DW720

DeWalt DW720, DW720K, DW720K T 3 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de DeWalt DW720 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Copyright DEWALT
Dansk 1
Deutsch 11
English 22
Español 32
Français 42
Italiano 52
Nederlands 62
Norsk 72
Português82
Suomi 92
Svenska 102
Türkçe
112
EÏÏËÓÈη 122
NEDERLANDS
nl - 1 62
RADIAALARMZAAG DW720
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een elektrische machine van DEWALT. Jarenlange
ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken D
EWALT
tot een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker.
Inhoudsopgave
Technische gegevens nl - 1
EG-Verklaring van overeenstemming nl - 1
Veiligheidsinstructies nl - 2
Inhoud van de verpakking nl - 3
Beschrijving nl - 3
Elektrische veiligheid nl - 3
Gebruik van verlengsnoeren nl - 3
Monteren en instellen nl - 3
Aanwijzingen voor gebruik nl - 6
Opties nl - 7
Onderhoud nl - 9
Garantie nl - 9
Instructiekaart nl - 10
Technische gegevens
DW720
Opgenomen vermogen W 1450
Afgegeven vermogen W 1100
Spanning V 230
Zaagbladdiameter (max) mm 250
Asgat mm 30
Spindelmaat mm 20
Toerental, onbelast, 50 Hz min
-1
2800
Toerental, onbelast, 60 Hz min
-1
3400
Zaagdiepte onder 90° mm 68
Zaagdiepte onder 45° mm 50
Max. afkortcapaciteit onder 0°
bij een materiaaldikte van 25 mm mm 380
Max. verstekzaagcapaciteit onder 45°
bij een materiaaldikte van 25 mm rechts mm 245
links mm 260
Max. afkortbreedte mm 380
Max. schulpbreedte mm 640
Afmetingen mm 148 x 95 x 150
Stofafzuigadapter mm 100
Gewicht kg 52,5
Standaarduitrusting:
Hardmetalen zaagblad, zaagbladbescherming en gereedschappen,
nulspanningsuitschakelaar.
Zekeringen:
230 V machines 10 A
In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt:
Duidt op mogelijk lichamelijk letsel, levensgevaar of kans op
beschadiging van de machine indien de instructies in deze
handleiding worden genegeerd.
Geeft elektrische spanning aan.
Scherpe randen.
EG-Verklaring van overeenstemming
DW720
DEWALT verklaart dat deze elektrische machines in overeenstemming zijn
met: 89/392/EEG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, EN 61029, EN 55104,
EN 55014, EN 61000-3-2 & EN 61000-3-3.
Neem voor meer informatie contact op met DEWALT, zie het adres
hieronder of op de achterkant van deze handleiding.
Niveau van de geluidsdruk overeenkomstig 86/188/EEG & 89/392/EEG,
gemeten volgens DIN 45635:
DW720
L
pA
(geluidsdruk) dB(A)* 83,7
L
WA
(geluidsvermogen) dB(A) 90,7
* op de werkplek
Neem de vereiste maatregelen voor gehoorbescherming
wanneer de geluidsdruk het niveau van 85 dB(A) overschrijdt.
Gewogen kwadratische gemiddelde waarde van de versnelling
overeenkomstig DIN 45675:
DW720
< 2,5 m/s
2
TÜV Rheinland
Sicherheit und Umweltschutz GmbH
Am Grauen Stein
D-51105 Köln
Germany
Cert. No.
BM 9511442 01
Director Engineering and Product Development
Horst Großmann
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 40,
D-65510, Idstein, Duitsland
NEDERLANDS
63 nl - 2
Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van elektrische machines altijd de plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met
brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel.
Lees ook onderstaande instructies aandachtig door voordat u met de
machine gaat werken.
Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel elektrische machines niet bloot aan vocht. Zorg dat de
werkomgeving goed is verlicht. Gebruik elektrische machines niet in de
buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
3 Voorkom een elektrische schok
Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bijv. buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten). Onder extreme werkomstandigheden
(bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling van metaalstof, enz.) kan de
elektrische veiligheid door een scheidingstransformator of een aardlek-
(FI-)schakelaar voor te schakelen, verhoogd worden.
4 Houd kinderen uit de buurt
Laat andere personen niet aan de machine of het verlengsnoer komen.
Onder 16 jaar is supervisie verplicht.
5 Verlengsnoeren voor gebruik buitenshuis
Gebruik buitenshuis uitsluitend voor dit doel goedgekeurde en als
zodanig gemerkte verlengsnoeren.
6 Berg de machine veilig op
Berg niet in gebruik zijnde elektrische machines op in een droge,
afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen.
7 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door
de bewegende delen worden gegrepen. Draag bij het werken
buitenshuis bij voorkeur rubberen werkhandschoenen en schoenen
met profielzolen. Houd lang haar bijeen.
8 Draag een veiligheidsbril
Gebruik ook een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij
stofdeeltjes of spanen vrijkomen.
9 Let op de maximum geluidsdruk
Neem voorzorgsmaatregelen voor gehoorbescherming wanneer de
geluidsdruk het niveau van 85 dB(A) overschrijdt.
10 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren. Dit is
veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen worden bediend.
11 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding.
12 Voorkom onbedoeld inschakelen
Draag een op het net aangesloten machine niet met de vinger aan de
schakelaar. Laat de schakelaar los wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt.
13 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk.
Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent.
14 Trek de stekker uit het stopcontact
Schakel de stroom uit en wacht totdat de machine volledig stil staat
voordat u deze achterlaat. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
u de machine niet gebruikt, tijdens onderhoud of bij het vervangen van
accessoires.
15 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere
hulpgereedschappen zijn verwijderd.
16 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding.
Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het werk van zware
machines. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt
voor het beoogde doel.
Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel
uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend voor het beoogde doel.
17 Gebruik het snoer niet verkeerd
Draag de machine nooit aan het snoer. Trek niet aan het snoer om de
stekker uit het stopcontact te verwijderen. Houd het snoer uit de buurt
van warmtebronnen, olie en scherpe randen.
18 Onderhoud de machine met zorg
Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires. Controleer regelmatig het snoer en laat dit
bij beschadigingen door een erkend DEWALT Service-center repareren.
Controleer het verlengsnoer regelmatig en vervang het in geval van
beschadiging. Houd de bedieningsorganen droog en vrij van olie en vet.
19 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine vóór gebruik zorgvuldig op beschadigingen om
er zeker van te zijn dat deze naar behoren zal functioneren.
