in de reeks worden gewist.
- Volledige reeks: Alle beelden in de weergegeven reeks worden verwijderd.
E14
Referentiegedeelte
Voor beelden worden bewerkt
U kunt beelden heel eenvoudig op deze camera bewerken. Bewerkte kopieën worden als aparte
bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel.
C Beperkingen voor beelden bewerken
Een beeld kan tot tien keer worden bewerkt.
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
Beelden bewerken (foto's)
Optie Sneleffecten Beschrijving
Pop en Superlevendig Verbetert vooral de kleurverzadiging.
Schilderij, High-key, Speelgoedcamera-effect 1,
Speelgoedcamera-effect 2, Low-key, Cross-
process (rood), Cross-process (geel), Cross-
process (groen) en Cross-process (blauw)
Past vooral de tint aan en creëert een verschillende
look voor het beeld.
Foto-illustratie, Zacht, Zacht po
rtret, Fisheye,
Ster en Miniatuureffect
Verwerkt beelden met diverse effecten.
Hoogcontrast monochr., Sepia, Koelblauw en
Selectieve kleur
Wijzigt meerkleurige beelden in beelden met een
kleur. Selectieve kleur zet alle kleuren, behalve een
opgegeven kleur, om naar zwart en wit.
E15
Referentiegedeelte
1 Geef het beeld waarop u een effect wilt
toepassen, weer in de schermvullende
weergavestand en druk op de k-knop.
2 Gebruik HIJK van de multi-selector om het
gewenste effect te selecteren en druk op de
k-knop.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan, drukt u op
de d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
15
/
05
/
2014 15:30
0004.
JPG
AnnulerenAnnuleren Contr.Contr.
Sneleffecten
Pop Superlevendig Schilderij
Foto-illustratie High-key Speelgoed-
camera-effect 1
E16
Referentiegedeelte
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om de intensiteit
van het toegepaste effect te selecteren en druk op
de k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u op J.
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om Uitvoeren te
selecteren en druk op de k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Om te sluiten zonder de kopie op te slaan, selecteert u Annuleren en
drukt u op de k-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Snel retoucheren M k-knop
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M D-Lighting M
k-knop
Snel retoucheren
WaardeWaarde
Normaal
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
E17
Referentiegedeelte
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname met
flitser
Bekijk een voorbeeld van het resultaat en druk op de
k-knop.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u op J van de
multi-selector.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Rode-ogencorrectie kan alleen worden toegepast op beelden wanneer rode ogen worden gedetecteerd.
De rode-ogencorrectie kan worden toegepast op huisdieren (honden of katten), zelfs als hun ogen niet
rood zijn.
Rode-ogencorrectie zal niet bij alle beelden het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogencorrectie nodeloos worden toegepast op andere delen van
het beeld.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Rode-ogencorrectie M k-knop
OpslaanTerug
Rode-ogencorrectie
E18
Referentiegedeelte
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren
1 Gebruik HIJK van de multi-selector om het
gezicht te selecteren dat u wilt retoucheren, en
druk op de k-knop.
Wanneer er slechts één gezicht wordt gedetecteerd, gaat u
naar stap 2.
2 Gebruik JK om het effect te selecteren, gebruik
HI om het effectniveau te selecteren en druk
op de k-knop.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
Wijzig of controleer de instellingen voor alle effecten voor u op
de k-knop drukt.
F (Klein gezicht), B (Huid verzachten), l (Poeder),
m (Glansreductie), E (Wallen onder ogen verbergen),
A (Grote ogen), G (Ogen witter maken), n (Oogschaduw),
o (Mascara), H (Tanden witter maken), p (Lippenstift), D (Wangen roder maken)
Druk op de d-knop om terug te keren naar het scherm om een persoon te selecteren.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Glamour-retouchering M k-knop
Onderwerpselectie
TerugTerug
Klein gezicht
TerugTerug
E19
Referentiegedeelte
3 Bekijk een voorbeeld van het resultaat en druk
op de k-knop.
Om de instellingen te wijzigen, drukt u op J om terug te keren
naar stap 2.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan, drukt u op
de d-knop.
4 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
B Opmerkingen over Glamour-retouchering
Er kan slechts één gezicht tegelijk worden bewerkt met de functie Glamour-retouchering.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken, of van de helderheid van de gezichten, kan de
camera de gezichten mogelijk niet nauwkeurig detecteren of werkt de functie Glamour-retouchering niet
zoals verwacht.
Als er geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing getoond en verschijnt het
weergavemenu weer op het scherm.
De functie Glamour-retouchering is alleen beschikbaar voor beelden die werden vastgelegd met een
ISO-gevoeligheid van 1600 of minder en een beeldformaat van 640 × 480 of groter.
Voorbeeld
Opslaan
Ja
Nee
Opslaan OK?
E20
Referentiegedeelte
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector om het
gewenste kopieformaat te selecteren en druk op
de k-knop.
Beelden die werden gemaakt met een beeldmodus-instelling
van l 4608×2592 worden opgeslagen met een formaat
640 × 360, terwijl beelden die werden gemaakt met een
beeldmodus-instelling van s 3456×3456 worden
opgeslagen bij 480 × 480. Druk op de k-knop om verder te
gaan met stap 2.
2 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt (compressieverhouding
van ongeveer 1:16).
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Kleine afbeelding M k-knop
640×480
320×240
160×120
Kleine afbeelding
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
E21
Referentiegedeelte
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
1 Verplaats de zoomknop om het beeld te vergroten (A66).
2 Verfijn de compositie van de kopie en druk op
de d-knop.
Verplaats de zoomknop naar g (i) of f (h) om de
zoomfactor aan te passen. Stel een zoomfactor in waarin u
wordt weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om het beeld dusdanig
te bladeren, dat alleen het te kopiëren gedeelte zichtbaar is op
de monitor.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
C Beeldformaat
Kopieën die werden gemaakt met de functie Kleine afbeelding of werden uitgesneden tot een formaat van
320 × 240 of kleiner, worden weergegeven in een klein formaat op het weergavescherm en kunnen niet
worden uitgesneden.
C Het beeld uitsnijden in zijn huidige oriëntatie “Staand”
Gebruik de optie Beeld draaien (E59) om het beeld zo te draaien, dat het wordt weergegeven in de
oriëntatie Landschap. Nadat het beeld werd uitgesneden, draait u het uitgesneden beeld terug naar de
oriëntatie “Staand”.
3.0
3.0
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
E22
Referentiegedeelte
1 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de televisie.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in
te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
2 Stel de ingang van de televisie in op externe video-invoer.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
3 Houd de knop c ingedrukt om de camera aan
te zetten.
Beelden worden weergegeven op de televisie.
De monitor van de camera schakelt niet in.
De camera aansluiten op een televisie (beelden
weergeven op een televisie)
HDMI micro-aansluiting (Type D)
naar HDMI-aansluiting
E23
Referentiegedeelte
B Als beelden niet worden weergegeven op de televisie
Zorg dat TV-instellingen (E84) in het setup-menu overeenkomt met de standaard die uw televisie
gebruikt.
C Een tv-afstandsbediening gebruiken (HDMI-apparaatbesturing)
De afstandsbediening van een voor HDMI-CEC geschikte televisie kan worden gebruikt om beelden te
selecteren, de filmweergave te starten en te pauzeren, te schakelen tussen de schermvullende
weergavestand en de miniatuurweergave met vier beelden, enz.
Zet de instelling HDMI-apparaatbestur. (E84) van TV-instellingen op Aan (standaardinstelling) en
verbind de camera vervolgens met de televisie met behulp van een HDMI-kabel.
Richt de afstandsbediening op de televisie wanneer u deze gebruikt.
E24
Referentiegedeelte
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks op de printer
aansluiten en beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
De camera op een printer aansluiten (Direct Print)
Beelden maken.
Selecteer beelden die u wilt
afdrukken en het aantal kopieën
met de optie Afdrukopdracht
(E52).
Sluit de camera aan op een printer (E25).
Druk beelden één voor
één af (E27).
Druk meerdere beelden af (E29).
Wanneer het afdrukken is voltooid, schakelt u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los.
E25
Referentiegedeelte
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de camera uit.
2 Zet de printer aan.
Controleer de printerinstellingen.
3 Sluit de camera met de USB-kabel aan op de printer.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in
te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
E26
Referentiegedeelte
4 De camera wordt a u tomatisch ingeschakeld.
Het PictBridge-opstartscherm (
1
) verschijnt op de monitor van de camera, gevolgd door het
Afdrukselectie-scherm (
2
).
B Als het PictBridge-startscherm niet verschijnt
Wanneer Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer (E85), kunnen beelden eventueel
niet worden afgedrukt wanneer de camera direct aangesloten is op bepaalde printers. Als het PictBridge-
opstartscherm niet verschijnt nadat de camera werd ingeschakeld, zet u de camera uit en ontkoppelt u de
USB-kabel. Stel Opladen via computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op de printer.
Afdrukselectie
12
E27
Referentiegedeelte
Beelden één voor één afdrukken
1 Gebruik de multi-selector om het gewenste
beeld te selecteren en druk op de k-knop.
Verplaats de zoomknop naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan, of naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan.
2 Gebruik HI om Kopieën te selecteren en druk
op de k-knop.
3 Selecteer het gewenste aantal kopieën
(maximaal negen) en druk op de k-knop.
Afdrukselectie
PictBridge
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
Kopieën
E28
Referentiegedeelte
4 Selecteer Papierformaat en druk op de
k-knop.
5 Selecteer het gewenste papierformaa t en druk
op de k-knop.
Als u de instellingen voor het papierformaat wilt gebruiken die
op de printer zijn geconfigureerd, selecteert u Standaard bij
de optie Papierformaat.
De op de camera beschikbare opties voor het papierformaat
zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
6 Selecteer Afdrukken starten en druk op de
k-knop.
De afdruk begint.
Om het afdrukken te annuleren, drukt op de k-knop.
PictBridge
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
5×7 in.
100×150 mm
4×6 in.
8×10 in.
Letter
PictBridge
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
E29
Referentiegedeelte
Meerdere beelden afdrukken
1 Wanneer het Afdrukselectie-scherm wordt
weergegeven, drukt u op de d-knop.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
Papierformaat te selecteren en druk op de
k-knop.
Om het afdrukmenu te sluiten, drukt u op de d-knop.
3 Selecteer het gewenste papierformaa t en druk
op de k-knop.
Als u de instellingen voor het papierformaat wilt gebruiken die
op de printer zijn geconfigureerd, selecteert u Standaard bij
de optie Papierformaat.
De op de camera beschikbare opties voor het papierformaat
zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
Afdrukselectie
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
5×7 in.
100×150 mm
4×6 in.
8×10 in.
Letter
E30
Referentiegedeelte
4 Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden af
of DPOF-afdrukken en druk op de k-knop.
Afdrukselectie
Selecteer de beelden (maximaal 99) en het aantal
afdrukken (maximaal negen) voor elk beeld.
Gebruik JK van de multi-selector om beelden te
selecteren en gebruik HI om het aantal afdrukken
op te geven.
Beelden die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent
u aan M en een getal dat het gewenste aantal
afdrukken aangeeft. Als geen kopieën werden
geselecteerd voor beelden, wordt de selectie
geannuleerd.
Verplaats de zoomknop naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om
naar de miniatuurweergave te gaan.
Druk op de k-knop als de instelling voltooid is.
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
k-knop om de afdruk te starten.
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
Afdrukselectie
TerugTerug
Afdrukselectie
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
E31
Referentiegedeelte
Druk alle beelden af
Een kopie van alle beelden die opgeslagen zijn in het
interne geheugen of op de geheugenkaart, wordt
afgedrukt.
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
k-knop om de afdruk te starten.
DPOF-afdrukken
Druk beelden af waarvoor een afdrukopdracht werd
aangemaakt met de optie Afdrukopdracht (E52).
Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven,
selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de
k-knop om de afdruk te starten.
Om de huidige afdrukopdracht te bekijken, selecteert
u Bek. beelden en drukt u op de k-knop. Om
beelden af te drukken, drukt u nogmaals op de
k-knop.
Druk alle beelden af
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
DPOF-afdrukken
Bek. beelden
Annuleren
Afdrukken starten
afdrukken
E32
Referentiegedeelte
De gewenste delen van een opgenomen film kunnen als een afzonderlijk bestand worden
opgeslagen.
1 Geef de gewenste film weer en pauzeer bij het beginpunt van het
gedeelte dat u wilt uitlichten (A75).
2 Gebruik JK van de multi-selector om I in de
bedieningsknoppen te selecteren, en druk
vervolgens op de k-knop.
3 Gebruik HI om M (kies beginpunt) in de
bewerkingsknoppen te selecteren.
Gebruik JK om naar het beginpunt te gaan.
Om de bewerking te annuleren, selecteert u O (terug) en drukt
u op de k-knop.
4 Gebruik HI om N (kies eindpunt) te
selecteren.
Gebruik JK om naar het eindpunt te gaan.
Om een voorbeeld van het opgegeven gedeelte te bekijken,
selecteert u G waarna u op de k-knop drukt. Druk nogmaals
op de k-knop om het voorbeeld te stoppen.
Films bewerken
1
m
30
s
Kies beginpunt
Kies eindpunt
E33
Referentiegedeelte
5 Gebruik HI om m (opslaan) te selecteren en
druk op de k-knop.
Volg de instructies op het scherm om de film op te slaan.
B Opmerkingen over filmbewerking
Films die werden opgenomen met p iFrame 720/30p (p iFrame 720/25p) (E64) kunnen niet
worden bewerkt.
Gebruik een batterij die voldoende geladen is om te voorkomen dat de camera tijdens de bewerking
uitschakelt. Wanneer de aanduiding batterijniveau wordt aangegeven als B, is filmbewerking niet
mogelijk.
Een film die door bewerking werd gecreëerd, kan niet opnieuw worden bijgesneden.
Het effectief bijgesneden gedeelte van een film kan lichtjes verschillend zijn van het gedeelte dat werd
geselecteerd met de start- en eindpunten.
Films kunnen niet dusdanig worden bijgesneden dat ze minder dan twee seconden lang zijn.
Opslaan
E34
Referentiegedeelte
Beeldmodus (beeldformaat en beeldkwaliteit)
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt gebruikt om
beelden op te slaan.
Hoe groter de instelling voor de beeldmodus, hoe sterker vergroot beelden kunnen worden
afgedrukt, en hoe lager de compressieverhouding, hoe hoger de kwaliteit van de beelden, maar het
aantal beelden dat kan worden opgeslagen is kleiner.
* Het totaal aantal vastgelegde pixels en het aantal pixels dat horizontaal en verticaal wordt vastgelegd.
Voorbeeld: P 4608×3456 = circa 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
Het opnamemenu (voor stand A (Automatisch))
Ga naar de opnamestand M d-knop M Beeldmodus M k-knop
Optie* Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v. verticaal)
Q 4608×3456P Circa 1/4 4:3
P 4608×3456 (standaardinstelling) Circa 1/8 4:3
R 3264×2448 Circa 1/8 4:3
r 2271704 Circa 1/8 4:3
q 1600×1200 Circa 1/8 4:3
O 640×480 Circa 1/8 4:3
l 4608×2592 Circa 1/8 16:9
s 3456×3456 Circa 1/8 1:1
E35
Referentiegedeelte
C Beeldmodus
De instelling voor de beeldmodus kon ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan
Automatisch. De gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
C Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
Het aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen, kunt u tijdens de opname op de monitor
controleren (A20).
Merk op dat vanwege de JPEG-compressie het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, sterk
afhankelijk is van de beeldinhoud, zelfs wanneer geheugenkaarten met dezelfde capaciteit en dezelfde
instelling voor de beeldmodus worden gebruikt. Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen, sterk verschillen volgens het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende opnamen
weergegeven als “9999”.
C Beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1
Verander de printerinstelling in “Rand” wanneer u beelden afdrukt met een beeldverhouding 1:1. Sommige
printers kunnen geen beelden afdrukken met een beeldverhouding van 1:1.
E36
Referentiegedeelte
Witbalans (Tint aanpassen)
Pas de witbalans aan overeenkomstig de lichtbron of de weersomstandigheden, zodat de kleuren in
de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
Gebruik Automatisch voor de meeste omstandigheden. Wijzig de instelling wanneer u de tint
van het te maken beeld wilt wijzigen.
B Opmerkingen over Witbalans
Zet de flitsstand op W (uit) wanneer de witbalans is ingesteld op een andere instelling dan Automatisch
en Flitser (A47).
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Witbalans M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
b Handm.
voorinstelling
Wanneer het gewenste resultaat niet wordt verkregen met Automatisch,
Gloeilamplicht enz. (E37).
c Daglicht Voor opname bij zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnamen bij TL-verlichting.
f Bewolkt Voor opnamen bij bewolkt weer.
g Flitser Voor opnamen met de flitser.
E37
Referentiegedeelte
Handm. voorinstelling gebruiken
Gebruik de volgende procedure om de witbalanswaarde te meten bij het licht dat tijdens de
opname zal worden gebruikt.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die voor de
foto wordt gebruikt.
2 Gebruik HI van de multi-selector om Handm.
voorinstelling te selecteren in het Witbalans-
menu en druk op de k-knop.
De camera zoomt in naar de positie om de witbalans te meten.
3 Selecteer Meten.
Om de laatst gemeten waarde toe te passen, selecteert u
Annuleren en drukt u op de k-knop.
4 Kadreer het referentievoorwerp in het
meetvenster.
Automatisch
Automatisch
Handm. voorinstelling
Daglicht
Daglicht
Gloeilamplicht
Gloeilamplicht
TL-licht
TL-licht
Bewolkt
Bewolkt
FlitserFlitser
Witbalans
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Meetvenster
E38
Referentiegedeelte
5 Druk op de k-knop om de waarde te meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting wordt uitgevoerd. Er wordt geen beeld opgeslagen.
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Een waarde voor de flitserbelichting kan niet worden gemeten met Handm. voorinstelling. Wanneer u
met behulp van de flitser opneemt, dient u Witbalans in te stellen op Automatisch of Flitser.
E39
Referentiegedeelte
Continu-opnamen
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Continu M k-knop
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
k Continu H
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden
beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa 8,6 bps en het
maximale aantal continu-opnamen bedraagt circa 7 (wanneer de
beeldmodus is ingesteld op P 4608×3456).
m Continu L
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden
beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa 2 bps en het
maximale aantal continu-opnamen bedraagt circa 7 (wanneer de
beeldmodus is ingesteld op P 4608×3456).
q Vooropnamecache
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, begint de opname met
vooropnamecache. Wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
slaat de camera het huidige beeld op, alsook de beelden die werden
vastgelegd net voordat de knop werd ingedrukt (E41). Op die manier
mist u de opname niet.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa 11 bps en het
maximale aantal continu-opnamen bedraagt 5, inclusief maximaal twee
beelden die worden vastgelegd in de vooropnamecache (wanneer de
beeldmodus is ingesteld op P 4608×3456).
n Continu H: 120 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden
beelden vastgelegd met hoge snelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa 120 bps en het
maximale aantal continu-opnamen bedraagt 50.
Beeldmodus is vast ingesteld op O (beeldformaat: 640 × 480 pixels).
E40
Referentiegedeelte
B Opmerkingen bij Continu-opnames
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Scherpstelling, belichting en witbalans worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld in
elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Wanneer de ISO-gevoeligheid wordt verhoogd, kan er ruis in de vastgelegde beelden optreden.
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de beeldstand, de
gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Wanneer Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16 wordt
gebruikt, kan er zich bandvorming of een variatie in helderheid of tint voordoen in beelden die werden
gemaakt bij verlichting die met hoge snelheid flikkert, zoals TL-licht, kwikdamplampen of
natriumdamplampen.
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
j Continu H: 60 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden
beelden vastgelegd met hoge snelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa 60 bps en het
maximale aantal continu-opnamen bedraagt 25.
Beeldmodus is vast ingesteld op M (beeldformaat: 1280 × 960 pixels).
D BSS
(Best Shot Selector)
Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, legt de
camera een reeks van maximaal tien beelden vast en wordt het scherpste
beeld automatisch opgeslagen.
Gebruik deze functie om een stilstaand onderwerp op te nemen op
plaatsen waar de flitser niet mag worden gebruikt en er veel kans is op
cameratrilling.
W Multi-shot 16
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal
wordt ingedrukt, legt de camera een reeks van
16 beelden vast en slaat deze op als één beeld.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen
bedraagt circa 30 bps.
Beeldmodus is vast ingesteld op
L(beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
Optie Beschrijving
E41
Referentiegedeelte
C Vooropnamecache
Wanneer de ontspanknop half of volledig wordt ingedrukt, worden beelden als volgt opgeslagen.
Het pictogram voor de vooropnamecache (Q) op de monitor licht groen op wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
Beelden opgeslagen voor de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt
Opgeslagen beelden door
volledig in te drukken
Half indrukken Volledig indrukken
E42
Referentiegedeelte
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunnen donkere onderwerpen worden vastgelegd. Bovendien kunnen,
zelfs bij onderwerpen met gelijke helderheid, beelden met kortere sluitertijden worden gemaakt,
waardoor waasvorming ten gevolge van cameratrilling en bewegingen van het onderwerp kan
worden beperkt.
Wanneer een hogere ISO-gevoeligheid wordt ingesteld, kunnen de beelden ruis bevatten.
B Opmerking over ISO-gevoeligheid
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
C Weergave van ISO-gevoeligheid op het opnamescherm
Wanneer Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de ISO-gevoeligheid
automatisch toeneemt.
Wanneer Vast bereik automatisch is geselecteerd, wordt de maximumwaarde voor de
ISO-gevoeligheid weergegeven.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M ISO-waarde M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd tussen ISO 125 tot 1600.
I Vast bereik
automatisch
Selecteer het bereik waarin de camera automatisch de ISO-gevoeligheid
aanpast, uit ISO 125-400 of ISO 125-800.
125, 200, 400, 800, 1600,
3200, 6400
De gevoeligheid wordt vergrendeld op de vastgestelde waarde.
E43
Referentiegedeelte
Kleuropties
Maak kleuren levendiger of sla beelden monochroom op.
B Opmerkingen over kleuropties
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Kleuropties M k-knop
Optie Beschrijving
n Normale kleur
(standaardinstelling)
Voor beelden met een natuurlijke kleur.
o Levendig Voor een levendig, “fotoprint”-effect.
p Zwart-wit Slaat beelden in zwart-wit op.
q Sepia Slaat beelden in sepiatinten op.
r Koelblauw Slaat beelden in cyaan-blauw monochroom op.
E44
Referentiegedeelte
AF-veldstand
Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M AF-veldstand M k-knop
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
Wanneer de camera een menselijk gezicht
detecteert, stelt deze scherp op dat gezicht.
Zie “Gezichtsherkenning gebruiken” (A61)
voor meer informatie.
Wanneer een compositie zonder menselijke
onderwerpen of gedetecteerde gezichten
wordt gekadreerd, selecteert de camera
automatisch een of meer van de negen
scherpstelvelden met het onderwerp dat
zich het dichtst bij de camera bevindt
wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
880
880
25
m
0s
25
m
0s
Scherpstelveld
F3.7
F3.7
1/ 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
E45
Referentiegedeelte
x Handmatig
Gebruik HIJK van de multi-selector om
het scherpstelveld te verplaatsen naar het
gebied waarop u wilt scherpstellen.
Om de multi-selector te gebruiken om de
flitsstand of andere instellingen te
configureren, drukt u op de k-knop. Om
terug te keren naar het verplaatsen van
het scherpstelveld, drukt u nogmaals op
de k-knop.
y Centrum
De camera stelt scherp op het onderwerp in
het midden van het beeld.
s Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om beelden te maken
van bewegende onderwerpen. Registreer
het onderwerp waarop de camera
scherpstelt. Het scherpstelveld verplaatst
zich automatisch om het onderwerp te
volgen. Zie “Onderwerp volgen gebruiken”
(E47) voor meer informatie.
Optie Beschrijving
Bereik van verplaatsbaar
scherpstelveld
Scherpstelveld
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Scherpstelveld
Start
E46
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over de AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp in het midden van het beeld, ongeacht
de instelling voor AF-veldstand.
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het hoofdonderwerp
detecteert, stelt deze scherp op dat
onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing gebruiken”
(A63) voor meer informatie.
Optie Beschrijving
F3.7
F3.7
1/ 2 5 0
1/250
Scherpstelvelden
E47
Referentiegedeelte
Onderwerp volgen gebruiken
1 Een onderwerp registreren.
Lijn het onderwerp dat u wilt volgen, uit met de rand in het
midden van de monitor en druk op de k-knop.
Wanneer het onderwerp geregistreerd is, wordt een gele rand
(scherpstelveld) weergegeven rond het onderwerp en begint
de camera het onderwerp te volgen.
Als het onderwerp niet kan worden geregistreerd, licht de rand
rood op. Wijzig de compositie en probeer het onderwerp
opnieuw te registreren.
Om het registreren van het onderwerp te annuleren, drukt op
de k-knop.
Als de camera het geregistreerde onderwerp niet meer kan volgen, verdwijnt het scherpstelveld.
Registreer het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop volledig in om de foto te
maken.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl het
scherpstelveld niet wordt weergegeven, stelt de camera scherp
op het onderwerp in het midden van het beeld.
B Opmerkingen bij Onderwerp volgen
Als u handelingen zoals inzoomen uitvoert terwijl de camera het onderwerp volgt, wordt de registratie
geannuleerd.
Het onderwerp kan in bepaalde opnameomstandigheden niet worden gevolgd.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M AF-veldstand M k-knop M
s Onderwerp volgen M k-knop M d-knop
Start
F3.7
1/250
E48
Referentiegedeelte
Autofocus-stand
Selecteer hoe de camera scherpstelt wanneer foto's worden gemaakt.
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (E68) in het
filmmenu.
Sneleffecten
B Opmerkingen over Sneleffecten
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Autofocus-stand M k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
De camera stelt alleen scherp wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp zelfs wanneer de ontspanknop niet half
wordt ingedrukt. U hoort het geluid van de objectiefmotor terwijl de
camera scherpstelt.
Selecteer de stand A (auto) M d-knop M Sneleffecten M k-knop
Optie Beschrijving
p Aan
(standaardinstelling)
In de stand A (auto) drukt u onmiddellijk na het ontspannen van de
sluiter op de k-knop om het effectselectiescherm weer te geven en de
functie Sneleffecten te gebruiken (A45).
Uit Schakelt de functie Sneleffecten uit (tijdens opname).
E49
Referentiegedeelte
Zie “Beeldmodus (beeldformaat en beeldkwaliteit)” (E34) voor meer informatie over
Beeldmodus.
Huid verzachten
De effecten van de functie Huid verzachten zijn niet zichtbaar wanneer u beelden kadreert voor
opname. Controleer de resultaten in de weergavestand nadat u de beelden heeft gemaakt.
Het menu Slim portret
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop M
d-knop M Huid verzachten M k-knop
Optie Beschrijving
S Hoog
Wanneer de sluiter wordt losgelaten, detecteert de camera een of
meer menselijke gezichten (maximaal drie) en wordt het beeld
verwerkt om de huidtinten te verzachten voordat het beeld wordt
opgeslagen. U kunt de intensiteit van het toegepaste effect selecteren.
R Normaal
(standaardinstelling)
Q Laag
Uit Schakelt de functie Huid verzachten uit.
E50
Referentiegedeelte
Glimlachtimer
De camera detecteert menselijke gezichten en laat automatisch de sluiter los wanneer een glimlach
wordt gedetecteerd.
B Opmerkingen over glimlachtimer
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop M
d-knop M Glimlachtimer M k-knop
Optie Beschrijving
a Aan (enkelvoudig)
Wanneer een glimlach wordt gedetecteerd, legt de camera één beeld
vast.
aC Aan (continu)
Wanneer een glimlach wordt gedetecteerd, legt de camera tot
5 beelden continu vast en slaat ze allemaal op. De flitser kan niet
gebruikt worden.
aD Aan (BSS)
(standaardinstelling)
Wanneer een glimlach wordt detecteert, legt de camera tot 5 beelden
continu vast en slaat het beeld op waarin de glimlach het best is
vastgelegd. De flitser kan niet gebruikt worden.
Uit Schakelt de glimlachtimer uit.
E51
Referentiegedeelte
Knipperdetectie
B Opmerkingen over Knipperdetectie
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt (A58).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop M
d-knop M Knipperdetectie M k-knop
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant de sluiter
automatisch twee keer bij elke
opname en slaat één beeld op
waarin de ogen van het
onderwerp geopend zijn.
Als de camera een beeld heeft
opgeslagen waarin de ogen van
het onderwerp mogelijk
gesloten zijn, verschijnt het
dialoogvenster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet gebruikt worden.
Uit (standaardinstelling) Schakelt de knipperdetectie uit.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
E52
Referentiegedeelte
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (E14) voor informatie over beeldbewerkingsfuncties.
Zie “Stand Favoriete beelden” (E6) voor meer informatie over Favoriete beelden en
Verwijderen uit favor..