Controleer of de bewegende delen niet klemmen, verdraaid of gebroken
zijn. Ga na of de accessoires en hulpstukken correct zijn gemonteerd en
of aan alle andere voorwaarden voor een juiste werking is voldaan.
Ga bij vervanging of reparatie van beschadigde veiligheidsinrichtingen of
defecte onderdelen te werk zoals aangegeven. Gebruik geen machine
waarvan de schakelaar defect is. Laat de schakelaar vervangen door een
erkend DEWALT Service-center.
20 Wendt u voor reparaties tot een erkend DEWALT Service-center
Deze elektrische machine voldoet aan alle geldende
veiligheidsvoorschriften. Ter voorkoming van ongevallen mogen reparaties
uitsluitend door daartoe bevoegde technici worden uitgevoerd.
Extra veiligheidsinstructies voor radiaalzaagmachines
Beveilig de elektriciteitskabel met een zekering of stroomonderbreker.
Houd de armrolbanen en de lagers van de motorslede schoon,
droog en vetvrij.
Zorg ervoor dat de achteraanslag op de juiste wijze is geplaatst
alvorens de machine in te schakelen en een zaagsnede te maken.
Het zaagblad mag het materiaal pas raken als de motorslede naar
voren wordt getrokken.
Plaats de vingerbescherming altijd zo dat deze de reeds aanwezige
sleuf in de aanslag passeert en 3 mm boven het oppervlak van het te
zagen materiaal blijft (behalve bij schulpen).
Houd bij het schulpen het spouwmes op de juiste afstand van het blad
(1 - 3 mm) en zorg ervoor dat de anti-terugslagvingers op de juiste
wijze zijn afgesteld.
Let bij het schulpen altijd op de richting van de materiaaldoorvoer.
Controleer de instellingen regelmatig op nauwkeurigheid en stel waar
nodig opnieuw in.
Zorg ervoor dat het blad in de juiste richting draait en dat de tanden
naar de achteraanslag zijn gericht.
Zorg dat alle vergrendelingen goed vastzitten alvorens met enige
bewerking te beginnen.
Laat de machine alleen draaien als alle beschermingen zijn geplaatst.
Bescherm het zaagblad wanneer de machine niet in gebruik is.
Bescherm het zaagblad boven en onder met behulp van de
zaagbladbescherming.
Schakel de stroom naar de machine uit wanneer deze niet in gebruik
is, bij het wisselen van het zaagblad of bij het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden.
Gebruik altijd scherpe zaagbladen van het juiste type voor het werkstuk.
De aanbevolen bladdiameter is vermeld in de technische gegevens.
Klem niets tegen de motorventilator om de motoras stil te houden.
Oefen tijdens het zagen geen overdreven trekkracht uit op het motorblok.
(Overbelasting van de motor kan aanzienlijke schade veroorzaken.
Laat de motor eerst op toeren komen alvorens met zagen te beginnen.)
Til de machine niet op aan het werkblad.
Zaag geen metaal of metselwerk.
Smeer het zaagblad niet wanneer het nog draait.
nl - 3 64
NEDERLANDS
Houd de handen buiten het bereik van het zaagblad wanneer de zaag
aan het net is aangesloten.
Reik niet om een draaiend zaagblad heen.
Plaats uw handen tijdens het zagen minimaal 150 mm van het
zaagblad.
Gebruik geen beschadigde of versleten zaagbladen.
Restrisico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van radiaalarmzagen:
Ondanks de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften en het
aanbrengen van beveiligingen blijven bepaalde restrisico’s aanwezig. Dit zijn:
- Gevaar voor gehoorbeschadiging.
- Risico als gevolg van onbeschermde delen van het roterende zaagblad.
- Verwondingsgevaar bij het wisselen van het zaagblad.
- Gevaar voor klemmen van de vingers bij het openen van de
afschermingen.
- Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het
verwerken van eiken- en beukenhout en MDF.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gedeeltelijk gemonteerde machine
5 Werkbladsegmenten
1 Achteraanslag
4 Tafelsteunen
1 Slinger voor hoogteverstelling
1 Motor, motorslede, rolkop met nulspanningsuitschakelaar
1 Zaagblad
1 Afscherming
1 Stofafzuigadapter
1 Werkbladverbredingsset:
8 M8 x 30 gleufkopbouten
8 D8 schotelveren
8 M8 moeren
8 D8 sluitringen
2 Krimpfolieverpakkingen met inhoud:
1 universeelsleutel
1 ring/steeksleutel
1 dopsleutel 13 mm
5 inbussleutels (2,5, 3, 4, 5 & 8 mm)
1 kruisschroef
4 M10 x 16 bouten
4 M10 moeren
4 D10 schotelveren
6 M8 x 30 gleufkopbouten
6 D8 schotelveren
6 M8 moeren
6 D8 sluitringen
1 kabelklem
1 kabelsteun
2 tafelklemmen
2 klemmen voor terugloopveer
1 Handleiding
1 Onderdelentekening
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (fig. A1 & A2)
De DW720 radiaalarmzaag is ontworpen voor de professionele
houtverwerkende industrie. Deze machine met hoge precisie kan
gemakkelijk en snel ingesteld worden voor afkorten, afschuinen,
verstekzagen of schulpen.
Met behulp van de vele accessoires kan uw radiaalarmzaag nagenoeg alle
werkplaatshandelingen uitvoeren. Voor een optimale veiligheid zijn alle
belangrijke bedieningselementen voorzien van zowel een vergrendeling als
een afsluitmogelijkheid. Zie ook de instructiekaart in deze handleiding.
A1
1 AAN/UIT-schakelaar
2 Hendel
3 Zaagbladbescherming
4 Vast werkblad
5 Werkbladuitbreiding
6 Achteraanslag
7 Tafelklem
8 Kolom
9 Verstekvergrendeling
10 Verstekklemhendel
11 Slinger voor hoogteverstelling
12 Radiaalarm
13 Afdekkapje
A2
14 Motorsledeaanslag
15 Schulpvergrendeling
16 Motorslede
17 Motor
18 Werkbladstrippen
19 Afschuinhendel
20 Afschuinschaal
21 Afschuinvergrendeling
22 Rolkop
23 Kabelsteun
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt met de waarde op het
typeplaatje.
Vervangen van het snoer of de stekker
Als de stekker of het snoer wordt vervangen, moet de oude stekker c.q.
het oude snoer worden weggegooid. Het is gevaarlijk om de stekker van
een los snoer in het stopcontact te steken.