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)
Als u de instellingen voor de afdrukopdracht vooraf configureert, kunt u ze gebruiken met de hierna
vermelde afdrukmethoden.
Breng de geheugenkaart naar een digitale fotoservice die het afdrukken van DPOF (Digital Print
Order Format (Digitaal afdrukformaat voor digitale camera's)) ondersteunt.
Een geheugenkaart plaatsen in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer.
De camera aansluiten op een PictBridge-compatibele printer (E24).
1 Gebruik HI van de multi-selector om Beelden
selecteren te selecteren en druk op de k-knop.
In de stand Favoriete beelden, Automatisch sorteren of Sorteer
op datum wordt het scherm rechts niet weergegeven. Ga
verder met stap 2.
Het Weergavemenu
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Afdrukopdracht M k-knop
Beelden selecteren
Afdrukopdracht
Afdrukopdracht wissen
E53
Referentiegedeelte
2 Selecteer de beelden (maximaal 99) en het aantal
afdrukken (maximaal negen) voor elk beeld.
Gebruik JK van de multi-selector om beelden te selecteren en
gebruik HI om het aantal afdrukken op te geven.
Beelden die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan M
en een getal dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft. Als
geen kopieën werden geselecteerd voor beelden, wordt de
selectie geannuleerd.
Verplaats de zoomknop naar g (i) om naar de schermvullende
weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Druk op de k-knop als de instelling voltooid is.
3 Selecteer of u ook de opnamedatum en
opnamegegevens wilt afdrukken.
Selecteer Datum en druk op de k-knop om de opnamedatum
op alle beelden af te drukken.
Selecteer Info en druk op de k-knop om de sluitertijd en de
diafragmawaarde op alle beelden af te drukken.
Selecteer tenslotte Gereed en druk op de k-knop om de
afdrukopdracht te voltooien.
Afdrukselectie
TerugTerug
Afdrukopdracht
Datum
Gereed
Info
E54
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over afdrukopdracht
Wanneer een afdrukopdracht wordt gemaakt in de stand Favoriete beelden, Automatisch sorteren of
Sorteer op datum, verschijnt het volgende scherm als andere beelden dan de beelden in het geselecteerde
album, de geselecteerde categorie of van de geselecteerde opnamedatum gemarkeerd zijn voor afdruk.
Ja: Verwijdert de afdrukmarkeringen niet van andere beelden en voegt de instellingen voor de huidige
afdrukopdracht toe.
Nee: Verwijdert de afdrukmarkeringen van alle andere beelden en gebruikt alleen de instellingen voor de
huidige afdrukopdracht.
Als het totale aantal beelden in de afdrukopdracht groter is dan 99 wanneer de nieuwe instellingen worden
toegepast, verschijnt het volgende scherm.
Ja: Verwijdert de afdrukmarkeringen van alle andere beelden en gebruikt alleen de instellingen voor de
huidige afdrukopdracht.
Annuleren: Verwijdert afdrukmarkeringen niet uit andere beelden en annuleert de instellingen voor de
huidige afdrukopdracht.
Stand Sorteer op datumStand Favoriete beelden of
Automatisch sorteren
Afdrukopdracht
Info
Ja
Nee
Afdrukmarkering voor andere
beelden opslaan?
Afdrukopdracht
Info
Ja
Nee
Afdrukmarkering voor andere
data opslaan?
Stand Sorteer op datumStand Favoriete beelden of
Automatisch sorteren
Afdrukopdracht
Info
Ja
Annuleren
Teveel geselecteerde beelden.
Afdrukmarkering van andere
beelden verwijderen?
Afdrukopdracht
Info
Ja
Annuleren
Teveel geselecteerde beelden.
Afdrukmarkering voor andere
data verwijderen?
E55
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over opnamedatum en opname-informatie voor afdrukopdracht
Op sommige printers kan de opnamedatum en opname-informatie niet worden afgedrukt.
Opname-informatie kan niet worden afgedrukt als de camera aangesloten is op een printer.
De instellingen van Datum en Info worden gereset telkens wanneer de optie Afdrukopdracht wordt
weergegeven.
De opnamedatum is de datum die was ingesteld op de camera toen
het beeld werd vastgelegd.
Voor beelden die werden gemaakt met de optie Datumstempel
(E78) ingeschakeld, wordt alleen de datum en tijd afgedrukt die
werd aangebracht op het tijdstip van de opname, zelfs als de
datumoptie Afdrukopdracht ingeschakeld is voor de beelden.
C Bestaande afdrukopdracht annuleren
Selecteer Afdrukopdracht wissen in stap 1 van “Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)”
(E52).
C Meer informatie
Zie “Beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1” (E35) voor meer informatie.
15 . 0 5 .20 1 4
15.05.2014
E56
Referentiegedeelte
Diashow
Geef beelden een voor een weer in een automatische “diashow”. Wanneer filmbestanden in de
diashow worden weergegeven, wordt alleen het eerste beeld van elke film getoond.
1 Gebruik HI van de multi-selector om Start te
selecteren en druk op de k-knop.
De diashow begint.
Om het interval tussen de beelden te wijzigen, selecteert u
Tussenpauze, druk op de k-knop en geef het gewenste
interval in voor u Start selecteert.
Om de diashow automatisch te herhalen, selecteert u
Herhalen en drukt u op de k-knop voor u Start selecteert.
De maximale afspeelduur bedraagt ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start hem opnieuw.
Het scherm rechts wordt weergegeven als de diashow ten
einde is of wordt gepauzeerd. Om de diashow te sluiten,
selecteert u G en drukt u op de k-knop. Om de diashow te
hervatten, selecteert u F en drukt u op de k-knop.
Handelingen tijdens weergave
Gebruik JK om het vorige/volgende beeld weer te geven. Houd de knop ingedrukt om snel
vooruit/achteruit te spoelen.
Druk op de k-knop om de diashow te pauzeren of te beëindigen.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Diashow M k-knop
Diashow
Tussenpauze
Start
Herhalen
PauzerenPauzeren
E57
Referentiegedeelte
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen.
Selecteer beelden die u wilt beveiligen of annuleer de beveiliging van voordien beveiligde beelden
in het beeldselectiescherm (E58).
Houd er rekening mee dat beveiligde bestanden permanent worden gewist als het interne
geheugen van de camera of de geheugenkaart wordt geformatteerd (E83).
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beveiligen M k-knop
E58
Referentiegedeelte
Het beeldselectiescherm
Wanneer een beeldselectiescherm zoals rechts hiernaast wordt
weergegeven terwijl de camera wordt bediend, volgt u de hierna
beschreven procedures om de beelden te selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de
schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de
miniatuurweergave te gaan.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd voor Beeld
draaien, Kies hoofdfoto en Welkomstscherm. Ga verder
met stap 3.
2 Gebruik HI om de selectie uit te voeren of op
te heffen (of het aantal kopieën op te geven).
Wanneer een beeld wordt geselecteerd, verschijnt een
pictogram onder het beeld. Herhaal stappen 1 en 2 om
bijkomende beelden te selecteren.
3 Druk op de k-knop om de beeldselectie toe te passen.
Wanneer Geselecteerde beelden is geselecteerd, verschijnt een bevestigingsvenster. Volg de
instructies die op de monitor worden weergegeven.
Beveiligen
TerugTerug
Beveiligen
TerugTerug
Beveiligen
TerugTerug
E59
Referentiegedeelte
Beeld draaien
Geef de richting op waarin de opgeslagen beelden worden weergegeven. U kunt beelden
90 graden rechtsom of 90 graden linksom draaien.
Selecteer een beeld in het beeldselectiescherm (E58). Wanneer het scherm Beeld draaien
verschijnt, drukt u op JK van de multi-selector om het beeld 90 graden te draaien.
Druk op de k-knop om de oriëntatie van de weergave te voltooien en deze oriëntatie-informatie
samen met het beeld op te slaan.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beeld draaien M k-knop
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
Beeld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
Bee
ld draaien
TerugTerug
DraaienDraaien
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
E60
Referentiegedeelte
Spraakmemo
Spraakmemo's kunnen worden opgenomen en toegevoegd aan beelden.
Spraakmemo's opnemen
Houd de k-knop ingedrukt om op te nemen (maximaal
ongeveer 20 seconden).
Raak de microfoon niet aan.
Tijdens de opname knipperen o en p op de monitor.
Zodra de opname eindigt, verschijnt het spraakmemo-
weergavescherm. Druk op de k-knop om de spraakmemo
weer te geven.
Wis de huidige spraakmemo voor u een nieuwe spraakmemo
opneemt (E61).
p wordt weergegeven bij beelden met een spraakmemo wanneer ze in schermvullende
weergave worden weergegeven.
Spraakmemo's afspelen
Selecteer een beeld met p voor u op de d-knop drukt.
Druk op de k-knop om de spraakmemo weer te geven. Druk
nogmaals op de knop om de weergave te stoppen.
Verplaats de zoomknop tijdens de weergave om het
weergavevolume aan te passen.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M Spraakmemo M
k-knop
17s
17s
Terug
E61
Referentiegedeelte
Spraakmemo's wissen
Druk op de l-knop terwijl het scherm wordt weergegeven dat in
“Spraakmemo's afspelen” (E60) is beschreven.
Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt, gebruikt u HI van
de multi-selector om Ja te selecteren, waarna u op de k-knop
drukt.
Om een spraakmemo bij een beveiligd beeld te verwijderen,
moet eerst de instelling Beveiligen worden uitgeschakeld.
Kopiëren (Kopiëren tussen intern geheugen en
geheugenkaart)
Kopieer beelden tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1 Gebruik HI van de multi-selector om een
bestemmingsoptie te selecteren waarnaar
beelden worden gekopieerd, en druk op de
k-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Kopiëren M k-knop
Ja
Nee
Bestand wordt gewist. OK?
Camera kaart
Kaart
camera
Kopiëren
E62
Referentiegedeelte
2 Selecteer een kopieeroptie en druk op de
k-knop.
Als u de optie Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u het
beeldselectiescherm om beelden te specificeren (E58).
B Opmerkingen over het kopiëren van beelden
Alleen bestanden in formaten die door deze camera kunnen worden opgenomen, kunnen worden
gekopieerd.
De werking wordt niet gegarandeerd voor beelden die met een camera van een ander merk werden
gemaakt of die werden aangepast op een computer.
De instellingen Afdrukopdracht (E52) die voor beelden geconfigureerd zijn, worden niet gekopieerd.
Gekopieerde beelden of films kunnen niet worden weergegeven in de stand Automatisch sorteren
(E10).
Als een beeld dat toegevoegd is aan een album (E6) wordt gekopieerd, wordt het gekopieerde beeld
niet toegevoegd aan het album.
C Opmerkingen over het kopiëren van beelden in een reeks
Als u een hoofdfoto van een reeks selecteert in Geselecteerde beelden, worden alle beelden in de reeks
gekopieerd.
Als u op de d-knop drukt terwijl beelden in een reeks worden weergegeven, is alleen de kopieeroptie
Kaart camera beschikbaar. Alle beelden in de reeks worden gekopieerd als u Huidige reeks
selecteert.
C Kopiëren naar een geheugenkaart die geen beelden bevat
Wanneer de camera naar de weergavestand wordt geschakeld, wordt Geheugen bevat geen beelden.
weergegeven. Druk op de d-knop om Kopiëren te selecteren.
Geselecteerde beelden
Alle beelden
Camera kaart
E63
Referentiegedeelte
Reeksweergaveopties
Selecteer de methode waarmee beelden in de reeks moeten worden weergegeven (E12).
De instellingen worden toegepast op alle reeksen en de instelling wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgezet.
Kies hoofdfoto
Geef een ander beeld in de reeks op als de hoofdfoto.
Wanneer het selectiescherm voor de hoofdfoto wordt weergegeven, selecteer u een beeld
(E58).
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Reeksweergaveopties M k-knop
Optie Beschrijving
Q Individuele foto's
Toont elk beeld in een reeks een voor een. F wordt weergegeven in het
weergavescherm.
C Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Toont alleen de hoofdfoto voor beelden in een reeks.
Druk op de c-knop (weergavestand) M geef een reeks weer waarvoor u de hoofdfoto wilt
wijzigen M d-knop M Kies hoofdfoto M k-knop
E64
Referentiegedeelte
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie voor de opname.
Selecteer filmopties voor normale snelheid om bij normale snelheid op te nemen, of HS-filmopties
(E65) om op te nemen in slow of fast motion.
Geheugenkaarten (klasse 6 of hoger) worden aanbevolen om films op te nemen (F22).
Filmopties voor normale snelheid
Het filmmenu
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M k-knop
Optie
(Beeldformaat/beeldsnelheid
1
,
bestandsformaat)
Beeldformaat
Beeldverhouding (horizontaal
t.o.v. verticaal)
e 1080/30p
S 1080/25p
(standaardinstelling)
1920×1080 16:9
Z 1080/60i
U 1080/50i
1920×1080 16:9
f 720/30p
V 720/25p
1280×720 16:9
p iFrame 720/30p
2
p iFrame 720/25p
2
1280×720 16:9
g 480/30p
W 480/25p
640×480 4:3
E65
Referentiegedeelte
1
De items en de beeldsnelheid die kunnen worden ingesteld, zijn afhankelijk van de Beeldsnelheid-
instelling in het filmmenu (E70).
2
iFrame is een formaat dat wordt ondersteund door Apple Inc. iFrame-bestanden kunnen niet worden
bewerkt op deze camera. Wanneer films in het interne geheugen worden opgenomen, kan de opname
stoppen voor de maximale filmduur wordt bereikt.
HS-filmopties
Opgenomen films worden weergegeven in fast of slow motion.
Zie “Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)” (E66).
* Terwijl films worden opgenomen, kan de camera worden omgeschakeld van filmopname met normale
snelheid naar filmopname voor slow motion of fast motion.
De weergegeven maximale opnametijd geldt alleen voor het deel van de film dat is opgenomen in slow
motion of fast motion.
B Opmerkingen over HS-film
Geluid wordt niet opgenomen.
De zoomstand en de scherpstelling worden vastgezet wanneer de filmopname start.
Bepaalde Filmopties-instellingen zijn niet beschikbaar wanneer bepaalde speciale effecten worden
gebruikt.
Optie
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v. verticaal)
Beschrijving
h
a
HS 480/4×
640×480
4:3
1/4 films voor slow motion
Max. opnametijd*: 10 seconden
(weergavetijd: 40 seconden)
i
X
HS 720/2×
1.280×720
16:9
1/2 films voor slow motion
Max. opnametijd*: 30 seconden
(weergavetijd: 1 minuut)
j
Y
HS 1080/0,5×
1920×1080
16:9
2× films voor fast motion
Max. opnametijd*: 2 minuten
(weergavetijd: 1 minuut)
E66
Referentiegedeelte
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)
Films die werden opgenomen met HS-film, kunnen worden weergegeven in slow motion met
1/4 of 1/2 van de normale weergavesnelheid, of in fast motion met een snelheid die twee keer
hoger ligt dan de normale weergavesnelheid.
1 Gebruik HI van de multi-selector om een
HS-filmoptie te selecteren (E65) en druk op de
k-knop.
Als de optie is toegepast, drukt u op de d-knop om terug te
keren naar het opnamescherm.
2 Druk op de b (e filmopname)-knop om de
opname te starten.
De filmopname start met hoge snelheid wanneer de optie
Openen met HS-beelden in het filmmenu is ingesteld op
Aan, of met normale snelheid wanneer Uit is ingesteld.
De camera schakelt tussen filmopname met normale snelheid
en HS-filmopname telkens wanneer u op de k-knop drukt.
Het pictogram voor de filmopties wijzigt wanneer wordt
omgeschakeld tussen HS-filmopname en filmopname met
normale snelheid.
Wanneer de maximale opnametijd voor HS-films (E 65) is bereikt, gaat de camera automatisch
naar filmopname met normale snelheid.
3 Druk op de b (e filmopname)-knop om de opname te beëindigen.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M k-knop
1080/60i
720/30p
1080/30p
Filmopties
iFrame 720/30p
480/30p
HS 480/4×
HS 720/2×
5s
5s
E67
Referentiegedeelte
C Weergave in slow motion en fast motion
Bij opname met normale snelheid:
Bij opname met h HS 480/4× (a HS 480/4×):
Films worden opgenomen met 4× de normale snelheid.
Ze worden in slow motion weergegeven met 4× tragere snelheid.
Bij opname met j HS 1080/0,5× (Y HS 1080/0,5×):
Films worden opgenomen met 1/2 van de normale snelheid.
Ze worden in fast motion weergegeven met 2× hogere snelheid.
Opnametijd 10 sec.
Weergavetijd 10 sec.
Opnametijd 10 sec.
Weergave in slow motion
Weergavetijd 40 sec.
Opnametijd 10 sec.
Weergave in fast motion
Weergavetijd 5 sec.
E68
Referentiegedeelte
Openen met HS-beelden
Bepaal of de opname met hoge of normale snelheid start wanneer HS-films worden opgenomen.
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast ingesteld op
Enkelvoudige AF.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Openen met HS-beelden M
k-knop
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Neem HS-films op wanneer de opname begint.
Uit Neem films met normale snelheid op wanneer de opname begint.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Autofocus-stand M k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
Het scherpstellen wordt vergrendeld wanneer u op de
b (e filmopname)-knop drukt om de opname te starten.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de camera en het
onderwerp vrij constant blijft tijdens de filmopname.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de camera en het
onderwerp sterk wijzigt tijdens de opname. In de opgenomen film kunt u
mogelijk het geluid horen van de camera die scherpstelt. Het gebruik van
Enkelvoudige AF is aanbevolen om te voorkomen dat het geluid van de
scherpstellende camera de opname stoort.
E69
Referentiegedeelte
Film VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van films.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast ingesteld op Uit.
B Opmerkingen over film VR
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden vermeden.
In de modus Speciale effecten wordt alleen lens-shift VR gebruikt om cameratrilling te corrigeren wanneer
Filmopties is ingesteld op Z 1080/60i (U 1080/50i), zelfs als Film VR is ingesteld op Aan
(hybride).
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Film VR M k-knop
Optie Beschrijving
V Aan (hybride)
(standaardinstelling)
Voert optische correctie uit voor cameratrilling met behulp van lens-shift
VR en voert tegelijk elektronische VR uit met behulp van beeldverwerking.
De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) wordt
smaller.
g Aan Voert correctie voor cameratrilling uit met behulp van lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
E70
Referentiegedeelte
Windruisreductie
Stel in of de windruis tijdens de filmopname moet worden beperkt.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast ingesteld op Uit.
Beeldsnelheid
Stel de beeldsnelheid in die wordt gebruikt om films op te nemen. Wanneer de instelling voor de
beeldsnelheid wordt geschakeld, veranderen de filmbeeldsnelheden die kunnen worden ingesteld
bij Filmopties (E64).
30 bps (30p/60i) is geschikt voor weergave op een televisie met de NTSC-standaard; 25 bps
(25p/50i) is geschikt voor weergave op een televisie met de PAL-standaard.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Windruisreductie M
k-knop
Optie Beschrijving
Y Aan
Vermindert het geluid dat optreedt wanneer de wind over de microfoon
blaast. Andere geluiden kunnen tijdens de weergave moeilijk te horen zijn.
Uit (standaardinstelling) Windruisreductie is niet ingeschakeld.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Beeldsnelheid M k-knop
E71
Referentiegedeelte
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN) instellingen om de camera en een smarttoestel te verbinden.
Het menu Wi-Fi-opties
Druk op de d knop M J menupictogram M k knop
Optie Beschrijving
Verbind. met smart app.
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met een smart-
toestel. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken” (A79) voor meer
informatie.
Wi-Fi uitschakelen
Selecteer dit om de draadloze verbinding tussen de camera en een smart-
toestel te verbreken. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken”
(A79) voor meer informatie.
Opties
SSID:
Wijzig de SSID. De geconfigureerde SSID wordt weergegeven op het
smart-toestel. Stel een alfanumerieke SSID in van 1-24 karakters.
Verificatie/encryptie:
Selecteer of de communicatie tussen de camera en het verbonden smart-
toestel al dan niet moet worden beveiligd.
De commnicatie wordt niet beveiligd als Open (standaardinstelling) is
geselecteerd.
Wachtwoord:
Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek wachtwoord in van
8-16 karakters.
Kanaal:
Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze verbindingen.
Huidige instellingen Geef de huidige instellingen weer.
Standaardw. herstellen
Herstel de Wi-Fi-instellingen naar de standaardwaarden. De draadloze
verbinding wordt beëindigd als deze optie wordt uitgevoerd terwijl Wi-Fi
is verbonden.
E72
Referentiegedeelte
Toetsenbord tekstinvoer bedienen
Gebruk de multi-selector HIJK om alfanumerieke karakters
te selecteren. Druk op de k knop om het geselecteerde
karakter in het tekstveld in te voeren en beweeg de cursor naar
de volgende ruimte.
Selecteer N of O op het toetsenbord en druk op de k knop
om de cursor in het tekstveld te bewegen.
Druk op de l knop om een karakter te wissen.
Selecteer P op het toetsenbord en druk op de k knop voor
het toepassen van de instelling.
SSID
VerwijderenVerwijderenTerugTerug
Tekstveld
Toetsenbord
E73
Referentiegedeelte
Welkomstscherm
Configureer het welkomstscherm dat wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Het setup-menu
Druk op de d-knop M z menupictogram M Welkomstscherm M k-knop
Optie Beschrijving
Geen (standaardinstelling) Toont het welkomstscherm niet.
COOLPIX Toont een welkomstscherm met het COOLPIX-logo.
Selecteer beeld
Toont het beeld dat voor het welkomstscherm werd geselecteerd.
Het beeldselectiescherm verschijnt. Selecteer een beeld (E58) en druk
op de k-knop.
Omdat een kopie van het geselecteerde beeld wordt opgeslagen in de
camera, wordt het beeld weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld, zelfs als het originele beeld is gewist.
Een beeld kan niet worden geselecteerd als de beeldverhouding
verschillend is van de beeldverhouding van het scherm of als het beeld
uiterst klein is nadat de functie Kleine afbeelding of Uitsnede werd
toegepast.
E74
Referentiegedeelte
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
Tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector om Tijdzone
te selecteren en druk op de k-knop.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Tijdzone en datum M k-knop
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Selecteer een item: Druk op JK van de
multi-selector (schakelt tussen D, M, J, uur en
minuut).
Wijzig de datum en tijd: Druk op HI.
Pas de instelling toe: Selecteer de minuut-
instelling en druk op de k-knop.
Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar.
Tijdzone
Stel de tijdzone en de zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt ingesteld nadat u de eigen tijdzone (w)
heeft ingesteld, wordt het tijdverschil tussen de reisbestemming en de eigen
tijdzone automatisch berekend en de datum en tijd voor de geselecteerde regio
worden opgeslagen.
Datum en tijd
Bewerk.Bewerk.
D
M
J
u
m
Tijdzone en datum
Datum en tijd
Datumnotatie
Tijdzone
E75
Referentiegedeelte
2 Selecteer w Eigen tijdzone of x
Reisbestemming en druk op de k-knop.
De datum en tijd die op de monitor worden weergegeven,
veranderen naarmate de eigen tijdzone of de reisbestemming
is geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te schakelen, waarna W
wordt weergegeven. Druk op I om de zomertijdfunctie uit te
schakelen.
Druk op de k-knop om de tijdzone toe te passen.
Als de juiste tijd niet wordt weergegeven voor de instelling van
de eigen tijdzone of de tijdzone van de reisbestemming, stelt u
de juiste tijd in bij Datum en tijd.
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
TerugTerug
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
E76
Referentiegedeelte
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Druk op de d-knop M z menupictogram M Monitorinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Foto-informatie Bepaal of informatie op de monitor wordt weergegeven.
Beeld terugspelen
Deze instelling bepaalt of het vastgelegde beeld al dan niet onmiddellijk na de
opname wordt weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
U kunt kiezen uit vijf instellingen.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
De huidige instellingen en bedieningsgids worden weergegeven zoals bij Info
tonen.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd, wordt de
informatie verborgen zoals bij Info verbergen. De informatie wordt opnieuw
weergegeven wanneer de volgende handeling wordt uitgevoerd.
Info verbergen
25
m
0s
25
m
0s
880
880
4
/
4
4
/
4
15
/
05
/
20 14 15 :3 0
15
/
05
/
2014 15:30
00 04.
JP G
0004.
JPG
E77
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over monitorinstellingen
Wanneer Sneleffecten (E48) is ingesteld op Aan terwijl foto's worden gemaakt, wordt het vastgelegde
beeld weergegeven na de opname, ongeacht de instelling voor Beeld terugspelen.
Raster+autom.
info
Naast de informatie die weergegeven is bij
Automatische info, verschijnt een raster om
beelden beter te kunnen kadreren.
Het raster wordt niet weergegeven wanneer
films worden opgenomen.
De huidige instellingen of
bedieningsgids worden
weergegeven zoals in
Automatische info.
Filmbeeld+autom.
info
Naast de informatie die aangegeven is bij
Automatische info, wordt voor de opname
begint een raster weergegeven dat het gebied
aangeeft dat zal worden vastgelegd wanneer
films worden opgenomen.
Het filmraster wordt niet weergegeven
wanneer films worden opgenomen.
De huidige instellingen of
bedieningsgids worden
weergegeven zoals in
Automatische info.
Opnamestand Weergavestand
25
m
0s
25
m
0s
880
880
4
/
4
4
/
4
15
/
05
/
20 14 15 :3 0
15
/
05
/
2014 15:30
00 04.
JP G
0004.
JPG
25
m
0s
25
m
0s
880
880
4
/
4
4
/
4
15
/
05
/
20 14 15 :3 0
15
/
05
/
2014 15:30
00 04.
JP G
0004.
JPG
E78
Referentiegedeelte
Datumstempel (Datum en tijd afdrukken)
De opnamedatum en -tijd kunnen op beelden worden afgedrukt
bij opname, waardoor de gegevens zelfs met printers die geen
datum afdrukken ondersteunen, kunnen worden afgedrukt
(E55).
B Opmerkingen over datumstempel
De in het beeld opgenomen datum vormt een permanent onderdeel van de beeldgegevens en kan niet
worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet op beelden worden afgedrukt nadat ze werden
vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet worden afgedrukt in de volgende situaties:
- Wanneer de onderwerpstand Nachtportret (wanneer Uit de hand is geselecteerd), Nachtlandschap
(wanneer Uit de hand is geselecteerd) of Eenvoudig panorama wordt gebruikt.
- Wanneer de instelling voor continu-opname (E39) is ingesteld op Vooropnamecache, Continu H:
120 bps of Continu H: 60 bps.
- Wanneer films worden opgenomen.
De afgedrukte datum en tijd kunnen moeilijk leesbaar zijn wanneer een klein beeldformaat wordt
gebruikt.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Datumstempel M k-knop
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt afgedrukt op de beelden.
S Datum en tijd De datum en tijd worden afgedrukt op beelden.
Uit (standaardinstelling) De datum en tijd worden niet afgedrukt op de beelden.
15 . 0 5 .20 1 4
15.05.2014
E79
Referentiegedeelte
Foto VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van foto's.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren.
B Opmerkingen over Foto VR
Na het inschakelen van de camera of nadat werd omgeschakeld van de weergavestand naar de
opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand volledig wordt weergegeven voor u
beelden maakt.
Beelden die onmiddellijk na de opname op de monitor van de camera worden weergegeven, kunnen
wazig zijn.
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden vermeden.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Foto VR M k-knop
Optie Beschrijving
g Aan
(standaardinstelling)
Voert correctie voor cameratrilling uit.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
E80
Referentiegedeelte
Bewegingsdetectie
Activeer bewegingsdetectie om de effecten van bewegingen van het onderwerp en cameratrilling
te verminderen als u foto's maakt.
B Opmerkingen over Bewegingsdetectie
De bewegingsdetectie kan de effecten van bewegingen van het onderwerp of cameratrilling in bepaalde
situaties niet elimineren.
De bewegingsdetectie kan uitgeschakeld zijn als het onderwerp te sterk beweegt of te donker is.
De beelden die met bewegingsdetectie werden vastgelegd, kunnen een “korrelig” uitzicht hebben.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Bewegingsdetectie M k-knop
Optie Beschrijving
U Automatisch
(standaardinstelling)
De bewegingsdetectie is ingeschakeld in bepaalde opnamestanden of
instellingen wanneer r wordt weergegeven op het opnamescherm.
Wanneer de camera bewegingen van het onderwerp of cameratrilling
detecteert, wordt r groen en worden de ISO-gevoeligheid en de
sluitertijd automatisch verhoogd om wazige beelden te voorkomen.
Stel ISO-waarde (E42) in op Automatisch in de stand A (auto).
Uit Bewegingsdetectie is uitgeschakeld.
E81
Referentiegedeelte
AF-hulplicht
Schakel de AF-hulpverlichting, die helpt bij het automatisch scherpstellen, in of uit.