Gebruik van verlengsnoeren
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd
verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen van de machine
(zie technische gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede
hebben van 1,5 mm
2
. Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het
snoer dan helemaal af.
Monteren en instellen
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
Voor een optimale werking van uw zaag is het van vitaal belang
om de procedures in onderstaande paragrafen te volgen.
Uw zaag uitpakken (fig. A1)
Verwijder alle delen uit de verpakking, behalve de arm (12).
Zet de arm met behulp van de verstekhendel (10) vast.
Kantel de doos en trek de arm eruit.
Zet het geheel rechtop.
De machine moet altijd waterpas en stabiel zijn.
65 nl - 4
NEDERLANDS
Montage van de slinger (fig. A1)
Monteer de slinger (11) met behulp van de kruisschroef boven aan de
kolom (8).
Montage van de rolkop (fig. A1, A2 & B)
Draai aan de slinger (11) in de richting van + om de arm (12) zo ver
mogelijk omhoog te brengen (fig. A1).
Verwijder de twee inbusschroeven (24) en verwijder de beschermkap (13)
(fig. B).
Maak de lagerrails (25) met een stalen sponsje en verwijder al het stof
met een droge doek (fig. B).
Zorg ervoor dat de schulpvergrendeling (15) los staat (fig. A2).
Plaats voorzichtig de lagers (26) van de rolkop (22) in de lagerrails.
Plaats de rolkop op de lagerrails om te controleren op licht lopen.
Controleer of de schulpvergrendeling werkt en zet indien nodig de
rolkop vrij.
Zet de beschermkap (13) onmiddellijk terug.
Montage van de kabelsteun en de kabelklem (fig. A2 & C)
Monteer de kabelsteun (23) in het gat (27).
Monteer de kabel (28) aan de achterzijde van de arm en gebruik de
kabelklem (29).
Zorg ervoor dat de arm in horizontale en verticale richting kan
bewegen.
Zaagtafel (fig. D1 - D5)
Montage van de tafelsteunen (fig. D1)
De tafelsteunen worden met M10 x 16 bouten en bijbehorende moeren en
met een D8 schotelveer aan de voorzijde (niet achter) bevestigd.
Monteer de steun (30) tegen de linkerkant van het onderstel van de tafel.
Monteer de steun (32) tegen de rechterkant van het onderstel van de tafel.
Trek de bouten nog niet aan.
Afstellen van de tafelsteunen met gebruik van de motoras (fig. A1 & D2)
Zet de afschuinhendel (19) los en trek de grendel (21) uit (fig. D2).
Draai de motor naar de verticale positie en zet de motor met de
afschuinvergrendeling (21) en de afschuinhendel (19) vast.
Zet de verstelhendel (10) los (fig. A1) om de arm te draaien tot de
motoras (33) zich recht boven de buitenste voorste rand van een van
de rechte tafelsteunen bevindt.
Laat de arm voorzichtig zakken tot de motoras de tafelsteun net raakt
en trek de overeenkomende moer van de tafelsteun met de hand aan.
Herhaal deze procedure aan de achterkant voor de andere tafelsteun.
Controleer opnieuw met behulp van de motoras.
Draai alle moeren en bouten stevig vast.
Breng de arm terug naar de centrale positie en vergrendel hem.
Afstellen van de centrale tafelsteun (fig. D3)
Plaats een waterpas over de twee tafelsteunen (30) en (32).
Draai de bouten (34) in de centrale tafelsteun (35) los.
Stel de centrale tafelsteun af met een inbussleutel totdat deze het
waterpas raakt.
Draai alle moeren en bouten stevig vast.
Montage van het vaste werkblad (fig. D1 & D4)
De standaardpositie van de werkbladdelen wordt getoond in
fig. D4.
Afhankelijk van de vereiste snijdiepte, kan de aanslag (6) ook tussen de
strippen (18) gepositioneerd worden.
Plaats het vast werkbladdeel (4) op het onderstel zoals in de schets en
controleer of de gaten in het midden overeenkomen met de
stelschroeven in de centrale tafelsteun.
Gebruik de M8 x 30 bouten en D8 sluitringen boven en onder de D8
schotelveren.
Zet alle bouten in het vaste werkbladdeel (4) met de hand vast behalve
de vijf voorste bouten en de bout in het grote centrale gat.
Plaats de aanslag (6) en de strippen (18) op het onderstel van de tafel (31)
(fig. D1).
Monteer de tafelklemmen (7) (fig. D4) aan de achterkant van de rechte
tafelsteunen (30) & (32) (fig. D1).
Zet de tafelklemmen vast.
Trek alle bouten van het werkblad aan.
Montage van de werkbladuitbreiding (fig. D5 & D6)
Monteer de steunstrippen (36) en (37) aan het onderste linker
oppervlak van het vaste werkblad (4) (fig. D5).
Plaats de werkbladuitbreiding (5) op het uitstekende deel van de
tafelsteunstrippen (fig. D6).
Controleer of beide werkbladen gelijk liggen en monteer de
werkbladuitbreiding via de sleufgaten met de meegeleverde bouten,
sluitringen en moeren (fig. D6).
Trek de twee corresponderende voorste bouten in het vaste
werkbladdeel (4) vast.
Beide werkbladen moeten nu achter gelijk liggen.
Zaagblad (fig. E1 - E6)
Monteren van het zaagblad (fig. E1)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
De rotatierichting wordt door de pijl op de motor aangegeven.
Houd de motoras tegen met de meegeleverde inbussleutel (38) en
verwijder de moer (39) van de motoras door deze in klokrichting met de
universeelsleutel te draaien (40).
Monteer het zaagblad (41) tussen de buitenflens (42) en de binnenflens
(43) en zorg ervoor dat de onderste tand naar de achterkant van de
machine wijst.
Let erop dat de ring (44) van de moer (39) van de motoras
tegen de buitenflens rust (fig. E1).
Draai de moer (39) van de motoras tegen de klokrichting aan.
Controle op de parallelle stand van de arm t.o.v. het werkblad
(fig. A2, D3 & E2)
Zet de schulpvergrendeling (15) vast met het zaagblad in voorste
positie (fig. A2).
Laat het zaagblad zakken totdat dit net het werkblad (4) raakt (fig. E2).
Zet de hendels (9) en (10) los (fig. A1).
Zwaai de arm zo dat het zaagblad dwars over de breedte van het
werkblad (4) strijkt.
Verstel indien nodig de voorste stelbout (34) (fig. D3).
Herhaal deze procedure met het zaagblad in achterste positie en
verstel indien nodig de achterste bout.
Controle op de haaksheid van het zaagblad t.o.v. het werkblad (fig. A2 & E3)
Breng de arm terug naar de centrale positie en zet de
schulpvergrendeling (15) vast (fig. A2).
Plaats een stalen winkelhaak (45) tegen het zaagblad (fig. F3).
Het afstellen geschiedt als volgt:
Verwijder de afschuinschaal (46) door het losdraaien van de twee
schroeven (47).
Draai de drie inbusschroeven los die daardoor zichtbaar worden.
Plaats een inbussleutel op de motoras en tik erop tot het zaagblad vlak
tegen de winkelhaak staat.
nl - 5 66
NEDERLANDS
Draai alle moeren en bouten stevig vast.
Het is van het uiterste belang om de centrale inbusschroef vast
te draaien.
Monteer de afschuinschaal (46).
Controle op de haaksheid van het afkorten t.o.v. de achteraanslag
(fig. E4 & E5)
Vergrendel het zaagblad voor de aanslag (fig. E4).
Plaats een winkelhaak (45) op een stuk board en tegen de aanslag en
die het zaagblad net raakt.
Ontgrendel de schulpvergrendeling, trek het zaagblad naar u toe om te
controleren of het zaagblad ook daar parallel aan de winkelhaak staat.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Zet de verstekklemhendel (9) vrij, met de verstekklemhendel (9)
gefixeerd op 0° (fig. E5).
Draai de borgmoeren (48) aan beide zijden van de arm los (fig. E5).
Om de arm naar links te verstellen moet het draadeind rechts op de arm
losgezet en het tegenovergestelde draadeind aangedraaid worden.
Om de arm naar rechts te verstellen moet het draadeind links op de arm
losgezet en het tegenovergestelde draadeind aangedraaid worden.
Doe dit met kleine stappen en controleer de afstelling na elke stap met
de hendels (9) en (10) in aangrijping.
Draai de draadeinden niet te sterk aan.
Draai de borgmoeren (48) vast.
Controle op de haakse stand van het zaagblad t.o.v. de achteraanslag
(fig. E6)
Ontgrendel de motorsledehendel (49) en druk op de motorslede-
vergrendeling (50).
Draai de motor 90° volgens schets.
Wanneer de motor speling heeft, trek dan de moer (51) aan.
Plaats het zaagblad tegen de achteraanslag en controleer de parallelle
stand t.o.v. de achteraanslag.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de twee kruislings geplaatste bouten (52) onder de motorslede los.
Steek de inbussleutel in de motoras.
Verstel de positie van het zaagblad en zet de bouten (52) vast.
Montage en afstelling van de zaagbladbescherming (fig. F1 - F5)
De zaagbladbescherming (3) heeft meerdere functies die de volgende
beveiligingen bieden (fig. F1):
- Bovenbescherming (53) (fig. G1) en verende achterbescherming (54)
(fig. F2) voor volledige zaagbladbescherming.
- Stofafzuigadapter (55) voor afkorten en schulpen.
- Anti-terugslagvingers (56) voor gebruik tijdens schulpen.
- Instelbare vingerbescherming (57) voor gebruik tijdens afkorten.
- Spouwmes (58) om te voorkomen dat het werkstuk tijdens het
schulpen met het zaagblad beklemd raakt.
Zet de afschuinhendel (19) los en trek aan de afschuingrendel (21)
(fig. D2) om de motor volgens schets te kantelen voor optimale
toegankelijkheid (fig. F3).
Verwijder de vleugelmoer (59) van de afscherming en de sluitring (60)
(fig. F3).
Draai de borgschroef (61) los en draai de borgbeugel (62) tegen de
klok in totdat de verende achterbescherming (54) van de steun (63)
gelicht kan worden (fig. F2).
Haak alleen de twee bovenste veren (64) uit.
Draai de uitgehaakte achterbescherming (54) uit (fig. F2).
Laat de zaagbladbescherming over het zaagblad zakken (fig. F3).
Zet de zaagbladbescherming met de vleugelmoer (59) en sluitring (60)
vast (fig. F3).
Breng de verende achterbescherming (54) en de borgbeugel (62) weer
in de originele positie terug (fig. F2).
Het verwijderen van de bescherming gebeurt in omgekeerde volgorde.
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Afstelling van de zaagbladbeschermingsbediening (fig. F2 - F5)
Afstelling van het spouwmes voor het schulpen
Zet de twee knoppen (65) los en schuif het spouwmes (58) omlaag
totdat de tip zich ca. 10 mm van het werkblad bevindt (fig. F2 & F4).
Het spouwmes moet correct afgesteld zijn; de afstand tussen
de gekartelde rand en het spouwmes (58) moet 1-3 mm zijn
(fig. F4).
Afstellen van de anti-terugslagvingers voor afschuinschulpen (fig. F5)
Zet de knop (66) los en laat de beugel (67) zakken tot de
neerhouderveer (68) het oppervlak van het werkstuk net raakt.
De uiteinden van de anti-terugslagvingers (56) moeten zich nu 3 mm
onder het oppervlak van het werkstuk bevinden en de hoek moet nu
zijn als in fig. F5.
Voor het afschuinschulpen moet de inbusschroef (69) losgedraaid en
de anti-terugslagvingers onder de vereiste hoek gebracht worden.
Afstellen van het spouwmes, de vingerbescherming en de anti-
terugslagvingers voor afkorten (fig. F2)
Voor het afkorten moeten het spouwmes en de anti-terugslagvingers
omhoog en opzij worden afgesteld.
Zet de hendel (70) los om de vingerbescherming (57) juist boven het
werkstuk te positioneren en zet daarna de hendel (70) vast.
Afstelling van de schalen (fig. G1 - G5)
Schulpschaal
Schulpen kan worden uitgevoerd met de motor in twee posities.
Elke werkwijze vereist zijn eigen aanvoerrichting:
Positie Aanvoerrichting
- In-schulpen van rechts naar links (fig. G1)
- Uit-schulpen van links naar rechts (fig. G2)
De wijzer (71) die de schulpbreedte op de schulpschaal (72) aangeeft,
is instelbaar (fig. G3):
Plaats de achteraanslag in de achterste positie.
Plaats een plank van 24 mm tegen de achteraanslag.