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
Wanneer Portret, Nachtportret, Nachtlandschap, Tegenlicht (wanneer HDR is ingesteld op ON),
Eenvoudig panorama of Dierenportret is geselecteerd in de onderwerpstand
Wanneer de stand Slim portret is geselecteerd
Wanneer Continu (E39) is ingesteld op Multi-shot 16 in de stand A (auto)
Wanneer AF-veldstand (E44) is ingesteld op Onderwerp volgen in de stand A (auto)
Druk op de d-knop M z menupictogram M AF-hulplicht M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op wanneer het onderwerp zwak
verlicht is. De verlichting heeft een bereik van ongeveer 2 m in de
maximale groothoekstand en een bereik van ongeveer 1,5 m in de
maximale telestand.
Merk op dat voor bepaalde onderwerpstanden of scherpstelvelden de
AF-hulpverlichting mogelijk niet oplicht.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Digitale zoom M k-knop
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
E82
Referentiegedeelte
Geluidsinstellingen
Automatisch uit
Stel de tijd in die verstrijkt voor de camera naar de stand-by-stand gaat (A21).
U kunt 30 sec., 1 min. (standaardinstelling), 5 min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-by-stand gaat, ligt vast in de volgende situaties:
Wanneer een menu wordt weergegeven: 3 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op 30 sec. of
1 min.)
Bij opname met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op 30 sec. of
1 min.)
Bij opname met Glimlachtimer: 5 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op 30 sec. of 1 min.)
Wanneer de lichtnetadapter EH-62G is aangesloten: 30 minuten
Wanneer een USB-kabel of HDMI-kabel is aangesloten: 30 minuten
Druk op de d-knop M z menupictogram M Geluidsinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, geeft de camera één
pieptoon wanneer bewerkingen worden uitgevoerd, twee pieptonen
wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp en drie
pieptonen wanneer er zich een fout voordoet. Het opstartgeluid wordt
ook weergegeven.
Geluiden zijn uitgeschakeld wanneer de onderwerpstand
Dierenportret wordt gebruikt.
Sluitergeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het sluitergeluid
weergegeven wanneer de sluiter wordt ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet weergegeven in de continu-opnamestand,
wanneer films worden opgenomen of wanneer de onderwerpstand
Dierenportret wordt gebruikt.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Automatisch uit M k-knop
E83
Referentiegedeelte
Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
Gebruik deze optie om het interne geheugen of een geheugenkaart te formatteren.
Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens
voorgoed gewist. Gegevens die werden gewist, kunnen niet worden hersteld. Zet belangrijke
beelden over naar een computer voordat u gaat formatteren.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet tijdens
het formatteren.
Het interne geheugen formatteren
Haal de geheugenkaart uit de camera. De optie Geheug.
formatteren wordt weergegeven in het setup-menu.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera. De optie Geheugenkaart
form. wordt weergegeven in het setup-menu.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Geheug. formatteren/Geheugenkaart form. M
k-knop
B
eweg
i
ngs
d
e
t
ec
ti
e
TV
-
instellingen
Formatteren
Nee
Alle beelden worden
gewist! OK?
B
eweg
i
ngs
d
e
t
ec
ti
e
TV
-
instellingen
Formatteren
Nee
Alle beelden worden
gewist! OK?
E84
Referentiegedeelte
Taal/Language
Selecteer een taal voor de weergave van cameramenu's en berichten.
TV-instellingen
Pas de instellingen voor aansluiting op een televisie aan.
C HDMI en HDMI-CEC
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is een multimedia-interface. Dankzij HDMI-CEC (HDMI-
Consumer Electronics Control) kunnen compatibele apparaten met elkaar samenwerken.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Taal/Language M k-knop
Druk op de d-knop M z menupictogram M TV-instellingen M k-knop
Optie Beschrijving
HDMI
Selecteer een resolutie voor HDMI-uitvoer. Wanneer Automatisch
(standaardinstelling) is geselecteerd, wordt de optie die het best geschikt
is voor de televisie waarmee de camera is verbonden, automatisch
geselecteerd uit 480p, 720p of 1080i.
HDMI-apparaatbestur.
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, kan de
afstandsbediening van de HDMI-CEC-compatibele televisie worden
gebruikt om de camera tijdens de weergave te bedienen (E23).
E85
Referentiegedeelte
Opladen via computer
B Opmerkingen over het laden met een computer
Bij aansluiting op een computer schakelt de camera automatisch in en begint hij op te laden. Als de
camera wordt uitgeschakeld, stopt het opladen.
Het duurt ongeveer 3 uur om een volledig lege batterij op te laden. De laadtijd wordt groter wanneer
beelden worden overgespeeld terwijl de batterij wordt geladen.
De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten geen communicatie met de computer
plaatsvindt nadat de batterij volledig was geladen.
B Wanneer het laadlampje snel groen knippert
Opladen is niet mogelijk, waarschijnlijk wegens een van de hierna beschreven redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de batterij binnenshuis op bij een
omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
De USB-kabel is niet correct aangesloten of de batterij is defect. Controleer of de USB-kabel correct is
aangesloten en vervang de batterij indien nodig.
De computer staat in de slaapstand en levert geen stroom. Haal de computer uit de slaapstand.
De batterij kan niet worden opgeladen omdat de computer geen stroom naar de camera kan sturen ten
gevolge van de instellingen of specificaties van de computer.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Opladen via computer M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
Wanneer de camera wordt aangesloten op een ingeschakelde computer
(A83), wordt de in de camera geplaatste batterij automatisch opgeladen
met de stroombron van de computer.
Uit
De in de camera geplaatste batterij wordt niet opgeladen wanneer de
camera is aangesloten op een computer.
E86
Referentiegedeelte
Knipperwaarsch.
Bepaal of de camera menselijke gezichten moet herkennen die hebben geknipperd tijdens opname
met gezichtsherkenning (A61) in de volgende standen:
x (autom. scènekeuzekn.) stand (A32)
Onderwerpstand Portret of Nachtportret (A34)
Stand A (auto) (wanneer Gezichtprioriteit (E44) is geselecteerd voor de optie AF-veldstand)
Het Knipperwaarsch.-scherm
Gezichten die door de knipperwaarschuwing worden
gedetecteerd, worden binnen een rand weergegeven.
De volgende handelingen zijn beschikbaar.
Het gezicht vergroten: Verplaats de zoomknop naar g (i). Als
meer dan een gezicht is gedetecteerd, gebruikt u JK van de
multi-selector om het gewenste gezicht te selecteren.
Naar schermvullende weergave gaan: Verplaats de zoomknop
naar f (h).
Als u op de k-knop drukt of als gedurende enkele seconden geen
handelingen worden uitgevoerd, keert de camera terug naar de opnamestand.
B Opmerkingen over Knipperwaarschuwing
De knipperwaarschuwing is uitgeschakeld bij andere continue instellingen dan Enkelvoudig (E39).
De knipperwaarschuwing werkt in bepaalde opnameomstandigheden mogelijk niet goed.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Knipperwaarsch. M k-knop
Optie Beschrijving
Aan
Wanneer één of meer menselijke onderwerpen mogelijk met de ogen
hebben geknipperd in een beeld dat met gezichtsherkenning werd
vastgelegd, wordt het scherm Knipperde er iemand? weergegeven op
de monitor.
Controleer het beeld en leg indien gewenst een nieuw beeld vast.
Uit (standaardinstelling) De knipperwaarschuwing is uitgeschakeld.
Knipperde er iemand?
SluitenSluitenInzoomenInzoomen
E87
Referentiegedeelte
Uploaden via Eye-Fi
B Opmerkingen over Eye-Fi-kaarten
Merk op dat beelden niet worden geüpload als de signaalsterkte onvoldoende is, zelfs als Inschakelen is
geselecteerd.
Haal uw Eye-Fi-kaart uit de camera op plaatsen waar draadloze apparaten verboden zijn. Signalen kunnen
worden doorgestuurd, zelfs als Uitschakelen is geselecteerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw Eye-Fi-kaart voor meer informatie. In geval van een storing
neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
De camera kan worden gebruikt om Eye-Fi-kaarten in en uit te schakelen, maar andere Eye-Fi-functies
worden mogelijk niet ondersteund.
De camera is niet compatibel met de functie Eindeloos geheugen. Wanneer deze functie is ingesteld op
een computer, dient u de functie uit te schakelen. Als de functie Eindeloos geheugen ingeschakeld is,
wordt het aantal gemaakte beelden mogelijk niet correct weergegeven.
Eye-Fi-kaarten zijn alleen bedoeld voor gebruik in het land van aankoop. Houd rekening met alle lokale
wetten m.b.t. de draadloze apparaten.
Als u de instelling Inschakelen behoudt, raakt de batterij sneller leeg.
C Eye-Fi-communicatie-aanduiding
De communicatiestatus van de Eye-Fi-kaart in de camera kan worden gecontroleerd op de monitor (A7).
w: Uploaden via Eye-Fi is ingesteld op Uitschakelen.
x (licht op): Eye-Fi-uploaden ingeschakeld, wacht tot het uploaden begint.
x (knippert): Eye-Fi-uploaden ingeschakeld, gegevens worden geüpload.
y: Eye-Fi-uploaden ingeschakeld maar geen beelden beschikbaar voor uploaden.
z: Er heeft zich een fout voorgedaan. De camera kan de Eye-Fi-kaart niet aansturen.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Uploaden via Eye-Fi M k-knop
Optie Beschrijving
b Inschakelen
(standaardinstelling)
Upload beelden die met de camera werden gemaakt, naar een vooraf
geselecteerde bestemming.
c Uitschakelen Beelden worden niet geüpload.
E88
Referentiegedeelte
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen gereset naar de
standaardwaarden.
Bepaalde instellingen zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet gereset.
De draadloze verbinding wordt beëindigd als deze optie wordt uitgevoerd terwijl Wi-Fi is
verbonden.
C Bestandsnummering resetten
Als u de bestandsnummering wilt terugzetten op “0001”, moet u eerst alle beelden die opgeslagen zijn in
het interne geheugen of op de geheugenkaart (A30) wissen voor u Standaardwaarden selecteert.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
De firmware-versie kan niet worden weergegeven terwijl Wi-Fi is verbonden.
Druk op de d-knop M z menupictogram M Standaardwaarden M k-knop
Druk op de d-knop M z menupictogram M Firmware-versie M k-knop
E89
Referentiegedeelte
Raadpleeg de volgende tabel als een foutmelding verschijnt.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
De batterijtemperatuur is
te hoog. De camera wordt
uitgeschakeld.
De camera schakelt automatisch uit. Wacht tot de camera of
de batterij afgekoeld is voor u deze weer gebruikt.
De camera schakelt uit om
oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De beveiligingsschuif is vergrendeld (“lock”). Schuif de
beveiligingsschuif in de schrijfstand (“write”).
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens toegang tot de
geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
14, F22
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor gebruik in de
camera.
Formatteren wist alle gegevens die op de geheugenkaart
opgeslagen zijn. Als u kopieën van beelden wilt behouden,
dient u Nee te selecteren en de kopieën op een computer of
een ander medium op te slaan voor u de geheugenkaart
formatteert. Selecteer Ja en druk op de k-knop om de
geheugenkaart te formatteren.
F5
E90
Referentiegedeelte
Niet beschikbaar als Eye-Fi-
kaart is vergrendeld.
De beveiligingsschuif van Eye-Fi-kaart is vergrendeld (“lock”).
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens toegang tot de
Eye-Fi-kaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de Eye-Fi-kaart correct is geplaatst.
14
Geen geheugen meer. Wis beelden of plaats een nieuwe geheugenkaart. 14, 30, 76
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het opslaan van het
beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer het interne
geheugen of de geheugenkaart.
E83
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer het interne
geheugen of de geheugenkaart.
E83
Het beeld kan niet worden gebruikt voor het
welkomstscherm.
E73
Er is onvoldoende ruimte om de kopie op te slaan.
Wis beelden van het doelmedium.
30
Album is vol. Er kunnen
geen foto's worden
toegevoegd.
Er zijn al 200 beelden toegevoegd aan het album.
Verwijder beelden uit het album.
Voeg toe aan andere albums.
E8
E6
Geluidsbestand kan niet
worden opgeslagen.
Aan dit beeld kan geen spraakmemo worden toegevoegd.
Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan films.
Selecteer een beeld dat met deze camera werd
vastgelegd.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
E91
Referentiegedeelte
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Selecteer beelden die u wél kunt bewerken.
E14,
F14
Kan film niet opnemen.
Er heeft zich een time-out fout voorgedaan tijdens het
opslaan van de film op de geheugenkaart.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
71, F22
Geheugen bevat geen
beelden.
Er staan geen beelden in het interne geheugen of op de
geheugenkaart.
Haal de geheugenkaart uit de camera om beelden weer te
geven in het interne geheugen van de camera.
Om beelden die opgeslagen zijn in het interne geheugen
van de camera, te kopiëren naar de geheugenkaart, drukt
u op de d-knop om Kopiëren in het weergavemenu te
selecteren.
15
E61
Er werden geen beelden toegevoegd aan het geselecteerde
album.
E6, E7
Er staan geen beelden in de categorie die u hebt
geselecteerd in de stand Automatisch sorteren.
E10
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand werd niet gemaakt of bewerkt met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven op deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het apparaat dat
werd gebruikt om dit bestand te maken of bewerken.
Dit bestand kan niet
weergegeven worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een diashow, enz. E56
Dit beeld kan niet gewist
worden.
Het beeld is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
E57
Melding Oorzaak/Oplossing
A
E92
Referentiegedeelte
Geen toegang.
De camera kan het signaal van het smart-apparaat niet
ontvangen. Selecteer Verbind. met smart app. in het Wi-Fi-
optiesmenu en breng de draadloze verbinding opnieuw tot
stand.
81, E71
Kan geen verbinding
maken.
De camera kan geen verbinding maken terwijl signalen van
het smart-apparaat worden ontvangen. Stel een ander kanaal
in bij Kanaal in Opties in het Wi-Fi-optiesmenu en breng de
draadloze verbinding opnieuw tot stand.
81, E71
Wi-Fi-verbinding
beëindigd.
Er was een kabel aangesloten op de camera terwijl de camera
en het smart-apparaat draadloos werden verbonden, de
batterij was bijna leeg of de verbinding werd afgebroken
wegens een slechte verbindingskwaliteit. Koppel de kabel los
en breng de draadloze verbinding opnieuw tot stand.
81, E71
Lensfout
Er heeft zich een lensfout voorgedaan.
Zet de camera uit en weer aan. Als de fout zich blijft
voordoen, neemt u contact op met uw leverancier of met
een door Nikon erkende servicedienst.