Ontgrendel de motorsledehendel (49), druk op de
motorsledevergrendeling (50) (fig. H1) en positioneer de motor in de uit-
schulppositie (fig. G1).
Beweeg de motorslede langs de radiaalarm totdat het zaagblad de
rand van het materiaal net raakt.
Draai de twee schroeven (73) los en verplaats de wijzer (71) totdat de
rand van de uitschulpwijzer (74) gelijk staat met de bekende breedte
van de plank op de onderste schaal (fig. G3).
Draai de twee schroeven (73) vast (fig. G3).
Plaats de motor in in-schulppositie.
Licht de bescherming op, zodat het zaagblad op het vlak van de
achteraanslag kan rusten.
De in-schulpwijzer (75) moet nu gelijk staan met de nulpositie op de
bovenste schaal. Indien nodig nastellen (fig. G3).
Afschuinschaal (fig. G4)
Controleer of de afschuinschaal (20) 0° aangeeft als deze is
gepositioneerd voor verticaal zagen.
Draai indien nodig de schroeven (47) los en zet de wijzer op 0°.
67 nl - 6
NEDERLANDS
Verstekschaal (fig. G5)
Controleer of de verstekschaal (76) 0° aangeeft als deze is
gepositioneerd voor verticaal zagen.
Breng de wijzer (77) met behulp van schroef (78) naar 0°.
De verstekschaal heeft vooringestelde posities op 45° links en rechts op 0°.
Motorsledeaanslag (fig. A2, H1 & H2)
De motorsledeaanslag (14) moet worden ingesteld om te voorkomen dat
de lagers van de motorslede tegen de achterste begrenzing van de
lagerrails stoten (fig. A2).
Duw de motorslede zover mogelijk, trek de slede nu ca. 5 mm voorwaarts
en vergrendel daarna met de schulpvergrendeling (15) (fig. A2).
Stel de motorsledeaanslag (14) in door het loszetten van de moeren
(79) in de voorste sleuf (80) totdat de rubber stop (81) tegen de
achterkant van het schulpvergrendelhuis stoot (fig. H1).
Trek de moeren (79) aan.
Trek bij het afkorten in het voorste sleufgat één moer aan en
één in het achterste sleufgat (fig. H2).
Montage van de automatische terugloop (fig. J)
Monteer de terugloopveer (82) achter de motorsledeaanslag (14) met
de corresponderende bouten en bevestig het einde van de kabel met
behulp van de schroeven (83) aan de schulpvergrendeling (15).
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste
accessoires.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
Zet het werkstuk stevig vast.
Oefen geen overmatige druk uit op de machine.
Geef geen zijdelingse druk op het zaagblad.
Voorkom overbelasting.
Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig
versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor
het maximum toerental van de machine.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Werk nooit met de machine wanneer de beschermingen niet
zijn geplaatst.
Hef de machine nooit aan het werkblad.
Raadpleeg altijd fig. K om positie en type van de achteraanslag
te controleren.
AAN- en UITschakelen (fig. A1)
De AAN/UIT-schakelaar van uw radiaalarmzaag biedt vele voordelen:
- Spanningsloze uitschakeling: wordt de spanning om een of andere reden
uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden.
- Beveiliging tegen overbelasting van de motor: in geval van
overbelasting van de motor wordt de spanning naar de motor
UITgeschakeld.
I = AAN De machine werkt continu.
O = UIT
Het maken van een proefsnede (fig. A1)
Zorg dat de verstekvergrendeling (9) ingrijpt en vergrendel de
verstekklemhendel (10) zo, dat het zaagblad in rechte afkortstand 0° staat.
Zet de schulpvergrendeling (15) vrij en duw de motorslede terug totdat
het zaagblad zich achter de aanslag bevindt.
Laat de arm zakken totdat het zaagblad het werkblad bijna raakt.
Plaats het werkstuk tegen de voorkant van de achteraanslag.
Schakel de machine IN en laat de arm zakken, zodat het zaagblad een
ondiepe snede in het werkblad kan maken.
Trek het zaagblad naar u toe, zodat dit een verticale sleuf in de houten
achteraanslag maakt en door het werkstuk.
Breng het zaagblad terug naar de ruststand en schakel de machine UIT.
Controleer of de snede in alle vlakken exact 90° is en corrigeer indien nodig.
Basis zaagsneden (fig. K1 - K5)
De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen
gevaarlijk zijn.
Afkorten (fig. A1 & K1)
Stel de radiaalarm haaks op de achteraanslag.
Vergrendel de verstekhendel (9) in positie 0° en zet de
verstekklemhendel (10) vast (fig. A1).
Laat het zaagblad zakken.
Stel de vingerbescherming in, zodat deze net vrij is van het werkstuk.
Wanneer zich in het werkblad geen sleuf bevindt, maak er dan een
zoals eerder is beschreven.
Houd het werkstuk tegen de achteraanslag en blijf daarbij met uw
vingers beslist weg van het zaagblad.
Schakel de machine IN en trek het zaagblad langzaam door de
achteraanslag en het werkstuk.
Breng het zaagblad terug naar de rustpositie en schakel de machine UIT.
Verstekzagen (fig. A1 & K3)
Zet de verstekhendel (9) en de verstekklemhendel (10) los (fig. A1).
Zwenk de arm tot de vereiste hoek op de verstekschaal.
Gebruik voor 45° links of rechts de verstekhendel (9) en vergrendel met
de verstekklemhendel (10).
Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de verstekklemhendel.
Handel als bij afkorten.
In het geval van linksverstek kan het zijn dat u de
achteraanslag en de strippen naar links moet verschuiven.
Afschuinen (fig. A1, D2 & K2)
Stel de arm in voor een afkorting onder 0°.
Zet het zaagblad ruim boven het werkblad.
Zet de afschuinhendel (19) los en trek de afschuinvergrendeling (21) uit
(fig. D2).
Kantel de motor naar de gewenste hoek op de afschuinschaal (20) (fig. A1).
Gebruik voor 90° of 45° rechts de afschuinvergrendeling (21) en
vergrendel met de afschuinklemhendel (19).
Gebruik voor tussenliggende hoeken alleen de afschuinklemhendel.
Handel als bij verticaal afkorten.
Schulpzagen (fig. K5, F2, G1 & G2)
De motor kan worden vastgezet in de posities in-schulpen of uit-schulpen
(zie fig. G1 & G2) om de machine voor resp. smalle en brede werkstukken
aan te passen.