20
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens de communicatie met de
printer.
Schakel de camera uit en sluit de USB-kabel weer aan.
E25
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van de
camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij en plaats deze terug,
en zet de camera weer aan. Als de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met uw leverancier of met een door
Nikon erkende servicedienst.
10, 20
Melding Oorzaak/Oplossing
A
E93
Referentiegedeelte
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Printerfout: controleer
printerstatus
Als het probleem opgelost is, selecteert u Hervatten en
drukt u op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Plaats papier van het gewenste formaat, selecteer Hervatten
en druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en
druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Plaats papier van het gewenste formaat, selecteer Hervatten
en druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op de
k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang de inktpatroon, selecteer Hervatten en druk op de
k-knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het af te drukken beeldbestand.
Selecteer Annuleren en druk op de k-knop om het
afdrukken te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
E94
Referentiegedeelte
De bestandsnamen van beelden, films of spraakmemo's zijn op de volgende manier opgebouwd.
* Inclusief beelden die werden bewerkt met de functie Sneleffecten (A45) in de stand A (auto).
Bestandsnamen voor spraakmemo's hebben dezelfde identificatie en hetzelfde
bestandsnummer als het beeld waarbij de spraakmemo behoort.
Bestandsnamen
DSCN0001.JPG
Identificatie (wordt niet weergegeven op de
monitor)
Originele foto's (inclusief
spraakmemo) en films
DSCN
Kleine kopieën (inclusief
spraakmemo)
SSCN
Uitgesneden kopieën (inclusief
spraakmemo)
RSCN
Beelden die werden gemaakt met
een andere bewerkingsfunctie
dan kleine afbeelding of uitsnede*
(met spraakmemo), en films die
werden gemaakt met de
filmbewerkingsfunctie
FSCN
Extensie (geeft het bestandsformaat
aan)
Foto's .JPG
Films .MOV
Spraakmemo's .WAV
Bestandsnummer (wordt automatisch
toegewezen in oplopende volgorde, vanaf
“0001”)
E95
Referentiegedeelte
De beschikbaarheid is afhankelijk van het land of de regio.
Raadpleeg onze website of brochures voor de recentste informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader
Batterijlader MH-66
(Laadtijd wanneer de batterij leeg is: Circa 1 uur 50 minuten)
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62G (aansluiten zoals aangegeven)
Controleer of het snoer van de stroomaansluiting correct in de groeven van
de stroomaansluiting en het batterijvak is geplaatst voordat u het deksel van
het batterijvak/de geheugenkaartsleuf sluit. Als een deel van het snoer uit de
groeven loopt, kan het deksel of het snoer beschadigd raken wanneer het
deksel wordt gesloten.
E96
F1
Verzorging van het product...............................................F2
De camera.................................................................................................................................F2
De batterij.................................................................................................................................F3
Lichtnetlaadadapter .............................................................................................................F4
Geheugenkaarten..................................................................................................................F5
Reinigen en opbergen ........................................................F6
Reinigen ....................................................................................................................................F6
Opslag........................................................................................................................................F6
Problemen oplossen...........................................................F7
Specificaties.......................................................................F17
Goedgekeurde geheugenkaarten................................................................................ F22
Index ..................................................................................F25
Technische opmerkingen
en index
F2
Technische opmerkingen en index
De camera
Als u lang plezier van dit Nikon-product wilt hebben, is het belangrijk dat u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht neemt naast de waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x)
wanneer u dit apparaat gebruikt of opbergt.
B Laat de camera niet vallen
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan deze defect raken.
B Wees voorzichtig bij het hanteren van het objectief en alle bewegende onderdelen
Oefen geen kracht uit op het objectief, de objectiefbescherming, de monitor, de geheugenkaartsleuf of het
batterijvak. Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd. Als u kracht uitoefent op de
objectiefbescherming, kan dat leiden tot defecten in de camera of beschadiging van het objectief. Als de
monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te
voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
B Houd de camera droog
Als de camera in water wordt ondergedompeld of aan hoge luchtvochtigheid wordt blootgesteld, raakt
deze beschadigd.
B Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een
verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U voorkomt
condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u deze aan plotselinge
temperatuurverschillen blootstelt.
B Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen en sterke
magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een radio of televisie, kunnen storingen
veroorzaken in de monitor en gegevens op de geheugenkaart of de interne schakelingen van de camera
beschadigen.
Verzorging van het product
F3
Technische opmerkingen en index
B Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u de
camera gebruikt of opbergt. Blootstelling aan intens licht kan beschadiging van de beeldsensor tot gevolg
hebben, waardoor foto's een witte zweem krijgen.
B Schakel de camera uit voordat u de stroombron of de geheugenkaart verwijdert of
loskoppelt
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist. Het
onderbreken van de stroom kan in dat geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de interne
schakelingen of het geheugen.
B Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie gemaakt; minimaal
99,99 % van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01 % ontbreekt of is defect. Het kan voorkomen dat
deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart), dit
is geen defect en heeft geen effect op de afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
De monitor wordt verlicht met een led-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van Nikon als
de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
De batterij
Lees de volgende waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x) voor het gebruik en volg ze op.
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad de batterij zo nodig op.
Verwijder de batterij uit de lader zodra ze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is dat nadelig voor de
prestaties van de batterij. Neem waar mogelijk een volledig geladen reservebatterij mee wanneer u
beelden wilt maken van belangrijke gebeurtenissen.
Gebruik de batterij niet bij een omgevingstemperatuur onder 0 °C of boven 40 °C.
Laad de batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C voor u ze gebruikt.
Wanneer u de batterij in deze camera oplaadt met de lichtnetlaadadapter of een computer, wordt de
batterij niet opgeladen bij batterijtemperaturen onder 0 °C of boven 45 °C.
F4
Technische opmerkingen en index
De batterij kan zeer warm worden tijdens gebruik. Laat de batterij afkoelen voordat u ze oplaadt. Als u
deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan de batterij beschadigd raken, kunnen de prestaties
afnemen of wordt de batterij mogelijk onvoldoende opgeladen.
Bij koud weer neemt de batterijcapaciteit gewoonlijk af. Als een lege batterij bij lage temperatuur wordt
gebruikt, schakelt de camera niet in. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen voordat u bij koud
weer naar buiten gaat om beelden te maken. Houd reservebatterijen bij de hand op een warme plaats en
verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer op temperatuur is gekomen, kan soms een deel van de
lading terugkrijgen.
Vuil op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de contactpunten van de batterij
vuil worden, veegt u deze voor gebruik af met een schone, droge doek.
Als de batterij gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, plaatst u deze in de camera totdat de batterij
volledig leeg is voordat u deze verwijdert en opbergt. De batterij moet worden bewaard op een koele
plek met een omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C. Bewaar de batterij niet op hete of extreem
koude plekken.
Haal de batterij altijd uit de camera of uit de optionele batterijlader wanneer deze niet wordt gebruikt. Als
de batterij geplaatst is, verbruikt de batterij een kleine hoeveelheid stroom, ook als ze niet wordt gebruikt.
Hierdoor kan de batterij te ver leeglopen en kan ze eventueel niet meer werken. Als u de camera aan- of
uitzet terwijl de batterij leeg is, kan dit de gebruiksduur van de batterij verkorten.
Laad de batterij minstens één keer om de zes maanden op en laat ze volledig leeglopen voor u ze weer
opbergt.
Nadat u de batterij uit de camera of de optionele batterijlader heeft gehaald, dient u de batterij in een
plastic tas enz. te plaatsen om ze te isoleren voordat u ze op een koele plaats opbergt.
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk afneemt bij gebruik op
kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet worden vervangen. Koop een nieuwe EN-EL19-
batterij.
Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte batterijen bevatten kostbare
grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch afval.
Lichtnetlaadadapter
Voor het gebruik dient u de waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x) te lezen en op te volgen.
De lichtnetlaadadapter EH-71P is enkel bedoeld voor gebruik met compatibele toestellen. Gebruik hem
niet met een apparaat van een ander merk of model.
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de UC-E21 gebruikt, kan
dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
F5
Technische opmerkingen en index
De EH-71P is compatibel met stopcontacten voor 100 V–240 V AC, 50/60 Hz. Bij gebruik in andere landen
dient u eventueel een stekkeradapter (in de handel verkrijgbaar) te gebruiken. Neem voor meer informatie
over stekkeradapters contact op met uw reisbureau.
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de lichtnetlaadadapter
EH-71P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele
telefoon. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan
de camera.
Geheugenkaarten
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde geheugenkaarten” (F22)
voor de aanbevolen geheugenkaarten.
Houd rekening met de voorzorgsmaatregelen die vermeld zijn in de documentatie bij de geheugenkaart.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat werd
gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Het is aan te bevelen nieuwe
geheugenkaarten met deze camera te formatteren voor u ze met deze camera gebruikt.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere gegevens
op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden die u wilt behouden voor u
de geheugenkaart formatteert.
Als het bericht Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven wanneer de
camera wordt ingeschakeld, moet u de geheugenkaart formatteren. Als er gegevens zijn die u niet wilt
verwijderen, selecteert u Nee. Kopieer de vereiste gegevens naar een computer, enz. Als u de kaart wilt
formatteren, selecteert u Ja. Het bevestigingsvenster verschijnt. Om het formatteren te starten, drukt u op
de k-knop.
Doe het volgende niet tijdens formatteren, terwijl gegevens worden geschreven naar of verwijderd van
de geheugenkaart of tijdens gegevensoverdracht naar een computer. Dit zou tot verlies van gegevens
kunnen leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart:
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet om de batterij of de geheugenkaart te
verwijderen/te plaatsen.
-Zet de camera uit.
- De lichtnetadapter loskoppelen.
Formatteer de geheugenkaart niet met een computer.
F6
Technische opmerkingen en index
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Zet de camera uit wanneer u deze niet gebruikt. Controleer of het camera-aan-lampje uit is, voordat
u de camera opbergt. Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Berg
de camera niet op bij nafta- of kamfermottenballen of op de volgende plaatsen:
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren, zoals televisie- of
radiotoestellen
blootgesteld aan temperaturen onder –10 °C of boven 50 °C
slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan 60 %
Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel te voorkomen. Schakel de
camera in en druk een aantal keer op de ontspanknop alvorens de camera weer op te bergen.
Om de batterij op te bergen, houdt u rekening met de voorzorgsmaatregelen in “De batterij” (F3)
in “Verzorging van het product” (F2).
Reinigen en opbergen
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met een
blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit lucht wordt
geblazen). Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden
verwijderd, kunt u met een zachte doek van het objectief vegen, waarbij u een
ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden van het objectief naar de randen toe.
Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het objectief schoon met een
doek die licht is bevochtigd met objectiefreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken en andere
vlekken van de monitor met een zachte, droge doek, waarbij u erop let dat u geen druk op
de monitor uitoefent.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de camerabody
voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera aan het strand of in
een andere zanderige omgeving, dient u zand, stof en zout te verwijderen met een droge
doek die licht is bevochtigd met water. Droog de camera daarna grondig af. Let erop dat
vuil of stof in de camera schade kan veroorzaken die niet door de garantie wordt
gedekt.
F7
Technische opmerkingen en index
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene
problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt.
Problemen met de stroomvoorziening, het scherm, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is ingeschakeld,
maar reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de batterij of
batterijen en plaats ze terug, of, als u een lichtnetadapter
gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan los en sluit hem
vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op dat
moment worden opgenomen verloren zullen gaan,
gegevens die al werden geregistreerd niet beïnvloed
zullen worden door het verwijderen of loskoppelen van
de stroombron.
20, E95
De in de camera geplaatste
batterij kan niet worden
opgeladen.
Controleer alle aansluitingen.
Wanneer de camera aangesloten is op een computer,
wordt de camera mogelijk niet opgeladen wegens een
van de hierna beschreven redenen.
- Uit is geselecteerd voor Opladen via computer in
het setup-menu.
- Het opladen stopt als de camera wordt
uitgeschakeld.
- De batterij kan niet worden opgeladen als de
schermtaal en de datum en tijd van de camera niet
werden ingesteld, of als de datum en tijd werden
gereset nadat de klokbatterij van de camera
leeggeraakt was. Gebruik de lichtnetlaadadapter om
de batterij op te laden.
- Het laden van de batterij kan stoppen als de
computer zich in de slaapstand bevindt.
- Afhankelijk van de computerspecificaties, de
instellingen en de status kan de batterij mogelijk niet
worden opgeladen.
12
78, E85
16, 18
F8
Technische opmerkingen en index
De camera kan niet worden
ingeschakeld.
De batterij is leeg. 20
De camera gaat zonder
waarschuwing uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te
sparen (automatische uitschakelfunctie).
De camera en de batterij werken mogelijk niet goed bij
lage temperaturen.
De binnenzijde van de camera is heet geworden. Laat
de camera rusten tot de binnenzijde van de camera
afgekoeld is en probeer daarna opnieuw.
De camera schakelt uit als de USB-kabel wordt
losgekoppeld waarmee de camera aangesloten is op
een computer of printer. Sluit de USB-kabel opnieuw
aan.
21
F3
83, 86,
E25
Monitor geeft geen beeld.
De camera staat uit.
De camera is naar de stand-by-stand gegaan om
stroom te sparen. Druk op de hoofdschakelaar,
ontspanknop, A-knop, c-knop of
b (e filmopname)-knop.
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht tot de flitser opgeladen is.
De camera is op de computer aangesloten via de USB-
kabel.
De camera is op de televisie aangesloten via een HDMI-
kabel.
20
1, 21
47
83, 86
83, E22
Beeld op monitor is niet goed
zichtbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
77, E76
F6
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F9
Technische opmerkingen en index
Datum en tijd van de opname
zijn onjuist.
Als de cameraklok nog niet is ingesteld, knippert de
aanduiding “Datum niet ingesteld” tijdens het
fotograferen en het opnemen van films. Beelden en
films die werden opgenomen voor de klok werd
ingesteld, krijgen respectievelijk de datum “00/00/0000
00:00” en “01/01/2014 00:00”. Stel de juiste datum en
het juiste tijdstip in voor Tijdzone en datum in het
setup-menu.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als gewone
uurwerken of klokken. Vergelijk de tijd van de
cameraklok nu en dan met de tijd van een meer
nauwkeurige klok en pas de tijd indien nodig aan.
16, 77,
E74
Er zijn geen aanduidingen op
de monitor te zien.
Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie in
Monitorinstellingen van het setup-menu.
77, E76
Datumstempel niet
beschikbaar.
Tijdzone en datum werd niet ingesteld in het setup-
menu.
16, 77,
E74
Datum wordt niet op beelden
afgedrukt, zelfs wanneer
Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand ondersteunt de functie
Datumstempel niet.
De datum kan niet worden afgedrukt op films.
77, E78
Het scherm voor het instellen
van de tijdzone en de datum
wordt weergegeven wanneer
de camera wordt
ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld. 16, 18
De standaardwaarden zijn
hersteld.
De camera wordt heet.
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen
van films, wanneer beelden worden verzonden met
behulp van een Eye-Fi-kaart of wanneer de camera wordt
gebruikt op een hete locatie; dit is geen storing.
De camera maakt geluid.
Wanneer Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-AF
of in bepaalde opnamestanden is het mogelijk dat de
camera een hoorbaar scherpstelgeluid produceert.
56, 74
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F10
Technische opmerkingen en index
Opnameproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet overschakelen naar
de opnamestand.
Koppel de HDMI-kabel of USB-kabel los.
83, 86,
E22,
E25
Er wordt geen beeld
vastgelegd wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Wanneer de camera zich in de weergavestand bevindt,
drukt u op de A-knop, de ontspanknop of de
b (e filmopname)-knop.
Wanneer menu's worden weergegeven, drukt u op de
d-knop.
De batterij is leeg.
Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser
opgeladen.
1, 28
4
20
47
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer op te
nemen in de stand autom. scènekeuzekn., de
onderwerpstand Close-up of de macro-stand.
Er kan moeilijk worden scherpgesteld op het
onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
32, 36, 51
64
78, E81
20
Beelden zijn onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Foto VR en/of Bewegingsdetectie in bij
opname van foto's. Schakel Film VR wanneer u films
opneemt.
Gebruik D (Best Shot Selector).
Gebruik een statief om de camera tijdens de opname te
stabiliseren (als u tegelijk de zelfontspanner gebruikt,
zijn de resultaten nog beter).
47
56
74, 77
37, 56,
E39
49
F11
Technische opmerkingen en index
Er worden heldere vlekken
weergegeven in beelden die
werden vastgelegd met de
flitser.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Stel de instelling voor de flitsstand in op W (uit).
48
Flitser treedt niet in werking.
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Er werd een onderwerpstand geselecteerd die de flitser
beperkt.
Aan is geselecteerd voor Knipperdetectie in het
menu Slim portret.
Aan (continu) of Aan (BSS) is geselecteerd voor
Glimlachtimer in het menu Slim portret.
Een functie die de flitser blokkeert, is ingeschakeld.
47
53
57
57
58
Digitale zoom kan niet
worden gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het setup-menu.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de
volgende situaties:
- Wanneer Portret, Nachtportret, Nachtlandschap,
Tegenlicht (wanneer HDR is ingesteld op ON),
Eenvoudig panorama of Dierenportret is
geselecteerd in de onderwerpstand
- Wanneer de stand Slim portret is geselecteerd
- Wanneer Continu in het opnamemenu is ingesteld
op Multi-shot 16
- Wanneer AF-veldstand in het opnamemenu is
ingesteld op Onderwerp volgen
78, E81
34
42
56, E39
56, E44
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Een functie die de Beeldmodus beperkt, is ingeschakeld. 58
Geen geluid wanneer de
sluiter ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in het setup-menu
Geluidsinstellingen. In bepaalde opnamestanden en
instellingen hoort u geen geluid, zelfs als Aan
geselecteerd is.
78, E82
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F12
Technische opmerkingen en index
AF-hulpverlichting gaat niet
aan.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het setup-menu.
De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de positie van
het scherpstelveld of de huidige onderwerpstand,
eventueel niet aan, zelfs wanneer Automatisch is
geselecteerd.
78, E81
Beelden zijn vlekkerig. Het objectief is vuil. Reinig het objectief. F6
Kleuren zijn onnatuurlijk. De witbalans of de tint is niet goed aangepast.
36, 56,
E36
Willekeurig verspreide pixels
(“ruis”) worden in het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-gevoeligheid is te groot. U kunt ruis op de volgende
manieren verminderen:
De flitser gebruiken
Een lagere ISO-waarde instellen
47
56, E42
Beelden zijn te donker
(onderbelicht).
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de
flitser.
Pas belichtingscorrectie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp wordt langs achter verlicht. Selecteer
de onderwerpstand Tegenlicht of stel de instelling
voor de flitsstand in op X (invulflits).
47
24
47
52
56, E42
37, 47
Beelden zijn te helder
(overbelicht).
Pas belichtingscorrectie aan. 52
Onverwachte resultaten
wanneer de flitser is ingesteld
op V (automatisch met
rode-ogenreductie).
Bij het nemen van beelden met V (automatisch met
rode-ogenreductie), de stand autom. scènekeuzekn. of
invulflits met synchronisatie met lange sluitertijd en rode-
ogenreductie in de onderwerpstand Nachtportret, is het
mogelijk dat de Rode-ogenreductie van de camera ten
onrechte ook wordt toegepast op delen van het beeld
zonder rode ogen. Gebruik een andere onderwerpstand
dan Nachtportret en wijzig de flitsstand in een andere
instelling dan V (automatisch met rode-ogenreductie)
en probeer het beeld opnieuw te maken.
32, 35, 47
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F13
Technische opmerkingen en index
Huidtinten worden niet
verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Voor beelden met vier of meer gezichten probeert u
het effect Huid verzachten in Glamour-
retouchering te gebruiken in het weergavemenu.
42
68, E18
Het opslaan van beelden
neemt enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de volgende
situaties:
Wanneer de functie ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld wanneer in een donkere omgeving wordt
opgenomen
Wanneer de flitsstand is ingesteld op V (automatisch
met rode-ogenreductie)
Wanneer wordt opgenomen in de onderwerpstand
Nachtlandschap, Nachtportret of Tegenlicht
(wanneer HDR is ingesteld op ON)
Wanneer de functie Huid verzachten wordt toegepast
tijdens de opname
Wanneer de continu-opnamestand wordt gebruikt
48
35, 36, 37
57
56, E39
Een ringvormige band of
regenboogkleurige streep
verschijnt in de monitor of in
de beelden.
Wanneer u opneemt met tegenlicht of wanneer een zeer
sterke lichtbron (bijv. zonlicht) in het beeld voorkomt, kan
er een ringvormige band of een regenboogkleurige
streep (beeldschaduwen) zichtbaar zijn. Wijzig de positie
van de lichtbron of kadreer het beeld dusdanig, dat de
lichtbron buiten het beeld valt en probeer opnieuw.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F14
Technische opmerkingen en index
Weergaveproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden weergeven
die werden opgeslagen met een digitale camera van
een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen films weergeven die
werden opgenomen met een digitale camera van een
ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens weergeven
die werden bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld inzoomen.
De zoomweergave kan niet worden gebruikt met films.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op beelden
die werden vastgelegd met een digitale camera van
een ander merk of model.
Kan geen spraakmemo's
opnemen.
Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan
films.
Spraakmemo's kunnen niet worden gekoppeld aan
beelden die werden vastgelegd met andere camera's.
Spraakmemo's die met een andere camera aan
beelden werden toegevoegd, kunnen niet worden
weergegeven met deze camera.
68, E60
Beelden kunnen niet worden
bewerkt.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die reeds werden bewerkt, kunnen niet
opnieuw worden bewerkt.
Er is onvoldoende vrije ruimte in het interne geheugen
of op de geheugenkaart.
Deze camera kan geen beelden bewerken die met een
andere camera vastgelegd zijn.
Bewerkingsfuncties die voor beelden worden gebruikt,
zijn niet beschikbaar voor films.
38, E14
F15
Technische opmerkingen en index
Kan het beeld niet draaien.
Deze camera kan geen beelden draaien die werden
vastgelegd met een digitale camera van een ander merk
of model.
Beelden worden niet
weergegeven op een televisie.
TV-instellingen is niet correct ingesteld in het setup-
menu.
De HDMI- en USB-kabels kunnen tegelijkertijd
aangesloten zijn.
De geheugenkaart bevat geen beelden. Verwissel de
geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om
beelden in het interne geheugen weer te geven.
78, E84
83, 86,
E22,
E25
15
Nikon Transfer 2 start niet als
de camera is aangesloten op
een computer.
De camera staat uit.
De batterij is leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in
ViewNX 2.
20
20
83, 86
89
Het PictBridge-opstartscherm
wordt niet weergegeven als
de camera aangesloten is op
een printer.
Bij bepaalde PictBridge-compatibele printers wordt het
PictBridge-opstartscherm mogelijk niet weergegeven en
kunnen geen beelden worden afgedrukt wanneer
Automatisch geselecteerd is voor Opladen via
computer in het setup-menu. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op
de printer.
78, E85
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F16
Technische opmerkingen en index
Voor afdrukken gemarkeerde
beelden worden niet
weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden. Verwissel de
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het interne
geheugen af te drukken.
14
15
Kan het papierformaat niet
selecteren met de camera.
De camera kan niet worden gebruikt om in de volgende
situaties het papierformaat te selecteren, zelfs als u afdrukt
op een PictBridge-compatibele printer. Gebruik de printer
om het papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de papierformaten niet die
door de camera worden opgegeven.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
83, E28,
E29
Probleem Oorzaak/Oplossing A
F17
Technische opmerkingen en index
Nikon COOLPIX S5300 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
16,0 miljoen
Beeldsensor
1
/2,3 inch type CMOS; totaal aantal pixels: circa 16,76 miljoen
Objectief
NIKKOR objectief met 8× optische zoom
Brandpuntsafstand
4,5–36,0 mm (beeldhoek komt overeen met die van een 25-200 mm
objectief in kleinbeeldformaat [135])
f-waarde
f/3,7-6,6
Constructie
8 elementen in 7 groepen
Zoomfactor digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt overeen met die van een circa 800 mm objectief
in kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie
Lens-shift (foto's)
Lens-shift en elektronische VR (films)
Reductie van
bewegingsonscherpte
Bewegingsdetectie (foto's)
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[W]: Circa 50 cm–,
[T]: Circa 1,5 m–
Macro-stand: Circa 2 cm– (groothoekstand)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van het voorvlak van het
objectief)
Selectie scherpstelveld
Gezichtprioriteit, handmatig met 99 scherpstelvelden, centrum,
onderwerp volgen, AF met doelopsporing
Monitor
7,5 cm (3 inch), circa 460.000 beeldpunten, TFT-LCD scherm met anti-
reflectiecoating en aanpasbare helderheid in 5 niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 97 % horizontaal en 97 % verticaal (vergeleken met de uiteindelijke
foto)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 99 % horizontaal en 99 % verticaal (vergeleken met de uiteindelijke
foto)
F18
Technische opmerkingen en index
Opslag
Media
Intern geheugen (circa 25 MB), SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart
Bestandssysteem
Compatibel met DCF, Exif 2.3 en DPOF
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Geluidsbestanden (spraakmemo): WAV
Films: MOV (video: H.264/MPEG-4 AVC, audio: LPCM stereo)
Beeldformaat
(pixels)
16M (Hoog) [4608 × 3456P]
16M [4608 × 3456]
8M [3264 × 2448]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 [4608 × 2592]
1:1 [3456 × 3456]
ISO-waarde (standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125-1600
ISO 3200, 6400 (beschikbaar wanneer de stand Autostand wordt
gebruikt)
Belichting
Lichtmeetstand
Matrixmeting, centrumgericht (bij digitale zoom minder dan 2×),
spotmeting (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en belichtingscorrectie
(–2,0 – +2,0 EV in stappen van
1
/3 EV)
Sluiter
Mechanische en CMOS elektronische sluiter
Snelheid
1
/1500-1 s
1
/4000 s (maximale snelheid tijdens continue opnamen met hoge
snelheid)
4 s (onderwerpstand Vuurwerk)
Diafragma
Elektronisch gestuurde selectie ND-filter (–3 AV)
Bereik
2 stappen (f/3,7 en f/10,5 [W])
Zelfontspanner
Kan worden geselecteerd uit 10 s en 2 s
F19
Technische opmerkingen en index
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[W]: 0,5–3,5 m
[T]: 1,5–2,0 m
Flitserstand
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Interface
Komt overeen met Hi-Speed USB
Gegevensoverdrachtprotocol
MTP, PTP
HDMI-uitgang
Kan worden geselecteerd uit Automatisch, 480p, 720p en 1080i
In-/uitgang
Micro-USB-aansluiting, HDMI-micro-aansluiting (Type D) (HDMI-uitgang)
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel),
Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels, Fins, Frans, Duits, Grieks, Hindi,
Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi, Noors,
Perzisch, Pools, Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens, Russisch,
Servisch, Spaans, Zweeds, Tamil, Telugu, Thai, Turks, Oekraïens,
Vietnamees
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Circa 1 uur 50 minuten (wanneer de lichtnetlaadadapter EH-71P wordt
gebruikt en er geen lading beschikbaar is)
Gebruiksduur van de
batterij
1
Foto's
Circa 180 opnamen bij gebruik van EN-EL19
Films (effectieve
gebruiksduur van de
batterij voor opname)
2
Circa 35 minuten (1080/30p) bij gebruik van EN-EL19
Circa 40 minuten (1080/25p) bij gebruik van EN-EL19
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Approx. 96,9 × 58,0 × 20,9 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Circa 138 g (inclusief batterij en SD-geheugenkaart)
F20
Technische opmerkingen en index
Tenzij anders vermeld, gelden alle cijfers voor een volledig geladen batterij en een
omgevingstemperatuur van 23 ±3 °C, zoals voorgeschreven door de Camera and Imaging
Products Association (CIPA).
1
De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals het interval tussen
opnamen of de tijd die menu's en beelden worden weergegeven.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB of niet langer dan 29 minuten. De opname
kan eindigen voor deze limiet wordt bereikt als de temperatuur van de camera te hoog wordt.
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0 °C–40 °C
Luchtvochtigheid
85 % of minder (geen condens)
Wi-Fi (draadloos LAN)
Standaards
IEEE 802.11b/g/n (standaard draadloos LAN-protocol)
Communicatieprotocollen
IEEE 802.11b: DBPSK/DQPSK/CCK
IEEE 802.11g: OFDM
IEEE 802.11n: OFDM
Bereik (kijklijn)
Circa 10 m
Bedrijfsfrequentie
2412-2462 MHz (1-11 kanalen)
Gegevenssnelheden
(effectief gemeten
waarden)
IEEE 802.11b: 5 Mbps
IEEE 802.11g: 20 Mbps
IEEE 802.11n: 20 Mbps
Beveiliging
WPA2
Toegangsprotocollen
Infrastructuur
F21
Technische opmerkingen en index
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL19
Lichtnetlaadadapter EH-71P
B Specificaties
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Type Oplaadbare lithium-ion batterij
Capaciteit 3,7 V DC, 700 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 31,5 × 39,5 × 6 mm
Gewicht Circa 14,5 g
Invoer 100-240 V AC, 50/60 Hz, MAX 0,2 A
Uitvoer 5,0 V DC, 1,0 A
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Circa 48 g (exclusief stekkeradapter)
F22
Technische opmerkingen en index
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende Secure Digital (SD) geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik met
deze camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om
films op te nemen. Wanneer u een geheugenkaart met een lagere Speed Class-waarde gebruikt,
kan de fillmopname onverwachts stoppen.