Zet de motorslede in uitgetrokken positie vast en gebruik hiervoor de
schulpvergrendeling.
Zet de motorsledehendel (49) vrij en druk op de
motorsledevergrendeling (50) om de motor naar de juiste positie te
draaien, totdat de motor op zijn plaats vastzit (fig. G1).
Zet de motorsledehendel (49) vast en positioneer de achteraanslag.
Positioneer de motorslede langs de arm voor de gewenste breedte van
de snede met behulp van de schulpschaal (72) en vergrendel hem met
behulp van de schulpvergrendeling in positie.
Stel de zaagbladbescherming in zoals eerder is beschreven en draai de
stofzuigadapter (55) van u weg (fig. F2).
nl - 7 68
NEDERLANDS
Denk erom dat bij schulpen een spouwmes (58) en anti-
terugslagvingers (56) nodig zijn (fig. G2).
Voer het werkstuk langzaam in het zaagblad en houd het stevig
aangedrukt op het werkblad en tegen de achteraanslag.
Forceer het zagen niet. De snelheid van het zaagblad moet constant
worden gehouden.
Gebruik altijd een duwhout.
Afschuinschulpen
Zet de machine in de positie afschuinen/afkorten.
Roteer de motorslede in schulppositie.
Positioneer de motorslede voor de juiste schulpbreedte.
Zet de anti-terugslagvingers in de gewenste hoek, zodat zij plat op het
werkstuk liggen en het spouwmes omlaag houden.
Handel als bij schulpen.
Dubbele versteksnede (fig. K4)
Een dubbele versteksnede is een combinatie van een afschuinsnede en
een versteksnede.
Stel de gewenste afschuinhoek in.
Zwaai de arm naar de gewenste verstekpositie.
Handel als bij verstekzagen.
Schakel altijd de machine uit wanneer het werk is beëindigd en voordat u
de stekker uit het stopcontact haalt.
Uithollen
Uw radiaalarmzaag kan worden gebruikt voor een breed scala aan
geavanceerde toepassingen, waaronder uithollen.
Zet het zaagblad onder de gewenste hoek, roteer de motorslede onder
de arm en positioneer het zaagblad boven het werkstuk op de
gewenste plaats. Verwijder het werkstuk en laat het zaagblad zakken
om een ondiepe snede te maken. Laat de anti-terugslagvingers zakken
zoals voor afschuinen/schulpen. Houd het werkstuk tegen de aanslag
en ga te werk als voor schulpen.
Maak uitsluitend ondiepe sleuven!
Stofafzuiging (fig. F2)
De machine is voorzien van een stofafzuigadapter (55).
Sluit indien mogelijk een stofafzuiger aan die voldoet aan de geldende
richtlijnen voor stofemissie.
Plaats bij het afkorten een stofzak (optie) achter de zaaglijn.
Opties
Haal vóór het aanbrengen van een accessoire altijd de stekker
uit het stopcontact.
Freeskop
De freeskop wordt gebruikt om uw werk een professionele afwerking te
geven.
Montage van de freeskop (fig. L1 - L3)
Verwijder de zaagbladeenheid en het zaagblad.
Monteer de messen (84) op de freeskop (85). Let erop dat ze op
dezelfde manier worden geïnstalleerd (fig. L1).
Monteer het speciale met de freeskop meegeleverde afstandsstuk (86)
op de motoras.
Plaats de freeskop op de motoras (zie schets) en vergrendel hem met
de klemmoer (87); gebruik de optioneel leverbare dopsleutel (88).
Kantel de motor totdat de freeskop zich in horizontale positie bevindt.
Monteer de freeskopbescherming (89) (fig. L2) volgens de schets en
stel de gewenste freesdiepte in (fig. L3).
Frezen
Plaats de freeskop boven de aanslag. Het uitstekende deel komt
overeen met de te maken snede.
Bij bepaalde toepassingen kan het nodig zijn om de aanslag in twee
secties te verdelen en de freeskop daartussen te plaatsen. In dat geval
moet de aanslag worden vervangen wanneer de zaag weer voor gewone
toepassingen wordt gebruikt.
Gebruik altijd een duwhout.
Voer het materiaal vanaf rechts met enige druk en gelijkmatig langs de
aanslag.
Sponningfrezen
Gebruik messen met rechte snijvlakken.
Ga verder zoals beschreven voor frezen.
Om onder verstek te frezen, zwenkt u de motor in de gewenste hoek.
Voor bredere freesgroeven gebruikt u de groevenfrees in
combinatie met de beschermkap van de freeskop.
Zie de instructies voor het gebruik van de groevenfrees.
Groevenfrezen (fig. F1, M1 & M2)
Er zijn twee types groevenfrezen. Fig. M1 laat de standaard groevenfrees
zien, fig. M2 de hoogwaardige uitvoering.
Scherpe randen.
Monteren van de groevenfrees
Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad.
Bevestig de afstandsbus (90) op de motoras, met de smalle zijde naar
de motor.
Monteer de freesbladen (91) met daartussen het juiste aantal
tussenbladen (92) en een aantal afstandsringen (93) om de juiste
groefbreedte in te stellen.
Bevestig de groevenfrees met behulp van de standaardmoer (39) van
de motoras (fig. E1).
Verwijder het spouwmes en de spouwmeshouder van de
zaagbladbeschermkap en monteer deze.
Beweeg de groevenfrees omlaag om de gewenste freesdiepte in te stellen.
Gebruik van de groevenfrees
- In afkort- of verstekstand
Beweeg de anti-terugslagvingers omhoog en opzij.
Stel de vingerbescherming naar behoren in.
- In schulpstand
Stel de anti-terugslagvingers naar behoren in.
Schuurschijven en schuurrollen (fig. M2, N1 & N2)
Er zijn twee accessoires verkrijgbaar voor het onder elke gewenste hoek
schuren van sneden. Ze kunnen als volgt worden gebruikt:
- Het werkstuk wordt langs het stationaire accessoire gevoerd
- Het accessoire wordt langs het vastgeklemde werkstuk gevoerd
Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad.
Breng de buitenflens (42) weer aan (fig. N1).
Breng de schuurschijf (94) of schuurrol (95) (fig. N2) direct op de
motoras aan.
69 nl - 8
NEDERLANDS
Gebruik van de schuurschijf (fig. N1)
Gebruik altijd de onderzijde (rechterzijde) van de schijf.