1
Als de geheugenkaart wordt gebruikt met een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat, moet u controleren of
het apparaat kaarten van 2 GB ondersteunt.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over bovenvermelde kaarten. We kunnen de
prestaties van de camera niet garanderen wanneer geheugenkaarten van andere fabrikanten worden
gebruikt.
SD-geheugenkaart SDHC-geheugenkaart
2
SDXC-geheugenkaart
3
SanDisk 2GB
1
4GB, 8GB, 16GB, 32GB 64GB, 128GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2GB
1
4GB, 8GB, 16GB, 32GB 64GB
Lexar 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
2
SDHC-compatibel.
Als de geheugenkaart wordt gebruikt met een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat, moet u
controleren of het apparaat SDHC ondersteunt.
3
SDXC-compatibel.
Als de geheugenkaart wordt gebruikt met een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat, moet u
controleren of het apparaat SDXC ondersteunt.
F23
Technische opmerkingen en index
AVC Patent Portfolio-Licentie
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio-licentie voor persoonlijk en niet-
commercieel gebruik van een consument om (i) video te coderen die voldoet aan de AVC-
standaard (“AVC video”) en/of (ii) AVC-video te decoderen die werd gecodeerd door een
consument die betrokken is bij een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd
verkregen van een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren. Er wordt
geen licentie voor andere toepassingen verleend of ingesloten. Meer informatie vindt u bij
MPEG LA, L.L.C.
Zie
http://www.mpegla.com
.
F24
Technische opmerkingen en index
Informatie over handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Mac, OS X, het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Apple Inc., in de V.S. en andere landen.
Adobe en Acrobat zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.
De SDXC-, SDHC- en SD-logo's zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi
Alliance.
Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Google,
Inc.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw
Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van
hun respectieve eigenaars.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The FreeType
Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2014 The HarfBuzz
Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle rechten voorbehouden.
Technische opmerkingen en index
F25
Symbolen
x Stand Autom. scènekeuzekn. ............ 32
b Onderwerpstand ........................................ 34
D Stand speciale effecten........................ 40
F Stand Slim portret .................................... 42
A Autostand.................................................... 44
c Weergavestand.......................................... 28
h Stand Favoriete beelden................. E6
F Stand Automatisch sorteren....... E10
C Stand Sorteer op datum................. E11
J Wi-Fi-opties-menu ................. 81, E71
z Setup-menu................................. 77, E73
g (Tele).................................................................... 25
f (Groothoek)................................................... 25
i Zoomweergave ............................................ 66
h Miniatuurweergave................................. 67
j Help.................................................................... 34
A Opnamestand-knop....................... 2, 22
c Weergaveknop................................... 2, 28
b (e filmopname)-knop.................. 2, 70
k Selectie toepassen-knop.......................... 2
d Menu-knop
........................... 2, 4, 55, 68, 74, 77, 81
l Wissen-knop ....................... 2, 30, E61
m Flitsstand .......................................................... 47
n Zelfontspanner........................................... 49
p Macro-stand................................................... 51
o Belichtingscompensatie........................ 52
A
Aanduiding batterijniveau .......................... 20
Aanduiding intern geheugen .............. 7, 9
Aantal resterende opnamen
................................................................... 20, E35
AF met doelopsporing ... 56, 63, E46
Afdekking van de stroomaansluiting........ 1
Afdrukken
................ 68, 84, E27, E29, E52
Afdrukopdracht.............................. 68, E52
AF-hulplicht................................ 1, 78, E81
AF-veldstand.................................... 56, E44
Album................................................................. E9
Autofocus............ 56, 72, E48, E68
Autofocus-stand
................................... 56, 74, E48, E68
Autom. met rode-ogenred. ....................... 48
Automatisch flitsen......................................... 48
Automatisch uit.................... 21, 78, E82
Autostand .................................................. 22, 44
B
Batterij .................................................. 10, 12, 18
Batterijlader........................................ 13, E95
Batterijvak...................................................... E95
Index
F26
Technische opmerkingen en index
Batterijvergrendeling...................................... 10
Beeld draaien................................... 68, E59
Beeld terugspelen ........................ 77, E76
Beelden bewerken ................................... E14
Beelden kopiëren........................... 69, E61
Beeldformaat ................................... 56, E34
Beeldmodus ..................................... 56, E34
Beeldsnelheid.................................. 74, E70
Belichtingscompensatie............................... 52
Best Shot Selector......................... 37, E40
Bestandsnamen ........................................ E94
Beveiligen .......................................... 68, E57
Bewegingsdetectie...................... 77, E80
Bewolkt........................................................... E36
BSS.......................................................... 37, E40
C
Camera aan........................................................... 20
Camera-aan-lampje.................................. 1, 20
Close-up k............................................... 34, 36
Compressieverhouding ....................... E34
Computer................................................... 84, 86
Continu................................................ 56, E39
Continue hoge snelheid...................... E39
Cross-process o.............................................. 41
D
Daglicht.......................................................... E36
Datum en tijd......................... 16, 77, E74
Datumnotatie................................... 17, E74
Datumstempel
.................. 18, 77, E53, E55, E78
De datum en de tijd afdrukken
................................................................... 18, E78
Deksel aansluitingen........................................... 1
Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
.................................................................... 2, 10, 14
Diafragmawaarde ............................................. 27
Diashows............................................ 68, E56
Dierenp. autom. ontsp................................... 39
Dierenportret O .................................... 34, 39
Digitale zoom ........................ 25, 78, E81
Direct Print.................................................... E24
D-Lighting........................................... 68, E16
DPOF-afdrukken......................................... E31
Draadloos LAN.................................................... 79
DSCN................................................................ E94
E
Eenvoudig panorama p
........................................................... 34, 38, E2
EH-71P............................................................... F21
EN-EL19 ............................................................ F21
Enkelvoudig...................................... 56, E39
Enkelvoudige AF
................................... 56, 74, E48, E68
Extensie .......................................................... E94
Technische opmerkingen en index
F27
F
Favoriete beelden toevoegen
..................................................................... 69, E6
Favoriete beelden verwijderen
..................................................................... 69, E8
Film VR ................................................. 74, E69
Filmbewerking................................ 76, E32
Filmduur ....................................................... 70, 71
Filmmenu........................................... 74, E64
Filmopname......................................................... 70
Filmopties .......................................... 74, E64
Films voor slow motion opnemen
.............................................. 74, E65, E66
Filmweergave...................................................... 75
Firmware-versie.............................. 78, E88
Flitser.................................................................. 1, 47
Flitser uit ................................................................ 48
Flitserlampje................................................. 2, 47
Flitsstand .................................................... 47, 48
Formatteren ........................... 15, 78, E83
Foto VR ................................................. 77, E79
Foto's vastleggen tijdens filmopname
...................................................................................... 73
Foto-informatie .............................. 77, E76
FSCN................................................................. E94
Fulltime-AF......... 56, 74, E48, E68
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt................................................................... 58
G
Geheugenkaart................................. 14, F22
Geheugenkaarten formatteren
........................................................ 15, 78, E83
Geheugenkaartsleuf........................................ 14
Geluidsinstellingen ...................... 78, E82
Gezichtprioriteit ....................................... E44
Gezichtsherkenning ........................................ 61
Glamour-retouchering................ 68, E18
Glimlachtimer................................... 57, E50
Gloeilamplicht............................................ E36
Groothoek.............................................................. 25
H
Half indrukken..................................................... 27
Handm. voorinstelling........................... E37
HDMI................................................................ E84
HDMI-apparaatbestur............................ E84
HDMI-kabel ....................................... 84, E22
HDMI-micro-aansluiting ........................ 1, 83
HDR............................................................................ 37
Helderheid......................................... 77, E76
Help ........................................................................... 34
High-key G......................................................... 40
Hoofdschakelaar......................................... 1, 20
Hoogcontrast monochr. F ....................... 40
HS-film.............................. 74, E65, E66
Huid verzachten.................. 57, 62, E49
Huidige instellingen................................ E71
F28
Technische opmerkingen en index
I
Identificatie .................................................. E94
In-/uitzoomen..................................................... 25
Ingebouwde microfoon (stereo)................. 1
Intern geheugen ..................................... 15, 20
Intern geheugen formatteren
.................................................................. 78, E83
Invulflits.................................................................. 48
ISO-waarde........................................ 56, E42
J
JPG..................................................................... E94
K
Kalenderweergave ........................................... 67
Kies hoofdfoto.............. 69, E12, E63
Kleine afbeelding .......................... 68, E20
Kleuropties ........................................ 56, E43
Knipperdetectie .............................. 57, E51
Knipperwaarsch. ............................ 78, E86
Knopgeluid .................................................. E82
Koelblauw..................................................... E43
L
Laadlampje .................................................... 2, 13
Landschap c...................................................... 34
Lange sluitertijd ................................................ 48
Levendig........................................................ E43
Lichtnetadapter ............................. 83, E95
Lichtnetlaadadapter....................... 12, F21
Low-key H .......................................................... 40
Luidspreker .............................................................. 2
M
Macro-stand .......................................................... 51
Menu Slim portret ........................ 55, E49
Micro-USB-aansluiting ............................ 1, 83
Miniatuurweergave ......................................... 67
Monitor................................................. 2, 6, F6
Monitorinstellingen ..................... 77, E76
MOV.................................................................. E94
Multi-selector.................................................. 2, 4
Multi-shot 16............................................... E40
Museum l ............................................... 34, 37
N
Nachtlandschap j .............................. 34, 36
Nachtportret e...................................... 34, 35
Nikon Transfer 2 ................................................. 87
Normale kleur.................................. 56, E43
Nostalgisch sepia E ..................................... 40
O
Objectief .................................................... 1, F17
Objectiefbescherming....................................... 1
Onderwerp volgen.............. E45, E47
Onderwerpstanden ......................................... 34
Ontspanknop................................................ 1, 26
Oogje voor camerariem.................................... 1
Openen met HS-beelden
.............................................. 74, E66, E68
Oplaadbare Li-ionbatterij...................... F21
Technische opmerkingen en index
F29
Opladen via computer............... 78, E85
Opname............................................ 22, 24, 26
Opnamemenu ................................ 56, E34
Opnamestand ..................................................... 22
Opties ............................................................... E71
Optionele accessoires........................... E95
Optische zoom ................................................... 25
P
Papierformaat.......................... E28, E29
Party/binnen f...................................... 34, 35
PictBridge........................................... 84, E24
Polsriem ..................................................................... 3
Pop l.................................................................. 40
Portret b................................................................ 34
Printer................................................... 84, E24
R
Reeksweergaveopties
............................................... 69, E12, E63
Rode-ogencorrectie ..................... 68, E17
RSCN................................................................. E94
S
Schemering i................................................... 34
Schermvullende weergave......................... 66
Scherpstelaanduiding............................ 7, 26
Scherpstellen ........................ 26, 56, E44
Scherpstelveld ......................................... 26, 61
Scherpstelvergrendeling.............................. 65
Schilderij h......................................................... 40
Selectieve kleur I.......................................... 40
Sepia................................................................. E43
Setup-menu ...................................... 77, E73
Sluitergeluid ................................................ E82
Sluitertijd ................................................................ 27
Sneeuw z ............................................................ 34
Snel retoucheren............................ 68, E16
Sneleffecten........ 29, 45, E14, E48
Speelgoedcamera-eff. 1 m ...................... 40
Speelgoedcamera-eff. 2 n....................... 41
Spiegelen b........................................................ 41
Sport d........................................................ 34, 35
Spraakmemo.................................... 68, E60
SSCN................................................................. E94
Stand Automatisch sorteren.............. E10
Stand Favoriete beelden ........................ E6
Stand Slim portret............................................ 42
Stand Sorteer op datum ....................... E11
Stand speciale effecten ................................ 40
Standaardinstellingen herstellen .... E71
Standaardwaarden....................... 78, E88
Statiefaansluiting................................. 2, F19
Strand Z................................................................ 34
Superlevendig k.............................................. 40
T
Taal/Language ................................ 78, E84
Tegenlicht o ........................................... 34, 37
Tele............................................................................. 25
F30
Technische opmerkingen en index
Televisies............................................. 84, E22
Tijdsverschil ................................................. E74
Tijdzone................................................ 18, E74
Tijdzone en datum............. 16, 77, E74
TL-licht ............................................................ E36
TV-instellingen................................ 78, E84
U
Uitsnede.......................................................... E21
Uploaden via Eye-Fi..................... 78, E87
USB-kabel................................ 84, 86, E25
V
Vast bereik automatisch ...................... E42
Verbinden met smart-apparaten
.................................................................... 81, E71
ViewNX 2................................................................ 85
Voedsel u ................................................... 34, 36
Volume ................................................ 75, E60
Vooropnamecache .............. E39, E41
Vuurwerk m.............................................. 34, 37
W
WAV.................................................................. E94
Weergave..................... 28, 66, 75, E60
Weergave Eenvoudig panorama
...................................................................... 38, E5
Weergavemenu ............................. 68, E52
Weergavestand .................................................. 28
Welkomstscherm ........................... 77, E73
Wi-Fi verbreken ................................ 81, E71
Wi-Fi-optiesmenu ........................... 81, E71
Windruisreductie........................... 74, E70
Wireless Mobile Utility.................................... 79
Wissen..................... 30, 76, E13, E61
Witbalans............................................ 56, E36
Z
Zacht D................................................................ 40
Zelfontspanner.................................................. 49
Zelfontspannerlampje ............................ 1, 50
Zomertijd ................................. 17, 18, E74
Zonsondergang h ......................................... 34
Zoomknop ..................................................... 1, 25
Zoomweergave.................................................. 66
Zwart-wit....................................................... E43
Zwart-wit-kopie n................................ 34, 37
F31
F32
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk
(behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen)
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van
NIKON CORPORATION.
YP4A01(1F)
6MN3761F-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240

Nikon COOLPIX S5300 de handleiding

Type
de handleiding