Als de schuurschijf (94) voor horizontaal schuren wordt gebruikt,
moet de freeskopbescherming (89) (fig. N2) zo worden gemonteerd en
ingesteld dat de schuurschijf de onderzijde van de bescherming net
niet raakt.
Gebruik van de schuurrol (fig. N2)
Voer bij gebruik van de schuurrol het werkstuk altijd tegen de
draairichting van de schuurrol toe.
Houder voor bovenfrees (fig. E1, O1 - O3)
Deze houder (96) maakt het mogelijk om een Elu bovenfrees (MOF96,
MOF131, MOF177 or OF97) op uw zaagmachine te monteren, zodat deze
ook voor nauwkeurig decorfrezen kan worden gebruikt (fig. O1).
Bevestigen van de houder voor de bovenfrees
Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad.
Positioneer de houder (96) boven het uiteinde van de motoras zoals
afgebeeld in fig. O1 en bevestig deze met behulp van de vleugelmoer (59).
Vervang de geleidestangen van de parallelaanslag van uw bovenfrees
door de stangen (97) die met de houder worden meegeleverd:
- Gebruik de stangen met kleine diameter voor de MOF96 (fig. O2)
- Gebruik de stangen met grote diameter voor de MOF131/MOF177/
OF97 (fig. O3).
Draai de schroeven vast (98).
Zorg ervoor dat de bovenfrees altijd op de stangen is
gecentreerd en in de houder is bevestigd.
Gebruik van de bovenfrees (fig. A1 & E1)
De bovenfrees kan op de juiste hoek worden ingesteld en met behulp van
de hendel (2) in fig. A1 door het werkstuk worden getrokken; het is ook
mogelijk om het werkstuk langs de stationaire bovenfrees te voeren.
Zorg ervoor dat de houder stevig is bevestigd.
Breng indien nodig de buitenflens (42) in fig. E1 op de motoras aan en
klem de houder met behulp van de moer (39) in fig. E1 tegen de motor.
Trek de moer niet te sterk aan.
Voer het werkstuk altijd tegen de draairichting van de frees toe.
Zie ook de handleiding van uw bovenfrees.
Boren (fig. P)
Op het tapgat (99) kan de optionele boorhouder (10 mm of 3/8") worden
aangesloten, die uw zaag in een veelzijdige radiale boormachine verandert.
Deze optie is met name handig om werkstukken voor te bereiden voor het
gebruik van duvels.
Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad.
Draai het deksel (100) opzij.
Bevestig de boorhouder (101) direct in het tapgat (99).
Verstekaanslagen (fig. Q1 & Q2)
Er zijn verstekaanslagen (102) leverbaar voor snelle en veelzijdige
verstekbewerkingen (fig. Q1).
Vervang de standaardaanslag door de verstekaanslagen (102).
Voer het zaagblad tussen de twee delen van de aanslag door (fig. Q2).
Decoupeerzaag (fig. R1 - R3)
Montage van de decoupeerzaag
Door de decoupeerzaag (103) op de motoras te monteren, kan uw
machine in een radiaal-decoupeer- of figuurzaagmachine worden
veranderd (fig. R3).
Verwijder de zaagbladbeschermkap en het zaagblad.
Monteer de kunststof achterafstandsbus (104) op de motoras met de
borglip (105) over de borgschroef van de beschermkap en de platte
voorzijde achter de borglippen (106) van de beschermkap gestoken
(fig. R1).
Plaats de speciale afstandsbus (107) op de as.
Draai de twee vleugelmoeren (108) aan de voorzijde van de
decoupeerzaag los, waardoor de twee schuingeplaatste borgsteunen
(109) aan de achterzijde naar buiten kunnen steken (fig. R2).
Plaats de decoupeerzaag op de motoras en plaats de twee
fixeerpennen in de gaten (110) in de afstandsbus (fig. R1).
Druk de bovenste rechter borgsteun (109) door het gat in de
afstandsbus (111) en draai deze om het platte hoekstuk achter de lip
(112) te positioneren.
Positioneer de onderste borgsteun op dezelfde manier en draai de
vleugelmoeren vast.
Plaats de standaard-asmoer op de as en draai deze vast.
Controleer opnieuw of de vleugelmoeren stevig vastzitten.
Monteer het zaagblad (113) in de gleuf aan de onderzijde van de as
met de tanden in de richting van de bediener. De as heeft een kleine
stifttap (114) aan elke kant voor het vastklemmen en centreren van het
blad (fig. R3).
Gebruik van de decoupeerzaag (fig. R3)
Het positioneren van de decoupeerzaag is afhankelijk van de aard van de
werkzaamheden. Er zit een klein gat (115) in het vaste werkblad,
waardoor het blad door de tafel kan gaan. In sommige gevallen kan de
positie ook dezelfde als bij de schuurrol zijn.
Verwijder de achteraanslag van de tafel en vervang deze door houten
afstandsstukken (20 mm). Positioneer vervolgens het blad (tanden in
voorwaartse richting) net achter het voorste vaste werkblad.
Controleer, alvorens met zagen te beginnen, of de zaagvoet naar
beneden is, om te voorkomen dat het materiaal omhoog komt.
Trekbegrenzer (fig. A1, J, S1 - S3)
De trekbegrenzer (116) staat garant voor optimale resultaten bij
toepassingen waarvoor een constante toevoersnelheid van belang is.
Monteren van de trekbegrenzer
Verwijder de automatische terugloop (82) in fig. J.
Verwijder de motorsledeaanslag (14) in fig. A1.
Monteer de beugel (117) en de motorsledeaanslag zoals afgebeeld in
fig. S2.
Draai de stifttap (118) in de kartelknop (119) met behulp van een
inbussleutel los en schroef de kartelknop af (fig. S3).
Draai de stifttap (120) in de achterste steun (121) los en verwijder de steun.
Schuif de cilinder (122) door de cilinderklem (123) (fig. S1).
Positioneer de cilinderklem (123) boven de schulpvergrendeling (15) en
draai de stifttappen aan beide zijden van de houder (124) vast.
Monteer de achterste steun (121) en de kartelknop (119) weer en draai
alle schroeven vast (fig. S3).
Positioneer de achterste steun (121) zoals afgebeeld (fig. S3) en draai
de stifttap (120) vast.
Druk de rolkop naar achteren en positioneer de cilinder zover mogelijk
in zijn klem (123) en naar achteren. Het einde van de stang moet de
ontluchtingsnippel in de balg niet raken, wanneer de balg (125) is
samengedrukt. Controleer de positie door op de ontluchtingsnippel te
drukken.
Draai de schroef (126) in de cilinderklem aan.
Stel de uitloopsnelheid in met de kartelknop (119).
Ontluchten van de trekbegrenzer
Na het bijvullen of vervangen van de olie in de trekbegrenzer moet de lucht
uit het systeem verdreven worden.
Verwijder de eenheid van de machine en klem de eenheid in verticale
positie, met de zuiger volledig uit en omlaag.
GARANTIE
• 30 DAGEN “NIET GOED, GELD TERUG” GARANTIE •
Indien uw DEWALT-machine om welke reden dan ook niet geheel aan
uw verwachtingen voldoet, stuurt u de machine dan compleet zoals bij
aankoop binnen 30 dagen terug naar DEWALT, samen met uw
aankoopbewijs en uw rekeningnummer. U ontvangt dan uw geld terug.
• 1 JAAR GRATIS SERVICE-CONTRACT •
Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na aankoop nazicht
of reparatie behoeven, dan worden deze werkzaamheden gratis
uitgevoerd in onze Service-centers op vertoon van het aankoopbewijs.
Stuur uw machine rechtstreeks of via uw dealer naar een erkend
DEWALT Service-center.
• 1 JAAR GARANTIE •
Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na datum van
aankoop defect raken tengevolge van materiaal- of constructiefouten,
dan garanderen wij de kosteloze vervanging van alle defecte delen of
van het hele apparaat, zulks ter beoordeling van DEWALT,
op voorwaarde dat:
het produkt niet foutief gebruikt werd
het produkt niet gerepareerd is door onbevoegden
het aankoopbewijs met daarop de aankoopdatum wordt overlegd
Informeer bij uw dealer of bij het DEWALT-hoofdkantoor naar het adres
van het dichtstbijzijnde Service-center (zie de achterzijde van deze
handleiding).
nl - 9 70
NEDERLANDS
Verwijder de plug aan het achtereinde van de balg (125). Houd de balg
vast om het weglopen van olie te voorkomen.
Vul de balg volledig met hydraulische olie Castrol 210 NRL25 of
gelijkwaardig en gebruik een trechter of injectiespuit.
Plaats de vuldop en draai deze één slag aan.
Druk de balg een beetje in tot uit de vuldop enige olie ontsnapt.
Draai de vuldop vast met een steeksleutel en monteer de eenheid
weer.
Onderstel (fig. T)
Het onderstel (127) bestaat uit vier poten (128), vier dwarsrails (129) en
vier boven-dwarsrails (130). Deze laatste hebben de dezelfde afmetingen
als het basisframe van uw radiaalarmzaag.
Monteer de poten en dwarsrails zoals afgebeeld.
Draai de bouten vast.
Bevestig de zaag aan de bovenzijde.
Onderhoud
Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd
probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud.
Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine
garanderen een hoge levensduur.
Vervang bij slijtage het vaste werkblad en de aanslag.
Smering
Uw radiaalarmzaag vereist geen aanvullende smering.
Smeer nooit de armrails of lagers.
Reiniging
Reinig de armrolbanen regelmatig. Verwijder hiervoor de eindkap en de
motorslede. Verwijder ook het stof van de lagers.
Werk altijd met een schoon werkblad. Gebruik nooit uw handen om
stof van het werkblad te vegen.
Gebruikte machines en het milieu
Wanneer uw oude machine aan vervanging toe is, breng deze dan naar
een DEWALT Service-center waar de machine op milieuvriendelijke wijze
zal worden verwerkt.
Belgique et Luxembourg DEWALT Tel: 02
719
07
12
België en Luxemburg Weihoek 1, Nossegem Fax: 02
721
40
45
1930 Zaventem-Zuid Service fax: 02
719
08
10
Danmark D
EWALT Tlf: 70
20
15
10
Hejrevang 26 B Fax: 48
14
13
99
3450 Allerød
Deutschland D
EWALT Tel: 06
12
62
16
Richard-Klinger-Straße Fax: 061
26
21
24
40
65510 Idstein
EÏÏ¿˜ D
EWALT TËÏ: 019
24
28
70
§ÂˆÊ ™˘ÁÁÚÔ‡ 154 Fax: 019
24
28
69
176 71 K·ÏÏÈı¤· Service: 019
24
28
76-7
∞ı‹Ó·
España D
EWALT Tel: 977
29
71
00
Ctra de Acceso Fax: 977
29
71
38
a Roda de Barà, km 0,7 Fax: 977
29
71
19
43883 Roda de Barà, Tarragona
France D
EWALT Tel: 472
20
39
20
Le Paisy Tlx: 30
62
24F
BP 21 Fax: 472
20
39
00
69571 Dardilly Cedex
Helvetia D
EWALT/Rofo AG Tel: 037
43
40
60
Schweiz Warpel Fax: 037
43
40
61
3186 Düdingen
Ireland D
EWALT Tel: 012
78
18
00
Calpe House Rock Hill Fax: 012
78
18
11
Black Rock
Co. Dublin
Italia D
EWALT Tel: 03
92
38
72
04
Viale Elvezia 2 Fax: 03
92
38
75
93
20052 Monza (Mi)
Nederland D
EWALT Tel: 07
65
08
22
01
Florijnstraat 10 Fax: 07
65
03
81
84
4879 AH Etten-Leur
Norge D
EWALT Tel: 22
90
99
00
Strømsveien 344 Fax: 22
90
99
01
1081 Oslo
Österreich D
EWALT Tel: 022
26
61
16
Werkzeugevertriebs GmbH Tlx: 13228 Black A
Erlaaerstraße 165 Fax: 022
26
61
16
14
Postfach 320,1231 Wien
Portugal D
EWALT Tel: 468 7513/7613
Rua Egas Moniz 173 Tlx: 16607 Bladec P
Apartado 19, S. João do Estoril Fax: 466
38
41
2768 Estoril, Codex
Suomi D
EWALT Puh: 98 25
45
40
Rälssitie 7 C Fax: 98 25
45
444
01510 Vantaa
Frälsevägen 7 C Tel: 98 25
45
40
01510 Vanda Fax: 98 25
45
444
Sverige D
EWALT Tel: 031
68
61
00
Box 603 Fax: 031
68
60
08
421 26 Västra Frölunda
Besöksadr. Ekonomivägen 11
United Kingdom D
EWALT Tel: 017
53
57
42
77
210 Bath Road Fax: 017
53
52
13
12
Slough
Berks SL1 3YD
07-97
1/144